Wollegras of Veenpluis Een witte zee in het veen Wie de gelegenheid heeft, zou deze maand mei eens een keer door het Wierdense Veld moeten wandelen of fietsen. Ondanks de brand zijn er nog wel plekken waar u kunt genieten van een zee van witte pluimen in de diverse moerassen. ‘Vennepluuze’ werden ze genoemd ofwel in gewoon Nederlands Veenpluis. In deze periode van het jaar is het veen op zijn mooist, vooral als er ook nog een strak blauwe hemel is. De openbare wegen in het veen lopen allemaal noord-zuid. Dwarswegen zijn er bijna niet. Maar een mooie route is bijvoorbeeld vanaf de Spikkenplasweg naar de Prinsendijk te gaan, die helemaal uitwandelen of fietsen. Aan het eind gaat u linksaf het fietspad op en na een paar honderd meter weer links de Hortmeerweg op. Bij de Schaapskooi weer linksaf (Dalkruid). Probeer tijdens zo’n wandeling of fietstocht zo af en toe eens stil te staan en bekijk de pluizen aandachtig. Wie goed kijkt ziet dan misschien ook verschillen. De meeste planten hebben meerdere pluizen aan de stengel staan, dat is Veenpluis. Maar er zijn er ook enkele bij waar alleen maar een enkele pluis te ontdekken valt, dat is het Eenarig wollegras. Deze plant is veel zeldzamer dan Veenpluis. Veenpluis groeit in de poelen en in de stukken moeras, terwijl Eenarig wollegras meer op de bulten in dat moeras zit. Ze behoren wel beide tot het geslacht Wollegras. Veenpluis heeft lange wortelstokken en groeit daardoor vaak in losse pollen, maar wel zodanig dat een heel moeras omgetoverd kan worden tot één witte pracht. Het Eenarig wollegras daarentegen vormt tamelijk dichte pollen. Anno 2009 is deze plant nog te zien in het Wierdense Veld. Vroeger kwam hij ook voor in het Gagelmansveentje, maar daar is hij nu verdwenen. Vermoedelijk heeft Eenarig wollegras nog wel op meer plekken gestaan, maar die plekken zijn allemaal in de loop der jaren ontgonnen. Ga eens op pad door het Wierdense Veld en geniet van de witte pracht, dat vergeet u waarschijnlijk nooit weer. De planten zijn fotogeniek, maar hebben Johanna van Buren en C.P. F. van de Werfhorst ook geïnspireerd tot het maken van gedichten. mei 2009 Johan Alferink Wollegras Wollegras behoort tot de cypergrasfamilie. De planten vallen pas op als ze uitgebloeid zijn en de spierwitte pluizen komen. De bloeiwijze is een onopvallende aar en de bloeiperiode valt ongeveer in maart. Dan zijn er nog weinig insecten actief. Wollegras wordt dan ook door de wind bestoven. De vrouwelijke bloemen zijn eerder rijp dan de mannelijke. Daardoor wordt zelfbestuiving voorkomen. Vroeger maakte men geen onderscheid tussen Veenpluis en Eenarig wollegras. Alles werd gewoon ‘Vennepluus’ genoemd. In de literatuur wordt wel geschreven dat de pluizen vroeger werden verzameld om in kussenslopen te stoppen. Maar dat gebruik ben ik in onze omgeving nog niet tegengekomen.