meerkeuzevragen misconcepten kracht en beweging jan 2010

advertisement
Kracht en Beweging – meerkeuzevragen
Maak een keuze en beargumenteer deze.
1.
Raket
Een raket beweegt met een bepaalde snelheid door de ruimte, ver van de aarde. Om de raket met deze snelheid
naar een verre ster te sturen moet je:
a. De raketmotor steeds even hard laten branden;
b. De raketmotor steeds zachter laten branden;
c. De raketmotor uitzetten.
2.
Ei-1
Een ei wordt omhoog gegooid.
Na het loslaten werkt de kracht van de worp:
a. Nog enkele meters door;
b. Nog een paar centimeter door;
c. Helemaal niet meer door.
Newton
3.
Ei-2
Op weg naar boven werkt op het ei…
a. een kracht naar boven;
b. een kracht naar beneden;
c. een kracht naar boven én een naar beneden.
d. helemaal geen kracht;
4.
Ei-3
Verwaarloos luchtwrijving. Op het hoogste punt van de worp is de netto kracht op het ei:
a. Een stuk groter dan direct na het loslaten;
b. even groot als direct na het loslaten;
c. Een stuk kleiner dan direct na het loslaten;
d. Nul.
5.
Ei-4
In de ruimte (ver van de aarde) kun je een ei:
a. Eindeloos hoog opgooien;
b. Ongeveer een kilometer hoog gooien;
c. Net zo hoog gooien als op aarde.
z.o.z.
Bu, februari 2010
Kracht en Beweging – meerkeuzevragen
Maak een keuze en beargumenteer deze.
6.
Blok
Je duwt een blok met constante
snelheid (situatie a) en laat het los,
waarna het blok nog even doorglijdt
(situatie b) tot het stilligt (situatie c).
Voor de grootte van de netto kracht op het blok in elke situatie geldt:
a. Fa > Fb > Fc = 0 ;
b.
c.
d.
e.
f.
Fb > Fa > Fc ;
Fa > Fc = Fb = 0 ;
Fa = Fc < Fb ;
Fa = Fc = Fb ;
0 = Fa = Fc < Fb .
7. Boeken-1
Jaap duwt een boek over de tafel naar rechts met een constante snelheid van 10 cm/s.
De netto kracht op het boek:
a. Wijst naar rechts;
b. Wijst naar links;
c. Is nul.
8. Boeken-2
Jaap duwt een boek over de tafel met een constante snelheid van 10 cm/s. Loes een ander boek met 30 cm/s.
Wat is waar?
a. Er werkt een grotere netto kracht op het boek van Jaap;
b. Er werkt een grotere netto kracht op het boek van Loes;
c. De netto kracht is hetzelfde bij beide boeken;
d. Antwoord onmogelijk zonder bekende massa’s.
9. Boeken-3
Jaap duwt zijn boek nu zo, dat elke seconde de snelheid met 1,0 cm/s toeneemt. De netto kracht op het boek…
a. neemt toe;
b. blijft constant;
c. neemt af;
d. is onduidelijk zonder extra info.
10. Boek(en)-4
De netto kracht op het geduwde boek is constant. Het boek:
a. Vertraagt;
b. beweegt met een constante snelheid;
c. Versnelt;
d. Beweegt, maar hoe is niet te bepalen zonder meer informatie.
EINDE
Bu, februari 2010
Download