Samenvatting Recht

advertisement
Samenvatting Recht
Toegepaste Psychologie
Ulrike
25-3-2013
Samenvatting Recht 2013
Inhoudstafel
Deel I: Inleiding tot het recht en grondwettelijk recht
Hoofdstuk 1: Begripsomschrijving van het recht…………………………………………………………………………………2
Hoofdstuk 2: Indelingen van het recht…………………………………………………………………………………………….2-3
Hoofdstuk 3: Bronnen van het recht………………………………………………………………………………………………..3-8
Deel II: Strafrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding………………………………………………………………………………………………………………………..8
Hoofdstuk 2: Het misdrijf………………………………………………………………………………………………………………8-10
Hoofdstuk 3: De straf…………………………………………………………………………………………………………………..10-11
Hoofdstuk 4: Het strafrechtbedelingssysteem…………………………………………………………………………….11-20
Deel III: Jeugdrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding in het jeugdrecht……………………………………………………………………………………..20-28
Deel IV: Sociaal recht
Hoofdstuk 1: De arbeidsovereenkomsten……………………………………………………………………………………28-43
Deel V: Burgerlijk recht
Hoofdstuk 1: Personen- en familierecht………………………………………………………………………………………43-45
Hoofdstuk 2: Verbintenisrecht…………………………………………………………………………………………………….45-49
Deel VI: Gastcolleges
Hoofdstuk 1: Justitiehuis …………………………………………………………………………………………………………….49-54
Hoofdstuk 2: Jeugdrecht……………………………………………………………………………………………………………..54-57
Ulrike Lorent
1
Samenvatting Recht 2013
Deel 1: Inleiding tot het recht en grondwettelijk recht
Hoofdstuk 1: Begripsomschrijving van het recht
Definitie
Recht is een geheel van regels, opgesteld, minstens bekrachtigd door de samenleving, met als
doelstelling de ordening van de maatschappij en de afdwingbaarheid. Er zijn 3 soorten regels:
1) Regels van openbare orde: Dit zijn regels met de hoogste verplichting. Hier zijn partijen aan
gebonden die niet kunnen afwijken van deze regels. Deze regels raken de essentiële
belangen van de staat en overstijgen de private belangen.
2) Regels van dwingend recht: worden uitgevoerd ter bescherming van een bepaalde groep
personen die de wetgever beschermen wil, en alleen de beschermde persoon kan afstand
doen van de rechtsbescherming.
3) Regels van aanvullend recht: Regels waar partijen vrij van kunnen afwijken, maar van
toepassing zijn wanneer partijen niets anders zijn overeengekomen.
Hoofdstuk 2: Indelingen van het recht
Nationaal recht
Het nationaal recht zijn alle regels die uitgevaardigd worden door een bevoegde politieke instelling.
Het nationaal recht kan onderverdeeld worden in:
1) Privaat recht: regelt in de eerste plaats de verhouding tussen de burgers onderling door hun
subjectieve rechten te bepalen. Het privaat recht kan nog onderverdeeld worden in het:
1. Burgerlijk recht: omvat de meest elementaire verhoudingen tussen burgers.
2. Handelsrecht: regelt het statuut van de handelaren en de commerciële activiteiten.
 Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de objectieve en subjectieve
daden van koophandel.
 objectief: uitgifte van een check of wisselbrief, bank- of
verzekeringsoperatie.
 Subjectief: Alle handelingen die gesteld worden door handelaars in
verband met hun bedrijf.
3. Sociaal recht:
a) Arbeidsrecht:

Individueel: regelt de verhouding tussen de werkgever en de werknemer die
arbeid presteert in ondergebracht verband.

Collectief: wordt tot stand gebracht door werkgevers- en
werknemersorganisaties.
b) Sociaal zekerheidsrecht: regelt de verplichte sociale verzekeringen voor werknemers
en zelfstandigen.
4. Het privaat rechterlijke procesrecht of het gerechtelijk privaatrecht: regelt de inrichting
en de bevoegdheid van de rechtbanken, en dat regelt het verloop van een proces. Deze
regels vind je terug in het gerechtelijk wetboek.
2) Publiek recht: omvat regels m.b.t. de bevoegdheid en de samenstelling van de
overheidsorganen en de regels m.b.t. de verhoudingen van burger en overheid.
1. Grondwettelijk recht: regelt alles wat in de grondwet geregeld wordt.
2. Administratief recht: regelt de inrichting en werking van de administratie.
3. Fiscaal recht: bepaalt hoe overheidsinkomsten worden gevormd en geïnd.
Ulrike Lorent
2
Samenvatting Recht 2013
4. Strafrecht: bepaalt welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen daarop van
toepassing zijn.
5. Strafprocesrecht (strafvorderingsrecht): regelt de inrichting en bevoegdheid van de
strafrechtscolleges.
Grensoverschrijdend recht (Internationaal recht)
Het internationaal recht zijn regels die uitgevaardigd worden door internationale of supranationale
politieke instellingen en kunnen als volgend ingedeeld worden:
1) Internationaal privaatrecht: heeft tot doel om uit te maken welke nationale wetgeving van
toepassing is op een rechtsverhouding waarin elementen voorkomen uit verschillende
landen.
2) Internationaal publiek recht of volkenrecht & internationaal strafrecht: regelt de
betrekkingen tussen de staten onderling, en tussen de staten & internationale instellingen.
Hoofdstuk 3: Bronnen van het recht
Gewoonterecht
Het gewoonterecht is een geheel van regels die ontstaan zijn uit een langdurig, constant en uniform
gebruik door de gemeenschap of door een bepaalde bevolkingsgroep, gevolgd met een
rechtsovertuiging. Het gewoonterecht bestaat uit een:
-
Materieel bestanddeel: Feitelijk gebruik. Aan dit bestanddeel zijn voorwaarden gekoppeld:
 De regel dient voor een algemeen geldend gebruik, d.w.z. dat de meerderheid van de
mensen de regel moet navolgen.
 De regel moet duurzaam zijn.
 De regel moet onafgebroken zijn.
 De regel moet gelijksoortig/bestendig zijn, d.w.z. dat men geen tegenstrijdige handelingen
mag uitvoeren.
- Psychologisch element: Rechtsovertuiging. Het psychologische element staat voor het weten
en aanvoelen dat men bepaalde normen moet naleven. De mens moet geloof hebben in het
dwingend karakter van de regel.
Er zijn verschillende categorieën van gewoonten: Er zijn gewoonten die ervoor zorgen dat ze voor
een bepaalde groep tellen, en gewoonten die voor alle groepen tellen. Deze gewoonten kunnen al
dan niet neergeschreven zijn.
Wetten
Begrip wet
De taak van de wetgevende macht is het maken van wetten, terwijl de uitvoerende macht deze
wetten moeten uitvoeren en de rechterlijke macht moet de verstoringen van de wet wegwerken. Je
kan de wet op volgende manier indelen:
Ulrike Lorent
3
Samenvatting Recht 2013
-
-
Wet in materiele zin: Verzamelnaam van alle rechtsregels van eender welke aard,
uitgevaardigd door een orgaan dat de bevoegdheid heeft om rechte en verplichtingen van de
burgers te bepalen en desnoods te begrenzen.
Wet in formele zin: Beslissing van de federale wetgevende macht dat tot stand gekomen is
volgens de vereiste procedure, ook wanneer ze geen algemeen bindende norm inhoudt.
Formele verschijningsvormen van de wet
Grondwetgevende macht
Fundamentele wet die de inrichting en structuren van onze samenleving als inhoud heeft en de
fundamentele rechten en vrijheden van zijn bewoners.
Wetgevende macht
-
Federale wetgevende macht: wordt tot stand gebracht door de koning of kamer van
volksvertegenwoordigers en senaat. Hoe komt dan een wet tot stand?

Koning (Wetsontwerp): Er wordt een voorontwerp voorgelegd ter advies aan de
afdeling wetgeving van de raad van state.

Kamer van volksvertegenwoordigers of senaat (Wetsvoorstel): moet alleen maar aan
de afdeling wetgeving van de raad van state worden voorgelegd als maar 1/3de van
de kamer of het senaat het heeft gevraagd.

Dan wordt de tekst besproken in de commissies van de kamer of senaat.
 Positieve stemming: Volledige kamer/senaat.
 Eens gestemd heeft men nog de goedkeuring van de koning nodig. Dit wordt
bekrachtiging genoemd.
 De koning moet dan de nieuwe wet bekend maken en afkondigen. Dat
afkondigen gebeurt 10 dagen na de bekendmaking van de nieuwe wet via een
publicatie in het Belgisch staatsblad.
 De nieuwe wet wordt uitgevoerd.

De raad van state is een instelling die in België is opgericht en uit 2 grote delen
bestaat:
I)
Administratie: Rechtbank voor bepaalde procedures.
II)
Wetgeving: Kijken naar een wetsontwerp of –voorstel met een vergrootglas.
- Gemeenschapsraden: Een gemeenschap is een bevolkingsgroep die dezelfde taal spreekt.

Vlaamse gemeenschap: Vlaams Parlement & Vlaamse regering.

Franse gemeenschap: Franse gemeenschapsraad en Franse gemeenschapsregering.

Duitstalige gemeenschap: Duitse gemeenschapsraad en Duitse
gemeenschapsregering.
- Gewestraden:

Vlaams gewest: Vlaams Parlement & Vlaamse regering.

Waals gewest: Waalse gewestraad & Waalse gewestregering.

Brussels (Hoofdstedelijk) gewest: Brusselse Hoofdstedelijke Raad & Brusselse
Hoofdstedelijke regering.
 Opmerking: Brussel is een apart gewest met zijn eigen gemeenschap, het Waals gewest en
Franse gemeenschap heeft een eigen regering en parlement. Brussel Hoofdstedelijk gewest
heeft deze ook, maar is niet vergelijkbaar.
- Commissies:

Vlaamse gemeenschapscommissie: Instellingen die bevoegd zijn voor de
aangelegenheden van de Vlaamse gemeenschap en van de Vlaamse gemeenschap
van Brussel Hoofdstad.
Ulrike Lorent
4
Samenvatting Recht 2013


Waalse gemeenschapscommissie: Instelling die bevoegd is voor de aangelegenheden
van de Franse gemeenschap en de Franse gemeenschap van Brussel Hoofdstad.
Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie: Instelling die bevoegd is voor de
aangelegenheden van de beide gemeenschappen van Brussel Hoofdstad.
Uitvoerende macht (Koning + Ministers)
-
-
Federale regering:

De koning is lid van de wetgevende macht en het hoofd van de uitvoerende macht.
De koning is politiek onverantwoordelijk en onschendbaar. Met onschendbaar wordt
bedoeld dat de koning altijd gedekt wordt door ministers bij politieke handelingen.
Ook kan de koning juridisch niet gedagvaard worden.

De federale regering bestaat uit 15 ministers, incl. de 1ste minister en
staatssecretarissen.
o
De eerste minister is de woordvoerder van de regering en parlement.
o
Een minister is een volwaardig lid van de regering die een bepaald
departement beheert.
o
Staatssecretarissen beheren het departement niet zelfstandig, maar onder
het gezag van een minister.

Een ministerraad (=kabinetsraad) is het centrum van politieke besluitvorming. In deze
besluitvorming zitten 15 ministers die 1x/week samenkomen om dossiers te
bespreken en hier een consensus over te bereiken. Wanneer er toch een minister is
die niet akkoord is, heeft hij 2 keuzes, m.n. zich neerleggen bij de mening van
anderen of ontslag nemen.

Een regeringsraad is een vergadering van ministers en staatssecretarissen.
Gewest- en gemeenschapsregeringen: maken decreten en ordonnanties. Een decreet is een
wetgevende norm van gemeenschaps- en gewestraden, behalve wat betreft Brussel. Brussel
maakt geen decreten, maar ordonnanties. Gemeenschappen en gewesten doen zaken.
Wetgevende en uitvoerende machten van provincies & gemeenten
Raden en uitvoerende organen van provincies en gemeenten.
Besluitvormingen
-
Koninklijke besluiten: worden uitgevaardigd door de Koning (of een of meer ministers) en
wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Ministeriele besluiten: worden uitgevaardigd door de Minister en gepubliceerd in het
Belgisch staatsblad.
Besluiten van de gemeenschaps- en gewestregering zijn collegiaal, tenzij er een delegatie is
van bevoegdheden door afzonderlijke leden van de regering.
Uitvoeringsbesluiten: is een maatregel ter uitvoering van de wet. Hoe het in de praktijk
uitgevoerd moet worden.
Organieke besluiten: is een maatregel ter uitvoering van een openbare dienst.
Politiereglementen: is een maatregel ter handhaving van de openbare orde, veiligheid en
gezondheid.
Bevoegdheden
Wetgevende en uitvoerende macht
Ulrike Lorent
5
Samenvatting Recht 2013
-
-
Toegewezen bevoegdheden: Gemeenschappen en gewesten beschikken enkel over de
bevoegdheden die hen uitdrukkelijk worden toegewezen door de grondwet of wetten in
uitvoering van de grondwet.
Residuaire bevoegdheid (Restbevoegdheid): Bevoegdheden die niet uitdrukkelijk zijn
toegewezen en die toekomen aan de federale overheid en niet aan de gemeenschappen en
gewesten.
Federale overheid, gemeenschappen en gewesten
-
Federale overheid: is bevoegd voor zaken die haar door de grondwet of wetten in uitvoering
van de grondwet uitdrukkelijk zijn toegekend.
Gemeenschappen: zijn bevoegd voor zaken die uitdrukkelijk zijn toegewezen zoals o.m.
onderwijs en gezondheidsbeleid.
Gewesten: zijn bevoegd voor zaken die uitdrukkelijk zijn toegewezen zoals o.m. ruimtelijke
ordening en leefmilieu.
Raden en uitvoerende organen van de ondergeschikte gemeenschappen
-
Op provinciaal niveau: Provincieraad & bestendige deputatie.
Op gemeentelijk niveau: Gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen.
Internationale verdragen
Internationale verdragen zijn een belangrijke bron in het recht, o.w.v. de rechtstreekse werking: De
rechten & plichten worden rechtstreeks opgelegd aan de burgers, zonder dat ze moeten worden
goedgekeurd.
Hiërarchie van de rechtsnormen
Er zijn verschillende wetten, regels, decreten en ordonnanties die niet tegen elkaar mogen ingaan en
dus op een gelijke hoogte moeten staan binnen de hiërarchie. Er wordt voorrang gegeven aan de
hogere normen boven de lagere normen, waardoor deze tegenstrijdigheid wordt opgeheven.
Normen waartussen geen hiërarchie bestaat, maar bevoegdheidsverdeling geldt
Wanneer er een conflict is, moet men kijken bij wie de bevoegdheid ligt. Wanneer het conflict tot de
gemeenschap behoort moet er naar het decreet gekeken worden; ligt het conflict bij de federale
overheid, wordt er gekeken naar de wet.
Hiërarchie van de normen
-
Het internationaal en Europees recht hebben met rechtstreekse werking op het interne recht
voorrang.
De grondwet heeft voorrang op wetten, decreten en ordonnanties.
Wetten, decreten en ordonnanties hebben voorrang op besluiten en vorderingen van de
uitvoerende macht.
Wetten, decreten, ordonnanties en respectievelijke besluiten hebben voorrang op besluiten.
Vorderingen en plaatselijke reglementen van provincies & gemeenten.
De rechtspraak
Ulrike Lorent
6
Samenvatting Recht 2013
Soorten rechtspraak
-
-
Geschillenbeslechting: Men heeft geschil en wilt dit aan de rechter voorleggen. De ene wordt
dan verplicht aan de andere die daar recht op heeft. Er wordt een veroordeling aangevraagd
door de openbare aanklager of het Parket.
Oneigenlijke of willige rechtspraak: is een rechtspraak zonder dat er geschillen zijn tussen
partijen. Hierbij moeten formele stappen genomen worden waarbij de rechtbank moet
honoreren.
Rechtbanken
Je bij de rechtbank 2 soorten procedures doorlopen:
1) Burgerlijke procedure: is een procedure dien wordt doorgevoerd voor een burgerlijke
rechtbank.
2) Strafprocedure: is een procedure die door het OM voor een strafrechtbank wordt
doorgevoerd.
Daarnaast zijn er nog 2 bevoegdheden:
1) Territoriale bevoegdheid: is de bevoegdheid op een bepaald domein.
2) Materiele bevoegdheid: is de bevoegdheid voor een bepaald domein.
Dubbele aanleg: Je kan in hoger beroep gaan wanneer he niet akkoord gaat met je veroordeling. Je
proces wordt dan overgedaan.
De rechtscolleges van de rechterlijke macht
Hof van
Cassatie
Hof van
beroep
Rechtbank
van eerste
aanleg
Arbeidshof
Rechtbank van
koophandel
Vredegerecht
Arbeidsrechtbank
Politierechtbank
Grondwettelijk hof
Grondwettelijk hof
Administratieve rechtscolleges
Het administratief rechtscollege is enkel bevoegd om een uitspraak te doen over geschillen omtrent
politieke rechten en alleen voor zover zij door de wet uitdrukkelijk hiertoe bevoegd werden
verklaard.
Rechtscolleges van de Europese gemeenschappen
Ulrike Lorent
7
Samenvatting Recht 2013
Bv. Hof van Justitie in Luxemburg
Internationale rechtscolleges
Bv. Europees Hof van de Rechten van de Mens in Den Haag
Rechtsleer
Rechtsleer is een geheel van opvattingen van rechtsgeleerden die terug te vinden zijn in handboeken,
verzamelwerken, artikels, tijdschriften, … Het is voornamelijk een uitwerking van de criteria voor de
toepassing en uitlegging van andere rechtsbronnen en voornamelijk wetten.
Deel II: Strafrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het:
1) Materieel strafrecht: is een overzicht van de soorten misdrijven die er bestaan en de
bestraffing erop.
2) Strafprocesrecht: regelt het verloop van het strafproces.
Hoofdstuk 2: Het misdrijf
Indeling van de misdrijven
Er zijn 3 soorten van misdrijven:
1) Overtredingen: worden bestraft met een gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en/of met een
geldboete van €1 tot €25. Bij overtredingen wordt er dus een politiestraf uitgevoerd en hoort
dus bij de politierechtbank.
2) Wanbedrijven: worden bestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en/of met
een geldboete van €26 of meer. Wie een wanbedrijf pleegt krijgt een correctionele straf en
verschijnt dus voor de correctionele rechtbank.
3) Misdaden: worden bestraft met een gevangenisstraf van minstens 5 jaar tot aan levenslange
opsluiting. Hier wordt er dus een criminele straf opgelegd en behoort bij het Hof van Assisen.

De meeste misdrijven staan in het strafwetboek, maar sommigen misdrijven zal je in speciale
wetten terugvinden.
De kwalificatie
Het OM, dat de vervolging instelt. Gaat het strafbare feit vergelijken met de in het strafwetboek
voorziene omschrijving van het misdrijf. Er zijn misdrijven die gecorrectionaliseerd worden, dus
misdaden die beoordeeld worden als een wanbedrijf, omdat het Hof van Assisen anders te veel werk
heeft. In principe kan je alle gepleegde misdrijven vervolgen, met uitzondering van klachtmisdrijven.
Hierbij moet je eerst een klacht neerleggen vooraleer de dader vervolgd kan worden.
Bestanddelen van het misdrijf
Bij een misdrijf behoren 4 kenmerken:
1)
2)
3)
4)
Materieel: De menselijke gedraging is de oorzaak van de rechtelijke vervolging.
Wederrechtelijk: Het gedrag moet in tegenspraak zijn met het recht.
Zedelijk: De dader moet toerekeningsvatbaar zijn.
Strafwaardig: De wetgever moet de misdaad strafbaar stellen.
Ulrike Lorent
8
Samenvatting Recht 2013
Als een van deze vier kenmerken ontbreken, dan is er geen misdrijf. In dit geval spreken we dan van
rechtvaardigingsgronden of ontoerekenbaarheidsgronden.
Rechtvaardigingsgronden
Hierbij ontbreekt het wederrechtelijk bestanddeel.
-
-
Wettige zelfverdediging: De verdediging van een persoon tegen een wederrechtelijke
aanranding. De verdediging moet onmiddellijk noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot de
aanval.
Noodtoestand: De werkelijke nood, waarbij het beschermde belang een grotere waarde
heeft dan het opgeofferde belang. Het gaat hierom een toestand die zich vooral voordoet bij
rampen waarbij iedereen redt wat er te redden valt.
Ontoerekenbaarheidsgronden
Hierbij ontbreekt het zedelijk bestanddeel.
-
-
-
-
Krankzinnigheid: Er wordt een maatregel genomen ter beveiliging van de samenleving. Het
onderzoek wordt door psychiater geleid, die moeten bepalen of de dader
ontoerekeningsvatbaar is of niet. Wanneer de dader krankzinnig wordt verklaard, wordt hij
geïnterneerd (onbepaalde duur).
Overmacht: is een dwang die vreemd is aan de persoon van de dader, die van buitenaf op
hem inwerkt, op het ogenblik dat het misdrijf wordt gepleegd. Je vrije wil wordt
uitgeschakeld.
Dwaling:

Feitelijke dwaling: Onwetendheid omtrent een essentieel element van een misdrijf.

Rechtsdwaling: Indien een redelijk en voorzichtig mens in die specifieke situatie ook
zou gedwaald hebben.
Minderjarigheid: De strafrechtelijke meerderjarigheid is bepaald op 18 jaar. Tot op heden
blijven jongeren beneden 18 jaar schuldonbekwaam, ze worden niet gestraft. Er wordt wel
een beschermingsmaatregel opgelegd.
Hoofdstuk 3: De straf
Indeling van de straffen
-
Hoofdstraffen:

Criminele straffen: Levenslange opsluiting, opsluiting van 20-30jaar, van 15-20jaar,
van 10-15jaar en van 5 tot 10jaar. In 1996 is de doodstraf uit de wet gehaald. Het
werd wel al lang geen gebruik meer van gemaakt.

Correctionele straffen: Gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en/of geldboete vanaf
€26. Sinds 2002 is het ook mogelijk om een autonome straf, dus werkstraf in politieof correctionele zaken te krijgen. Als je een werkstraf wil aanvragen en uitvoeren
moet je aan volgende voorwaarden voldoen:
o De uitvoering moet binnen de 12u na de uitspraak va de rechter uitgevoerd
worden.
o De werkstraf moet minimum 20u duren en maximum 300u.
o De dader of zijn advocaat moet aanwezig zijn op de zitting.
o De werkstraf moet kosteloos uitgevoerd worden.
o De werkstraf moet in de vrije tijd uitgevoerd worden.
o De werkstraf moet verricht worden bij een vzw of een openbare dienst.
Ulrike Lorent
9
Samenvatting Recht 2013
-
-

Politiestraffen: Gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en/of geldboete van €1 tot €25.
Bijkomende straffen:

De geldboete: kan zowel een hoofdstraf als een bijkomende straf zijn. Er wordt
steeds een vervangende straf uitgesproken.

De bijzondere verbeurdverklaring: Bijzondere goederen, die het voorwerp van het
misdrijf uitmaken en die gediend hebben of bestemd waren voor het plegen van een
misdrijf, worden definitief eigendom van de staat.

De ontzetting uit (bepaalde) burgerlijke en politieke rechten: geldt alleen voor de
toekomst en begint slechts te lopen na het uitvoeren van de hoofdstraf.

Het verval van het recht tot sturen (Rijverbod): Het verval kan tijdelijk of definitief
zijn en slaat op alle of bepaalde categorieën van voertuigen.

Beroepsverbod: Uitzonderlijk is het ook mogelijk dat het verboden wordt om een
bepaald beroep uit te oefenen.
Andere gevolgen van straftoemeting:

Schadevergoeding: Wanneer n.a.v. een misdrijf ook schade wordt veroorzaakt, kan
de benadeelde zich burgerlijk partij stellen en schadevergoeding vorderen bij de
strafrechtbank.

Gerechtskosten: De ontvanger van Registratie en Domeinen is belast met de inning
van deze kosten.
Bijzondere criteria van de straftoemeting
-
Verzachtende omstandigheden: Feitenkwestie die door de rechter vrij wordt beoordeeld, de
straf komt onder het wettelijk minimum.
Verschoningsgronden:

Strafverminderende verschoningsgronden: Wettelijke voorziene verzachtende
omstandigheid . De strafverzachting is derhalve verplicht.

Strafuitsluitende verschoningsgronden: Beslissende verschoningsgronden, waarbij
het gepleegde misdrijf niet meer wordt gestraft.

Verzwarende omstandigheden: moeten uitdrukkelijk voorzien in de wet en mogen
niet afhangen van de appreciatie van de rechter.

Wettelijke herhaling: In geval er een nieuw misdrijf is gepleegd na de definitieve
veroordeling door een Belgische rechtbank.
Hoofdstuk 4: Het strafrechtsbedelingsysteem (Zie bijlage voor gastcolleges)
Het vooronderzoek
De politie
Doorgaans wordt een misdrijf geregistreerd door een proces - verbaal van politie ingeval de politie
het misdrijf zelf heeft vastgesteld, wanneer het slachtoffer klacht heeft ingediend of wanneer een
derde aangifte doet van misdrijf. Het P.V. wordt verzonden naar O.M.
Het Openbaar Ministerie
Het O.M. is verantwoordelijk voor het opsporen van misdrijven, het vervolgen van daders, het
vorderen van straffen en tenuitvoerlegging.
De Procureur des Konings mag zich laten leiden door opportuniteitsbeginsel (Het uitgangspunt dat
een officier van justitie zelf beslist of een strafbaar feit wordt vervolgd. Als de officier beslist om niet
te vervolgen dan kan een belanghebbende daarover een klacht indienen bij het gerechtshof met het
Ulrike Lorent
10
Samenvatting Recht 2013
verzoek alsnog opdracht te geven tot vervolging). en voor zover een vervolging geen bijdrage kan
leveren voor het algemeen belang staat het de procureur des Konings vrij niet te vervolgen.
Seponeren
Het O.M. kan een zaak klasseren. Dit betekent niet dat de dader vrijuit gaat. Er moet wel gemeld
worden waarom de zaak geseponeerd wordt.
Minnelijke schikking en bemiddelingen
-
-
Minnelijke schikking: Als de procureur een minnelijke schikking voorstelt, kan de
strafvordering vervallen tegen betaling van een geldsom.
Bemiddeling in strafzaken: Aan de dader van een misdrijf kan ook een dienstverlening,
therapie of vorming worden voorgesteld. De strafvordering vervalt dan wanneer de dader
heeft voldaan aan alle door hem aanvaarde voorwaarden.
Herstelbemiddeling: is een bemiddeling tussen dader en slachtoffer. Het O.M. is hier geen
deelnemende partij.
Dagvaarden
De verdachte wordt voor het Parket gebracht en moet zich verantwoorden voor de feiten die
hem/haar ten laste wordt gelegd.
Een opsporingsonderzoek gelasten
De Procureur des Konings geeft aan diverse politiediensten de opdracht om bijkomende inlichtingen
in te winnen. Het opsporingsonderzoek wordt door het O.M. zelf uitgevoerd. Opgelet:
- Het opsporingsonderzoek mag geen dwangmaatregelen inhouden! De procureur des Konings
mag niet zomaar iemand voor lange tijd van zijn vrijheid beroven.
- Het opsporingsonderzoek mag de individuele rechten niet schaden! Het Openbaar Ministerie
mag geen huiszoeking uitvoeren zonder een gerechtelijk onderzoek te vorderen.
Een gerechtelijk onderzoek vorderen
Een gerechtelijk onderzoek vorderen is wettelijk verplicht bij een misdaad en wanneer er specifieke
grondrechten van de verdachte geschonden kunnen worden.
Het Openbaar Ministerie formuleert een strafaanvraag en doet een opsporingsonderzoek. Wanneer
het Openbaar Ministerie dan de rechten van de verdachte wil schaden, moeten ze de zaak overlaten
aan de rechtbank. De onderzoeksrechter mag meer dan het parket.
Verschil tussen een opsporingsonderzoek en een gerechtelijk onderzoek:
Een opsporingsonderzoek wordt geleid door het Parket (met de procureur des Konings) en het
gerechtelijk onderzoek door de Rechtbank van Eerste Aanleg (met de onderzoeksrechter).
De onderzoeksrechter
Het gerechtelijk onderzoek wordt geleid door de onderzoeksrechter, en kan op 3 manieren starten:
- Op vordering van de procureur des Konings
- Na een klacht met burgerlijke partijstelling  Nadeel: De persoon die de klacht neerlegt moet
een borgsom van 650 euro betalen!
- Bij ontdekking op heterdaad door de onderzoeksrechter.
Het opportuniteitsbeginsel speelt hier niet. De onderzoeksrechter is dus verplicht de zaak te
onderzoeken.
Ulrike Lorent
11
Samenvatting Recht 2013
Principes van het vooronderzoek
Het gerechtelijk vooronderzoek moet objectief gebeuren, zonder enige vooringenomenheid. De
onderzoeksrechter is onpartijdig, onafhankelijk en objectief. Het is schriftelijk, geheim en niet
tegensprekelijk.
De onderzoeksverrichtingen
Deze onderzoeksverrichtingen gebeuren door de onderzoeksrechter. Het zijn speciale bevoegdheden
voor de onderzoeksrechter.
-
-
-
Persoon uitnodigen voor verhoor
 Vrijwillig
 Bevel tot medebrenging: De politie haalt de verdachte op en brengt deze tot de
onderzoeksrechter voor verhoor.
Getuigen uitnodigen voor verhoor
Bevel tot aanhouding: Dit moet gebeuren binnen 24 uur nadat de verdachte van zijn vrijheid is
beroofd.
Afstapping ter plaatse: De onderzoeksrechter en de procureur des Konings gaan een plaats delict
bekijken.
Gedwongen huiszoeking: Dit mag enkel gebeuren tussen 5 uur ’s morgens en 9 uur ’s avonds. Het
Openbaar Ministerie mag geen gedwongen huiszoeking uitvoeren. Een huiszoeking mag enkel
gebeuren wanneer de persoon toestemming geeft of bij een betrapping op heterdaad (=
vrijwillige huiszoeking).
Het aanstellen van deskundigen
Onderzoek van lichaam bevelen
De onderzoeksgerechten
Wanneer de onderzoeksrechter stelt dat zijn (gerechtelijk) onderzoek afgerond is, stuurt hij/zij het
onderzoek naar het O.M., en het O.M. legt het onderzoek voor aan de Raadkamer.
De onderzoeksgerechten nemen de volgende beslissingen:
- Beschikking tot buitenvervolgingstelling: De verdachte wordt niet naar de rechtbank gestuurd.
- Beschikking tot verwijzing: De verdachte wordt naar de rechtbank gestuurd.
- Beslissing ten gronde tot internering (uitzonderlijk): De verdachte zal nooit voor de rechtbank
komen.
- Beslissing ten gronde tot opschorting (uitzonderlijk): De feiten zijn bewezen, maar de zaak stopt.
Wanneer je niet akkoord gaat met de uitspraak van de Raadkamer, kan je in beroep gaan bij de
Kamer van inbeschuldigingstelling. Als je nog steeds niet akkoord bent met je uitspraak, kan je in
beroep gaan bij het Hof van Cassatie, maar dit geldt enkel voor procedureformaliteiten.
De voorlopige hechtenis
De vrijheidsbeneming
Dit geldt voor iedereen die van een misdrijf verdacht is, en voor maximum 24 uur.
De vrijheidsbeneming kan alleen worden genomen door de procureur des Konings, tenzij de dader
betrapt wordt op heterdaad.
De vrijheidsbeneming is niet hetzelfde als de administratieve aanhouding (= bestuurlijke aanhouding)
Dit geldt voor maximum 12 uur, wanneer:
- De openbare orde en rust verstoord wordt (bv. nachtlawaai, openbare dronkenschap)
Ulrike Lorent
12
Samenvatting Recht 2013
-
Iemand geen documenten op zak heeft
Iemand van plan is om een misdrijf te plegen
Een administratieve aanhouding kan de politie zelf doen, zonder het bevel van een hogere.
Het bevel tot aanhouding
Aanhoudingsbevel: De verdachte wordt onder aanhoudingsmandaat geplaatst.
Het bevel tot aanhouding wordt afgeleverd door de onderzoeksrechter, en dit binnen 24 uur na de
initiële aanhouding. Dit is alleen mogelijk in geval van volstrekte noodzakelijkheid voor de openbare
veiligheid, en het moet gemotiveerd worden.
Motivaties:
- Recidive gevaar: Er bestaat het gevaar dat de verdachte opnieuw een misdrijf pleegt.
- Vluchtgevaar (onttrekkingsgevaar): Er bestaat het gevaar dat de verdachte zich zou onttrekken
aan het gerecht.
- Er bestaat het gevaar dat men bewijzen zou laten verdwijnen.
- Er bestaat het gevaar dat de verdachte met derden zou afspreken om hetzelfde verhaal op te
hangen.
Opgelet: Een aanhoudingsbevel mag enkel uitgevoerd worden wanneer de feiten strafbaar zijn met 1
jaar gevangenisstraf!
Het verbod van vrij verkeer
De verdachte wordt op secreet geplaatst; de verdachte mag in de gevangenis enkel contact hebben
met zijn advocaat. Het verbod van vrij verkeer geldt maximum voor 3 dagen, en moet gemotiveerd
worden.
De handhaving van de voorlopige hechtenis
De verdachte moet zich motiveren tegenover de Raadkamer om hem niet meer in voorlopige
hechtenis te plaatsen. Voor het verstrijken van een voorlopige hechtenis van 5 dagen moet de
Raadkamer beslissen of het voorarrest gehandhaafd blijft. Men moet oordelen over de
noodzakelijkheid van het voorarrest.
De beschikking blijft 1 maand geldig. Dus de verdachte moet elke maand opnieuw voorkomen om te
motiveren waarom hij niet meer in voorlopige hechtenis moet worden geplaatst. (Opgelet: bij moord
gebeurt dit slechts 1x in de 3 maand!)
Verschil tussen een voorlopige hechtenis en een gevangenisstraf:
-
Bij een voorlopige hechtenis gaat het om een verdachte (nog niet veroordeeld)
Bij een gevangenisstraf om een dader gaat.
Als de verdachte niet akkoord is met de beslissing, kan hij in beroep gaan bij de Kamer van
inbeschuldigingstelling.
Beroepsmogelijkheden
Een hoger beroep door de verdachte of door het O.M. binnen 24 uur. Het beroep wordt gebracht
voor de Kamer van inbeschuldigingstelling binnen 15 dagen. Eventueel wordt de beslissing nog
herzien in het Hof van Cassatie.
Vrijheid onder voorwaarden
Ulrike Lorent
13
Samenvatting Recht 2013
Vrijheid onder voorwaarden: geldt voor een maximum termijn van 3 maanden. De termijn kan in de
loop van het onderzoek worden opgeheven, gewijzigd of verlengd (maximum 1x voor maximum 6
maand). De verdachte kan in vrijheid worden gelaten nadat hem bepaalde voorwaarden zijn
opgelegd.
Vrijheid onder borgtocht: De verdachte is vrij na het betalen van een borgsom, maar is dan wel
verplicht mee te werken met het gerecht. Als de verdachte zijn straf heeft ondergaan, kan hij zijn
borgsom terugvragen.
Schadevergoeding
Men kan een schadevergoeding vragen bij de burgerlijke rechtbank.
Onderscheid tussen:
- Onrechtmatige voorlopige hechtenis: De voorlopige hechtenis werd opgelegd in strijd met de
wet.
- Onwerkdadige voorlopige hechtenis: De voorlopige hechtenis wordt niet gedekt door een latere
straf.
De straftoemeting
Straftoemeting is de fase in de rechtsgang, waarbij de rechter bij wijze van vonnis een oordeel velt
over de betichte.
De straftoemeting is géén taak van de Raadkamer, maar van de rechter. De Raadkamer beslist of de
verdachte al dan niet naar de correctionele rechtbank moet. De rechter kan rekening houden met de
minimum- en maximumstraf, en de verzachtende en verzwarende omstandigheden.
Opschorting, uitstel en probatie
Opschorting
Gewone opschorting: De strafbare feiten zijn bewezen, maar er wordt geen veroordeling
uitgesproken. Na verloop van een bepaalde termijn (1 tot 5 jaar) en mits er zich geen nieuwe ernstige
feiten voordoen, wordt de strafbare handeling met al haar mogelijke gevolgen ongedaan gemaakt.
Opschorting is geen straf. Het komt dus niet op het strafregister of op het bewijs van goed gedrag en
zeden.
Uitstel
Uitstel: Voorwaardelijke veroordeling waarbij bij wijze van proef, lopend over een bepaalde termijn
(1 tot 5 jaar), de uitgesproken straf niet wordt uitgevoerd. Straf met uitstel komt wel op het
strafregister. Er kan geen voorwaardelijke beoordeling (straf met uitstel) plaatsvinden bij een straf
van meer dan 12 maanden!
Probatie
Onderscheid tussen:
- Probatie-opschorting: Opschorting gekoppeld aan voorwaarden. In het verleden mag men geen
12 maanden straf hebben gehad!
- Probatie-uitstel: Uitstel gekoppeld aan voorwaarden.
Ulrike Lorent
14
Samenvatting Recht 2013
Probatie is Het stellen van voorwaarden door de rechter bij een beslissing tot opschorting of tot
uitstel. Probatie is geen autonome maatregel! De rechter kan niet alleen voorwaarden opleggen
zonder een opschorting of uitstel.
De probatiecommissie stelt een probatie-assistent aan. Deze probatie-assistent moet het volgende
doen:
- Controleren of de verdachte zich houdt aan de voorwaarden
- Een verslag schrijven naar de probatiecommissie (om de 3 maanden)
- Mogelijkheid tot vragen voor aanpassing van de voorwaarden
Als de delinquent de voorwaarden niet naleeft, kunnen de probatievoorwaarden worden herroepen,
waardoor men de straf wel kan uitspreken. De probatievoorwaarden zijn afhankelijk van het gedrag
en het milieu van de delinquent. De rechter kan zich laten voorlichten door een maatschappelijke
enquête (opgesteld door de probatie-assistent). De voorwaarden zijn steeds gekoppeld aan de wet of
de regels!
Internering
Een beveiligingsmaatregel die zal worden uitgesproken als aan een aantal voorwaarden voldaan is.
Voorwaarden:
- De geïnterneerde is een gevaar voor zichzelf en de maatschappij.
- Hij verkeerde op het ogenblik van het plegen van de misdaad, in een ernstige staat van een
geestesstoornis, die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden.
- De feiten moeten bewezen zijn.
Internering is van onbepaalde duur.
De geïnterneerde zal na de rechtbank verschijnen voor de Commissie ter Bescherming van de
Maatschappij. Deze beslist over de inrichting, vrijlating of invrijheidsstelling op proef. Psychiaters
evalueren om de 6 maand de persoon, die opgenomen is, a.d.h.v. verslagen van de behandelende
psychiater(s). De geïnterneerde krijgt om de 6 maanden de kans om vrij gelaten te worden. Als een
geïnterneerde kan je beroep aantekenen tegen het oordeel van de commissie bij de hoge commissie
ter bescherming van de maatschappij.
Positie van het slachtoffer bij het proces ten gronde
Het slachtoffer wordt niet geïnformeerd over een vooronderzoek. Het onderzoek blijft in principe
geheim. Wenst het slachtoffer op de hoogte te worden gesteld van een eventuele seponering en de
reden daarvan, dan wel van de bepaling van een rechtsdag voor het onderzoeks- of vonnisgerecht,
dan moet hij de hoedanigheid verwerven van ‘benadeelde persoon’.
Het slachtoffer kan het volgende doen:
- Een verklaring afleggen op het secretariaat van het O.M.
- Een klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter
- Een rechtstreekse dagvaarding door het slachtoffer
De strafuitvoering
Men moet ervoor zorgen dat de dader zijn gevangenis- of werkstraf uitzet en zijn geldboeten
betaald:
-
Geldboete: Het O.M. vraagt aan de overheidsadministratie om de boete te innen.
Ulrike Lorent
15
Samenvatting Recht 2013
-
Werkstraf: wordt geregeld bij de probatiecommissie.
Gevangenisstraf: Hoe geraakt de dader in de gevangenis?
 Als de dader aanwezig is bij de uitspraak van het vonnis, vraagt het O.M. een onmiddellijke
aanhouding.
 Als de dader niet aanwezig is bij de uitspraak van het vonnis, krijgt hij na een bepaalde tijd
een oproep tot gevangenisstraf.
Codificatie van de modaliteiten van strafuitvoering en inwerkingtreding
Op 15 juni 2006 verschenen in het Belgisch Staatsblad 2 wetten die een grondige wijziging van de
externe rechtspositie van gedetineerden inhouden. Het betreft hier:
- De wet van 17 mei 2006
 De externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf.
 De aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten.
- De wet van 17 mei 2006: De oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken
Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken
= Mensen die per arrondissement, delinquenten bekijken om te zien of het verantwoord is om hen
vervroegd vrij te laten.
De meeste beslissingen inzake de uitvoering van vrijheidsstraffen worden toevertrouwd aan een
rechter of aan een rechtbank. In de rechtbanken van eerste aanleg zijn één of meer
strafuitvoeringskamers ingesteld. Deze kamers van de strafuitvoeringsrechtbank bestaan uit een
rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt en twee assessoren (lekenrechters) in
strafuitvoeringszaken, de ene gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in de sociale
reïntegratie. Ook magistraten van het openbaar ministerie worden verbonden aan de
strafuitvoeringsrechtbank.
Door de minister van Justitie toe te kennen maatregelen
De beslissingen over de uitgaansvergunning, het penitentiair verlof en de onderbreking van de
strafuitvoering behoren tot de bevoegdheid van de minister van justitie. Deze beslissingen wijzigen
niet de aard en de duur van de vrijheidsstraf en kunnen aanzien worden als inherent aan het
standaardregime van veroordeelde gedetineerden. Ze kunnen enkel toegekend worden aan
veroordeelden die recht hebben op verblijf in België.
1) Uitgaansvergunning: is een maatregel die de veroordeelde toelaat om de gevangenis te
verlaten voor een bepaalde duur die niet langer mag zijn dan 16u. Er zijn 2 categorieën van
uitgaansvergunningen:
1. Voor medische, sociale, morele, juridische, familiale, opleidings- of professionele
belangen.
2. Sociale reïntegratie van de betrokkenen voor te bereiden.
2) Penitentiair verlof: laat de veroordeelde toe de gevangenis driemaal 36u per trimester te
verlaten en heeft tot doel de familiale, affectieve en sociale contacten van de veroordeelde
in stand te houden en te bevorderen en/of de sociale reïntegratie van de veroordeelde voor
te bereiden.
3) Onderbreking van de strafuitvoering (ernstige & uitzonderlijke redenen): deze onderbreking
duurt maximum 3maand, die hernieuwd kan worden.
Ulrike Lorent
16
Samenvatting Recht 2013
Door de strafuitvoeringsrechter en de strafuitvoeringsrechtbank toe te kennen
strafuitvoeringsmodaliteiten
Deze strafuitvoeringsmodaliteiten zijn de voorwaardelijke invrijheidsstelling, de voorlopige
invrijheidsstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied of met het oog op
overlevering, de beperkte detentie en het elektronisch toezicht.
De wet maakt voor de toekenning een onderscheid tussen de vrijheidsstraffen, waarvoor het
uitvoerbaar gedeelte niet meer is dan drie jaar en de vrijheidsstraffen van meer dan drie jaar. Het
meest wezenlijke verschil is de bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechter ( d.i. de alleen zetelende
voorzitter van de strafuitvoeringsrechtbank) voor de eerste categorie en de multidisciplinair
samengestelde strafuitvoeringsrechtbank voor de tweede categorie. Ook de tijdsvoorwaarden en de
inhoudelijke voorwaarden verschillen op bepaalde punten.
Voorwaardelijke invrijheidsstelling
De voorwaardelijke invrijheidsstelling is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf, waardoor de
veroordeelde zijn straf ondergaat buiten de gevangenis, mits naleving van de voorwaarden die hem
gedurende een bepaalde proeftijd opgelegd worden.
-
Vrijheidsstraffen van drie jaar of minder ( nog niet in werking): wordt toegekend voor zover de
veroordeelde één derde van de vrijheidsstraffen ondergaan heeft en voor zover er in hoofde van
de veroordeelde geen tegenaanwijzingen bestaan. Wordt toegekend door de strafuitvoeringsrechter op gemotiveerd advies van de gevangenisdirecteur die advies uitbrengt.
- Vrijheidsstraffen van meer drie jaar: wordt toegekend aan elke persoon die veroordeeld is tot
één of meer vrijheidsstraffen, waarvan het uitvoerbaar gedeelte meer dan drie jaar bedraagt,
voor zover de veroordeelde hetzij één derde van deze straffen ondergaan heeft of hetzij, in geval
van een veroordeling tot een levenslange vrijheidsstraf, tien jaar van deze straf ondergaan heeft.
Voorlopige invrijheidsstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op
overlevering
De veroordeelde gedetineerden die geen recht hebben op verblijf in België of die overgeleverd
dienen te worden aan een buitenlandse autoriteit, kunnen vervroegd in vrijheid gesteld worden
volgens dezelfde tijdsvoorwaarden die gelden voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Beperkte detentie of elektronisch toezicht
De beperkte detentie is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf die de veroordeelde toelaat om
op regelmatige wijze de strafinrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per
dag en die aan de veroordeelde toegekend kan worden om professionele, opleidings- of familiale
belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen.
Het elektronisch toezicht is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf, waardoor de veroordeelde
het geheel of een gedeelte van zijn vrijheidsstraf ondergaat, volgens een bepaald uitvoeringsplan,
waarvan de naleving onder meer door elektronische middelen wordt gecontroleerd. Men gebruikt
hiervoor een enkelband waarin een zender is ingebracht, zodat men die persoon kan traceren. Ook
heeft de persoon een avondklok (Vb.: 18u-9u), waarin hij verplicht moet thuis zijn.
Het strafeinde
Er zijn een aantal gevallen waarin de straf vroeger beëindigt wordt, of waarin nadelige gevolgen
ophouden met bestaan:
Ulrike Lorent
17
Samenvatting Recht 2013
-
-
-
-
-
Genade: De koning heeft het recht om straffen kwijt te schelden (de straf blijft wel bestaan, je
vonnis wordt niet gewijzigd) of te verminderen. Dit slaat op de strafuitvoering. Uitzonderlijk kan
het ook gaan om een collectieve maatregel.
Amnesie: Dit is een beslissing van de wetgevende macht. Bepaalde misdrijven worden als nietbestaande beschouwd. De strafrechtelijke gevolgen vervallen. Dit geldt voor een groep van
personen of een groep van feiten (nooit voor 1 individu!). Gevolgen:
 Strafrechtelijk: kwijtschelden
 Burgerlijk: nog wel vergoeden aan de slachtoffers
Uitwisseling: is De administratieve maatregel waardoor de meeste politiestraffen en
correctionele gevangenisstraffen tot 6 maanden automatisch verdwijnen na verloop van 3 jaar.
Men gaat het strafregister opkuisen. De nadelige gevolgen van de strafhouder houden op met te
bestaan.
Eerherstel: Een gerechtelijke beslissing die de strafrechtelijke gevolgen van de veroordeling(en)
uitwist. Het eerherstel kan aangevraagd worden voor de veroordelingen, die niet in aanmerking
komen voor uitwissing. De aanvraag wordt gericht aan de Procureur des Konings.
Verjaring: De uitgesproken straf moet binnen bepaalde termijnen worden ten uitvoer gelegd.
Vervalt die termijn, dan is de straf verjaard.
Termijn van verjaring:
 Criminele straffen: 20 jaar
 Correctionele straffen
o Voor zware misdrijven (>3jaar): meer dan 10 jaar
o Voor lichtere misdrijven (<3jaar): minder dan 10 jaar
 Politiestraffen: 1 jaar
DUS:



Misdaden
10 jaar
Wandaden
5 jaar
Verkeersovertredingen 1 jaar
Strafvorderingen verjaren, dus binnen die periode moet men gedagvaard worden. Voor verjaring
vatbaar = Een verdachte kan na verloop van tijd niet meer vervolgd en dus ook niet meer gestraft
worden. Bv. Na 15 jaar een klacht indienen tegen verkrachting. Probleem: Dit komt vaak voor bij
minderjarigen die ondertussen meerderjarig geworden zijn. Het onderzoek moet beginnen binnen de
verjaringstermijn!
Deel III: Jeugdrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding tot het Jeugdrecht
Bescherming, bijstand, straf: De geschiedenis in een notendop
Inleiding
Er is een zoektocht naar het maatschappelijk antwoord op het probleem van jeugddelinquentie
enerzijds, en problematische jongeren anderzijds:
1) MOF-ers (= Als misdrijf Omschreven Feit).
2) POS-ers (= Problematische Opvoedingssituatie).
Het begin van de bescherming: De wet op de kinderbescherming van 15 april
Elke jongere beneden de 16 jaar wordt strafrechtelijk onbekwaam en verschijnt voor de
kinderrechter, die maatregel kan opleggen. Ook op ouders kan worden ingegrepen, m.n. door
Ulrike Lorent
18
Samenvatting Recht 2013
ontzetting uit ouderlijke macht. Je bent pas schuldbekwaam wanneer je als persoon het
onderscheidingsvermogen hebt tussen wat wel en wat niet mag.
De reden waarom de wet op kinderbescherming is ontstaan is dat er rond 1912 de industrialisering
op gang kwam. Hierdoor was het zo dat ook vrouwen en kinderen moesten gaan werken, maar de
kinderen kregen een veel te laag loon, waardoor de jeugdcriminaliteit steeg.
Wet op de jeugdbescherming van 8 april 1965
De wet op jeugdbescherming is een optie voor de preventieve aanpak. Tijdens de jaren 1960 komt
het maatschappelijk werk op gang. Hierdoor ligt de nadruk meer op sociale bescherming i.p.v. enkel
de strafrechtelijke aanpak. De Jeugdbeschermingscomités worden opgericht. Het maatregelenpakket
van de jeugdrechtbanken wordt uitgebreider. De strafrechtelijke meerderjarigheid wordt verlengd
tot 18 jaar, i.p.v. tot 16 jaar.
De decreten inzake de bijzondere jeugdbijstand van 4 april 1990
Het Jeugdbeschermingscomité werd het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. Er werd gestemd voor
een decreet op de Bijzondere Jeugdbestand. Het zijn decreten, omdat de jeugdbescherming een
persoonsgebonden aangelegenheid is. De decreten zijn de bevoegdheden van de gemeenschappen,
waardoor dit in elke gemeenschap anders kan zijn.
Het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind
Bevat zowel rechten ter bescherming van kinderen, rechten op bepaalde voorzieningen, alsook
specifieke participatierechten.
Naar een jeugdsanctierecht
Men had meer aandacht voor de sancties, omdat er steeds ergere misdrijven werden gepleegd. De
uithandengeving werd versoepeld.
De integrale jeugdhulp in Vlaanderen
De krachtlijnen van de bijzondere jeugdbijstand
De Bijzondere Jeugdbijstand biedt:
- Vrijwillige hulpverlening aan minderjarigen
- Gerechtelijke bijstand aan problematische jongeren.

MAAR dit geldt NIET voor MOF-ers.
Uitdrukkelijke scheiding tussen vrijwillige hulp en gerechtelijke bescherming
Vroeger stond het Comité voor bijzondere jeugdzorg in verbinding met de jeugdrechtbank. Nu staat
de bemiddelingscommissie tussen beiden als een scheiding tussen vrijwillige hulpverlening (CBJ) en
de gerechtelijke bescherming (Jeugdrechtbank). Het CBJ probeert eerst zoveel mogelijk oplossingen
te zoeken voor de POS-ers om ze zoveel mogelijk buiten de rechtbank te houden. Wanneer dit niet
vrijwillig lukt, zal de bemiddelingscommissie de jongere doorsturen naar de jeugdrechtbank. Men
geeft de voorkeur aan de minst aangrijpende maatregel!
Het subsidiariteitsbeginsel
= geldt enkel voor POS-ers en niet voor MOF-ers.
Ulrike Lorent
19
Samenvatting Recht 2013
Gerechtelijke dwangmaatregelen moeten worden vermeden zolang in de problematische
opvoedingssituatie op vrijwillige basis hulpverlening mogelijk is. de bemiddelingscommissie maakt de
zaak over naar de jeugdrechtbank wanneer de situatie niet kan worden opgelost m.b.v. vrijwillige
hulpverlening of wanneer de situatie zo ernstig en acuut is dat hulpverlening op vrijwillige basis niet
mogelijk is.
De rechtspositie voor minderjarigen
Er wordt een eigen rechtspositie aan de minderjarige geboden m.b.t. de mogelijke hulpverlening in
vrijwillig verband. Hier mee wordt bedoeld het recht om al dan niet in te stemmen met de
hulpverlening die wordt voorgesteld. Er zijn 3 specifieke fundamentele rechten:
1) Recht op instemming met de hulpverlening.
2) Recht niet tegen zijn wil van zijn ouders te worden gescheiden.
3) Recht op toegang tot zijn dossiergegevens.

De rechtspositie geldt vanaf 12j. wanneer de minderjarige niet instemt , wordt hij
doorverwezen naar de bemiddelingscommissie of jeugdrechtbank.
De differentiatie van het hulpaanbod
Er is een ruimer aanbod in voorzieningen en initiatieven in de Bijzondere Jeugdbijstand.
De gezinsgerichte werking
Men gaat het gezin in zijn geheel erbij betrekken. De persoon wordt nooit los gezien van de situatie
waarin hij zich bevindt.
De krachtlijnen van de integrale hulp
Integrale Jeugdhulp
Integrale jeugdhulp beoogt, door sectoroverschrijdende samenwerking tussen jeugdhulpaanbieders
en intersectorale afstemming van het jeugdhulpaanbod, aan die personen een continuüm van
jeugdhulp aan te bieden als antwoord op een jeugdhulpvraag of een jeugdhulpbehoefte
Modulering
Jeugdhulpverlening wordt aangeboden op basis van modules., m.n. een duidelijk afgelijnde eenheid
van jeugdhulpverlening die afzonderlijk of samen met andere eenheden kan worden aangeboden. Er
is een vaste lijst van functies waarmee de module kan worden beschreven : diagnose, verblijf,
begeleiding, training…
Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening
kan door iedereen gebruikt worden; toegang is vrij, laagdrempelig en duidelijk
Niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening
hoge maatschappelijke kost; zal maar mogelijk zijn nadat de hulpvrager een onafhankelijke
toegangspoort is gepasseerd
Trajectbegeleiding
volgt de cliënt in zijn (vaak moeilijke weg) van de hulpverlening
Ulrike Lorent
20
Samenvatting Recht 2013
Dwang
in principe wordt de hulpverlening op vrijwillige basis georganiseerd
Rechtspositie
Recht op instemming met de hulpverlening, het recht niet tegen zijn wil van zijn ouders te worden
gescheiden en het recht op toegang tot zijn dossiergegevens
Het summier beeld van de huidige wettelijke situatie
De voornaamste bronnen voor het summier beeld van de huidige wettelijke situatie zijn:
- De Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming
- De decreten inzake Bijzondere Jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990
- Het decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp
- Het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de Integrale Jeugdhulp van 7 mei
2004
De huidige wettelijke situatie bestaat uit:
- Integrale Jeugdhulpverlening (decreten)
- Comités voor Bijzondere Jeugdzorg (decreten)
- Bemiddelingscommissie voor Bijzondere Jeugdbijstand (decreten)
- Jeugdrechtbank (federale wet)
o MOF (wet van 1969)
o POS (decreet van de Vlaamse gemeenschap)
o Maatregelen t.a.v. de ouders (wet van de Vlaamse gemeenschap)
 Toezicht op sociale uitkeringen
 Ontzetting uit ouderlijk gezag
 Opvoedingsbijstand
- Voorzieningen in de Bijzondere Jeugdbijstand
Comites voor Bijzondere Jeugdzorg
Hulp en bijstand in problematische opvoedingssituaties
De ontplooiingskansen van de minderjarige moet in het gedrang zijn met ernstige moeilijkheden,
langdurige conflicten en complexe situaties. Een consulent van de sociale dienst van het comité zal
zonodig bijstand en hulp organiseren, door het opmaken van een hulpverleningsprogramma en een
handelingsplan.
De taken van algemene preventie
Tot de taken van algemene preventie behoort o.m. het uitwerken van vormingsprogramma’s.
De bemiddelingscommissie
De Bemiddelingscommissie zorgt voor de realisatie van scheiding tussen vrijwillige en gedwongen
hulpverlening, waarbij getracht wordt de vrijwillige hulpverlening te maximaliseren.
De bemiddelingsverzoeken
De verzoeken die naar de Bemiddelingscommissie worden gestuurd. Verschillende instellingen
kunnen bemiddelingsverzoeken doen:
-
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
Ouders (wanneer het CBJ weigert om het kind te plaatsen)
Ulrike Lorent
21
Samenvatting Recht 2013
-
Minderjarige
 Wanneer hij geen hulp krijgt.
 Wanneer hij hulp krijgt, maar die hij niet wilt.
Het comité
De hulpvrager (minderjarige of ouders)
Dit gebeurt indien het Comité de hulpverleningsaanvraag weigert.
Parketmagistraten
Dit gebeurt indien het parket kennis krijgt van een problematische opvoedingssituatie.
Hulpverleners
De mogelijke beslissingen van de bemiddelingscommissie
De Bemiddelingscommissie kan het volgende doen:
- Minnelijke regeling: Dit is schriftelijk en houdt voor de betrokkenen een belangrijk moreel
engagement in. Het is niet afdwingbaar, en moet worden ondertekend door de betrokkenen.
Eens de regeling is afgesloten, stopt de opdracht van de commissie.
- Zonder gevolg klasseren
- Doorsturen naar het Parket
De jeugdrechtbank
De Jeugdrechtbank heeft een dubbele bevoegdheid:
- Burgerlijke zaken
Bv. toestemming voor huwelijk, ouderlijk gezag, adoptie
- Jeugdbeschermingszaken
Maatregelen treffen voor POS-ers en MOF-ers
Sinds de staatshervorming (1980) is de Jeugdrechtbank bevoegd voor problematische
opvoedingssituaties.
Problematische opvoedingssituaties
Kinderen in een problematische opvoedingssituatie komen bij de Jeugdrechtbank:
- Na doorverwijzing van de Bemiddelingscommissie: De vrijwillige hulpverlening is uitgeput.
- In geval van hoogdringendheid: De integriteit van de minderjarige is in gevaar.
De vorderingsmogelijkheden van het O.M.
Men gaat aanhanging maken van de zaak bij de Jeugdrechtbank na doorverwijzing door de
Bemiddelingscommissie of bij hoogdringendheid.
De pedagogische maatregelen
Dit kan de Jeugdrechter opleggen in geval van een P.O.S. In geval van een M.O.F. spreekt men van
beschermingsmaatregelen.
Er zijn 13 pedagogische maatregelen:
1) Pedagogische richtlijn: Het wijzen op de pedagogische verantwoordelijkheid van ouder en kind.
Ulrike Lorent
22
Samenvatting Recht 2013
2) Ondertoezichtstelling: Een begeleidende controle op de levenswijze en het gedrag van de
minderjarige. Bv. Omgang met foute vrienden (Maximumduur: 1 jaar)
3) Gezinsbegeleiding: Het leren op een andere manier om te gaan met problemen. Bv. Bij
verwaarlozing leren ‘hoe moet ik mijn kind opvoeden?’,thuisbegeleidingsdienst (Doel: contact
herstellen; Maximumduur: 1 jaar (verlenging is mogelijk))
4) Opvoedend project: De minderjarige moet een werk- of leerproject volgen. Bv. Sociale
vaardigheidstraining (Maximumduur: 6 maanden (verlenging is mogelijk))
5) Semi-residentiële voorziening: De minderjarige wordt geplaatst in dagcentra voor een
dagopname, gekoppeld aan geïntegreerde gezinsbehandeling.
6) Begeleid Zelfstandig Wonen: Dit is voor jongeren vanaf 17 jaar, om de zelfredzaamheid te doen
stijgen.
7) Kamertraining: Een voorbereiding op Begeleid Zelfstandig Wonen. De minderjarigen staan hier
onder permanente begeleiding.
8) Onthaal- en Oriëntatiecentrum: Opvang in crisissituaties, waarna men de minderjarige gaat
doorverwijzen naar een gepaste instelling. Maximumduur: 30 dagen (verlenging is mogelijk)
9) Observatiecentrum ≈ Onthaal- en Oriëntatiecentrum. Maximumduur: 60 dagen
10) Pleeggezin: Deze maatregel is geschikt voor minderjarigen die nood hebben aan affectieve
situaties, en die niet in aanmerking komen voor een plaatsing in een instelling.
11) Open inrichting ≈ Internaat, met regels. Maximumduur: 1 jaar (verlenging is mogelijk)
12) Gesloten inrichting: Deze maatregel gebeurt uitzonderlijk! Maximumduur: 3 maanden
(verlenging is mogelijk (maximum 1 jaar)) Voorwaarden:
Minimum 14 jaar oud.
De maatregel is noodzakelijk voor het behoud van de integriteit van het kind.
Er is al een plaatsing geprobeerd in een pleeggezin of in een open instelling.
13) Psychiatrische instelling: De minderjarige zit in een psychologische toestand, waardoor er nood is
aan controle.
Voorlopige maatregelen
De 13 maatregelen kunnen ook genomen worden als voorlopige maatregel. Dit is dan maar beperkt
tot 6 maanden.
De hoogdringendheid
Het OM kan onmiddellijk vorderen bij de jeugdrechtbank wanneer het een afdwingbare
pedagogische maatregel dringend noodzakelijk acht, na te hebben aangetoond dat de betrokken
minderjarige moet worden beschermd tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, misbruik,
verwaarlozing enz. en het verlenen van hulp en bijstand op vrijwillige basis niet dringend kan worden
georganiseerd
Maatregelen t.a.v. de ouders
De ouders kunnen ook gestraft worden door de Jeugdrechtbank.
Ontzetting uit ouderlijk gezag
Dit is mogelijk in gevallen van kindermishandeling of manifeste vormen van verwaarlozing. De ouders
mogen geen belangrijke beslissingen meer nemen. De ontzetting kan deels (1 ouder) of geheel (beide
ouders) gebeuren. Deze maatregel wordt uitzonderlijk uitgesproken, en kan hersteld worden.
Voogdij over gezinsbijslagen
Ulrike Lorent
23
Samenvatting Recht 2013
De gezinsbijslag maar ook andere sociale uitkeringen moeten in het belang van de kinderen worden
aangewend. De jeugdrechter kan beslissen dat deze bedragen moeten worden uitbetaald aan de
sociale dienst.
Als misdrijf omschreven feiten
De MOF-ers worden niet doorgestuurd door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of de
Bemiddelingscommissie.
Beschermingsmaatregelen
Bij een M.O.F. is er sprake van beschermingsmaatregelen, i.p.v. pedagogische maatregelen. Er zijn 6
beschermingsmaatregelen:
1)
2)
3)
4)
5)
6)
Berisping: Het misdrijf wordt door de vingers gezien. Dit gebeurt er als de minderjarige voor de
1e keer een misdrijf pleegt.
Ondertoezichtstelling: De minderjarige wordt gecontroleerd door consulenten.
(Private) plaatsing: De minderjarige wordt geplaatst bij een pleeggezin of in een privé-instelling.
Openbare instelling: Voorzieningen die onder de bevoegdheid van de gemeenschap staan.
Uithandengeving: De minderjarige wordt berecht door de correctionele rechtbank of door het
Hof van Assisen. Dit geldt enkel voor jongeren tussen 16 en 18 jaar.
Inbewaringstelling: De minderjarige wordt geplaatst in een psychiatrische instelling.
Specifieke voorlopige maatregelen
Dit gebeurt wanneer de minderjarige niet in voorlopige hechtenis kan genomen worden.
-
De voorlopige plaatsing in een federaal centrum.
Gesloten opvoedingsafdeling.
Procedure en procedurele waarborgen
Beperkte duur van de voorlopige maatregelen
De duur van de voorbereidende rechtspleging wordt beperkt tot 6 maanden. Ten laatste tegen die
tijd moet het dossier worden meegedeeld aan het O.M., dat maximaal over een extra termijn van 2
maanden beschikt om te dagvaarden voor de jeugdrechter. Het Parket moet de delinquente hebben
gedagvaard voor de rechtbank binnen die 6 maanden!
Het hoorrecht van de minderjarige
Het horen door de jeugdrechter van kinderen die voldoende onderscheidingsvermogen hebben. De
meeste kinderen die voldoende onderscheidingsvermogen hebben zijn 12 jaar oud. Minderjarigen
hebben ook recht op bijstand van een advocaat.
De rechtsbijstand
Elke jongere heeft recht op bijstand van een advocaat, vanaf zijn 1e verschijning voor de
jeugdrechter. Wanneer er geen eigen advocaat wordt gekozen zal er ambtshalve een worden
toegewezen (pro deo = gratis).
De sociale dienst bij de Jeugdrechtbank
De navorsingsopdrachten
Ulrike Lorent
24
Samenvatting Recht 2013
Navorsingen laten verrichten omtrent de persoonlijkheid en het milieu van de minderjarige, met het
oog op het nemen van een (jeugdbeschermings)maatregel.
Opdrachten van sociale aard
Uitvoering van maatregelen van toezicht en gezinsbegeleiding, alsook de uitvoering van de
maatregelen genomen ten aanzien van misdrijfplegende jongeren
Overbrenging van de jongeren
Kan door jeugdrechter aan sociale dienst gevraagd worden, tenzij dit om pedagogische redenen of
om veiligheidsredenen niet is aangewezen
Controle op uitvoering
Sociale dienst waakt erover dat de uitvoering van bijstand en hulp verloopt volgens het
handelingsplan dat, in samenspraak met de betrokken partijen en voorzieningen, op hun aanvraag
wordt opgesteld
Organisatie en autonomie
Consulenten staan niet onder het gezag of toezicht van de magistratuur
Bijzondere jeugdbijstand voor meerderjarigen
De gedwongen verlenging
De straf kan bij een misdrijfplegende jongere worden verlengd tot de leeftijd van 20 jaar als hij blijk
geeft van aanhoudend wangedrag of zich gevaarlijk gedraagt.
De vrijwillige verlenging
De vrijwillige verlenging kan ook door de jongere zelf worden gevraagd. Deze vraag naar vrijwillige
hulpverlening wordt dan voorgelegd aan het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. De verlenging kan
maximum tot 21 jaar plaatsvinden.
De voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand
Erkende voorzieningen
Alle initiatieven die minderjarigen opnemen of begeleiden moeten erkend worden door de Vlaamse
Regering. De erkenningsvoorwaarden hebben betrekking op :
-
personeel en materiële infrastructuur
opleidingsniveau van personeel
verzorging, onderwijs, beroepsopleiding en opvoedingsregime
pedagogisch concept- en programma
De gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand
Voorzieningen gelijkgesteld met de erkende voorzieningen
Ulrike Lorent
25
Samenvatting Recht 2013
Diverse thema’s
Het respect voor de overtuiging
Tussenkomsten in de bijzondere jeugdbijstand dienen te gebeuren met eerbiediging van de
godsdienstige, ideologische en wijsgerige overtuiging van de gezinnen waartoe de minderjarigen
behoren
Klachtrecht en ombudsfuncties
J.O. – lijn, dit is een soort ombudsdienst, georganiseerd binnen de afdeling bijzondere jeugdbijstand.
Deel IV: Sociaal recht
Hoofdstuk 1: De arbeidsovereenkomsten
Aanwerving
Cao (Collectieve ArbeidsOvereenkomst) van 8 december 1983
-
Gelijke behandeling: Men mag geen mensen uitsluiten op basis van persoonlijke elementen die
geen rekening houden met de functie.
Kosten en documenten
Informatie aan de sollicitant: De werkgever moet voldoende informatie verstrekken i.v.m. de
arbeidsplaats die hij aanbiedt.
Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer: De werkgever mag geen indiscrete vragen stellen
die geen betrekking hebben tot de functie.
Vertrouwelijke behandeling van de gegevens door de werkgever
Plichten van de sollicitant: De sollicitant moet ter goeder trouw meewerken aan de
selectieprocedure en mag vertrouwelijke gegevens niet publiek maken.
Duur selectieprocedure: binnen redelijke termijn
Proefarbeid: niet langer dan nodig om de bekwaamheid te testen (praktische proef)
Verplaatsingskosten: dienen zoveel mogelijk beperkt te worden
Publicitaire werkaanbiedingen: verboden: Een geplaatste vacature mag geen reclamestunt zijn.
Als er een advertentie geplaatst wordt, moet er ook een vacante functie zijn.
De wet van 13 februari 1998
Het verbod om een maximumleeftijd te hanteren.
Taalgebruik in de sociale betrekkingen in de onderneming
Vlaams Decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik van talen voor de sociale betrekkingen
tussen werkgevers en hun personeel
De te gebruiken taal is Nederlands voor werkgevers met een exploitatiezetel in een eentalig
Nederlands taalgebied. Er wordt een onderscheid gemaakt in:
-
Strafsanctie: Werkgevers die bepalingen voor het decreet overtreden, worden gestraft met
correctionele gevangenisstraffen en/of een geldboete.
Burgerlijke sanctie: (relatieve) nietigheid: Stukken of handelingen die in strijd zijn met de
bepalingen van het decreet zijn nietig (= ze worden geacht nooit te hebben bestaan). De
nietigverklaring kan geen nadeel berokkenen aan de werknemer. M.a.w. de werknemer kan zich
m.b.t. een nietig document beroepen op bedingen die voor hem voordelig zijn en voor de
nadelige bedingen de nietigheid inroepen.
Ulrike Lorent
26
Samenvatting Recht 2013
In een gemengd taalgebied moet men dus verplicht brieven e.d. in het Frans én in het Nederlands
opstellen.
Toepassingsgebied van de wet op de arbeidsovereenkomsten
De wet regelt de arbeidsovereenkomsten voor werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers
en dienstboden, en de tewerkstelling van studenten. Dit geldt dus niet voor zelfstandige beroepen of
voor personeel van de overheidssector.
Wat is een arbeidsovereenkomst?
Een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waardoor een werknemer zich verbindt, tegen
betaling van een loon, onder het gezag van een werkgever, arbeid te verrichten.
Overeenkomst
De partijen bij de overeenkomst zijn:
- Werknemer: Dit is altijd een natuurlijke persoon (geen vennootschap of bedrijf).
- Werkgever: Dit kan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zijn.
De overeenkomst is ‘intuitu personae’: De werknemer mag zich niet zomaar laten vervangen, en de
overeenkomst eindigt bij de dood van de werknemer (niet bij de dood van de werkgever!).
Arbeid
Het doel van de arbeidsovereenkomst is het verrichten van arbeid om in het levensonderhoud van de
werknemer te (helpen) voorzien. De arbeidsovereenkomst is een inspanningsverbintenis: De
werknemer verbindt zich ertoe het hem toevertrouwde werk zorgvuldig en nauwkeurig te verrichten,
niet om een welbepaald resultaat te bereiken.
Loon
Een arbeidsovereenkomst om niets is onmogelijk. Er moet een loon zijn, m.a.w. een tegenprestatie
van arbeid die ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst wordt verricht (geld of in geld
waardeerbare voordelen en fooien).
Gezag
De werknemer dient zijn arbeid te verrichten in een verhouding van ondergeschiktheid aan of onder
het gezag van een werknemer. De voor de arbeidsovereenkomst kenmerkende verhouding bestaat
zodra iemand in feite gezag kan hebben over andermans handelingen. De beoordeling wordt ‘in
concreto’ bepaald.
Ontstaan en duur van de arbeidsovereenkomsten
Een arbeidsovereenkomst is een consensueel contract (= in overeenstemming). Een
arbeidsovereenkomst kan op de twee manieren worden gesloten:
1. Uitdrukkelijk
a. Mondeling
b. Schriftelijk
2. Stilzwijgend
Een getuigenbewijs is toegelaten: Dit is belangrijk bij het ontslag van een mondelinge overeenkomst.
Want dan kan de getuige bewijzen dat er een arbeidsovereenkomst gesloten was. Anders is er geen
opzegtermijn! Voor sommige arbeidsovereenkomsten is een geschrift vereist:
Ulrike Lorent
27
Samenvatting Recht 2013
-
Proefcontract
Arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur of voor een bepaald werk
Studentenarbeid
Deeltijdse arbeid
Arbeidsovereenkomst met concurrentiebeding
Vervangingsovereenkomst
Soorten arbeidsovereenkomsten
(1)Indeling op basis van het verrichte werk
-
-
-
-
Arbeidsovereenkomst voor werklieden: Een overeenkomst waarbij een werknemer (de
werkman) zich verbindt tegen loon, onder het gezag van de werkgever, in hoofdzaak
handenarbeid te verrichten.
Arbeidsovereenkomst voor bedienden: Een overeenkomst waarbij een werknemer (een
bediende) zich verbindt tegen loon, onder het gezag van de werkgever, in hoofdzaak hoofdarbeid
te verrichten.
Arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers: Een overeenkomst waarbij de
werknemer zich ertoe verbindt cliënteel op te sporen met het oog op het onderhandelen over en
het sluiten van zaken, verzekeringen uitgezonderd.
Arbeidsovereenkomst voor dienstboden: Een overeenkomst waarbij de werknemer (de
dienstbode) zich verbindt tegen loon, onder het gezag van een werkgever, in hoofdzaak
huishoudelijke handenarbeid te verrichten i.v.m. de huishouding van de werkgever of zijn gezin.
Het onderscheid tussen een werkman en een bediende is uitsluitend gebaseerd op de aard van het
werk, niet aan de benaming die partijen aan de overeenkomst hebben gegeven. Wanneer
hoofdarbeid samengaat met handenarbeid, moet men nagaan welk element doorslaggevend is bij de
uitoefening van het werk.
(2)Indeling op basis van de duur van de arbeidsovereenkomst
-
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd: Als er geen duurtijd bepaald is en ook in alle
gevallen waarin geen schriftelijke overeenkomst werd opgesteld.
- Arbeidsovereenkomst voor bepaald tijd of voor bepaald werk: Partijen bepalen duidelijk het
tijdstip waarop de overeenkomst begint of eindigt, of die de uitvoering van een welbepaald werk
waarvan de omvang en de duurtijd kan worden geschat door de werknemer als voorbeeld heeft.

Bij verderzetting na de termijn gelden dezelfde voorwaarden als bij de arbeidsovereenkomst
voor onbepaalde duur. Indien er verscheidene opeenvolgende overeenkomsten voor
bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk zijn, wordt er verondersteld dat er een
overeenkomst voor onbepaalde tijd werd aangegaan.
- Vervangingsovereenkomst: De werknemer wordt aangenomen ter vervanging van een andere
werknemer.

Deze overeenkomst moet uiterlijk op het tijdstip dat de werknemer in dienst treedt worden
opgesteld, en geldt voor maximum 2 jaar.

Deze overeenkomsten moeten schriftelijk worden opgesteld.
(3)Indeling op basis van de omvang van de arbeidsprestaties
-
Voltijdse arbeidsovereenkomst: geen bijzondere voorschriften
Arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid: Arbeid die regelmatig en vrijwillig wordt verricht
met een arbeidsduur die korter is dan die vooropgesteld door de arbeidswet of door de
bevoegde paritaire comités. Deze overeenkomst moet schriftelijk worden opgesteld, en de
inhoud moet de overeengekomen deeltijdse arbeidsregeling en het werkrooster vermelden.
Ulrike Lorent
28
Samenvatting Recht 2013
Belangrijke bepalingen met betrekking tot de arbeidsovereenkomsten
-
-
-
-
Vermoeden van arbeidsovereenkomst: Als je ergens werkt, vermoedt men dat je een
arbeidsovereenkomst hebt afgesloten.
Imperatief karakter van de wet op de arbeidsovereenkomsten:
 Bepalingen die strijdig zijn met de wet op de arbeidsovereenkomsten zijn nietig als ze tot
doel hebben de rechten van de werknemers te verminderen of zijn verplichtingen te
verzwaren.
 Bepalingen met een dwingend karakter moet aan voldaan worden, want het is in het
voordeel van de werknemer. Wanneer men hier toch van afwijkt, wordt dit nietig verklaard!
Verantwoordelijkheid van de werkgever voor de handelingen van het leidinggevend personeel:
De werkgever is verantwoordelijk voor alle opdrachten van het leidinggevend personeel in
uitvoering van de opdracht.
Het scheidsrechterlijk beding:
 Er is geen bepaling toegelaten in de arbeidsovereenkomst die een geschil tussen de
werkgever en de werknemer onttrekt aan de bevoegdheid van de rechterlijke macht.
 Hier is een uitzondering voor bedienden met jaarlijks een loon hoger dan 53.825 EUR, die
belast zijn met het dagelijkse beheer van de onderneming of die een
beheersverantwoordelijkheid hebben.
Verjaring: Rechtsvorderingen die ontstaan uit de arbeidsovereenkomst kunnen verjaren:
 1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst
 5 jaar na het feit waaruit de vordering ontstaan is, zonder dat deze termijn langer mag duren
dan 1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst.
Verplichtingen van de partijen
Gemeenschappelijke verplichtingen
Men is elkaar eerbied en achting verschuldigd, en men moet de goede zeden in acht nemen.
Verplichtingen van de werknemer
-
-
-
Wijze van werken: De werknemer moet zorgvuldig, eerlijk en nauwkeurig werken, op de tijd,
plaats en wijze zoals overeengekomen. Hij moet handelen volgens de bevelen en de instructies
die hem worden gegeven door de werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden, met het oog
op de uitvoering van de overeenkomst.
Verplichting tot geheimhouden en verbod van oneerlijke concurrentie: De werknemer mag geen
daden van oneerlijke concurrentie verrichten of daaraan meewerken. En volgende zaken moet
hij ook geheim houden:
 Fabrieksgeheimen.
 Zakengeheimen.
 Geheimen i.v.m. persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden.
Zorgen voor de veiligheid: De werknemer moet zorgen voor de veiligheid van zichzelf en
anderen, hij mag geen schade berokkenen.
Zorgen voor gereedschappen en grondstoffen: De werknemer moet zorg dragen voor de
gereedschappen en grondstoffen.
Verantwoordelijkheid voor schade: Als de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de
werkgever of derden schade berokkent, is hij alleen aansprakelijk voor zijn bedrog of zware
schuld. Voor lichte schuld is hij alleen aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan
toevallig voorkomt. Deze bepaling is van dwingend recht. Er mag (op straffe van nietigheid) niet
van worden afgeweken. De aansprakelijkheidsbeperking geldt enkel op burgerrechtelijk vlak.
Voor strafbare handelingen blijft hij persoonlijk aansprakelijk. Een schadevergoeding die
Ulrike Lorent
29
Samenvatting Recht 2013
-
voortkomt uit bedrog, zware fout of een gewoonlijk voorkomende fout van de werknemer kan
door de werkgever ingehouden worden op het loon van de werknemer.
 Bedrog: Opzettelijke of intentionele fout die wordt begaan om de schade te berokkenen.
 Zware fout: Een onopzettelijke maar dusdanig grove en extreme fout, zodat ze niet
verschoonbaar is.
 Gewoonlijk voorkomende lichte fout: Een herhaling van foutieve handelingen die wijzen op
een zekere geestesgesteldheid van de werknemer.
 Voor de rest draait de werkgever altijd op voor de fout van de werknemer. Voor
de toepassing van artikel 18 is het voldoende dat de onrechtmatige daad van de
werknemer verricht werd op het ogenblik waarop de werknemer in dienst is van
zijn werkgever, ook al is de fout niet gebeurd tijdens de uitoefening van de
specifieke functie waartoe de werknemer werd aangesteld.
Verantwoordelijkheid voor het afgeleverde werk: De werknemer is verantwoordelijk voor het
afgeleverde werk.
Verplichtingen van de werkgever
-
-
Werk geven: De werkgever is verplicht de werknemer te doen arbeiden op de overeengekomen
wijze, tijd en plaats, en de nodige hulpmiddelen en hulpmaterialen ter beschikking te stellen.
Zorgen voor behoorlijke omstandigheden: De werkgever moet een veilige, gezonde
werkomgeving aanbieden, met een EHBO-kit, ziekenkamer, brandblusapparaat, …
Loon betalen: De werkgever moet de werknemer loon betalen voor zijn geleverde arbeid.
Huisvesting bezorgen.
Toelaten burgerlijke verplichtingen en geloofsplichten te vervullen.
Zorgen voor het onthaal van de werknemer.
Zorgen voor het arbeidsgereedschap en persoonlijke voorwerpen.
Een getuigschrift en sociale documenten bezorgen bij het einde van de overeenkomst: De
werknemer moet alle nodige documenten krijgen wanneer hij op zoek moet naar een andere
job.
Aansprakelijkheid voor het werk.
Verbod voorwaarden van de arbeidsovereenkomst eenzijdig te wijzigen: Dit is verboden, want
het is een consensueel contract. Enkel wanneer beide partijen akkoord zijn, mogen wijzigingen
worden doorgevoerd.
De arbeidsovereenkomst: Bijzondere bedingen
(1)Het proefbeding
Sluiten van een proefbeding
Elke arbeidsovereenkomst, behalve voor dienstboden, kan een proefbeding bevatten. Het moet voor
elke werknemer afzonderlijk en schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het ogenblik waarop de
werknemer in dienst treedt.
Proeftijd is een tijdvak gedurende hetwelk kan beoordeeld worden of bepaalde rechtsbetrekkingen
na verloop van dat tijdvak al dan niet blijven voortbestaan. Het doel is om partijen toe te laten na te
gaan of de dienstbetrekking past.
Een arbeidsovereenkomst moet niet schriftelijk zijn, een proefcontract wel.
Duur en beëindiging
-
Voor werklieden (handenarbeid) en studenten:
Ulrike Lorent
30
Samenvatting Recht 2013

-
De proeftijd duurt minimum 7 dagen en maximum 14 dagen. Als het proefbeding geen duur
bepaalt, is de minimumduur van 7 dagen van toepassing. Als aan het einde van de proeftijd
de partijen de uitvoering van de overeenkomst voortzetten, ontstaat er automatisch een
overeenkomst van onbepaalde duur.
 Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd mag het contract niet eenzijdig beëindigd worden
zonder dringende reden. Na die periode van 7 dagen mag het contract wel beëindigd worden
zonder een opzegtermijn te moeten naleven of een vergoeding te betalen.
Voor bedienden (hoofdarbeid) en handelsvertegenwoordigers: De proeftijd duurt minimum 1
maand. De maximumduur is:
 Jaarlijks loon < 33.082 euro: 6 maanden
 Jaarlijks loon > 33.082 euro: 12 maanden
 Als het proefbeding geen duur bepaalt, is de minimumduur van 1 maand van toepassing. Als
aan het einde van de proeftijd de partijen de uitvoering van de overeenkomst voortzetten,
ontstaat er automatisch een overeenkomst van onbepaalde duur.
o Naast de mogelijkheid van beëindiging om dringende reden, kan de
arbeidsovereenkomst tijdens de eerste maand van de proeftijd ook worden
beëindigd, op voorwaarde dat een opzegtermijn van 7 dagen nageleefd wordt.
o Na de eerste maand proeftijd en tot het einde ervan kan de arbeidsovereenkomst
worden beëindigd, op voorwaarde dat een opzegtermijn van 7 dagen nageleefd
wordt. De opzegtermijn moet uiterlijk op de laatste dag van de proeftijd eindigen.
(2)Het concurrentiebeding
Een beding waarbij een werknemer zich ertoe verbindt bij zijn vertrek uit de onderneming geen
soortgelijk werk uit te oefenen, hetzij door zelf een onderneming uit te baten, hetzij door in dienst te
treden bij een concurrerende werkgever, waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming die hij
verlaten heeft nadeel te berokkenen door de kennis die eigen is aan die onderneming en die hij in die
onderneming heeft verworven, voor zichzelf of ten voordele van een concurrerende onderneming te
gebruiken.
Geldigheidsvereisten
-
-
De mogelijkheid om een concurrentiebeding in te lassen in de arbeidsovereenkomst hangt af van
het jaarloon van de werknemer:
 minder dan 27.597 EUR: niet toegelaten
 tussen 27.597 en 55.193 EUR: toegelaten voor functies bepaald bij cao
 boven 55.193 EUR: toegelaten behalve voor functies uitgesloten bij CAO
Moet betrekking hebben op soortgelijke activiteiten
Moet geografisch beperkt worden tot de plaatsen waar de werkman de werkgever werkelijk
concurrentie kan aandoen
Mag niet verder reiken dan België
Mag niet langer duren dan 12 maanden vanaf de dag dat de overeenkomst een einde heeft
genomen
Moet voorzien in de betaling van een forfaitaire compensatoire vergoeding verschuldigd door de
werkgever
Vormvoorwaarden
Het concurrentiebeding moet schriftelijk worden opgesteld.
Ulrike Lorent
31
Samenvatting Recht 2013
Uitwerking
Het concurrentiebeding heeft geen uitwerking wanneer aan de overeenkomst een einde wordt
gemaakt:
- Tijdens de proefperiode
- Tijdens de werkgever zonder dringende reden
- Door de werknemer om een dringende reden
Bij een overtreding van het concurrentiebeding door de werknemer moet hij de compensatoire
vergoeding terugbetalen aan de werkgever en een gelijkwaardig bedrag betalen.
Verboden bedingen (= Bepalingen die niet in de arbeidsovereenkomst mogen staan)
-
-
-
Voor de werknemer ongunstige bedingen: Alle bedingen van een arbeidsovereenkomst die
strijdig zijn met de arbeidsovereenkomstenwet zijn nietig, voor zover zij ertoe strekken de
rechten van de werknemer in te korten of zijn verplichtingen te verzwaren.
Huwelijksbeding: Het beding waarbij wordt bepaald dat het huwelijk een einde maakt aan de
arbeidsovereenkomst is nietig.
Moederschapsbeding: Het beding dat bepaald dat moederschap een einde maakt aan de
arbeidsovereenkomst is nietig.
Pensioenbeding: Het beding waarbij wordt bepaald dat het bereiken van de wettelijke
pensioenleeftijd een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst is nietig.
Beslag op loon: Alle bedingen van de arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever ertoe wordt
gemachtigd de arbeidsovereenkomst, zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn, te
beëindigen wanneer beslag is gelegd op het loon van de werknemer ten gevolge van een
kredietovereenkomst (bepaald door de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet) zijn
nietig.
Wijzigingsbeding: Het beding waarbij de werkgever zich het recht voorbehoudt om de
voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen is nietig.
Schorsing van de arbeidsovereenkomst
In een aantal gevallen houden sommige of alle gevolgen van de overeenkomst op te bestaan, zonder
dat een einde wordt gesteld aan de overeenkomst. In sommige gevallen houden zowel de
verplichtingen van de werkgever als die van de werknemer op, in andere gevallen behoudt de
werknemer wel gedurende een zekere zin zijn recht op het volledige loon of op een gedeelte ervan.
Overmacht
Een gebeurtenis die niet te voorzien of niet te voorkomen is, en die de uitvoering van de verbintenis
onmogelijk maakt. Wie zich op overmacht beroept, moet die bewijzen. Als er overmacht is, moet de
schuldenaar zijn verbintenis niet bewijzen. Overmacht belet dat de partij die haar verbintenis niet
uitvoert daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld.
Onvolledige arbeidsdag
Wanneer de werknemer geschikt is om te werken op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeeft,
wordt de arbeidsovereenkomst geschorst en behoudt de werknemer zijn recht op loon in de
volgende gevallen:
- Wanneer hij te laat op het werk aankomt of er niet aankomt wegens een oorzaak onafhankelijk
van zijn wil.
- Wanneer hij het werk niet kan beginnen of voortzetten wegens een oorzaak onafhankelijk van
zijn wil. Wanneer hij het werk niet kan beginnen of voortzetten wegens een staking behoudt hij
het recht op loon niet!
Ulrike Lorent
32
Samenvatting Recht 2013
Jaarlijkse vakantie
De uitvoering van de overeenkomst wordt geschorst op de volgende dagen:
- De dagen waarop de onderneming wegens jaarlijkse vakantie gesloten is
- De dagen waarop de werknemer buiten die periode jaarlijks vakantie neemt
Als de werkgever opzegging geeft tijdens de vakantie, begint de termijn ten vroegste na het einde
van de vakantie. De opzegging die door de werkgever gegeven is voor de vakantie wordt tijdens die
periode geschorst.
Zetelen in arbeidsgerechten
Gedurende de tijd dat de werknemer als raadsheer of rechter in sociale zaken moet zetelen in de
arbeidshoven en rechtbanken, wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst.
Uitoefening van politiek mandaat
Burgemeesters, schepenen, voorzitters en leden van de districtsraden en OCMW-voorzitters kunnen
m.b.t. de uitoefening van hun mandaat:
- hun arbeidsprestaties verminderen met maximum 2 dagen per week.
- de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst schorsen.
 tijdens de volledige duur van het mandaat.
 tijdens de periodes van minstens 12 maanden die al dan niet na elkaar kunnen worden
genomen.
Er is geen loonplicht voor de werkgever voor het politiek verlof.
Voorlopige vrijheidsberoving
De overeenkomst wordt geschorst gedurende de periode dat de werknemer afwezig is tijdens
maatregelen van voorlopige vrijheidsberoving. Er is geen loon verschuldigd.
Kort verzuim
De werknemer heeft het recht om van het werk afwezig te zijn met behoud van zijn normaal loon:
- ter gelegenheid van familiegebeurtenissen
- voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten
- in geval van verschijning voor het gerecht
Om gerechtigd te zijn op loon moet de werknemer vooraf verwittigen!
Ziekte en ongeval
De onmogelijkheid voor de werknemer om zijn werk te verrichten t.g.v. ziekte en ongeval, schorst de
uitvoering van de overeenkomst. Verplichtingen van de werknemer en rechten van de werkgever:
-
-
Meldingsplicht: De werknemer is verplicht zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen
van zijn arbeidsongeschiktheid.
Geneeskundig getuigschrift: De werknemer dient aan de werkgever een geneeskundig
getuigschrift voor te leggen op verzoek van de werkgever. Behoudens in geval van overmacht
moet de werknemer het getuigschrift aan de werkgever overmaken of geeft hij het op de
onderneming af binnen 2 werkdagen vanaf de dag van de ongeschiktheid.
Controle door de werkgever: De werkgever mag de voorgehouden arbeidsongeschiktheid van
zijn werknemer controleren en trachten te bewijzen dat de werknemer in werkelijkheid niet
arbeidsongeschikt is. De werknemer mag niet weigeren een controlearts te ontvangen, noch zich
Ulrike Lorent
33
Samenvatting Recht 2013
-
door deze te laten onderzoeken. De controlearts heeft als opdracht na te gaan of de werknemer
werkelijk arbeidsongeschikt is en de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid te
verifiëren.
Gewaarborgd loon: In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens de
onmogelijkheid voor de werknemer om zijn werk te verrichten t.g.v. ziekte of ongeval, wordt er
aan de werknemer een bepaald loon toegekend, hoewel hij geen arbeid verricht.
 Werklieden:
o De eerste 7 dagen moet de werkgever 100% van het loon betalen.
 Carensdag = De eerste werkdag van de periode van arbeidsongeschiktheid,
wanneer de arbeidsongeschiktheid geen 14 dagen duurt. De periode van
gewaarborgd loon begint de volgende dag!
o De 2e periode van 7 dagen: De werkman heeft recht op 60% van zijn loon gedurende
de eerste 7 dagen die volgen op de 1e periode van 7 dagen.
o Anciënniteitsvereiste: 1 jaar
 Bedienden:
o De volgende bedienden behouden het recht op loon gedurende de eerste 30 dagen
van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval:
 De bediende die is aangeworven voor onbepaalde tijd.
 De bediende die is aangeworven voor een bepaalde tijd van ten minste 3
maanden.
 De bediende die is aangeworven voor een duidelijk omschreven werk
waarvan de uitvoering normaal een tewerkstelling van ten minste 3
maanden vergt
o De volgende bedienden hebben recht, in geval van arbeidsongeschiktheid wegens
ziekte of ongeval, op hun volledig loon voor een periode van 7 dagen en op 60% van
het loon gedurende de 7 daaropvolgende dagen:
 De bediende die is aangeworven op proef.
 De bediende die is aangeworven voor een bepaalde tijd van minder dan 3
maanden.
 De bediende die is aangeworven voor een duidelijk omschreven werk
waarvan de uitvoering normaal een tewerkstelling van 3 maanden vergt
o Anciënniteitsvereiste: /
Zwangerschapsonderzoeken
De uitvoering van de overeenkomst wordt geschorst tijdens de duur van de afwezigheid van de
zwangere werkneemster voor zwangerschapsonderzoeken.
Zwangerschaps- en bevallingsrust
Tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsrust (15 weken) is de arbeidsovereenkomst
geschorst.
Borstvoedingspauze
De werkneemster heeft het recht haar arbeidsprestaties te schorsen om haar kind met moedermelk
te voeden en/of melk af te kolven. Deze periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst wordt
niet bezoldigd door de werkgever. De werkneemster heeft wel het recht op een uitkering van de
ziekte- en invaliditeitsuitkering.
Vaderschapsverlof
Een werknemer heeft het recht ter gelegenheid van de geboorte van zijn kind van het werk afwezig
te zijn gedurende 10 dagen. De eerste 3 dagen van het vaderschapsverlof behoudt de werknemer
Ulrike Lorent
34
Samenvatting Recht 2013
zijn loon ten laste van de werkgever. De volgende 7 dagen betaalt het ziekenfonds een gedeelte van
het brutoloon.
Adoptieverlof
De werknemer die een kind adopteert, heeft recht op een adoptieverlof gedurende een periode van:
- Kind < 3 jaar: 6 weken
- Kind > 3 jaar: 4 weken
Verlof om dwingende reden
Werknemers uit de privésector hebben het recht in totaal maximum 10 dagen per kalenderjaar van
het werk afwezig te blijven zonder loon, omwille van een dringende reden. Dwingende reden
betekent elke niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis, die de dringende en
noodzakelijke tussenkomst van de werknemer vereist, en dit voor zover de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst die tussenkomst onmogelijk maakt.
Enkele specifieke gevallen:
- Ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werknemer onder hetzelfde dak
woont .
- Ernstige materiële beschadiging van de bezittingen van de werknemer.
- Het bevel tot persoonlijke verschijning in de rechtszitting wanneer de werknemer partij is in een
rechtszaak.
Oorzaken van schorsing (enkel van toepassing op het werklieden contract)
Het slechte weer schorst de uitvoering van de overeenkomst voor zover het werk onmogelijk wordt,
en op voorwaarde dat de werkman werd verwittigd dat hij zich niet op het werk moet aanbieden.
Tijdens de periode van schorsing heeft de werkman geen recht op loon, maar kan hij eventueel recht
hebben op een werkloosheidsuitkering. Als de schorsing langer duurt dan 1 maand, heeft de
werkman het recht om de overeenkomst te beëindigen zonder opzegging.
Tijdskrediet, loopbaanvermindering en halvering van arbeidsprestaties
De werknemers hebben recht op een tijdskrediet voor een maximumperiode van 1 jaar (dit kan
verlengd worden tot 5 jaar) over de gehele loopbaan, op te nemen per minimum van 3 maanden.
Hoe?
-
Door hun arbeidsprestaties volledig te schorsen
Door hun arbeidsprestaties te verminderen tot een halftijdse betrekking
De werknemers die het recht op tijdskrediet uitoefenen hebben recht op een onderbrekingsuitkering. Maar deze bedraagt niet zoveel als het loon!
Thematische verlofstelsels
Verlof voor palliatieve zorgen
Dit geeft een werknemer de mogelijkheid zich toe te leggen op de verzorging van een persoon uit de
naaste omgeving die ongeneeslijk ziek is en die zich in de terminale fase bevindt. De werknemer kan
zijn loopbaan gedeeltelijk of volledig schorsen gedurende 1 maand (dit kan met 1 maand verlengd
worden). Dit verlof is een recht en de werknemer is beschermd tegen ontslag. De werknemer
ontvangt een onderbrekingsvergoeding tijdens de periode van de schorsing van de
arbeidsovereenkomst.
Ulrike Lorent
35
Samenvatting Recht 2013
Verlof voor de bijstand van een zwaar ziek familielid
Werknemers hebben het recht om de loopbaan gedurende maximaal 12 maanden te onderbreken,
of de prestaties gedurende maximaal 24 maanden te verminderen voor de bijstand van een zwaar
ziek lid van het gezin of van de familie tot de 2e graad. Zware ziekte: De ziekte of medische ingreep
waarvan de behandelende geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele
bijstand of verzorging nodig is voor het herstel.
Ouderschapsverlof
Elke werknemer op wie de wet betreffende de CAO’s en de paritaire comités van toepassing is, heeft
recht op ouderschapsverlof. De uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan volledig geschorst
worden gedurende 3 maanden vanaf de geboorte van een kind tot het 6 jaar wordt. De werknemer
kan 3 maanden loopbaanonderbreking aaneengesloten nemen of hij kan deze periode naar keuze in
maanden opsplitsen. Hij heeft ook de mogelijkheid te kiezen voor een vermindering van de
arbeidsprestaties met ⅕, gedurende een periode van 15 maanden als hij voltijds is tewerkgesteld.
Om in aanmerking te komen voor het ouderschapsverlof moet de werknemer gedurende 15
maanden die voorafgaan aan zijn aanvraag tenminste 12 maanden tewerkgesteld zijn bij die
werkgever.
Einde van de arbeidsovereenkomst
Algemeen
In het Belgisch arbeidsovereenkomst heeft elke partij steeds de mogelijkheid de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst aan de andere partij op te dringen, zonder dat deze laatste het recht heeft de
verdere uitvoering van de overeenkomst te vorderen.
-
-
Ontslag: De handeling waarbij een partij aan de andere partij ter kennis brengt dat zij besloten
heeft de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Ontslag is een eenzijdige handeling die aan geen
vormvereisten is onderworpen.
Opzegging: De voorafgaandelijke bekendmaking van de datum waarop de arbeidsovereenkomst
een einde zal nemen.
Opzeggingstermijn: De tijdsruimte die ligt tussen het tijdstip waarop de opzegging een aanvang
neemt en het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst werkelijk een einde neemt.
De kennisgeving van de opzegging dient op straffe van nietigheid schriftelijk te gebeuren. De
opzeggingsbrief dient het begin en de duur van de opzeggingstermijn te vermelden.
Hoe kan een arbeidsovereenkomst beëindigd worden?
Mogelijkheden
De arbeidsovereenkomst kan beëindigd worden:
- Door het einde van de termijn bij een contract voor een bepaalde duur
- Door het voltooien van het werk bij een contract voor een bepaald werk
- Door de wil van één van de partijen bij een contract voor onbepaalde duur
- Door een dringende reden
- Door het overlijden van een werknemer (niet bij het overlijden van de werkgever!)
- Door overmacht
Ulrike Lorent
36
Samenvatting Recht 2013
Einde van de overeenkomst door overlijden
Dit is het gevolg van het feit dat een arbeidsovereenkomst ‘intuitu personae’ wordt aangegaan in
hoofde van de werknemer. Het overlijden van de werkgever maakt geen einde aan de overeenkomst,
behalve als:
-
het overlijden een gevolg heeft voor de activiteit waarvoor de werknemer aangeworven is
de overeenkomst gesloten is met het oog op de persoonlijke medewerking.
Einde wegens een dringende reden
Elke partij kan de overeenkomst beëindigen zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn
om een dringende reden. Dringende reden is elke ernstige tekortkoming die elke professionele
samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt.
De rechtbank zal moeten oordelen over de dringende reden. Dit wil niet zeggen dat elke dringende
reden automatisch door de rechter zal worden beoordeeld. De dringende reden wordt in eerste
instantie beoordeeld door de partij die het ontslag wenst te geven. Pas wanneer de andere partij van
oordeel is dat ze ten onrechte werd ontslagen om een dringende reden, kan zij aan de rechter
beoordeling van de feiten vragen.
Kenmerken:
- Elke partij: Zowel de werkgever als de werknemer kunnen beëindigen wegens dringende reden.
- Steeds deze wijze van beëindiging kan zelfs wanneer de beëindiging normaal niet mogelijk is.
- De arbeidsovereenkomst: Alle arbeidsovereenkomsten kunnen beëindigd worden om een
dringende reden.
Niet elke ernstige tekortkoming van één van de partijen maakt de professionele samenwerking
onmiddellijk en definitief onmogelijk! Kenmerkend is dat de arbeidsovereenkomst niet meer in stand
kan gehouden worden, zelfs niet voor korte tijd.
Ontslag wegens dringende reden is een vorm van het ontslag. Het is een eenzijdige
rechtsbehandeling waardoor een partij bij een arbeidsovereenkomst te kennen geeft dat zij de
overeenkomst wenst te beëindigen. Het ontslag wegens dringende reden maakt een einde aan de
arbeidsovereenkomst op het ogenblik waarop de partij die ontslag geeft, aan de andere partij haar
wil om de overeenkomst te beëindigen ter kennis brengt. Het ontslag om dringende reden is aan
geen enkele vormvereiste onderworpen. Er zijn wel vormvoorwaarden voorgeschreven voor de
kennisgeving van de redenen die het ontslag rechtvaardigen.
Als één van de partijen die arbeidsovereenkomst wil beëindigen wegens een dringende reden, dan
moet:
- De overeenkomst beëindigd worden binnen de 3 werkdagen nadat het feit ter rechtvaardiging
ervan bekend is aan de partij die zich erop beroept
- De reden van het ontslag meegedeeld worden binnen de 3 werkdagen na het ontslag
 Werkdag: Elke dag die geen zondag of wettelijke feestdag is.
De kennisgeving moet op straffe van nietigheid uitsluitend gebeuren op de 3 volgende werkwijzen:
- Bij aangetekende brief:
- Bij deurwaardersexploot:
- Door afgifte van een geschrift aan de andere partij: De handtekening van deze partij op het
duplicaat van dit geschrift geldt alleen als bericht van ontvangst van de kennisgeving!
De partij die de dringende reden inroept, moet hiervan het bewijs leveren. Bovendien moet zij
bewijzen dat de in de wet voorziene termijnen in acht werden genomen.
Ulrike Lorent
37
Samenvatting Recht 2013
Als de procedure niet gevolgd wordt, moet de partij die het contract beëindigt, het loon betalen voor
de opzegtermijn die moest nageleefd worden.
Einde van de overeenkomst voor onbepaalde duur
Het contract voor onbepaalde duur kan beëindigd worden door opzegging die door de ene partij aan
de andere gegeven kan worden. De kennisgeving moet het begin van de opzegtermijn en de duur
ervan vermelden. Het ontbreken van één van deze vermeldingen maakt de opzegging nietig. De
reden van het ontslag moet niet worden vermeld. Als de opzegging uitgaat van de werknemer moet
de kennisgeving op straffe van nietigheid (betrekkelijke nietigheid) gebeuren:
-
Bij deurwaardersexploot: Brief door deurwaarder laten tekenen.
Door een aangetekende brief:
Door een brief die de werknemer aan de werkgever afgeeft, en waarbij de werkgever voor
ontvangst tekent op het dubbel van de opzegbrief
Als de opzegging uitgaat van de werkgever, kan de kennisgeving van de opzegging, op straffe van
nietigheid (absolute nietigheid), enkel gebeuren:
- Door een aangetekende brief
- Bij deurwaardersexploot
Als de opzegtermijn niet wordt nageleefd, is de partij die de overeen, komst beëindigt, verplicht het
loon te betalen voor de duur van de opzegtermijn of van het niet nageleefde deel ervan.
Einde van de overeenkomst voor een bepaalde duur of bepaald werk
Een arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege bij het einde van de termijn of bij het beëindigen
van het werk. Wordt het werk voortgezet na het verloop van de voorziene duur, dan ontstaat er van
rechtswege een overeenkomst voor onbepaalde duur. Als de overeenkomst voortijdig beëindigd
wordt zonder een dringende reden, dan moet er een vergoeding betaald worden die gelijk is aan het
loon voor het niet verlopen gedeelte van de voorziene duur. Er moet echter niet meer betaald
worden dan het dubbele van het loon voor de opzegtermijn die verplicht zou zijn bij een
overeenkomst voor onbepaalde duur.
Outplacement (= Begeleiding bij ontslag en werk zoeken)
Het geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van een werkgever en op zijn
kosten door een outplacementbureau worden verleend om een werknemer in staat te stellen zelf of
binnen een zo kort mogelijke termijn een betrekking te vinden bij een nieuwe werkgever of een
beroepsbezigheid als zelfstandige te beginnen. Om recht te hebben op outplacement moet de
ontslagen werknemer voldoen aan volgende voorwaarden:
-
Een arbeidsovereenkomst hebben gesloten met de werkgever
De leeftijd van 45 jaar bereikt hebben op het ogenblik waarop het ontslag gegeven is
Minstens 1 jaar ononderbroken in dienst te zijn bij die werkgever
Outplacement is een recht, geen verplichting, en de werknemer moet het schriftelijk vragen aan de
werkgever binnen de 2 maanden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Einde van de arbeidsovereenkomst voor werklieden
De opzegtermijn wordt steeds bepaald in verhouding met de anciënniteit van de werknemer.
Ulrike Lorent
38
Samenvatting Recht 2013
Conventionele anciënniteit: De partijen kunnen overeenkomen dat ook de dienstjaren bij de vorige
werkgever in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de anciënniteit of fictieve anciënniteit
toekennen.
De opzeggingstermijn is vastgesteld op 28 dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, en
op 14 dagen wanneer de opzegging van de werkman uitgaat. Deze termijnen worden verdubbeld wat
de werklieden betreft die gedurende ten minste 20 jaar ononderbroken bij dezelfde onderneming in
dienst zijn gebleven. Voor werklieden die minder dan 6 maanden in dienst zijn, kan de overeenkomst
afwijken van de normale opzeggingstermijnen:
-
De door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn mag niet korter zijn dan 7 dagen.
De door de werkman in acht te nemen termijn mag de helft niet overschrijden van de termijn die
is overeengekomen voor het geval de werkgever opzegt.
Tijdens de opzegtermijn mag de werkman 2x per week een halve dag afwezig zijn, met het behoud
van loon, om ander werk te zoeken. Als de opzegtermijn korter is dan 7 dagen, mag hij maar 1 halve
dag per week afwezig zijn.
Einde van de arbeidsovereenkomst voor bedienden
Opzeggingstermijn voor lagere bedienden (Minder dan € 28. 093)
De opzeggingstermijn welke door de werkgever moet worden in acht genomen, bedraagt ten minste
3 maanden voor de bedienden die minder dan 5 jaar in dienst zijn.
Deze termijn wordt vermeerderd met 3 maanden bij de aanvang van elke nieuwe periode van 5 jaar
dienst bij dezelfde werkgever. De opzeggingstermijn die door de werknemer in acht moet worden
genomen bedraagt de helft van de door de werkgever in acht te nemen termijn. Het maximum is
vastgesteld op 3 maanden.
Anciënniteit
Opzegging uitgaand van
de werkgever
de werknemer
0 – 5 jaar
3 maanden
1 ½ maand
5 – 10 jaar
6 maanden
3 maanden
10 – 15 jaar
9 maanden
3 maanden
15 – 20 jaar
12 maanden
3 maanden
In het beginsel komt het aan de partijen toe de duur van de opzeggingstermijn te bepalen.
Overeenkomst over de opzeggingstermijn:
-
Deze overeenkomst kan niet geldig worden gesloten voor de opzegging.
Indien de partijen niet tot een akkoord komen, moet de rechter (arbeidsrechtbank) de
opzeggingstermijn bepalen, met als enige beperking dat de termijn niet korter mag zijn dan de
wettelijke minimumtermijn voor lagere bedienden.
Opzeggingstermijn voor hogere bedienden
De door de werkgever en bediende in acht te nemen opzeggingstermijnen worden vastgesteld bij de
overeenkomst, gesloten ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven door de
rechter.
Indien de opzegging wordt gegeven door de werkgever, mag de opzeggingstermijn niet korter zijn
dan de voor lagere bedienden vastgestelde termijnen. Indien de opzegging wordt gegeven door de
bediende, mag de opzeggingstermijn niet langer zijn dan:
- Jaarlijks loon tussen 28.093 euro en 56.187 euro: 4 ½ maand
- Jaarlijks loon hoger dan 56.187 euro: 6 maanden
Ulrike Lorent
39
Samenvatting Recht 2013
Criteria voor het bepalen van de opzeggingstermijn: De opzeggingstermijn dient door de rechter te
worden bepaald, met inachtneming van de op het tijdstip van de kennisgeving van de opzegging voor
de bediende bestaande kans om spoedig een gelijkwaardige betrekking te vinden, rekening houdend
met zijn anciënniteit, zijn leeftijd en het bedrag van zijn loon.
Volgende omstandigheden worden geacht geen invloed te hebben op de bepaling van de
opzeggingstermijn:
-
Tekortkomingen van de werknemer aan zijn verplichtingen
Gezinssituatie van de werknemer
Vrijstelling van prestaties tijdens de opzeggingstermijn
Verschillende auteurs hebben formules opgesteld voor de berekeningen van de opzeggingstermijn.
 Wanneer de werkgever de werknemer enkel het minimum wil geven, kan dit aangevochten
worden, en wordt de termijn berekend a.d.h.v. deze formules.
Gedurende de opzegtermijn mag de bediende 2x per week een halve dag afwezig zijn met het
behoud van zijn loon, om ander werk te zoeken.
Deel 5: Burgerlijk recht
Hoofdstuk 1: Personen- en familierecht
Personenrecht
Begrip en soorten personen
Begrip
Een persoon is elke entiteit die drager kan zijn rechten en plichten. Deze eigenschap heet
rechtsbekwaamheid.
Soorten personen
-
Natuurlijke personen: Vb. Mensen zoals u en ik.
Rechtspersonen: Vb. Vennootschap of VZW.
Ontstaan en beëindiging van de persoonlijkheid
Vangt aan bij de geboorte en eindigt bij de dood. Er zijn uitzonderingen waarbij er een
persoonlijkheid toegekend wordt aan een ongeboren kind of een gestorven persoon.
Staat van de persoon
Begrip en verkrijging
Het geheel van persoonlijke en relatiegebonden hoedanigheden van een persoon die zijn juridische
plaats in de maatschappij en de familie bepalen. Het is de rechtstoestand van een persoon die zijn
rechten en plichten kan bepalen. Deze staat van de persoon kan enkel voortvloeien uit of krachtens
een wet.
Kenmerken van de staat
Omdat de staat iemands rechtspositie bepaalt, moet hij tegenstelbaar zijn aan iedereen. Zowel het
verkrijgen, verliezen als het wijzigen van de staat moet gebeuren volgens de wettelijke regels van
openbare orde. De onbeschikbaarheid van de staat wilt zeggen dat men over de staat geen
Ulrike Lorent
40
Samenvatting Recht 2013
overeenkomsten kan sluiten. Daarnaast is de staat ook nog enkelvoudig (Vb. Je bent een man OF
vrouw, maar niet een man EN een vrouw)
Elementen van de staat
-
-
-
-
-
Naam: is een woord of woorden waarmee een persoon geindentificeerd wordt en waardoor hij
van andere personen onderscheiden wordt.
 Soorten:
o Familienaam.
o Voornaam.
o Handelsnaam.
o Naamsverandering.
o Naamsverbetering.
Geslacht: is het behoren tot de mannelijke dan wel de vrouwelijke sekse. Deze wordt gebaseerd
op de fysieke criteria, psychologische criteria en het sociologisch criterium.
 Interseksualiteit: Deze mensen hebben zowel kenmerken van een man als een vrouw.
 Transseksuelen: De fysieke kenmerken zitten in dezelfde richting, maar psychologisch voelt
men zich tot het andere geslacht.
Woonplaats: is de plaats waar de persoon voor het uitoefenen van zijn burgerlijke rechten zijn
hoofdverblijf heeft. Een woonplaats heeft een materieel en een moreel element.
 Kenmerken:
o Vrijheid.
o Een woonplaats.
o Verschillende verblijfplaatsen.
 Dit van belang voor het bepalen van burgerlijke rechten en plichten.
Nationaliteit: is de juridische band tussen een persoon en de staat waarvan hij onderdaan is.
Door deze band verkrijgt de persoon bepaalde rechten en plichten volgens de wetgeving van het
land. Elk land heeft de soevereine macht om de voorwaarden te bepalen waaronder het
lidmaatschap wordt toegekend of opgezegd.
 Kenmerken:
o Het zijn regels van openbare orde.
o Het is algemeen: Er wordt getracht elke persoon nationaliteit te geven omdat dit een
mensenrecht is.
o Het is bij voorkeur enkelvoudig en veranderbaar.
 Nationaliteit wordt wereldwijd bepaald op basis van een combinatie van twee
verschillende systemen die berusten op een socio-economische band met het
land:
1. Criterium van de afstamming.
2. Criterium van het territorium.
 De Belgische nationaliteit kan verworven worden door de toekenning en
verkrijging. Er zijn ook gevallen dat je je Belgische nationaliteit kan verliezen (al
dan niet vrijwillig).
Handelings(on)bekwaamheid: is de juridische bevoegdheid om de rechten die men heeft zelf te
mogen uitoefenen. Er zijn twee soorten handelingsonbekwamen:
 Minderjarigen:
o Niet ontvoogde minderjarigen: Hij/zij die geen volle leeftijd van 18 jaar heeft bereikt
(Algemeen en volledig). Hierbij is er vertegenwoordiging via het ouderlijk gezag. Het
zijn de ouders die beslissingen maken met betrekking tot de persoon en met
betrekking tot de goederen.
 Daden van bewaring en beheer: Een minderjarige heeft een onroerend goed.
Hierbij moet men een onderscheid maken en kan het onroerend goed dat de
Ulrike Lorent
41
Samenvatting Recht 2013


minderjarige kost nietig verklaard worden als er sprake is van benadeling.
Deze benadeling kan intrinsiek of extrinsiek zijn.
 Met intrinsieke benadeling wilt men zeggen dat er een
wanverhouding bestaat tussen de prestaties van wederzijdse
partijen, vb.: Een minderjarige gaat naar een makelaar om een
verzekeringspolis af te sluiten, en de prijs die de minderjarige moet
betalen is veel hoger dan dat een volwassenen moet betalen.
 Extrinsieke benadeling wilt zeggen dat er een onevenwicht is tussen
de handeling die een minderjarige stelt en zijn vermogen, Vb.: Een
minderjarige die niet werkt en nog studeert koopt een auto.
 Daden van beschikking: Deze daden brengen dan een wijziging aan in de
staat het vermogen en zijn daarom nietig. Degene die beslist of de daden
nietig zijn is de rechter.
 Vertegenwoordiging via de voogd: Wanneer beide ouders overleden zijn of in de
onmogelijkheid verkeren om het ouderlijk gezag uit te oefenen, wordt de voogd
gecontroleerd door een toeziend voogd. De voogd heeft als taak om te zorgen
voor de persoon van de minderjarige. Hij heeft geen genotsrecht van de
goederen en is wel bevoegd om de onroerende goederen van de minderjarige te
beheren. De voogd moet elk jaar voor de vrederechter komen om aan te tonen
wat hij met het geld van de jongere gaat doen en de vrederechter moet hier ook
mee toestemmen.
o Ontvoogde minderjarigen: zijn gedeeltelijk bekwaam. Het is een tussenstadium
tussen volledige handelingsonbekwaamheid en volledige handelingsbekwaamheid.
Een ontvoogde minderjarige wordt volledig en algemeen handelingsbekwaam in
persoonsrechtelijke aangelegenheden wat zijn goederen betreft kan hij in een aantal
gevallen optreden. Voor niet persoonsrechtelijke aangelegenheden (zoals bv. het
kopen van een huis) moet een ontvoogde minderjarige ook bijstand krijgen. Deze
bijstand wordt dan gegeven door een curator.
o Verlengd minderjarige verklaarden: Deze meerderjarige wordt ten aanzien van zijn
persoon en goederen gelijkgesteld met minderjarigen beneden de 15 jaar.
Personen die niet over al hun geestesvermogen beschikken:
o Gerechtelijk onbekwaam verklaarde geesteszieke: Een meerderjarige die zich in een
aanhoudende toestand van onnozelheid of krankzinnigheid bevindt, moet
onbekwaam verklaard worden.
Onbekwaamheid kan enkel door de wet worden ingevoerd. In sommige gevallen moeten
deze mensen vertegenwoordigt worden, ofwel samen met een bepaalde persoon optreden.
Wanneer het over “samen” gaat, dan noemt men dit bijstand. Dit doet men ter bescherming
voor de minderjarige of voor derden.
Persoonlijke publiciteit
De burgerlijke stand is de bevoegdheid van de gemeenten. De persoon kan ook nog op andere
manieren voortvloeien uit de wet, andere identificatiemiddelen zijn m.n.:
- Belgisch Staatsblad.
- Bevolkingsregister.
- Rijksregister.
- Identiteitskaart.
- Internationaal paspoort.
- Trouwboekje.
Ulrike Lorent
42
Samenvatting Recht 2013
Familierecht
Wie is familie? Graad van verwantschap en aanverwantschap
Bloedverwanten: Personen die afstammen van elkaar (rechte lijn) of van een gemeenschappelijke
voorouder (zijlijn); aanverwanten zijn de bloedverwanten van de echtgenoot en de echtgenoten van
de bloedverwanten.
Huwelijk
Religieuze huwelijk na burgerlijke huwelijk
Begrip
Een instelling die het vormen van een bestendige levensgemeenschap, gesteund op seksualiteit,
inhoudt tussen twee personen van hetzij hetzelfde, hetzij een verschillend geslacht sluiten van een
contract, waarbij bepaalde vormvereisten moeten nageleefd worden.
Voorwaarden
- twee partners.
- Toestemming.
Van hetzelfde of verschillend geslacht.
- Geen verboden graad van bloed- of aanverwantschap
- Minimumleeftijd.
Sancties bij niet naleven van de voorwaarden
Hierbij kan er zowel preventief als naderhand opgetreden worden, en kan men een nietigverklaring
van het huwelijk (ex tunc.) verklaren, m.a.w. het wordt nooit geacht te hebben bestaan.
Vorm
Huwelijk wordt gevormd door een huwelijksaangifte. Het is niet voor de veertiende dag na de datum
van opmaak van de akte van het huwelijk. Het huwelijk is een openbare voltrekking.
Gevolgen van het huwelijk : primair stelsel
Het huwelijk is het geheel van wederzijdse rechten en plichten die op alle echtgenoten van
toepassing zijn.
- Huwelijksplichten : Getrouwheid, hulp, bijstand en samenwoning.
 Bescherming van de gezinswoning : onroerend goed dat effectief bewoond wordt door
minstens een van de echtgenoten, slechts één per gezin.
 Bescherming bij eigendom: mag niet worden verkocht of bezwaard met een zakelijk recht
 Bescherming bij huur : de mede-echtgenoot wordt van rechtswege medehuurder van de
gezinswoning, ook al tekende deze niet mee
- Hoofdelijkheid : Voor schulden ten behoeve van huishouding en de opvoeding van de kinderen;
uitzondering voor buitensporige schulden
- Vrijheid van beroep en autonomie in bankzaken
- Dringende en voorlopige maatregelen: Als een van de echtgenoten grof zijn huwelijksplichten
verzuimt of als de verstandhouding tussen echtgenoten ernstig verstoord is dan komt de
vrederechter er als bevoegde tussen. Mogelijke maatregelen hebben voorlopig karakter :
afzonderlijke woonst, maatregelen i.v.m. ouderlijk gezag en verblijf van kinderen en
echtgenoten, onderhoudsuitkering voor kinderen, ouderhoudsgeld voor financieel zwakkere
echtgenoot, gebruik en genot van bepaalde roerende goederen
Feitelijke scheiding en echtscheiding
Feitelijke scheiding
houdt in dat echtgenoten apart leven
Ulrike Lorent
43
Samenvatting Recht 2013
Voorlopige maatregelen
Alleen nadat echtscheidingseis werd ingeleid, hetzij bij de echtscheidingsrechter, hetzij bij de
voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, worden er maatregelen genomen met betrekking tot
de persoon, de goederen als het levensonderhoud van de echtgenoten en kinderen.
Vormen van echtscheiding
- Echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk:
 Voorwaarden: voortzetting van de samenleving tussen de echtgenoten en de hervatting
ervan redelijkerwijze onmogelijk is geworden door de ontwrichting; schuld is irrelevant
 Procedure: via dagvaarding of verzoekschrift bij rechtbank van eerste aanleg
 Gevolgen: huwelijk wordt ontbonden, huwelijksvermogensstelsel wordt vereffend e
verdeeld; onderhoudsuitkering is verschuldigd aan de andere en dit voor de periode na de
echtscheiding en het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen wordt vastgelegd
- Echtscheiding door onderlinge toestemming: wil van beide echtgenoten om uit de echt te
scheiden
 Procedure: buitengerechtelijke fase.
 Familierechtelijke overeenkomst: Akkoord over onderhoudsgeld, afzonderlijke verblijfplaats,
uitoefening van ouderlijk gezag en bijdrage in de opvoeding en onderhoud van de kinderen
vermogensrechtelijke overeenkomst.
 Procedure: Gerechtelijke fase : Twee keer verschijnen voor rechtbank van eerste aanleg in
een tijdsspanne van drie tot vier maanden.
Samenwoning buiten het huwelijk
Wettelijke samenwoning
Twee personen die samenleven zonder gehuwd te zijn, kunnen kiezen voor het statuut van wettelijke
samenwoner. Er wordt een verklaring van samenwoning afgelegd voor de ambtenaar van de
burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats. Ook deze partners krijgen een aantal
rechten en plichten. Men kan ook dringende en voorlopige maatregelen nemen. Wanneer men dan
uit elkaar gaat, moet men een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gemeenschappelijke woonplaats afleggen.
Feitelijke samenwoning
geen specifieke wettelijke bepaling, bij gebreke aan contractuele regeling spelen de regels van
gemeenterecht.
Relatie tussen ouders en kinderen
Afstamming
- Moederlijke afstamming : moeder van het kind is diegene die in de geboorteakte is vermeld; is
er geen geboorteakte of als de naam niet wordt vermeld in de geboorteakte kan de moeder het
kind erkennen; onder bepaalde voorwaarden kan de afstamming ook gerechtelijk worden
vastgesteld
- Vaderlijke afstamming : vermoeden dat als een gehuwde vrouw een kind krijgt de echtgenoot
daarvan de vader is en dit als het kind geboren is tijdens het huwelijk of binnen de 300 dagen na
de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk; erkenning door de vader; onderzoek naar
vaderschap
Ouderlijk gezag
Rechten: Recht op persoonlijk contact, het gezag over de persoon van het kind, recht op respect van
het kind, beheerd van de goederen van het kind, vruchtgenot op de goederen van het kind)
Plichten: Aansprakelijkheid voor schade toegebracht door minderjarige kinderen, onderhoudsplicht
tegenover niet – zelfstandige kinderen.
Uitoefening van ouderlijk gezag : in principe gezamenlijke uitoefening van ouderlijk gezag.
Ulrike Lorent
44
Samenvatting Recht 2013
Ouderhoudsverplichting en omgangsrecht
Onderhoudsverplichting
Echtgenoten zijn gehouden tot hulp en bijdrage in de lasten van het huwelijk; ouders tegenover niet
zelfstandige kinderen; onderhoudsplicht tussen ex-echtgenoten; gemeenrechtelijke
onderhoudsverplichting tussen bepaalde bloed- en aanverwanten. De schuldeiser moet behoeftig
zijn en onderhoudsplichtige moet over voldoende middelen beschikken. Hierop wordt het
onderhoudsgeld berekend.
Omgangsrecht
Omgangsrecht kan worden toegekend aan ouders, grootouders of aan andere personen.
Hoofdstuk 2: Verbintenisrecht
Verbintenissen uit overeenkomst
Definitie en enkele soorten
Een contract is een overeenkomst waarbij een of meer personen zich jegens een of meer anderen
verbinden iets te geven, te doen of niet te doen. Er moet tussen twee of meer personen een
wilsovereenstemming bestaan om bepaalde rechtsgevolgen te doen ontstaan, ze te wijzigen, uit te
doven of over te dragen. Je hebt:
-
-
-
Consensuele en plechtige overeenkomsten:
 Consensuele overeenkomsten: is een overeenkomst door loutere wilsovereenstemming.
 Plechtige overeenkomsten: Deze komen geldig tot stand wanneer bepaalde, voorgeschreven
vormvereisten werden nageleefd.
Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten:
 Eenzijdige overeenkomsten: Slechts 1 contractpartij gaat een schuld aan.
 Wederkerige overeenkomsten: Beide contractspartijen gaan een schuld aan.
Overeenkomsten om niet en overeenkomsten ten bezwarende titel:
 Overeenkomsten om niet: Wanneer een contractspartij een prestatie of voordeel aan haar
medecontractant beloofd, zonder dat zij daarvoor een voordeel van haar medecontractant
bekomt.
 Overeenkomsten ten bezwarende titel: Wanneer tegenover een beloofde prestatie wel een
tegenprestatie staat.
Basisbeginselen van het contractenrecht
Er is sprake van contractvrijheid, maar deze houd wel beperkingen in. De vrijheid in contracten mag
namelijk niet in strijd zijn met de openbare orde en goede zeden. De verbindende kracht van de
overeenkomsten kan alleen ongedaan worden gemaakt met wederzijdse toestemming of in de
gevallen bij wet bepaald. Voor het consensualisme gaat het anders in zijn werk. (???)
Geldigheidsvoorwaarden voor het bestaan van de overeenkomst
Toestemming
Een essentieel element om te kunnen spreken over een overeenkomst is de toestemming. Wanneer
de toestemming ontbreekt of gebrekkig is kan men spreken over, en deze 4 worden wilsgebreken
genoemd:
-
Dwaling: Onvrijwillig verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. De overeenkomst is in dit geval
nietig als ze de zelfstandigheid van de zaak betreft, hetzij elk element dat de betrokken partij als
essentieel beschouwde en waarvan zij op een voor de wederpartij kenbare wijze, het sluiten van
Ulrike Lorent
45
Samenvatting Recht 2013
-
-
-
de overeenkomst afhankelijk maakt. Een dwaling is onverschoonbaar als ze niet zou begaan zijn
door een redelijk mens geplaatst in dezelfde omstandigheden.
Bedrog: is een list die door een van de contractanten wordt aangewend om de tegenpartij tot
het sluiten van de overeenkomst te brengen. Hier kan een nietigverklaring gevorderd worden als
de medecontractant zijn toestemming niet zou gegeven hebben als er geen bedrog was geweest.
Geweld: Het uitoefenen van of het bedreigen met een fysieke of morele dwang om iemand te
laten contracteren (fysiek of moreel), dan kan er een nietigverklaring worden gevorderd als
geweld indruk maakt op een redelijk mens en hem kan doen vrezen dat hij zelf of zijn vermogen
aan een aanzienlijk en dadelijk kwaad blootgesteld zijn.
Benadeling: Als er bij een overeenkomst ten bezwarende titel een onevenwicht bestaat tussen
de wederzijds bedongen prestaties.
Bekwaamheid
In de regel is iedereen handelingsbekwaam. Onbekwaamheid is de uitzondering. In dit geval is er een
relatieve nietigheid die enkel door de onbekwame zelf of degene die hem had moeten
vertegenwoordigen kan worden ingeroepen. Dit betekent dat enkel de onbekwame partij nietigheid
aanvragen.
Voorwerp
Het concrete rechtsgevolg dat partijen beogen bestaat in een verplichting iets te geven, iets te doen
of niet te doen. Het voorwerp moet bestaan of minstens kunnen bestaan, moet bepaald of
bepaalbaar en geoorloofd zijn.
Oorzaak
De doorslaggevende beweegreden waarom iemand een overeenkomst aangaat.
Interpretatie van overeenkomsten
Indien de interpretatie van de overeenkomsten duidelijk zijn, is er geen probleem. Indien dit niet zo
is, gaat de rechter de gemeenschappelijke bedoeling van beide partijen na.
Uitwerking van overeenkomsten
Uitwerking tussen de contractpartijen
Partijen moeten overeenkomst uitvoeren ter goeder trouw, anders is er sprake van een
contractbreuk, tenzij het gaat over overmacht of bevrijding van aansprakelijkheid. Wanneer de
overeenkomst niet nageleefd wordt, kan men de uitvoering in natura vragen, eventueel gekoppeld
aan een schadevergoeding. Wanneer de uitvoering onmogelijk is, krijgt men eventueel een
vervangende schadevergoeding. Bij wederkerige contracten bestaan een aantal bijzondere remedies
al een van de partijen haar verbintenissen niet of niet correct nakomt. De ontbinding moet dan aan
de rechter gevraagd worden:
-
-
De exeptio non adimpleti contractus: Verweermiddel dat een van de partijen bij een wederkerige
overeenkomst kan inroepen, als zij wordt aangesproken om haar verbintenis uit te voeren, op
voorwaarde dat de eiser zelf foutief in gebreke blijft zijn verbintenis na te komen.
Het retentierecht: Het recht om een zaak die aan een ander toebehoort en die de betrokkene
tijdelijk bezit, bij te houden tot de eigenaar van de zaak de schuld die verband houdt met deze
zaak betaalt.
Ulrike Lorent
46
Samenvatting Recht 2013
Uitwerking tegenover derden
Derden zijn al diegene die geen partij zijn aan de overeenkomst, zij moeten zich in beginsel het
bestaan van de overeenkomst als vaststaand laten tegenwerken en kunnen zich ook op het bestaan
van de overeenkomst beroepen. Hierbij zijn enkele uitzonderingen:
-
Sterkmaking: is een beding waarbij een contractpartij aan de medecontractant belooft er voor
te zorgen dat een derde (afwezige of handelsonbekwame) iets zal doen, geven of laten. De
derde behoudt evenwel de vrijheid om zich al dan niet te verbinden, aangezien hijzelf, als
derde, door het sterkmakingsbeding niet gebonden is. De derde is zal wel verbonden zijn
wanneer en van zodra hij het contract bekrachtigt (stilzwijgend of uitdrukkelijk), met
inachtneming van de pleegvormen bij plechtige of zakelijke contracten.
Beding ten behoeve van derden: Er is sprake van een beding ten behoeve van een derde
wanneer in een contract het voordeel van het contract aan een derde zal toekomen, die buiten
dit contract blijft. Evenzo kan men bedingen ten behoeve van een derde, wanneer zulks de
voorwaarde is van een beding dat men voor zichzelf maakt of van een schenking die men aan
een ander doet. Hij die zodanig beding gemaakt heeft, kan het niet meer herroepen, indien de
derde verklaard heeft daarvan te willen gebruik maken.
Rechtstreekse of zijdelingse vordering (Pauliaanse vordering): Schuldenaars die
geconfronteerd worden met schuldeisers stellen soms handelingen die als bedrieglijke
manoeuvres kunnen aanzien worden om verhaal mogelijk te maken. De schuldeiser die aldus
bedrieglijk werd benadeeld kan zich hiertegen voorzien (lees verzetten) door deze handeling
hem niet tegenwerpelijk te laten verklaren. De schuldeiser kan dan handelen alsof deze
bedrieglijke handeling niet bestaat. Hij dient er niet de minste rekening mee te houden.
Hiertoe dient dan voor de rechtbank de zogeheten pauliaanse vordering ingesteld te worden.
 Rechtstreeks: …
 Zijdelings: is het middel aan een schuldeiser verleend wanneer deze geconfronteerd
wordt met een schuldenaar die nalaat zijn vorderingsrecht uit te oefenen, waardoor het
vermogen van de schuldenaar verkleint en er minder rechten tot uitvoering ontstaan. Om
hieraan te verhelpen kan dan de schuldeiser van de schuldenaar het recht van zijn
schuldenaar zelf in handen te nemen.
-
-
Modaliteiten van de verbintenis
Voorwaardelijke verbintenissen
Een verbintenis is voorwaardelijk als het ontstaan of tenietgaan ervan afhankelijk wordt gemaakt
van een voorwaarde, hetgeen een toekomstige en onzekere gebeurtenis is. Er zijn:
-
Opschortende voorwaarden: Als het ontstaan van een verbintenis afhankelijk wordt gemaakt
van de voorwaarde.
Ontbindende voorwaarden: De vervulling van deze voorwaarde doet de verbintenis teniet en
herstelt de zaken in dezelfde toestand alsof er geen verbintenis had bestaan. De voorwaarde
kan toevallig zijn of louter progestatief.
Verbintenissen met tijdsbetaling
Een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhankelijk wordt gemaakt van een
toekomstige zekere gebeurtenis. De prestatie kan worden opgevorderd als de vervaltermijn
verstreken is.
Ulrike Lorent
47
Samenvatting Recht 2013
Verbintenissen met meerdere subjecten
Meerdere schuldeisers en/of schuldenaars zijn betrokken bij dezelfde verbintenis:
-
Gezamenlijke of deelbare verbintenis: wordt samen aangegaan en ieder betaalt enkel zijn
deel.
Hoofdelijke verbintenis: 2 partijen betalen gezamenlijk iets af.
-
Verbintenissen onder strafbepaling
Een strafbeding is een beding waarbij een persoon zich voor het geval van niet uitvoering van de
overeenkomst verbindt tot betaling van een forfaitaire vergoeding van de schade die kan worden
geleden ten gevolge van de niet-uitvoering van de overeenkomst.
Beëindiging van de overeenkomst
Betaling
Het uitvoeren van de prestatie die men verschuldigd is, in principe door de schuldenaar zelf, doch
kan ook door derde, behoudens verbintenis iets te doen. Opdat betaling geldig moeten zijn, moet
deze in principe gebeuren aan de schuldeiser, tenzij een derde door de schuldeiser, wet of rechter
wordt aangeduid. De schuldeiser kan niet verplicht worden iets anders in betaling te aanvaarden
dan wat oorspronkelijk werd afgesproken. De partijen zijn vrij af te spreken met betrekking tot de
plaats waar de betaling zal plaatsvinden.
Schuldvernieuwing
Een nieuwe verbintenis komt in de plaats van de oude die verdwijnt. Hierbij wordt de verbintenis,
schuldenaar en schuldeiser gewijzigd. Hier gaat het niet om vermoedens. Maar moet duidelijk
blijken.
Schuldvergelijking
Als twee personen elkaars schuldenaar zijn en er wederzijdse schuldvorderingen bestaan die
tenietgaan ten belope van het laagste bedrag, vindt dit plaats van rechtswege, uit kracht van de
wet. Je hebt:
-
-
De wettelijke schuldvergelijking: is de vorm van compensatie die plaatsgrijpt door de loutere
werking van de wet. Wettelijke schuldvergelijking treedt, indien (en van zodra) aan bepaalde
voorwaarden is voldaan, immers van rechtswege op uit kracht van wet, zelfs indien de
wederzijdse schuldenaars zich daar niet van bewust zijn. Dit heeft onder meer tot gevolg dat
een latere verjaring van een in verrekening gebrachte (tegen)vordering buiten beschouwing
blijft. Indien er verscheidene voor vergelijking vatbare schulden bestaan ten laste van
eenzelfde persoon, dienen de regels inzake de toerekening van betalingen voorzien in artikel
1256 B.W. te worden nageleefd (art. 1297 B.W.).
Conventionele schuldvergelijking: is de vorm van schuldvergelijking waarbij partijen bepalen
onder welke voorwaarden hun schuldvorderingen, ongeacht de kenmerken daarvan, geheel
of gedeeltelijk zullen worden gecompenseerd, ongeacht of deze voorwaarden strenger of
minder streng zijn dan de voorwaarden voor wettelijke compensatie. De conventionele
regeling mag uiteraard niet indruisen tegen de openbare orde en de goede zeden. De
totstandkoming van de overeenkomst tot schuldvergelijking kan zowel uitdrukkelijk als
stilzwijgend gebeuren. De overeenkomst dient uiteraard aan alle geldigheidsvereisten te
Ulrike Lorent
48
Samenvatting Recht 2013
voldoen die voor overeenkomsten gemeenrechtelijk worden voorop gesteld (bekwaamheid,
toestemming, voorwerp en oorzaak). Indien de compensatieovereenkomst nietig wordt
verklaard, dan wordt de schuldvergelijking geacht nooit te zijn ingetreden.
Schuldvermenging
Als eenzelfde persoon tegelijk schuldeiser en schuldenaar van eenzelfde verbintenis wordt.
Kwijtschelding van schuld
Een schuldeiser verzaakt kosteloos aan de schuldvordering door de schuldenaar, uitdrukkelijk of
stilzwijgend.
Deel VI: Gastcolleges
Hoofdstuk 1: Justitiehuis Antwerpen.
Inleiding
Missie en visie
In 1999 zijn er justitiehuizen opgericht. Dit is 1 huis (per arrondissement) waar mensen met hun
vragen, maar ook voor begeleiding terecht kunnen. Men probeert drempelverlagend te werken om
de efficiëntie en de effectiviteit van justitie te verbeteren, de humane aanpak te optimaliseren en de
toegankelijkheid te verhogen. Justitiehuizen werden opgestart, omdat na het vrijkomen van de
daders, slachtoffers moeilijkheden kunnen ondervinden. Maar justitiehuizen kunnen ook de
verstoorde relaties tussen dader, slachtoffer en maatschappij herstellen.
Organogram
Gerechtelijk
arrondissement
Justitiehuizen staan op een kantelpunt, omdat Elio Di Rupo een
vlinderakkoord heeft gemaakt, waardoor de justitiehuizen
overgebracht worden naar de Vlaamse gemeenschappen. De
opdracht blijft hetzelfde, alleen is het mogelijk dat er extra
opdrachten bijkomen. Er is dus sprake van een overschakeling van
Federaal ambtenaar naar Vlaams ambtenaar. Per gerechtelijk
arrondissement is er 1 justitiehuis gelegen. De bevoegdheid van het
justitiehuis wordt bepaald door de woonplaats van de client.
Ulrike Lorent
49
Samenvatting Recht 2013
Samenstelling Justitiehuis
1)
2)
3)
4)
5)
Directeur.
Kernprocesmanager (voor grote justitiehuizen).
Coördinator.
Justitieassistenten.
Secretariaat.
Taken van het Justitietehuis
Eerstelijnswerking
Een burger met vragen of problemen die gelinkt zijn aan de bevoegdheidsdomeinen van het
justitiehuis wordt onthaalt, naar zijn vraag geluisterd, hem informeren en waar nodig de burger
doorsturen naar de bevoegde instanties of personen. Bij het justitiehuis kan je ook terecht voor de
mogelijkheid voor een gratis consultatie voor een advocaat. Hierbij krijg je enkel advies.
Burgerrechtelijke opdrachten
Hierbij is er sprake van een sociale studie in het kader van een burgerlijke procedure om een
geïndividualiseerde beslissing mogelijk te maken. Deze studies hebben voornamelijk betrekking op
de verblijfs- en omgangsregeling van minderjarige kinderen, het ouderlijk gezag of een herziening
hieromtrent. Het doel is de opdrachtgever te informeren over de familiale dynamiek, de huidige
leefsituatie van de betrokken partijen, de minderjarige kinderen en hun visie, en indien mogelijk een
advies te formuleren.
Slachtofferonthaal
Binnen de parketten en rechtbanken wordt er een onthaalstructuur op poten gezet voor de
slachtoffers opdat ze gedurende de gerechtelijke afhandeling de nodige aandacht krijgen en van hun
rechten gebruik kunnen maken.
Taken van de dienst slachtofferonthaal:
-
Onthaal, luisteren en informatie geven.
Bijstand bieden.
Doorverwijzen.
Tussenkomst in het kader van de strafuitvoering.
Structurele acties.
Vb.: Slachtoffers bij het proces van Kim De Gelder. Door heel de weg heen worden de slachtoffers
emotionele bijstand aangeboden. Het slachtofferonthaal bevindt zich dan in het justitiehuis.
 Het verschil tussen slachtofferonthaal, slachtofferhulp en slachtofferbejeging, is dat
slachtofferonthaal een taak van het justitiehuis is, slachtofferhulp een dienst in het CAW en
slachtofferbejeging hoort bij de politiedienst.
Bemiddeling in strafzaken
Hierbij is er de afhandelingsmodaliteit voor misdrijven waarvoor de Procureur des Konings niet meer
dan 2 jaar hoofdgevangenis zou vorderen in die hij de verdachte zou vervolgen. Hierbij is er sprake
van een hele procedure:
1. Voorbereiding:
Ulrike Lorent
50
Samenvatting Recht 2013
2.
3.
4.
5.
a. Tussen de dader en het slachtoffer wordt er een overeenkomst getroffen over de
betreffende schade die veroorzaakt is door het misdrijf.
b. Er is een voorstel voor een bijkomende maatregel.
Proces Verbaal van Overeenkomst/Zitting.
Opvolging van de verdachte i.v.m. de naleving van de in het proces verbaal opgenomen
voorwaarden.
Het verval van de strafvordering.
Bij het niet naleven van de voorwaarden, wordt de dader gedagvaard.
Daderbegeleiding
Bij daderbegeleiding heb je als justitieassistent niet alleen een controlerende, maar ook een
steunende functie om de dader te kunnen helpen.
Vrijheid onder voorwaarden als alternatief voor de voorlopige hechtenis
De onderzoeksrechter beslist in de loop van de eerste 5 dagen van de voorhechtenis, en doorheen de
duur van het onderzoek, of een persoon vrijgesteld kan worden onder voorwaarden. Ook de
raadkamer (na 5 dagen) en de correctionele rechtbank (na het onderzoek) kunnen vrijheid onder
voorwaarden (VOV) opleggen. Een VOV heeft een maximale duur van 3 maanden tot de datum van
het vonnis.
Wanneer je een straf langer dan 3 jaar hebt opgelegd gekregen, kan het zijn dat je een verplicht
uurrooster opgesteld krijgt, waarbij de dader een paar uur zelf mag invullen. Wanneer er sprake is
van een straf minder dan 3 jaar, wordt er een standaard uurrooster opgesteld, waardoor er veel
zelfredzaamheid van de dader verwacht wordt, terwijl ze weten dat ze deze niet allemaal hebben.
Taak van de justitieassistent:
-
Controle van de voorwaarden (aan de hand van attesten).
Rapportage aan de opdrachtgever (onderzoeksrechter en/of Procureur des Konings) over
functioneren van betrokkene en zijn houding naar de voorwaarden toe.
Ondersteuning en motivering.
De onderzoeksrechter kan de betrokkene terug aanhouden indien hij zich niet aan de voorwaarden
houdt of nieuwe feiten pleegt.
Probatie
Taken van de justitieassistent:
-
Controle van de voorwaarden (aan de hand van attesten).
Meehelpen om de voorwaarden in te vullen.
Rapportage over het verloop van de maatregel aan de probatiecommissie.
Autonome werkstraf
Taken van de justitieassistent:
-
-
Bepalen van de invulling aan de werkstraf:
 <30 jaar: Samenwerking met dispatchingdienst vzw Elegast:
Eindverantwoordelijkheid blijft bij de justitieassistent.
 > 30 jaar: De justitieassistent volgt het dossier volledig op.
Rapportage aan de probatiecommissie over het verloop van de werkstraf.
Ulrike Lorent
51
Samenvatting Recht 2013
Penitentiaire opdrachten
Bij penitentiaire opdrachten is dat de persoon een straf in de gevangenis (deels) heeft uitgezeten.
Enkel deze mensen kunnen penitentiair verlof aanvragen. Bij tijdsvoorwaarden is er een herbekijking
van de wet geweest, zodat zware gevallen 15 jaar van hun gevangenisstraf uitgezeten moeten
hebben i.p.v. 10 jaar. Bij tijdsvoorwaarden is er sprake van een gunst, niet van een recht, dus de
strafuitvoeringsrechtbank neemt hier de beslissing in. Daarom moet de dader een concreet plan over
zijn toekomst kunnen voorleggen, maar de rechter houdt naast dit plan ook rekening met het risico
die de slachtoffers kunnen lopen en verontrusten.
Voorlichtingstaken:
Met het oog op toekenning van penitentiair verlof, onderbreking van de strafuitvoering,
voorwaardelijke of voorlopige invrijheidsstelling, beperkte detentie of elektronisch toezicht, kan de
gevangenisdirecteur het justitiehuis belasten met een maatschappelijke enquête. De bedoeling van
deze enquête is om een zicht te krijgen op het opvangmilieu van de betrokkene, hun mogelijkheden
tot opvang, eventuele problemen, enz.
Begeleidingstaken:
-
-
-
Voorwaardelijke en voorlopige invrijheidsstelling: Een persoon die veroordeeld werd tot
een gevangenisstraf wordt vrijgesteld onder voorwaarden. VI wordt toegekend door de
strafuitvoeringsrechtbank.
 Tijdsvoorwaarden is dat er 1/3de van de gevangenisstraf moet ondergaan zijn.
 Duur van de proeftermijn: Aantal maanden van de gevangenisstraf die de betrokkene
nog moet ondergaan met een minimum van 2 jaar en een maximum van 10 jaar.
 Taken van de justitieassistent:
o
Controle van de voorwaarden.
o
Begeleiden om de voorwaarden in te vullen/ ondersteunen.
o
Rapporteren aan de strafuitvoeringsrechtbank over het verloop van de
maatregel.

De strafuitvoeringsrechtbank kan de maatregel intrekken indien de
betrokkene de voorwaarden niet naleeft of een nieuwe veroordeling
krijgt.
 Voorlopige invrijheidsstelling:
o
Zelfde principe als voorwaardelijke invrijheidsstelling.
o
Totale gevangenisstraf is minder dan 3 jaar.
o
Toekenning door Directie Detentiebeheer.
o
Kan zowel met als zonder voorwaarden worden toegekend.
Beperkte detentie: Zie strafrecht!
 Getrapte vrijlating: Hierbij moet de dader bij de beperkte detentie bewijzen dat hij
terug kan functioneren in de maatschappij zoals het moet. En als dit goed verloopt,
kan hij een elektronisch toezicht krijgen, of direct al voorwaardelijke
invrijheidsstelling.
 Taak Justitieassistent:
o
Opmaken van het uurrooster.
o
Controle van de voorwaarden.
o
Begeleiding om de voorwaarden in te vullen/ondersteunen.
o
Rapporteren aan de strafuitvoeringsrechtbank over het verloop van de
maatregel.
Elektronisch toezicht:
 Taak justitieassistent:
o
Opmaken van het uurrooster.
Ulrike Lorent
52
Samenvatting Recht 2013
o
o
o
-
-
Controle van de voorwaarden.
Begeleiding om de voorwaarden in te vullen/ondersteunen.
Rapporteren aan de strafuitvoeringsrechtbank over het verloop van de
maatregel.
Terbeschikkingstelling van de regering: Er wordt een bijkomende straf waarbij de
betrokkene wordt veroordeeld tot een opvolging door de minister van Justitie. Dit start
na het verstrijken van de gevangenisstraf en/of eventuele proeftermijn. De directie
detentiebeheer beslist om de betrokkene verder gevangen te houden of hem vrij te laten
onder voorwaarden. De TBS kan worden ingetrokken bij niet-naleving van de
voorwaarden of een nieuwe veroordeling. Dit zijn dezelfde voorwaarden als bij VI.
 Taak justitieassistent:
o
Controle van de voorwaarden.
o
Begeleiden om de voorwaarden in te vullen/ ondersteunen.
o
Rapporteren aan de directie detentiebeheer over het verloop van de
maatregel.
Vrijheid op proef in het kader van een internering: De persoon wordt door de rechtbank
geïnterneerd wanneer hij ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard voor de feiten die
werden gepleegd. De commissie tot bescherming van de maatschappij beslist over de
tenuitvoerlegging van de internering: Opsluiting in de gevangenis (1), of vrijlating op
proef (2).
 Duur: Onbepaald.
 VOP kan worden ingetrokken door de commissie en het Parket. In dit geval gaat de
geïnterneerde terug naar de gevangenis.
 Internering heeft voor de persoon nadelen:
o
Ze weten niet wanneer ze vrijkomen.
o
Hun maatregel kan ook in de gevangenis uitgevoerd worden wegens te
weinig plaats in de psychiatrische instelling.
 Taak van de justitieassistent:
o
Controle van de voorwaarden.
o
Meehelpen om de voorwaarden in te vullen.
o
Begeleidingsluik: Recidivepreventie.
o
Rapportage over het verloop van de maatregel aan de Commissie tot
bescherming van de maatschappij.
Deontologie
Beroepsgeheim t.o.v. de opdrachtgevende overheid en de client/partij in conflict
Ten aanzien van de opdrachtgever is de justitieassistent verplicht ieder nuttig element met
betrekking tot het mandaat te maken. De justitieassistent heeft meldingsplicht.
Beroepsgeheim binnen de dienst
-
-
T.a.v. de leidinggevende: De leidinggevende heeft het recht op inzage in de dossiers van
de justitieassistent, maar hij is ook gebonden aan het in acht nemen van het
beroepsgeheim.
T.a.v. collega’s: Collega’s kunnen raad vragen aan elkaar in een dossier, maar dienen zich
te beperken tot het verstrekken van die gegevens die noodzakelijk zijn om de situatie te
begrijpen.
Ulrike Lorent
53
Samenvatting Recht 2013
Beroepsgeheim t.a.v. externe professionelen
Gedeeld beroepsgeheim: Vertrouwelijke gegevens kunnen slechts onder verschillende
professionelen gedeeld worden voor zover de volgende voorwaarden samen nageleefd worden:
-
Toestemming van de client over de informatieoverdracht.
De gegevens kunnen slechts gedeeld worden met de personen die eveneens door het
beroepsgeheim zijn gebonden.
Enkel de gegevens die strikt noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van het
gemeenschappelijk deel van de taken worden uitgewisseld.
Wanneer er een samenwerkingsakkoord van toepassing is, wordt in het akkoord geregeld welke
informatie doorgegeven moet worden.
Informatie t.a.v. derden
-
-
Gegevens inwinnen of nagaan bij derden: Toestemming van de client, zelf identiteit
kenbaar maken en meedelen dat de ingewonnen informatie aan de opdrachtgevende
overheid zal worden overgemaakt.
Een derde neemt contact op met de justitieassistent om informatie te vragen:
Beroepsgeheim.
Een derde neemt contact op met de justitieassistent om informatie te geven: Enkel
informatie ontvangen indien het mag besproken worden met de client en meedelen dat
de informatie wordt doorgegeven aan de opdrachtgever.
Hoofdstuk 2: Jeugdrecht
Inleiding
Het jeugdrecht wordt dikwijls vergeten, een materie die ten onrechte te weinig aandacht krijgt,
zowel in de media als de juridische wereld. Jeugdrecht is belangrijk in het aantal dossiers. Het aantal
dossiers gaan over MOF-ers (Misdrijf Omschreven Feiten) en POS-ers (Problematische
OpvoedingsSituaties). Elk jaar komen er dossiers bij, waardoor ook elk jaar het aantal jeugdrechters
toeneemt.
Mensen denken vaak dat jeugdcriminaliteit gaat over jongere die eens iets steelt o.d. Deze zitten er
inderdaad ook tussen, maar er zijn ook heel wat jongeren betrokken bij criminele bendes. Meestal
zijn dit jongens die dan in de jeugdrechtbank belanden. Hierbij gaat de jeugdrechter dan aan de hand
van het voorstel van de maatschappelijke werksters een beslissing maken e voorwaarden opleggen
voor de jongere. De maatschappelijke werkers moeten dan controleren of de jongere de
voorwaarden die aan de beslissing van de jeugdrechter hangen, deze ook uitvoert.
MOF-procedure
In 1912 bestond er nog geen jeugdrechtbank. Jongere kregen toen dezelfde straf als volwassenen en
belandde dus in de gevangenis. Wel kregen jongere automatisch een strafvermindering. Nu is het zo
dat jongere jonger dan 16 jaar niet voor de gewone rechter kunnen komen, enkel bij de
jeugdrechter. Hierbij moet je goed het verschil weten dat een gewone rechter een straf oplegt, en
een jeugdrechter een maatregel. Het doel van de maatregel is de jongere niet te bestraffen, maar de
persoonlijkheid van de jongere te verbeteren. Een ander verschil tussen de gewone rechter en
jeugdrechter is dat bij de gewone rechter de straf van bepaalde duur is, terwijl de maatregel van de
jeugdrechter van onbepaalde duur is. Deze onbepaalde duur kan tot de leeftijd van 20 jaar duren als
de jongere zich misdraagt. Wanneer de jongere zich wel goed gedraagt, kan dat in zijn voordeel
spelen, en de duur van de maatregel vroeger beëindigt worden. De jeugdrechter kan zijn beslissing
Ulrike Lorent
54
Samenvatting Recht 2013
dus ongedaan maken of veranderen in het belang van de minderjarige. De ernst van het misdrijf is
niet doorslaggevend voor de duur van de maatregel. De rechter zal dus vooral moeten letten op de
persoonlijkheid en de omgeving van de jongere.
Vb.: Een minderjarige steelt eten, omdat zijn drugsverslaafde ouders zich niet bezighouden met het
zorgen dat hun zoon eten op tafel krijgt. Maar voor de rest heeft deze jongere een goede
persoonlijkheid en doet geen vlieg kwaad. Hierbij kan de jeugdrechter dan rekening houden, dat de
jongere steelt wegens een slechte leefsituatie en hem een betere leefsituatie geven.
In het jeugdrechtsysteem is het zo dat elke zaak per minderjarige gesplitst wordt. De rechter moet
dan een maatregel kiezen die toegespitst is op die bepaalde jongere. Normaal krijgen de jongere die
samen een misdrijf gepleegd hebben elkaar ook niet te zien in de jeugdrechtbank. Iedere jongere
komt apart binnen en krijgt een aparte maatregel opgelegd.
Het slachtoffer kan in jeugdzaken geen burgerlijke zaken in strafprocedure opstarten. Dat wil zeggen
dat alleen de Procureur des Konings een jongere kan dagvaarden voor de jeugdrechtbank. De
jeugdrechtbank is iets zeer apart. De bevoegdheid van de rechter is namelijk afhankelijk van de
woonplaats van de ouders waar de jongere woont. Dus stel dat een jongere in Kampenhout een
diefstal pleegt, maar in Antwerpen woont, dan zal deze jongere in Antwerpen voor de
jeugdrechtbank komen. In het strafrecht (bij volwassenen) is het zo dat de dader terechtgesteld
wordt in een rechtbank op de plaats waar hij het misdrijf gepleegd heeft. Dit heeft te maken met het
feit dat de jongere door de sociale dienst op korte afstand gevolgd moet kunnen worden.
De jeugdrechters laat zich omringen door hulpverleners die aan hem hulpverleningsprogramma’s
voorleggen. De wet gaat ervan uit dat jongere onder de 16 jaar nog niet het verschil kennen tussen
goed en kwaad, tussen 16 en 19 jaar is er een schemerperiode (Sommige jongeren weten wel het
verschil, anderen niet; of ze beginnen het verschil te leren). Wanneer de rechter kan aantonen dat de
minderjarige wel het verschil kent tussen goed en kwaad, kan hij de minderjarige uit handen geven.
De jeugdrechter stuurt de minderjarige dan door naar de correctionele rechtbank, of in ernstige
gevallen naar het Hof van Assisen.
-
-
Uitzondering 1: Wanneer een jongere een politiemisdrijf pleegt, wordt hij voorgedragen
aan de politierechtbank, niet aan de jeugdrechter. Stel dan dat een jongere met een
opgefokte brommer rijd, dan komt hij voor de politierechtbank. Rijd hij met een gestolen
opgefokte brommer. Dan komt de jongere voor de verkeersovertreding (opgefokte
brommer) voor de politierechtbank, maar voor de diefstal voor de jeugdrechter.
Uitzondering 2: GAS-boetes van de gemeenten: Deze boetes kunnen worden opgelegd
vanaf de leeftijd van 16 jaar door een gemeentelijke ambtenaar.
 GAS-procedure: Elke gemeente heeft een soort van strafrecht. Dit zorgt ervoor dat
elke stad/gemeente andere regels heeft. Wanneer deze regel overtreden wordt kan
een gemeentelijke ambtenaar de minderjarige van minstens 16 jaar een boete
opleggen die tot € 250 kan oplopen. Per inbreuk is er een aparte boete.
Wanneer een minderjarige verdacht wordt van een Misdrijf Omschreven Feit, dan moet er een
onderzoek gebeuren, zodat er voldoende bewijs is dat deze jongere schuld treft. Er vervolgen dan
een heel aantal onderzoeksdaden (Vb. Getuigen horen, de minderjarige zelf horen, enz.). Deze
onderzoeksdaden worden dan uitgevoerd door de Procureur des Konings. Voor zeer ernstige
onderzoeksdaden zal het onderzoek niet door de procureur, maar door de onderzoeksrechter
gebeuren. Wanneer het onderzoek rond is geeft de procureur het dossier af. Maar de procureur
moet niet per se de jongere naar de jeugdrechtbank sturen, ook hij zelf kan de minderjarige bij hem
op het matje roepen. In het geval van de jeugdrechtbank kan de jongere wel een advocaat onder de
arm nemen (Saldus wetgeving: Minderjarige moeten bij verhoor bijgestaan worden door een
advocaat, en de jeugdrechter mag deze “hulp” voor de jongere niet weigeren). Wanneer er een
Ulrike Lorent
55
Samenvatting Recht 2013
maatregel nodig is, dan zal de procureur de jongere doorverwijzen naar de jeugdrechter. De
jeugdrechter moet zich dan laten informeren over de persoonlijkheid en leefsituatie van de
minderjarige. De maatregelen van opvoeding, zoals deze genoemd worden, zijn van aller tijde
veranderbaar en terug te trekken. De jeugdrechter roept de jongere, ouders en slachtoffer(s) op bij
het uitvoeren van de maatregel. De maatregel die de jeugdrechter kan opleggen zijn:
-
-
-
Berisping: Lichtste maatregel: Zand erover (komt niet zo vaak voor).
De minderjarige mag bij zijn ouders blijven wonen, maar het gezin wordt opgevolgd door
sociale assistenten. Ook hierbij kunnen dan voorwaarden gekoppeld worden:
 Huisarrest: Jongere mag in de avond niet meer buiten komen. Als deze regel niet
wordt nageleefd, komt hij terug voor en andere regel opleggen.
Regel van opvoedkundige aard: Hierbij werk je gratis voor de overheid, dit voor max. 20u.
Alternatieve maatregelen die van lange duur zijn:
 Lange voettocht naar San Diego Compostella: Dit zijn jongere die riskeren uit handen
gegeven te worden.
 Therapie volgen.
 Plaatsing, met voorkeur in een open instelling. In zware gevallen kan de keugdrechter
de jongere in een gesloten instelling plaatsen.
Herstelbemiddeling: Hierbij wordt de schade vergoed. Het slachtoffer en de minderjarige
komen met elkaar in contact, en dan worden er overeenkomsten gemaakt.
Uithandengeving: Dit kan enkel bevolen worden aan jongeren die minstens 16 jaar waren op
het gebeuren van het misdrijf. Ten tweede moet het gaan om ernstige feiten (Vb.: Diefstal
met geweld). Uithandengeving wordt ongeveer 20 keer per jaar uitgesproken, maar wel 40
keer per jaar aangevraagd. Wanneer de maatregel van uithandengeving wordt uitgesproken,
komt de minderjarige voor de correctionele rechtbank of het Hof van Assisen te staan, en
komt men dus in het strafrecht terecht.
 Maatregelen kunnen ook vaak worden opgelegd in de voorlopige fase van het
onderzoek. Zo’n voorlopige maatregel kan op elk moment verandert of laten
vallen worden.
POS-procedure
Het begrip problematische opvoedingssituatie (POS) is ruim, omdat me jongere tegen zoveel
mogelijk wil beschermen. Een problematische opvoedingssituatie is elk probleem dat de fysieke of
psychische integriteit van de minderjarige aantast. Deze procedure wordt gevolgd door een decreet,
dus Vlaamse gemeenschap, terwijl een MOF een federale wet is. de POS-jongere is dus afhankelijk
van de gemeente waarin hij woont. In Vlaanderen vertrekt men vanuit een bredere definitie dan
Wallonië. Omdat POS zo ruim is, wordt er getracht deze in categorieën uit te leggen (dus enkel ter
toelichting van de uitleg van de gastspreker, dit zijn geen wettelijke categorieën o.d.):
-
-
-
Brave POS-ers: Dit zijn kinderen van jonge leeftijd die wegens slechte leefomstandigheden of
slecht gedrag van de ouders terecht komen in het jeugdrecht. Deze kinderen zijn meestal het
slachtoffer van strafbare feiten. Vb.: Incest.
Strafbare feiten van de ouders: Hierbij moet het kind dus opvang krijgen. Vb.: Een kindje haar
ouders zijn gescheiden, het heeft geen contact meer met de papa, maar de mama zit in de
gevangenis wegens drugshandel.
Ouders die in de psychiatrie verblijven: Ook hier moet opvang voor het kind gezocht worden.
Minderjarigen die op de vlucht zijn.
Stoute POS-ers: Het gaat om jongere die in een problematische opvoeding zitten, maar deze
problematische opvoedingssituatie zelf uitlokken, en toch zo slim zijn om geen misdrijven te
plegen en de situatie onleefbaar te maken. Wanneer een onhandelbare jongere een misdrijf
pleegt, hoe gering ook, heeft de procureur de keuze om hem te zetten in de MOF- of POS-
Ulrike Lorent
56
Samenvatting Recht 2013
procedure, en meestal zal dit de MOF worden, omdat je dan niet op zoek moet naar
vrijwilligere hulpverlening.
De procureur des Konings mag in crisissituaties niet zomaar de hulp van de jeugdrechter inroepen.
De jeugdrechter moet altijd de tweede keuze zijn (Dit is het principe van het subsidiariteit). Men
moet eerst het CBJ raadplegen. Dit comité kan enkele opdrachten uitvoeren zoals plaatsing in een
pleeggezin, mits elke partij – dus ouder EN kind – akkoord zijn. De zaak komt pas voor de
jeugdrechtbank wanneer:
1) Vrijwillige hulpverlening van het CBJ mislukt: Maar vooraleer de jongere door te sturen naar
de jeugdrechtbank, moet de zaal nog eerst voorgelegd worden aan de
bemiddelingscommissie.
2) Het gaat om een dringend geval: Men kan vaak niet wachten op die vrijwillige hulpverlening.
Het CBJ kan de zaak ook terugnemen van de jeugdrechter, en dan stopt de taak van de jeugdrechter.
In POS-zaken wordt verondersteld om op 18 jaar op eigen benen te staan en zijn weg te zoeken. Men
geeft echter wel de voorkeur uit aan het feit dat kinderen worden opgevoed in hun eigen milieu, en
pas weggehaald worden van de ouders en geplaatst worden, wanneer de situatie onleefbaar is voor
het kind. Dit wordt het principe van de proportionaliteit genoemd. In het geval van dringende
situaties worden er voorlopige maatregelen van 6 maanden genomen. Bij openbare zittingen worden
er dan nieuwe maatregelen opgenomen. In het geval van plaatsing, moet de jeugdrechter deze regel
elk jaar herbekijken (een soort van evaluatiemoment). Er zijn verschillende maatregelen mogelijk:
-
Het kind blijft thuis, maar onder toezicht van de sociale dienst.
Thuisbegeleiding: Een keer per week komt een maatschappelijk werkster langs in het gezin
om hen tips en richtlijnen te geven.
Plaatsing: Het kind komt dan terecht in een pleeggezin of een openstelling. Heel uitzonderlijk
is het ook mogelijk om in een gesloten instelling. Dit zijn dan jongeren van min. 14j die al bij
regelmaat zijn weggelopen.
Ulrike Lorent
57
Download