prov in cie Limburg

advertisement
p
3de Directie
r
o v in c i e L i m b u r g
Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur
Sectie 3.2.2
Ruimtelijke Ordening - Planning en Beleid
De provincieraad van Limburg
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO), inzonderheid de
artikelen 54 en 55 DRO, waaruit volgt dat de provincieraad voor welbepaalde materies stedenbouwkundige
verordeningen kan vaststellen, o.m. om te zorgen voor de instandhouding, de stevigheid, de fraaiheid en de
esthetische waarde van de bouwwerken, de installaties en hun omgeving en voor de maatregelen inzake het
ruimtelijk begrenzen van de milieuhinder;
Gelet op artikel 105, §4, 2° en 3° DRO, waarin wordt bepaald dat de geldigheidsduur van een stedenbouwkundige
vergunning kan worden beperkt wanneer een grond gewoonlijk gebruikt, aangelegd of ingericht wordt voor het
plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt én wanneer het
gaat om werken, handelingen en wijzigingen gedurende de periode die voorafgaat aan de oprichting van
bouwwerken, aan de uitvoering van andere vergunningsplichtige werken of handelingen, of aan de verwezenlijking
van de definitieve bestemming;
Overwegende dat in de provincie Limburg jaarlijks enkele duizenden arbeidskrachten werken als
seizoenarbeider in de land- en tuinbouwsector; dat het merendeel van die gelegenheidswerknemers
hiervoor tijdelijk uit het buitenland overkomen; dat in principe de bedrijfsleider uit de land- en
tuinbouwsector zelf moet instaan voor de huisvesting van de seizoenarbeiders die hij tewerkstelt; dat vaak
deze mensen worden ondergebracht in woonunits, stacaravans, wooncontainers of andere verplaatsbare
constructies geplaatst op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf;
Overwegende dat dergelijke verplaatsbare constructies voor tijdelijke huisvesting vallen onder het
toepassingsgebied van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening,
in het bijzonder onder de vergunningsplicht opgelegd in artikel 99, §1, 5°, c) DRO voor het gewoonlijk
gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare
inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt;
Gelet op de bevindingen van de rondetafelconferenties van 21 mei en 10 juli 2007, georganiseerd door de
Vlaamse minister van Wonen Marino Keulen om tot een sluitende regeling te komen inzake de huisvesting
van seizoenarbeiders;
Gelet op de brief van 31 juli 2007 van de Vlaamse minister van Ruimtelijke ordening Dirk van Mechelen
waarin gesteld wordt dat een provinciale stedenbouwkundige verordening op algemene wijze zou kunnen
vastleggen dat tijdelijke vergunningen voor containerachtige huisvesting slechts mogelijk zijn tot een
bepaalde einddatum en dat er een aantal regels kunnen worden vastgelegd voor deze vergunningen, o.m.
over termijnen of m.b.t. het herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand; dat dergelijke regeling het
grote voordeel heeft dat de hele sector weet waaraan zich te houden en dat er geen competitief nadeel zou
ontstaan tussen een gemeente waar men iets soepeler omspringt met de decreetgeving en een andere die
dat niet doet;
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
Overwegende dat de provincieraad dan ook een stedenbouwkundige verordening kan vaststellen en wenst
vast te stellen waarbij de afgifte door de vergunningverlenende overheden van de stedenbouwkundige
vergunningen voor het plaatsen van de hierboven vermelde verplaatsbare constructies voor de tijdelijke
huisvesting van seizoenarbeiders in de provincie Limburg beperkt wordt in de tijd en waarbij een maximale
geldigheidsduur wordt opgelegd voor dergelijke tijdelijke vergunningen;
dat deze voorschriften zijn ingegeven door de wens om te komen tot een over de hele provincie uniforme,
duurzame en structurele stedenbouwkundige aanpak van de huisvestingsproblematiek voor
seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector en om de esthetische en visuele hinder voor de omgeving
uitgaande van dergelijke verplaatsbare constructies te beperken; dat met dit oogmerk dan ook wordt
bepaald dat enkel tijdelijke vergunningen voor deze constructies voor tijdelijke huisvesting mogelijk zijn en
dat de geldigheidsduur van deze vergunningen slechts kan lopen tot en met 1 december 2011; dat de
tijdelijkheid van de vergunning gekoppeld is aan het voorlopige karakter van de constructies, in afwachting
van een structurele oplossing van de uitbater voor de tijdelijke huisvesting van de seizoenarbeiders die hij
tewerkstelt; dat een periode tot en met 1 december 2011 redelijk wordt geacht om de uitbaters in de landen tuinbouwsector de gelegenheid te geven een structurele oplossing te vinden voor deze tijdelijke
huisvestingsnoden;
dat daarnaast, voor de verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, voor
heel de provincie Limburg een aantal stedenbouwkundige voorschriften worden bepaald m.b.t. de
opstelling van de vermelde constructies (niet buiten een straal van 30 meter van de bestaande
bedrijfsgebouwen), m.b.t. de stevigheid, fraaiheid en de esthetische waarde van deze constructies en m.b.t.
een voldoende aantal verblijfsgelegenheden voor de seizoenarbeiders, teneinde eveneens in deze
overgangsperiode de visuele en esthetische hinder te beperken, de belevingswaarde van de omgeving te
respecteren en een minimum aan woonkwaliteit te garanderen;
dat ten slotte de afgifte van de in de tijd beperkte vergunningen wordt gekoppeld aan het verplichte herstel
in de oorspronkelijke toestand bij het verstrijken van de vergunde tijdsperiode en aan het bewerkstelligen
door de uitbater van een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van de seizoenarbeiders die hij
tewerkstelt; dat deze oplossing, die de huidige provinciale verordening beoogt, o.m. kan bestaan in de
verbouwing, uitbreiding of het gebruik van bestaande gebouwen van het landbouwbedrijf met het oog op
de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, de bouw van permanente en duurzame inrichtingen met dit
oogmerk, of het buiten het bedrijf in de daartoe bestemde zones aanbieden of ter beschikking stellen van
kwaliteitsvolle en duurzame verblijfsgelegenheden; dat het verbouwen, uitbreiden of gebruiken van
bestaande gebouwen hierbij de voorkeur geniet; dat in ieder geval de structurele oplossing erin bestaat een
duurzame, kwaliteitsvolle en stedenbouwkundig aanvaardbare verblijfaccommodatie aan te bieden voor de
tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders; dat bij de aanvraag voor de tijdelijke vergunning van de
verplaatsbare constructies voor tijdelijke huisvesting dan ook een verklaring moet worden bijgevoegd,
ondertekend door de uitbater, waarin deze aangeeft op welke wijze en binnen welke termijn hij zich ertoe
verbindt deze structurele oplossing te realiseren;
Overwegende dat de provincieraad erop wijst dat de overeenkomstig deze stedenbouwkundige
verordening toegekende stedenbouwkundige vergunningen in ieder geval in overeenstemming moeten zijn
met de bestemmingsvoorschriften van de dan geldende plannen van aanleg en ruimtelijke
uitvoeringsplannen;
Gelet op het ruimtelijk structuurplan van de provincie Limburg, zoals definitief vastgesteld bij een besluit van 18
september 2002 van de provincieraad en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 februari 2003;
Gelet op het besluit van 25 oktober 2007 van de deputatie van de provincie Limburg waarbij een ontwerp van
provinciale stedenbouwkundige verordening over tijdelijke huisvesting seizoenarbeid werd vastgesteld;
Gelet op het advies van 28 november 2007 van de gewestelijk planologisch ambtenaar m.b.t. het door de
deputatie vastgestelde ontwerp;
Gelet op het advies van 5 december 2007 van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening
(PROCORO);
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en
studentenkamers, zoals gewijzigd;
Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;
BESLUIT
Enig Artikel Bij toepassing van artikel 55 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de
ruimtelijke ordening wordt de hiernavolgende stedenbouwkundige verordening vastgesteld.
Stedenbouwkundige verordening m.b.t. de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders
in de provincie Limburg
HOOFDSTUK 1 VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1 Voorwerp
Deze verordening regelt de tijdelijke vergunbaarheid van het plaatsen van verplaatsbare constructies voor de
tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector en bepaalt de stedenbouwkundige
voorschriften hiervoor. Deze verordening stelt ook een maximale vergunningsduur vast voor deze tijdelijke
vergunningen met het oog op het bewerkstelligen van een structurele ruimtelijke oplossing voor de tijdelijke
huisvesting van seizoenarbeiders.
Onder verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders worden o.m. verstaan
woonunits, stacaravans, wooncontainers en alle andere constructies die verplaatsbaar zijn en die bedoeld en
bestemd zijn om bij gelegenheid te worden gebruikt voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders.
Artikel 2 Toepassingsgebied
Deze stedenbouwkundige verordening is van toepassing op het grondgebied van de provincie Limburg,
ongeacht de algemene bestemming van de percelen volgens de geldende plannen van aanleg of ruimtelijke
uitvoeringsplannen.
Artikel 3 Tijdelijke huisvesting
Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector is slechts mogelijk voor een
periode van maximaal 8 maanden per jaar.
Artikel 4 Relatie met andere plannen
§1 De voorschriften van deze stedenbouwkundige verordening doen geen afbreuk aan de geldende
bestemmingsvoorschriften van de plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen.
§2 De voorschriften van deze verordening gelden niet bij andersluidende voorschriften m.b.t. tijdelijke
huisvesting van seizoenarbeiders in provinciale of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en bijzondere
plannen van aanleg.
HOOFDSTUK 2 TIJDELIJKE VERGUNBAARHEID
Artikel 5 Tijdelijke vergunbaarheid van verplaatsbare constructies
§1 Voor het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van gronden voor het plaatsen van verplaatsbare
constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders kan enkel een in de tijd beperkte
stedenbouwkundige vergunning worden afgegeven, overeenkomstig artikel 105, §4, 2° en 3° DRO.
De geldigheidsduur van de vergunning moet uitdrukkelijk worden opgenomen in de vergunning.
§2 In de tijdelijke vergunning voor de verplaatsbare constructies moet worden opgenomen voor welke
periode van maximaal 8 maanden per jaar deze zullen worden gebruikt voor de tijdelijke huisvesting van
seizoenarbeiders. Bij de vergunningsaanvraag moet deze periode worden aangegeven.
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
Artikel 6 Maximale geldigheidsduur van de vergunningen
§1 De vergunningen voor de verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting kunnen
maximaal geldig zijn tot en met 1 december 2011.
§2 Na deze datum kunnen geen vergunningen meer worden toegekend voor verplaatsbare
constructies voor tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector.
Artikel 7 Herstel in de oorspronkelijke staat
Na afloop van de geldigheidsduur van de vergunning voor de verplaatsbare constructies voor de
tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders moeten de constructies worden verwijderd en de gronden
worden hersteld in de oorspronkelijke toestand, tenzij de aanleg of inrichting van de gronden deel
uitmaakt van de overeenkomstig art. 11 vermelde structurele oplossing.
HOOFDSTUK 3 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VER¨PLAATSBARE
CONSTRUCTIES
Artikel 8 Locatie
De verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders moeten zich bevinden in de
onmiddellijke omgeving van de bedrijfsgebouwen, d.w.z. binnen een straal van 30 meter van de uiterste
grenzen van de gebouwen noodzakelijk voor het bedrijf, m.i.v. de woning van de uitbater.
Artikel 9 Aantal verblijfsgelegenheden
De constructies moeten een voldoende aantal verblijfsgelegenheden bevatten voor de tijdelijke huisvesting
van de seizoenarbeiders, in verhouding tot het gemiddelde aantal per jaar tewerkgestelde seizoenarbeiders in
het land- of tuinbouwbedrijf.
Artikel 10 Esthetische voorwaarden
De constructies mogen niet zijn uitgevoerd of afgewerkt met minderwaardige en niet-passende materialen,
zoals o.m. plastic planchetten, kunststof golfplaten en houtspaanplaten.
Bij de buitenafwerking mogen geen opvallende, niet in de omgeving passende kleuren worden gebruikt. Er
mag geen reclame worden aangebracht op of aan deze constructies.
De grond waarop de constructies worden geplaatst moet minimaal aangelegd worden met verhardingen van
de toegangspaden en de paden naar de eventuele afzonderlijke sanitaire ruimtes of voorzieningen.
HOOFDSTUK 4 STRUCTUELE OPLOSSING VOOR DE TIJDELIJKE HUISVESTING
Artikel 11 Verklaring van de uitbater
§1 Bij de aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van verplaatsbare constructies voor de tijdelijke
huisvesting van seizoenarbeiders moet een verklaring worden bijgevoegd, ondertekend door de uitbater van
het land- of tuinbouwbedrijf, waarin deze aangeeft welke structurele oplossing hij zal realiseren vóór het
verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning, overeenkomstig het model van deze verklaring dat als
bijlage wordt gevoegd.
§2 Een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en
tuinbouwsector wordt gerealiseerd door het gebruiken, aanbieden of ter beschikking stellen van een
duurzame, kwaliteitsvolle en stedenbouwkundig aanvaardbare en vergunbare verblijfaccommodatie voor deze
tijdelijke huisvesting, zonder gebruik te maken van verplaatsbare constructies voor de tijdelijke huisvesting.
Deze structurele oplossing kan onder meer bestaan in:
1. de verbouwing, uitbreiding of het gebruik van de bestaande gebouwen of de woning van de
uitbater met het oog op de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders; deze oplossing moet bij
voorkeur worden gerealiseerd.
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
2.
3.
de bouw van permanente en duurzame gebouwen dienstig voor en aangepast aan de tijdelijke
huisvesting van seizoenarbeiders, op de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf waar ze
tewerkgesteld worden en voldoende geïntegreerd met de bestaande gebouwen; de keuze voor deze
oplossing moet worden verduidelijkt op basis van een opgave van de bestaande gebouwen op de
percelen van het land- of tuinbouwbedrijf, evenals hun gebruik
het buiten de percelen van het land- of tuinbouwbedrijf in de daartoe bestemde zones bouwen,
aanbieden of ter beschikking stellen van kwaliteitsvolle verblijfsgelegenheden voor tijdelijke
huisvesting, o.m. via verhuur van kamers of panden of via de collectieve oprichting van een goed
landschappelijk ingekleed geheel van woonunits op een daarvoor bestemd terrein.
§3 Een kopie van de ingevulde en ondertekende verklaring wordt door het gemeentebestuur ter informatie
doorgestuurd naar de provincie.
HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN
Artikel 12 Relatie met gemeentelijke verordeningen
De voorschriften van deze verordening hebben voorrang op de bestaande gemeentelijke verordeningen.
De gemeenten brengen hun gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, wanneer deze er mee in
tegenspraak is, binnen een termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van deze
provinciale verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de tiende dag die volgt op de dag waarin zij, samen met de
goedkeuringsbeslissing van de Vlaamse regering, in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Hasselt d.d. 2008-03-19
De provinciegriffier,
De voorzitter,
Renata Camps
Jos Claessens
Nota:
Minuut:
Afschriften:
De provinciegriffier,
get. Renata Camps
De voorzitter,
get. Jos Claessens
Voor eensluidend afschrift
Renata Camps
Provinciegriffier
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
Bijlage
Verklaring m.b.t. de structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders
in de land- en tuinbouwsector
Gegevens van het perceel grond voor de tijdelijke vergunning voor de verplaatsbare constructies
1° Vul hieronder de gegevens van het gebouw en / of grond in.
straat en nummer gebouwen bedrijf
postnummer en gemeente
…………………………………………………….
…………………………………………………….
kadastrale gegevens m.b.t.
perceel grond
sectie
nr. of nrs.
………………………… …………………………
afdeling
…………………
bestemming volgens geldende plannen van
aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijv.
agrarisch gebied)
…………………………………………………….
…………………………………………………….
2° Vul de onderstaande verklaring in.
Als de aanvrager niet de eigenaar van het gebouw en/of het perceel grond is, moet de eigenaar eveneens deze
verklaring ondertekenen.
Ik ben ervan op de hoogte dat slechts een tijdelijke vergunning, overeenkomstig de
bepalingen van de provinciale verordening, kan worden afgegeven, in afwachting van het
realiseren van een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders.
Ik verbind er mij toe de nodige inspanningen te doen om vóór de einddatum van de
vergunning een dergelijke oplossing te realiseren. Mijn geplande structurele oplossing voor
de tijdelijke huisvesting bestaat in:
-
de verbouwing, uitbreiding of het gebruik van de bestaande gebouwen van het land- of tuinbouwbedrijf of de
woning van de uitbater (deze oplossing moet bij voorkeur worden gerealiseerd)
kadastrale gegevens m.b.t.
bestaande gebouw(en)
afdeling
…………………
omschrijving ligging en huidige functie van
bestaande gebouw(en) (bijv. stal, leegstaand
gebouw, …)
precisering uit te voeren werken aan bestaande
gebouw(en)
toelichting m.b.t. de ruimtelijke inpasbaarheid
van de werken in de onmiddellijke omgeving
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
sectie
nr. of nrs.
………………………… …………………………
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
-
een nieuw gebouw voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders op de percelen van het land- of
tuinbouwbedrijf en voldoende geïntegreerd met de bestaande gebouwen
kadastrale gegevens m.b.t.
perceel voor nieuwbouw
afdeling
…………………
sectie
nr. of nrs.
………………………… …………………………
bestemming volgens geldende plannen van
aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijv.
agrarisch gebied)
geldende gemeentelijke stedenbouwkundige
verordeningen
…………………………………………………….
…………………………………………………….
opgave van redenen waarom wordt gekozen
voor nieuw gebouw (met opgave van de
bestaande gebouwen op de percelen van het
land- of tuinbouwbedrijf, evenals hun gebruik
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
omschrijving concept, ligging en indeling
nieuw gebouw en relatie tot bestaande
gebouw(en)
toelichting m.b.t. de ruimtelijke inpasbaarheid
van het nieuw gebouw in de onmiddellijke
omgeving
-
…………………………………………………….
…………………………………………………….
tijdelijke verblijfsgelegenheden in een gebouw in woongebied (al dan niet met landelijk karakter) of in andere
bestemmingszones die meergezinswoningen toelaten (volgens plannen van aanleg en ruimtelijke
uitvoeringsplannen)
straat en nummer gebouw(en)
postnummer en gemeente
…………………………………………………….
…………………………………………………….
kadastrale gegevens m.b.t.
gebouwen
sectie
nr. of nrs.
………………………… …………………………
afdeling
…………………
bestemming volgens geldende plannen van
aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen (bijv.
woongebied)
geldende gemeentelijke stedenbouwkundige
verordeningen
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
toelichting bij wijze van ter beschikking stellen
van verblijfsgelegenheden
-
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
de collectieve oprichting van een goed landschappelijk ingekleed geheel van woonunits op een daarvoor
bestemd terrein
straat en nummer
postnummer en gemeente
kadastrale gegevens m.b.t.
bedoelde terrein
…………………………………………………….
…………………………………………………….
afdeling
…………………
sectie
nr. of nrs.
………………………… …………………………
bestemming terrein volgens geldende plannen
van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen
geldende gemeentelijke stedenbouwkundige
verordeningen
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
omschrijving concept, ligging en indeling
geheel van woonunits en verduidelijking van
collectief karakter
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
…………………………………………………….
toelichting m.b.t. de ruimtelijke inpasbaarheid
in de onmiddellijke omgeving
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
-
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
(ander voorstel van structurele oplossing voor tijdelijke huisvesting)
Deze structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting voor seizoenarbeiders zal worden gerealiseerd tegen
……………………. (uiterlijk vóór 1 december 2011).
Het invullen van deze verklaring biedt geen zekerheid dat de nodige stedenbouwkundige vergunning(en) voor de
structurele oplossing zal worden toegekend. De vergunningverlenende overheid zal iedere aanvraag toetsen aan de
geldende voorschriften en aan de vereiste van een goede ruimtelijke ordening.
plaats
datum
handtekening
voornaam en achternaam aanvrager
plaats
datum
handtekening
voornaam en achternaam van de eigenaar
dag…maand…….jaar…..
dag…maand……..jaar…. .
Een kopie van de ingevulde en ondertekende verklaring wordt door het gemeentebestuur ter informatie
doorgestuurd naar de provincie
De gegevens die u meedeelt, kunnen worden opgeslagen in een of meerdere bestanden. Deze bestanden kunnen
zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond waarop de aanvraag
betrekking heeft is gelegen, en ook bij de Vlaamse administratie bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening. Ze worden
gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken
en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om kennis te nemen van uw gegevens in deze bestanden
en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Kenmerk
023.02.20
Dossier
huisvesting seizoenarbeiders
Bijlagen
/
Download