Studiefiche Academiejaar 2016-2017 Geologie: systeem Aarde (C002078) Cursusomvang (nominale waarden; effectieve waarden kunnen verschillen per opleiding) Studiepunten 5.0 Studietijd 128 u Contacturen 53.0 u Aanbodsessies en werkvormen in academiejaar 2016-2017 A (semester 2) hoorcollege 25.0 u practicum 20.0 u excursie 10.0 u Lesgevers in academiejaar 2016-2017 De Grave, Johan Louwye, Stephen WE13 WE13 Aangeboden in onderstaande opleidingen in 2016-2017 Bachelor of Science in de chemie Verantwoordelijk lesgever Medelesgever stptn 5 aanbodsessie A Onderwijstalen Nederlands Trefwoorden Systeem Aarde, ontstaan van de Aarde, kern- en manteldynamica, platentektoniek, evolutie van de Biosfeer, mineralen, gesteenten, delfstoffen, verwering, geologie van België Situering Het opleidingsonderdeel "Systeem Aarde, Geologie" brengt de studenten de beginselen aan van de werking van de planeet Aarde, waarin de interactie tussen haar componenten de geosfeer, de hydrosfeer, de atmosfeer en de biosfeer de leidende gedachte is. De structuur van de Aarde wordt in verband gebracht met zijn genese, en ze verklaart zijn werking. De grote stappen in de evolutie van het leven worden besproken. De opbouw van de aarde bestrijkt de mineralen, gesteenten, ertsen, hun verwering en het milieu. Een excursie brengt de student meteen in contact met de terreinrealiteit. Inhoud Ontstaan en werking van de aarde. Oorsprong van de Aarde en de Maan. De grote dynamische cellen van de Aarde en hun interactiesferen. Dynamica van kern en mantel. Platentektoniek. Samenstelling van de Aarde. Kristallografie en mineralogie. Vulkanisme, intrusies en magmatische petrologie. Verwering, sedimentaire processen en sedimentaire petrologie. Metamorfose en relatie tot platentektoniek; metamorfe petrologie. Gebergtevorming en de geologie van België. De geologische tijdsschaal: relatieve en absolute dateringen, regels van de stratigrafie en relatieve tijdschaal. Inleiding tot de biosfeerevolutie en paleontologie. Overzicht van de geologie van België, verband tussen landschap en substraat en tussen substraat en flora. Het Quartair en het relief. Nuttige delfstoffen in België. Vijf practica: • kristallografie en mineralogie • mineraalidentificatie • magmatische gesteenten • sedimentaire gesteenten • metamorfe gesteenten Eendaagse excursie: met aandacht voor gesteente- en mineralenherkenning, geologie van België, aanwezigheid van fossielen, en verband tussen het landschap en de ondergrond; bezochte plaatsen: Tubize, Quenast, Ronquières, Soignies, Harmignies en Mons (Goedgekeurd) 1 Begincompetenties De student heeft een basiskennis van de wetenschappen, op het peil van het hoger middelbaar onderwijs. Eindcompetenties 1 De student heeft een coherent beeld van de oorsprong, de structuur en de dynamica 1 van de hoofdcomponenten van de Aarde, en van de wijze waarop deze kennis tot 1 stand gekomen is. 2 Hij/zij heeft inzicht in de samenhang tussen de geologie en andere wetenschappen. 1 De fysica en chemie van kern, mantel en lithosfeer en de platentektoniek leggen de 1 basis van o.m. het vak paleobiogeografie. 3 De student heeft de groei en de revoluties in deze concepten kunnen volgen, 1 denktrajecten die de weg uitstippelen naar de ontdekkingen van de toekomst. 4 Hij/zij heeft kennis gemaakt met de evolutie van het leven, en weet hoe de grote 1 stappen in deze evolutie veelal geleid worden door processen en het ritme van de 1 Aarde. Dit legt de basis voor de vakken paleontologie, paleobiologie, evolutie en 1 paleoklimatologie. 5 De student heeft een algemeen inzicht in de geologische opbouw van België en 1 omgeving, waar de verschillende gesteentes voorkomen, het verband tussen 1 landschap en ondergrond en flora en ondergrond. 6 De student kent de oorzaken en resultaten op aarde van de vlugge 1 klimaatsschommelingen in het Quartair en het effect op de geologie van België. 7 De student heeft haar eerste geologische veldervaring achter de rug. 8 Hij/zij kent de voornaamste vroegere en huidige nuttige delfstoffen in België. Creditcontractvoorwaarde Toelating tot dit opleidingsonderdeel via creditcontract is mogelijk mits gunstige beoordeling van de competenties Examencontractvoorwaarde Dit opleidingsonderdeel kan niet via examencontract gevolgd worden Didactische werkvormen Excursie, hoorcollege, practicum Toelichtingen bij de didactische werkvormen Kost excursie: 7 euro Leermateriaal Syllabus, verspreid via MINERVA Referenties J.I. Lunine (1999) – Earth. Evolution of a Habitable World. Cambridge University Press. Vakinhoudelijke studiebegeleiding Interactieve begeleiding tijdens hoorcolleges en werkcolleges. Op het terrein: het ontwikkelen van vaardigheden om eigen waarnemingen te maken. Bijkomende uitleg door lesgevers op het terrein en op afspraak. Didactische werkvorm Evaluatiemomenten periodegebonden en niet-periodegebonden evaluatie Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de eerste examenperiode Schriftelijk examen met open vragen, schriftelijk examen met meerkeuzevragen Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de tweede examenperiode Schriftelijk examen met open vragen, schriftelijk examen met meerkeuzevragen Evaluatievormen bij niet-periodegebonden evaluatie Participatie, verslag Tweede examenkans in geval van niet-periodegebonden evaluatie Examen in de tweede examenperiode is mogelijk Toelichtingen bij de evaluatievormen Examen: schriftelijk Inhoud: toetsen van inzicht in de basisconcepten, en toepassing van kennis in concrete vraagstellingen. Niet-periodegebonden evaluatie: excursieverslag van 3-4 pagina’s af te geven enkele (Goedgekeurd) 2 dagen na de excursie (exacte datum wordt bekend gemaakt tijdens excursie). Eindscoreberekening 10% practische oefeningen (examen, schriftelijk) 85% theorie (examen, schriftelijk) 5% verslag (NPE) Cijfer voor niet-periodegebonden evaluatie overdraagbaar naar volgend studiejaar. (Goedgekeurd) 3