Leerlijn omgaan met de klank en het veelzeggende van taal Gedicht

advertisement
Leerlijn omgaan met de klank en het
veelzeggende van taal
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Gedicht opzeggen
Gedicht lezen
Gedicht schrijven
Onzin, rijmen en tongbrekers
Vormgedichten
Episodeboek en posters
Spreekwoorden/gezegden/beeldspraak
Blauw
= Bladzijden komend uit Taaleducatie met versjes en gedichten
Lila
= Bladzijden komend uit Kansrijke Taalhoeken deel 1 of 2 (toevoeging geeft aan welk deel.)
(Bladzijdenummers geven aan waar de informatie begint, kijk ook nog even op de volgende pagina’s)
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
1. Gedicht opzeggen
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Kan jeugdliteratuur (KT: versjes en gedichten) belevend lezen (2.2.)( groep 1 en 2
alleen opzeggen)
 Met houding, intonatie en mimiek het gesprokene ondersteunen (toevoeging KT:
interactief, verstaanbaar, op toon, met stemdurf) (1.3.)
 Taalgebruik aanpassen aan de luisteraar(s) (1.3.)
 Meeleven met (KT: inleven in) een personage (en uitleggen hoe een personage zich
voelt) (2.2.)
 Verschillende emoties in de tekst herkennen, zoals verdriet, boosheid en blijdschap
(2.2.)
 Kan luisteren naar eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) over onderwerpen
die aansluiten bij de leefwereld (1.2.)
 Luisteren als lid van een live publiek (1.2.)
Overige doelen
 Plezier beleven aan versjes en gedichten
 Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie
 Verbreden en verrijken van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn
 Een arsenaal versjes en gedichten uit het hoofd kennen en kunnen opzeggen
 Verschillende manieren van uit het hoofd leren leren kennen en beoefenen
Uit het hoofd leren
Kinderen leren op verschillende
manieren een gedicht of versje uit het
hoofd.
Blz. 34 en 35:
Oefenschema
Aanwijzingen en tips
Audiofragmenten a t/m r (1 t/m 18) CD
Taaleducatie
Blz. 90, 91 deel 1: opdrachtkaart, ideekaart
Gorkum: opdrachtkaart, ideekaart
Versjes met handgebaren, CD met gekleurde
episodeplaten; Stichting Kansrijke
Taal/SOL/IJsselgroep
Kansrijke Taal Gedichten uit de gedichtenbundel, 3
Stichting Kansrijke Taal
1
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
Cd’s voor onder/midden/ en bovenbouw; Stichting
Kansrijke Taal/SOL/IJsselgroep
Een gedicht hoeft niet altijd op
Met variatie
opzeggen/declameren dezelfde manier opgezegd te worden:
het kan natuurlijk, bombastisch,
vrolijk, rappend, op ritme of juist niet.
Hierbij is duidelijk spreken altijd van
belang.
Voor de bovenbouw is hieraan de term
declameren (voordragen) verbonden.
Met actie
Door beweging en extra geluiden toe te
voegen aan een gedicht of versje, maak
je het interessant.
Rijmpjes en versjes voor de onderbouw, middenbouw
en bovenbouw (projectgroep Kansrijke Taal); CD
Stichting Kansrijke Taal (voorheen op
cassettebandjes)
Blz. 28 en 30:
Oefenschema
Aanwijzingen en tips
Videofragment 1 - CD taaleducatie
Audiofragmenten a t/m l (1 t/m12) CD taaleducatie
Blz. 87 t/m 90 deel 2: opdrachtkaarten en
ideekaart
Gorkum: opdrachtkaart en ideekaarten
Rijmpjes en versjes uit de oude doos, S. Abramsz;
uitg. Meulenhoff
Rijmpjes en versjes op CD (zie: ‘Uit het hoofd
leren’)
Blz. 34:
Aanwijzingen en tips
Videofragment 2 – CD Taaleducatie
Audiofragmenten i t/m l (9 t/m 12) CD Taaleducatie
Gorkum: ideekaarten
Handstandjes, Hannie Kapteyn en Nanne Wilders;
uitg. Intro
Rijmpjes en versjes op CD (zie: ‘Uit het hoofd
leren’)
Inspreken
Nadat een gedicht uit het hoofd is
geleerd, spreken kinderen het in op een
bandje. Daarbij maken ze gebruik van
de geleerde technieken (met variatie).
Zie ook: een rap opnemen (in de
Verdieping)
Werkplaats kansrijketaal.nl: Tekst + audiofragment
olifantsol.AU: Alle kleuren van de regenboog
Blz. 40:
Aanwijzingen en tips
Videofragment 4 – CD Taaleducatie
Audiofragmenten a t/m r (1 t/m 18) CD
Taaleducatie
Kansrijke Taaldidactiek Blz. 162: Aanwijzingen voor
inspreken
Werkplaats kansrijketaal.nl: Opdrachtkaart ‘Een rap
opnemen’ (digitaal)
Cassetterecorder en bandjes, MP3speler, dictafoon
of computerprogramma (Audacity)
Stichting Kansrijke Taal
2
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
2. Gedicht lezen
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Kan jeugdliteratuur (KT: versjes en gedichten) belevend lezen (2.2.)(groep 1 en 2
alleen opzeggen)
 Met houding, intonatie en mimiek het gesprokene ondersteunen (toevoeging KT:
interactief, verstaanbaar, op toon, met stemdurf) (1.3.)
 Een eenvoudig, voorgelezen of verteld verhaal (KT: versjes of gedichten) begrijpen
(1.2)
 Kan een oordeel over een tekst (KT: versjes of gedichten) verwoorden (1.2.)(groep 38)
 Interesse in bepaalde fictievormen kunnen aangeven (2.2.)(groep 5 – 8)
 Spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst kunnen aanwijzen
(2.2.)
 Met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen (2.2.)
Overige doelen
 Plezier beleven aan lezen versjes en gedichten
 Het rijke arsenaal van versjesboeken en dichtbundels voor kinderen leren kennen
 Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie
 Verbreden en verrijken van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn en
eigen voorkeur voor bepaalde versjes en gedichten ontwikkelen en onder woorden
brengen
In bundels
grasduinen en lezen
Kinderen kunnen in de hoek bladeren,
kijken en lezen in de verschillende
gedichtenbundels. De boeken die er
liggen zijn van een verschillend niveau
maar toegankelijk voor alle kinderen.
In de wolken: praten Op kaartjes in de vorm van wolkjes
staan vragen over een gedicht die tot
over gedichten
Gedicht waarderen /
Eigen dichtbundel
nadenken stemmen. De groep leest
samen een gedicht, een aantal kinderen
krijgt of pakt een kaartje en probeert
een antwoord te formuleren.
Kinderen bepalen hun meningen over
gedichten die ze lezen met behulp van
waarderingskaartjes. Vervolgens gaan
ze in duo’s een vendiagram invullen.
Waar de twee cirkels elkaar
overlappen, worden de gezamenlijke
waarderingen gelegd.
Stichting Kansrijke Taal
Ik geef je niet voor een kaperschip, gedichten en
rijmpjes van vroeger en nu gekozen door Tine Buul
en Bianca Stigter; Querido
Kindergedichten & Galgenliederen, Lisbeth Zwerger;
uitg. De Vier Windstreken
De vogel in mijn hoofd wil vliegen, topgedichten van
6 tot 20 jarigen; uitg. DiVers
Dit boek is voor jou, het gaat over mij, Erik van Os;
uitg. Zwijsen
Ozo heppie en andere versjes, Joke van Leeuwen;
uitg. Querido
Het Grote Grappige Rare Rijmpjes Boek, Lucy
Cousins en Hans Kuyper; uitg. Leopold
Lucy Cousins’ big book of Nursery rhymes; publ. by
Macmillan Children’s Books (te bestellen bij Bol.com)
Nursery rhymes, Paula Rego; Thames & Hudson 1994
Zie website voor de kaartjes.
Waarderingskaartjes
Blz. 81 en 82:
Lesideeën voor snuffelen en waarderen
Aanwijzingen en tips
Videofragment 15 – CD Taaleducatie
3
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
3. Gedicht schrijven
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Kan korte, eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) schrijven over
onderwerpen uit de directe leefwereld van de schrijver (KT: van het kind) (3.1.)
 Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een
verhaal (…) of in een gedicht (3.4.)
 Redelijk accuraat gebruik van zinsconstructies (KT: versregels en verzen) (4.1)
(groep 5 – 8)
 Basale structuurelementen herkennen (KT: in poëtische taal), zoals wisselingen van
tijd en plaats (toevoeging KT: onder meer opbouw, spanningsboog en literaire
begrippen onder meer ritme, melodie, climax, anticlimax, vergelijking, herhaling,
metafoor (2.2.)
Overige doelen
 Plezier beleven aan het schrijven versjes en gedichten
 Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie
 Verbreden en verrijking van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn en
eigen voorkeur voor bepaalde versjes en gedichten ontwikkelen en onder woorden
brengen
 Inleven hoe dichters gedichten schrijven, bijvoorbeeld door herschrijven en continu
verbeteren
Gedicht veranderen
Door er een beetje aan te sleutelen
kun je een eigen draai geven aan een
gedicht. Vervang bepaalde woorden en
er ontstaat een nieuw gedicht.
Blz. 72:
Aanwijzingen en tips
Voorbeelden op blz. 70 en 71
(Blz. 92 t/m 94 deel 1: Opdrachtkaart en
ideekaart)
Gorkum: opdrachtkaart en ideekaart
Tijnje: opdrachtkaart en ideekaart
Ik geef je niet voor een kaperschip, gedichten en
rijmpjes van vroeger en nu gekozen door Tine Buul
en Bianca Stigter; Querido
Gedicht bouwen
Vrij gedicht
Van een saaie zin naar een flitsend
gedicht in vier stappen:
1. woorden veranderen,
2. woorden toevoegen,
3. herhalen,
4. de pauzes in de zin opzoeken en de
zin als gedicht noteren.
Waar denk je aan als je een onderwerp
leest? Welke woorden komen er in je
op? Maak met elk woord een zin, kies
een volgorde en probeer of je woorden
misschien beter weg kunt laten.
Er kan ook voor een - in geringe mate
Stichting Kansrijke Taal
Werkplaats kansrijketaal.nl; Uit de praktijk: Je
bakens verzetten met ‘Een herinnering aan Holland’
Blz. 68 en 69:
Lesschema
Aanwijzingen en tips
Videofragment 11 – CD Taaleducatie
(Blz. 86 en 101 deel 2: Opdrachtkaart)
Gorkum: opdrachtkaart
Kansrijke Taaldidactiek blz. 110: Voorbeeldles
Werkplaats kansrijketaal.nl; Verdieping: Good
practice – gedicht bouwen, De Kleine Wereld; Gr.
Blz. 106 deel 1: Opdrachtkaart Schrapgedicht
Gorkum: opdrachtkaarten en ideekaarten
Het geheim van de dichter, Herman Kakebeeke,
Themabloemlezing 12; uitg. Stichting Kinderen en
Poëzie
Jouw tijd, mijn tijd, Bundel Poëziewedstrijd 2007;
uitg. Stichting Kinderen en Poëzie
Wat je schrijft ben je zelf, Dichtbundel
4
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
gebonden - vorm gekozen worden, bijv.
een ABC-gedicht (naar het rijmschema
in ‘A is een aapje dat eet uit je poot’ van
Rie Kramer) of een Acrostichon (
naamgedicht of lettervers, de eerste
letters van de dichtregels vormen van
boven naar beneden gelezen een naam
of woord. Het gedicht mag rijmen maar
het hoeft niet).
Poëziewedstrijd 2004; uitg. Stichting Kinderen en
Poëzie
Rie Kramer: A is een aapje
Gorkum: opdrachtkaart en ideekaarten (ABC)
SKEP: weetkaart Beginlettergedicht
Gorkum: weetkaart, opdrachtkaart, ideekaart
(Acrostichon)
www.rijmwoordenboek.nl
4. Onzin, rijmen en tongbrekers
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst kunnen aanwijzen
(2.2.)
 Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een
verhaal (…) of in een gedicht (3.4.)
 Met houding, intonatie en mimiek het gesprokene ondersteunen (toevoeging KT:
interactief, verstaanbaar, op toon, met stemdurf) (1.3.)
Overige doelen
 Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie
 Een aantal literaire begrippen leren kennen en er mee leren werken zoals begin- en
eindrijm, herhaling, climax, anticlimax, onomatopee, klankgedicht.
Onzingedichten
Rijmen
a. ozewiezewoze
Lekker spelen met klanken. Met
onzintaal gedichten schrijven. De
woorden die gemaakt worden bestaan
niet in het Nederlands, kinderen
kunnen naar hartenlust spelen met en
proeven van klanken. De uitspraak kan
betekenis geven aan het gedicht.
b. gorgelrijmen
Verhalen in gedichtvorm gegoten, maar
dan wel zo dat het een verhaal lijkt,
maar eigenlijk niet kan. Cees Buddingh
heeft in zijn gorgelrijmen fantasie en
werkelijkheid in elkaar laten overlopen
opdat het lijkt alsof de figuren in zijn
gedichten activiteiten ondernemen,
maar zelfs die activiteiten zijn
fantasie.
Rijmen. Bijvoorbeeld woordraadsels
maken met kinderen, het antwoord is
een rijmwoord.
Blz. 48:
Aanwijzingen en tips
Videofragment 6 – CD Taaleducatie
Audiofragment m,n,o (13,14,15) CD Taaleducatie
Gorkum: opdrachtkaarten en ideekaarten
SKEP: weetkaart Zotte zinnengedicht
Alle Gorgelrijmen van C. Buddingh’; uitg. De Bezige
Bij (De blauwbilgorgel, blz. 47)
Ik wou dat ik twee hondjes was, Nederlandse
nonsens- en plezierdichters van de twintigste eeuw,
bijeengebracht door Vic van de Reijt; uitg. Bert
Bakker
Blz. 54:
Aanwijzingen en tips
Videofragment 7 – CD Taaleducatie
Audiofragment p,q,r (16,17,18) CD Taaleducatie
Blz. 97 deel 2: Opdrachtkaart
Gorkum: opdrachtkaart, werkkaart, ideekaarten
Rijmbrillen
Wie ben ik?, Alain Crozon; uitg. Luister
Ik zie lichtjes in je ogen, Hans en Monique Hagen;
uitg. Van Goor
Het Koekeloerelaantje, Geert de Kockere; uitg. De
Eenhoorn
Stichting Kansrijke Taal
5
Activiteit
Tongbrekers
Omschrijving
Tongbrekers gaan uit van beginrijm of
alliteratie. De zinnen zijn door ze snel
te zeggen en gebruik te maken van
homoniemen om letterlijk je tong over
te breken.
Meer info en tips
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Woordraadsels
Blz. 98 deel 2: Opdrachtkaart
Gorkum: opdrachtkaart
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Uit de praktijk: Je klutst ze met je tong alsof je
een cakebeslag mengt
Zelf aan de slag: Succesfactoren en Lesopzet
Verdieping: In Kansrijke Taal verzamelde
Tongbrekers
Website: www.tongbrekers.nl en link naar
tongtwisters
Fox in Socks by Dr. Seuss (A Tongue Twister for
Super Children)
5. Vormgedichten
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een
verhaal (…) of in een gedicht (3.4.)
 Kan jeugdliteratuur (KT: versjes en gedichten) belevend lezen
 Kan korte, eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) schrijven over
onderwerpen uit de directe leefwereld van de schrijver (KT: van het kind)
 Redelijk accuraat gebruik van zinsconstructies (KT: versregels en verzen)
 Basale structuurelementen herkennen (KT: in poëtische taal), zoals wisselingen van
tijd en plaats (toevoeging KT: onder meer opbouw, spanningsboog en literaire
begrippen onder meer ritme, melodie, climax, anticlimax, vergelijking, herhaling,
metafoor (2.2.)
 Spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst kunnen aanwijzen
(2.2.)
 Met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen (2.2.)
Overige doelen
 Plezier beleven aan het schrijven en voordragen van versjes en gedichten
 Genieten van klank, ritme, melodie, rijm etc. in poëzie, van de zeggingskracht
 Verbreden en verrijking van beelden over wat een gedicht is c.q. zou moeten zijn en
eigen voorkeur voor bepaalde versjes en gedichten ontwikkelen en onder woorden
brengen
 Inleven hoe dichters gedichten schrijven, bijvoorbeeld door herschrijven en continu
verberen
 Een arsenaal van versvormen en vormgedichten leren kennen en er gedichten mee
maken
 Ontdekken en ervaren hoe tekst op schrift en tekst om te lezen zich tot elkaar
verhouden (groep 1 – 2)(elfje en Lange Lijs)
Elfje
Een gedicht maken van elf woorden.
Eén woord op de eerste regel, twee op
de tweede, drie op de derde, vier op de
vierde en één op de vijfde. Elke regel
Stichting Kansrijke Taal
Blz. 62:
Aanwijzingen en tips
Videofragment 9 – CD Taaleducatie
Blz. 100 deel 2: Werkkaart
Gorkum: opdrachtkaarten, werkkaarten,
6
Activiteit
Lange lijs
Rondeel
Haiku
Limerick
Omschrijving
Meer info en tips
is een antwoord op een vraag. De
vragen kunnen variëren, dus ook de
antwoorden en het onderwerp.
ideekaarten
Variant op het gedicht Luie Trui van
Shel Silverstein waarbij het aantal
woorden en de cadans hetzelfde blijft.
Het gedicht wordt afgesloten met een
climax of anticlimax. Een Lange Lijs
heeft wee rijmwoorden (het laatste
woord van het gedicht rijmt op het
laatste woord van het eerste deel).
Het gedicht wordt “lang”
uitgeschreven. Vandaar de term lange
lijs.
Dit gedicht van 8 regels is al klaar als
je er 5 hebt bedacht. De eerste regel
staat ook op regel 4 en 7 en regel 2
komt terug op regel 8. (in schema: 1-23-4-5-6-7-8 zelfde kleur = zelfde zin)
Dit gedicht hoeft niet te rijmen maar
het mag wel.
Niet alleen het aantal regels is van
belang bij een haiku maar ook het
aantal lettergrepen per regel.
Regel 1: 5 lettergrepen
Regel 2:
7 lettergrepen
Regel 3:
5 lettergrepen.
Stimuleer het gebruik van mooie
woorden.
Een vijfregelig gedicht waar bij iedere
regel enkele voorwaarden gelden.
Regel 1 (9 lettergrepen) moet eindigen
op een plaats(naam).
Regel 2 (9 lettergrepen) rijmt op regel
1
Regel 3 en 4 rijmen op elkaar en
bestaan uit 5 lettergrepen
Regel 5 (9 lettergrepen) en rijmt op
regel 1 In de groep is een kaart met
rijmbare plaatsnamen.
Stichting Kansrijke Taal
Geloof je me wel, geloof je me niet; uitg.
Jenaplanvereniging
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Uit de praktijk: Klimt als een acrobaat
Zelf aan de slag: Succesfactoren
Verdieping: Werkkaart Obs De Regenboog
Blz. 55 t/m 58:
Luie Trui
Lesbeschrijving
Aanwijzingen en tips
Videofragment 8 – CD Taaleducatie
Gorkum: opdrachtkaarten, werkkaart, ideekaarten
Gorkum: opdrachtkaarten, werkkaarten,
ideekaarten
Good practice Jenaplan Gorkum
Blz. 102 t/m 105 deel 1: Weetkaart (+
Opdrachtkaart, Werkkaart)
Gorkum: opdrachtkaarten, weetkaart, werkkaart,
ideekaarten
Hai die koe, Mara Otten; uitg. Leopold
Blz. 63 en 64:
Voorbeelden groepsbundel obs De Sleutel
Lesschema
Aanwijzingen en tips
Videofragment 10 – CD Taaleducatie
Blz. 98 t/m 101 deel 1:
Weetkaart, Opdrachtkaart, Werkkaart
Gorkum: opdrachtkaarten, weetkaart, werkkaart,
ideekaarten
7
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
6. Episodeboek en posters
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Kan korte, eenvoudige teksten (KT: versjes en gedichten) schrijven (toevoeging KT:
en vormgeven / illustreren) over onderwerpen uit de directe leefwereld van de
schrijver (KT: van het kind)
 Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (toevoeging KT: in woord en beeld en
met oog voor de samenhang van woord en beeld) ( niveau 2F)
 Verhaalfragmenten (KT: fragmenten en episodes in versjes en gedichten)
parafraseren en samenvatten (2.2. niveau 2F)
Overige doelen
 Opbouw van een versje en gedicht ervaren en leren kennen met onder meer:
begin, eind, episodes, spanningsboog, climax
 Ontdekken en ervaren hoe tekst op schrift en tekst om te lezen zich tot elkaar
verhouden (groep 1 – 2)
Episodeboek
Een gedicht in stukjes (episodes)
verdelen en bij ieder stuk een
illustratie maken.
Om het vervolgens als boek te
bundelen. Tevens hulpmiddel bij het uit
het hoofd leren van een gedicht.
Blz. 44 en 45:
Lesschema
Aanwijzingen en tips
Videofragment 5 – CD Taaleducatie
Blz. 91 t/m 96 deel 2:
Weetkaart, Opdrachtkaarten, Ideekaart
Gorkum: opdrachtkaart, ideekaart
Episodeplaten van Versjes met Handgebaren ( CD )
Gedichtenposter
maken
Van een gedicht een poster maken. De
vormgeving van de tekst en
achtergrond heeft relatie met de
inhoud van het gedicht.
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Uit de praktijk: Episodes van een gedicht schilderen
Blz. 74 en 75:
Lesbeschrijving
Aanwijzingen en tips
Blz. 107 deel 1: foto gedichtenposters
Gorkum: opdrachtkaart, ideekaart
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Verdieping: Gedichtenposters.doc
Digitale
gedichtenposter
De poster wordt nu vervaardigd met
WordArt en Paint.
Zie stappenplan (in de Verdieping)
zie ook: www. kindergedicht.nl
Blz. 68, 75 t/m 80:
Voorbeelden
Videofragment 14 – CD Taaleducatie
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Verdieping: Stappenplan digitale gedichtenposters
Gedicht animeren
In bijvoorbeeld het programma
PowerPoint wordt een animatie
gemaakt van een gedicht. Delen van de
tekst bewegen op een bepaalde manier
over het scherm. Het is mooi als de
beweging met de betekenis te maken
heeft.
Stichting Kansrijke Taal
Zie website voor opdrachtkaart en
Kinderportaalpagina
8
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
7. Spreekwoorden/gezegden/beeldspraak
Doelen uit de Referentieniveaus taal
 Letterlijk en figuurlijk taalgebruik herkennen (toevoeging KT: onder woorden
brengen en gebruiken) (2.2. niveau 2F) (groep 5 – 8)
 Basale structuurelementen herkennen (KT: in figuurlijk taalgebruik) (toevoeging KT:
literaire begrippen onder meer vergelijking, herhaling, metafoor (2.2.)(groep 5 – 8))
Overige doelen
 Een arsenaal spreekwoorden en gezegden leren kennen, begrijpen en toepassen in
tekst (groep 5 – 8)
 De geschiedenis / herkomst van een aantal spreekwoorden en gezegden leren kennen
(exemplarisch groep 5 – 8)
Spreekwoorden uitbeelden en tekenen.
Spreekwoorden
letterlijk en figuurlijk Spreekwoorden kun je letterlijk
Spreekwoordenposter
Spreekwoordenlotto
opvatten, maar worden altijd gebruikt
in de figuurlijke betekenis. Door
uitbeelden en tekenen leren kinderen
het verschil tussen letterlijk en
figuurlijk.
Op een poster verzamelen leerlingen
zoveel mogelijk spreekwoorden en
gezegden die met één onderwerp te
maken hebben. Het geheel wordt
verzorgd afgewerkt.
Welk spreekwoord of welk gezegde
hoort bij elk tweetal?
Spreekwoordenverhaal Kinderen maken een verhaal waarin ze
Herkomst/etymologie
Het lijkt wel (alsof)…
Metaforen
zoveel mogelijk spreekwoorden
verwerken. Het verhaal moet een
logisch en betekenisvol geheel vormen
Waar komen uitdrukkingen, gezegden,
spreekwoorden, maar ook de
afzonderlijke woorden hieruit,
eigenlijk vandaan? Hoe zijn ze
ontstaan? In verklarende (spreek-)
woordenboeken wordt dit opgezocht
en er wordt verslag van gedaan, via
tekeningen/omschrijvingen/
uitbeeldingen.
Spelen met vergelijkingen. Voorbeeld:
Toen ik vanmorgen in de spiegel keek
dacht ik “het is net alsof ik uit de
centrifuge kom”.
In een metafoor is weggelaten met wie
of wat de auteur (of spreker)
vergelijkt. Voorbeeld: “Mijn boom is
sterk en groot” (= mijn opa) of “Die
zet ik even in de koelkast” (= daar kom
ik later op terug)
Een metafoor is een beeldspraak die
op een vergelijking berust, een
Stichting Kansrijke Taal
Blz. 113 en 114 deel 2:
Opdrachtkaarten
Werkplaats kansrijketaal.nl:
Verdieping: Activiteiten met spreekwoorden en
gezegden (Oudega en Tijnje)
Blz. 115 en 116 deel 2:
Opdrachtkaarten
Blz. 117 en 118 deel 2:
Opdrachtkaart en Werkkaart
Spreekwoordenlotto
Zie website voor Ideekaart,Kinderportaalpagina,
lesverslag Jbs Gorkum
Gorkum: Opdrachtkaarten, weetkaarten,
ideekaarten
Herkomst van woorden en uitdrukkingen.
Etymologie: Aanvuleditie III van Dale Het Groot
Van Dale Spel der Nederlandse Taal
Spreekwoorden verklaard. Serie: Prisma Taal; uitg.
Het Spectrum
Blz. 110 deel 2:
Opdrachtkaart
Blz. 111 en 112 deel 2:
Opdrachtkaart
9
Activiteit
Omschrijving
Meer info en tips
overdrachtelijke uitdrukking, bijv.
‘bliksemende ogen’.
Stichting Kansrijke Taal
10
Download