Reisverslag CUBA van 17 juli tot 31 juli 2005, rondreis met SUMMUM Reisorganisatie. Aansluitend verlenging Havana, 4-sterrenhotel Sevilla tot donderdag 4 augustus 2005. Zondag 17 juli 2005. Amsterdam – Holguin - Santiago de Cuba. Vertrek om 10:20 uur. Aankomst Holguin om circa 18:00 uur. Aansluitend 2½ uur met de bus naar Santiago de Cuba naar ons Hotel Las Américas. Vanwege het tijdsverschil zijn wij 24 uur onderweg geweest. Er was weinig verkeer onderweg en zag je soms mensen op de daken van hun huizen slapen. De plaats Santiago de Cuba telt 500.000 inwoners en straalt een onvervalste tropische sfeer uit. De stad geldt als de wieg van bijna alle Cubaanse muziekstijlen waaronder de *Son-muziek (zie muziek bijlage). De beroemdheden waaronder wijlen Ibrahim Ferrer en andere grootheden komen allen uit deze omgeving. In Santiago de Cuba wonen veel Cubanen van Afrikaanse afkomst. De Cubanen maken over het algemeen een vrolijke, relaxte en vriendelijke indruk. ‘s Avonds zijn Entoni, Astrid, Harry en Helen nog een kijkje gaan nemen in de dancing van het hotel, gelegen naast het hotel. Er speelde een live band en Entoni en Astrid hebben nog een lekker dansje gemaakt. Maandag 18 juli 2005. Facultatief kan er een city tour gemaakt worden. Wij gaan onze eigen weg in de stad en worden aangesproken door Orestes. Orestes bood zich aan als reisgids. Hij vertelde dat hij had meegewerkt aan het programma van Yorin over Reizen. Wij vroegen Orestes om ons naar de Padre Picostraat te brengen omdat ik daar congalessen heb afgesproken. Daar aangekomen maak ik een afspraak voor 18:30 uur. Terug in het centrum bezochten wij onder meer het Parque de Céspedes: een rechthoekig palmenpark omringd door mooie koloniale gebouwen waar leuke bandjes spelen. Wij hadden de primeur dat er een rueda de casino danscompetitie gaande was met een televisiecrew uit Havana. Entoni en Astrid kwamen in gesprek met een Cubaan die in Oost-Duitsland had gewerkt. Op 1 januari 1959 vierde Fidel Castro hier de overwinning van de revolutie samen met duidenden jubelende mensen. Ondanks alle aanslagen is Fidel Castro Ruz, geboren op 13-08-1926 op dit moment de langst regerende alleenheerser ter wereld. Hierna hebben wij wat gedronken op de veranda van het vier sterren-restaurant Casa Granda. Op de veranda kan men met een drankje het leven in het Parque de Céspedes bestuderen. Wij hadden ons laten verleiden door de menulijst en wilden wat lekkers bestellen, maar dat feest ging mooi niet door omdat de stroom was uitgevallen. Later in de reis kondigde onze Cubaanse reisleider Yuri de stroomstoring aan door te melden dat er een BLACK OUT was. Wij zouden nog vaker te maken krijgen met BLACK OUTS gedurende de reis. Carlos Manuel de Céspedes, geboren in 1819 in Bayamo, was een groot voorvechter van vrijheid en gelijkheid en daarbij hoorde ook de afschaffing van de slavernij. ’s Middags hebben wij naar het luxe 5 sterren hotel ‘Santiago de Cuba’, gelegen aan de overkant van Hotel Las Américas, een lekkere pizza verorberd. Het is een mooi hotel, van de buitenkant een postmoderne blokkendoos, fel en bont gekleurd. Welnu ,om 18:30 uur had ik mijn eerste conga les bij profesor Giraldo Garrido Bergues. Ik ben erg tevreden over de kunsten van de profesor. Ik krijg 3 ritmes voorgeschoteld: Son, Son Montuno en Bolero. De volgende afspraak is dinsdagmorgen om 11:00 uur. Alexis, de bemiddelaar, wiens moeder in de Padre Picostraat woont, bracht ons te voet naar de profesor. ‘Just 5 blocks ahead’ zegt Alexis, maar in de tussentijd ben je een kwartier aan het lopen in de blakende zon en kom je druipnat aan bij de profesor. Onderweg naar de profesor vertelde Alexis dat hij 5 jaar in Riga had gewerkt (Riga is de hoofdstad van Letland en maakte tot 1991 deel uit van de Sovjetunie). Hij spreekt ook uitstekend engels. De Padre Pico is een fraaie trapstraat die de verbinding vormt tussen boven- en onderstad. ’s Avonds zijn wij gaan dansen in de beroemde Casa de la Trova. Deze trova is beroemd omdat hier velen hun carrière zijn begonnen. Op de CD ‘Grandes Exitos’ van wijlen Compay Segundo van Buena Vista Social Club zingt hij over de ‘Casa de la trova de Santiago’. Compay Segundo is in mijn ogen de beste zanger van de Buena Vista rakkers. Dinsdag 19 juli 2005. ’s Morgens 1 uur congales gevolgd bij de profesor. Ik kreeg er een nieuw ritme bij ‘El Pilón’. Daarna hebben wij het Museo de Ambiente Histórico Cubano bezocht. Het koloniale gebouw bestaande uit 2 verdiepingen in de Andalusische mudéjarstijl stamt uit 1522 en is daarmee het oudste huis van Cuba. De mudéjarstijl was de belangrijkste kunstvorm van de 11de tot de 15de eeuw en is ontstaan op het vasteland van Spanje en beïnvloed door Arabieren. Mudéjar komt van het Arabische woord mudaggan en betekent –moslims die aangemaand werden te blijven-. Vervolgens met de taxi inclusief humoristische chauffeur naar Castillo El Morro, ongeveer 10 km buiten Santiago de Cuba. Aan de oostkant van het smalle gedeelte van de baai werkte men sinds 1590 aan deze geometrische vesting ter bescherming van de baai, de stad en de haven. El Morro gold als een van de sterkste vestingen. Door UNESCO in de lijst met culturele erfgoederen opgenomen. Entoni spreekt uitstekend Spaans en vertaalde alles geduldig voor ons. ’s Middags een salsales gevolg bij het zwembad. ’s Avonds zijn wij met de groep gaan eten in “La Maison”. Het eten was goed. Daarna zijn wij gaan dansen in de dancing met live muziek gelegen naast het hotel. Op enig moment moest ik de illusionist assisteren. (waar ik eigenlijk niet zo happig op ben want je weet maar nooit!!) Voor ik het wist was ik mijn horloge kwijt. Ik had dat natuurlijk niet in de gaten. Naderhand kreeg ik het natuurlijk weer terug. Het jammere aan Santiago de Cuba was dat wij net iets te vroeg waren om het carnavalsfeest mee te maken. Misschien een andere keer. Woensdag 20 juli 2005 Onze reisroute is enigszins gewijzigd. De plaats Trinidad is getroffen door de hurricane Emily en krijgen te horen dat wij daar niet naartoe kunnen. Het alternatief is de plaats Camagüey. Onderweg zijn wij gestopt in de plaats Bayamo, gelegen aan de voet van de bosrijke Sierra Maestra. De stad wordt omringd door uitgestrekte rijstvelden. Bayamo is de hoofdstad van de provincie Granma en erfgename van de naam van het jacht waarmee Castro en zijn revolutionairen in 1956 op de Playa de las Coloradas aanlegden om de guerrillaoorlog tegen de dictatuur van Batista te beginnen. Bezienswaardigheid in Bayamo is de Iglesia San Salvador. Deze kerk is een van de oudste van Cuba. Vervolgen naar Casa de la Trova waar 2 wij genoten van vrolijke muziek, drankjes en cocktails. Er waren ook CD’s te koop van de band die er speelde. Op weg naar Camagüey kwamen we langs de Iglesia de la Caridad del Cobre waar de Virgin de la Caridad huist. Deze Virgin is door de vorige paus Benedictus tot patroonheilige van Cuba verklaard. Aankomst in Camagüey om ongeveer 17:00 uur in hotel Camagüey. Camagüey telt 300.000 inwoners. Deze stad werd, uit angst voor de groeiende stroom piraten, muskieten en moerassige omgeving naar het binnenland verplaatst, het lag eerst aan de noordkust, medio 1514. Veiligheidshalve ontwierpen de bewoners een doolhofachtig stratensysteem waardoor ter plaatse bekende mensen snel konden vluchten en piraten hopeloos verdwaalden. Ondanks de verplaatsing werd Camagüey nog verschillende malen door piraten bezocht en tweemaal vrijwel geheel vernietigd. Bezienswaardigheid is de Catedral uit 1530, meerdere malen vernietigd en weer opgebouwd. Compay Segundo heeft ook een liedje die over Camagüey gaat. ’s Avonds met een deel van de groep gaan uit eten in La Campana de Toledo, Spaans-creoolse gerechten. Donderdag 21 juli 2005 City tour door Camagüey te voet met Yuri als reisleider. Aansluitend zijn wij met z’n vieren gaan shoppen. (voor zover er wat te shoppen viel). Er is ook naar Nederland gebeld en gemaild. ’s Avonds zijn wij met een deel van de groep naar Casa de la Trova geweest en lekker salsa gedanst. Bij terugkomst was er in het hotel ook Cubaans cabaret gaande. Vrijdag 22 juli 2005 Overdag gewinkeld, ’s avonds naar het Cubaanse cabaret geweest bij het hotel en uiteraard salsa gedanst. Zaterdag 23 juli 2005 Op naar Santa Clara, Hotel Los Caneyes. Santa Clara is de hoofdstad van Villa Clara en telt 180.000 inwoners. Onderweg een pauzestop gemaakt in Ciego de Avila, er was wederom leuke muziek van een trovaband. Een danskoppel behorend bij de band dansten op een aparte manier, het leek een beetje op line-dancing met flamenco invloeden. Er werd uitgelegd dat het eerste nummer Zapateo heette. De mensen uit deze omgeving zijn nazaten van de Spanjaarden afkomstig van de Canarische Eilanden. Timba en reggaesalsa zijn de laatste nieuwe invloeden in de salsa muziek, met name voor de jeugd. Santa Clara is een agrarisch centrum. Op 31 december 1958 versloeg Ernesto Che Guevara met zijn rebellen de troepen van Batista waarmee de weg naar Havana open lag. Overal hoor je het ‘Che-lied’ Hasta Siempre Comandante van de trova Carlos Puebla. Hij heeft in dit lied Santa Clara vereeuwigd. Wij maakten een fotostop bij het bronzen beeld van Che en een fotostop aan de spoorweg waar het Monumento a la Toma del tren Blindado staat, een herinnering aan de aanval eind 1958 op de munitietrein van het Batistaleger, natuurlijk onder het bevel van Che. Wil je in de trein om e.e.a. te bekijken, moet je wel je beurs trekken. Het belangrijkste monument van de stad is het martiale Che Guevara Herdenkingsmonument op de Plaza de la Revolución. Onder het bronzen beeld de alom gekende tekst ‘Hasta la victoria siempre’ (op naar de overwinning, altijd). Aan de voorkant 3 van het monument is een tekst ingegraveerd in de tijd toen hij in de Sierra Maestra vocht. Wij gaan via het mausoleum het mooie museum binnen en bewonderen de talloze foto’s uit het leven van Che. In 1967 werd hij tijdens de guerrillastrijd in Bolivia neergeschoten. OP 13 juli 1997zijn de overblijfselen van ‘Che’ en zes van zijn kameraden met militaire eer bijgezet in het mausoleum te Santa Clara. (Deze arts uit Argentinië werd in 1928 geboren als Ernesto Guevara de la Serna. De bijnaam Che kreeg hij gedurende zijn verblijf in Guatemala. Hij was de belangrijkste ideoloog, die de opbouw van het socialisme en de verandering van het bewustzijn uit alle macht wilde doorzetten. Zijn droom was ‘de nieuwe mens’, die bewust van materiële zaken af zag, die onbaatzuchtig, solidair en revolutionair was. In 1965 ging het mis tussen Che en Castro vanwege economische onenigheden. Che ging vechten in de Kongo voor de wereldrevolutie). Che’s eerste vrouw woont nog steeds in Havana. Zij is van Peruaanse afkomst. Daarna is hij nog een keer getrouwd en kreeg 4 kinderen. Che was een charismatische man. ’s Middags namen wij met z’n vieren een taxi naar het centrum. Om in die taxi te rijden was een genot op zich. Er zat zowaar alleen een zitting in de auto, verder leek het op een sloopauto waar niks meer in zat, behalve de chauffeur dan. De auto moest ook nog worden aangeduwd om op gang te komen. Het was wel een leuke ervaring en wij hadden de slappe lach vanaf het begin- tot het eindpunt. ’s Avonds zijn wij nog gaan eten in een illegale paladares. Hiervoor werden wij door 2 jongens aangesproken. De jongen (Rafael) beloofde op ons te wachten en ons terug te brengen naar de zgn. hoofdstraat. Rafael heeft ons ook een beetje de sfeer laten proeven van de carnaval. Overal stonden er kraampjes met geroosterd varkensvlees aan het spit. Daar worden stukjes vlees van af gesneden en tussen het brood in gelegd. Dansende mensen op straat. Kindertjes genoten van de carrousels. Maar het echte carnaval was pas een dag later. Er lopen dan comparsa groepen (comparsas kun je vergelijken met Samba groepen uit Brazilië die in optochten lopen) op straat begeleid door dansers en danseressen. Dat stukje hebben wij helaas niet mogen meemaken. Dezelfde avond zouden er nog 3 bands optreden (waaronder Los Van Van) op het terrein waar het carnavalsfeest zich voltrok, maar op enig moment zijn wij naar huis gegaan. Rafael liet ons ook kennis maken met zijn enigszins verlegen vriendin. Op deze avond maakten wij kennis met de Reggaeton. De Cubaanse jeugd is er helemaal weg van. Een van de bekendste reggaeton zangers is Don Omar uit Puerto Rico. Zondag 24 juli 2005 Vandaag vertrekken wij naar Viñales, gelegen in de provincie Piñar del Rio. Viñales heeft een vlak, tropisch landschap onderbroken door mogotes, afgeronde bergen. De plaatselijke bevolking noemt de dichtbegroeide bergen die uit de rode aarde van het brede Viñalesdal oprijzen ‘olifantenruggen’. Wij zullen verblijven in Hotel La Ermita. Dit hotel biedt een grandioos uitzicht op het berglandschap. Onderweg maken wij een stop bij een Casa del Tabaco, waar de tabaksbladeren worden gedroogd ter verdere verwerking voor de fabrieken. ’s Avonds zijn wij met zijn vieren te voet in het donker het centrum ingelopen en werden uiteindelijk beloond met een leuke trovaband die aan het spelen waren in Bar El Viñalero, gelegen in de hoofdstraat van Viñales. De mensen stonden op het troittoir te dansen. Astrid en ik werden ten dans gevraagd door twee locals, maar aangezien de alcoholgeur van 4 de heren ons al spontaan op afstand tegemoet kwam sloegen wij deze dans af. Sorry guys!!!!! Maandag 25 juli 2005 Overdag gerelaxt bij het hotel en ’s avonds met z’n vieren gaan eten bij Casa de Don Tomas, een restaurant gespecialiseerd in Creoolse gerechten (cocina criolla). Het gerecht dat wij bestelden leek op een paella variant. Er speelde een leuke trova band die wij de avond ervoor ook al hadden zien spelen in Bar El Viñalero. Toevallig kwam de groep ook in hetzelfde restaurant eten. Nadat wij gegeten hadden zijn wij op een terrasje gaan zitten en genoten van de mojito’s en de Aqua minerales con of sin gas. Aansluitend zijn wij gaan dansen. Dezelfde trovaband speelde deze avond beter dan voorgaande avonden. Misschien wat meer mojito’s op? Vermeldenswaard is dat wijlen Polo Montañez in Piñar del Rio werd geboren. In 2005 is er ook een Centro Culturo Polo Montañez in het leven geroepen. Polo was een heel populaire zanger in Cuba, Mexico en vele Latijns Amerikaanse landen alsmede in Europa. Hij overleed tijdens een auto ongeluk in 2002. Hij werd pas op 44-jarige leeftijd ontdekt en heeft dus niet lang van zijn succes mogen genieten. Hij bezocht ook Europa waaronder Nederland en België in 2001. Zijn liedjes gingen vaak over het Cubaanse plattelandsleven. Zijn artiestennaam is een ode aan de bergen waar hij was geboren. Heel Cuba was in de rouw toen zij het bericht vernamen dat hij was overleden. Dinsdag 26 juli 2005 Wij vertrekken een dag eerder dan gepland naar Havana (Hotel Vedado, in de wijk Vedado) in verband met de vrije feestdag: de bestorming van de Moncada kazerne. De Moncada kazerne bevindt zich in Santiago de Cuba. Castro bestormde de kazerne met zijn companen ten tijde van de carnaval in Santiago vermomd, samen met andere rebellen. Maar hij werd opgepakt en verbannen naar Mexico waar hij Che leerde kennen. In 1956 kwamen ze samen terug naar Cuba. Wij vernamen dat Fidel vandaag een toespraak zou houden in een theater voor genodigden. Enkele deelnemers uit de groep waren geïnteresseerd om dit van dichtbij mee te maken. Maar dit bleek achteraf moeilijk realiseerbaar. Toen we Havana als het ware inreden, kwamen wij langs de duurste villawijk in Havana -Miramar-, alwaar de huizen er aanzienlijk beter uitzagen. De geruchten gaan dat Castro ook in deze wijk zou wonen. Who knows? ’s Middags zijn we met zijn vieren op zoek gegaan naar een cafetaria in de omgeving van het hotel. We hadden met zijn allen wel trek en vonden een leuke locatie. Alleen, de geserveerde broodjes hadden hun tijd gehad. De broodjes hadden in ieder geval de Revolutie overleefd, leek me zo. Harry ging nog in zijn eentje wandelen en kwam uit bij Coppelia. Coppelia is een ijspaleis en dankt zijn bekendheid aan de film Fresas y Chocolate (1994). Voor de toeristen wordt een andere prijs gehanteerd dan voor de locals. Ik neem aan dat de ijsjes wel hetzelfde zijn van samenstelling. ’s Avonds zijn we gaan eten in een van de vele restaurants van Hotel Nacional de Cuba. De pizzas zijn voortreffelijk. De tuin van Hotel Nacional is mooi aangelegd en je kunt er rustig in wandelen. Niet erg uitgestrekt maar wel mooi. 5 Woensdag 27 juli 2005 ’s Ochtends maakten wij een city tour van ongeveer 2 uur langs de belangrijkste gebouwen en plaatsen van Havana. Havana straalt een sfeer van vervlogen tijden uit. Grootste bron van inkomsten is het toerisme. Langs het Plaza de la Revolución met een reusachtig monument van Josí Martí. ’s Nachts is het gelaat van Che en zijn lijfspreuk ‘Hasta la victoria siempre’ op de muur van het ministerie van binnenlandse zaken verlicht. Het Plein van de Revolutie is het centrum van de macht op Cuba - hier worden de politiek en economie bepaald, hier zetelen de militairen. Jose Martí, geboren in 1853, is de belangrijkste nationale held van Cuba. Talrijke straten, monumenten en theaters zijn naar hem vernoemd. Al op 15-jarige leeftijd agiteerde deze idealist aan de hand van gedichten en andere geschriften tegen de koloniale regering. (Het lied Guantanamera is deels dor hem geschreven i.s.m. José Fernandez). De paus bezocht Havana in 1998 en hield een mis op deze plaza. Aan de overkant van de plaza staat ook het Teatro Nacional. We kwamen ook langs een grote shopping mall. Wij hebben vervolgens met de groep het oude centrum van Havana bezocht (te voet): - Plaza de la Catedral. Het hart van de oude stad en tevens een van de mooiste pleinen van heel Latijns-Amerika. Daarna door naar Hotel Ambos Mundos. Dit hotel was het logeeradres van de beroemde Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway, gelegen op de Calle Obispo (La Habana Vieja). Wij mochten ook een kijkje nemen op zijn kamer (room 511), je moest er wel voor betalen. Ernest Hemingway is natuurlijk geen onbekende. Hij stond vroeger vrijwel op iedere literatuurlijst van Engelse boeken op de middelbare scholen. Bekend van The Old man and the sea, waarvoor hij in 1954 de Nobelprijs ontving. Van hieruit naar Plaza de Armas. Het oudste plein van Havana. Onder de ceiba boom (Afrikaanse kapokboom, familie van de Baobab). Op deze plek werd Havana gesticht. Bij de boom staat ook de minitempel El Templete. Daarna door naar El Palacio del Conde de Santovenia, is nu omgetoverd tot een luxe hotel Santa Isabel. Castillo de la Real Fuerza, de oudste vesting uit de 16e eeuw. El Palacio de los Capitanes Generales: voormalige residentie van de Spaanse gouverneur in Cuba: nu een stedelijk museum. La Heredia: symbol of a spanish woman. ’s Avonds zijn wij met zijn vieren gaan eten in het zgn. pizzarestaurant van Hotel Nacional. Daarna zijn wij in de tuin gaan genieten met uitzicht op de Malecón en de zee erachter. Er kwam een leuke trovaband voor ons spelen. Tradionele son cubano bezetting: twee gitaren en een bongo, maracas en zang. Entoni regelde even vlug tussen neus en lippen door een bongoles voor mij. Dat vond ik een leuk gebaar van hem en hij kreeg ook een dikke kus op zijn wangen. Daarna hebben wij een live optreden mogen meemaken van the one and only Pio Leyva, een van van de Buena Vista Social Club jongens bij het zwembad van Hotel Nacional. Als je nagaat dat wij hem vier weken geleden ook al mochten bewonderen in Maastricht. Ditmaal zong hij een uur, terwijl hij in Maastricht maar een kwartiertje zong. Wij hebben in ieder geval genoten van dit optreden in zijn eigen geboorteland. Het was voor mij één van de highlights van de vakantie die ik niet gauw zal vergeten. Ik mocht ook nog met hem op de foto. Wauw!!!! Met Entoni en Astrid hadden wij afgesproken bij Casa de la Trova. Maar bij aankomst bleek deze gesloten en wisten wij op dat moment niet voor welk alternatief Entoni en Astrid hadden gekozen. Wij gingen met de chauffeur naar Casa de la Musica, maar de entree was pittig. Aangezien we op dat moment met een deel van de groep waren, besloten we toch maar huiswaarts te gaan. 6 Donderdag 28 juli 2005 El Catedral bezocht. Een eenvoudige kerk in barokstijl, dateert uit 1748. Daarna naar Casa de Chocolate. Hier kun je koude of warme chocolademelk drinken. Aansluitend alvast een kijkje gaan nemen in ons hotel. Wij hebben namelijk een verlenging geboekt in hotel Sevilla. Ziet er keurig uit. Wij hebben ook de Markt Artesania bezocht. ’s Avonds zijn wij met zijn allen gaan eten in een paladares langs de Malecón. Het lamsvlees smaakte goed, alsook het soepje vooraf. Aansluitend zijn wij met de groep naar een hotel gewandeld waar een damesband speelde op het dakterras. Aangezien niet iedereen gecharmeerd was van deze ambiance, besloot de rest van de groep wat anders te gaan doen. Vrijdag 29 juli 2005 Vandaag vertrekken wij naar de badplaats Varadero, 10.000 inwoners, hotel Aquazul,Varazul. Behalve zonnen en zwemmen heeft Varadero eigenlijk weinig te bieden. ’s Middags salsales bij het hotel.’s Avonds zijn wij gaan eten bij La Vicario. Goedkoop en het smaakt goed. In het hotel was er een cabaret voorstelling. Zaterdag 30 juli 2005 Wij hadden een scooter gehuurd en lekker getoerd. Er worden nog volop hotels gebouwd. ’s Middags salsales. ’s Avonds afscheidsdiner met de hele groep in het hotel. Daarna bij het zwembad gezamenlijk nog wat gedronken. De Cubanen van het hotel zorgden voor animatie. In dat opzicht lijkt het soms wel een beetje op Spanje. Zondag 31 juli 2005 ’s Morgens om 10:00 uur nog een laatste salsales. Daarna met de hele groep richting airport. Wij passeerden Matanzas, Boca de Camarioca. Yuri vertelde dat vanaf deze plaats 1000 Cubanen Cuba per boot verlieten. Velen stierven onderweg. Hetzelfde herhaalde zich nog eens in 1994.Hij vertelde ook dat er in de plaats Guanabacoa, waar wij langsreden, jaarlijks een groot Afro Cuban festival wordt gehouden, The Wemilere International Festival of African Roots (I’ll be back???) Wij namen afscheid van de hele groep en wensten hen een prettige terugreis naar Holanda. Wij vervolgende onze reis met Elfi, Yuri en chauffeur naar ons hotel in Havana. Hotel Sevilla is een prachtig hotel, het mooiste hotel van de hele reis. Toen het hotel in 1908 zijn deuren opende was het het meest luxueze hotel van Havana. Dit hotel ademt een Spaanse authentiek atmosfeer uit met Mudejar-elementen. In de patio speelde een band. Een van de beste tot nu toe. ’s Avonds gegeten in het Roof Garden restaurant van het hotel op de hoogste verdieping met uitzicht op Oud en Nieuw Havana. Daarna zijn wij gaan stappen in Habana Café (gevestigd in Hotel Melia Cohiba). Het Habana Café is een beetje te vergelijken met de Amerikaanse Hard Rock cafes. De ruimte is gedecoreerd met Amerikaanse classic cars, Chevys, Pontiacs en Buicks. Er hangen foto’s van Hemingway en veel pre- Revolutionary memorabilia. 7 Maandag 1 augustus 2005 Lekker, mini banaantjes als dessert bij het ontbijt. Ik had ze nog niet eerder geproefd op het heerlijke eiland Cuba. Bezienswaardigheden: Capitolio Nacional. Dit gebouw is zes meter hoger dan de originele versie in Washington. Gebouwd in 1929 en sinds 1960 is de academie van de wetenschappen hier gehuisvest. El Floridita. Bar in de modern-zakelijke stijl uit de jaren 20 van de 20ste eeuw. Hemingway was hier een stamgast en dronk steevast zijn lievelingsdrankje, de daiquiri cocktail. Links in de hoek staat een standbeeld van hem, in een pose zoals hij zijn drankjes dronk aan de bar. Vandaag hebben ook contact gemaakt met het koude kikkerlandje. Alles was oké. Om 17:00 uur naar Hotel Nacional voor de eerste bongoles. De leraar heet José Luis Sanchez Morales, bandlid van Constelación. De ritmes die ik aangeleerd krijg heten, Son en Bolero. Toen ik de ritmes te pakken had, speelden en zongen de overige bandleden spontaan mee. Fantantisch. Ik voelde me in de Zevende Hemel. Volgende afspraak: woensdag 3 augustus om 16:00 uur. ’s Avonds uitgeweest in dancing Oasis, dichtbij ons Hotel waar voornamelijk veel locals komen en enkele verdwaalde toeristen (zoals wij). Het was erg leuk en lekker gedanst. Uit ervaring weten wij nu dat als er salsanummers worden gedraaid, je niet al te lang moet wachten om te gaan dansen, want als eenmaal de reggaeton ingezet wordt, dan loop je de kans dat je tot sluitingstijd alleen maar die muziek nog hoort. Voordat wij naar Oasis gingen, zijn wij nog een drankje gaan drinken bij Hotel Inglaterra, op het dakterras. Er speelde een leuke band. Dinsdag 2 augustus 2005 Bezienswaardigheden: Museo Nacional de la Musica. Dit museum toont de geschiedenis van Cuba. Verzameling van oude draaitalfels alsook verschillende Afrikaanse instrumenten. Gesticht door antropoloog Fernandes Ortíz. Daarna door naar Museo de la Revolución. Is gehuisvest in het voormalig presidentieel paleis. Het documenteert de vrijheidsstrijd tot aan de revolutie in 1959. De bezoeker ziet levensgrote revolutionairen van plastic in een exact nagebootste Sierra Maestra, kalasjnikovs, schoenen, bebloede hemden en eetgerei van de revolutionairen alsook medische uitrusting van Che. Achter het museum staat het Memorial Granma. Het gaat om een motorboot waarmee Fidel vanuit Mexico met 84 geurillastrijders en wapens tot aan de zuidkust van Cuba aanlegde. Dit bootje werd door soldaten van dictator Batista ontdekt. Slechts 15 mannen ontkwamen aan de kogelregen. Vervolgens zijn wij naar Partagas tabakfabriek geweest. Onderweg naar de fabriek wordt je aangesproken door zgn. jinteros die proberen sigaren aan je te verkopen. De gids vertelde dat er 600 mensen werken in de fabriek en het gemiddelde salaris € 25,- per maand bedroeg. Fidel rookte de duurste sigaren de Cohiba. ’s Middags zijn wij nog een keertje naar Bodeguita del Medio geweest. Er hangen talloze foto’s van beroemdheden op in dit cafe annex restaurant. Van Errol Flynn, George Benson, Harry Bellafonte en Naomi Campbell. Harry heeft een mojito gedronken. Bij terugkomst in hotel Sevilla traden er drie bandjes op, één in de patio, één in het restaurant beneden en één in het Roofgarden restaurant. ’s Avonds naar het beste Italiaanse restaurant van Havana A Prado y Neptuno. Daarna naar onze vaste stamkroeg OASIS, was helaas gesloten. We maakten kennis met Henrique die aan ons zag dat we teleurgesteld waren dat onze stamkroeg gesloten was. Hij was bereid ons naar een andere dancing te brengen. Via enkele donkere steegjes kwamen we terecht bij een dancing waar veel locals en toeristen komen Zoals altijd was er live muziek. Deze dancing ligt schuin tegenover Casa de la Musica. Eenmaal binnen vertelde 8 Henrique dat hij vroeger bokser was geweest. Hij miste ook het kraakbeen in zijn neus. Die is dus als het ware kapotgeslagen tijdens het boksen. Hij zag er ook stevig uit. Woensdag 3 augustus 2005 Bezienswaardigheden voor vandaag: Café Taberna, ook wel genoemd El Rincón de Benny Moré. In dit café hangen talloze foto’s van Benny. Benny was de eerste bigband leider op *Mambo gebied. (zie bijlage) Er trad een conjuncto op à la Buena Vista Social Club. Een van de beste groepen tot nu toe. Ervaren spelers, die al hun hele leven muziek maken en met volle overgave spelen. De geserveerde cappuccino smaakte erg goed. Dit gebouw is vernoemd naar Juan Taberna, de eerste eigenaar en dit gebouw stamt uit 1772 en was het eerste café in Havana City. In 1999 werd het pand heropend met de sfeer uit de vijftiger jaren. Je kunt er ook cocktails krijgen. Vervolgens een mooi oud klooster bezocht met een kerk San Francisco de Asis. ’s Avonds afscheidsdiner in het Roofgarden restaurant: red snapper gegeten, was erg lekker en voor de laatste keer naar onze stamkroeg OASIS. Rond 03:00 uur gingen we terug naar het hotel. Donderdag 4 augustus 2005 Ontbijt hebben we maar overgeslagen, omdat we pas om 03:00 uur in bed lagen. Uitgecheckt om 11:45 uur. Cappuccino gedronken bij hotel Parque Central (Nederlands hotel, eigenaar van de Golden Tulips). Daarna naar het Italiaans restaurant A Prado y Neptuno. De chicken brochette, vergezeld met gebakken aardappelen en verse tijm over de brochette was uit de kunst!!!!! Om 16:15 uur met de taxi naar aeropuerto José Martí. CUBA ALGEMEEN Cuba is een muzikaal paradijs voor dansers, gitaristen, percussionisten en zangers, eigenlijk voor iedereen die Cubaanse muziek een warm hart toedraagt. Het overbekende lied Guantanamera is deels geschreven door de dichter José Martí. Het lied gaat over een vrouw (boerinnetje) uit Guantanamo. Economie De hotels en restaurants zijn allemaal eigendom van de staat. Officieel mogen Cubanen niet met toeristen in contact komen. Het gebeurt wel, zeker in Santiago de Cuba en Havana. In Varadero, gelegen langs de westkust van Cuba, wonen alleen Cubanen die in de hotels werken. De Cubaan verdient ongeveer € 25,- per maand. Ze hebben wel recht op gratis onderwijs, gratis medische zorg, voedselbonnen en zeer goedkope huur. Er is geen hongersnood. De toerist geeft per dag en Cubaans maandsalaris uit. Een arts verdient vaak minder dan een taxichauffeur uit Havana. Er zijn staatswinkels waar de lokale bevolking tegen Cubaanse pesos artikelen kunnen kopen (liever gezegd niet kunnen kopen, want de schappen zijn over het algemeen nagenoeg leeg) en de zgn. dollarwinkels waar je met convertibele pesos equivalent van de dollar terecht kunt (CUC). De Cubaanse peso is voor de Cubaan en de CUC voor de toerist. Met uitzondering van een enkele mercados: daar mogen ze geen deviezen aannemen. 9 Gerechten Moros y christianos. Is een bijgerecht bestaande uit witte rijst met zwarte bonen. Hoofdgerechten zijn over het algemeen: pollo ahumado (gerookte kip), cerdo asado (gebakken varkensvlees) of picadillo (rundvlees in plakjes) Nationaal drankje is de mojito. Mojito bestaat uit witte rum (3 jaar gerijpte rum) met limoensap, suiker, soda en veel ijs, gegarneerd met yerba buena (pepermuntsoort). 10 Bijlage muziek Son Son is één van de vele muziekstijlen die Cuba rijk is. De Son ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw in de oostelijke provincie van de Oriente. Er zitten elementen van de Spaanse cancion, Spaanse gitaar vermengd met Afrikaanse ritmes en percussieinstrumenten van oorsprong Yoruba (Nigeria). Karakteristiek voor de SON is een voorzanger, die via het refrein antwoord krijgt van de 2 andere zangers, ondersteund door de maracas (schudinstrument). Tot de instrumenten van de oorspronkelijke SON behoren bovendien de TRES, (soort gitaar met 3 dubbele snaren) en bongo’s (trommeltjes die tussen de knieën worden geklemd). De SON-CUBANO is een muziekstijl met beurtzang die voortkwam uit een combinatie van Spaanse harmonieën en Westafrikaanse ritmes. De huidige salsamuziek vloeit voornamelijk voort uit de Son muziek. Anderen beweren dat de salsa zich in New York verder ontwikkeld heeft en van daaruit is overgewaaid naar Europa. Salsa is een verzamelnaam van verschillende stijlen zoals bolero, danzon, cha cha cha, mambo, merengue, rumba, son en son montuno. Mambo De Mambo ontstond in de jaren veertig op Cuba en maakte daarna zijn verdere ontwikkeling door in de Verenigde Staten. De Mambo kwam weer in belangstelling door bioscoopfilms Dirty dancing en The Mambo Kings. De Mambo wordt ook wel eens verwisseld met de Cha Cha Cha. Benny More is een van de bekendste zangers uit die periode. Hij was ook bandleider en was ervoor verantwoordelijk dat de Cubaanse big band muziek internationale bekendheid verkreeg. Timba Timba is in Cuba ontstaan en is een grote mix van verschillende dansen en stijlen. Ook buiten Cuba. De belangrijkste wortels zijn son, rumba en jazz. Timba wordt gekenmerkt door agressiviteit en felheid van spelen. Timbamuzikanten zijn over het algemeen technisch zeer vaardig op hun instrument, waardoor het ook mogelijk is op een agressievere en snellere manier te spelen zonder fouten te maken. Rumba Rumba is een dans en muziekstijl uit Cuba. Het woord is afkomstig van het Spaanse rumbear dat feesten betekent. De komst van Afrikaanse slaven naar Cuba zorgde voor een mix van stijlen. De originele rumba was snel, erotisch met sensuele bewegingen van heupen, borst en schouders. De rumba legde daarmee de basis voor een aantal dansen zoals de son, bolero, calypso, cumbia en guaracha. De rumba werd ook lange tijd verboden op Cuba. Het werd gezien als een dans van de duivel. In 1920 kwam de rumba tot ontwikkeling in Amerika waar hij werd afgezwakt als klassieker onder de Latijns-Amerikaanse dansen. Voor de rumbamuziek worden sinds de jaren zestig ook Batá-trommen ingezet, de zgn. batá-rumba. 11