De Ark Ede Toerusting in het seizoen 2015/2016 Aantekeningen bij de toerustingsdienst op startzondag 20 september 2015 1 Eenzaam Genesis 30: 22 t/m 24 en 37: 1 t/m 11 Inleiding Dit seizoen volgen wij Jozef. ‘Hij komt door toedoen van zijn afgunstige broers als slaaf in Egypte terecht. Daar heeft hij altijd en onder alle omstandigheden, bij de vernedering in de gevangenis en bij zijn verhoging aan het hof, een minderheidspositie bekleed. Vanuit die positie is hij toch in staat om op geestelijk en moreel gebied verleidingen te weerstaan en niet te zondigen tegen God (Ge. 37:9) en ook loyaal te zijn aan zijn werkgevers. In bepaalde opzichten was hij cultureel en sociaal geassimileerd. Hij trouwde met een Egyptische prinses, kreeg een Egyptische naam (Ge. 41:45) en zijn uiterlijk was geheel aangepast aan de Egyptische gebruiken. Hierdoor was hij later voor al zijn broers volledig onherkenbaar (Ge. 42:8). Toch behoudt hij ondanks zijn uiteindelijk zeer hoge positie bij farao altijd een minderheidspositie in Egypte wat betreft afkomst en godsdienst. Tegenover zijn broers belijdt hij zeer nadrukkelijk zijn vaste geloof in de hulp en leiding van de God van zijn vaderen (Ge. 45:5-9). Vanuit zijn aanvankelijk kwetsbare minderheidspositie klimt hij op en gebruikt God hem om de zijnen en vele anderen in het leven te behouden’ (Annachiene van Veen-Vrolijk, in De Waarheidsvriend, jrg.103. nr. 35, augustus 2015). Familie ‘Dit zijn de geschiedenissen van Jakob’, lees je in Genesis 37:2. Allereerste zet het woord geschiedenissen ons op het verkeerde been. De betekenis van het originele woord toledoth is niet zomaar over te zetten. We kunnen het beter omschrijven: ‘dat wat God met Jakob begonnen is, werkt Hij als volgt uit, het heeft de volgende afloop’. En dan volgt is het verhaal van Jozef. Dat lijkt niet te kloppen. Je zou de naam van Ruben verwachten, de eerstgeborene van Jakob (Ge. 29:32). Valt de naam van Jozef dan zomaar? Hij is de laatste zoon in het rijtje van de geboorten (Ge. 30:22 v.v.). Hij is de eerste zoon van Jakob en zijn grootste liefde: Rachel. Maar aan zijn geboorte gaat een hele geschiedenis vooraf. In het gezin van Jakob is hij de zevende zoon (vgl. Ge. 30:19 en 23). Zijn naam betekent ’de HERE voegt toe’, een wonderlijke en tegelijk betekenisvolle en profetische naam voor een pasgeboren jongen (zie Ge. 30:24). Jozef neemt een aparte plaats in. Hij wordt bijvoorbeeld niet alleen als enige met name genoemd bij de ontmoeting met Ezau, maar ook met Rachel in de veiligste positie gebracht (33:2). ‘En Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen, want hij was voor hem een zoon van zijn ouderdom ’ (37:3). Ook het vroege overlijden van Rachel zal hier meespelen. Jozef groeit op in een complex samengesteld gezin. Vader Jakob heeft immers twee vrouwen (Lea en Rachel) en daarnaast twee bijvrouwen (Bilha en Zilpa), met elk hun kinderen. De verhoudingen zijn verward. Over sommige zonen en de enige dochter is meer informatie beschikbaar (lees in dit verband Ge. 34 en 35:22 e.v. Ge. 38). Alles bij elkaar redenen genoeg voor rivaliteit en conflict in de familiekring. Er is dan ook psychologisch en pedagogisch veel over deze geschiedenis te zeggen. Eenzaam Er speelt echter meer. Een speciale roeping en taak van God bepalen de positie van Jozef. Naast veel gedoe en geharrewar, veroorzaken zij mede dat hij een eenzaam figuur is. Dat wordt niet direct vermeld, maar blijkt achteraf duidelijk (vgl. Ge. 50:20). Daarom is Jozef, om het te zeggen met de titel van de biografie van koningin Wilhelmina: ‘Eenzaam, maar niet alleen’. We zullen dat in de komende maanden ontdekken. Die ‘verkiezing’ heeft echter wel consequenties. Zij zijn niet altijd onverdeeld positief. Zo hebben zijn broers grote moeite met hem. Zijn gedrag irriteert hen mateloos en hun ergernis slaat om in haat(37:4,5). Tenslotte werken zij Jozef op een geschikt moment werken ‘elegant’ uit de weg (37:12 e.v.). Hoe zou hij zich (thuis) hebben gevoeld? Toch is God aan het werk. Dwars door allerlei menselijke gedoe en jaloezie heen. Hij houdt Jozef op de been. ‘Misschien heeft God ook in dezen het verdriet van de jongeling willen verzachten. Maar hun (= broers) hardnekkigheid maakte dat hun toorn nog meer ontstak. Laten wij dus leren, niet verdrietig te worden, als de genade van God, die ons ten deel valt, de nijd tegen ons opwekt’ (Johannes Calvijn). Heel vaak weerspiegelt Jozef iets van de Here Jezus (zie bijvoorbeeld Mk. 6:31 e.v., Jh. 7:3 e.v.). Daarom wordt Jozef een ‘type van Christus’ genoemd. In het leven van Jozef zit een lijn van vernedering en verhoging, van lijden en glorie. Net als bij Jezus. 17 Jozef is zeventien jaar oud en dus – wat we tegenwoordig noemen – een puber. Een leeftijd waarop belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden: ontwikkeling naar volwassenheid, studie, beroep, vrienden. Het getal zegt hier echter meer dan de leeftijd. In de oorspronkelijke taal (Hebreeuws) is het de waarde van het woord tof, dat goed betekent. Het cijfer wordt vaak gebruikt als een periode wordt afgesloten en een nieuwe periode begint. Het is als het ware de voorbode of het portaal naar het leven (in het Hebreeuws chai, met de waarde 18). Menig Joods rabbi zal zeggen dat wat Jozef overkomt uiteindelijk toch goed is of zich ten goede zal keren. Overigens krijgen de jaren die Jozef thuis doorbrengt aan het eind van de geschiedenis een tegenhanger: Jakob zal tot zijn dood zeventien jaar bij Jozef in Egypte zijn (47:28). Kleding Vader Jakob accentueert de positie van Jozef door hem mooie kleding te geven: een veelkleurige mantel (SV), pronkgewaad (andere vertalingen). Dit is meer dan alleen een mooi cadeau. De mantel is kleding van prinsen en teken van eer en adeldom. Ook Tamar de dochter van David, droeg zo’n vorstelijk gewaad (2 Sam. 13:18). Jozef draagt hem dagelijks. Hij is er zelfs van grote afstand aan te herkennen (37:18). Die mantel is statussymbool geworden. Door dit gewaad aan Jozef te geven, gaat Jakob dan ook veel verder dan een moderne moeder die aan een van haar kinderen een duurder shirt geeft dan aan de andere. Het valt trouwens op hoe vaak in de Jozefgeschiedenis kleding een rol speelt. Straks zullen de broers hem deze mantel uitrekken, en dat zal bepaald niet zachtzinnig zijn gegaan (37:23). Nog weer later valt het oog op de kleding in de affaire met de vrouw van Potifar (39:12). En bij zijn verhoging tot vice-farao (41:42). En als hij zich aan zijn broers bekendmaakt (45:22). Is het misschien zo, dat de schrijver kleding gebruikt als thema om de verschillende fasen en veranderingen in de geschiedenis te markeren? Gespreksvragen 1. Deel eens met elkaar wat je van Jozef weet, en wat je aanspreekt of afstoot. Waarom komt Jozef doorgaans in het gein niet zo sympathiek op ons over? 2. Jakob geeft Jozef een bijzondere behandeling. Hoe zou dit komen? Wat vind je ervan? Wat kun je hiervan leren over de verhoudingen in de kerkelijke gemeente (de familie van God)? 3. Als je een (klein)kinderen hebt, hoe ga je met ieder persoonlijk om? 4. De verhouding tussen Jozef en zijn broers is gespannen. Vergelijk dit eens met Jezus. Kijk in dit verband ook eens naar Psalm 69:9-10. Wat heeft dit ons te zeggen? 5. Ga eens na welke functie kleding in de Bijbel vervult. 6. In wat voor gezin groeide jij op? Wat was jouw plek? Welke functie had het geloof? 7. Jozef staat (vaak) alleen: in het gezin, op zijn werk. Hij bekleed een minderheidspositie (zie inleiding). Herken je dat als christen? Wanneer?