p 3de Directie r o v in c i e L i m b u r g Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur Sectie 3.2.2 Ruimtelijke Ordening - Planning en Beleid De provincieraad van Limburg Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO), inzonderheid de artikelen 54 en 55 DRO, waaruit volgt dat de provincieraad voor welbepaalde materies stedenbouwkundige verordeningen kan vaststellen, o.m. om te zorgen voor de instandhouding, de stevigheid, de fraaiheid en de esthetische waarde van de bouwwerken, de installaties en hun omgeving en voor de maatregelen inzake het ruimtelijk begrenzen van de milieuhinder; Gelet op artikel 105, §4, 2° en 3° DRO, waarin wordt bepaald dat de geldigheidsduur van een stedenbouwkundige vergunning kan worden beperkt wanneer een grond gewoonlijk gebruikt, aangelegd of ingericht wordt voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt én wanneer het gaat om werken, handelingen en wijzigingen gedurende de periode die voorafgaat aan de oprichting van bouwwerken, aan de uitvoering van andere vergunningsplichtige werken of handelingen, of aan de verwezenlijking van de definitieve bestemming; Overwegende dat in de provincie Limburg jaarlijks enkele duizenden arbeidskrachten werken als seizoenarbeider in de land- en tuinbouwsector; dat het merendeel van die gelegenheidswerknemers hiervoor tijdelijk uit het buitenland overkomen; dat in principe de bedrijfsleider uit de land- en tuinbouwsector zelf moet instaan voor de huisvesting van de seizoenarbeiders die hij tewerkstelt; dat vaak deze mensen worden ondergebracht in woonunits, stacaravans, wooncontainers of andere verplaatsbare constructies geplaatst op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf; Overwegende dat dergelijke verplaatsbare constructies voor tijdelijke huisvesting vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, in het bijzonder onder de vergunningsplicht opgelegd in artikel 99, §1, 5°, c) DRO voor het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt; Gelet op de bevindingen van de rondetafelconferenties van 21 mei en 10 juli 2007, georganiseerd door de Vlaamse minister van Wonen Marino Keulen om tot een sluitende regeling te komen inzake de huisvesting van seizoenarbeiders; Gelet op de brief van 31 juli 2007 van de Vlaamse minister van Ruimtelijke ordening Dirk van Mechelen waarin gesteld wordt dat een provinciale stedenbouwkundige verordening op algemene wijze zou kunnen vastleggen dat tijdelijke vergunningen voor containerachtige huisvesting slechts mogelijk zijn tot een bepaalde einddatum en dat er een aantal regels kunnen worden vastgelegd voor deze vergunningen, o.m. over termijnen of m.b.t. het herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand; dat dergelijke regeling het grote voordeel heeft dat de hele sector weet waaraan zich te houden en dat er geen competitief nadeel zou ontstaan tussen een gemeente waar men iets soepeler omspringt met de decreetgeving en een andere die dat niet doet; Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / Overwegende dat de provincieraad dan ook een stedenbouwkundige verordening kan vaststellen en wenst vast te stellen waarbij de afgifte door de vergunningverlenende overheden van de stedenbouwkundige vergunningen voor het plaatsen van de hierboven vermelde verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de provincie Limburg beperkt wordt in de tijd en waarbij een maximale geldigheidsduur wordt opgelegd voor dergelijke tijdelijke vergunningen; dat deze voorschriften zijn ingegeven door de wens om te komen tot een over de hele provincie uniforme, duurzame en structurele stedenbouwkundige aanpak van de huisvestingsproblematiek voor seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector en om de esthetische en visuele hinder voor de omgeving uitgaande van dergelijke verplaatsbare constructies te beperken; dat met dit oogmerk dan ook wordt bepaald dat enkel tijdelijke vergunningen voor deze constructies voor tijdelijke huisvesting mogelijk zijn en dat de geldigheidsduur van deze vergunningen slechts kan lopen tot en met 1 december 2011; dat de tijdelijkheid van de vergunning gekoppeld is aan het voorlopige karakter van de constructies, in afwachting van een structurele oplossing van de uitbater voor de tijdelijke huisvesting van de seizoenarbeiders die hij tewerkstelt; dat een periode tot en met 1 december 2011 redelijk wordt geacht om de uitbaters in de landen tuinbouwsector de gelegenheid te geven een structurele oplossing te vinden voor deze tijdelijke huisvestingsnoden; dat daarnaast, voor de verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, voor heel de provincie Limburg een aantal stedenbouwkundige voorschriften worden bepaald m.b.t. de opstelling van de vermelde constructies (niet buiten een straal van 30 meter van de bestaande bedrijfsgebouwen), m.b.t. de stevigheid, fraaiheid en de esthetische waarde van deze constructies en m.b.t. een voldoende aantal verblijfsgelegenheden voor de seizoenarbeiders, teneinde eveneens in deze overgangsperiode de visuele en esthetische hinder te beperken, de belevingswaarde van de omgeving te respecteren en een minimum aan woonkwaliteit te garanderen; dat ten slotte de afgifte van de in de tijd beperkte vergunningen wordt gekoppeld aan het verplichte herstel in de oorspronkelijke toestand bij het verstrijken van de vergunde tijdsperiode en aan het bewerkstelligen door de uitbater van een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van de seizoenarbeiders die hij tewerkstelt; dat deze oplossing, die de huidige provinciale verordening beoogt, o.m. kan bestaan in de verbouwing, uitbreiding of het gebruik van bestaande gebouwen van het landbouwbedrijf met het oog op de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, de bouw van permanente en duurzame inrichtingen met dit oogmerk, of het buiten het bedrijf in de daartoe bestemde zones aanbieden of ter beschikking stellen van kwaliteitsvolle en duurzame verblijfsgelegenheden; dat het verbouwen, uitbreiden of gebruiken van bestaande gebouwen hierbij de voorkeur geniet; dat in ieder geval de structurele oplossing erin bestaat een duurzame, kwaliteitsvolle en stedenbouwkundig aanvaardbare verblijfaccommodatie aan te bieden voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders; dat bij de aanvraag voor de tijdelijke vergunning van de verplaatsbare constructies voor tijdelijke huisvesting dan ook een verklaring moet worden bijgevoegd, ondertekend door de uitbater, waarin deze aangeeft op welke wijze en binnen welke termijn hij zich ertoe verbindt deze structurele oplossing te realiseren; Overwegende dat de provincieraad erop wijst dat de overeenkomstig deze stedenbouwkundige verordening toegekende stedenbouwkundige vergunningen in ieder geval in overeenstemming moeten zijn met de bestemmingsvoorschriften van de dan geldende plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het ruimtelijk structuurplan van de provincie Limburg, zoals definitief vastgesteld bij een besluit van 18 september 2002 van de provincieraad en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 februari 2003; Gelet op het besluit van 25 oktober 2007 van de deputatie van de provincie Limburg waarbij een ontwerp van provinciale stedenbouwkundige verordening over tijdelijke huisvesting seizoenarbeid werd vastgesteld; Gelet op het advies van 28 november 2007 van de gewestelijk planologisch ambtenaar m.b.t. het door de deputatie vastgestelde ontwerp; Gelet op het advies van 5 december 2007 van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening (PROCORO); Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, zoals gewijzigd; Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet; BESLUIT Enig Artikel Bij toepassing van artikel 55 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening wordt de hiernavolgende stedenbouwkundige verordening vastgesteld. Stedenbouwkundige verordening m.b.t. de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de provincie Limburg HOOFDSTUK 1 VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Voorwerp Deze verordening regelt de tijdelijke vergunbaarheid van het plaatsen van verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector en bepaalt de stedenbouwkundige voorschriften hiervoor. Deze verordening stelt ook een maximale vergunningsduur vast voor deze tijdelijke vergunningen met het oog op het bewerkstelligen van een structurele ruimtelijke oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders. Onder verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders worden o.m. verstaan woonunits, stacaravans, wooncontainers en alle andere constructies die verplaatsbaar zijn en die bedoeld en bestemd zijn om bij gelegenheid te worden gebruikt voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders. Artikel 2 Toepassingsgebied Deze stedenbouwkundige verordening is van toepassing op het grondgebied van de provincie Limburg, ongeacht de algemene bestemming van de percelen volgens de geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen. Artikel 3 Tijdelijke huisvesting Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector is slechts mogelijk voor een periode van maximaal 8 maanden per jaar. Artikel 4 Relatie met andere plannen §1 De voorschriften van deze stedenbouwkundige verordening doen geen afbreuk aan de geldende bestemmingsvoorschriften van de plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen. §2 De voorschriften van deze verordening gelden niet bij andersluidende voorschriften m.b.t. tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in provinciale of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en bijzondere plannen van aanleg. HOOFDSTUK 2 TIJDELIJKE VERGUNBAARHEID Artikel 5 Tijdelijke vergunbaarheid van verplaatsbare constructies §1 Voor het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van gronden voor het plaatsen van verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders kan enkel een in de tijd beperkte stedenbouwkundige vergunning worden afgegeven, overeenkomstig artikel 105, §4, 2° en 3° DRO. De geldigheidsduur van de vergunning moet uitdrukkelijk worden opgenomen in de vergunning. §2 In de tijdelijke vergunning voor de verplaatsbare constructies moet worden opgenomen voor welke periode van maximaal 8 maanden per jaar deze zullen worden gebruikt voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders. Bij de vergunningsaanvraag moet deze periode worden aangegeven. Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / Artikel 6 Maximale geldigheidsduur van de vergunningen §1 De vergunningen voor de verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting kunnen maximaal geldig zijn tot en met 1 december 2011. §2 Na deze datum kunnen geen vergunningen meer worden toegekend voor verplaatsbare constructies voor tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector. Artikel 7 Herstel in de oorspronkelijke staat Na afloop van de geldigheidsduur van de vergunning voor de verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders moeten de constructies worden verwijderd en de gronden worden hersteld in de oorspronkelijke toestand, tenzij de aanleg of inrichting van de gronden deel uitmaakt van de overeenkomstig art. 11 vermelde structurele oplossing. HOOFDSTUK 3 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VER¨PLAATSBARE CONSTRUCTIES Artikel 8 Locatie De verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders moeten zich bevinden in de onmiddellijke omgeving van de bedrijfsgebouwen, d.w.z. binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van de gebouwen noodzakelijk voor het bedrijf, m.i.v. de woning van de uitbater. Artikel 9 Aantal verblijfsgelegenheden De constructies moeten een voldoende aantal verblijfsgelegenheden bevatten voor de tijdelijke huisvesting van de seizoenarbeiders, in verhouding tot het gemiddelde aantal per jaar tewerkgestelde seizoenarbeiders in het land- of tuinbouwbedrijf. Artikel 10 Esthetische voorwaarden De constructies mogen niet zijn uitgevoerd of afgewerkt met minderwaardige en niet-passende materialen, zoals o.m. plastic planchetten, kunststof golfplaten en houtspaanplaten. Bij de buitenafwerking mogen geen opvallende, niet in de omgeving passende kleuren worden gebruikt. Er mag geen reclame worden aangebracht op of aan deze constructies. De grond waarop de constructies worden geplaatst moet minimaal aangelegd worden met verhardingen van de toegangspaden en de paden naar de eventuele afzonderlijke sanitaire ruimtes of voorzieningen. HOOFDSTUK 4 STRUCTUELE OPLOSSING VOOR DE TIJDELIJKE HUISVESTING Artikel 11 Verklaring van de uitbater §1 Bij de aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders moet een verklaring worden bijgevoegd, ondertekend door de uitbater van het land- of tuinbouwbedrijf, waarin deze aangeeft welke structurele oplossing hij zal realiseren vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning, overeenkomstig het model van deze verklaring dat als bijlage wordt gevoegd. §2 Een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector wordt gerealiseerd door het gebruiken, aanbieden of ter beschikking stellen van een duurzame, kwaliteitsvolle en stedenbouwkundig aanvaardbare en vergunbare verblijfaccommodatie voor deze tijdelijke huisvesting, zonder gebruik te maken van verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting. Deze structurele oplossing kan onder meer bestaan in: 1. de verbouwing, uitbreiding of het gebruik van de bestaande gebouwen of de woning van de uitbater met het oog op de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders; deze oplossing moet bij voorkeur worden gerealiseerd. Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / 2. 3. de bouw van permanente en duurzame gebouwen dienstig voor en aangepast aan de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf waar ze tewerkgesteld worden en voldoende geïntegreerd met de bestaande gebouwen; de keuze voor deze oplossing moet worden verduidelijkt op basis van een opgave van de bestaande gebouwen op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf, evenals hun gebruik het buiten de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf in de daartoe bestemde zones bouwen, aanbieden of ter beschikking stellen van kwaliteitsvolle verblijfsgelegenheden voor tijdelijke huisvesting, o.m. via verhuur van kamers of panden of via de collectieve oprichting van een goed landschappelijk ingekleed geheel van woonunits op een daarvoor bestemd terrein. §3 Een kopie van de ingevulde en ondertekende verklaring wordt door het gemeentebestuur ter informatie doorgestuurd naar de provincie. HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN Artikel 12 Relatie met gemeentelijke verordeningen De voorschriften van deze verordening hebben voorrang op de bestaande gemeentelijke verordeningen. De gemeenten brengen hun gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, wanneer deze er mee in tegenspraak is, binnen een termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van deze provinciale verordening. Artikel 13 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de tiende dag die volgt op de dag waarin zij, samen met de goedkeuringsbeslissing van de Vlaamse regering, in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Hasselt d.d. 2008-03-19 De provinciegriffier, De voorzitter, Renata Camps Jos Claessens Nota: Minuut: Afschriften: De provinciegriffier, get. Renata Camps De voorzitter, get. Jos Claessens Voor eensluidend afschrift Renata Camps Provinciegriffier Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / Bijlage Verklaring m.b.t. de structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector Gegevens van het perceel grond voor de tijdelijke vergunning voor de verplaatsbare constructies 1° Vul hieronder de gegevens van het gebouw en / of grond in. straat en nummer gebouwen bedrijf postnummer en gemeente ……………………………………………………. ……………………………………………………. kadastrale gegevens m.b.t. perceel grond sectie nr. of nrs. ………………………… ………………………… afdeling ………………… bestemming volgens geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijv. agrarisch gebied) ……………………………………………………. ……………………………………………………. 2° Vul de onderstaande verklaring in. Als de aanvrager niet de eigenaar van het gebouw en/of het perceel grond is, moet de eigenaar eveneens deze verklaring ondertekenen. Ik ben ervan op de hoogte dat slechts een tijdelijke vergunning, overeenkomstig de bepalingen van de provinciale verordening, kan worden afgegeven, in afwachting van het realiseren van een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders. Ik verbind er mij toe de nodige inspanningen te doen om vóór de einddatum van de vergunning een dergelijke oplossing te realiseren. Mijn geplande structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting bestaat in: - de verbouwing, uitbreiding of het gebruik van de bestaande gebouwen van het land- of tuinbouwbedrijf of de woning van de uitbater (deze oplossing moet bij voorkeur worden gerealiseerd) kadastrale gegevens m.b.t. bestaande gebouw(en) afdeling ………………… omschrijving ligging en huidige functie van bestaande gebouw(en) (bijv. stal, leegstaand gebouw, …) precisering uit te voeren werken aan bestaande gebouw(en) toelichting m.b.t. de ruimtelijke inpasbaarheid van de werken in de onmiddellijke omgeving Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / sectie nr. of nrs. ………………………… ………………………… ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. - een nieuw gebouw voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf en voldoende geïntegreerd met de bestaande gebouwen kadastrale gegevens m.b.t. perceel voor nieuwbouw afdeling ………………… sectie nr. of nrs. ………………………… ………………………… bestemming volgens geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijv. agrarisch gebied) geldende gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen ……………………………………………………. ……………………………………………………. opgave van redenen waarom wordt gekozen voor nieuw gebouw (met opgave van de bestaande gebouwen op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf, evenals hun gebruik ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. omschrijving concept, ligging en indeling nieuw gebouw en relatie tot bestaande gebouw(en) toelichting m.b.t. de ruimtelijke inpasbaarheid van het nieuw gebouw in de onmiddellijke omgeving - ……………………………………………………. ……………………………………………………. tijdelijke verblijfsgelegenheden in een gebouw in woongebied (al dan niet met landelijk karakter) of in andere bestemmingszones die meergezinswoningen toelaten (volgens plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen) straat en nummer gebouw(en) postnummer en gemeente ……………………………………………………. ……………………………………………………. kadastrale gegevens m.b.t. gebouwen sectie nr. of nrs. ………………………… ………………………… afdeling ………………… bestemming volgens geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijv. woongebied) geldende gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. toelichting bij wijze van ter beschikking stellen van verblijfsgelegenheden - ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. de collectieve oprichting van een goed landschappelijk ingekleed geheel van woonunits op een daarvoor bestemd terrein straat en nummer postnummer en gemeente kadastrale gegevens m.b.t. bedoelde terrein ……………………………………………………. ……………………………………………………. afdeling ………………… sectie nr. of nrs. ………………………… ………………………… bestemming terrein volgens geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geldende gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. omschrijving concept, ligging en indeling geheel van woonunits en verduidelijking van collectief karakter ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. ……………………………………………………. toelichting m.b.t. de ruimtelijke inpasbaarheid in de onmiddellijke omgeving Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen / - ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… (ander voorstel van structurele oplossing voor tijdelijke huisvesting) Deze structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting voor seizoenarbeiders zal worden gerealiseerd tegen ……………………. (uiterlijk vóór 1 december 2011). Het invullen van deze verklaring biedt geen zekerheid dat de nodige stedenbouwkundige vergunning(en) voor de structurele oplossing zal worden toegekend. De vergunningverlenende overheid zal iedere aanvraag toetsen aan de geldende voorschriften en aan de vereiste van een goede ruimtelijke ordening. plaats datum handtekening voornaam en achternaam aanvrager plaats datum handtekening voornaam en achternaam van de eigenaar dag…maand…….jaar….. dag…maand……..jaar…. . Een kopie van de ingevulde en ondertekende verklaring wordt door het gemeentebestuur ter informatie doorgestuurd naar de provincie De gegevens die u meedeelt, kunnen worden opgeslagen in een of meerdere bestanden. Deze bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond waarop de aanvraag betrekking heeft is gelegen, en ook bij de Vlaamse administratie bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om kennis te nemen van uw gegevens in deze bestanden en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. Kenmerk 023.02.20 Dossier huisvesting seizoenarbeiders Bijlagen /