Uitloper Bladstekken maken van kamerbegonia lukt vrij vlot. Snij een gezond blad van de moederplant en leg het met de top naar boven op een gereinigde snijplank. Snij het met een scherp mes in repen van minstens 4 cm hoog, dwars door de bladnerf. Steek de stukken op 3 cm van elkaar in een zaaibak gevuld met stekgrond. Let op: zet elke reep met de onderkant naar beneden in de grond! In de schooltuin Aardbeien zijn ideaal om de techniek van het planten vermeerderen te oefenen. De uitlopers vormen wortels op de plek waar ze de grond raken, zeker als je daarbij een handje toesteekt. Zet de uitloper vast in de grond, net onder de plek waar de blaadjes vastzitten. Je kunt daarvoor een stukje ijzerdraad gebruiken dat je in tweëen plooit en over de stengel prikt. Knip de stengel tussen de moederplant en de jonge planten pas af als je zeker bent dat er voldoende worteltjes gevormd zijn. Graaf dan de jonge planten uit en zet ze in een potje of elders in de schooltuin. Geef meteen water. In de klas Uitlopers groeien uit tot nieuwe planten zonder bestuiving en bevruchting (vegetatieve voortplanting). De nieuwe plant heeft dezelfde kenmerken als de moederplant, het is er een exacte kopie van. Een plant die zelf knollen, bollen, wortelstokken of uitlopers vormt, kan veel sneller uitbreiden dan bij de vorming van zaad, want dat gebeurt maar eenmaal per jaar. Menselijke ingrepen versnellen de vegetatieve voorplanting door pollen te delen, door stekken te maken, door te enten en te oculeren of met hooggespecialiseerde weefselkweek. Zaaizaad is het resultaat van een geslachtelijke voortplanting, waarbij vrouwelijke bloemen bestoven worden met pollen. Die pollen komen aanzetten via de wind, waterdruppels of insecten. Na de bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot vruchten en zaden. Ontdek meer educatief materiaal over land- en tuinbouw op plattelandsklassen.be 012280 Samen experimenteren Elke plant vermeerdert zich op zijn eigen manier. De ene plant zaait zichzelf kwistig uit, de andere vormt een bol of knol. Aardbeien verjongen zich bijvoorbeeld door het vormen van uitlopers. Een uitloper is een kruipende stengel die groeit uit de moederplant en waaraan nieuwe planten gevormd worden. Die nieuwe plantjes schieten wortel als ze in contact komen met de aarde. In de plantwetenschap noemt men zo’n uitloper een stoloon. Er zijn technieken om planten een handje toe te steken bij het vermeerderen: door de pol te delen, door het stekken van blad, wortels of stengels of door gespecialiseerde technieken zoals enten en weefselkweek.