Rashi (RAbbi SHlomo Itzchaki) 1040-1105 “Ja’acov wilde wonen in vrede en rust.” (Rashi 37:2) 1. Vlucht voor Ezau 2. De strijd met Laban 3. de uitroeing van Sjechem Va’jesjev Ja’acov v - Vqey bsy En woonde Jakob Va’jasjev Ja’acov v - Vqey bsy En maakte vrede Jakob Rabbi Victor Reinstein: “Ein omrim vayeishev Yaakov ele vayasheiv Yaakov” Zeg niet “En Jacob woonde”, maar “En Jacob maakte vrede.” Gen.37:12 Eens waren zijn broeders heengegaan om de schapen van hun vader bij Sichem te weiden. 13 Toen zeide Israël tot Jozef: Uw broeders weiden immers bij Sichem? Kom, ik wil u tot hen zenden. En hij zeide tot hem: Hier ben ik. 14 Verder zeide hij tot hem: Ga toch en doe onderzoek naar de welstand van uw broeders en naar de welstand van de schapen en breng mij bescheid. En hij liet hem gaan uit het dal van Hebron en hij kwam te Sichem. XNajh Mvls [av Kyxa Mvls [a har Re’èh et shalom achecha we et shalom ha tzon Jakob zoekt sjalom voor zijn familie (Vrede) Sjalom ↔ Chamas (geweld) bBqey [vdl[ hla Eleh toldot Ja’aqov Genesis 37: 1 Jakob echter woonde in het land der vreemdelingschap van zijn vader, in het land Kanaän. 2 Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud – hij was dus nog jong – placht met zijn broeders, de zonen van Bilha en de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader, de schapen te hoeden. En Jozef bracht kwaad gerucht aangaande hen aan hun vader over. 3 En Israël had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad. 4 Toen zijn broeders zagen, dat hun vader hem boven al zijn broeders liefhad, haatten zij hem en konden niet vriendelijk met hem spreken. 5 En Jozef had een droom en vertelde die aan zijn broeders; daarom haatten zij hem nog meer. 6 Hij zeide namelijk tot hen: Hoort toch deze droom die ik gehad heb. 7 Zie, wij waren aan het schoven binden in het veld – daar richtte mijn schoof zich op en bleef overeind staan, en zie, uw schoven omringden haar en bogen zich voor mijn schoof neer. 8 Daarop zeiden zijn broeders tot hem: Wilt gij soms koning over ons zijn? Wilt ge soms over ons heersen? Toen haatten zij hem nog meer om zijn droom en om zijn woorden. 10 x in Genesis de zin ‘Eleh toldot’ 1. Van hemel en aarde 2. Van Adam 3. Van Noach 4. Van de zonen van Noach 5. Van Sem 6. Van Terach 7. Van Ismaël 8. Van Isaäk 9. Van Ezau (2x) 10.Van Jakob En wat volgt er na: “Dit is de geschiedenis van Jakob”? “Jozef, zeventien jaar oud” Het gaat niet over het leven van Jakob! Maar over Jozef en Judah P.J.Wiseman : “die Geschichte aus dem Besitz Noahs”, oder “die Geschichte die Noah geschrieben hat.” Mynqz Nb Ben z’koeniem Zoon des ouderdoms Genesis 37: 1 Jakob echter woonde in het land der vreemdelingschap van zijn vader, in het land Kanaän. 2 Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud – hij was dus nog jong – placht met zijn broeders, de zonen van Bilha en de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader, de schapen te hoeden. En Jozef bracht kwaad gerucht aangaande hen aan hun vader over. 3 En Israël had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad. 4 Toen zijn broeders zagen, dat hun vader hem boven al zijn broeders liefhad, haatten zij hem en konden niet vriendelijk met hem spreken. 5 En Jozef had een droom en vertelde die aan zijn broeders; daarom haatten zij hem nog meer. 6 Hij zeide namelijk tot hen: Hoort toch deze droom die ik gehad heb. 7 Zie, wij waren aan het schoven binden in het veld – daar richtte mijn schoof zich op en bleef overeind staan, en zie, uw schoven omringden haar en bogen zich voor mijn schoof neer. 8 Daarop zeiden zijn broeders tot hem: Wilt gij soms koning over ons zijn? Wilt ge soms over ons heersen? Toen haatten zij hem nog meer om zijn droom en om zijn woorden. Mynqz Nb Ben z’koeniem Zoon des ouderdoms Maar, Jakob had Benjamin als jongste zoon! Gen 44: 20 Daarop vertelden wij u dat we nog een oude vader hadden en een broer (Benjamin) die nog jong is; hij werd geboren toen onze vader al oud was. Mynqz dly jeled z’koeniem kind des ouderdoms Rambam: en de andere tien dan. Ze werden ook geboren toen Jakob erg oud was. Onkelos (beroemde Joodse proseliet) c.a. 35-120 na Chr. Mynqz Nb Mynqz z’koeniem m.v. wijsheden Ben z’koeniem Zoon der wijsheid Ben z’koeniem Ramban: Het gebruik van de oudsten was om een jongere zoon als bediende te nemen, zodat de vader op hem kon leunen. Deze zoon was altijd bij hem en werd genoemd zoon van zijn ouderdom. Jozef leerde dus veel van de wijsheid van zijn vader. Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud bBqey [vdl[ hla Elèh toldot Ja’aqov Dit is (de) geschiedenis (van) Jakob Hns hrse-ebs-Nb Fwy Josef ben sjeva esréh sjanah Jozef zoon zeven tien jaar Ruben Simeon Leah Levi Eerstgeborene • Leider • Dubbel deel • Zorg voor ouders Juda Issachar Zebulon Jakob Zilpa Bilha Rachel Gad Aser Dan Naphtali Jozef Benjamin • Leider • Dubbel deel • Zorg voor ouders Eerstgeborene Mywp [nv[k Ketonet passim VERTALER VERTALING Radak/Septuagint kleurrijk Ibn Ezra/Bachya/Nachmanides geborduurd Ibn Janach/Radak/Sherashim gestreept Targum Jonathan geillustreerd Rashbam/Ibn Ezra/Baaley Todafoth /Midrash Rabbah Lang gewaad tot de handpalmen Lekach Tov Lang gewaad tot de voeten Rashi Fijne wol Ibn Janach zijde Drazin & Wagner Passim = m.v. patchwork Ivriet gestreept Gewaad met lange wijde mouwen, mantel met veel kleuren, mantel die tot de voeten reikt, verzierde tuniek, een zijden mantel, een fijne wollen mantel Ketonet passim Daniël 5:5 hb[k yd hdy wp hzx aklmv oe’malka chazèh pas jadah di’katvah en de koning ziet palm van de hand die schrijft De Daat Mikra over 2 Samuel toont deze illustratie van de Beni Hasan in Egypte als voorbeeld van de ketonet passim. Ketonet passim 2 Samuël 3:18 Tamar droeg een veelkleurig gewaad, zoals de jonge, huwbare koningsdochters dat als overkleed droegen. Jacob maakte een veelkleurige mantel voor Jozef Gen.37:3 En Israël had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad. De broers trokken Jozef de mantel uit Gen.37: 23 Zodra Jozef bij zijn broeders gekomen was, trokken zij Jozef zijn kleed uit, het pronkgewaad, dat hij droeg. Het kleed werd in bloed gedoopt Gen.37:31 Toen namen zij Jozefs kleed, slachtten een geitebok en doopten het kleed in het bloed. De vrouw van Potifar blijft achter met zijn mantel Gen.39:12 Toen greep zij hem bij zijn kleed en zeide: Kom bij mij liggen. Maar hij liet zijn kleed in haar hand achter, vluchtte en liep naar buiten. Uit de gevangenis kreeg hij een nieuwe mantel Gen.41:14 Toen ontbood Farao Jozef, en zij haalden hem ijlings uit de kerker; men schoor hem en gaf hem andere klederen, en hij kwam bij Farao. Jozef - de ben z’koenim Zijn meest wijze zoon De zoon die zich als leider openbaart Wordt gekleed in een leidersmantel De positie van Jozef roept jaloezie op En dan volgen er dromen Gen.37: 5 Op een keer had Jozef een droom. Toen hij die aan zijn broers vertelde, kregen ze een nog grotere hekel aan hem. 6 ‘Moeten jullie nu eens horen wat ik heb gedroomd,’ zei hij. 7 ‘We het tot land schoven aan het Lucas 22:waren 25 Hijop zeide hen: De binden, en toen kwam mijnder schoof overeind bleef koningen volken voerenen heerschappij rechtop staan. Enover jullie schoven om die van mij heen hen en hungingen machthebbers worden staan en bogen daarvoor.’ 8 Zijn broers26 zeiden: weldoeners genoemd. Doch ‘Dacht gij nietje soms koning over ons maar te worden? Wil onder je over heersen?’ alzo, de eerste u ons worde als Vanwege dat gepraat over zijn dromen ze hem hoe de jongste en de leidergingen als de dienaar. langer hoe meer haten. Gen.37: 9 Opnieuw kreeg hij een droom die hij aan zijn broers vertelde. ‘Ik heb alweer een droom gehad,’ zei hij. ‘Nu bogen de zon, de maan en elf sterren zich voor mij neer.’ 10 Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, wees zijn vader hem terecht: ‘Zeg, wat is dat voor een droom! Moeten ik, je moeder en je broers ons soms voor jou komen neerbuigen?’ 11 De broers konden Jozef wel vermoorden, maar zijn vader bleef nadenken over wat er gebeurd was. Gevolg - jaloezie Houding van de volkeren t.o.v. Israël - jaloezie Houding van de christenen t.o.v. Israël - jaloezie Aartsbisschop Boutros: “Wij Christenen kunnen niet spreken over het Beloofde Land voor het Joodse volk” Gen.40: Toen zeide Jozef toterhem: Diteen is de uitlegging Gen.40: 12 9 In mijn droom, zie, stond wijnstok vóórervan: de drie datwijnstok zijn driewaren dagen; 13ranken, binnen drie dagen zal begon Farao uw mij. ranken, 10 Aan de drie en nauwelijks hij hoofd verhogen u in uwwas rang en gijdroegen zult Farao de te botten, of zijnen bloesem er,herstellen, en zijn trossen rijpe beker in de geven, zoalswas gij in tevoren plachtIktenam doen, gij druiven. 11 hand En Farao’s beker mijn hand. detoen druiven, zijn schenker waart. perste ze uit in Farao’s beker en gaf de beker in Farao’s hand. Gen.40: 18 Gen.40: 16Toen Ook antwoordde ik had een droom:Dit Jozef: zie, is er de waren uitlegging op mijn hoofd drie ervan: de drie korven korven, met dat zijn gebak. drie dagen; 17 In19 debinnen bovenste driekorf was allerlei dagen zal Farao spijs uw voor hoofd Farao, wat een bakker verhogen, boven bereidt. u, en u Het aan gevogelte een paal hangen at dit uit ende hetkorf, boven mijnzal gevogelte hoofd. het vlees van u afeten. Gen. 41: 38 En Farao zeide tot zijn dienaren: Zouden wij iemand kunnen vinden als deze, een man, in wie de Geest Gods is? 39 En Farao zeide tot Jozef: Aangezien God u dit alles bekend gemaakt heeft, is er niemand zo verstandig en wijs als gij. 40 Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal mijn gehele volk zich voeden; alleen door de troon zal ik boven u staan. 41 Voorts zeide Farao tot Jozef: Zie, ik stel u aan over het gehele land Egypte. 42 Daarop trok Farao zijn zegelring van zijn hand en deed hem aan Jozefs hand; hij bekleedde hem met linnen klederen, en hing een gouden keten om zijn hals. 43 En hij liet hem rijden op de tweede wagen die hij had, en men riep voor hem uit: Eerbied! Aldus stelde hij hem aan over het gehele land Egypte. 44 Ook zeide Farao tot Jozef: Ik ben Farao, maar zonder u zal niemand in het gehele land Egypte zijn hand of zijn voet opheffen. De rabbijnen zeggen: Jacob staat voor God en Jozef ha Tzadiq staat voor de Messias ben Jozef. De lijdende Messias zoals Jozef. Hadar Zekenim (Hebreeuws Bijbelcommentaar) “Die Ik zal zenden” “Die ons voor kan gaan” Jozef is Jacobs speciale zoon Hij wordt vernederd Overgedragen aan de heidenen Het huis van Potifar wordt gezegend De gevangenis wordt gezegend De Farao wordt gezegend Egypte wordt gezegend Israël wordt gezegend Jozef wordt niet herkend In de driejarige cyclus van de Torahlezingen is Marcus 9 gekoppeld aan vajesjev Marcus 9: 33 En zij kwamen te Kafarnaüm. En toen Hij thuis gekomen was, vroeg Hij hun: Waarover waart gij onderweg in gesprek? 34 En zij zwegen, want zij hadden onderweg met elkander erover gesproken, wie de meeste was. 35 En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar. 36 En Hij nam een kind en plaatste dat in hun midden, omarmde het en zeide tot hen: 37 Wie één van zodanige kinderen ontvangt in mijn naam, die ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem, die Mij gezonden heeft 38 Johannes zeide tot Hem: Meester, wij hebben iemand, die ons niet volgt, in uw naam boze geesten zien uitdrijven, en wij wilden het hem beletten, omdat hij ons niet volgde. 39 Doch Jezus zeide: Belet het hem niet; want er is niemand, die een kracht doen zal in mijn naam en kort daarna smadelijk van Mij zal kunnen spreken. 40 Want wie niet tégen ons is, is vóór ons.