Artikel: Schutztruppen in Afrika. Over het ontstaan en verloop van de

advertisement
Artikel: Schutztruppen in Afrika. Over het ontstaan en verloop van de Namibische genocide
Auteur: Mare Engelen
Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 29.4, 19-28.
© 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam
ISSN 0165-7518
Abstract: Not available.
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar
verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele
historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder
publiek te presenteren.
Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het
machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de
redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar
bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam •
www.skript-ht.nl • [email protected]
Schutztruppen in Afrika
Over het ontstaan en het verloop
van de Namibische genocide
Mare
Engelen
Tussen 1904 en 1908 hebben Duitse kolonisten en soldaten op gruwelijke wijze een
groot gedeelte van de inheemse bevolking van het huidige Namibië' omgebracht. Tegenwoordig beschouwen veel historici deze gewelddadige geschiedenis als de eerste genocide van de twintigste eeuw. Mare Engelen besteedt in dit artikel aandacht aan deze
episode, die in Duitsland de laatste jaren steeds meer in de belangsteUing is komen
te staan.
'Ein Platz an der Sonne'
Na de Frans-Duitse Oorlog en de stichting van de Duitse staat in 1871 besloot de
'ijzeren kanselier' Bismarck in 1884 dat Duitsland, net als de andere Europese mogendheden, koloniale gebieden moest krijgen. Bismarcks besluit was opmerkelijk. Aanvankelijk was hij om verschillende redenen juist een tegenstander geweest van het verwerven van overzeese gebiedsdelen. Toen in Versailles het Duitse Rijk werd gesticht, was de
wereld allang verdeeld onder de toenmalige grootmachten. Actieve kolonisatiepolitiek
zou vooral Engeland in de wielen rijden en Bismarck vreesde daarom dat het zijn voornaamste doel, consolidatie van de positie van Duitsland in Europa, in gevaar zou brengen. Bovendien zou Duitsland de koloniën niet eens kunnen exploiteren en beschermen
omdat het handelshuizen noch een vloot bezat. Ook ten aanzien van de binnenlandse
politiek bestond er een risico. De hoge uitgaven die met het koloniale avontuur gepaard
zouden gaan, moesten worden goedgekeurd door de Rijksdag, die hierdoor zijn positie
kon versterken. Waarom viel in 1884 dan tóch het besluit om koloniën te winnen?^
Mogelijk hebben hier voornamelijk buitenlands-politieke oorzaken aan ten
grondslag gelegen. In 1884 dreigden Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland met
elkaar in conflict te komen omwille van koloniën. In Egypte kreeg Groot-Brittannië
het aan de stok met Frankrijk en in Afghanistan leek het tot een confrontatie te
komen tussen Groot-Brittannië en Rusland. Sommige historici denken dat Bismarck
overzeese gebieden onder Duitse bescherming durfde te stellen, omdat de koloniale
mogendheden door hun onderlinge strijd waren afgeleid.^
Andere historici denken dat Bismarcks koerswisseling te maken had met politieke
ontwikkelingen in het binnenland. Met koloniën probeerde hij de aandacht af te
leiden van de sociale spanningen die op dat moment in Duitsland heersten. Door
de industriële revolutie was er in Duitsland een groot 'arbeidersproletariaat' ontstaan en dankzij verbeteringen op het gebied van hygiëne en gezondheidszorg groeide
Skript Historisch Tijdschrift 29.4
de bevolking in ijltempo. Beide ontwikkelingen zetten het bestaande staatsbestel
onder grote druk. Wellicht dacht Bismarck wat druk van de ketel te kunnen halen
door de Duitsers een uitwijkmogelijkheid te bieden naar Duitse koloniën. Het is
hoe dan ook onwaarschijnlijk dat de pragmaticus Bismarck ten aanzien van het
koloniale beleid ideologisch geïnspireerd is geweest.'*
Bismarck gaf als eerste staatsbescherming aan het in april 1884 door de ondernemers Adolf Lüderitz en Heinrich Vogelsang verworven Duits Zuidwest-Afrika.
In juli van datzelfde jaar volgden Togoland en de bezittingen van Adolph Woermann
in Kameroen; in februari 1885 het door Carl Peters verworven Duits Oost-Afrika.
Niet lang daarna zou Duitsland ook kleine eilanden in de Stille Oceaan annexeren
en interveniëren in Zuid-Amerika en Azië. Maar de gebieden in Afrika zouden
altijd de belangrijkste Duitse koloniale bezittingen blijven.'
In 1890 werd Bismarck door de nieuwe ambitieuze keizer Wilhelm 11 ontslagen.
De keizer introduceerde een 'nieuwe koers' in de Duitse buitenlandse politiek, de
zogeheten 'Weltpolitik'. Het doel van de Weltpolitik was vooral koloniale expansie.
Wilhelm 11 wilde dat Duitsland zich als grootmacht kon spiegelen aan Groot-Brittannië met zijn omvangrijke vloot en vele koloniën. In allerijl werd daarom een
Duitse vloot gebouwd; emigratie en kolonisatie werden aangemoedigd. Voortaan
werden de koloniale activiteiten serieuzer genomen. Ook Duitsland moest, zoals rijkskanselier Von Bülow het in 1897 verwoordde, een 'Platz an der Sonne' krijgen.''
Duits Zuidwest-Afrika
Het Duitse koloniale rijk zou slechts dertig jaar bestaan, van 1884 tot 1914. De
economische betekenis ervan was gering. In 1914 leefden ongeveer zo.ooo Duitsers
in de koloniën en bedroeg de totale koloniale handel niet meer dan een half procent
van de totale Duitse buitenlandse handel.^ Het feit dat de Duitse koloniën slechts
van geringe economische betekenis zijn geweest, mag echter geen reden zijn om aan
het Duitse koloniale verleden voorbij te gaan. Het is een roerig en, in het geval van
Duits Zuidwest-Afrika, zeer gewelddadig verleden.
Duits Zuidwest-Afrika was ruim twee keer zo groot als Duitsland zelf, en daarmee de grootste Duitse kolonie. Het warme, droge gebied bestond bijna geheel uit
woestijn en savanne. Alleen in het noorden lagen bergen. Het westen en zuiden,
waar de Duitsers zich voornamelijk vestigden, leenden zich niet voor landbouw
maar wel voor veeteelt. De Herero's in het centrum, de Nama's in het zuiden en
de Owambo's in het noorden waren de drie belangrijkste bevolkingsgroepen. De
Duitsers zouden vooral in contact komen met de Herero's en de Nama's.*
De eerste Duitsers die er voet aan wal zetten, waren Duitse missionarissen van
de Rheinische Missionsgesellschaft. Met gevaar voor eigen leven, maar met de
bijbel in de hand, trokken zij omstreeks 1840 als eersten het binnenland in om de
inheemse bevolking te bekeren. Het meeste succes had de missionaris Carl Hugo
Hahn (1818-1895). Hij zou jarenlang onder de Herero's verblijven, hun taal vastleggen in een woordenboek en zelfs de bijbel naar hun taal vertalen. Tevens overtuigde hij de Herero's bepaalde verdragen te sluiten met de Duitsers.'
ZO
Missiewerk en kolonialiseren gingen in Duits Zuidwest-Afrika hand in hand. Dat
het land van de Herero's, Nama's en Owambo's uiteindelijk veranderde in een Duitse
kolonie, was te danken aan de inzet van twee avontuurlijke Duitse ondernemers.
Adolf Lüderitz en Heinrich Vogelsang kochten in 1883 van de Khoi-Khoi-kapitein
Joseph Fredericks een stuk grond bij Angra Pequena, de baai waar tegenwoordig
de plaats Lüderitz ligt. In 1884 zou Bismarck hun gebied annexeren, uitbreiden en
uitroepen tot Duits protectoraat. Slechts de enclave Walvisbaai bleef Brits.'°
Oorlog
De Weltpolitik van keizer Wilhelm 11 resulteerde in een bescheiden emigratie van Duitse
veehouders naar Duits Zuidwest-Afrika. Daarnaast vestigden zich er enkele concessiemaatschappijen die zich voornamelijk richtten op mijnbouw. De immigratie van veehouders en de komst van de concessiemaatschappijen leidden ertoe dat in Duits Zuidwest-Afrika steeds meer grond in bezit werd genomen door blanken. Zij waren zich
bewust van hun kwetsbare positie. De Herero's en Nama's waren goedgeorganiseerde
stammen die niet zomaar over zich heen lieten lopen. De Duitsers probeerden daarom
op indirecte wijze hun positie te versterken. Door de inheemse volken te overreden
allerlei verdragen te tekenen, wisten de kolonisten hun grondgebied uit te breiden."
In 1896 brak onder de runderen in Zuidwest-Afrika plotseling een epidemie uit.
Binnen korte tijd stierf circa 95 procent van de kuddes, wat een schrijnend voedseltekort veroorzaakte bij duizenden inheemsen. Ten einde raad boden zij hun diensten aan
de Duitsers aan. Zo werden de Herero's en de Nama's steeds afhankelijker van de Duitsers, die zichzelf beschouwden als 'Herrermienschen': superieur aan de Afrikanen. Dit
gaf ze het recht deze mensen als slaven te behandelen.'^ Op termijn accepteerden de
Herero's de hieruit voortvloeiende uitbuiting door de Duitse bevolking echter niet. Welk
incident precies de aanleiding voor de Herero's is geweest om de wapens op te nemen,
is onduidelijk, maar op iz januari 1904 vermoordden zij, onder leiding van Hereroleider Samuel Maharero, enkele kolonisten. De Herero-oorlog was begonnen.'^
De Duitse reactie zou niet lang op zich laten wachten. Gouverneur Theodor von
Leutwein schakelde de onder zijn bevel staande Schutztruppen in om de Herero's
tot de orde te roepen. Verschillende schermutselingen waarbij uiteindelijk geen van
beide partijen als overwinnaar uit de bus kwam, waren het gevolg. Leutwein kreeg
de situatie niet onder controle en in de lente van 1904 werd hij uit zijn functie ontheven. Op io mei 1904 vertrok vanuit de haven van Hamburg het schip Eleonore
Woermann met aan boord de opvolger van Leutwein: generaal Lothar von Trotha
en diens adjudant Paul von Lettow-Vorbeck. Met 15,000 extra soldaten moesten
zij in Duits Zuidwest-Afrika de eer van het Duitse Keizerrijk hooghouden en met
harde hand de Herero's onderwerpen. Dat zij tot dit laatste in staat waren, hadden
ze reeds bewezen tijdens de Bokseropstand in China (1900-1901).'''
In tegenstelling tot Leutwein onderhandelde Von Trotha niet meer met de inheemse bevolking. De Duitse troepen hadden nu de beschikking over mitrailleurs en zware
artillerie en in verschillende kleinschalige gevechten sneuvelden dan ook veel Herero's.
Op 12 augustus 1904 werden de opgejaagde Herero's definitief verslagen bij Ohama-
Skript Historisch Tijdschrift 29.4
2.1
•^i
2JL
Generaal Lothar von Trotha. Bron: www.wikipedia.nl
kari, een plaatsje bij het Waterbergplateau. Dankzij strategisch geplaatste heliografen
kon Von Trotha met spiegelsignalen de bewegingen van zijn troepen goed bepalen.Binnen één dag was de strijd voor de Herero's verloren en vluchtten de meesten van hen
de Omaheke-woestijn in, richting Bechuanaland, het huidige Botswana.'' Dit was echter niet het einde van de strijd. Generaal Von Trotha ging nu over op de 'totale Krieg'.
Twee maanden na de slag bij Omahakari verklaarde hij in zijn beruchte proclamatie, die bekend is geworden als het 'Vernichtungsbefehl', het volgende:
'Ich, der groSe General der deutschen Soldaten, sende diesen Brief an das Volk der
Herero. Die Hetero sind nicht mehr deutsche Untertanen. Sie haben gemordet und gestohlen, haben verwundeten Soldaten Ohren und Nasen und andere Körperteile abgeschnitten, und wollen jetzt aus Feigheit nicht mehr kampfen. Ich sage dem Volk: Jeder,
der einen der Kapitane an eine meiner Stationen als Gefangenen abliefert erhalt looo
Mark wer Samuel Maharero bringt erhalt 5000 Mark. Das Volk der Herero muS jedoch
das Land verlassen. Wenn das Volk dies nicht tut, so werde ich es dem mit dem Groot
Rohr [kanon] dazu zwingen. Innerhalb der deutschen Grenze wird jeder Herero mit
oder Ohne Gewehr, mit oder ohne Vieh erschossen, ich nehme keine Weiber oder Kinder mehr auf, treibe sie zu ihrem Volk zurück oder lasse auf sie schieSen. Dies sind meine
Worte an das Volk der Hereros. Der grofie General des machtigen deutschen Kaisers.'"^
Op bevel van Von Trotha werden de Herero's door de Omaheke-woestijn gedreven. Om
te voorkomen dat zij zouden terugkeren, vergiftigden de Duitsers het water in de waterputten. Veel Herero's stierven van de dorst. De uitgemergelde Herero's die uit wanhoop
toch terugkeerden werden meestal geëxecuteerd of terug de woestijn in gedreven.'^
Kort voordat de Herero's bij de Waterberg zouden worden verslagen had Hereroleider Samuel Maharero de Nama's in het zuiden opgeroepen mee te strijden tegen
de Duitsers. De Nama's hadden in het verleden geregeld om grond en vee oorlog
gevoerd tegen de Herero's, maar gaven toch gehoor aan Maharero's oproep. Wetende
hoe Von Trotha de Herero's had aangepakt, besloot Witbooi een guerrillaoorlog
te voeren. Deze tactiek was lange tijd succesvol en bracht de Duitse kolonisator in
een netelige situatie. Op 3 oktober 1904 viel Hendrik Witbooi met zijn soldaten
voor het eerst de Duitsers aan. Pas een ruim jaar later, toen Hendrik Witbooi en
zijn mannen een voedseltransport aanvielen bij Vaalgras, kregen de Duitsers weer
grip op de situatie. De Schutztruppen pareerden de aanval en schoten Witbooi dood.
Zonder hun strategische leider werden de resterende Nama's snel verslagen.'**
Konzentrationslager
Eind november 1904, twee maanden nadat Von Trotha zijn vernietigingsbevel had
uitgestuurd, werd keizer Wilhelm 11 door zijn rijkskanselier Von Bülow onder druk
gezet om het bevel van Von Trotha in te trekken. Rijkskanselier Von Bülow bekommerde zich niet zozeer om ethische redenen om het lot van de Herero's en de Nama's,
hij handelde vooral uit praktische overwegingen. Hij wilde hen namelijk slavenarbeid
laten verrichten om zo de economie van de kolonie vooruit te helpen. Na een week
stript Historisch Tijdschrift 1'^.4
23
van beraad stemde de keizer toe. Von Trotha werd vervangen door Friedrich von
Lindenquist, een ambtenaar die snel had weten op te klimmen binnen het koloniale
bestuur in Duits Zuidwest-Afrika. Voortaan zouden inheemsen in concentratiekampen
worden gedwongen, om van daaruit werk te verrichten voor de Duitse gemeenschap.''
Tijdens de Boerenoorlogen (1880-1881 en 1899-1902) in Zuid-Afrika hadden de
Britten de boerenbevolking al bijeengedreven in concentratiekampen. Naar dit voorbeeld richtten de Duitsers in Duits Zuidwest-Afrika kampen in voor de overgebleven
Herero's en Nama's; mannen, vrouwen en kinderen. Verspreid over Duits ZuidwestAfrika werden kleine en grotere kampen ingericht. De grootste kampen verrezen op
onherbergzame eilanden voor de kust bij Lüderitz en Swakopmund, en in Okahandja,
Karibib en Windhoek. De meeste kampen waren afgesloten door doornstruiken of prikkeldraad. De gevangenen leefden er in kleine ronde hutjes (pontoks) of militaire tenten.
Volgens Duitse statistieken hebben circa 15.000 Herero's en z.zoo Nama's in
de kampen gezeten. De omstandigheden waren er buitengewoon slecht. Bijna de helft,
ongeveer 7.700 mensen, kwam in het kamp om het leven, onder meer door aandoeningen als scheurbuik, longontsteking, griep en tyfus of door syfilis en andere seksueel
overdraagbare ziektes.^" In Lüderitz en Swakopmund werden de mensen gekweld door
de koude mist die vanuit zee landinwaarts trok. De gevangenen kregen zo weinig te
eten dat slechts de sterksten onder hen konden overleven. De Duitsers deelden weliswaar rijst uit maar de Herero's en de Nama's kenden dit product niet. Regelmatig werden mensen ziek omdat ze de harde droge rijstkorrels zonder enige bereiding opaten.^'
In deze omstandigheden moesten de duizenden gevangenen dwangarbeid verrichten. Ze werkten in de mijnen van Tsumeb of legden spoorwegen aan. Het zware werk
en het gebrek aan (goede) voeding kostten veel mensen het leven. Kinderen tussen acht
en veertien jaar werden vaak in dienst genomen door soldaten. Oud genoeg om opdrachten te begrijpen maar te jong om te werken in de mijnen of bij het spoor, waren deze
zogeheten 'Bambusen' zeer geliefd als hulpjes. De soldaten kozen meestal voor jongens,
soms werden er echter ook meisjes Bambuse. Het is bekend dat deze getraumatiseerde
en vaak aan alcohol verslaafde meisjes door de soldaten seksueel werden misbruikt."^^
Hottentottenwahlen
Ondertussen werd in Duitsland doorlopend uitgebreid verslag gedaan van de verrichtingen van de Schutztruppen.^^ In 1906 en 1907 zou de strijd tegen de Herero's
en de Nama's zelfs het belangrijkste thema van de landehjke politiek worden. Toen
vonden namelijk de zogenaamde 'Hottentottenwahlen' plaats. Vanaf het begin van de
oorlog tegen de Herero's en de Nama's had de regering verscheidene malen geld moeten vrijmaken om de Schutztruppen te versterken. Nooit had de oppositie in het parlement zich hier tegen verzet, omdat zij het koloniale project steunde. De Schutztruppen
stuitten echter steeds vaker op verzet. Ook raakte de extreem harde aanpak van Lothar
von Trotha bekend, waardoor de katholieken, maar vooral ook de socialisten steeds
kritischer werden. De Sozialistische Partei Deutschland (SPD) onder aanvoering van
August Bebel, en het katholieke Zentrum onder leiding van Matthias Erzberger streefden naar een meer realistischer houding dan het patriottisch fanatisme van de conser-
24
vatieve regering. Het gevolg was dat in december 1906, toen slechts kleine groepen
inheemsen zich nog door middel van guerrillatechnieken verzetten, de socialisten
en de katholieken een voorstel van de regering blokkeerden om opnieuw geld vrij
te maken voor de Schutztruppen. Het ging om een bedrag van 29 miljoen mark.'^''
Rijkskanselier Bemhard von Bülow besloot hierop nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Hij greep de kwestie aan om de groeiende socialistische partij van August Bebel
in een kwaad daglicht te stellen. Zo ontstond een verkiezingsstrijd waarbij de strijd
tegen de Herero's en de Nama's, door de Duitsers vaak 'Hottentotten' genoemd, in het
middelpunt van de aandacht kwam te staan. De regering startte een uitgebreide nationalistische en kolonialistische propagandacampagne om de bevolking warm te maken
voor een harde aanpak in Duits Zuidwest-Afrika. Over de dapper strijdende Schutztruppen werden veel artikelen gepubliceerd, er kwamen briefkaarten in omloop met
daarop de Schutztruppen en hun inheemse gevangenen, en er werd hard gelobbyd door
vooraanstaande conservatieve leden van de Deutsche Kolonialgesellschaft. Meerdere
malen werden de socialisten en katholieken openlijk afgespiegeld als landverraders,
zoals ook door Johan Albrecht zu Mecklenburg, president van de Kolonialgesellschaft:
'Die Mehrheit der bisherigen Volksvertreter hat versagt da, wo nationale Ehre und einfachste Pflicht gegenüber unseren harten Kampfen ihr Blut und Leben für des Reiches
Wohlfahrt opfernden südwestafrikanischen Trupjjen einstimmige Annahme der Regierungsvorlage erheischte. [...] Nicht genug ist gewürdigt worden, da6 mit dam ablehnenden BeschluG unseren tapferen Kriegern dort drauSen der in blutigen Gefechten und
ünerhorten Strapazen errungene Lorbeer des Sieges wieder entrissen und sie gezwungen
werden sollten, von den wilden raüberischen Hottentotten das Feld zu raümen.'^'
Ondanks de inspanningen van de regering zouden de socialisten bij de verkiezingen
vier miljoen stemmen méér krijgen dan bij de vorige verkiezingen. Echter, door onder
meer een voor de socialisten ongunstige verdeling van kiesdistricten zou de SPD in
de Rijksdag van 81 naar 43 zetels teruggaan. Het Zentrum bleef stabiel. Von Bülow
behield de macht doordat de Deutschkonservative Partei, de Deutsche Reichspartei
en de Nationalliberale Partei een coalitie vormden."^*
De uiteindelijke overwinning van de conservatieve en rechtse partijen was een
morele klap voor de socialisten. Hun kritiek op het koloniale beleid van de regering zou
snel verstommen. Er werd een ministerie voor Koloniale Aangelegenheden in het leven
geroepen, onder leiding van Bernhard Dernberg. Voor de Schutztruppen in de kolonie
betekende de verkiezingsuitslag dat zij toch weer geld ontvingen. De strijd tegen de
Herero's en de Nama's werd snel definitief beslist. Dernberg besloot hierop de concentratiekampen in Duits Zuidwest-Afrika te sluiten en een milder beleid te voeren. Ook dit
nam de sociaUsten wat betreft hun kritiek op het koloniale beleid de wind uit de zeilen.^^
Motieven
In het voorgaande heb ik uiteengezet waarom de relatie tussen de Duitse kolonisator
en de inheemse bevolking escaleerde, maar de vraag blijft waarom men van Duitse
Skript Historisch Tijdschrift 29.4
2-5
zijde is overgegaan tot massamoord op de Herero's en de Nama's. Historici hebben
hiervoor twee verklaringen gegeven: expansiedrift en racisme.^** Het verwerven van
'Lebensraum' voor hun volk was voor de Duitsers een van de redenen geweest om
aan het koloniale project te beginnen. De aanwezigheid van de inheemse bevolking
vormde hierbij een belemmering en de Duitsers waren deze inboorlingen dan ook
liever kwijt dan rijk. De opstand van de Herero's en de Nama's kwam daarom als
een welkom excuus om de inheemse bevolking uit de weg te ruimen."^^
Daarnaast was de Duitse maatschappij rond 1900, net als de Engelse en de Amerikaanse, sterk beïnvloed door de 'eugenetica' ofwel rassenleer. Deze leer was geïnspireerd door de evolutietheorie van Charles Darwin, en beweerde dat net als bij
de diersoorten, er ook bij de menselijke rassen sprake is van een 'survival of the
fittest'. Vanuit dit idee streefden mensen er naar om de menselijke soort zuiver te
houden door de 'ongeschikten' (unfit) van voorplanting te weerhouden en de 'geschikten' (fit) er juist toe aan te zetten. In de praktijk werd alleen het 'Westerse ras'
als geschikt beschouwd. Voor de Duitsers in Namibië was dit een reden te meer om
een poging te doen de Herero's en de Nama's te vernietigen. Tegelijk 'rechtvaardigde'
dit gedachtegoed de experimenten van Duitse eugenetici als dr. Eugen Fischer en
dr. Ferdinand Birkner op lijken van Herero's en Nama's. Zo konden zij namelijk
een verdere wetenschappelijke onderbouwing vinden voor hun rassenleer.
Geen middel werd door deze lieden geschuwd om de superioriteit van de Westerse
mens aan te tonen. Er zijn vreselijke verhalen bekend van vrouwelijke Herero- en
Nama-gevangenen die bijvoorbeeld gedwongen werden om de afgehakte hoofden
van medegevangenen te koken. Vervolgens moesten ze deze met een glasscherf
van alle substantie ontdoen zodat alleen de schedels overbleven die voor verdere
experimenten konden worden gebruikt.'°
Tot besluit
Tot 1907 hebben kleine groepen Nama's en enkele kleinere stammen zoals de Bondels
in het zuiden nog tegen de Duitsers gestreden. In 1908 was de oorlogstoestand voorbij
en werden de concentratiekampen geleidelijk gesloten. De economie kwam weer op
gang. De landbouw werd geen succes maar kort na de oorlogsperiode ontdekte men
koper en diamanten en de kolonisten startten mijnbouwactiviteiten.'' Lang zouden de
Duitsers hier niet van kunnen profiteren want na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bezetten in 1915 Zuid-Afrikaanse troepen Duits Zuidwest-Afrika. Daarmee
kwam een einde aan het Duitse koloniale project.
Geschat wordt dat aan het einde van de negentiende eeuw er ongeveer 80.000
Herero's en zo.000 Nama's in Duits Zuidwest-Afrika woonden. Van de Herero's
waren er in 1908 nog circa 20.000 in leven en verbleef een groot deel in gedwongen
ballingschap in Botswana. Van de circa 20.000 Nama's heeft naar schatting minder
dan de helft de terreur van de Duitse kolonisator overleefd. In hoeverre andere,
kleinere stammen zoals de Damara of de San geleden hebben onder de Duitse overheersing, is niet duidelijk.'^ Van de 17.000 soldaten die Duitsland had ingezet,
stierven er 2.000.^^
26
Noten
' Van 1884 tot de Eerste Wereldoorlog was
Namibië de Duitse kolonie Duits ZuidwestAfrika. Na de Eerste Wereldoorlog regeerde
Zuid-Afrika over Zuidwest-Afrika. Sinds
zi maart 1990 is Namibië onafhankelijk.
Zie: Larissa Förster, Dag Henrichsen en
Michael Bollig (red.), Namibia-Deutschland: eine geteute Geschichte: Widerstand,
Gewalt, Erinnerung (Keulen 2004) 18-19.
De auteur realiseert zich de naam Namibië
te gebruiken voor de geschiedenis voorafgaand aan de onafhankelijkheid in 1990,
toen dit land pas definitief deze naam kreeg.
•- Henk Wesseling, Europa's koloniale eeuw:
de koloniale rijken in de negentiende
eeuw, 181J-1919 (Amsterdam 2003) 191.
4 Ibidem.
5 Ibidem.
(, Ibidem.
Frits Boterman, Moderne geschiedenis
van Duitsland: 1800-heden (Amsterdam
2005) 163.
* Wesseling, Europa's koloniale eeuw, 192.
' Ibidem, 266.
'° ZDF: 'Austand der Herero',
http://www.zdf.de/ZDFde/inhalt/22/
0,1872,2383862,00.html (31-07-2007).
'^ Wesseling, Europa's koloniale eeuw, 266.
'^ Jürgen Zimmerer, 'Krieg, KZ und Völkermord in Südwestafrika. Der erste Deutsche
Genozid' in: Jürgen Zimmerer en Joachim
Zeiler (red.), Völkermord in Deutsch-Südwestafrika: der Kolonialkrieg (1904-1908) in
Namibia und seine Folgen (Berlijn 2003) 32.
13 Zimmerei; 'Krieg, KZ und Völkermord', 46.
M Wesseling, Europa's koloniale eeuw, 268.
15 Zimmerei; 'Krieg, KZ und Völkermord', 49.
16 Casper W. Erichsen, 'The angel of death
has descended violently among them':
concentration camps and prisoners-of-war
in Namibia, 1904-08 (Leiden 2005) 7.
I- Jürgen Zimmerei; 'Das Deutsche Reich und
der Genozid - LJberlegungen zum histori-
Skript Historisch Tijdschrift 29.4
schen Ort des Völkermordes an den Herero
und Nama' in: Förster, Henrichsen en
Bollig (red.), Namibia-Deutschland
(Keulen 2004) 108.
' Erichsen, 'The angel of death', 12.
' Ibidem, 19.
' Ibidem, 19-22.
Jones, Genocide: A comprehensive
introduction (Londen 2006) 80.
• Erichsen, 'The angel of death', 51.
Ibidem, 63.
Merardus Brehl, 'Das Drama spielte sich
auf der dunklen Bühne des Sandfeldes ab
- Die Vernichtung der Herero und Nama
in der Deutschen (popular-) Literatur' in:
Jürgen Zimmerer en Joachim Zeiler (red.),
Völkermord in
Deutsch-Südwestafrika.
(Berlijn 2003) 89.
' Ulrich van der Heyden, 'Die "Hottentottenwahlen" von 1907' in: Zimmerer
en Zeiler (red.), Völkermord in DeutschSüdwestafrika (Berlijn 2003) 97-102.
Van der Heyden, 'Die "Hottentottenwahlen" von 1907', 100.
Ibidem, l o i .
Ibidem, 102.
Jones, Genocide, 80.
Susanne KuE, 'Der Herero-Deutsche
Krieg und das deutsche Militar:
Kriegsursachen und Kriegsverlauf
in: Förster, Henrichsen en Bollig, (red.),
Namibia-Deutschland (Keulen 2004) 64.
Erichsen, 'The angel of death', 142-143.
. Wesseling, Europa's koloniale eeuw, 269.
Reinhart Kössler en Henning Melber,
'The colonial genocide in Namibia:
consequences for a memory culture
today from a German perspective' in:
Ufahamu: Journal of the African Activist
Association 30 (2004) 21-23.
Wesseling, Europa's koloniale eeuw, 269.
Download