braille_aardrijkskunde_vmbo_gl-tl_2016_tv1_aanpassingen

advertisement
AANPASSINGEN EXAMENS 2016 TIJDVAK 1
VMBO-GL en TL AARDRIJKSKUNDE
Algemeen:
 De meerkeuzevragen worden aangegeven met 'meerkeuze' achter het vraagnummer.
EXAMENOPGAVEN
titelblad
 Laatste zin aangepast (Voor elk vraagnummer staat ... = Achter elk vraagnummer staat
...).
blz. 2
 Tekst toegevoegd bij instructie bovenaan:
Let op! De meeste vragen zijn open vragen. Als een vraag een meerkeuzevraag is, dan
wordt dat aangegeven met 'meerkeuze' achter het vraagnummer.

Bron 1: afbeelding = omschrijving (alleen tekst).
bron 1: Zes mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor Nederland, 1990-2100
1. natte perioden: 10-daagse neerslagsom die eens in de 10 jaar wordt overschreden:
winter: +8 tot +24%
2. droge perioden: toename verdamping van 7 tot 30%
3. jaarlijkse neerslag: neemt toe
4. zeespiegel Nederlandse kust: stijging 35 tot 85 cm
5. jaargemiddelde temperatuur: stijging 1,8 tot 5,1 graden C
6. rivierafvoeren:
Rijn gemiddeld winter: +12 tot +27%
Rijn gemiddeld zomer: -41 tot +1%
Rijn extreem hoge afvoeren: 4 tot 40 keer vaker
blz. 3
 Bron 2: afbeelding = omschrijving.
bron 2: Aantal uren daglicht
1 / 14
De aardbol en zonnestralen zijn weergegeven.
De noordpool staat naar de zon gekeerd en heeft 6 maanden daglicht.
De poolcirkel heeft 24 uren daglicht.
De evenaar heeft 12 uren daglicht.
Nederland ligt dichter bij de noordpool dan Spanje.

Vraag 3: Tekst aangepast.
Vraag 3 meerkeuze: 1 punt
Bron 2 geeft de stand van de aarde ten opzichte van de zon weer, in een bepaald seizoen.
Deze stand bepaalt het aantal uren daglicht.
Achter welke letter in onderstaande tabel staan het seizoen en het aantal uren daglicht in
Nederland en Spanje juist aangegeven?
begin tabel
Kolom 1: letter
Kolom 2: seizoen in Nederland en Spanje
Kolom 3: aantal uren daglicht Nederland
Kolom 4: aantal uren daglicht Spanje
A; winter; 14 uur 30 minuten; 15 uur 40 minuten
B; winter; 15 uur 40 minuten; 14 uur 30 minuten
C; zomer; 14 uur 30 minuten; 15 uur 40 minuten
D; zomer; 15 uur 40 minuten; 14 uur 30 minuten
einde tabel
blz. 4: geen aanpassingen
blz. 5
 Bron 4: afbeelding = omschrijving.
bron 4: Klimaten in de Verenigde Staten
Op een kaart van de VS zijn in de westelijke helft (dus de kant grenzend aan de Stille
Oceaan) vijf verschillende klimaatgebieden aangegeven. Deze zijn aangegeven met de
cijfers 1 t/m 5.
1. Een gebied langs de kust in het noordwesten.
2. Een gebied grenzend aan het gebied dat bij 1 omschreven staat en enkele gebieden
verder van de kust gelegen.
3. Een gebied ver van de kust af in het binnenland.
4. Een gebied langs de kust in het zuidwesten.
5. Een gebied aan de zuidgrens van de VS.
2 / 14

Vraag 5: tekst aangepast.
Vraag 5 meerkeuze: 1 punt
In bron 4 zijn vijf verschillende klimaatgebieden aangegeven met de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5.
Achter welke letter in onderstaande tabel staat bij elk klimaat het juiste gebied uit bron 4
aangegeven?
begin tabel
Kolom 1: letter
Kolom 2: gematigd zeeklimaat
Kolom 3: hooggebergteklimaat
Kolom 4: Middellandse Zeeklimaat
Kolom 5: steppeklimaat
Kolom 6: woestijnklimaat
A; 1; 2; 3; 5; 4
B; 1; 2; 4; 3; 5
C; 2; 3; 5; 4; 1
D; 3; 5; 4; 1; 2
E; 4; 1; 2; 3; 5
F; 5; 4; 1; 2; 3
einde tabel
blz. 6
 Bron 5: afbeelding = omschrijving.
bron 5: Vier klimaatgrafieken
De klimaatgrafieken geven het temperatuurverloop in graden C en de gemiddelde neerslag
in mm aan voor de maanden januari t/m december. De waardes worden hieronder
weergegeven.
Klimaatgrafiek 1:
Temperatuur: 4, 5, 7, 10, 12, 16, 18, 18, 15, 11, 8 en 4.
Neerslag: 120, 110, 90, 60, 40, 40, 20, 30, 50, 100, 150 en 150.
Klimaatgrafiek 2:
Temperatuur: 11, 14, 17, 20, 26, 30, 33, 32, 30, 24, 19 en 13.
Neerslag: 20, 20, 30, 5, 1, 1, 30, 35, 30, 20, 20 en 35.
Klimaatgrafiek 3:
Temperatuur: 9, 10, 11, 12, 14, 16, 18, 18, 17, 15, 13 en 9.
Neerslag: 120, 80, 70, 40, 5, 0, 0, 0, 5, 20, 60 en 80.
Klimaatgrafiek 4:
Temperatuur: 3, 5, 8, 14, 19, 23, 26, 25, 20, 15, 9 en 4.
Neerslag: 5, 10, 20, 20, 50, 80, 60, 70, 40, 30, 20 en 10.
3 / 14

Vraag 6: tekst aangepast.
Vraag 6 meerkeuze: 1 punt
In bron 5 staan de klimaatgrafieken die horen bij vier van de vijf klimaatgebieden uit bron
4. Er is geen klimaatgrafiek van het hooggebergteklimaat.
Achter welke letter in onderstaande tabel staan de cijfers van de klimaatgrafieken uit bron
5 juist weergegeven bij de klimaten?
begin tabel
Kolom 1: letter
Kolom 2: gematigd zeeklimaat
Kolom 3: Middellandse Zeeklimaat
Kolom 4: steppeklimaat
Kolom 5: woestijnklimaat
A; 1; 2; 3; 4
B; 1; 3; 4; 2
C; 2; 1; 3; 4
D; 2; 3; 4; 1
E; 3; 4; 1; 2
F; 4; 1; 2; 3
einde tabel
blz. 7
 Bron 6: afbeelding = omschrijving.
bron 6: Weerkaart van de VS van 4 december 2009
Een groot gedeelte van de VS heeft een hogedrukgebied. In het noordoosten nabij het
gebied van de Grote Meren ligt een lagedrukgebied.
blz. 8
 Bron 8: afbeelding = omschrijving.
bron 8: Gewassen en vee
Gewassen en vee zijn tarwe, katoen, mais en melkveeteelt.

Bron 9: afbeelding = omschrijving.
bron 9: 'Landbouwbelts' in de Verenigde Staten
Op een kaart van de VS zijn vier 'landbouwbelts' aangegeven.
1. Een gebied in het midden van de VS vanaf de Canadese grens naar het zuiden.
2. Een gebied grenzend aan Canada en gelegen bij de Grote Meren.
4 / 14
3. Een gebied gelegen tussen gebied 2 en 4.
4. Een gebied in het zuidoosten van de VS, net ten noorden van Florida.
blz. 9
 Vraag 9: tekst aangepast.
Vraag 9 meerkeuze: 1 punt
Zie bron 8 en bron 9.
De Verenigde Staten heeft gebieden waar hoofdzakelijk één landbouwproduct
geproduceerd wordt. Deze gebieden met hun specifieke teelt worden 'landbouwbelts'
genoemd.
In bron 9 staan vier van deze landbouwbelts aangegeven met de cijfers 1, 2, 3 en 4.
Achter welke letter in onderstaande tabel staan de cijfers juist bij elk landbouwproduct uit
bron 9?
begin tabel
Kolom 1: letter
Kolom 2: tarwe
Kolom 3: katoen
Kolom 4: mais
Kolom 5: zuivel (melkvee)
A; 1; 2; 3; 4
B; 1; 4; 3; 2
C; 2; 1; 4; 3
D; 3; 2; 1; 4
E; 3; 4; 1; 2
F; 4; 3; 2; 1
einde tabel
blz. 10
 Bron 10: afbeelding = omschrijving.
bron 10: Ligging Lake Mead
Een kaartje van het zuidwesten van de VS. Het stuwmeer van Lake Mead wordt gevoed
door de Coloradorivier. Aan de zuidkant van Lake Mead ligt de Hooverdam. Vandaar
stroomt de Coloradorivier verder naar het zuiden. Vlakbij ligt de stad Las Vegas.

Bron 11: afbeelding = omschrijving.
bron 11: Hooverdam en Lake Mead in 1983 en 2007
In 1983 staat het water hoog en in 2007 staat het water laag.
5 / 14
blz. 11
 Bron 12: afbeelding = omschrijving.
bron 12: De baan van orkaan Katrina (augustus 2005)
Op een kaart van het zuidoosten van de VS is het gebied van de orkaan weergegeven.
Aan de uiteinden van dit gebied staan de letters X en Y. De X staat in de Atlantische
Oceaan ten oosten van Florida; de Y staat in het binnenland van de VS. Vanaf de X
richting de Y wordt het orkaangebied breder.


Vraag 11: tekst aangepast: ... van de kaart in bron 12. = ... van de informatie in bron
12.
Vraag 13: tekst aangepast: Een aantal van deze maatregelen ... = Een aantal van
onderstaande acht maatregelen ...
blz. 12
 Bron 13: afbeelding = omschrijving.
bron 13: De gemiddelde waterafvoer in de Rijn bij Maxau, Keulen en Lobith
In een grafiek is de waterafvoer gedurende het jaar bij Maxau, Keulen en Lobith
weergegeven. Eind mei, begin juni bereikt de waterafvoer een piek bij Maxau.

Bron 14: afbeelding = omschrijving.
bron 14: De Rijn
Een kaartje van het stroomgebied van de Rijn.
Lobith ligt op de grens van Nederland en Duitsland.
Keulen ligt aan de Rijn ten oosten van de provincie Limburg.
Maxau ligt in het zuiden van Duitsland dicht bij Zwitserland.
blz. 13
 Bron 15: afbeelding = omschrijving.
bron 15: Ligging van de woonwijk Lent
Lent ligt net ten noorden van de Waal. Aan de andere kant van de rivier ligt Nijmegen. Ten
oosten van Lent stroomt de Waal nog naar het zuiden. Vanaf Lent stroomt de Waal naar
het westen.

Bron 16: afbeelding = omschrijving.
bron 16: Twee foto's van de Waal bij Nijmegen en Lent
6 / 14
In de oude situatie is één bedding. In de nieuwe situatie is er naast de oude bedding een
nevenbedding. Ook is te zien dat de Waal hier een scherpe bocht maakt.
blz. 14
 Bron 17: afbeelding = omschrijving.
bron 17: Zijaanzicht van de oude en nieuwe situatie bij Lent
In de nieuwe situatie heeft de rivier bij hoogwater meer ruimte gekregen. Naast de oude
geul van de Waal is een nieuwe geul gekomen. Op de plaats van de oorspronkelijke dijk
met woningen is nu een eiland gevormd. Er ligt nu een dijk verder van de oude geul af.


Vraag 16: tekst aangepast: Bekijk bron 15, 16 en 17. = Zie bron 15, 16 en 17.
Vraag 17: tekst aangepast.
Vraag 17: 1 punt
Zie bron 15, 16 en 17.
Op veel plaatsen heeft men ervoor gekozen om de kribben in de rivier te verwijderen of te
verlagen. In de nieuwe situatie bij Lent zijn de kribben gehandhaafd.
Geef een reden waarom het bij Lent noodzakelijk is dat de kribben in de rivier blijven.
blz. 15
 Bron 18: tabel is gedeeltelijk overgenomen.
bron 18: Drinkwaterverbruik in huishoudens in liter/persoon, per dag (zie onderstaande
tabel)
begin tabel
Kolom 1: soort verbruik
Kolom 2: 1995
Kolom 3: 2004
Kolom 4: 2007
Kolom 5: 2010
Kolom 6: 2013
bad; 9,0; 2,8; 2,5; 2,8; 1,8
douche; 38,3; 43,7; 49,8; 48,6; 51,4
wastafel; 4,2; 5,1; 5,3; 5,0; 5,2
toiletspoeling; 42,0; 35,8; 37,1; 33,7; 33,8
kleding wassen, machine; 25,5; 18,0; 15,5; 14,3; 14,3
einde tabel
7 / 14
blz. 16
 Bron 19: tekst aangepast.
bron 19
Foto van de dijkdoorbraak bij Wilnis.

Vraag 19: tekst aangepast: De volgende gebeurtenissen ... = De volgende vijf
gebeurtenissen ...
blz. 17
 Bron 20: afbeelding = omschrijving.
bron 20: Goederenvervoer van en naar Nederland, 2010 (in miljoen ton)
Zeevaart: 650
Binnenvaart: 180
Wegvervoer: 180
Spoorvervoer: 30
Luchtvervoer: 5
Pijpleidingvervoer: 105


Vraag 20: tekst aangepast: Bekijk bron 20. = Zie bron 20.
Bron 21: afbeelding = omschrijving.
bron 21
Foto van tuinbouw in het Midden-Oosten.
blz. 18
 Bron 22: afbeelding vervalt.
blz. 19
 Bron 23: afbeelding = omschrijving.
bron 23: Vier klimaatgrafieken
De klimaatgrafieken geven de gemiddelde neerslag in mm aan voor de maanden januari
t/m december. De waardes worden hieronder weergegeven.
Klimaatgrafiek 1: 0, 5, 10, 25, 50, 90, 100, 90, 80, 40, 10 en 5.
Klimaatgrafiek 2: 0, 0, 4, 5, 10, 5, 4, 4, 3, 2, 0 en 0.
Klimaatgrafiek 3: 10, 15, 25, 40, 55, 85, 180, 160, 130, 70, 35 en 20.
Klimaatgrafiek 4: 2, 5, 15, 25, 40, 60, 110, 100, 70, 40, 20 en 5.
8 / 14
blz. 20
 Bron 24: afbeelding = omschrijving.
bron 24: Turks plan voor aanleg van waterpijpleidingen
Vanuit het oosten van Turkije lopen waterpijpleidingen naar het buurland Syrië.
blz. 21
 Bron 25: afbeelding = omschrijving.
bron 25: Midden-Oosten, neerslag
Op een kaart is de gemiddelde jaarlijkse neerslag in mm weergegeven. In Egypte mondt
de Nijl uit in de Middellandse Zee op ongeveer 32 graden noorderbreedte. De Nijl
ontspringt in Sudan op ongeveer 10 graden noorderbreedte. Waar de Nijl ontspringt is de
jaarlijkse neerslag meer dan 750 mm. Vanaf 15 graden noorderbreedte tot de monding
van de Nijl is de neerslag minder dan 250 mm. Ter hoogte van de Kreeftskeerkring op 23
graden noorderbreedte ligt de Aswandam in de Nijl.
blz. 22
 Bron 26: afbeelding = omschrijving.
bron 26: Landbouw in droge gebieden
Irrigatie vindt plaats in de Nijldelta en in een strook langs de Nijl. In de Nijl in Egypte ligt de
Aswandam. Bij deze dam ligt het Nassermeer.
blz. 23
 Bron 28: afbeelding = omschrijving.
bron 28: Aanleg van de nieuwe Aswandam (1970)
Er is een dwarsdoorsnede van de situatie te zien. Voor de nieuwe dam staat het water in
het Nassermeer op 175 m. De lagere, oude Aswandam staat 6,5 km verderop. Tussen
deze twee dammen staat het water op 108 m. Voorbij de oude Aswandam staat het water
op 88 m.
blz. 24
 Bron 29: afbeelding vervalt.
 Bron 30: afbeelding = omschrijving.
bron 30: Vestigingen Primark (januari 2014) en keuzeplaatsen nieuwe vestiging
De bestaande vestigingen van Hoofddorp en Zaandam liggen in de provincie NoordHolland. Die van Zoetermeer en Rotterdam liggen in Zuid-Holland; van Arnhem en
Nijmegen in Gelderland; van Enschede in Overijssel; van Venlo in Limburg en van Almere
in Flevoland.
9 / 14
Van de genoemde plaatsen voor een nieuwe vestiging ligt Den Burg op het eiland Texel in
Noord-Holland; Groningen in de provincie Groningen; Roermond in Limburg en Terneuzen
in Zeeland. De afstanden tussen de Primarkwinkels in de provincies Noord- en ZuidHolland en in de provincie Gelderland is ongeveer 20 km.
blz. 25
 Vraag 30: tekst aangepast: Lees bron 29 en bekijk bron 30. = Zie bron 29 en 30.
 Vraag 31: tekst aangepast: Lees bron 29 en bekijk bron 30. = Zie bron 29 en 30.
blz. 26
 Bron 31: afbeelding = omschrijving.
bron 31: Nederland, bevolkingsontwikkeling 2010-2025
Er wordt een krimp verwacht in o.a. Oost-Groningen, de Achterhoek en ZeeuwsVlaanderen; een geringe afname of geringe toename in delen van Limburg, Noord-Brabant
en Drenthe; een toename van 2,5 tot 10% o.a. in delen van Gelderland, Zuid-Holland en
Friesland. Er wordt een toename verwacht van meer dan 10% in Flevoland en in
Amsterdam en omgeving.

Vraag 31: tekst aangepast: Bekijk bron 31. = Zie bron 31.
blz. 27
 Bron 32: afbeelding = omschrijving.
bron 32: Vier foto's van de stad
Foto 1: een park, een vijver en vrijstaande woningen en bedrijven.
Foto 2: een drukke winkelstraat.
Foto 3: een straat in een woonwijk met oudere woningen.
Foto 4: een straat in een nieuwbouwwijk.

Vraag 35: tekst aangepast: Bekijk de foto's in bron 32. = Zie bron 32.
blz. 28
 Bron 33: afbeelding = omschrijving (alleen bijschriften).
bron 33: Foto's van vier Duitse steden
Foto 1: herinrichting stad na terugloop bevolking.
Foto 2: financieel zakencentrum.
Foto 3: historische binnenstad met uitzicht op de Alpen.
Foto 4: havenstad.
10 / 14

Vraag 36: tekst aangepast.
Vraag 36 meerkeuze: 1 punt
In bron 33 zie je foto's van vier Duitse steden. Bij elke foto is een kenmerk van de stad
aangegeven.
Achter welke letter staan de juiste plaatsnamen in de volgorde van de foto's 1, 2, 3 en 4?
A Leipzig - Frankfurt - Hamburg - München
B Leipzig - Frankfurt - München - Hamburg
C Frankfurt - Leipzig - München - Hamburg
D Hamburg - München - Leipzig - Frankfurt
E München - Hamburg - Frankfurt - Leipzig
F München - Hamburg - Leipzig - Frankfurt
blz. 29
 Bron 34: afbeelding = omschrijving.
bron 34: Duitsland, bevolkingsgrafieken 1910, 1950, 2000 en 2050
Hieronder zijn enkele leeftijdsgroepen weergegeven voor de jaren 1910, 1950, 2000 en
2050. De aantallen zijn in miljoenen.
1910:
0-4 jaar: 8
5-9 jaar: 7,8
10-14 jaar: 7,6
1950:
0-4 jaar: 4,8
5-9 jaar: 5,4
10-14 jaar: 6,1
2000:
0-4 jaar: 3,8
25-29 jaar: 5,5
30-34 jaar: 6,7
35-39 jaar: 6,8
70-74 jaar: 3,4
75-79 jaar: 1,9
2050:
0-4 jaar: 2,8
25-29 jaar: 3,7
30-34 jaar: 3,9
35-39 jaar: 4,1
70-74 jaar: 4,5
75-79 jaar: 4,3
11 / 14
blz. 30: geen aanpassingen.
blz. 31
 Bron 36: afbeelding = tabel.
bron 36: China, groei stedelijke bevolking en groei stedelijke hukou-bevolking in miljoenen,
1970-2010 (zie onderstaande tabel)
begin tabel
Kolom 1: jaar
Kolom 2: stedelijke bevolking
Kolom 3: stedelijke hukou-bevolking
1970; 140; 120
1980; 200; 180
1990; 300; 240
2000; 470; 300
2010; 600; 450
einde tabel

Vraag 39: tekst aangepast.
Vraag 39: 2 punten
In bron 36 is de ontwikkeling van de totale stedelijke bevolking en de stedelijke bevolking
met een hukou voor de stad weergegeven.
Wie worden bedoeld met de stedelijke hukou-bevolking?
De stedelijke bevolking is groter dan de stedelijke hukou-bevolking.
Welke groep stadsbewoners veroorzaakt dit verschil?

Bron 37: afbeelding = tabel.
bron 37: China, twee bevolkingsgrafieken in één tabel, 2010 en 2050 (aantallen in
miljoenen)
begin tabel
Kolom 1: leeftijdsgroep
Kolom 2: 2010
Kolom 3: 2050
0-4 jaar; 79; 58
5-9 jaar; 75; 59
10-14 jaar; 77; 58
15-19 jaar; 95; 58
12 / 14
20-24 jaar; 116; 61
25-29 jaar; 114; 68
30-34 jaar; 100; 75
35-39 jaar; 101; 76
40-44 jaar; 121; 77
45-49 jaar; 116; 76
50-54 jaar; 87; 82
55-59 jaar; 82; 94
60-64 jaar; 67; 111
65-69 jaar; 44; 82
70-74 jaar; 32; 72
75-79 jaar; 26; 76
80-84 jaar; 16; 60
85-89 jaar; 10; 30
90 jaar en ouder; 7; 25
einde tabel

Vraag 40: tekst aangepast: Bekijk bron 37. = Zie bron 37.
blz. 32
 Bron 38: afbeelding = omschrijving.
bron 38: Demografisch transitiemodel in vier tijdsfasen
Fase 1: hoog geboorte- en hoog sterftecijfer.
Fase 2: hoog geboortecijfer en sterk dalend sterftecijfer.
Fase 3: sterk dalend geboortecijfer en laag sterftecijfer.
Fase 4: laag geboorte- en laag sterftecijfer.

Vraag 41: tekst aangepast.
Vraag 41 meerkeuze: 1 punt
Zie bron 38.
Alle landen zijn in te delen bij een bepaalde fase van het transitiemodel.
Achter welke letter staat bij China, Nederland en Duitsland voor 2015 de juiste
transitiefase?
A China 2; Nederland 3; Duitsland 4
B China 3; Nederland 3; Duitsland 4
C China 3; Nederland 4; Duitsland 4
D China 4; Nederland 4; Duitsland 4
13 / 14
blz. 33
 Bron 39: afbeelding = omschrijving.
bron 39: China's hogesnelheidsnetwerk
Reistijden vanaf Beijing
naar Shanghai: 4 uur;
naar Harbin: 4,6 uur;
naar Chongqing: 5,6 uur;
naar Guangzhou: 7,4 uur;
naar Xianggang: 8 uur.

Vraag 44: tekst aangepast.
Vraag 44 meerkeuze: 1 punt
Zie bron 39.
In China is een hogesnelheidsnetwerk in ontwikkeling waarop treinen met hoge snelheid
(tot 350 km per uur) kunnen rijden. Shanghai en Guangzhou liggen beide ten zuiden
Beijing.
Hoe lang duurt een treinreis van Shanghai naar Guangzhou?
A minder dan 2 uur
B tussen 2 en 3 uur
C tussen 3 en 4 uur
D meer dan 8 uur
14 / 14
Download