Seksualiteit en de regulering van seks

advertisement
Seksualiteit en de regulering van seks
Inleiding
‘Hoe leg ik mijn 16 jarige dochter uit dat zij geen seks buiten het huwelijk mag hebben van haar geloof?’. Dat was de vraag
die mij ongeveer 4 jaar geleden werd voorgelegd tijdens een paneldiscussie waarbij ik en mijn vrouw als pas
getrouwd stel lid van het panel uit maakten. Hoewel ook wij aan deze geloofswet gebonden zijn en waren,
lukte het destijds niet de vraag naar bevrediging te beantwoorden. Achteraf realiseerde ik me waarom. Een
dergelijke kwestie uitleggen aan een jongere vereist het gebruik van logische argumenten en feiten, met minder
nemen leeftijdsgenoten immers geen genoegen. Gegeven religieuze waarden zoals het belang van kuisheid
voor het karakter van het individu en het welzijn van de samenleving, spelen in die arena geen rol van
betekenis. Wat dus eigenlijk gevraagd werd was: ‘Hoe leg je een religieuze verbod aangaande seks buiten het huwelijk uit
in praktische, logische bewoordingen?’
Om tot een beantwoording te komen van de vraag dient deze in stukjes te worden gehakt. Ten eerste dienen
we namelijk vast te stellen wat de wet over seks buiten het huwelijk precies inhoudt. Dan is het zaak seks en
seksualiteit nader te definiëren zodat het mogelijk wordt nuances aan te brengen in seksuele uitingsvormen.
En tenslotte dient de betekenis van het huwelijk te worden omschreven, want hoe kan je over seks buiten het
huwelijk spreken zonder aan te geven wat een huwelijk betekent. Het is duidelijk dat aan dit alles binnen één
opstel onmogelijk recht gedaan kan worden en bovendien gaat deze opdracht de vermogens van de huidige
auteur te boven. Voor een uitgebreide verzameling van bahá’í teksten over het verbod op seks buiten het
huwelijk en het belang van kuisheid wil ik u derhalve verwijzen naar de compilatie ‘Het bahá’í-leven’ en voor
een verzameling van bahá’í-teksten over het huwelijk naar de compilatie ‘Vesting van welzijn’. Voor de lijn van
het verhaal zal het nodig zijn de wet aangaande het verbod op seks buiten het huwelijk kort te beschrijven. De
omschrijving van seksualiteit zal daarna aan de orde komen om vervolgens de historie van de kwestie van de
beperking van de toepassing van de seksuele vermogens te beschouwen. Op deze heipalen berust het huis van
de werkelijke argumenten dat daarna gebouwd zal worden. De nieuwsgierige lezer had wellicht direct met het
huis begonnen, maar helaas is de grond niet vast genoeg en zal men merken dat zonder de heipalen het huis
gemakkelijk verzakt.
De bahá’í-leringen
De wet aangaande seks buiten het huwelijk wordt als volgt door Shoghi Effendi, Behoeder van het Geloof,
omschreven:
‘Wat betreft uw vraag of er enige wettige uitingsvorm van seksuele driften buiten het huwelijk mogelijk is; volgens de bahá’íleringen kan geen enkele seksuele daad als wettig worden beschouwd als die niet wordt gedaan door wettig gehuwde personen.
Buiten het huwelijk kan er geen wettig of gezond gebruik van de seksuele impuls worden gemaakt’.1
Dat is duidelijk voor wat betreft de letter van de wet. Om daarbij ook de geest van de wet te begrijpen, moet
het bovenstaande gezien worden in de context van de verheven status die de bahá’í-leringen toeschrijven aan
de karaktereigenschap kuisheid. Deze eigenschap is dusdanig belangrijk dat meerdere wetten er zijn
oorsprong in vinden. Zo brengt Shoghi Effendi ook het verbod op misbruik van alcohol en drugs en nudisme
in verband met kuisheid:
‘Deze kuise en godvruchtige levenswijze die bescheidenheid, reinheid, gematigdheid, welvoeglijkheid en zuiver denken inhoudt,
betekent niet minder dan het toepassen van gematigdheid in al datgene, wat betrekking heeft op kleding, taal, amusement, en
artistieke en literaire werkzaamheden. Zij vraagt om dagelijkse waakzaamheid ten aanzien van de beheersing van zinnelijke
1
Shoghi Effendi, uit een brief aan een gelovige, gedateerd 13 december 1940 in: Compilatie ‘Het bahá’í-leven’.
1
begeerten en verdorven neigingen. Zij roept op afstand te doen van lichtzinnig gedrag, op buitensporige wijze gepaard gaand met
onbeduidende en dikwijls verkeerd gerichte genoegens. Zij vereist volledige onthouding van alle alcoholische dranken, van opium en
soortgelijke verslavende middelen. Zij veroordeelt de ontering van kunst en literatuur, de praktijken van naaktlopen en van het
vrije huwelijk, ontrouw in het huwelijk en iedere vorm van vrij geslachtelijk verkeer, van al te gemakkelijke omgangsvormen en
van seksuele losbandigheid. Zij staat geen compromis toe met de theorieën, de normen, de gewoonten en de uitspattingen van een in
verval zijnd tijdperk; wat meer is, zij tracht door de dynamische kracht van haar voorbeeld het verderfelijke karakter van zulke
theorieën, de onjuistheid van zulke normen, de voosheid van zulke aanspraken, de verdorvenheid van zulke gewoonten en het
heiligschennende karakter van zulke buitensporigheden aan te tonen’2.
Deze voorschriften kunnen, indien serieus genomen, een behoorlijke invloed hebben op het leven van het
individu en de ordening van de samenleving. Zoals het eerst vervolg van het eerste citaat luidt:
‘De bahá’í-jongeren zou aan de ene kant zelfbeheersing geleerd moeten worden, hetgeen, als men zich daarin oefent, ongetwijfeld
een weldadig effect heeft op de ontwikkeling van het karakter en op de persoonlijkheid in het algemeen; aan de andere kant
zouden ze geadviseerd, ja zelfs aangemoedigd moeten worden een huwelijk aan te gaan wanneer ze nog jong en in het volle bezit
van hun lichaamskrachten zijn. Economische faktoren zijn ongetwijfeld vaak een serieuze belemmering voor een huwelijk op jonge
leeftijd, maar in de meeste gevallen wordt het als een uitvlucht gebruikt en moet als zodanig dus niet te veel beklemtoond worden’3.
Samenvattend wordt er dus in de bahá’í-geschriften een alternatieve gedragscode voorgeschreven. Een
gedragscode die ten doel heeft het karakter van het individu te veredelen, zijn geluk te bevorderen en de
samenleving te zuiveren van onbetamelijke gedragingen. Met andere woorden de gedragscode is bedoeld ter
verheffing van zowel individu als samenleving en claimt daarmee de gezondheid en het welzijn van beide ten
goede te komen. Of dit ook daadwerkelijk het resultaat is van die gedragscode is het onderwerp dat hier ter
discussie staat.
Wat is seks?
Maar waar hebben we het eigenlijk over als we het hebben over een seksuele daad? Hebben we het dan over
genitaal contact of ook over het uitwisselen van kusjes. Noemen we een omarming al seksueel getint gedrag of
leggen we de lat bij de tongzoen? Afhankelijk van de leeftijd, achtergrond, cultuur en invalshoek zullen
mensen deze vraag op verschillende manieren beantwoorden. Je zou kunnen zeggen dat alles wat iemand aan
affectionele handelingen niet met familie in de eerste graad doet, dat dat voor hem of haar seksuele
gedragingen zijn. Dan kom je, althans binnen de Nederlandse cultuur ongeveer ergens tussen de innige
omhelzing en een kus op de mond.
Je zou ook voor een biologische aanpak kunnen kiezen zoals die is omschreven door bioloog en
gedragswetenschapper Desmond Morris. Hij betoogt dat er in het paringsritueel van de mens over het
algemeen een zestal stappen zitten. Deze beschrijft hij als volgt: ‘Hoewel de volgorde van de fasen van elkaar het hof
maken overal ter wereld enorm kan variëren, zie we vaak hetzelfde algemene patroon van het eerste visuele contact tot het
uiteindelijke genitale contact. De zes belangrijkste fasen zijn: 1. wederzijds staren, geen lichamelijk contact; 2. eenvoudig
lichamelijk contact, arm op schouder; 3. frontaal lichamelijk contact, de omhelzing; 4. mondcontact, de kus; 5. intiem contact,
hand verkent lichaam; 6. mond verkent lichaam’.4 Volgens deze benadering kan men wederzijds staren reeds seksueel
gedrag noemen, omdat volgens deze redenatie het paringsritueel daarmee begint. Dit is ook in overstemming
met verklaringen van geliefden die aangeven dat de eerste blikken en het eerste onschuldige lichamelijk
contact voor hen een seksuele lading hadden.
Een derde benadering van seksualiteit is het ontwikkelingsperspectief dat door seksuologen is uitgewerkt. De
ontwikkeling van de seksualiteit van het individu doorloopt een heel aantal stappen waarbij men de seksuele
Shoghi Effendi, The Advent of Divine Justice, pp. 29-30.
Shoghi Effendi, Uit een brief aan een gelovige, gedateerd 13 december 1940 in: Compilatie ‘Het bahá’í-leven’.
4 Desmond Morris, De aangeklede aap; het dier in de mens (Houten 1995) 128.
2
3
2
vermogens ontwikkelt. Zo beschrijft de seksuologe Aline Zoldbrod5 dat de baby in een gezonde ontwikkeling
van diens seksualiteit kort na de geboorte een koppeling maakt tussen liefde en aanraking. Daarna leert het
opgroeide kind naar voorbeeld van de ouders een empatisch vermogen te ontwikkelen, anderen te vertrouwen
en zichzelf te ontspannen bij liefkozing. Weer later kan het kind een positief of negatief zelfbeeld aanleren,
wat weer in relatie staat tot diens tevredenheid met zijn of haar geslacht en daarmee het gevoel van
eigenwaarde. De latere stappen hebben te maken met het leren beheersen van het lichaam, het gevoel jezelf te
bezitten en te kunnen ontdekken, maar ook het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het ontdekken van
zelfbevrediging. Door al deze stappen te doorlopen ontwikkelt het individu geleidelijk zijn of haar seksuele
vermogens en hoe deze toe te passen. Gezonde seksuele vermogens bestaan dus niet van de één op de andere
dag en dienen te worden aangeleerd.
Tenslotte moet men zich bij het beantwoorden van de vraag wat wel en wat niet als een seksuele daad moet
worden beschouwd, ook realiseren dat vorm en motief door elkaar heen lopen. Het is namelijk heel goed
mogelijk om een seksuele betekenis te hechten aan iets dat anderszins volkomen onschuldig is. Neem
bijvoorbeeld het pakken van de hand van een leerling door een lerares hetgeen voor haar een puur functionele
daad is, maar door het kind als heel intiem kan worden geïnterpreteerd. Of de kus die vrienden uitwisselen die
voor de één heel veel betekent en voor de ander slechts een vorm van begroeting is.
Vanuit deze verschillende invalshoeken kan men tot een aantal algemene opmerkingen komen. Ten eerste
kunnen buitenstaanders verschillende opvattingen hebben over welke liefdesuitingen seksueel geladen zijn en
welke niet. Dit gegeven maakt dat ouders en of de samenleving maar tot op bepaalde hoogte onkuis gedrag
kunnen ontmoedigen, namelijk alleen die gedragingen die onmiskenbaar seksueel van aard zijn. Ook over
‘onmiskenbaar seksueel van aard’ kan men natuurlijk weer twisten, maar in zekere zin heeft Shoghi Effendi
een bovengrens aan gegeven. Zoals zijn secretaris namens hem schrijft: ‘What Bahá’u’lláh means by chastity
certainly does not include the kissing that goes on in modern society’. Interessant daarbij is de reden die voor deze grens
wordt aangegeven, namelijk ‘It is detrimental to the morals of young people, and often leads them to go too far, or arouses
appetites which they cannot perhaps at the time satisfy legitimately through marriage, and the suppression of which is a strain on
them. The Bahá’í standard is very high, more particularly when compared with the thoroughly rotten morals of the present world.
But this standard of ours will produce healthier, happier, nobler people, and induce stabler marriages’6. Met andere woorden,
het individu kan de legitimiteit van zijn handelen ook toetsen aan de mate waarin seksuele verlangens worden
opgewekt. Samen met de bovengrens is het bewustzijn van je gevoelens dus een praktische leidraad om de
kuisheid van je gedrag in de gaten te houden.
Een tweede opmerking betreft het verschil tussen de termen seks en seksualiteit. In het onderstaande zal de
term seks worden gebruikt om seksuele handelingen aan te duiden. Seksualiteit wordt daarentegen gebruikt
om de natuurlijke ontwikkeling van de seksuele vermogens te benoemen. Het verschil zit hem dus in het feit
dat seksualiteit onderdeel is van een gezonde ontwikkeling, terwijl seks de toepassing van de seksuele
vermogens behelst.
Nu we dus ongeveer weten wat de bahá’í-leringen voorschrijven en wat seks betekent, kan gekeken gaan
worden naar de verschillende redenen die er kunnen zijn om de toepassing van de seksuele vermogens te
beperken dan wel te reguleren.
De regulering van seks
Seks voor het huwelijk is een kwestie die niet los gezien kan worden van zijn historische wortels. Het is een
thema dat door zijn implicaties voor gezinsuitbreiding en daarmee overleving van de soort, iets is dat de mens
al sinds de eerste samenlevingsverbanden probeert te reguleren. Het ligt natuurlijk ook wel erg voor de hand
dat meer geboortes leiden tot meer hongerige monden en je zonder een toename van het voedsel eten zal
moeten afstaan aan anderen. Andersom werkt het trouwens ook, een mooi voorbeeld daarvan is de situatie in
Aline P. Zoldbrod, Sex Smart; how your childhood shaped your sexual life and what to do about it (Oakland, California
1998)
6 From a letter written on behalf of the Guardian to an individual believer, October 19, 1947 in: Lights of Guidance p.
360.
5
3
Europa zo rond 1375. De grote pestepidemieën van de 14e eeuw zorgden voor een ongekende sterfte met als
gevolg dat van de bevolking van sommige Italiaanse steden slechts één derde van de totale bevolking de
epidemie overleefde. Met de overblijvers ging het na de epidemieën echter vrij goed: de betrekkelijke schaarste
aan mensen maakte dat bij de ongeveer gelijkblijvende productie van de landbouw, meer per hoofd van de
bevolking te verdelen viel. Vanwege het sterke verband tussen bevolking en welvaart hebben samenlevingen
getracht de bevolkingsgroei te reguleren en daarmee de seksuele moraal te beïnvloeden. Er zijn dan ook
genoeg historische voorbeelden waaruit blijkt dat de seksuele moraal verstart in tijden van overbevolking en
losser wordt in tijden van betrekkelijke overvloed. Met het aanbreken van de moderne tijd, met zowel zijn
overvloed als zijn anticonceptie mogelijkheden, verliest de seksuele moraal echter, althans voor een deel van
de wereld, de functie van bevolkingsreguleringssysteem.
Naast de samenleving als geheel heeft ook het individu de behoefte aan seks regulering. Niet zo zeer van
zichzelf, maar wel van de ander. Denk bijvoorbeeld aan de echtgenote die haar man liever niet met een andere
vrouw in bed vindt, of de vader die niet wil dat zijn dochter reeds beslapen wordt door haar huidige vriendje.
De aard van seksualiteit maakt dat deze een belangrijke psychologische functie heeft. Seksualiteit is een vorm
van intimiteit die mensen over alle grenzen van culturen, rassen en geslachten heen ervaren als een teken van
waardering en acceptatie, tenzij er natuurlijk dwang bij is betrokken. Als deze voor een individu zo speciale
intimiteit aan een ander wordt gegeven, laat staan vrijelijk wordt uitgedeeld, doet dit pijn en verliest het zijn
waarde – net zoals geldontwaarding en betekenisontwaarding optreedt als respectievelijk geld en woorden in
overvloed aanwezig zijn of te rijkelijk verspreid worden. Jaloezie, teleurstelling, afgunst, het gevoel bedrogen
of gebruikt te zijn of zelfs haat – diepe negatieve of, zo u wilt, tergende emoties van de mens – zijn dan het
gevolg. In zekere zin kan de seksuele moraal daarmee worden opgevat als een schild waarmee zowel
seksontwaarding als negatieve emoties vermeden kunnen worden. Deze punten worden in Nederland vrij
breed onderschreven, hetgeen blijkt uit de heersende mentaliteit waarbinnen ontrouw niet wordt geaccepteerd.
Keren we ons vervolgens van het verleden en het individu naar de samenleving dan zou men nog een functie
van de seksuele moraal kunnen aanduiden, namelijk de beschermer van vaste relaties. Het voorkomen van
ontrouw is namelijk niet alleen voor het individu, maar voor de samenleving in het geheel belangrijk omdat
daarmee de nodige stabiliteit wordt gecreëerd die een goed functionerende maatschappij nodig heeft. Juist uit
de voorgenoemde effecten die seksualiteit op bevolking en individu kan hebben, blijkt de potentieel
ontwrichtende werking van vrije seksualiteit op de samenleving. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
antropologen in vele culturen structuren hebben gevonden die de toepassing van de seksuele vermogens van
de bevolking trachten te reguleren. Hoewel deze structuren op inhoudelijk vlak sterk van elkaar kunnen
verschillen, vertonen de componenten van deze structuur en de middelen waarmee die in stand wordt
gehouden opvallende overeenkomsten. Hieruit blijkt dat vele culturen zich bewust zijn geworden van de
potentieel schadelijke effecten van vrij beoefende seksualiteit en zich er tegen bewapend hebben.
Het gevaar van het trachten te reguleren van seks is natuurlijk dat men doorschiet. Dat wil zeggen dat men
seks – als toepassing van de seksuele vermogens – dusdanig probeert te ontmoedigen dat seksualiteit – als de
gezonde ontwikkeling van de seksuele vermogens – wordt ontkend dan wel anderszins wordt verstoord. De
houding die de kerk tot zeer recentelijk aannam met betrekking tot de zondigheid van het lichaam is hier een
voorbeeld van. De eerder beschreven stappen in de gezonde ontwikkeling van de seksualiteit zoals een positief
zelfbeeld, tevredenheid met je seksuele identiteit, gevoel van eigenwaarde, bezit nemen van je lichaam en
zelfontdekking werden onderdrukt, met als gevolg een verstoorde seksualiteit. De huidige seksuele moraal
moet in het licht van deze geschiedenis worden gezien en begrepen. Waar deze moraal namelijk proclameert
dat seksualiteit het recht is van ieder individu daar werd voorheen geroepen dat seksualiteit een zonde is en dat
vrouwen zondig zijn omdat ze de man verleiden tot de zonde. In zekere zin kan de huidige seksuele moraal
gezien worden als een reactie op de uitwassen van regulering is het verleden.
Waarom niet?
4
Is het echter schadelijk om gebruik te maken van de seksuele vermogens? Wat is er mis met het ontdekken
van seksualiteit voor het huwelijk? De seksuele vermogens zijn de mens tenslotte gegeven om te gebruiken!
Waarom zou je jezelf iets ontzeggen dat je gegeven is en waarvan je kan genieten? Bovendien moet je alles
leren, ook dit en waarom zou je daar niet vroeg mee beginnen? Aldus luidt zo’n beetje het betoog voor de
vrije toepassing van de seksuele vermogens. Op de keper beschouwd worden hier twee argumenten gegeven:
a. het toepassen van de seksuele vermogens heeft geen schadelijke of negatieve gevolgen en is derhalve iets
waarvan je kan genieten als natuurlijk onderdeel van het leven en b. een relatie hoort ook seksueel te werken
en of dit zo is moet je derhalve al voor het huwelijk uitzoeken.
Alvorens naar de pro’s van het zich onthouden van seks voor het huwelijk te gaan kijken, eerst een korte
reactie op bovengenoemde argumenten. Het eerste argument berust op een veelal onbewust dan wel
moedwillig sluiten van de ogen voor de gevolgen. Zoals later zal worden beargumenteerd, compromitteer je je
eigen objectiviteit met betrekking tot de keuze van een levenspartner, geef je de exclusiviteit op van de band
met die partner en riskeer je SOA’s en een ongewenste zwangerschap. Het tweede argument is gebaseerd op
een overschatting van de waarde van de seksuele daad. Beide geslachten zijn – voor de hand liggend als dit
klinkt – natuurlijk al ver voor de geslachtsdaad in staat om te beoordelen of ze seksueel aangetrokken zijn tot
elkaar. Sterker nog, juist de wederzijdse aantrekking maakt dergelijke verlangens los. Bovendien zijn andere
factoren voor het bepalen van de aantrekkelijkheid van de partner en de seksuele ‘compatibility’ over het
algemeen belangrijker dan het presteren in bed. Factoren als geur, gaafheid van huid, stem, lichaamstaal,
gelaatstrekken, symmetrie en lichaamsverhoudingen zijn van grotere waarde in deze en zijn ook waar te
nemen zonder uit de kleren te gaan. Met andere woorden het argument dat je elkaar ook in bed moet leren
kennen kan gezien worden als een overdrijving van het belang van de geslachtsdaad.
Waarom wel?
Feit blijft echter dat je over de mate van de schadelijkheid van seks voor het huwelijk kan twisten. Een beetje
schade is niet erg en bovendien ervaar je het niet als negatief als je niet weet wat je mist. Er zullen derhalve
dus ook positieve punten moeten zijn aan de onthouding van seks voor het huwelijk. Deze positieve punten
worden hieronder in de vorm van een opsomming gegeven, zodat de verschillende denkstappen gemakkelijker
te onderscheiden zijn.
Argument 1: de objectieve partnerkeuze
a) Het kiezen van een partner is 1 van de belangrijkste beslissingen in je leven. Immers het bepaald met wie
jij je leven zal doorbrengen, met wie je eventuele kinderen zult opvoeden en met wie je alle dingen van het
leven zult beleven.
b) Bij het onderzoeken of je huidige vriend / vriendin die persoon is, zal je goed moeten kijken naar diens
karakter, diens levensvisie, diens gedrag en diens relaties tot anderen zoals vrienden, ouders, familie.
c) Het verrichten van een dergelijk onderzoek is leuk en spannend, maar daarnaast ook een serieuze
bezigheid waarbij naast het gevoel ook het verstand gebruikt moet worden.
d) De wens om elkaar ook op seksueel vlak te leren kennen en van elkaar te genieten is natuurlijk, maar is
vaak door zijn intensiviteit en de gevoelens die het in je los maakt, ook iets waardoor de objectiviteit van
je partnerkeuze in het geding komt.
e) Seksuele intimiteit creëert namelijk een sterk gevoel van onderlinge verbondenheid waardoor het moeilijk
is om objectief naar de ander te kijken en om als jullie relatie geen toekomst heeft, van die ander afstand
te nemen.
f) Daarnaast komt het vaak voor dat de seksuele ontdekking, het werkelijke onderzoek gaat overschaduwen.
g) Het uitstellen van de seksuele ontdekking tot binnen het huwelijk stelt je daarom in staat een goede keuze
te maken.
5
Argument 2: investeren in het huwelijk
a) Hoe wil jij later leven? Wil je single blijven of wil je samenwonen? Wil je veel wisselende contacten of wil
je één vaste partner? Wil je kinderen en zo ja, wil je die alleen opvoeden of met iemand anders? Eén van
de mogelijkheden die veel mensen kiezen is om met elkaar te trouwen, waaronder wordt verstaan dat je
altijd bij elkaar blijft (zelfs na de dood), alles met elkaar deelt, voor elkaar zorgt en elkaar steunt in de
individuele ontwikkeling.
b) Het huwelijk als zodanig is een mooie constructie die bijdraagt tot je eigen geluk en dat van anderen.
c) In een gezond huwelijk wordt echter continue geïnvesteerd. Dit doe je door echte vrienden voor elkaar te
zijn, te allen tijde oprecht, eerlijk, betrouwbaar en trouw te zijn, elkaar te helpen, belangstelling te hebben
voor elkaar en in het algemeen er altijd te zijn voor elkaar.
d) Nog een manier om te investeren in het huwelijk is door de seksualiteit voor binnen het huwelijk te
bewaren. Dan begint de seksuele ontdekking van elkaar binnen het huwelijk en zullen deze goede
ervaringen je huwelijk versterken en een extra aspect aan jullie relatie toevoegen. Als je bovendien het
delen van je seksualiteit voor je huwelijkspartner bewaard zal dit iets zijn dat alleen tussen jullie is en
waarvan anderen geen deel hebben.
e) Waar Loesje dus zei: ‘waarom bewaren als het nu lekker is?’ zou je kunnen antwoorden: ‘omdat het met
die ene persoon zoveel specialer zal zijn’.
Argument 3: gezonde seksualiteit
a) Ik kan me voorstellen dat je je eigen seksualiteit en die van je vriend /vriendin zou willen ontdekken en
ervan wilt genieten.
b) Het ontwikkelen van je eigen seksualiteit en het genieten ervan is iets waar je recht op hebt en dat je van
nature is gegeven.
c) Het gebruik ervan wordt echter in de hedendaagse wereld ver buiten zijn proporties getrokken. Alles lijkt
wel om seksualiteit te gaan en men wordt aangespoord om er vooral zo veel en vaak mogelijk mee bezig
te zijn.
d) Deze overdrijving, zoals met alles dat ‘te’ is, kan tot ongezonde praktijken leiden voor zowel individu als
samenleving. Zo wordt de vrouw naar beneden gehaald door haar persistent af te schilderen als lustobject.
Op individueel vlak leidt het bovendien tot onzekerheid bij zowel mannen als vrouwen over het eigen
lichaam en zorgen overtrokken verwachtingen over het seksleven ervoor dat partners ontevreden zijn en
hun relatie onder druk kan komen te staan.
e) Wat je doet als je je seksualiteit voor het huwelijk bewaard is je onttrekken van de hetze en seksualiteit die
plaats geven in je leven die het van nature bezit.
Argument 4: de waarde van de deugd kuisheid
a) Geen seks buiten het huwelijk is een beoefening van de eigenschap kuisheid
b) De eigenschap kuisheid – die in de huidige samenleving niet op waarde wordt geschat – is bijzonder
belangrijk voor zowel goede vriendschappen en persoonlijke relaties als voor de samenleving in het
geheel.
c) Als je namelijk kuis bent, ben je veel makkelijker in staat om contact te leggen en goede vriendschappen
aan te gaan met leden van het andere geslacht. Je behandelt hen dan als mensen i.p.v. als leden van een
bepaald geslacht, hetgeen alleen iets zegt over 1 aspect van de persoon.
d) Daarnaast is kuisheid van groot maatschappelijk belang omdat het de algemene omgang tussen mannen
en vrouwen zal doen verbeteren, daarmee zal bijdragen aan de gelijkwaardigheid en bovendien seksuele
misdrijven zullen doen afnemen. Immers als de norm verandert, veranderen ook vaak de extremen mee.
e) Kuisheid is naast een persoonlijke bevrijding echter ook een bevrijding voor je medemens die zal
aanvoelen dat hij of zij niet langer op basis van seksuele en uiterlijke criteria wordt beoordeeld. Hierdoor
behoeft deze persoon zich minder zorgen te maken over het uiterlijk en zal het zelfbeeld en daarmee het
geluk groeien.
f) Met het verminderen van de nadruk op seksualiteit zullen bovendien zowel individu als samenleving meer
oog hebben voor datgene wat werkelijk belangrijk is, namelijk zelfontplooiing, het bijdragen aan de wereld
en het geluk van anderen.
6
Argument 5: de belangen van het ongeboren kind – ongewenste zwangerschap
a) Dankzij de mogelijkheden voor wat betreft voorbehoedsmiddelen die ons vandaag de dag ter beschikking
staan is geboortebeperking en geboorteplanning vrij goed beheersbaar geworden.
b) Toch blijft bij geslachtsgemeenschap het risico van een ‘ongelukje’ aanwezig en een mogelijk ongewenste
zwangerschap tot gevolg. Denk goed na wat een ongewenste zwangerschap voor jou zou betekenen. Het
probleem van de ongewenste zwangerschap wordt vaak gemarginaliseerd door te wijzen op de effectiviteit
van voorbehoedsmiddelen, toch liegt het jaarlijkse aantal abortussen er niet om.
c) En denk bovendien goed aan de belangen van het ongeboren kind. Een kind, ook een embryo, is een
mens, die recht heeft op opvoeding, scholing, liefde en zorg, op twee liefhebbende ouders. Zijn die er
mocht het eventueel mis gaan? Dit betekent dus ook dat een ongewenste zwangerschap – buiten de
psychologische effecten van dien op zowel moeder als kind – twee misschien wel ongeschikte partners bij
elkaar kan houden.
d) De mens is een kostbaar wezen met wiens ontstaan en leven niet lichtvaardig omgesprongen dient te
worden.
Argument 6: een universele godsdienstige waarde
a) Zoals je wellicht weet is godsdienst naast wetenschap de belangrijkste bron geweest voor de ontwikkeling
van menselijke beschavingen.
b) Dankzij de sociale wetten die godsdiensten namelijk voorschreven, gingen de mensen op een
(betrekkelijk) harmonieuze manier met elkaar om.
c) Het is zelfs zo dat de vele van oorsprong godsdienstige voorschriften en wetten nu onderdeel zijn van en
de basis vormen van zowel ons rechtsstelsel als de algemene set van waarden en normen van onze
cultuur.
d) Deze grote godsdiensten bezitten een kern van een aantal voorschriften die ze allemaal gemeen hebben en
één van deze voorschriften is het gebod om de seksualiteit alleen binnen het huwelijk toe te passen.
e) Derhalve vind ik dat je wel met erg goede argumenten moet aankomen, wil het zinnig zijn om van deze
beproefde norm af te wijken.
Tot slot
De discussie over seks buiten het huwelijk wordt vaak gemakkelijk in de extremen getrokken als zijnde een
kwestie van helemaal of niks. Stel je nu eens voor dat het aspect van het onthouden van seks buiten het
huwelijk 10% toevoegt aan het relatiegeluk. Dat is dan al een aardig stuk. Dit betekent natuurlijk niet dat alle
relaties die daar wel aan doen gedoemd zijn om te falen, noch dat relaties die er niet aan doen gegarandeerd
zijn van succes. Veel belangrijker voor een succesvolle en gelukkige relatie zijn aspecten als een goede
partnerkeuze, vriendschap, het vermogen affectie te geven en te ontvangen, communicatieve vermogens, een
volwassen levensinstelling en voldoende empathisch vermogen. Het is niet één van deze elementen, maar de
optelsom die een huwelijk kansrijk maken.
In gesprekken over dit onderwerp met collega’s en vrienden is het mij opgevallen dat zij geneigd zijn het
huwelijk en een vaste relatie als in principe uitwisselbare begrippen te gebruiken. Vanuit hun oogpunt golden
de argumenten niet eens zo zeer voor het huwelijk als wel voor een vaste relatie. En daarin hebben zij gelijk
want wat is rationeel gezien de meerwaarde van het huwelijk boven een vaste relatie? Wat is het huwelijk en
op welke manier oefent het een weldadige invloed uit op het leven? Wellicht een mooie vraag voor een
paneldiscussie.
7
Download