Lessen voor de XXIste eeuw “Onze hersenen en ons gedrag ‐ moleculaire psychologie en neuroplasticiteit” Prof. Dr. Rudi D’Hooge, Biologische Psychologie, K.U.Leuven Vele wetenschappers hebben ingezien dat ze er goed aan doen om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en zich de technieken en theoretische inzichten van andere disciplines eigen te maken. Nergens blijkt interdisciplinariteit echter zo belangrijk te zijn als in de neurowetenschappen waar samenwerking tussen wetenschappers uit diverse disciplines noodzakelijk is om de relatie tussen hersenwerking, mentale processen en gedrag te bestuderen. De immense plasticiteit van menselijk gedrag ligt aan de basis van verschillende vormen van therapeutisch handelen van fysische revalidatie tot psychotherapie. Plasticiteit is eveneens de basis van herstel na een beroerte of een traumatische ervaring. Leren, een voorbeeld van gedragsmatige plasticiteit, wordt meestal gedefinieerd als het proces waarbij gedrag verandert als gevolg van ervaring. Onder geheugen verstaan we dan het fenomeen van opslag en reproductie van geleerde informatie. Het onvermogen om te leren, bij een verder normaal functionerend organisme, kan dus het gevolg zijn van een geheugenstoornis. We mogen hopen dat de kennis van de werking van het geheugen verder zal bijdragen tot de uiteindelijke behandeling van dergelijke stoornissen, die onze menselijke integriteit op de meest dramatische en ingrijpende wijze aantasten. Herinneringen worden gecodeerd en gestockeerd in het centrale zenuwstelsel door middel van veranderingen in de sterkte van de verbindingen tussen zenuwcellen. Hebbiaanse processen van synaptische plasticiteit zouden aan de basis liggen van leren en geheugen, waarbij de input verbonden wordt met de output door een diffuus netwerk van zenuwcellen. Een dergelijk systeem zou tot stand kunnen komen door de versterking van de synaptische verbindingen tussen de bouwstenen van het netwerk. Biopsychologisch en neurobiologisch onderzoek (vaak op laboratoriumknaagdieren) heeft verschillende van de processen en moleculen, die een rol spelen bij de initiatie en consolidatie van synaptische plasticiteit, in verband gebracht met geheugen en leren. (1) Nobelprijslaureaat Eric Kandel spreekt van 2 unificaties van wetenschapsdomeinen die belangrijk zijn voor de moderne hersenwetenschappen. Over welke unificaties gaat het juist en waarom zijn die zo belangrijk voor een diepgaand inzicht in de werking van onze hersenen? (2) De Canadese psycholoog Donald Hebb was zeker voor op zijn tijd met zijn theoretisch concept van plastische synapsen. Waarom is deze aanvankelijk theoretische notie zo belangrijk binnen de gedragsneurowetenschappen? (3) De werking van onze hersenen berust uiteindelijk op een complex samenspel van moleculaire processen. Van welke processen maken onze hersenen zoals gebruik om informatie op te slagen? Is het zinvol om in de 21ste eeuw te spreken van moleculaire psychologie?