Leerlijn omgaan met de klank en het veelzeggende van taal 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Gedicht opzeggen Gedicht lezen Gedicht schrijven Onzin, rijmen en tongbrekers Vormgedichten Episodeboek en posters Spreekwoorden/gezegden/beeldspraak Blauw = Bladzijden komend uit Taaleducatie met versjes en gedichten Lila = Bladzijden komend uit Kansrijke Taalhoeken deel 1 of 2 (toevoeging geeft aan welk deel.) (Bladzijdenummers geven aan waar de informatie begint, kijk ook nog even op de volgende pagina’s) Activiteit Omschrijving Meer info en tips 1. Gedicht opzeggen Doelen uit de Referentieniveaus taal Kan jeugdliteratuur (KT: versjes en gedichten) belevend lezen (2.2.)( groep 1 en 2 alleen opzeggen) Met houding, intonatie en mimiek het gesprokene ondersteunen (toevoeging KT: interactief, verstaanbaar, op toon, met stemdurf) (1.3.) Taalgebruik aanpassen aan de luisteraar(s) (1.3.) Meeleven met (KT: inleven in) een personage (en uitleggen hoe een personage zich voelt) (2.2.) Verschillende emoties in de tekst herkennen, zoals verdriet, boosheid en blijdschap (2.2.) Kan luisteren naar eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld (1.2.) Luisteren als lid van een live publiek (1.2.) Overige doelen Plezier beleven aan versjes en gedichten Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie Verbreden en verrijken van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn Een arsenaal versjes en gedichten uit het hoofd kennen en kunnen opzeggen Verschillende manieren van uit het hoofd leren leren kennen en beoefenen Uit het hoofd leren Kinderen leren op verschillende manieren een gedicht of versje uit het hoofd. Blz. 34 en 35: Oefenschema Aanwijzingen en tips Audiofragmenten a t/m r (1 t/m 18) CD Taaleducatie Blz. 90, 91 deel 1: opdrachtkaart, ideekaart Gorkum: opdrachtkaart, ideekaart Versjes met handgebaren, CD met gekleurde episodeplaten; Stichting Kansrijke Taal/SOL/IJsselgroep Kansrijke Taal Gedichten uit de gedichtenbundel, 3 Stichting Kansrijke Taal 1 Activiteit Omschrijving Meer info en tips Cd’s voor onder/midden/ en bovenbouw; Stichting Kansrijke Taal/SOL/IJsselgroep Een gedicht hoeft niet altijd op Met variatie opzeggen/declameren dezelfde manier opgezegd te worden: het kan natuurlijk, bombastisch, vrolijk, rappend, op ritme of juist niet. Hierbij is duidelijk spreken altijd van belang. Voor de bovenbouw is hieraan de term declameren (voordragen) verbonden. Met actie Door beweging en extra geluiden toe te voegen aan een gedicht of versje, maak je het interessant. Rijmpjes en versjes voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw (projectgroep Kansrijke Taal); CD Stichting Kansrijke Taal (voorheen op cassettebandjes) Blz. 28 en 30: Oefenschema Aanwijzingen en tips Videofragment 1 - CD taaleducatie Audiofragmenten a t/m l (1 t/m12) CD taaleducatie Blz. 87 t/m 90 deel 2: opdrachtkaarten en ideekaart Gorkum: opdrachtkaart en ideekaarten Rijmpjes en versjes uit de oude doos, S. Abramsz; uitg. Meulenhoff Rijmpjes en versjes op CD (zie: ‘Uit het hoofd leren’) Blz. 34: Aanwijzingen en tips Videofragment 2 – CD Taaleducatie Audiofragmenten i t/m l (9 t/m 12) CD Taaleducatie Gorkum: ideekaarten Handstandjes, Hannie Kapteyn en Nanne Wilders; uitg. Intro Rijmpjes en versjes op CD (zie: ‘Uit het hoofd leren’) Inspreken Nadat een gedicht uit het hoofd is geleerd, spreken kinderen het in op een bandje. Daarbij maken ze gebruik van de geleerde technieken (met variatie). Zie ook: een rap opnemen (in de Verdieping) Werkplaats kansrijketaal.nl: Tekst + audiofragment olifantsol.AU: Alle kleuren van de regenboog Blz. 40: Aanwijzingen en tips Videofragment 4 – CD Taaleducatie Audiofragmenten a t/m r (1 t/m 18) CD Taaleducatie Kansrijke Taaldidactiek Blz. 162: Aanwijzingen voor inspreken Werkplaats kansrijketaal.nl: Opdrachtkaart ‘Een rap opnemen’ (digitaal) Cassetterecorder en bandjes, MP3speler, dictafoon of computerprogramma (Audacity) Stichting Kansrijke Taal 2 Activiteit Omschrijving Meer info en tips 2. Gedicht lezen Doelen uit de Referentieniveaus taal Kan jeugdliteratuur (KT: versjes en gedichten) belevend lezen (2.2.)(groep 1 en 2 alleen opzeggen) Met houding, intonatie en mimiek het gesprokene ondersteunen (toevoeging KT: interactief, verstaanbaar, op toon, met stemdurf) (1.3.) Een eenvoudig, voorgelezen of verteld verhaal (KT: versjes of gedichten) begrijpen (1.2) Kan een oordeel over een tekst (KT: versjes of gedichten) verwoorden (1.2.)(groep 38) Interesse in bepaalde fictievormen kunnen aangeven (2.2.)(groep 5 – 8) Spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst kunnen aanwijzen (2.2.) Met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen (2.2.) Overige doelen Plezier beleven aan lezen versjes en gedichten Het rijke arsenaal van versjesboeken en dichtbundels voor kinderen leren kennen Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie Verbreden en verrijken van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn en eigen voorkeur voor bepaalde versjes en gedichten ontwikkelen en onder woorden brengen In bundels grasduinen en lezen Kinderen kunnen in de hoek bladeren, kijken en lezen in de verschillende gedichtenbundels. De boeken die er liggen zijn van een verschillend niveau maar toegankelijk voor alle kinderen. In de wolken: praten Op kaartjes in de vorm van wolkjes staan vragen over een gedicht die tot over gedichten Gedicht waarderen / Eigen dichtbundel nadenken stemmen. De groep leest samen een gedicht, een aantal kinderen krijgt of pakt een kaartje en probeert een antwoord te formuleren. Kinderen bepalen hun meningen over gedichten die ze lezen met behulp van waarderingskaartjes. Vervolgens gaan ze in duo’s een vendiagram invullen. Waar de twee cirkels elkaar overlappen, worden de gezamenlijke waarderingen gelegd. Stichting Kansrijke Taal Ik geef je niet voor een kaperschip, gedichten en rijmpjes van vroeger en nu gekozen door Tine Buul en Bianca Stigter; Querido Kindergedichten & Galgenliederen, Lisbeth Zwerger; uitg. De Vier Windstreken De vogel in mijn hoofd wil vliegen, topgedichten van 6 tot 20 jarigen; uitg. DiVers Dit boek is voor jou, het gaat over mij, Erik van Os; uitg. Zwijsen Ozo heppie en andere versjes, Joke van Leeuwen; uitg. Querido Het Grote Grappige Rare Rijmpjes Boek, Lucy Cousins en Hans Kuyper; uitg. Leopold Lucy Cousins’ big book of Nursery rhymes; publ. by Macmillan Children’s Books (te bestellen bij Bol.com) Nursery rhymes, Paula Rego; Thames & Hudson 1994 Zie website voor de kaartjes. Waarderingskaartjes Blz. 81 en 82: Lesideeën voor snuffelen en waarderen Aanwijzingen en tips Videofragment 15 – CD Taaleducatie 3 Activiteit Omschrijving Meer info en tips 3. Gedicht schrijven Doelen uit de Referentieniveaus taal Kan korte, eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) schrijven over onderwerpen uit de directe leefwereld van de schrijver (KT: van het kind) (3.1.) Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een verhaal (…) of in een gedicht (3.4.) Redelijk accuraat gebruik van zinsconstructies (KT: versregels en verzen) (4.1) (groep 5 – 8) Basale structuurelementen herkennen (KT: in poëtische taal), zoals wisselingen van tijd en plaats (toevoeging KT: onder meer opbouw, spanningsboog en literaire begrippen onder meer ritme, melodie, climax, anticlimax, vergelijking, herhaling, metafoor (2.2.) Overige doelen Plezier beleven aan het schrijven versjes en gedichten Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie Verbreden en verrijking van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn en eigen voorkeur voor bepaalde versjes en gedichten ontwikkelen en onder woorden brengen Inleven hoe dichters gedichten schrijven, bijvoorbeeld door herschrijven en continu verbeteren Gedicht veranderen Door er een beetje aan te sleutelen kun je een eigen draai geven aan een gedicht. Vervang bepaalde woorden en er ontstaat een nieuw gedicht. Blz. 72: Aanwijzingen en tips Voorbeelden op blz. 70 en 71 (Blz. 92 t/m 94 deel 1: Opdrachtkaart en ideekaart) Gorkum: opdrachtkaart en ideekaart Tijnje: opdrachtkaart en ideekaart Ik geef je niet voor een kaperschip, gedichten en rijmpjes van vroeger en nu gekozen door Tine Buul en Bianca Stigter; Querido Gedicht bouwen Vrij gedicht Van een saaie zin naar een flitsend gedicht in vier stappen: 1. woorden veranderen, 2. woorden toevoegen, 3. herhalen, 4. de pauzes in de zin opzoeken en de zin als gedicht noteren. Waar denk je aan als je een onderwerp leest? Welke woorden komen er in je op? Maak met elk woord een zin, kies een volgorde en probeer of je woorden misschien beter weg kunt laten. Er kan ook voor een - in geringe mate Stichting Kansrijke Taal Werkplaats kansrijketaal.nl; Uit de praktijk: Je bakens verzetten met ‘Een herinnering aan Holland’ Blz. 68 en 69: Lesschema Aanwijzingen en tips Videofragment 11 – CD Taaleducatie (Blz. 86 en 101 deel 2: Opdrachtkaart) Gorkum: opdrachtkaart Kansrijke Taaldidactiek blz. 110: Voorbeeldles Werkplaats kansrijketaal.nl; Verdieping: Good practice – gedicht bouwen, De Kleine Wereld; Gr. Blz. 106 deel 1: Opdrachtkaart Schrapgedicht Gorkum: opdrachtkaarten en ideekaarten Het geheim van de dichter, Herman Kakebeeke, Themabloemlezing 12; uitg. Stichting Kinderen en Poëzie Jouw tijd, mijn tijd, Bundel Poëziewedstrijd 2007; uitg. Stichting Kinderen en Poëzie Wat je schrijft ben je zelf, Dichtbundel 4 Activiteit Omschrijving Meer info en tips gebonden - vorm gekozen worden, bijv. een ABC-gedicht (naar het rijmschema in ‘A is een aapje dat eet uit je poot’ van Rie Kramer) of een Acrostichon ( naamgedicht of lettervers, de eerste letters van de dichtregels vormen van boven naar beneden gelezen een naam of woord. Het gedicht mag rijmen maar het hoeft niet). Poëziewedstrijd 2004; uitg. Stichting Kinderen en Poëzie Rie Kramer: A is een aapje Gorkum: opdrachtkaart en ideekaarten (ABC) SKEP: weetkaart Beginlettergedicht Gorkum: weetkaart, opdrachtkaart, ideekaart (Acrostichon) www.rijmwoordenboek.nl 4. Onzin, rijmen en tongbrekers Doelen uit de Referentieniveaus taal Spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst kunnen aanwijzen (2.2.) Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een verhaal (…) of in een gedicht (3.4.) Met houding, intonatie en mimiek het gesprokene ondersteunen (toevoeging KT: interactief, verstaanbaar, op toon, met stemdurf) (1.3.) Overige doelen Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie Een aantal literaire begrippen leren kennen en er mee leren werken zoals begin- en eindrijm, herhaling, climax, anticlimax, onomatopee, klankgedicht. Onzingedichten Rijmen a. ozewiezewoze Lekker spelen met klanken. Met onzintaal gedichten schrijven. De woorden die gemaakt worden bestaan niet in het Nederlands, kinderen kunnen naar hartenlust spelen met en proeven van klanken. De uitspraak kan betekenis geven aan het gedicht. b. gorgelrijmen Verhalen in gedichtvorm gegoten, maar dan wel zo dat het een verhaal lijkt, maar eigenlijk niet kan. Cees Buddingh heeft in zijn gorgelrijmen fantasie en werkelijkheid in elkaar laten overlopen opdat het lijkt alsof de figuren in zijn gedichten activiteiten ondernemen, maar zelfs die activiteiten zijn fantasie. Rijmen. Bijvoorbeeld woordraadsels maken met kinderen, het antwoord is een rijmwoord. Blz. 48: Aanwijzingen en tips Videofragment 6 – CD Taaleducatie Audiofragment m,n,o (13,14,15) CD Taaleducatie Gorkum: opdrachtkaarten en ideekaarten SKEP: weetkaart Zotte zinnengedicht Alle Gorgelrijmen van C. Buddingh’; uitg. De Bezige Bij (De blauwbilgorgel, blz. 47) Ik wou dat ik twee hondjes was, Nederlandse nonsens- en plezierdichters van de twintigste eeuw, bijeengebracht door Vic van de Reijt; uitg. Bert Bakker Blz. 54: Aanwijzingen en tips Videofragment 7 – CD Taaleducatie Audiofragment p,q,r (16,17,18) CD Taaleducatie Blz. 97 deel 2: Opdrachtkaart Gorkum: opdrachtkaart, werkkaart, ideekaarten Rijmbrillen Wie ben ik?, Alain Crozon; uitg. Luister Ik zie lichtjes in je ogen, Hans en Monique Hagen; uitg. Van Goor Het Koekeloerelaantje, Geert de Kockere; uitg. De Eenhoorn Stichting Kansrijke Taal 5 Activiteit Tongbrekers Omschrijving Tongbrekers gaan uit van beginrijm of alliteratie. De zinnen zijn door ze snel te zeggen en gebruik te maken van homoniemen om letterlijk je tong over te breken. Meer info en tips Werkplaats kansrijketaal.nl: Woordraadsels Blz. 98 deel 2: Opdrachtkaart Gorkum: opdrachtkaart Werkplaats kansrijketaal.nl: Uit de praktijk: Je klutst ze met je tong alsof je een cakebeslag mengt Zelf aan de slag: Succesfactoren en Lesopzet Verdieping: In Kansrijke Taal verzamelde Tongbrekers Website: www.tongbrekers.nl en link naar tongtwisters Fox in Socks by Dr. Seuss (A Tongue Twister for Super Children) 5. Vormgedichten Doelen uit de Referentieniveaus taal Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een verhaal (…) of in een gedicht (3.4.) Kan jeugdliteratuur (KT: versjes en gedichten) belevend lezen Kan korte, eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) schrijven over onderwerpen uit de directe leefwereld van de schrijver (KT: van het kind) Redelijk accuraat gebruik van zinsconstructies (KT: versregels en verzen) Basale structuurelementen herkennen (KT: in poëtische taal), zoals wisselingen van tijd en plaats (toevoeging KT: onder meer opbouw, spanningsboog en literaire begrippen onder meer ritme, melodie, climax, anticlimax, vergelijking, herhaling, metafoor (2.2.) Spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst kunnen aanwijzen (2.2.) Met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen (2.2.) Overige doelen Plezier beleven aan het schrijven en voordragen van versjes en gedichten Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie, van de zeggingskracht Verbreden en verrijking van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn en eigen voorkeur voor bepaalde versjes en gedichten ontwikkelen en onder woorden brengen Inleven hoe dichters gedichten schrijven, bijvoorbeeld door herschrijven en continu verberen Een arsenaal van versvormen en vormgedichten leren kennen en er gedichten mee maken Ontdekken en ervaren hoe tekst op schrift en tekst om te lezen zich tot elkaar verhouden (groep 1 – 2)(elfje en Lange Lijs) Elfje Een gedicht maken van elf woorden. Eén woord op de eerste regel, twee op de tweede, drie op de derde, vier op de vierde en één op de vijfde. Elke regel Stichting Kansrijke Taal Blz. 62: Aanwijzingen en tips Videofragment 9 – CD Taaleducatie Blz. 100 deel 2: Werkkaart Gorkum: opdrachtkaarten, werkkaarten, 6 Activiteit Lange lijs Rondeel Haiku Limerick Omschrijving Meer info en tips is een antwoord op een vraag. De vragen kunnen variëren, dus ook de antwoorden en het onderwerp. ideekaarten Variant op het gedicht Luie Trui van Shel Silverstein waarbij het aantal woorden en de cadans hetzelfde blijft. Het gedicht wordt afgesloten met een climax of anticlimax. Een Lange Lijs heeft wee rijmwoorden (het laatste woord van het gedicht rijmt op het laatste woord van het eerste deel). Het gedicht wordt “lang” uitgeschreven. Vandaar de term lange lijs. Dit gedicht van 8 regels is al klaar als je er 5 hebt bedacht. De eerste regel staat ook op regel 4 en 7 en regel 2 komt terug op regel 8. (in schema: 1-23-4-5-6-7-8 zelfde kleur = zelfde zin) Dit gedicht hoeft niet te rijmen maar het mag wel. Niet alleen het aantal regels is van belang bij een haiku maar ook het aantal lettergrepen per regel. Regel 1: 5 lettergrepen Regel 2: 7 lettergrepen Regel 3: 5 lettergrepen. Stimuleer het gebruik van mooie woorden. Een vijfregelig gedicht waar bij iedere regel enkele voorwaarden gelden. Regel 1 (9 lettergrepen) moet eindigen op een plaats(naam). Regel 2 (9 lettergrepen) rijmt op regel 1 Regel 3 en 4 rijmen op elkaar en bestaan uit 5 lettergrepen Regel 5 (9 lettergrepen) en rijmt op regel 1 In de groep is een kaart met rijmbare plaatsnamen. Stichting Kansrijke Taal Geloof je me wel, geloof je me niet; uitg. Jenaplanvereniging Werkplaats kansrijketaal.nl: Uit de praktijk: Klimt als een acrobaat Zelf aan de slag: Succesfactoren Verdieping: Werkkaart Obs De Regenboog Blz. 55 t/m 58: Luie Trui Lesbeschrijving Aanwijzingen en tips Videofragment 8 – CD Taaleducatie Gorkum: opdrachtkaarten, werkkaart, ideekaarten Gorkum: opdrachtkaarten, werkkaarten, ideekaarten Good practice Jenaplan Gorkum Blz. 102 t/m 105 deel 1: Weetkaart (+ Opdrachtkaart, Werkkaart) Gorkum: opdrachtkaarten, weetkaart, werkkaart, ideekaarten Hai die koe, Mara Otten; uitg. Leopold Blz. 63 en 64: Voorbeelden groepsbundel obs De Sleutel Lesschema Aanwijzingen en tips Videofragment 10 – CD Taaleducatie Blz. 98 t/m 101 deel 1: Weetkaart, Opdrachtkaart, Werkkaart Gorkum: opdrachtkaarten, weetkaart, werkkaart, ideekaarten 7 Activiteit Omschrijving Meer info en tips 6. Episodeboek en posters Doelen uit de Referentieniveaus taal Kan korte, eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) schrijven (toevoeging KT: en vormgeven / illustreren) over onderwerpen uit de directe leefwereld van de schrijver (KT: van het kind) Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (toevoeging KT: in woord en beeld en met oog voor de samenhang van woord en beeld) ( niveau 2F) Verhaalfragmenten (KT: fragmenten en episodes in versjes en gedichten) parafraseren en samenvatten (2.2. niveau 2F) Overige doelen Opbouw van een versje en gedicht ervaren en leren kennen met onder meer: begin, eind, episodes, spanningsboog, climax Ontdekken en ervaren hoe tekst op schrift en tekst om te lezen zich tot elkaar verhouden (groep 1 – 2) Episodeboek Een gedicht in stukjes (episodes) verdelen en bij ieder stuk een illustratie maken. Om het vervolgens als boek te bundelen. Tevens hulpmiddel bij het uit het hoofd leren van een gedicht. Blz. 44 en 45: Lesschema Aanwijzingen en tips Videofragment 5 – CD Taaleducatie Blz. 91 t/m 96 deel 2: Weetkaart, Opdrachtkaarten, Ideekaart Gorkum: opdrachtkaart, ideekaart Episodeplaten van Versjes met Handgebaren ( CD ) Gedichtenposter maken Van een gedicht een poster maken. De vormgeving van de tekst en achtergrond heeft relatie met de inhoud van het gedicht. Werkplaats kansrijketaal.nl: Uit de praktijk: Episodes van een gedicht schilderen Blz. 74 en 75: Lesbeschrijving Aanwijzingen en tips Blz. 107 deel 1: foto gedichtenposters Gorkum: opdrachtkaart, ideekaart Werkplaats kansrijketaal.nl: Verdieping: Gedichtenposters.doc Digitale gedichtenposter De poster wordt nu vervaardigd met WordArt en Paint. Zie stappenplan (in de Verdieping) zie ook: www. kindergedicht.nl Blz. 68, 75 t/m 80: Voorbeelden Videofragment 14 – CD Taaleducatie Werkplaats kansrijketaal.nl: Verdieping: Stappenplan digitale gedichtenposters Gedicht animeren In bijvoorbeeld het programma PowerPoint wordt een animatie gemaakt van een gedicht. Delen van de tekst bewegen op een bepaalde manier over het scherm. Het is mooi als de beweging met de betekenis te maken heeft. Stichting Kansrijke Taal Zie website voor opdrachtkaart en Kinderportaalpagina 8 Activiteit Omschrijving Meer info en tips 7. Spreekwoorden/gezegden/beeldspraak Doelen uit de Referentieniveaus taal Letterlijk en figuurlijk taalgebruik herkennen (toevoeging KT: onder woorden brengen en gebruiken) (2.2. niveau 2F) (groep 5 – 8) Basale structuurelementen herkennen (KT: in figuurlijk taalgebruik) (toevoeging KT: literaire begrippen onder meer vergelijking, herhaling, metafoor (2.2.)(groep 5 – 8)) Overige doelen Een arsenaal spreekwoorden en gezegden leren kennen, begrijpen en toepassen in tekst (groep 5 – 8) De geschiedenis / herkomst van een aantal spreekwoorden en gezegden leren kennen (exemplarisch groep 5 – 8) Spreekwoorden uitbeelden en tekenen. Spreekwoorden letterlijk en figuurlijk Spreekwoorden kun je letterlijk Spreekwoordenposter Spreekwoordenlotto opvatten, maar worden altijd gebruikt in de figuurlijke betekenis. Door uitbeelden en tekenen leren kinderen het verschil tussen letterlijk en figuurlijk. Op een poster verzamelen leerlingen zoveel mogelijk spreekwoorden en gezegden die met één onderwerp te maken hebben. Het geheel wordt verzorgd afgewerkt. Welk spreekwoord of welk gezegde hoort bij elk tweetal? Spreekwoordenverhaal Kinderen maken een verhaal waarin ze Herkomst/etymologie Het lijkt wel (alsof)… Metaforen zoveel mogelijk spreekwoorden verwerken. Het verhaal moet een logisch en betekenisvol geheel vormen Waar komen uitdrukkingen, gezegden, spreekwoorden, maar ook de afzonderlijke woorden hieruit, eigenlijk vandaan? Hoe zijn ze ontstaan? In verklarende (spreek-) woordenboeken wordt dit opgezocht en er wordt verslag van gedaan, via tekeningen/omschrijvingen/ uitbeeldingen. Spelen met vergelijkingen. Voorbeeld: Toen ik vanmorgen in de spiegel keek dacht ik “het is net alsof ik uit de centrifuge kom”. In een metafoor is weggelaten met wie of wat de auteur (of spreker) vergelijkt. Voorbeeld: “Mijn boom is sterk en groot” (= mijn opa) of “Die zet ik even in de koelkast” (= daar kom ik later op terug) Een metafoor is een beeldspraak die op een vergelijking berust, een Stichting Kansrijke Taal Blz. 113 en 114 deel 2: Opdrachtkaarten Werkplaats kansrijketaal.nl: Verdieping: Activiteiten met spreekwoorden en gezegden (Oudega en Tijnje) Blz. 115 en 116 deel 2: Opdrachtkaarten Blz. 117 en 118 deel 2: Opdrachtkaart en Werkkaart Spreekwoordenlotto Zie website voor Ideekaart,Kinderportaalpagina, lesverslag Jbs Gorkum Gorkum: Opdrachtkaarten, weetkaarten, ideekaarten Herkomst van woorden en uitdrukkingen. Etymologie: Aanvuleditie III van Dale Het Groot Van Dale Spel der Nederlandse Taal Spreekwoorden verklaard. Serie: Prisma Taal; uitg. Het Spectrum Blz. 110 deel 2: Opdrachtkaart Blz. 111 en 112 deel 2: Opdrachtkaart 9 Activiteit Omschrijving Meer info en tips overdrachtelijke uitdrukking, bijv. ‘bliksemende ogen’. Stichting Kansrijke Taal 10