De la Cierva autogiro's in Nederland Arno Landewers 2010-07-28 Enige tijd geleden heeft de Aviodrome het mooie besluit genomen de Cierva autogiro, die al sinds 1962 deel uit maakt van de collectie, te voorzien van kenmerk PH-HHH. Een kort historisch overzicht. Ontwikkeling De autogiro is een vliegtuig dat gebruikt maakt van een niet aangedreven rotor om draagkracht te genereren. Er moet altijd lucht door de rotor stromen om deze draaiend te houden; daarom is een autogiro altijd uitgerust met een propeller in conventionele opstelling. De autogiro verschilt hiermee fundamenteel van de helikopter, waar gebruik wordt gemaakt van een aangedreven rotor, welke naast het genereren van een opwaartse kracht ook wordt gebruikt om het vliegtuig vooruit te laten bewegen. De autogiro kan niet verticaal starten of landen (hoewel zeer steile starts en landingen mogelijk zijn), en kan niet stilhangen in de lucht. De Spanjaard Guan de la Cierva mag worden gerekend als de vader van de autogiro. Hij startte in 1920 met experimenten met autogiro's; hetgeen in 1922 resulteerde in de eerste goed werkende autogiro. Aanvankelijke proeven mislukten doordat door de voorwaartse snelheid van de autogiro een naar voren draaiend blad een hogere snelheid had (en dus meer lift genereerde) dan het naar achteren draaiend blad, waardoor een instabiele situatie ontstond. Dit werd opgelost door de rotorbladen scharnierend aan de draaias op te hangen (een principe dat nu ook nog bij helikopters wordt toegepast). In januari 1923 werd de eerste vlucht gemaakt met de Cierva C.4, welke later werd doorontwikkeld als de C.5, C.6 en C.6bis. In 1926 wist de la Cierva de Engelse regering te interesseren voor zijn product, en in oktober werd een C.6bis getest door het Royal Aircraft Establishment in Farnborough. Dit leidde tot de bestelling van 2 exemplaren. Omdat de la Cierva zelf niet beschikte over productiefaciliteiten, werden licenties verkocht aan diverse bedrijven. In dit geval werd A.V. Roe & Co (AVRO) gevraagd de autogiro's te bouwen, die werden gebaseerd op de romp van de AVRO 504. Van de C.8, die wordt beschouwd als de eerste praktisch toepasbare autogiro, werden in Engeland diverse exemplaren gebouwd (door AVRO, later werden ook Cierva autogiro's door onder meer Airwork, Comper, De Havilland en Westland gebouwd). Na een reeks min of meer experimentele modellen verscheen de C.19, die uiteindelijk succesvol was en naar diverse landen werd geëxporteerd. In Duitsland werd een kleine serie gebouwd door Focke Wulf als C.20, en in die tijd werd ook een licentie verkocht aan Pitcairn in de Verenigde Staten. Tot 1941 ontwierp en bouwde Pitcairn een reeks autogiro's, waaronder enkele met gesloten cabine. Een door Pitcairn ontwikkeld koppelings-en aandrijfmechanisme werd door Cierva overgenomen. Cierva C.30 De eerste autogiro's werden als een vliegtuig bestuurd, met ailerons aan korte vleugels en staartroeren. In de C.30 werd voor het eerst de rotorkop direct bestuurd, waardoor het rotorvlak gedraaid kon worden om de machine onder controle te houden. Dit betekende een grote stap vooruit; ook bij lage voorwaartse snelheid was de autogiro nu geheel bestuurbaar. Nadat dit besturingssysteem was ingebouwd in een C.19, werd het productiemodel (aangeduid als C.30) in april 1933 voor het eerst publiekelijk gedemonstreerd door de la Cierva persoonlijk. In 1934 begon AVRO met de productie van de C.30a, zoals de serieversie werd aangeduid. Het exacte productieaantal is onbekend, er zijn er in ieder geval 68 gebouwd, die vlogen in Engeland, maar bijvoorbeeld ook in Argentinië, Australië, Joegoslavië, Litouwen en vrijwel alle West-Europese landen. Op 9 december 1936 verongelukt de KLM Douglas DC-2 PH-AKL "Lijster" tijdens een landing in mist op het Londense vliegveld Croydon. Onder de 15 slachtoffers was Guan de la Cierva. Met zijn dood kwam de ontwikkeling van autogiro's in Engeland vrijwel stil te staan. In 1944 werd de Cierva firma wel weer opnieuw opgericht, er werden helikopters ontworpen en gebouwd, waar onder de W.11 Air Horse en de Skeeter (die door Saunders Roe in productie werd genomen). Autogiro's in Nederland In oktober 1928 was voor het eerst een autogiro te zien in Nederland. Het was een Cierva C.8L, waarmee voor het eerst Het Kanaal was overgestoken en aansluitend een tour door Europa werd gemaakt (het toestel ging uiteindelijk naar het Musée de l'Air op Le Bourget). In mei 1932 kwam de la Cierva persoonlijk naar Nederland met een C.26, op weg naar Berlijn, en later dat jaar was een C.19 aanwezig tijdens de opening van vliegveld Eindhoven. In 1934 besloot de destijds bekende sportvlieger Jacob Mees een autogiro aan te schaffen. In september werd de machine door Hein Schmidt Crans (chef-instructeur van de Nationale Luchtvaartschool NLS) en Janus Hoeven (NLS chef-monteur) vanuit Engeland naar vliegveld Waalhaven bij Rotterdam overgevlogen. Het toestel bleef aanvankelijk met het Engelse kenmerk GACWJ vliegen, en was datzelfde jaar onder meer te zien tijdens een tentoonstelling op het Haagse Malieveld en in het Olympisch Stadion in Amsterdam. In januari 1935 werd het toestel ingeschreven als PH-HHH, en het kreeg de naam "Donna Dulcinea" (met de Spaanse afkomst en de tegen windmolens vechtende Don Quichote in het achterhoofd). Het toestel werd ingeschreven op naam van Autogiro Import BV, gevestigd aan de Coolsingel 131 in Rotterdam (later in Hilllegersberg). Eigenaar van het bedrijf was H.J. van der Velden, een handelaar in vliegtuigen die destijds ook wel voor Koolhoven werkte. De PH-HHH was een welgeziene gast op allerlei evenementen. Het toestel werd ook gedemonstreerd aan de luchtmacht, maar er werd geen bestelling geplaatst. Op 8 juli 1936, tijdens een demonstratievlucht voor de luchtmacht op Soesterberg, kwam de PH-HHH in de problemen toen het in een neerwaartse luchtstroom kwam vlak na de start. Vlieger Schmidt Crans wist het toestel tussen twee geparkeerde bussen door te sturen. Gelukkig bleef iedereen ongedeerd, maar de PH-HHH moest terug naar de fabriek voor reparatie, hetgeen pas in 1937 daadwerkelijk gebeurde. Omdat Autogiro Import inmiddels nog twee C.30A's naar Nederland had gehaald, bleef de PH-HHH uiteindelijk in Engeland en vond in 1941 het einde in dienst van de Engelse luchtmacht. Eén van de nieuwe C.30A's, de PH-ARA, kantelde al een dag na inschrijving op Waalhaven en raakte zwaar beschadigd. De tweede, PH-ASA, nam de taken van PH-HHH over, tot het in mei 1938 tijdens een start in Oostwold hoogspanningsleidingen raakte en zodanig beschadigd werd dat reparatie niet meer loonde. Dit betekende voorlopig ook het einde van de autogiro in Nederland. In 1962 schonk de Nederlandse sportvlieger K. Oberman een Cierva C.30A (gebouwd door AVRO) aan Aviodome (zoals Aviodrome destijds heette). Het toestel is in 1934 gebouwd, vloog bij de Noorse luchtmacht en daarna in Zweden als SE-AFI. Na een ongeluk in 1951 lag het toestel opgeslagen. Sinds 1962 is de machine dus in Nederland, en sinds kort, met enig gevoel voor historie, voorzien van kenmerk PH-HHH (de naam "Donna Dulcinea" ontbreekt helaas). Het toestel staat tentoongesteld in de museumhal. Hoewel de autogiro in Nederland slechts een bescheiden rol speelde, vormt de Cierva een bijzonder collectiestuk. Met de ontwikkeling van de helikopter verdween de autogiro geheel van het toneel, tot dat in de jaren 60 en 70 sportvliegers dit bijzondere vliegtuigtype herontdekten. Met Bensen als bekendste vertegenwoordiger zijn er sindsdien weer kleine autogiro's in de lucht, veelal te koop als bouwpakket. In Nederland is Richard van As al jaren actief met autogiro's; op vliegveld Midden Zeeland is inmiddels een tiental exemplaren aanwezig. Voor uitgebreide informatie over de beschreven ongevallen met PH-HHH, PH-ARA en PH-ASA: zie de website van Herman Dekker: http://www.hdekker.info/Nieuwe%20map/blad1.html bronnen: – Autogiro door Harm J. Hazewinkel (in luchtvaart historisch tijdschrift LUCHTVAARTKENNIS, no. 2, 1996, KNVvL afdeling Luchtvaartkennis) – Dutch Wrecks and Relics door Wim Zwakhals (Airnieuws, 1991) – Autogiro, the story of "the windmill plane" door George Townson (Aero Publishers, 1985) Guan de la Cierva De eerste Nederlandse Autogiro: Cierva C.30a PH-HHH (archief LuchtvaartKennis) De Cierva C.30a van Aviodrome, beschilderd als PH-HHH (Aviodrome, Lelystad, 24 juli 2010, foto: Arno Landewers)