LINEAIRE ALGEBRA QUIZ 2 1. Als A en B niet-singuliere n x n-matrices zijn, dan is A+B eveneens niet-singulier. 2. De verzameling van de matrices die commuteren met een gegeven matrix A van Rnxn is een deelruimte van Rnxn. 3. Als A een antisymmetrische matrix is dan is tr(A) = 0 4. De dimensie van de deelruimte van Rnxn (n > 2) van matrices die commuteren met alle matrices van Rnxn is minstens 2 5. Als u een kolommatrix is dan is u uT inverteerbaar. 6. Voor een matrix A vinden we een basis van RA door de onafhankelijke rijen van HA te nemen. 7. Voor elke benedendriehoeksmatrix L1 <> 0 (in R3x3) bestaat er een benedendriehoeksmatrix L2 zodat L1 .L2 = I3 . 8. Als B = (e1 ,...,en ) en B' = (f1 ,...,fn ) basissen van de vectorruimte V zijn en T en S endomorfismen zijn op V met matrixvoorstellingen A = [T]BB', B = [S]B'B dan is [T + S]BB' = A+B A^(-1)+B A+B^(-1) geen van vorige 9. Als B = (e1 ,...,en ) en B' = (f1 ,...,fn ) basissen van de vectorruimte V zijn met B' = B.Q en T en S endomorfismen zijn op V met matrixvoorstellingen A = [T]BB', B = [S]B'B dan is [ToS]BB' = A.B A.B.(Q^(-1)) A.Q.B.Q A.(Q^(-1)).B.(Q^(-1)) geen van vorige 10. ATad = Aad T 11. AHad = Aad H 12. Als rang(A) = n-1 (A in Knxn) dan is rang(Aad ) = 1. 13. Neem even pen en papier bij de hand om aan te tonen dat uit X^2-1 = 0 niet noodzakelijk volgt dat X = 1 of X = -1. Zij X de volgende matrix : 3 x4 2 x2 1x -2 3 x7 -3 2 x6 2 4x Bereken de getallen x waarvoor X^2-1=0. 14. a. Zij A een gegeven nxn matrix. De kolommen van de matrices B waarvoor A B = 0 behoren dan tot: De rijenruimte van A De kolommenruimte van A De Image van A De kern van A geen van vorige 14. b. De verzameling Nd (A) van al deze matrices vormt een deelruimte van Rnxn 14. c. Neem nu n=4 en voor A de volgende matrix: 2 2 4 18 1 2 9 1 1 -5 -26 -13 -1 2 11 7 Geef de rang van A. 14. d. Wat is de dimensie van Nd (A)? 14. e. Geef een basis van Nd (A) 15. Als A een hermitische matrix is en B een antihermitische matrix dan is A + i B een hermitische matrix. 16. Een n x n matrix van de vorm Aij = x als i>j is nilpotent. 17. Een nilpotente matrix heeft geen inverse. 18. Zij A een gegeven antisymmetrische nxn matrix (A<>0). Dan bestaat er een n > 1 zo dat elke symmetrische matrix X kan geschreven worden als X = A Y + Y A, met Y een antisymmetrische matrix. 19. Er bestaan matrices waarvoor KA = R 8 en RA = R 4. 20. Voor elke benedendriehoeksmatrix L1 (in Rnxn) met alle diagonaalelementen verschillend van 0 bestaat er een benedendriehoeksmatrix L2 zodat L1 .L2 = I3 . 21. Als B = (e1 ,...,en ) en B' = (f1 ,...,fn ) basissen van de vectorruimte V zijn en Q is de overgangsmatrix van de basis B naar B' dan is Q = [[e1 ][B'],...,[en ][B']]; 22. Als A (A <> 0) niet inverteerbaar is dan is Aad een nuldeler. 23. det ([A*1 ,A*2 ,A*3 ]) = 0 impliceert dat A*3 een lineaire combinatie is van A*2 en A*1 . 24. Als de elementen van een matrix A en van zijn inverse A-1 allemaal gehele getallen zijn dan zijn det A en det A-1 beide 1 of beide -1. 25. Beschouw vier vectoren u1, u2, u3, u4 gegeven door respectievelijk 1 0 0 0 0 1 2 6 0 0 1 4 0 0 0 1 Als u1TA = u4T, u2TA = u3T, u3TA = u2T, u4TA = u1T, bepaal dan, zonder gebruik te maken van stelsels, de matrix A. 26. a. Zij A een gegeven nxn matrix. De kolommen van de matrices B waarvoor A B = 0 behoren dan tot: De rijenruimte van A De kolommenruimte van A De Image van A De kern van A geen van vorige 26. b. De verzameling Nd (A) van al deze matrices vormt een deelruimte van Rnxn 26. c. Neem nu n=4 en voor bepaal de rang van volgende matrix: 2 5 9 -16 2 1 5 -8 1 -4 -2 5 -2 0 -4 6 26. d. Wat is de dimensie van Nd (A)? 26. e. Geef een basis van Nd (A) 27. Elke antisymmetrische, reële 2x2 matrix (<>0) is inverteerbaar. 28. Als A en B niet-singuliere n x n-matrices zijn, dan is AB eveneens niet-singulier. 29. Als voor A in Rnxn geldt dat Aij = -1 voor i <> j, n voor i = j dan is voor alle n > 0 de inverse van A gegeven door de matrix B met: Bij = 1/(n+1) als i j Bii = 2/(n+1) 30. Elke antisymmetrische, reële 3x3 matrix (<>0) is inverteerbaar. 31. Voor een matrix A vinden we een basis van RA door de niet nul rijen van de smithnormale vorm SA te nemen. 32. Voor elke bovendriehoeksmatrix L1 (in Rnxn) bestaat er een bovendriehoeksmatrix L2 0 zodat het product L1 .L2 een diagonaalmatrix is. enkel als L1 inverteerbaar is enkel als de diagonaalelementen van L1 niet 0 zijn voor geen enkele n > 1 voor alle n > 1 33. Als B = (e1 ,...,en ) en B' = (f1 ,...,fn ) basissen van de vectorruimte V zijn en Q is de overgangsmatrix van de basis B naar B' dan is Q = [[f1 ][B],...,[fn ][B]]; 34. Voor T: V -> V een endomorfisme is en B = (e1 ,...,en ) en B' = (f1 ,...,fn ) 2 basissen van de vectorruimte V met B' = B.Q definieren we de volgende matrixvoorstellingen van T: A11 = [T]B A12 = [T]BB' A21 = [T]B'B A22 = [T]B'B' Welke van de volgende uitdrukkingen is correct: A12 = Q.A11 A21 = Q.A12.Q A21 = Q.A11.(Q^(-1)) A22 = Q.A11.(Q^(-1)) 35. Een matrix A waarvoor alle elementen gehele getallen zijn en waarvoor de det A = 1 of -1 heeft een inverse met enkel gehele getallen als elementen. 36. det ([A*1 ,A*2 ,A*3 ]) = 0 impliceert dat A*3 een lineaire combinatie is van A*2 en A*1 . 37. Gegeven : matrices A,B,C met tr A = 2, tr B = 5, tr C = 10, tr(ABC) = 14 en A en B commuterend. Bepaal tr(CBA). 38. We definieren de twee "dambordmatrices" DB1 en DB2 van Rnxn als volgt: DB1 ij = 0 als i+j = even, 1 als i+j = oneven en DB2 ij = 1 - DB1 ij. a. De volgende uitspraken zijn allemaal geldig: Rang(DBi ) = 2 (i=1,2), Im(DB1 ) = Im(DB2 ), N(DB1 ) = N(DB2 ), Rang(DB1 +DB2 ) = 2 b. Waar of vals? N(DBi k) = N(DBi ) en Im(DBi k) = Im(DBi ) (i=1,2) voor elk natuurlijk getal k. c. Neem nu n even t.t.z. n = 2m. Bestaat er een getal (m,k) zodat DB1 k = DB1 (k een natuurlijk getal)? Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal d. Bepaal in functie van m en k e. Bestaat er een getal (m,k) zodat DB2 k = DB2 (k een natuurlijk getal)? Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal f. Bepaal in functie van m en k g. Neem nu n oneven t.t.z. n = 2m+1. Bestaat er een getal (m,k) zodat DB1 k = DB1 (k een natuurlijk getal)? Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal h. Bepaal in functie van m en k i. Bestaat er een getal (m,k) zodat DB2 k = DB2 (k een natuurlijk getal)? Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal j. Bepaal in functie van m en k (Indien niet bestaat typ je `geen` in) 39. a. Bepaal de rang van matrix A 5 0 -9 1 1 -4 1 3 -14 6 21 -7 b. Bepaal matrices U, een 3xr matrix, en V een 4xr matrix, zodat A = U VT. 40. Als A en B hermitische matrices zijn dan is B A een hermitische matrix 41. Als A en B antihermitische matrices zijn dan is [A,B] een antihermitische matrix 42. Als A2 = A en A <> 0 dan is A = In 43. Zij p in Cn [x] en A een matrix van de volgende vorm, waarbij a en b reële getallen zijn: a b b a Elke vergelijking van de vorm p(A)= 0 heeft n oplossingen (eventueel samenvallende) in C2x2 44. Als A een inverteerbare matrix is en B (<>0) een matrix zodat [A,B] = 0 dan is B inverteerbaar. 45. Voor een matrix A vinden we een basis van KA door de onafhankelijke kolommen van HA te nemen 46. Voor elke benedendriehoeksmatrix L1 (in Rnxn) met alle diagonaalelementen verschillend van 0 bestaat er een benedendriehoeksmatrix L2 zodat L1 .L2 = I3 . 47. Als T: V -> V een endomorfisme is en B = (e1 ,...,en ) en B' = (f1 ,...,fn ) basissen van de vectorruimte V zijn dan is de matrixvoorstelling A van T t.o.v. deze basissen gegeven door: [T]BB'= [[Te1 ][B],...,[Ten ][B]]; 48. det(A + B) = n detA + n detB 49. Als Aad een nuldeler is dan is A ook een nuldeler. 50. Als A de nxn matrix (met n>2) is waarvoor Aij = i + j dan is det A gelijk aan: n^n (-n)^n 0 1 geen van vorige 51. Beschouw vier vectoren u1, u2, u3, u4 gegeven door respectievelijk T T T T Als u1 A = u4 , u2 A = u3 , van stelsels, de matrix A. 1 0 0 0 T u3 A = 0 1 1 3 0 0 1 7 T u2 , u4TA 0 0 0 1 = u1T, bepaal dan, zonder gebruik te maken 52. Bepaal een nxn matrix A (n = 8) met als elementen enkel 0 en 1 waarvoor detA = n-1. Hint: probeer eerst het probleem op te lossen voor n = 2 en n = 3 en tracht je resultaat uit te breiden naar hogere waarden voor n 53. Gegeven zijn de volgende veeltermen {p1,p2,p3,p4,p5,p6,p7,p8,p9} in R8 [x] die een basis vormen voor deze ruimte: p1( x )22 x2 x 23 x 34 x 44 x 52 x 64 x 7 p2( x )3x4 x 2x 32 x 43 x 5x 62 x 72 x 8 p3( x )43 x4 x 24 x 32 x 44 x 53 x 6x 74 x 8 p4( x )4x 33 x 42 x 52 x 62 x 7x 8 p5( x )14 x2 x 24 x 3x 4x 54 x 74 x 8 p6( x )43 x2 x 2x 3x 44 x 5x 62 x 74 x 8 p7( x )410 x3 x 24 x 34 x 42 x 7 p8( x )2x3 x 24 x 3x 43 x 52 x 6x 7x 8 p9( x )42 xx 22 x 43 x 5x 62 x 8 a. Stel de matrixvoorstelling A op van de projectie evenwijdig met span([p4, p6, p8, p9]) op span([p1, p2, p5, p3, p7]) t.o.v. de basis B = ([p1, p2, p5, p3, p7, p4, p6, p8, p9]): b. Stel de overgangsmatrix Q op van de standaardbasis naar B. c. Wat is de matrixvoorstelling van de projectie t.o.v. de standaarbasis? Q.A.(Q^(-1)) Q^(-1).A.Q geen van de vorige 54. Als A, B en C inverteerbare n x n-matrices zijn, wat is dan de inverse van inverse(A)*inverse(B*C)? B*C*A C*B*A A*C*B 55. Als A een 2x2 antisymmetrische matrix is dan is [A2,X] = 0 voor elke 2x2 matrix. 56. Zij T en S lineaire functionalen op een n-dimensionale vectorruimte V zodat (T) = (S) = n - 1, dan bestaan er getallen en (niet beide = 0) zodat T + S = 0. 57. Als de som van elke rij van een matrix A gelijk is aan 0 dan is det A = 0 58. Als rang(A) = n-1 (A in Knxn) dan is rang(Aad ) = 1. 59. Hoeveel verschillende matrices bestaan er die voldoen aan de matrixvergelijking : A5I 3 z1 0 0 0 z (Zogenaamde 5-de machtswortels van I3) en van de vorm zijn: 0 2 0 0 z3 60. Zij B={p1,p2,p3,p4} een basis van R3 [x] waarbij: p112 tt 22 t 3 p212 t2 t 3 p322 t2 t 2t 3 p41t2 t 22 t 3 De matrixvoorstelling van een endomorfisme T op R3 [x] t.o.v. de basis B wordt gegeven door de volgende matrix -2 0 2 2 2 -2 -1 -1 TB := 0 1 0 2 2 -2 1 2 Bepaal T(v) waarbij v de volgende veelterm is: v44 t5 t 25 t 3 OPLOSSINGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. vals waar waar vals vals waar vals Teacher's answer is: A+B A^(-1)+B A+B^(-1) geen van vorige . 9. Teacher's answer is: A.B A.B.(Q^(-1)) A.Q.B.Q A.(Q^(-1)).B.(Q^(-1)) geen van vorige . 10. waar 11. waar 12. waar 13. x = {1, 2} 14. a. Teacher's answer is: De rijenruimte van A De kolommenruimte van A De Image van A De kern van A geen van vorige 14. b. waar 14. c. 2 14. d. 8 14. e. -13 2 0 1 -5 2 0 0 0 0 -3 2 1 0 -1 2 15. waar 16. waar 17. waar 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 . 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -3 2 1 0 -1 2 -3 2 1 0 -1 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -13 2 0 1 -5 2 -3 2 1 0 -1 2 0 0 0 0 0 0 0 0 -13 2 0 1 -5 2 0 0 0 0 18. vals 19. vals 20. waar 21. vals 22. waar 23. vals 24. waar 25. 0 0 0 -1 2 -2 -3 -8 -4 1 2 6 1 0 0 0 26. a. Teacher's answer is: De rijenruimte van A De kolommenruimte van A De Image van A De kern van A geen van vorige 26. b. waar 26. c. 2 26. d. 8 26. e. -2 -1 1 0 . 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 2 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2 -1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 2 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 2 0 1 -2 -1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 27. waar 28. waar 29. waar 30. vals 31. vals 32. You have not attempted this yet. Teacher's answer is: enkel als L1 inverteerbaar is enkel als de diagonaalelementen van L1 niet 0 zijn voor geen enkele n > 1 voor alle n > 1 33. waar 34. Teacher's answer is: A12 = Q.A11 A21 = Q.A12.Q A21 = Q.A11.(Q^(-1)) A22 = Q.A11.(Q^(-1)) 35. waar . 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2 -1 1 0 36. vals 37. 14 38. a. vals 38. b. waar 38. c. Teacher's answer is: Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal . 38. d. m(k-1) 38. e. Teacher's answer is: Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal . (k-1) 38. f. m 38. g. Teacher's answer is: Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal . (k/2 - 1/2) 38. h. (m (m+1)) 38. i. Teacher's answer is: Er bestaat zo'n getal voor alle k Er bestaat zo'n getal als k even is Er bestaat zo'n getal als k oneven is Er bestaat niet zo'n getal 38. j. geen 39. a. 2 39. b. 1 1 -1 1 -1 -4 40. vals 41. waar 42. vals 43. waar 44. vals 45. vals 46. waar 47. vals 48. vals 49. waar 50. 0 51. 0 0 0 4 -1 0 7 1 1 -1 0 0 1 4 3 0 2 3 2 -2 -5 -4 -1 2 . 52. 1 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 53. a. 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 2 -1 1 -3 -2 2 -2 1 -4 -3 2 -1 1 4 -1 -2 -4 53. b. 2 2 -2 3 4 -4 2 -4 0 3 1 4 -4 -1 4 -3 2 -4 2 4 -3 1 4 4 -4 2 1 2 -4 3 -1 -4 0 -1 0 -3 0 -2 -4 -1 -2 -2 4 4 1 53. c. Teacher's answer is: Q.A.(Q^(-1)) Q^(-1).A.Q geen van de vorige . 54. Teacher's answer is: B*C*A C*B*A A*C*B . 55. waar 56. vals 57. waar 58. waar 59. 125 2412 2 1211 3 60. 1438 613 t t t 17 17 17 17 2 4 1 2 -3 1 -4 0 -1 -2 3 3 -2 1 1 0 1 -2