Aktionsarten in het Russisch en in het Nederlands

advertisement
Universiteit Gent
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Academiejaar 2011-2012
Aktionsarten in het Russisch en in het Nederlands:
contrastief onderzoek naar de manieren waarop sommige
Russische Aktionsarten in de Nederlandse taal worden uitgedrukt
Verhandeling voorgelegd aan
de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
voor het verkrijgen van de graad van
Master in de Taal- en Letterkunde: Nederlands
Door Daria Soroka
Promotor: Prof. Dr. T. Colleman
Co-promotor: Prof. Dr. A. Yudin
Voorwoord
Nu het masteronderzoek uitgevoerd is en het eindresultaat op papier staat, wil ik graag
mensen bedanken die tijdens het onderzoek en het schrijfproces mij hebben geholpen.
Graag wil ik prof. dr. Aleksey Yudin bedanken voor het aanreiken van dit onderwerp.
Het hele studiejaar lang stond hij klaar om mij te helpen, mijn eindeloze vragen te
beantwoorden en een oplossing te zoeken voor twijfelgevallen.
Ik wil ook graag mijn promotor prof. dr. Timothy Colleman bedanken voor zijn
nuchtere kritiek, waardevolle adviezen en de tijd die hij besteed heeft aan het lezen van de
stukken uit deze scriptie.
Een bijzonder woord van dank gaat uit naar mijn ouders, Maxim Soroka en Elena
Soroka, die mij de kans hebben gegeven om aan de Universiteit Gent te studeren. Zonder hun
steun en liefde zal ik niets in mijn leven bereiken.
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................................................................................ 3
Hoofdstuk 1. Een overzicht van het aspect en Aktionsarten in de Slavische en
Germaanse talen ......................................................................................................................... 5
1.1 Het aspect en de aspectualiteit in de Slavische en Westerse traditie: aspect vs.
Aktionsart ............................................................................................................................... 5
1.1.1 Scheiding van het aspect en de Aktionsarten in het Russisch ....................... 6
1.1.2 Het aspect en de Aktionsart in de Germaanse talen. De aspectuele categorie
in het Nederlands .............................................................................................................. 11
1.2 Typen Aktionsarten in het Nederlands en in het Russisch. Overzicht van de
Aktionsarten, uitgekozen voor het onderzoek ...................................................................... 15
1.2.1 Aktionsarten in het Nederlands en middelen om die uit te drukken .............. 15
1.2.2 Russische Aktionsarten in het huidige onderzoek ......................................... 19
1.2.2.1 Diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) .......................... 20
1.2.2.2 Inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija) ............................. 23
1.2.2.3 Saturatieve Aktionsart (saturativnyj sposob dejstvija) ............................... 24
1.2.2.4 Completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj (kompletivnyj) sposob dejstvija) .. 26
Hoofdstuk 2. Opzet en methodologie van het onderzoek ............................................... 28
2.1 Afbakening van het onderzoeksveld en samenstelling van het corpus ................. 28
2.2 Algemene frequenties............................................................................................ 30
Hoofdstuk 3. De Russische Aktionsarten in het Nederlands: vertaalstrategieën ............ 33
3.1 Diminutieve Aktionsart ......................................................................................... 34
3.1.1 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt 34
3.1.2 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet
uitgedrukt .......................................................................................................................... 40
3.2 Inchoatieve Aktionsart .......................................................................................... 42
3.2.1 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt . 42
3.2.2 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet
uitgedrukt .......................................................................................................................... 57
3.3 Saturatieve Aktionsart ........................................................................................... 60
3.3.1 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt .. 60
3.3.2 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet
uitgedrukt .......................................................................................................................... 65
3.4 Completieve Aktionsart ........................................................................................ 67
1
3.4.1 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt 67
3.4.2 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet
uitgedrukt .......................................................................................................................... 72
3.5 Grove fouten in de vertaling ................................................................................. 74
Conclusie ......................................................................................................................... 77
Bibliografie ..................................................................................................................... 81
Bijlagen ........................................................................................................................... 85
2
Inleiding
Talen vergelijken is volgens mij één van de meest interessante en uitdagende opdrachten
waarmee de taalkundige zich bezig kan houden. Hoe meer de talen van elkaar afwijken, hoe
meer er valt te ontdekken. In deze scriptie richt ik me tot twee talen uit verschillende
taalgroepen: het Russisch en het Nederlands.
Één van de grootste verschillen tussen het Russisch en het Nederlands is te vinden in
het verbale systeem van beide talen wat grotendeels te maken heeft met het begrip “aspect” en
aan de aspectuele categorie verwante verschijnselen. De onbeantwoorde vragen en
onopgeloste problemen, verbonden met het aspect en de mate waarin deze categorie in de
Slavische en Germaanse talen wordt gepresenteerd, trekken al lang aandacht van de
taalkundigen over de hele wereld. Alle onderwerpen die betrekking hebben tot het gebied van
de aspectualteit lijken heel actueel te zijn. Zo bestaat er bij The Amsterdam Center for
Language and Communication (ACLC) een onderzoeksgroep die CSVA (Comparative Slavic
Verbal Aspect) heet en die zich tot de categorie “aspect” en daarmee verwante onderwerpen
richt. De CSVA onderzoeksgroep bestudeert met name de functionele variatie op het
aspectuele veld in verschillende Slavische talen en voert ook contrastief onderzoeken uit.
In dit vergelijkend onderzoek Russisch-Nederlands staat ook één van de verschijnselen
die tot het gebied van de aspectualiteit behoren, centraal: de Aktionsart. Op het vlak van het
contrastief onderzoek naar de Aktionsarten is het zeker geen pionierswerk. Hoe de
Aktionsarten die een werkwoordelijke categorie in de Slavische talen vormen, in anderen
talen worden gepresenteerd, heeft al een aantal linguïsten bestudeert, onder anderen Kotova
(2004, contrastief onderzoek Russisch-Chinees), Gaškova (2003, contrastief onderzoek
Russisch-Duits), Drenjasova (1991, contrastief onderzoek Russisch-Nederlands), Czochralski
(1994, contrastief onderzoek Pools-Nederlands). Met dit onderzoek hoop ik mijn eigen
bijdrage te leveren aan het bestuderen van de Aktionsarten in verschillende talen. Één van de
mogelijke onderzoekstrategieën die in deze masterscriptie wordt aangewend, is de Russische
romans en de Nederlandse vertalingen van deze romans als bron van het materiaal te
gebruiken. Ik zal dus de originele zinnen waarin de Russische werkwoorden die tot één of
andere Aktionsart behoren, met de vertaalde zinnen vergelijken. De centrale onderzoeksvraag
luidt: hoe worden sommige Aktionsarten die men in het Russisch vindt, bij de vertaling vanuit
het Russisch naar het Nederlands uitgedrukt?
In hoofdstuk één zullen het aspect en de Aktionsart vanuit twee gezichtshoeken
worden bekeken: de Germaanse en de Slavische visie op die categorieën. Ik zal een aantal
problemen die te maken hebben met het aspect en de Akionsart in kaart brengen en
3
belangrijke begrippen uit het aspectuele gebied toelichten. Bijzondere aandacht zal worden
besteed aan de manieren waarop de Aktionsarten in het Nederlands en in het Russisch worden
behandeld. Aan het eind van dat hoofdstuk zullen de kenmerken van de Russische
Aktionsarten die in dit onderzoek centraal staan in details worden besproken. In hoofdstuk
twee zal veel geciteerd worden. De Russische definities en de aangehaalde stukken uit
Sovjetgrammatica’s en Russische wetenschappelijke artikelen zijn voorzien van mijn eigen
vertaling naar het Nederlands. De oorspronkelijke Russische variant vindt men in de
voetnoten.
In hoofdstuk twee komen de opzet en de methodologie van het onderzoek aan bod.
Hier zal ik de keuze van de Russische Aktionsarten en de reden waarom ik bepaalde
Russische romans als bron van het onderzoeksmateriaal heb gekozen, verklaren. Dit
hoofdstuk omvat ook frequentiegegevens: er zal worden besproken hoeveel Russische
werkwoorden per Aktionsart de basis van het onderzoek hebben gevormd.
Hoofdstuk drie is gewijd aan de analyse van de verzamelde voorbeelden. In dit deel
van het onderzoek zal ik elk van de uitgekozen Aktionsarten apart bekijken waarbij de focus
zal worden gelegd op de vertaalstrategieën die de vertalers aanwenden bij de vertaling van de
Russische werkwoorden die tot één van de Aktionsarten behoren. De aangetroffen
voorbeelden zullen worden geclassificeerd naargelang de middelen waardoor de uitgekozen
Russische Aktionsarten in het Nederlands worden uitgedrukt. De in de loop van het
onderzoek onderscheiden middelen zullen worden geïllustreerd aan de hand van de meest
interessante voorbeelden.
4
Hoofdstuk 1. Een overzicht van het aspect en Aktionsarten in de Slavische
en Germaanse talen
1.1 Het aspect en de aspectualiteit in de Slavische en Westerse traditie: aspect vs.
Aktionsart
Het aspect is een zeer complex fenomeen dat veel discussies in de taalkundige kringen
veroorzaakt. Wat is aspect? Bestaat deze categorie alleen in de Slavische talen of niet? Hoe
wordt het aspect in de Westerse talen gepresenteerd? Dit zijn de cruciale vragen waarop
taalkundigen allang een antwoord proberen te geven en waarover ze, zo te zien, nauwelijks
een overeenstemming bereikt hebben. Het onderzoek naar het aspect is al een paar eeuwen
geleden begonnen (Mlynarczyk 2004: 33), maar vooral vanaf de 20ste eeuw kreeg het aspect
en andere verschijnselen die betrekking hebben tot deze werkwoordelijke categorie,
bijzondere aandacht van de Slavische en Westerse linguïsten die een duidelijkheid probeerden
te brengen in een nogal chaotisch beeld van aspectuele systeem in de Slavische en Westerse
talen (zie daarover Mlynarczyk 2004: hoofdstuk 2; Lloyd 1979: 1-14; Belošapkova 2008: 6).
Hoewel er gemeenschappelijke tendensen in de twee benaderingen plaats hebben
gevonden, lopen de Westerse en Slavische tradities al een geruime tijd uiteen wat te wijten is
aan het verschil in de richting van het onderzoek en de aard van de ontdekkingen op het
onderzoeksveld (Mlynarczyk 2004: 33, 67-68). Volgens Kortmann (1991: 9) hebben de
pogingen van de taalkundigen om een doorzichtig systeem op te bouwen tot geen succes
geleid. Hij beweert dat er nog steeds onduidelijkheden zijn op het terminologische vlak. In het
bijzonder verschillen de meningen over de verhouding tussen drie verwante categorieën:
tempus, aspect en Aktionsart (Kortman 1991: 9). Op dit probleem en ook op het de algemene
“wanorde t.o.v. het gebruik van begrippen en termen” in de aspectologie wijst ook
Czochralski (1994: 75). Bovendien, in The World Atlas of Language structures (The WALS
Online) is het gebrek aan de consistente terminologie met betrekking tot het aspect ook ter
spraken gebracht waarbij de klemtoon op de afbakening van twee aspectuele domeinen ligt:
In some research traditions, the term “aspect” is used to refer to a wide domain of
phenomena, including many that are not manifested as grammatical distinctions (cf. for
instance Verkuyl (1971), Tenny (1994)). Others make a strict distinction between aspect
as a grammatical phenomenon and “Aktionsart” as pertaining to lexical or purely
notional (semantic) categories (this tradition goes back to Agrell (1908)). (the WALS
Online: inleiding tot de hoofdstukken 65-68)
5
Het verschil tussen het aspect en de Aktionsart is een twistpunt binnen de aspectologie
geworden, een gebied waarover er geen gemeenschappelijke opvatting bestaat zowel in de
Westerse als in de Slavische traditie. Als een doorbraak die allerlei discussies in de toekomst
heeft veroorzaakt, wordt het werk van Sigurd Agrell (1908) beschouwd (Lloyd 1979: 8;
Mlynarczyk 2004: 36, 67). Agrell bestudeerde Poolse werkwoorden en wist het aspect en
Aktionsart op basis van het Pools van elkaar te scheiden door het aspect als een puur
grammaticale categorie te bepalen en de Aktionsart als een lexicaal verschijnsel te
introduceren (the WALS Online: inleiding tot hoofdstukken 65-68; Mlynarczyk 2004: 36).
Deze ontdekking heeft in grote mate de verdere ontwikkeling in de Slavische en Westerse
aspectologie beïnvloed. Volgens Mlynarczyk (2004: 44) heeft het onderzoek van Agrell
aanleiding gegeven tot twee fundamentele benaderingen van het aspect: in de Westerse
traditie wordt het aspect beschouwd als een abstract systeem dat op een verschillende manier
in verschillende talen kan worden gerealiseerd, terwijl in de Slavische traditie voorkeur wordt
gegeven aan de visie op het aspect als een nauwere, morfologische categorie.
In deze scriptie zullen we niet diep ingaan op de problematische vragen en discussies
rond het aspect. De grootste aandacht wordt besteed aan de momenten die relevant zijn voor
dit vergelijkende onderzoek waarin het verschil in de Russische en Nederlandse verbale
systemen een cruciale rol speelt. In de volgende subsecties zullen we ons concentreren op de
vraag hoe de oppositie van het aspect versus Aktionsarten in de Slavische en Germaanse talen
(op de eerste plaats in het Russisch en in het Nederlands) behandeld wordt, waarbij de nadruk
zal leggen op de verschillen in de toepassing van die termen op de twee taalgroepen.
1.1.1
Scheiding van het aspect en de Aktionsarten in het Russisch
Zoals alle andere Slavische talen beschikt het Russisch over een ontwikkeld aspectsysteem
(Holvoet 1994: 131) waarin de categorie “aspect” duidelijk afgebakend is van andere
aspectuele verschijnselen. Het Slavische aspect of de zogenoemde vid in het Russisch wordt
traditioneel gezien als een grammaticale categorie die met behulp van allerlei grammaticale
middelen wordt uitgedrukt (Zaliznjak, Vid z. j.: 11). Het duurde echter lang totdat het
Russische aspect, een aparte grammaticale status kreeg. In de 17de eeuw werd het nog
beschowd als een onlosmakelijk deel van het tempussysteem, en pas in 1827 heeft Nikolaj
Creč het aspect (de vid) van de temporele categorie onderscheiden (Mlynarczyk 2004: 35).
1
In de Online encyclopedie Krugosvet worden twee artikelen (Vid en Sposob dejstvija ) van een bekende taalkundige Anna
Zaliznjak gepubliceerd. In deze scriptie wordt vaak naar deze theoretische bronnen verwezen zonder aanduiding van het jaar
van de publicatie, aangezien het niet op de website wordt vermeld. Echter wordt er telkens aangeduid uit welke van de twee
artikelen de informatie komt.
6
Maar toen was er nog geen sprake van de huidige binaire aspectoppositie. Het idee over de
tweedeligheid van de vid kwam tot stand in het begin van de 20ste eeuw en werd door het
grootste deel van de Russische taalkundige aangenomen (Belošapkova 2008: 6).
In de loop van de afgelopen eeuw hebben de Sovjet-aspectologen een grondig
onderzoek naar het aspect uitgevoerd en een aantal definities van het aspect voorgesteld.
Bijvoorbeeld, Bondarko formuleert één van de traditionele definities van de categorie vid die
Šeljakin (1983: 14) in zijn boek als voorbeeld geeft:
Het werkwoordelijke aspect is een grammaticale categorie die het verschil in de visies
op het verloop van de handeling aanduidt en die uitgedrukt wordt door middel van
tegenovergestelde grammaticale vormen van soveršennyj en nesoveršennyj vid 1.
(Bondarko geciteerd in Šeljakin 1983: 14)
In die definitie komt de binaire oppositie tussen de twee vormen van het aspect aan bod
die onderscheiden worden op basis van hoe de handeling zich in de tijd voltrekt: soveršennyj
en nesoveršennyj vid. Volgens de verklaring van Šeljakin (1983: 6) verwijst nesoveršennyj
vid naar een handeling die duurt of zich herhaalt en niet voltooid wordt, terwijl soveršennyj
vid naar een handeling verwijst die als één geheel gezien wordt omdat het alle stadia van zijn
ontwikkeling heeft doorgemaakt en een bepaalde grens heeft bereikt: het eindpunt of een
zeker resultaat. Westerse taalkundigen, o. a. van Wijk (1928), Droste (1958), de Vooys
(1967), Lloyd (1979), maken gebruik van de termen “perfectief” en “imperfectief” aspect (of
werkwoordelijke vorm) respectievelijk om de twee vormen van het Russische aspect te
onderscheiden. In het vervolg zullen we ook deze terminologie gebruiken.
De beschrijving van de betekenissen van de twee vormen van het aspect wordt op
verschillende manier geformuleerd. De definitie van Bondarko (in Šeljakin 1983: 6) is maar
één van de mogelijke varianten die in de literatuur over het onderwerp bestaan.
Rachmankulova (2004: 3-5) beweert dat er nog geen unanimiteit onder de Russische en
buitenlandse aspectologen bereikt is over de vraag wat de categorie “aspect” in de Slavische
talen precies inhoudt en met welke criteria moet men rekening houden bij het onderscheid van
de twee vormen van het aspect. Bovendien, aan de Russische aspectoppositie worden er
behalve algemene betekenissen ook allerlei specifieke bijbetekenissen toegeschreven (zie
daarover Zaliznjak, Vid z. j.: 2-3).
De definitie van het Russische aspect kent dus verschillende formuleringen, maar het
wordt echter niet betwijfeld dat het aspect een obligatorische grammaticale categorie is in alle
1
Глагольный вид – это грамматическая категория, обозначающая различия в представлении протекания действия и
находящая выражение в системе противопоставленных друг другу грамматических форм совершенного и
несовершенного вида. (Bondarko geciteerd in Šeljakin 1983: 14)
7
Slavische talen, onder andere het Russisch. Ieder Russisch werkwoord heeft een “aspectuele
tweeling”, zoals Mlynarczyk (2004: 201) het tweede werkwoord in de aspectoppositie noemt,
en samen vormen ze een aspectueel paar. Van imperfectieve werkwoorden kan men
perfectieve equivalenten maken en omgekeerd waarbij twee mechanismen - prefigering en/of
suffigering – plaats vinden, bijvoorbeeld: pet’(imperf.) - spet’ (perf.), perepisat’ (perf.) –
perepisyvat’ (imperf.). De werkwoorden in het aspectuele paar kunnen worden gevormd uit
één en dezelfde stam, maar er kan ook een klankwisseling in de wortel optreden: brat’
(imperf.) - vzjat’ (perf.), klast’ (imperf.) - položit’ (perf.).
Volgens Holvoet (1994: 132), één van de bijzonderheden van het aspectsysteem in het
Slavisch (dus, ook in het Russisch) is dat een werkwoord zijn aspect in alle vormen (infinitief,
deelwoord ets.) bewaart onafhankelijk van de tempusdeixis. Opmerkelijk is dat bij de
vorming van een aspectueel paar de semantische invulling van het werkwoord onveranderd
blijft (zie Mlynarczyk 2004: 46). Er treedt alleen een verschuiving van de gezichtshoek op
waaruit het verloop van de handeling in de tijd wordt waargenomen. Die verschuiving wordt
door de aspectologen (o. a. Zaliznjak z.j.; Isačenko 1960) als een onderlinge semantische
oppositie tussen twee vormen van het aspect bepaald: een van het werkwoorden in het
aspectuele paar beschikt over een eigenschap (bijvoorbeeld, voltooidheid) en het andere niet.
De veranderingen doen zich dus voor alleen op het grammaticale niveau, en in feite hebben
twee werkwoorden uit een aspectuele paar dezelfde betekenis. Dat is een belangrijk kenmerk
dat een cruciale rol speelt in de scheiding van het aspect en een andere aspectuele categorie,
de Aktionsart.
Zoals Belošapkova (2008: 6) opmerkt, toen het Russische aspect als een grammaticale
categorie met binaire oppositie werd onderscheiden, ontstond er een behoefte om andere
aspectuele verschijnselen die buiten deze categorie vallen, te benoemen en te interpreteren.
Agrell heeft al in het begin van de 20ste eeuw de eerste stap in die richting gemaakt door een
aparte, bredere categorie af te bakenen – de Aktionsart. Onder Aktionsarten verstond Agrell:
(…) semantische functies van de verbale composita [werkwoorden afgeleid door
prefixen] (zowel simplicia als afleidingen door suffixen) die aanduiden hoe de
handeling zich precies voltrekt, die de aard van wijze van de uitvoering van handeling
markeren. (Agrell geciteerd in Isačenko (1960: 211) 1
1
Hier geven we eigen vertaling van de oorspronkelijke definitie in het Duits. De Russische vertaling van Isačenko (1960:
211): “ (…) семантические функции приставочных глаголов (а также некоторых бесприставочных глаголов и
суффиксальных образований), уточняющие, как именно совершается действие, отмечающие способ выполнения
этого действия”.
8
Op die manier benadrukt Agrell dat de Aktionsart, in tegenstelling tot het aspect, een
lexicale categorie is: er vindt een modificatie in de betekenis van het oorspronkelijke
werkwoord plaats bij de vorming van een nieuw werkwoord door middel van een prefix en
soms ook een suffix (Mlynarczyk 2004: 46). Deze indeling van Agrell en de door hem
voorgestelde interpretatie van beide categorieën op basis van Poolse werkwoorden, namen de
Sovjet-aspectologen over om gelijkaardige verschijnselen in het Russisch te verklaren
(Belošapkova 2008: 6). In plaats van de Germaanse term “Aktionsarten” worden er Russische
synoniemen gebruikt – sposoby (glagol’nogo) dejstvija (zie o.a. Zaliznjak z.j.; Šeljakin 1982;
Russkaja Grammatica 1980 etc.) of soveršajemosti (bij Isačenko 1960)1.
De visie op de notie “Aktionsart” in de Sovjettraditie evolueerde in de loop van de
afgelopen eeuw. Uiteindelijk ontstonden er twee benaderingen die zich in de moderne
Russische taalkunde hebben bevestigd en vaak in de werken over Aktionsarten ter discussie
worden gesteld (zie Šeljakin 1982; Isačenko 1960; Gorbov 1998). De eerste, ruimere visie
werd voor het eerst door een bekende Russische aspectoloog Maslov voorgesteld en komt op
het volgende neer (Isačenko 1960: 215-216): Aktionsarten zijn “specifieke eigenschappen van
de lexicale betekenis van allerlei werkwoorden” die het karakter van het verloop van de
handeling bepalen en niet per se met behulp van formele woordvormingsmiddelen moeten
worden uitgedrukt. Volgens deze benadering is de Aktionsart een algemene lexicale categorie
waaronder zowel afgeleide (gemarkeerde) of niet afgeleide werkwoorden vallen (Šeljakin
1982: 24).
De tweede, engere visie sluit heel dicht aan bij de definitie van Agrell en klinkt als
volg:
Sposob dejstvija [Aktionsart] is een resultaat van een bepaalde semantische modificatie
van een oorspronkelijk werkwoord die uitgedrukt wordt met behulp van formele
middelen – prefixen of suffixen2. (Zaliznjak, Vid z.j.: 1)
Uit deze definitie blijkt dat de aanhangers van de tweede visie (Isačenko 1960;
Zaliznjak z.j.; Russkaja Grammatica 1980 etc.) de Aktionsart beschouwen als een puur
woordvormingscategorie die enkel afgeleide werkwoorden bevat. Prefixen en/of suffixen,
toegevoegd bij de vorming van een werkwoord dat tot één of andere Aktionsart behoort,
zorgen voor de betekenismodificatie. Afhankelijk van het karakter van deze semantische
1
In deze scriptie zullen we de term “Aktionsart” gebruiken in de meeste gevallen waar het over de Russische sposoby
dejstvija gaat.
2
Способ действия есть результат определенной семантической модификации исходного глагола, которая
выражается формальными средствами – приставками и суффиксами. (Zaliznjak, Vid z.j.: 1)
9
verschuiving (bijvoorbeeld verschuiving ten opzichte van het resultaat of de duur van de
handeling) worden er verschillende groepen werkwoorden gevormd waarover verderop meer
zal worden verteld.
In deze scriptie wordt het standpunt van de aanhangers van de engere visie op
Aktionsarten ingenomen, omdat het, naar mij mening, een aantal voordelen heeft die voor het
huidige onderzoek van belang zijn. Ten eerste is het makkelijker afgeleide werkwoorden in
een tekst te onderscheiden en een lijst van de aangetroffen werkwoorden op te stellen
aangezien ze volgens een bepaald woordvormingsprocédé worden geproduceerd. Gewone
werkwoorden (simplicia) zijn moeilijker te categoriseren. Ten tweede worden de typen
Aktionsarten met afgeleide werkwoorden heel goed in de theoretische literatuur
gepresenteerd, en het is handig de beschrijvingen van één of andere groep werkwoorden bij de
analyse te gebruiken.
Behalve de onenigheid in de definities van de Aktionsart, bestaat er ook een
meningsverschil over de vraag: welke relatie is er tussen de Aktionsart en het aspect in het
Russisch? De meeste taalkundigen stellen vast dat die twee aspectuele categorieën nauw met
elkaar verbonden zijn (zie Russkaja grammatica 1980: 596; Zaliznjak, Sbosob dejstvija z.j.: 1;
Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka 1970: 346), en daarom lijkt de
grens tussen hen heel vaag ondanks het feit dat het aspect een grammaticale categorie is, en de
Aktionsart een lexicaal verschijnsel. Zowel het aspect als de Aktionsarten hebben immers te
maken met het verloop van de handeling en de vorming van nieuwe werkwoorden. Sterker
nog, één en hetzelfde werkwoord kan een lid van een aspectueel paar zijn en, tegelijkertijd,
een bepaalde Aktionsart vertegenwoordigen, bijvoorbeeld: begat’ (imperf.) - otbegat’ (perf.,
finitieve Aktionsart). Binnen één Aktionsart kan ook een aspectoppositie ontstaan: zapet’
(perf., inchoatieve Aktionsart) – zapevat’ (imperf., inchoatieve Aktionsart), hoewel Isačenko
(1960: 217) beweert dat zulke paren buiten het domein van de Aktionsarten vallen.
Een van de meest populaire theorieën die ontstaan zijn om het verschil tussen het
aspect en de Aktionsart te verklaren, is het idee over de subjectieve aard van de vid (het
aspect) en de objectieve aard van de Aktionsarten (Balin & Il’kiv 1983: 3). Het aspect is
subjectief omdat het de visie van de spreker op de handeling weergeeft, terwijl de
Aktionsarten verschillende specifieke kenmerken van de handeling zelf uitdrukken ten
opzichte van het verloop van de handeling en daarom objectief zijn.
De notie “aspectualiteit”, geïntroduceerd in het Russisch door Bondarko (zie daarover
Šeljakin 1983: 12-13), dient de twee categorieën samen te brengen en, tegelijkertijd, van
elkaar te scheiden: aspectualiteit is een functioneel-semantisch veld waarin het aspect een
morfologisch kern vormt en de Aktionsart in de periferie optreedt als een lexicale categorie.
10
We zullen verder niet ingaan op de discussies rond de problematische relaties tussen
het aspect en de Aktionsart in het Russisch. In deze scriptie zullen we de opvatting volgen die
volgens Zaliznjak (Sposob dejstvija z.j.: 1) tegenwoordig de meest verspreide is, namelijk dat
die twee categorieën tot één aspectueel domein behoren en elkaar aanvullen, maar het aspect
is een grammaticale obligatorische categorie, en de Aktionsart - een niet obligatorische,
woordvormingscategorie waarbij de toevoeging van prefixen of soms ook suffixen een
betekenismodificatie veroorzaakt.
1.1.2 Het aspect en de Aktionsart in de Germaanse talen. De aspectuele categorie in het
Nederlands
Het onderzoek naar het aspect in de Slavische talen heeft de specialisten op het gebied van de
Germaanse talen gestimuleerd om gelijkaardige onderzoeken in de Germaanse talen uit te
voeren en na te gaan hoe het aspect daar wordt gepresenteerd (Rachmankulova 2004: 6). Zo,
aan het eind van de 19de eeuw heeft Streitberg voor het eerst geprobeerd een direct verband
tussen de Slavische en Germanse talen op het gebied van het aspect aan te duiden. Naar
analogie met de Slavische categorie heeft Streitberg in het Gotisch een imperfectief en
perfectief aspect onderscheiden waarbij hij benadrukt heeft dat het perfectief aspect met
behulp van Gotische prefixen, met name ga-, wordt geproduceerd (Rachmankulova 2004: 8;
Lloyd 1979: 7). Lloyd (1979: 7-8) en Mlynarczyk (2004: 39) merken op dat er zowel
voorstanders van de visie van Streitberg zijn als tegenstanders die zijn werk, en vooral de
neiging om het Slavisch aspect te generaliseren, heftig bekritiseren. Volgens Rachmankulova
(2004: 7), bijvoorbeeld, zijn de categorieën die Streitberg onderscheidt meer van lexicale dan
van grammaticale aard.
In de loop der tijd kwamen de taalkundigen tot het besef dat het een verkeerd pad is
het Slavische concept “aspect” in de Germaanse talen toe te passen. Brugmann, een tijdgenoot
van Streitberg, heeft al in het begin van de 20ste eeuw een uitgebreide en minder rechtlijnig
met het Slavisch aspect verbonden classificatie van manieren van acties geïntroduceerd
(Mlynarczyk 2004: 40). Het werk van Agrell heeft natuurlijk ook een grote bijdrage aan de
ontwikkeling van de visie op het aspect in de Germaanse talen geleverd, en tegelijkertijd een
nieuwe golf van discussies over een aanwezigheid van deze categorie in andere talen behalve
de Slavische groep (zie daarover Mlynarczyk 2004: 41-43). Uiteindelijk kwam men tot een
definitieve conclusie, die in het artikel van Droste (1958) expliciet wordt uitgedrukt: het
aspect, zoals het in de Slavische talen wordt gepresenteerd, een verplichte grammaticale
categorie die in alle werkwoorden aanwezig is, biedt “nauwelijks een parallel (...) in de
Germaanse talen” (Droste 1958: 218). Niettemin wordt de aanwezigheid van soortgelijke
11
aspectuele betekenissen in deze groep talen tegenwoordig niet betwijfeld, hoewel in de
Germaanse traditie, zoals Mlynarczyk (2004: 44) samenvat, deze verschijnselen eerst en
vooral een semantisch karakter hebben.
Hoewel er in het begin van de 20ste eeuw een zekere onduidelijkheid in de
terminologie heerste, en de termen “aspect” en “Aktionsart” door elkaar gebruikt werden,
waarop van Wijk (1928) wijst, is er uiteindelijk de notie “Aktionsart” in de Germaanse
traditie ingeworteld om allerlei aspectuele betekenissen (“kinds of actions” zoals Mlynarczyk
(2004: 55) die noemt of “aspect-like meanings” bij Shannon (1989: 254)) te benoemen. Als
men een woord “aspect” met betrekking tot één of andere Germaanse taal gebruikt, dan wordt
er een ruimere categorie bedoeld dan het Slavisch aspect zelf. Volgens Zaliznjak (Vid, z.j.: 1)
is het aspect in dit geval “een categorie die universeel is en die door één of andere middelen
(lexicale, woordvormingsmiddelen etc.) in allerlei talen in de wereld wordt uitgedrukt”1.
Hetzelfde meent Mlynarczyk (2004) als ze over de term “Aktionsart” in de Germaanse traditie
praat: “Aktionsart was treated as something that could be expressed in a variety of ways, such
as by verbal lexical semantics, by formal means (morphology of syntax), or by tenses or
explicit tense markers (perfect).” (Mlynarczyk 2004: 55)
Deze invulling van de notie “aspect” (of wat eigenlijk vaak onder de Germaanse term
“Aktionsart” wordt verstaan) sluit dicht aan bij het verzamelbegrip “aspectualiteit” van
Bondarko (zie paragraaf 1.1.1.) waarin de Aktionsart als een semantisch verschijnsel op het
aspectuele veld optreedt. Het is waarschijnlijk niet toevallig dat er gebruik wordt gemaakt van
de notie “aspectualiteit” in de elektronische ANS (E-ANS, paragraaf 30.1). In deze
grammatica gaat het over aspectuele verschijnselen in het Nederlands die op het niveau van
de zin plaats vinden. Volgens de ANS zegt de aspectualiteit “iets over de manier waarop de
situatie in de tijd begrensd is en de manier waarop het verloopt”. Er worden aspectuele
klassen, genoemd “aspecten”, onderscheiden ten opzichte van de begrenzing in de tijd:
terminatief (perfectief), duratief (imperfectief), puntgebeurens en eindpuntgebeurens
(subklassen van terminatief aspect), activiteiten en toestanden (subklassen van duratief
aspect), en ook inchoatieve en resultatieve zinnen als aparte categorieën (paragraaf 30.1).
Het is duidelijk dat het begrip “aspect” zoals het in de elektronische ANS wordt
gepresenteerd iets totaal anders is dan in het Russisch: geen werkwoordelijke categorie, maar
een syntactisch-semantisch verschijnsel op het zinsniveau dat de visie op de situatie weergeeft
en met behulp van allerlei hulpmiddelen (groepsvormende werkwoorden, bijwoorden etc.)
1
Различают вид в широком смысле (…), т.е. вид как понятийную категорию, которая имеет универсальный
характер и выражается теми или иными средствами (лексическими, словообразовательными и др.) в самых разных
языках мира (…). (Zaliznjak,Vid z.j.: 1)
12
wordt uitgedrukt. Het valt op dat de aspectuele klassen, opgesomd in de elektronische ANS,
eerder wijze van de handeling weergeven en in dit opzicht gelijkenis vertonen met sommige
typen Aktionsarten in het Russische verbale systeem (bijvoorbeeld de inchoativieve
Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija), de resultatieve Aktionsart (rezul’tativnyj sposob
dejstvija) etc.)
In de elektronische ANS wordt ook benadrukt dat werkwoordsvormen in het
Nederlands een aspectuele functie kunnen dragen aangezien er een verschil is tussen
voltooide (bijvoorbeeld, het perfectum) en onvoltooide (bijvoorbeeld, het imperfectum)
werkwoordstijden dat de aspectualiteit van de zin beïnvloedt: “Met behulp van
werkwoordstijden kunnen we aangeven dat de werking nog niet voltooid is (duratief aspect),
of juist wel (terminatief aspect).” (de E-ANS, paragraaf 2.4.8.2.ii)
Alex Holvoet (1994), die een contrastief onderzoek naar de aspectcategorie in het
Nederlands in vergelijking met het Pools heeft uitgevoerd, stelt ook vast dat de functie van
sommige werkwoordelijke vormen als aspectueel kan worden beschouwd, maar hij voegt
eraan toe dat het slechts in bepaalde gebruikswijzen van “samengestelde (voltooide) tijden”
(bijvoorbeeld, het perfectum) plaats vindt (Holvoet 1994: 133). Holvoet (2004: 133) noemt
onder andere een paar “gegrammaticaliseerde constructies” in het Nederlands zoals [aan het +
infinitief] of [zitten/liggen/ staan te + infinitief] die ook een aspectuele functie vervullen.
Echter merkt deze taalkundige nadrukkelijk op dat tempusvormen van een Nederlands
werkwoord niet helemaal met de Slavische aspectoppositie overeenstemmen, aangezien ze
bijvoorbeeld elkaar niet in alle contexten kunnen vervangen.
Sommige linguïsten, bijvoorbeeld Droste (1958), veronderstellen dat er sprake kan
zijn van imperfectief en perfectief aspect in het Nederlands enkel “binnen het tempus van het
verleden” (Droste 1958: 231). Ook in dit geval is er maar “een dergelijke congruentie met de
Russische [aspecten]”, stelt Droste (1958: 233) vast. Volgens hem dient er voor de rest van de
aspectuele verschijnselen in het Nederlands (dus behalve duur en gerichtheid van de
handeling) een “groepering naar bepaalde betekenisnuances” te worden opgesteld (Droste
1958: 235). Deze worden Aktionsarten genoemd en door middel van verschillende
hulpmiddelen, zoals “de hulpwerkwoorden van aktionsart” (bijvoorbeeld gaan + inf., zijn aan
het + inf., liggen/zitten te + inf. etc.), worden uitgedrukt (Droste 1958: 235-236).
De Vooys (1967) heeft het ook over imperfectief en perfectief aspect op het gebied
van de Nederlandse werkwoorden, waarbij hij inchoatief en resultatief aspect onderscheidt en
het verband tussen aspect en tempus beklemtoont (de Vooys 1967: 139). Zulke interpretatie
kan ons tot de misleidende conclusies brengen dat er rechtlijnige overeenkomsten zouden
13
kunnen zijn tussen het Nederlandse en Russische verbale systeem, hoewel het eigenlijk
nauwelijks zo is.
De grootste meerderheid van de taalkundigen (van Wijk 1928; Droste 1958; Jan
Czochralski 1994 etc.) beweert unaniem dat de grammaticale categorie “aspect” van de
Slavische talen in het Nederlandse werkwoordelijke systeem ontbreekt. Tegelijkertijd zijn er
in het Nederlands “bepaalde verschijnselen te vinden (...) die min of meer op het aspect
gelijken” (Czochralski 1994: 77). Om de aspectuele verschillen in de wijze van de handeling
of gebeurtenis in de Nederlandse taal aan te duiden werd er door de grootste meerderheid
linguïsten aangenomen de term Aktionsart te gaan gebruiken (zie van Wijk 1928; Droste
1958; Czochralski 1994; Drenjasova 1991 etc.) 1. Dus dezelfde Duitse benaming die in de
Germaanse traditie voor de hele reeks aspectuele betekenissen wordt gebruikt om de manier
van het verloop van de handeling te beschrijven (zie Mlynarczyk 2004: 55)
Van Wijk (1928: 229) beweert dat er “in allerlei talen bepaalde vormkategorieën voor
de Aktionsarten” bestaan. Dus, achter de Russische lexicale woordvormingscategorie sposoby
deistvija (Aktionsarten) en de notie “Aktionsart” in het Nederlands, oorspronkelijk een breder
begrip, staat één en hetzelfde semantische verschijnsel dat, in tegenstelling tot de
grammaticale categorie “aspect”, verschillen op het semantische niveau van de aspectualiteit
benadrukt: beide begrippen duiden de wijzen van de handeling aan. De manier waarop de
Aktionsarten worden uitgedrukt zijn echter niet gelijk: “intussen gaat elke taal hier zijn eigen
wegen: een nuance, die in taal A geen eigen uitdrukkingsmiddel heeft, kan het in taal B wel
hebben en omgekeerd” (van Wijk 1928: 229). Zo worden in het Russisch verschillende
betekenisnuances die wijze van de handeling aangeven door middel van prefixen (soms in
combinatie met suffixen) uitgedrukt, terwijl er diverse hulpmiddelen in het Nederlands
bestaan om de Aktionsarten weer te geven. Juist daarom lijkt het interessant om na te gaan
over welke middelen het Nederlands beschikt om bepaalde Russische Aktionsarten uit te
drukken.
In de volgende paragraaf zullen we een overzicht geven van sommige Aktionsarten die
men in het Nederlands onderscheidt en de mogelijke manieren waarop ze worden uitgedrukt.
Vervolgens zullen we ons concentreren op de Russische Aktionsarten die in dat onderzoek
centraal staan.
1
Sommige Nederlandse linguïsten, o. a. Kern, geven echter voorkeur aan de term “karakter” (zie daarover Drenjasova 1991:
208)
14
1.2 Typen Aktionsarten in het Nederlands en in het Russisch. Overzicht van de
Aktionsarten, uitgekozen voor het onderzoek
1.2.1 Aktionsarten in het Nederlands en middelen om die uit te drukken
Er bestaan verschillende benaderingen om de Aktionsarten in één of andere taal te
classificeren en te benoemen. Tegelijkertijd zijn er ook algemene classificaties die in
verschillende talen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld, van Wijk (1928) noemt enkele,
blijkbaar, de meest voorkomende Aktionsarten op waarvoor “sommige talen aparte
vormkategorieën” hebben:
 de intensiva (drukken “een intensieve, versterkte handeling” uit);
 de attenuativa of deminutieva (duiden “een beetje iets doen” aan);
 de inchoativa (geven “het begin van een gebeuren” aan);
 de desiderativa (geven aan “dat men het door het verbum uitgedrukte wenst”);

de resultativa (de Aktionsarten “die het resultaat, waarop de handeling uitloopt,
biezonder in het licht stellen”). (van Wijk 1928: 229-230)
Daarbij beklemtoond van Wijk (1927) dat elke taal zijn eigen weg gaat wat de
uitdrukking van de Aktionsarten betreft (van Wijk 1928: 229). Het valt op te merken dat de
opgesomde Aktionsarten in het Russisch te vinden zijn, en sommigen uit deze lijst zullen
bijzondere aandacht krijgen in het vervolg van dat hoofdstuk. Bovendien, in het werk van van
Wijk (1928) komen al voorbeelden voor waarin het Nederlands met het Russisch op het
gebied van het aspect en Aktionsarten wordt vergelijkt. Zo geeft hij een voorbeeld van een
Nederlandse zin Laten wij hier wat zitten! waarin door middel van het bijwoord wat hetzelfde
deminutieve betekenis wordt uitgedrukt als in het Russische werkwoord posidimte, afgeleid
door het prefix po-, in de vertaling Po-sidim-te zdes’ (van Wijk 1928: 236). Dit voorbeeld
illustreert het feit dat één en dezelfde betekenismodificatie op verschillende manieren kan
worden uitgedrukt afhankelijk van de taal.
Uit de classificatie van van Wijk (1928) kunnen we afleiden dat verschillende
classificaties overeenkomsten vertonen in de typen Aktionsarten en hun benamingen, maar de
manieren waarop die Aktionsarten in de Slavische en niet-Slavische talen uitgedrukt worden,
wijken van elkaar af. Het huidige vergelijkende onderzoek Russisch-Nederlands dient dat
verschijnsel te illustreren.
In deze scriptie zullen we ons toespitsen op twee classificaties van de Aktionsarten in
het Nederlands die door de Slavische taalkundigen, Czochralski (1994) en Drenjasova (1991),
worden voorgesteld.
15
Czochralski (1994) vergelijkt de verbale systemen van het Pools en het Nederlands en,
niet tegen de verwachtingen in, komt tot een conclusie dat er geen “obligatorische binaire
morfologische categorie van het verbum in de Nederlandse taal” bestaat (Czochralski 1994:
79). Daarnaast brengt hij een aantal Nederlandse Aktionsarten in kaart die hij als
“betekenisnuances of zienswijzen van de handeling” beschrijft (Czochralski 1994: 79). Deze
“modificaties” in de betekenis hebben volgens Czochralski (1994) een morfologisch en nietmorfologisch karakter. Tot morfologische middelen rekent hij voorzetsels (bijvoorbeeld, de
toevoeging van het voorzetsel op- aan het werkwoord bloeien zorgt voor de
betekenismodificatie: opbloeien geeft ingressiviteit weer), maar merkt op dat die manier om
een Aktionsart in het Nederlands weer te geven, zelden voorkomt (Czochralski 1994: 79).
Daarom concentreert deze taalkundige zich vooral op niet-morfologische middelen waardoor
vier Aktionsarten die hij in zijn werk naar voren haalt, kunnen worden uitgedrukt. De
volgende tabel presenteert het resultaat van zijn onderzoek (Czochralski 1994: 77-79):
Aktionsart
Middel(en) om een Aktionsart uit te
drukken
iterativiteit (drukt herhaalde handeling
uit)
1) constructie [plegen te + infinitief]
2) lexicaal
door
bijwoorden
en
bijwoordelijke uitdrukkingen (vaak,
dikwijls etc.)
durativiteit
(drukt
duratieve
handelingen uit)
1) het voegwoord terwijl
2) constructie [bezig zijn te + infinitief]
3) constructie
[zijn
aan
het
+
gesubstantiveerde infinitief]
4) hulpwerkwoorden:
liggen,
staan,
zitten, hangen, blijven etc.
5) fraseologische eenheden (b.v. aan de
gang zijn)
ingressiviteit (drukt het begin van de
handeling uit)
semelfactiviteit
1) constructie [gaan + infinitief]
2) constructie [komen + infinitief]
(drukt
een
het werkwoord geven in combinatie met
momentane, eenmalige handeling uit die heel een deverbaal zelfstandig naamwoord: een
kort duurt)
duwtje geven, een schreeuw geven etc.
Czochralski (1994: 79) beweert dat hij in totaal vijf Aktionsarten in het Nederlands
heeft gevonden, wat eigenlijk strijdig is met de gegevens die hij in het artikel presenteert. Om
16
een of andere reden blijft “resultativiteit” buiten beschouwing, en “momentaneïteit”, die in
principe dezelfde wijze van de handeling uitdrukt als semelfactiviteit, krijgt ook geen
aandacht. Niettemin levert het werk van Czochralski (1994) naar mijn mening een grote
bijdrage aan het onderzoek naar de Aktionsarten in het Nederlands aangezien er een brede
waaier aan verschillende middelen om bepaalde wijzen van handeling aan te duiden,
introduceert wordt, waaronder morfologische middelen, lexicale middelen en ook een aantal
specifieke grammaticale constructies met hulpwerkwoorden.
Het onderzoek van Drenjasova (1991) is gebaseerd op het verschil tussen de Slavische
en Germaanse talen wat de vormen van de aspectualiteit betreft. Ze richt zich ook vooral op
de Aktionsarten in het Nederlands, die in haar werk vidovyje značenija (aspectuele
betekenissen) worden genoemd. Het doel van haar onderzoek is te laten zien dat er “naast de
semantische invulling van het Nederlandse verbum en allerlei woorvormingsprocédés ook
vaak gebruik gemaakt wordt van werkwoordelijke beschrijvende constructies om de meest
voorkomende aspectuele betekenissen in het Nederlands uit te drukken”1 (Drenjasova 1991:
208). Tot mogelijke uitdrukkingsmiddelen rekent Drenjasova (1991: 209) onder andere
allerlei syntactische middelen en het context, maar de “beschrijvende gegrammaticaliseerde
werkwoordelijke constructies” waarmee men één of andere wijzen van de handeling kan
weergeven, staan centraal in haar werk (Drenjasova 1991: 210). In wat volgt geven we een
lijst van de door Drenjasova (1991) uitgekozen Aktionsarten (of aspectuele betekenissen) en
de Nederlandse constructies die tot die Aktionsarten horen. Sommige constructies
corresponderen met die uit de classificatie van Czochralski (1994):
Duratieve betekenis (značenije durativnosti (dlitel’nosti) dejstvija)
1) [blijven + infinitief]
2) [zitten/liggen/staan/lopen + te + infinitief]
3) [zijn aan het + infinitief]
4) [horen/zien/vinden/hebben/houden aan het + infinitief]
5) [zijn + deelwoord in de vorm van de tegenwoordige tijd] (b.v. “conferentie is
gaande”)
Inchoatieve betekenis (značenije načinatel’nost’ dejstvija)
1) [beginnen te + infinitief]
1
(…) для выражения наиболее употребительных видовых значений в нидерландском языке наряду с семантикой
глагола и словообразовательными средствами активно используются глагольные описательные конструкции (…)
(Drenjasova 1991: 208)
17
2) [gaan + infinitief]
3) [gaan/raken/staan aan het + infinitief]
4) [brengen/maken/krijgen/zetten aan het + infinitief]
Resultatieve betekenis (značenije rezultativnosti dejstvija)
[krijgen te + infinitief]
Wat kenmerkend is voor de analyse van Drenjasova (1991), dat ze onderscheid maakt
tussen minder en meer gegrammaticaliseerde constructies naargelang de mate waarin het
proces van de grammaticalisatie plaats vindt. Onder de “gegrammaticaliseerde constructies”
verstaat Drenjasova (1991: 210) de constructies waarin “een specifieke idiomatische
betekenis van de grammaticale aard is ontwikkeld die niet uit de combinatie van de
betekenissen van de afzonderlijke elementen kan worden gehaald”1. Die zijn dus de
constructies die als grammaticale eenheden worden beschouwd waarin de heranalyse van de
betekenis zich op het algemene niveau voordoet. Zo is de constructie [gaan aan het +
infinitief] meer gegrammaticaliseerd dan [gaan + infinitief] (Wij gaan aan het discussiëren vs.
Wij gaan even discussiëren) (Drenjasova 1991: 212). In de eerste constructie wordt volgens
Drenjasova (1991: 212) de betekenis van de hele constructie heranalyseerd wat voor de
ontwikkeling van een idiomatische betekenis van de inchoativiteit zorgt, en in de tweede
hebben we te maken met een gedeeltelijke heranalyse in de betekenis van het werkwoord
gaan. De constructie [beginnen te + infinitief] is bijvoorbeeld het minst gegrammaticaliseerd,
omdat het werkwoord beginnen geen semantische veranderingen ondergaat (Drenjasova 1991:
212).
De twee besproken classificaties vertonen de manier waarop de Aktionsarten in het
Nederlands worden behandeld en de middelen waardoor verschillende wijzen van de
handeling in deze taal kunnen worden uitgedrukt. Het valt op dat er overeenkomsten tussen de
classificaties zijn te vinden en dat het aantal Aktionsarten waaraan specifieke aandacht wordt
besteed, relatief klein is. Daarom vinden we het belangrijk het onderzoek niet slechts uit te
voeren op basis van de Aktionsarten die zowel in het Russisch als in het Nederlands worden
onderscheiden, maar ook op basis van de Russische Aktionsarten die in mindere mate of
helemaal niet in het Nederlands zijn bestudeerd. Welke Aktionsarten we precies geselecteerd
hebben, zullen we in de volgende paragraaf bespreken.
1
Под термином “грамматизация” (…) понимается “развитиe у данной конструкции особого идиоматического
значения грамматического порядка, невыводимого из суммы значение компонентов”. (Drenjasova 1991: 210)
18
1.2.2 Russische Aktionsarten in het huidige onderzoek
Bij de zoektocht naar het theoretische materiaal over het onderwerp viel het ons op dat er
meer uitgebreide lijsten van Aktionsarten voor het Russisch te vinden zijn dan voor het
Nederlands. De Russische taal beschikt over twee aspecten, maar er zijn aanzienlijk meer
Aktionsarten. Zoals al eerder in dit hoofdstuk vermeld werd, nemen we het standpunt van de
aanhangers van de engere visie op Aktionsarten in die beweren dat de Russische Aktionsart
een lexicale woordvormingscategorie is waaronder enkel afgeleide werkwoorden vallen (zie
paragraaf 1.1.1). Deze visie wordt gepresenteerd in twee bekende Sovjetgrammatica’s onder
redactie van Švedova: Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et
al. 1970) en Russkaja Grammatica (Švedova et al. 1980)1. Dezelfde mening over de inhoud
van de Russische categorie “Aktionsarten” delen zulke linguïsten als Isačenko (1960) en
Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.).
Volgens Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al.
1970) zijn sposoby dejstvija (Aktionsarten) “semantische groeperingen van werkwoorden”,
gevormd op grond van verschillende specifieke kenmerken die het verloop van de handeling
bepalen (Švedova et al. 1970: 346). De verdeling van de afgeleiden werkwoorden hangt af
van het type prefixen die de betekenismodificatie veroorzaken en van de aard van de
semantische verschuiving zelf: het verloop van de handeling ten opzichte van de tijd, de duur
of het resultaat, intensiviteit van de handeling etc. De linguïsten die de Aktionsart als een
lexicale woordvormingscategorie beschouwen, stellen een aantal classificaties van de
Russische Aktionsarten voor, die qua indelingsprincipe, benaming en beschrijving van de
Aktionsarten zeer op elkaar lijken en slechts in kleine details van elkaar afwijken (zie
classificaties van Isačenko 1960, Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.), Russkaja Grammatica
1980).
Deze lijsten van de Russische Aktionsarten zijn zo ruim dat het onmogelijk is zelfs één
van de classificaties in deze scriptie te presenteren. In het vervolg richten we ons enkel tot
vier geselecteerde Russische Aktionsarten om een beeld te geven van hoe ze in de
wetenschappelijke literatuur worden behandeld en welke betekenismodificaties achter deze
Aktionsarten staan. Bij iedere groep bespreken we telkens het karakter van de handeling die
de gegroepeerde werkwoorden aanduiden, de formatie van de werkwoorden en het gebruik
van deze werkwoorden in de taal (standaardtaal, spreektaal of informele omgangstaal).
1
Bij de aangehaalde stukken uit deze grammatica’s zullen we verder de naam van de hoofdredacteur Švedova, het jaar van
de publicatie en pagina’s aanduiden.
19
1.2.2.1 Diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija)
Volgens Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al. 1970)
duiden de werkwoorden die tot de diminutieve Aktionsart behoren, aan dat “de handeling niet
in volle mate wordt uitgevoerd”1 (Švedova et al. 1970: 348). In Russkaja Grammatica (1980)
die tien jaar later uitkwam, wordt nog toegevoegd dat “de door het motiverende werkwoord
genoemde handeling als verzacht, onvolledig aangevoeld wordt”2 (Švedova et al. 1980: 599).
Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.) stelt bovendien vast dat diminutieve werkwoorden
een algemene betekenis “iets doen zonder veel moeite in de handeling te steken en niet lang”
hebben en “een vrij neerbuigende (maar eerder welwillend) houding van de spreker tegenover
de handeling zelf of het subject dat de handeling uitvoert”3 aanduiden (Zaliznjak, Sposoby
dejstvija z.j.: 5).
Kortom, bij de diminutieve Aktionsart gaat het over de verzachtende wijze van de
handeling. De actie of het proces, aangeduid door een afgeleid diminutief werkwoord, heeft
een verzacht, onvolledig karakter en kan ook een kortere periode duren dan de handeling die
door het oorspronkelijke werkwoord dat de betekenismodificatie nog niet heeft ondergaan,
wordt aangeduid.
Diminutieve werkwoorden worden gevormd door de toevoeging van de prefixen po-,
pri- of pod- aan de werkwoorden met of zonder prefix (de laatste komt zelden voor): popugat’
(uit pugat’), priotkryt’(uit otkryt’), podkleit’(uit kleit’) etc. (zie Zaliznjak, Sposoby dejstvija
z.j.: 5). Soms kan er op die manier een werkwoord geproduceerd worden waarin verschillende
betekenismodificaties met de toevoeging van een prefix plaats vinden, en als gevolg krijgt dat
afgeleide werkwoord twee of meer betekenissen. Afhankelijk van het context treedt één van
de specifieke betekenisnuances op de voorgrond, bijvoorbeeld: podsest’ in de betekenis “naast
of dicht(er) bij iemand/ iets gaan zitten” (on podsel blizhe k ede – hij ging dichter bij het eten
zitten) vs. podsest’ in de diminutieve betekenis “een beetje neerhurken of even gaan zitten”
(nemnogo prisest’)4. Men moet dus altijd opletten welke van de betekenisnuances in een
bepaalde situatie optreden, wat maakt de zoektocht naar diminutieve werkwoorden in een
tekst moeilijker.
1
Глаголы смягчительного способа действия означают, что действие осуществляется не в полную меру. (Švedova et
al. 1970: 348)
2
Глаголы смягчительной разновидности означают, что в действие, названное мотивирующим глаголом, вносится
оттенок ослабленности, умеренности или неполноты. (Švedova et al. 1980: 599)
3
Глаголы смягчительного способа действия обозначают 'делать нечто слегка, не прилагая усилий, недолго' и
выражают несколько снисходительное (но при этом скорее доброжелательное) отношение к самому действию или
к его субъекту со стороны говорящего. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5)
4
Zie het lemma ‘podsest’’ bij Kuznecov S. A. et al. (reds.) (1998) Bol’šoj tolkovyj slovar’ russkogo jazyka. SPb: Norint
20
Naast de genoemde prefixen kan ook het prefix pere- deel nemen aan de formatie van
diminutieve werkwoorden: perekusit’, peregodit’ (volkstaal) etc. Deze gevallen komen echter
zelden voor en sluiten dicht aan bij de delimitatieve Aktionsart (Švedova et al. 1980: 600).
Daarom laten we ze buiten beschouwing.
De meeste diminutieve werkwoorden zijn perfectief, maar sommige kunnen een
aspectueel paar vormen (hoewel Isačenko (1960) zulke gevallen niet bij de Aktionsart rekent,
zie paragraaf 1.1.1), bijvoorbeeld: podzabyt’ – podzabyvat’ (uit zabyt’) (Švedova et al. 1970:
348).
Diminutieve werkwoorden worden in de spreektaal gebruikt: zowel in de standaardtaal
als in de informele omgangstaal (zie Švedova et al. 1980: 599; Zaliznjak, Sposoby dejstvija
z.j.: 5). Er bestaan ook verschillende occasionalismen die volgens dit woordvormingsprocédé
zijn ontstaan (zie voorbeelden uit Slovar’ Dalja (het Dal’ woordenboek) bij Isačenko 1960:
289).
Er zijn nog twee Aktionsarten waaronder de werkwoorden vallen die tot diminutieven
worden gerekend, maar deze Aktionsarten worden vaak als twee aparte categorieën
beschouwd: “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj
sposob dejstvija) en “langdurige verzachtende wijze van de handeling” (dlitel’nosmjagčitel’nyj sposob dejstvija). In deze scriptie zullen we deze twee Aktionsarten als
subtypen van de diminutieve Aktionsart behandelen. De werkwoorden die tot deze groepen
behoren zijn anders gekleurd dan gewone diminutieve werkwoorden wat de duur van de
handeling betreft, maar duiden wel een verzachtende handeling aan.
Zaliznjak (z.j.) bepaalt de algemene betekenis van de werkwoorden die tot de
“onderbroken-verzachtende wijze van de handeling” behoren, als volg: “iets af en toe doen en
telkens een beetje”1 (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5). In Russkaja grammatica (1980) is
een ruimere definitie te vinden: deze werkwoorden “duiden een verzachte handeling aan die
zich een bepaalde tijd met onderbrekingen voltrekt en die af en toe wordt uitgevoerd”2
(Švedova et al. 1980: 600). De handeling is dus niet intensief genoeg en wordt af en toe
herhaalt.
De werkwoorden die tot de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”
behoren, worden gevormd door de toevoeging van het prefix po- en het suffix -iva- (–yva-)
aan een imperfectief werkwoord: povizgivat’ (uit vizžat’), posmatrivat’ (uit smotret’),
pobaltyvat’ (uit bolet’) etc. (zie Švedova et al. 1970: 359; Isačenko 1960: 279). In sommige
1
(…) делать что-то время от времени и понемногу. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5)
2
Глаголы прерывисто-смягчительного способа действия означают длительно-прерывистое и ослабленное в своём
проявлении действие, осуществляемое время от времени. (Švedova et al. 1980: 600)
21
gevallen komen de suffixen –a- of –va- in plaats van -iva- (–yva-) voor: popivat’ (uit pit’),
potirat’ (uit teret’) (Švedova et al. 1980: 600). Isačenko (1960: 282) merkt op dat dit
woordvormingsmodel heel productief is: men kan veel afgeleide werkwoorden produceren
met behulp van de combinatie van de genoemde suffixen en het prefix po- die de semantische
modificatie in een oorspronkelijk werkwoord veroorzaken. Als bewijs geeft Isačenko (1960:
281-282) een heel lange lijst van werkwoorden, die in principe eindeloos kan zijn.
De werkwoorden uit de “onderbroken-verzachtende” groep zijn altijd imperfectief en
hebben geen perfectieve equivalenten (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5; Švedova et al.
1970: 349). Volgens Russkaja grammatica (1980) komen deze werkwoorden vooral in de
spreektaal voor (Švedova et al. 1980: 600), maar Isačenko (1960: 282-283) voegt eraan toe
dat men die werkwoorden ook vaak in de boeken van de klassieke Russische auteurs niet
alleen in dialogen tussen personages aantreft, maar ook in de passages waar de auteur aan het
woord komt.
De “langdurige verzachtende wijze van de handeling” sluit dicht aan bij de
“onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”. Bij Zaliznajk (Sposoby dejstvija, z.j.)
vallen deze twee Aktionsarten zelfs samen. Niettemin worden ze in Russkaja grammatica
(1980) en Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al. 1970) los
van elkaar gepresenteerd. Beide grammatica’s stellen vast dat de werkwoorden uit de groep
“langdurige verzachtende wijze van de handeling”, de handeling aanduiden die verzacht is en
lang duurt1 (Švedova et al. 1970: 349, Švedova et al. 1980: 600). De werkwoorden die deze
Aktionsart vertegenwoordigen zijn soms moeilijk van de “onderbroken-verzachtende” groep
te onderscheiden. Uit de naam van de Aktionsart kunnen we afleiden dat bij de “langdurige
verzachtende” Aktionsart de nadruk minder op de herhaling van de handeling binnen een
bepaalde tijd ligt en meer op de duur van de handeling.
Het woordvormingsmodel bij de “langdurige verzachtende” Aktionsart lijkt ook op dat
van de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”. De werkwoorden die tot de
“langdurige verzachtende wijze van de handeling” behoren, worden gevormd door de
toevoeging van de prefixen pri-, pod-, na-, pere- (het laatste heel zelden) en de suffixen -iva(–yva-) of –va-: pritorgovyvat’ (uit torgovat’), nasvistyvat’ (uit svistet’), poddraznivat’ (uit
draznit’) etc. (Švedova et al. 1980: 600). In sommige gevallen vinden we zelfs dezelfde
elementen in het woordvormingsmodel als bij de “onderbroken-verzachtende wijze van de
handeling”, maar de herhaling van de handeling is hier naar mijn mening in mindere mate
uitgedrukt: pomalkivat’ (uit molčat’) (Švedova et al. 1980: 600).
1
Глаголы длительно-смягчительного способа действия означают действие длительное, но ослабленное. (Švedova et
al. 1970: 349, Švedova et al. 1980: 600)
22
Volgens Russkaja grammatica (1980) zijn de werkwoorden die tot de “langdurige
verzachtende wijze van de handeling” behoren, altijd imperfectief en komen vooral in de
spreektaal voor (Švedova et al. 1980: 600)
1.2.2.2 Inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija)
Eerst en vooral moeten we opmerken dat de Russische linguïsten twee typen Aktionsarten
onderscheiden die een gelijkaardige wijze van de handeling vertegenwoordigen waarin de
eerste fase van de handeling centraal staat, maar die in kleine semantische details en in de
manier waarop de werkwoorden afgeleid worden (soorten prefixen), verschillen: de
inchoatieve Aktionsart1 en de ingressieve Aktionsart (terminologie van Zaliznjak, Sposoby
dejstvija, z.j.).
Volgens Russkaja Grammatica (1980) waarin načinatel’nyj sposob dejstvija in twee
groepen wordt verdeeld, geven de werkwoorden uit het eerste type Aktionsart (inchoatieve
Aktionsart bij Zaliznjak z.j.) enkel “de eerste fase of het beginpunt van de handeling” weer
(bv. zachodit’), terwijl de werkwoorden uit het tweede type Aktionsart (ingressieve Aktionsart
bij Zaliznjak z.j.) duiden “het begin en de voortgang van de handeling [aan] die als één geheel
beschouwd worden, dus de handeling die niet in fasen kan worden verdeeld (d.w.z. zodra de
handeling begint, is het aan de gang en is gericht op het bereiken van het resultaat): pojti,
vskričat’”2 (Švedova et al. 1980: 596-597).
In deze scriptie beperken we ons enkel tot de inchoatieve Aktionsart die tot de meest
productieve Aktionsarten behoort (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 2). De ingressieve
Aktionsart laten we buiten beschouwing.
Zoals Isačenko (1960) beweert, bij de inchoatieve Aktionsart3 wordt “alle aandacht
geconcentreerd op het beginpunt van de handeling dat gezien wordt als een complete
gebeurtenis”4 (Isačenko 1960: 224). Zaliznjak (z.j.) merkt op: “inchoatieve werkwoorden
1
Hier valt op te merken dat in Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (1970) de inchoatieve Aktionsart
helemaal anders wordt geïnterpreteerd: de werkwoorden die tot deze Aktionsart behoren, duiden een overgang naar een
bepaalde toestand aan. (zie Švedova et al. 1970: 349)
2
Глаголы начинательного способа действия выражают значение
начала действия. Это значение имеет две
разновидности: приступа к действию, начального фазиса действия (заходить) и начала и продолжения действия в
едином целом, которое не членится на фазисы (достижение результата в процессе возникновения действия):
пойти, вскричать. (Švedova et al. 1980: 596-597)
3
Isačenko gebruikt echter de term “ingressieviteit” voor beide typen Aktionsarten die het begin van de handeling aanduiden,
ongeacht de semantische nuances en de prefixen waardoor de werkwoorden afgeleid worden.
4
Начинательная (…) совершаемость сосредотачивает внимание на приступе к действию, который представляется
как целостное событие. (Isačenko 1960: 224)
23
‘knippen’ als het ware het beginpunt van de situatie ‘af’, en dit beginpunt maakt het mogelijk
de hele situatie te identificeren”1 (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 2). Kortom, bij de
inchoatieve Aktionsart wordt de focus gelegd op de eerste fase van de handeling.
Inchoatieve werkwoorden worden gevormd door de toevoeging van het prefix za-2 die
de
inchoatieve
betekenis
draagt,
aan
intransitieve
werkwoorden3
waarbij
de
betekenismodificatie plaats vindt en het begin van de handeling wordt benadrukt: zabegat’
(uit begat’), zašumet’ (uit šumet’), zasmejat’sja (uit smejat’sja) etc. (zie Švedova et al. 1980:
597, Isačenko 1960: 225). Inchoatieve werkwoorden kunnen in verschillende semantische
groepen verdeeld worden. De grootste groep bestaat volgens Zaliznjak (Sposoby dejstvija z.j.:
2) uit de wekwoorden die naar verschillende verschijnselen verwijzen die men met de
zintuigen waarneemt. De dominante positie van deze werkwoorden is ook duidelijk te zien in
de categorieën, afgebakend door Isačenko (1960: 225). Dit woordvormingsmodel is heel
productief wat blijkt uit het grote aantal nieuwe inchoatieve werkwoorden die volgens dit
procédé dagelijks worden geproduceerd (Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 2).
Inchoatieve werkwoorden zijn allemaal perfectief. Hoewel de meeste werkwoorden uit
de inchoatieve groep geen imperfectief equivalent hebben, worden er soms werkwoorden tot
de inchoatieve Aktionsart gerekend die wel een aspectueel paar kunnen vormen: zabolet’ –
zabolevat’ (uit bolet’), zakurit’ – zakurivat’ (uit kurit’) etc. (Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.:
2). In het huidige onderzoek hebben we vooral perfectieve inchoatieve werkwoorden
opgenomen (zie hoofdstuk 3).
Inchoatieve werkwoorden worden het vaakst gebruikt in de spreektaal, hoewel het
gebruik van die werkwoorden niet enkel tot de standaardtaal wordt beperkt (er kunnen
bijvoorbeeld ook werkwoorden gevormd worden die enkel in de informele omgangstaal
voorkomen).
1.2.2.3 Saturatieve Aktionsart (saturativnyj sposob dejstvija)
De saturatieve Aktionsart is naar mijn mening één van de meest specifieke Russische
Aktionsarten. Het maakt deel uit van een groep Aktionsarten die een voltooide handeling
1
Инхоативные глаголы как бы «вырезают» начальный отрезок ситуации, по которому можно идентифицировать всю
ситуацию в целом. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 2)
2
Dit in tegenstelling tot de ingressieve Aktionsart waarbij de werkwoorden met behulp van een aantal andere prefixen
worden gevormd: po-, vz-(vs-) of voz-. (zie Russkaja Grammatica 1980)
3
De gevallen met transitieve werkwoorden komen zeer zelden voor (bv. zauvažat’ otca (letterlijk: ‘vader beginnen te
respecteren’)). De toevoeging van het prefix za- aan de transitieve werkwoorden leidt in de meeste gevallen niet tot de
inchoatieve betekenismodificatie, bv.: zadut’ sveču (de kaars uitblazen, geen inchoativiteit). (zie daarover Isačenko 1960:
226)
24
weergeven, maar tegelijkertijd van elkaar afwijken omdat elk van die Aktionsarten een
specifiek tintje in de semantiek van de afgeleide werkwoorden brengt afhankelijk van de
prefixen en/of suffixen die bij de vorming van de Aktionsart worden toegevoegd.
Volgens de beschrijving van Isačenko (1960), de handeling die door saturatieve
werkwoorden wordt aangeduid, is “een resultaat van langdurige of zich herhaalde acties”1
(Isačenko 1960: 246). De specifieke betekenisnuance die bij de saturatieve Aktionsart aan de
resultativiteit wordt toegevoegd is dat “de handeling uitgevoerd wordt tot de volledige
verzadiging of zelfs oververzadiging”2 van het subject (Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 4).
Saturatieve werkwoorden geven dus een voltooide handeling weer die tot de volledige
tevredenheid, verzadiging of oververzadiging leidt. Deze handeling kan zowel een positief als
negatief karakter hebben afhankelijk van het werkwoord waarvan een saturatieve werkwoord
wordt afgeleid (Isačenko 1960: 246). Zo als een werkwoord een proces aanduidt dat geen
leuke gevoelens oproept of slechte gevolgen heeft, dan is er geen sprake meer van de
volledige tevredenheid. In dit geval bereikt de handeling extreme mate: namučit’sja (uit
mučit’sja, betekent in het Nederlands “zich uitgeput raken van iets”) (Isačenko 1960: 246).
Sommige saturatieve werkwoorden kunnen zelfs op twee manieren geïnterpreteerd worden
afhankelijk van of het resultaat als negatief of positief wordt ervaren, bijvoorbeeld:
nabegat’sja (uit begat’) betekent “zo veel hebben gerend dat je er tevreden mee bent” of “zo
veel hebben gerend dat je niet meer wil of kunt rennen” (voorbeeld van Isačenko 1960: 246).
Vaak maakt men gebruik van allerlei hulpwoorden om de tevredenheid of
verzadigdheid te benadrukken die echter niet gemakkelijk is naar het Nederlands te vertalen:
vdovol’, vslast’, dosyta etc.
Sommige saturatieve werkwoorden worden in vaste uitdrukkingen vooral in
ontkennende vorm gebruikt: smotrju ne nasmotrujs’ (in het Nederlands zoiets als: als ik naar
jou kijk kan ik er niet genoeg van krijgen) (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 4, Isačenko
1960: 246).
Saturatieve werkwoorden worden gevormd uit intransitieve werkwoorden door de
toevoeging van het prefix na- samen met het suffix –sja: plakat’ – naplakat’sja, pit’-
1
Действие, выраженное сатуративным глаголом, представляется в виде результата продолжительных или
повторяющихся действий. (Isačenko 1960: 246)
2
Сатуративный способ действия (…) указывает на то, что действие производилось до полного насыщения или даже
пресыщения (…).(Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 4)
25
napit’sja, smejat’sja – nasmejat’sja1 etc. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 4, Isačenko 1960:
246). Saturatieve werkwoorden zijn altijd perfectief.
Wat de stilistische kenmerken van saturatieve werkwoorden betreft, zijn deze
werkwoorden nadrukkelijk informeel gekleurd en komen alleen in de spreektaal voor en vaak
in de informele omgangstaal: zowel werkwoorden als nadrat’sja, nalizat’sja met betrekking
tot “veel alcohol drinken” als alle mogelijke occasionalismen die volgens dit productieve
woordvormingsmodel kunnen worden gemaakt, hoort men nooit in een formeel gesprek (zie
voorbeelden bij Švedova et al. 1980: 602).
1.2.2.4 Completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj (kompletivnyj) sposob dejstvija)
Deze Aktionsart behoort ook tot de groep resultatieve Aktionsarten. In tegenstelling tot de
inchoatieve Aktionsart waarbij de nadruk op de beginfase van de handeling ligt, wordt bij de
completieve Aktionsart de laatste fase van de handeling benadrukt (Švedova et al. 1970: 348).
Completieve werkwoorden geven dus een handeling weer die voltooid is en die gekenmerkt
wordt door het bereiken van een bepaald resultaat waarop de actie gericht is.
Bij de vorming van de werkwoorden die tot de completieve Aktionsart behoren, wordt
gebruik gemaakt van het prefix do- dat beklemtoont dat er een eind van de handeling of een
bepaald resultaat bereikt is. Completieve werkwoorden worden gevormd uit imperfectieve of
pecfectieve werkwoorden met of zonder prefix (die ook zowel transitief als transitief kunnen
zijn): doest’ (uit est’), dotancevat’ (uit tancevat’) etc. (Švedova et al. 1970: 348, Švedova et
al. 1980: 601).
Deze werkwoorden zijn meestal perfectief, maar sommige completieve werkwoorden
kunnen een imperfectief equivalent hebben: dožarit’ – dožarivat’ (uit žarit’) (Švedova et al.
1970: 348).
Heel
dicht
bij
de
completieve
Aktionsart
qua
woordvormingsmodel
en
betekenismodificatie die in een oorspronkelijk werkwoord plaats vindt, sluit de intensiefresultatieve Aktionsart aan. Aangezien deze twee typen Aktionsarten veel overeenkomsten
vertonen en in de theoretische literatuur naast elkaar worden beschreven (zie Švedova et al.
1970: 348, Švedova et al. 1980: 601-602), hebben we besloten de intensief-resultatieve wijze
van de handeling als een subcategorie van de completieve Aktionsart in deze scriptie te
behandelen.
Volgens
Zaliznjak
(Sposoby
dejstvija,
z.j.:
4)
geven
intensief-resultatieve
werkwoorden een handeling weer die voltooid is en waarbij meestal verondersteld wordt dat
1
Als een saturatief werkwoord uit een reflexief werkwoord wordt gevormd (dat al over het reflexief suffix -sja beschikt), dan
wordt er maar het prefix na- toegevoegd en het suffix blijft onveranderd. (zie Isačenko 1960: 246)
26
het veel moeite kostte aan het subject om het gewenste resultaat te bereiken (dus een heel
intensieve handeling), bijvoorbeeld: dozvonit’sja (uit zvonit’), het werkwoord dat men
letterlijk naar het Nederlands kan vertalen als “iemand uiteindelijk telefonisch bereiken”.
Niettemin kunnen deze werkwoorden, merkt Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.: 4) op, een
handeling aanduiden die tot een ongewenst, negatief resultaat heeft geleid waarvan het subject
bewust was, wat hij kon voorspellen of waarover hij werd gewaarschuwd: dorabotat’sja (uit
rabotat’) betekent dat iemand zo veel gewerkt heeft dat hij bijvoorbeeld een hoofdpijn van de
spanning heeft gekregen (of een ander negatief resultaat).
Bij de vorming van intensief-resultatieve werkwoorden kunnen verschillende prefixen
worden gebruikt (zie Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 4; Švedova et al. 1980: 601-602), maar
we beperken ons hier enkel tot de variant met het prefix do-. Één van de typen intensiefresultatieve werkwoorden wordt dus gevormd volgens een soortgelijk woordvormingsmodel
als completieve werkwoorden, maar bij de intensief-resultatieve Aktionsart gaat het prefix doaltijd gepaard met het suffix –sja: doždat’sja (uit ždat’), dostučat’sja (uit stučat’) etc.
(Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 4; Švedova et al. 1980: 602). Deze werkwoorden zijn
perfectief en worden afgeleid van transitieve of intransitieve imperfectieve werkwoorden. Ze
hebben geen imperfectieve equivalenten.
In tegenstelling tot completieve werkwoorden die stilistisch neutraal zijn en in alle
vormen van de standaardtaal worden gebruikt, zijn intensief-resultatieve werkwoorden
stilistisch gemarkeerd en heel expressief. De werkwoorden uit de intensief-resultatieve groep
komen allemaal alleen in de spreektaal voor (Švedova et al. 1980: 602). Bovendien, met
behulp van de combinatie van het prefix do- en het suffix –sja kunnen verschillende
occasionalismen worden gevormd, net zoals bij de diminutieve en saturatieve Aktionsarten,
wat betekent dat ook dit woordvormingsprocédé heel productief is.
In het volgende hoofdstuk zal worden uitgelegd waarom we de vier Russische
Aktionsarten hebben gekozen om na te gaan hoe de Russische werkwoorden die één of andere
wijze van de handeling vertegenwoordigen, in het hedendaagse Nederlands worden
uitgedrukt. Bij de beschrijving van de voorbeelden in dat contrastief onderzoek RussischNederlands zullen we ons baseren op de definities en specifieke kenmerken van de Russische
Aktionsarten die in dit hoofdstuk werden gepresenteerd.
27
Hoofdstuk 2. Opzet en methodologie van het onderzoek
2.1 Afbakening van het onderzoeksveld en samenstelling van het corpus
Aangezien er in het Russisch een relatief groot aantal verschillende wijzen van handeling
(sposoby (glagol’nogogo) dejstvija) worden onderscheiden, is het van groot belang om als
eerste stap van het onderzoek een concreet onderzoeksveld af te bakenen. In dit werk
beperken we ons tot vier groepen Russische Aktionsarten, zie daarover hoofdstuk 1, paragraaf
1.2.2:
1) diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija, “verzachtende
wijze van de handeling”). Onder deze groep vallen nog twee subtypen: “onderbrokenverzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en
“langdurige verzachtende wijze van de handeling” (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob
dejstvija);
2) inchoatieve
wijze
van
de
handeling
(načinatel’nyj
sposob
dejstvija,
“beginnende/inchoatieve wijze van de handeling”)
3) saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija, onmogelijk letterlijk
te vertalen, komt erop neer dat de handeling is voltooid, in voldoende mate uitgevoerd
en heeft zijn uiterste grens bereikt)
4) completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj (kompletivnyj) sposob dejstvija,
“voltooide wijze van de handeling”)
Bij de keuze van de typen Aktionsarten werd er van twee principes uitgegaan:
frequentie (hoe vaak komen de werkwoorden in de Russische taal voor) en productiviteit (hoe
productief zijn de uitgekozen woordvormingsmodellen). Bovendien was het ook van belang
dat we ons niet alleen zouden concentreren op de Aktionsarten die verschillende taalkundigen
in hun werken al ter sprake hebben gebracht (zie Czochralski 1994; Drenjasova 1991 etc.),
zoals de diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en de
inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija). Om het onderzoek zo
interessant mogelijk te maken werden er ook twee Aktionsarten gekozen die heel goed de
variëteit van de werkwoordelijke handeling in het Russisch weerspiegelen en daarom
bijzonder moeilijk blijken te zijn voor de vertaling naar het Nederlands: de completieve wijze
van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en de saturatieve wijze van de handeling
(saturativnyj sposob dejstvija).
28
Alle vier geselecteerde Aktionsarten behoren tot de spreektaal en zijn heel productief,
hoewel de werkwoorden die de eerste twee groepen vormen, in meerdere contexten
voorkomen en opmerkelijk productiever zijn dan die van de twee andere groepen. In
grammatica’s van het Russisch (Isačenko 1960; Russkaja grammatica 1980 etc.) vinden we
dan ook een opvallend groter aantal voorbeelden voor de diminutieve wijze van de handeling
(smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob
dejstvija). Ook uit het huidige onderzoek zal blijken dat die twee manieren van de handeling
opvallend vaker in de taal voorkomen, zie verderop.
Voor elke uitgekozen Aktionsart werd er in de tweede stap van het onderzoek een lijst
van werkwoorden opgesteld, op basis van drie theoretische bronnen, nl. Isačenko (1960),
Russkaja grammatica (1980), Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.). De lijsten zijn van ongelijke
lengte wat makkelijk te verklaren is op basis van het verschil in de frequentie en productiviteit
tussen de vier Aktionsarten. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat de oorspronkelijke
lijsten later met nieuwe werkwoorden werden uitgebreid, die in de loop van het onderzoek in
de literaire teksten aangetroffen werden.
In het geval van de twee Aktionsarten die door grotere groepen werkwoorden worden
gepresenteerd (diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en
inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija)), werden alleen
infinitieven en finiete werkwoordsvormen in de literaire teksten opgezocht, terwijl voor de
completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en de saturatieve wijze
van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija) ook adverbiale participia (deepričastija) en
deelwoorden (pričastija) werden opgezocht om meer voorbeelden te krijgen.
Het verzamelen van de geschikte literaire teksten bleek één van de moeilijkste fase in
het onderzoek te zijn. Ten eerste omdat de werkwoorden die tot de geselecteerde Aktionsarten
behoren vooral in de spreektaal gebruikt worden en zich door zeer specifieke stilistische
kenmerken onderscheiden. Dat betekent dat de literaire teksten die het corpus vormen de
betreffende stilistische variëteiten moeten vertonen, wat vrij uitzonderlijk is. Ten tweede was
het moeilijk het corpus samen te stellen omdat we de voorkeur geven aan de moderne
Russische literatuur, maar het aantal moderne Russische schrijvers dat naar het Nederlands is
vertaald helaas nog niet erg groot is. Bovendien kost het soms zelfs veel moeite om de
literaire teksten die wel vertaald zijn, te vinden. Ten slotte, om de diversiteit aan
voorbeeldmateriaal te bereiken werd er bij de keuze van de literaire teksten ook naar gestreefd
om vertalingen van de hand van verschillende vertalers te gebruiken.
Uiteindelijk hebben wij voor vijf romans gekozen: Het gouden kalf (I. Ilf en J. Petrov),
De meester en Margarita (M. A. Boelgakov), De stille Don (M. A. Sjolochov), De koffer (S.
29
Dovlatov) en Turks gambiet (B. Akoenin). Deze romans werden allemaal in de loop van de
20ste eeuw geschreven: de eerste drie – in de eerste helft van de 20ste eeuw, de laatste twee
aan het eind van de 20ste eeuw. De vertalingen naar het Nederlands zijn ook relatief recent
(eind 20ste eeuw) of onlangs bewerkt. Dankzij het feit dat de Russische taal geen grote
veranderingen in de afgelopen eeuw heeft ondergaan, kunnen deze romans worden
beschouwd als één corpus van moderne Russische romans. Aangezien de stijl van elke
schrijver en het taalgebruik in deze vijf romans zich van elkaar onderscheiden, leken deze
boeken geschikt te zijn voor het contrastief onderzoek naar de vertaling van de specifieke
Russische werkwoorden.
Alvorens naar de algemene kwantitatieve gegevens over te gaan, moet er nog
opgemerkt worden dat van de heel omvangrijke roman De stille Don slechts het eerste deel als
een bron gebruikt werd, dat op zichzelf al groot genoeg is. Bovendien werd dit boek enkel in
het corpus opgenomen om meer materiaal te verzamelen voor de drie minder frequente
Aktionsarten, namelijk: diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija),
completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en saturatieve wijze van
de handeling (saturativnyj sposob dejstvija). Voor de inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj
sposob dejstvija) werd er al genoeg materiaal verzameld uit de andere vier bronnen en wordt
De stille Don buiten beschouwing gelaten.
2.2 Algemene frequenties
De voor het courpusonderzoek opgestelde lijst telt in totaal 229 werkwoorden. Nog 23
werkwoorden kwamen erbij in de loop van het onderzoek. Onder deze “nieuwkomertjes”
vallen volgende werkwoorden: ten eerste, werkwoorden die nieuwvormingen zijn, gevormd
volgens hetzelfde procédé als de rest; ten tweede, werkwoorden die stamverwant zijn met de
andere woorden uit de groep, maar een reflexief suffix –sja- hebben of, integendeel, niet
hebben afhankelijk van het feit of het suffix afwezig of aanwezig is bij het grootste deel van
de tot een bepaalde Aktionsart behorende werkwoorden. Zulke gevallen komen voor in de
lijst van de inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija), de diminutieve Aktionsart
(smjagčitel’nyj sposob dejstvija) of de completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj sposob
dejstvija).
Het suffix -sja wordt aan sommige werkwoorden toegevoegd waarbij een nieuw,
reflexief vorm van het werkwoord ontstaat zonder verandering van de betekenis.
Bijvoorbeeld: pokačivat’- pokačivat’sja (een “nieuwkomertje”). De toevoeging van een
reflexief suffix –sja in combinatie met het prefix do- leidt echter niet tot een vergelijkbare
30
resultaat: doigrat’ en doigrat’sja geven allebei een voltooide handeling weer waarbij een
bepaald resultaat wordt bereikt, maar er zijn opvallende verschillen in de betekenis (doigrat’ –
letterlijke betekenis: “het spel eindigen”, terwijl doigrat’sja – fuguurlijke betekenis, de
handeling die tot een nadrukkelijk negatief resultaat heeft geleid, dat het subject kon
voorspellen: in het Nederlands zoiets als “zich in de nesten werken”).
In een aantal gevallen wordt het suffix –sja weggelaten, wat geen grote veranderingen
op het vlak van semantiek en wijze van de handeling veroorzaakt: zadvigat’sja - zadvigat’
(een “nieuwkomertje”).
Als “nieuwe” werkwoorden worden ook imperfectieve varianten van één of ander
werkwoord uit de oorspronkelijke lijst beschouwd.
Het totale aantal van de in de romans aangetroffen werkwoorden is 112.
In de bijlage vindt men vier tabellen (een aparte tabel voor elke wijze van de handeling)
met de lijst waarin zowel alle werkwoorden staan die de basis van het onderzoeksmateriaal
hebben gevormd, als de werkwoorden die tijdens het doorkijken van de uitgekozen boeken
zijn toegevoegd. Die laatste zijn onderstreept. Alle werkwoorden die in de loop van het
onderzoek een of meerdere keren in de romans werden aangetroffen staan in het vet.
Hieronder bespreken we de algemene cijfers voor iedere wijze van de handeling, met telkens
een klein commentaar.
Diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) vormt een aanzienlijke groep
werkwoorden – 67. Er werden 20 diminutieve werkwoorden in de romans aangetroffen,
waarvan er vijf niet in de oorspronkelijke lijst stonden. Bij deze Aktionsart wordt een
onderscheid gemaakt tussen de werkwoorden die regelmatig in de taal voorkomen en neutraal
klinken (45) en occasionele werkwoorden (22), die sporadisch gebruikt worden, bijvoorbeeld
door een bepaalde auteur, in een dialect of in een vaste uitdrukking (zie tabel 1a). We zijn
echter geen enkel werkwoord uit de laatste groep in de teksten tegengekomen.
Van de 21 werkwoorden die in de geraadpleegde naslagwerken worden genoemd als
vertegenwoordigers van het eerste subtype van de diminutieve wijze van de handeling
(preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija), werden er 12 in de teksten aangetroffen. Nog 4
werkwoorden die wij in de teksten tegenkwamen, staan niet in de oorspronkelijke lijst. Van de
13 werkwoorden voor het tweede subtype (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) figureren
er slechts vijf in de uitgekozen romans (zie tabel 1b).
Inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija) wordt vertegenwoordigd door
79 werkwoorden, onderverdeeld in een aantal groepen naargelang hun semantiek (zie tabel 2).
In totaal werden er 55 werkwoorden in de romans aangetroffen, waarvan er elf niet in de
oorspronkelijke lijst stonden.
31
De lijsten voor de completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija)
en de saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija) zijn aanzienlijk
kleiner en omvatten respectievelijk 17 en 32 werkwoorden (zie tabel 3 en 4). In de loop van
het onderzoek werden voor de completieve groep negen uit de groep completieve
werkwoorden aangetroffen in de onderzochte teksten, waarvan drie die niet in de
oorspronkelijke lijst stonden. De laatste drie werkwoorden vallen eigenlijk onder het subtype
intensief-resultatieve Aktionsart (daarover zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.2.4). We rekenen
deze werkwoorden toch tot de completieve groep aangezien ze ook een voltooide handeling
weergeven, dus makkelijk bij de completieven kunnen aansluiten, en omdat ze slecht in het
materiaal gepresenteerd zijn.
Van de 32 saturatieve werkwoorden in de startlijst werden er slechts vier aangetroffen,
waaraan nog twee werkwoorden die niet in de lijst stonden moeten worden toegevoegd.
Aangezien er nauwelijks volledige Nederlandse equivalenten bestaan voor de
onderzochte specifieke Russische werkwoorden, is het onmogelijk zonder context de juiste
vertaling van deze werkwoorden te geven. Bovendien, lang niet alle aangetroffen
werkwoorden beschikken over een nauwkeurige vertaling in de romans. Daarom bevatten de
tabellen in de bijlage alleen getranslitereerde werkwoorden en geven ze geen vertaling. De
concrete voorbeelden zullen in het volgende hoofdstuk worden behandeld.
32
Hoofdstuk
3.
De
Russische
Aktionsarten
in
het
Nederlands:
vertaalstrategieën
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de manieren waarop de vertalers de
specifieke Russische werkwoorden van de vier uitgekozen Aktionsarten naar het Nederlands
vertalen. Zo krijgen we een algemeen beeld van de vertaalpraktijk: in hoeverre is het mogelijk
de semantische modificaties van een Russisch werkwoord in het moderne Nederlands weer te
geven, welke strategieën worden daartoe het vaakst aangewend en hoeveel aandacht besteden
vertalers überhaupt aan dit soort stilistische eigenaardigheden.
Alvorens naar de beschrijving van het onderzoek zelf over te gaan, willen we even een
cruciaal moment uitlichten dat met de vertaling en de keuze van een vertaalstrategie te maken
heeft. Het is bekend dat er heel vaak verschillende syntactische en semantische
verschuivingen plaats vinden bij de vertaling. Alle vertalers moeten namelijk gebruik maken
van allerlei middelen om de zogenoemde “vertaalequivalentie”1 tussen de bron- en de
doeltekst te bereiken. Volgens Arthur Langeveld, één van de bekendste moderne vertalers
vanuit het Russisch naar het Nederlands, is dit proces onvermijdelijk, omdat het de grote
verschillen tussen twee taalsystemen helpt te overbruggen (Langeveld 1986: 69). Deze
verschuivingen noemt Langeveld “vertaaltransformaties”. Hij verdeelt deze transformaties in
vier groepen: omzettingen, veranderingen, toevoegingen en weglatingen (Langeveld 1986:
69). Langeveld beschrijft verschillende soorten lexicale en syntactische transformaties en
illustreert die aan de hand van een groot aantal voorbeelden, waaraan hij een heel hoofdstuk
in zijn boek wijdt (zie Langeveld 1986: 69-122).
Er bestaan natuurlijk ook andere classificaties van de vertaaltransformaties, waarop
wijst Chesterman (2004: 243-244) als hij zijn eigen indeling van “transferoperaties” voorstelt.
In tegenstelling tot Langeveld (1986) onderscheidt Chesterman (2004: 244) drie grote
categorieën: syntactische strategieën, semantische strategieën en pragmatische strategieën.
Onder deze omvangrijke groepen brengt hij verschillende soorten veranderingen samen die
“zuiver syntactisch” zijn of die te maken hebben “met lexicale semantiek”, de betekenis van
de zin of “de selectie van informatie in de doeltekst” (Chesterman 2004: 245, 252, 257).
In het huidige onderzoek houden we ons bezig met de vergelijking van Russische
zinnen met de Nederlandse equivalenten. We zullen dus ongetwijfeld veel voorbeelden
1
De term, gebruikt o. a. bij Gideon Toury die de “vertaalequivalentie” zo definieert: “er is equivalentie wanneer teksten of
items uit de bron- en doeltaal kunnen herleid worden tot (of tenminsten tot sommige) identieke relevante kenmerken.” (Toury
1979: 34)
33
tegenkomen waarin allerlei soorten vertaaltransformaties plaats vinden. Aangezien de
Russische en Nederlandse werkwoordelijke systemen van elkaar verschillen, moet de vertaler
onvermijdelijk in de microstructuur van de tekst, zoals van Leuven-Zwart (1987) het noemt,
ingrepen. Onder de “microstuctuur” worden de vershuivingen die zich “op het niveau van de
zin of de woordgroep optreden”, verstaan (van Leuven-Zwart 1987: 120). Aangezien de
Aktionsart een lexicale werkwoordelijke categorie is, hebben de vertaaltransformaties bij de
vertaling van de Russische werkwoorden naar het Nederlands grotendeels te maken met
lexicale en stilistische invulling van de tekst.
Verderop worden de vier onderzochte Aktionsarten apart bekeken. Over het algemeen
zijn er twee vertalingsmogelijkheden: ofwel wordt de wijze van de handeling wel in grotere of
kleinere mate in het Nederlands uitgedrukt, ofwel helemaal niet. In het eerste geval hebben
we geprobeerd de aangetroffen voorbeelden per Aktionsart te classificeren naargelang de
specifieke middelen die in de Nederlandse vertaling worden gebruikt. De grove vertaalfouten
in verband met de vertaling van de Aktionsarten worden ook aan het eind van dit hoofdstuk
kort besproken.
3.1 Diminutieve Aktionsart
De zoektocht naar de werkwoorden in het corpus heeft in totaal 155 voorbeelden van de
zinnen met diminutieve werkwoorden opgeleverd, inclusief de twee specifieke subtypen van
de Russische diminutieve Aktionsart: preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija (61
attestaties) en dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija (15 attestaties). Bij het doorkijken van
de teksten moesten we er rekening mee houden dat sommige werkwoorden uit de
samengestelde lijst (zoals prisest’, priukrasit’, podsest’ etc.) twee of meer betekenissen
hebben. Daarom werd er in het onderzoek enkel aandacht besteed aan de contexten waarin de
werkwoorden verzachting, onvolledigheid van de handeling of een kortlopende handeling of
proces weergeven.
3.1.1 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt
Aan de hand van het verzamelde materiaal kunnen we twee basisstrategieën voor het
weergeven van de werkwoordelijke diminutiviteit in het Nederlands onderscheiden: ten
eerste, het overnemen (van de oorspronkelijke zin) of de toevoeging van verschillende “hulpwoordjes” en ten tweede, het gebruik van een Nederlands werkwoord dat semantische
overeenkomsten met het Russische diminutieve werkwoord vertoont.
34
1) Vertaling met behulp van verschillende “hulp-woordjes”
Onder de “hulp-woordjes” verstaan we hier verschillende bijwoorden (even, iets, enigszins,
lichtjes, bijna, af en toe en half) en lexicale toevoegingen (zoals een stukje) die de
diminutiviteit weergeven. In de teksten kwamen we 17 Nederlandse zinnen tegen waarin de
werkwoordelijke diminutiviteit met behulp van zulke woorden wordt uitgedrukt. Het meest
voorkomend is het woord even (vijf voorbeelden).
(1)
Председатель
смутился
Predsedatel’
voorzitter-NOM.SG
1
и
привстал.
(Zolotoj
telёnok:131)
smutilsja
i
privstal.
in verwarring raken-PST-M-SG
en
DIM-opstaan-PST-M-SG
Van verwarring stond de voorzitter even op. (Het gouden kalf: 17)
Het Russische diminutieve werkwoord privstat’ wordt gevormd door de toevoeging van het
prefix
pri-
aan
het
werkwoord
vstat’
(opstaan)
wat
zorgt
voor
een
kleine
betekenisverandering: de handeling krijgt namelijk een onvolledig karakter, wordt niet in
volle mate uitgevoerd. In het Nederlands wordt dat effect weergegeven door middel van het
bijwoord even. Zo is het duidelijk dat de voorzitter niet helemaal op zijn benen kwam te staan,
maar slechts een beetje van de stoel opstond.
Op de tweede plaats qua frequentie staat het bijwoord iets (twee voorbeelden).
(2)
Варя осторожненько, двумя пальцами, приподняла медальон…(Tureckij gambit:
62)
Varja
ostorožnen’ko,
dvumja pal’cami,
pripodnjala
Varja
voorzichtig-DIM
twee vingers-ABL.PL
DIM-optillen-PST-F-SG
medal’on…
medaillon-ACC.SG
Met twee vingers tilde Varja het medaillon uiterst voorzichtig iets op...(Turks gambiet:
89)
Hier wordt het Russische diminutieve werkwoord pripodnjat’ naar het Nederlands vertaald
met het werkwoord optillen – een equivalent van het werkwoord podnjat’, waaruit
pripodnjat’ gevormd werd met het prefix pri-. Door gebruik te maken van het woordje iets
krijgt de handeling een specifieke invulling en wordt als onvolledig aangevoeld net zoals in
de oorspronkelijke Russische zin.
1
In deze scriptie zullen we de naamval en het getal voor substantieven aanduiden die de positie van het subject invullen, maar
voor voornaamwoorden in dezelfde positie zullen we enkel de naamval geven, aangezien het in het Nederlands ook duidelijk
is welk getal ze hebben. Eigennamen in de functie van het subject krijgen geen markering.
35
De andere “hulp-woordjes” die de verzachting van de handeling veroorzaken
(enigszins, lichtjes, bijna, af en toe en half) komen slechts één keer voor in de aangetroffen
zinnen. Het volgende voorbeeld dient om één van deze gevallen te illustreren. In de zin
vervult een Russisch diminutief werkwoord van het subtype “onderbroken-verzachtende wijze
van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) de functie van het predicaat:
(3)
Федот, причмокивая, помахивал на своего маштака волосяными вожжами…
(Tihij Don I: deel II, hfdst 4, 139)
Fedot,
pričmokivaja,
pomachival
Fjedot
met zijn lippen smakken-PRS-ADV.PTCP
DIM-zwaaien-PST-M-SG
na svoego
maštaka
volosjanymi
vožžami…
op zijn-POSS-ACC
masjtak-ACC.SG
haar-ADJ-ABL.PL
teugels-ABL.SG
…Fjedot zette met een klakkend geluid van zijn tong zijn paard aan, terwijl hij af en toe
de ruwe teugels op de rug van het kleine, maar sterke beest, liet neerdalen. (De stille
Don I: 143)
Ondanks het feit dat de Nederlandse zin veel extra informatie bevat die de vertaler zelf heeft
toegevoegd, weerspiegelt deze vertaling goed de Russische zin. De meeste aandacht besteden
we hier aan het werkwoord pomachivat’, gevormd uit het werkwoord mahat’ (zwaaien) door
de toevoeging van het prefix po- en het suffix –iva. In het Nederlands wordt dit werkwoord
door de constructie met het werkwoord laten vertaald waarin het werkwoord neerdalen de
cruciale betekenis draagt. Hoewel dit Nederlandse werkwoord geen echt equivalent is voor
mahat’ (het wordt naar her Russisch eerder vertaald als padat’ of opyskat’sja) past het heel
goed in deze context. In combinatie met het bijwoord af en toe komt dit Nederlandse
werkwoord qua semantiek dichter bij het Russische diminutieve pomachivat’. Met behulp van
af en toe wordt namelijk benadrukt dat de handeling zich met onderbrekingen voltrekt en zich
voortdurend herhaalt. Maar hier moet toegevoegd worden dat op die manier slechts één kant
van dit type Russische Aktionsart wordt weergegeven, de andere kant - verzachting van de
handeling – wordt niet expliciet vertaald. Niettemin is er geen twijfel dat de vertaler tenminste
een poging heeft gedaan om de betekenismodificatie van het Russische werkwoord toch uit te
drukken.
Opvallend is dat de werkwoordelijke diminutiviteit meestal wel in het Nederlands wordt
uitgedrukt bij de vertaling van de bepaalde Russische diminutieve werkwoorden:
pripodnjat’/pripodnjat’sja of zijn synoniem privstat’ (zie voorbeelden 1 en 2).
36
Tijdens het onderzoek werden er twee zinnen in de roman De koffer aangetroffen
waarin het diminutieve werkwoord pripodnjat’sja door middel van een lexicale toevoeging
een stukje wordt vertaald:
(4)
Я вежливо приподнялся. (Čemodan: 20)
Ja
vežlivo
ik-NOM beleefd
pripodnjalsja.
DIM-opstaan-PST-M-SG
Beleefd kwam ik een stukje overeind. (De koffer: 48)
De woordcombinatie overeind komen die op de plaats van het Russische diminutieve
werkwoord pripodnjalsja staat, wordt aangevuld met een toevoeging een stukje. Op die
manier is het gelukt om de onvolledigheid van de handeling te bewaren.
Soms worden de “hulp-woordjes” uit de Russische zin overgenomen zodat in het
Nedelandse zin het diminutieve effect niet verdwijnt, hoewel het Nederlandse werkwoord zelf
in vergelijking met het Russische werkwoord in dit geval geen veranderingen ondergaat (drie
voorbeelden in het corpus). In sommige gevallen wordt het werkwoord in een Nederlandse
zin zelfs door een woordcombinatie vervangen:
(5)
Он … кашлянул, чтобы хоть чуточку подбодрить себя. (Master i Margarita: 175)
On...
kašljanul,
čtoby
chot’
hij-NOM
kuchen-PST-M-SG
om
althans
čutočky
podbodrit’
sebja.
een beetje
bemoedigen-INF
zich(zelf)-ACC
...hij...probeerde zichzelf kuchend althans een beetje moed in te spreken. (De meester
en Margarita: 165)
De handeling die uitgedrukt wordt door het Russische werkwoord podbodrit’ (gevormd
uit het werkwoord bodrit’ (bemoedigen)) heeft op zichzelf een kenmerk van de verzachting en
onvolledigheid dat versterkt wordt met behulp van een bijwoord čutočky. In de Nederlandse
zin is dit “hulp-woordje” ook aanwezig in de vorm van zijn Nederlandse equivalent een
beetje. In zo’n vertaling lijkt het logisch het bijwoord te bewaren, hoewel op die manier de
onvolledigheid van de handeling in mindere mate geëxpliciteerd wordt dan in de Russische
zin. Blijkbaar bestaat er geen beter alternatief om in deze context de diminutiviteit van de
handeling te benadrukken: er is zelfs geen Nederlands werkwoord, maar een uitdrukking die
het werkwoord vervangt.
Zo kunnen we samenvatten dat het gebruik van verzachtende “hulp-woordjes” één van
de productieve manieren is om de diminutieve Aktionsart in het Nederlands weer te geven.
37
2) Vertaling met behulp van een Nederlands werkwoord
Vertaling d.m.v. een Nederlands werkwoord komt iets minder vaak voor als de vorige
categorie (12 zinnen tegen 17). Het is bijzonder interessant te kijken welke keuzes sommige
vertalers maken om zo nauwkeurig mogelijk een Russische zin en vooral zijn kern - het
werkwoord – te proberen vertalen en de semantische nuances niet weg te laten vallen. De
volgende voorbeelden illustreren de gevallen waarin het volgens mij wel gelukt is zo’n
resultaat te bereiken:
(6)
– Деньги, – продолжал артист, – должны храниться в госбанке…а отнюдь не в
теткином погребе, где их могут, в частности, попортить крысы! (Master i
Margarita: 193)
- Den’gi, -
prodolžal
geld-NOM.PL
hernemen-PST-M-SG artiest-NOM.SG
artist, -
dolžny
chranit’sja
moeten-PRES-PL
bewaren-PASS-INF
v
gosbanke…
in
staatsbank-ABL.SG en
v
tetkinom
pogrebe,
in
tante-POSS-GEN.SG
kelder-ABL.SG
a
otnjud’
ne
absoluut
niet
gde
ich
mogut,
v častnosti,
waar
het-ACC
kunnen-PRES.3PL
onder meer
poportit’
krysy!
DIM-kapotmaken-INF
ratten-NOM.PL
Geld, hernam de artiest, dient bewaard te worden in de staatsbank...en absoluut niet in
tantes kelder, waar het onder meer kapot geknaagd kan worden door de ratten! (De
meester en Margarita: 182)
In zijn uitspraak veronderstelt de artiest dat de ratten het geld kapot kunnen maken door in de
kelder te rommelen en even aan de biljetten te knagen. Deze handeling wordt in het origineel
met behulp van het diminutieve werkwoord poportit’ uitgedrukt om te benadrukken dat het
geld slechts deels wordt vernietigd: de ratten hoeven maar een beetje op het geld te bijten om
dat ongeldig te maken.
Het werkwoord poportit’ is afgeleid uit het werkwoord portit’ (kapotmaken,
beschadigen) dat eigenlijk een algemeen proces van het kapotmaken aanduidt zonder er
dieper in te gaan op welke manier dat gebeurt. In de Nederlandse vertaling staat het
werkwoord knagen dat betekent “kleine stukjes van iets afbijten” (Van Dale Online). Zo
wordt de handeling in de Nederlandse versie van de zin niet alleen gepreciseerd, maar ook als
38
verzacht en onvolledig voorgesteld: de ratten knagen hier en daar aan het geld, bijten er kleine
stukjes af en maken een deel van het geld kapot. We kunnen constateren dus dat het
werkwoord knagen in deze context met het diminutieve werkwoord poportit’ correspondeert
en de semantische kenmerken weergeeft die door de betekenismodificatie in het Russische
werkwoord zijn ontstaan.
(7)
Спускаясь с лестницы, Остап напевал… (Zolotoj telёnok: 468)
Spuskajas’
s
lestnicy,
Ostap
napeval…
naar beneden gaan-PRS-ADV.PTCP
af
trap-ACC.SG
Ostap
neuriën-PST-M-SG
Op de trap neuriede Ostap... (Het gouden kalf: 220)
Het werkwoord napevat’ behoort tot het tweede subtype van de diminutieve wijze van
de handeling (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) samen met andere werkwoorden die
een langdurige, verzachte handeling of een dergelijk proces uitdrukken. Bij het vormen van
het werkwoord door de toevoeging van het prefix na- en het suffix –va- aan het werkwoord
pet’ (zingen) heeft er een betekenismodificatie plaats gevonden. Daardoor kreeg het
werkwoord napevat’ een specifieke semantische invulling: het zingen duurt lang en er wordt
niet met volle stem of niet heel verstaanbaar gezongen. Het Nederlandse werkwoord neuriën
betekent “halfluid, binnensmonds zingen” (Van Dale Online) en net als het werkwoord
napevat’ drukt het een onvolledige, verzachte handeling uit. Dat deze handeling een tijdje
duurt wordt niet duidelijk uit het Nederlandse werkwoord, terwijl het gebruik van het
Russische werkwoord het wel suggereert, maar het blijkt wel uit de context (Ostap zingt de
trap afgaand).
In twee van de aangetroffen gevallen waarin het Nederlandse werkwoord een
belangrijke rol speelt in het weergeven van de Russische Aktionsart, gaat het over de
combinatie ‘werkwoord + indirect object’:
(8)
Изредка поглядывал на пана. (Tichij Don I: deel II, hfdst 17, 209)
Izredka
pogljadyval
na
pana.
af en toe
een blik werpen-PST-M-SG
op
generaal-ACC.SG
Af en toe wierp hij een blik op de generaal…(De stille Don I: 208)
In dit voorbeeld wordt het Russische diminutieve werkwoord pogljadyvat’ met behulp van
een vaste combinatie “een blik werpen (op iemand)” naar het Nederlands vertaald. Op die
manier wordt het gewenste effect bereikt. Namelijk, de handeling herhaalt zich gedurende een
bepaald tijdstip en wordt als onvolledig en verzacht aangevoeld (degene die naar de generaal
keek, zat niet op hem te staren, maar probeerde het onopvallend, stiekem te doen). Hetzelfde
kunnen we over de handeling zeggen die door het Russische werkwoord pogljadyvat’
39
uitgedrukt wordt omdat dit werkwoord tot het eerste subtype van de diminutieve wijze van de
handeling behoort (“onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”, preryvistosmjagčitel’nyj sposob dejstvija).
In het Nederlands zijn er nauwelijks werkwoorden te vinden die als volledige
equivalenten van Russische diminutieve werkwoorden kunnen worden beschouwd.
Desondanks is het zo te zien toch niet uitgesloten dat men in het Nederlands een werkwoord
of een woordcombinatie met een werkwoord gebruikt waarmee de werkwoordelijke
diminutiviteit wordt uitgedrukt. Dat gebeurt natuurlijk met wisselend succes, wat
waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat de keuze van het werkwoord heel vaak niet
gemakkelijk blijkt te zijn. In de meeste gevallen kiest de vertaler voor een algemener
werkwoord dat de handeling wel aanduidt, maar niets over de specifieke betekenisnuances
zegt. Zulke voorbeelden waarin de diminutieve wijze van de handeling in de Nederlandse
vertaling niet wordt uitgedrukt, vormen het grootste deel van de voorbeelden.
3.1.2 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt
In de 126 uit 155 verzamelde voorbeelden, dus in de grote meerderheid van de gevallen
hebben we in de Nederlandse zin geen spoor van de werkwoordelijke diminutiviteit
aangetroffen die wel in het origineel bij het werkwoord wordt uitgedrukt. Om een of andere
reden hebben de vertalers besloten de aanwezigheid van de Aktionsart in de Russische zin
niet te benadrukken of gewoon te negeren, zelfs in contexten waar het wel mogelijk zou zijn
om door de toevoeging van de “hulp-woordjes” de diminutieve wijze van de handeling in de
Nederlandse zin weer te geven. Daardoor gaat de stilistische eigenaardigheid van een
Russische werkwoord vaak verloren in de vertaling. Ter illustratie geven we verder een paar
voorbeelden:
(9)
… Митька приоткрыл дверь на террасу… (Tichij Don I: deel I, hfdst 2, 14)
...Mit’ka
priotkryl
dver’
Mit’ka
DIM-openen-PST-M-SG
deur-ACC.SG naar
na
terrasu...
terras-ACC.SG
Mitjka opende de deur die naar het terras leidde... (De stille Don: 20)
Het Russische diminutieve werkwoord priotkryt’, gevormd uit het werkwoord otkryt’
(opendoen), verondersteld een afgezwakte handeling: de jongen doet de deur niet wijd open,
zorgt ervoor dat er maar een kleine kier ontstaat. In de Nederlandse vertaling is echter geen
spoor van de verzachting te zien.
Hieronder geven we nog twee voorbeelden die de soortgelijke gevallen illustreren:
40
(10) Он прихрамывал. (Zolotoj telёnok: 511)
On prichramyval.
hij
DIM-hinken-PST-M-SG
Hij trok met zijn been. (Het gouden kalf: 246)
(11) Кот покачивался в люстре, размахи которой все уменьшались…(Master i
Margarita: 391)
Kot
pokačivalsja
v
ljustre,
kat-SG
DIM-schommelen-PST-M-REFL-SG
in
kroonluchter-ABL.SG
razmachi
kotoroj
vse
slinger-NOM.PL
welke-GEN-F-SG steeds
umen’šalis’...
kleiner worden-PST-REFL-PL
Behemoth zwaaide aan de kroonluchter, waarvan de uitslag steeds geringer werd...(De
meester en Margarita: 374)
In (10) wordt er in de Nederlandse zin in plaats van een werkwoord een uitdrukking “met zijn
been trekken” gebruikt, die eigenlijk dezelfde betekenis heeft als het werkwoord hinken en
geen diminutiviteit uitdrukt in tegenstelling tot het Russische werkwoord prichramyvat’ in de
oorspronkelijke zin. In (11) werd er bij vertaling zo te zien ook niet veel aandacht besteed aan
de weergeving van het Russische diminutieve werkwoord pokačivat’sja uit de specifieke
groep “ondergebroken-verzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj
sposob dejstvija). Noch de verzachting van de handeling, noch het feit dat de handeling zich
met korte onderbrekingen voltrekt, wordt dus in de Nederlandse zin benadrukt.
Hoewel de meeste gevallen waarin de Aktionsart in de Nederlandse vertaling niet
uitgedrukt wordt zijn makkelijk te onderscheiden, kunnen we toch niet altijd met zekerheid
zeggen of de vertaler werkelijk geen poging heeft gedaan om de Russische Aktionsart weer te
geven. Sommige vertalingen zijn wat dat betreft niet doorzichtig genoeg, wat maakt de
categorisering van de voorbeelden een stuk moeilijker:
(12) Тогда я незаметно приподнял скатерть. (Čemodan: 14)
Togda
ja
nezametno
pripodnjal
skatert’.
dan
ik-NOM
onopvallend
DIM-oplichten-PST-M-SG
tafelkleed-ACC.SG
Op dat moment lichtte ik onopvallend het tafelkleed op. (De koffer: p. 33)
In deze zin hebben we te maken met het Russische diminutieve werkwoord pripodnjat’ dat al
vroeger in dit hoofdstuk verscheen onder gevallen waarin de werkwoordelijke diminutiviteit
in de Nederlandse zin met behulp van de “hulp-woordjes” werd uitgedrukt (zie voorbeeld 2).
In dit voorbeeld wordt echter enkel gebruik gemaakt van een Nederlands werkwoord
oplichten dat als synoniem voor het Russische werkwoord podnjat’ dient, net zoals optillen.
41
Maar als we dit voorbeeld nader gaan analyseren, valt het ons op dat het werkwoord oplichten
als een “verzacht” soort optillen zou kunnen worden beschouwd (dankzij de stam ‘licht’ die
voor een verzachtende effect zorgt). Uiteindelijk kunnen we tot een conclusie komen dat in de
Nederlandse zin werd de diminutiviteit wel uitgedrukt door een werkwoord, maar dat is maar
een klein verzachtende tintje dat door het Nederlandse werkwoord toegevoegd wordt. Heeft
de vertaler dat doelbewust of toch niet expres gedaan blijft echter onduidelijk. Daarom
rekenen we zulke voorbeelden tot grensgevallen. Zulke twijfelachtige zinnen komen echter
niet vaak voor in het materiaal.
Voor de diminutieve Aktionsart hebben we in totaal drie mogelijke vertalingswijze
aangetroffen, inclusief gevallen wanneer de wijze van de handeling niet uitgedrukt wordt in
het Nederlands. De inchoatieve Aktionsart die in de volgende paragraaf ter sprake zal komen,
biedt blijkbaar meer flexibiliteit in de vertaling aan en telt daarom meer vertaalstrategieёn.
3.2 Inchoatieve Aktionsart
Als we de tabellen met diminutieve en inchoatieve werkwoorden (zie bijlage) gaan
vergelijken door het aantal werkwoorden in beide groepen te tellen, zien we dat de
inchoatieve Aktionsart in totaal door 90 werkwoorden wordt vertegenwoordigd tegen 110
werkwoorden in de diminutieve Aktionsart, twee subtypen inbegrepen. Hoewel het verschil
blijkbaar helemaal niet groot is, heeft de zoektocht naar de zinnen waarin de werkwoorden
van inchoatieve wijze van de handeling figureren aanzienlijk meer materiaal opgeleverd: 425
zinnen. Dit resultaat toont aan dat de inchoative werkwoorden meer gebruikelijk zijn in de
Russische spreektaal en daarom vaker in de romans voorkomen.
Verderop zullen verschillende vertaalstrategieën aan bod komen die ons in de loop van
het onderzoek opvielen. Daarnaast bespreken we een paar interessante momenten in verband
met sommige constructies die worden gebruikt en oplossingen die de vertalers hebben
bedacht om de werkwoordelijke inchoativiteit in het Nederlands uit te drukken.
3.2.1 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt
1) Vertaling d.m.v. de constructie [beginnen te + infinitief]
Eén van de makkelijkste en daarom de meest voorkomende manier om inchoatieve
wijze van de handeling in een Nederlandse zin te benadrukken is het werkwoord beginnen toe
te voegen bij de vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands. In combinatie met de
infinitiefsvorm van een betekenisdragend werkwoord vormt het een constructie [beginnen te
+ infinitief] die in veel contexten toepasbaar is wanneer men een Russisch inchoatief
42
werkwoord moet vertalen. We kwamen 41 zinnen tegen waarin deze constructie door de
vertalers gebruikt werd:
(1)
Зазвенел колокол, паровоз дал гудок. (Tureckij gambit: 156)
Zazvenel
kolokol,
parovoz
dal
gudok.
INCH-luiden-PST-M-SG
klok-NOM.SG
locomotief-NOM.SG
geven-PST-SG
fluit-ACC.SG
De klok begon te luiden, de locomotief floot. (Turks gambiet: 219)
In dit voorbeeld vervult het inchoatieve werkwoord zazvenet’ de functie van het predicaat in
het eerste deel van de Russische nevenschikkende zin. Dit werkwoord wordt gevormd uit het
werkwoord zvenet’ (luiden in deze context) door de toevoeging van het prefix za- waardoor
de beginfase van de handeling wordt benadrukt. Om het begin van de handeling in de
Nederlandse zin aan te duiden heeft de vertaler gebruik gemaakt van het werkwoord beginnen
gevolgd door de infinitief.
In alle vier romans (de vijfde roman, De stille Don, kwam niet in aanmerking bij het
opzoeken van inchoatieve werkwoorden, zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.1) kwamen we dit soort
voorbeelden tegen. Hier zijn nog een paar zinnen uit het verzamelde materiaal met de
constructie [beginnen te + infinitief] als een markeerder van de inchoativiteit in het
Nederlands:
(2)
В эту минуту дверная ручка конторы задергалась. (Zolotoj telёnok: 361)
V ėtu minutu
dvernaja
1
ručka
op dat moment-ACC.SG
deur-ADJ -NOM.SG
kruk-NOM.SG
kontory
zadёrgalas’.
kantoor-GEN.SG
INCH-rammelen-REFL-PST-F-SG
Op dat moment begon de houten deurkruk van het kantoor te rammelen. (Het gouden
kalf: 156)
(3)
Шлиппенбах захохотал так, что разлетелись бумажные салфетки. (Čemodan: 49)
Šlippenbach
zachochotal
tak,
Slippenbach
INCH-schateren-PST-SG
zo
čto
razletelis’
bumažnyje
salfetki.
dat
alle kanten op vliegen-PST-PL
papier-ADJ–NOM.PL
servet-NOM.PL
Slippenbach begon zo hard te schateren dat de papieren servetjes alle kanten op vlogen.
(De koffer:108)
1
In deze scriptie worden adjectieve, afgeleid van substantieven, met ADJ gemarkeerd om die van andere
adjectieven te onderscheiden.
43
(4)
…сильнее запахло болотными травами…(Master i Margarita: 263)
...sil’nee zapachlo
bolotnymi
travami
…sterker
moeras-ADJ-ABL.PL
kruid-ABL.PL
INCH-geuren-PST-N-SG
...het nog sterker begon te geuren naar moeraskruid...(De meester en Margarita: 251)
Hoewel deze constructie een heel geschikt equivalent lijkt te zijn voor de Russische
inchoatieve Aktionsart, wordt het lang niet in alle gevallen door de vertalers gebruikt.
Bijvoorbeeld, telkens als er twee inchoatieve werkwoorden in de Russische zin staan, wordt er
maar één met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief] vertaald, terwijl het andere
werkwoord in zijn persoonsvorm blijft:
(5)…философ заерзал на кресле и что-то встревожено зашептал переводчику. (Zolotoj
telёnok: 618)
...filosof
zaërzal
na kresle
i
čto-to
...filosoof-NOM.SG
INCH-wiebelen-PST-M-SG
in stoel-ABL.SG
en
iets
vstrevoženo
zašeptal
perevodčiku.
opgewonden/zenuwachtig
INCH-fluisteren-PST-M-SG
tolk-DAT.SG
...begon de filosoof op zijn stoel te draaien en fluisterde iets tegen de tolk. (Het gouden
kalf: 313)
De twee Russische inchoatieve werkwoorden zaërzal en zašeptal, allebei afgeleid uit de
werkwoorden ërzat’ (wiebelen/draaien) en šeptat’ (fluisteren) respectievelijk door toevoeging
van het prefix za-, worden ongelijk naar het Nederlands vertaald wat het weergeven van de
inchoativiteit betreft. Het eerste werkwoord treedt in de combinatie met beginnen te op, en het
tweede staat in de imperfectieve persoonsvorm. Op die manier wilde de vertaler
waarschijnlijk de herhaling van één en dezelfde constructie vermijden zodat de zin mooier
klinkt. Bovendien lijkt het gebruik van de constructie [beginnen te + infinitief] bij het tweede
werkwoord overbodig. In het Nederlands is het namelijk nogal duidelijk dat er een
overschakeling naar een andere actie plaats vindt (van draaien naar fluisteren). Daarom is het
logisch dat de tweede handeling zich in zijn beginfase bevindt. Er is dus geen extra
markeerder van de werkwoordelijke inchoativiteit nodig.
In totaal kwamen we tien gevallen tegen waarin vertalers precies dezelfde strategie
hanteren bij de vertaling van de Russische zin met twee inchoatieve werkwoorden. Er is maar
één voorbeeld waarin het werkwoord beginnen twee keer gebruikt wordt in de Nederlandse
vertaling:
(6)
Однажды Великий Писатель…шумно задышал, зашмыгал носом... (Tureckij
gambit: 8)
44
Odnaždy
Velikij Pisatel’...
šumno
zadyšal,
op een dag
groot-NOM.SG schrijver-NOM.SG
zwaar
INCH-ademen-PST-M-SG
zašmygal
nosom...
INCH-snuiven-PST-SG
neus-ABL.SG
Op een keer ...de Grote Schrijver...begon zwaar te ademen, begon te snuiven...(Turks
gambiet: 14)
In deze variant van de vertaling klinkt de Nederlandse zin naar mijn gevoel wat minder goed
dan het voorafgaande voorbeeld (5). We kunnen echter de keuze van de vertaler in deze zin
proberen te verklaren. Het blijkt uit de context dat de sfeer heel gespannen is. De herhaling
van het werkwoord beginnen dient hier misschien om de handeling te intensiveren en meer
spanning in de situatie te brengen, en wordt daarom in plaats van “begon zwaar te ademen en
te snuiven” gebruikt. Het gewenste effect wordt wel bereikt in deze concrete zin en, sterker
nog, de werkwoordelijke inchoativiteit wordt in beide gevallen uitgedrukt, maar de hele lange
zin klinkt volgens ons toch niet zo mooi als je hem leest.
De bovengenoemde voorbeelden tonen aan dat de vertalers nogal vaak gebruik maken
van de constructie [beginnen te + infinitief], maar ze doen dat heel voorzichtig en proberen
onnodige herhalingen te vermijden. In de meeste gevallen lukt het hen wel goede Nederlandse
equivalenten voor de Russische zinnen te produceren. In dit verband is het belangrijk te
benadrukken dat er een opmerkelijk verschil is tussen het Russisch en het Nederlands: als er
tussen twee acties duidelijk een logisch verband te zien is, is het in het Nederlands niet nodig
om alle werkwoorden door middel van de constructie [beginnen te + infinitief] te vertalen om
het begin van de beide of meerdere handelingen uit te drukken, terwijl in het Russisch alle
werkwoorden wel inchoatief zijn. Verderop zullen we nog een paar soortgelijke situaties
bespreken.
Als we het over de Nederlandse constructie [beginnen te + infinitief] hebben, is het
onmogelijk om nog een ander specifiek Nederlands verschijnsel onbesproken te laten,
namelijk, de manier waarop het Russische inchoatieve werkwoord zagovorit’ meestal vertaald
wordt. In de loop van het onderzoek viel het ons op dat telkens als dit werkwoord, gevormd
uit het werkwoord govorit’ (praten), in de zin staat, het naar het Nederlands gewoon met het
werkwoord beginnen wordt vertaald. Praten is dus weggelaten, maar de weglating van zo’n
cruciaal betekenisdragend element veroorzaakt geen veranderingen in de semantiek van de
zin: zo’n Nederlandse zin beantwoordt aan alle grammaticale regels en klinkt heel natuurlijk.
In dit verband verwijzen we ook naar het lemma beginnen van de Contrastive Verb Valency
45
Dictionary waarin een afzonderlijke betekenis “eerst zeggen” wordt opgenomen (zie List van
CVVD entries).
Er werden elf zulke gevallen in het verzamelde materiaal aangetroffen. In het Russisch
is het soms ook mogelijk dit communicatieve werkwoord door het werkwoord načat’
(beginnen) te vervangen, maar dat komt zeer zelden voor, alleen bij de zinnen waarin het
werkwoord een bijzin met directe rede inleidt (bijvoorbeeld: I on načal: “...”). De
Nederlandse taal beschikt wat dat betreft over een grotere flexibiliteit. Het werkwoord van
communicatie, vooral zagovorit’, dat inchoativiteit in zich draagt en in de hoofdzin staat, kan
bij de vertaling naar het Nederlands niet alleen in de zinnen met de directe rede (7)
weggelaten worden. In een gewone mededelende zin kan het werkwoord beginnen in
combinatie met het voorzetsel over ook zonder een werkwoord van communicatie optreden
(8), hoewel het in het Russisch uitgesloten is. Het werkwoord beginnen neemt in dit geval de
syntactische en semantische functie van het verdwenen inchoatieve werkwoord over door de
handeling zelf en tegelijkertijd de beginfase van deze handeling uit te drukken:
(7)
– Ты сейчас невольно сказал правду, – заговорила она…(Master i Margarita: 416)
Ty
sejčas
nevol’no
skazal
pravdu
jij-NOM
nu
onwillekeurig
zeggen-PST-M-SG
waarheid-ACC.SG
zagovorila
ona…
INCH-praten-PST-SG
zij-NOM
- Zojuist heb je onwillekeurig de waarheid gesproken, begon ze. (De meester en
Margarita: 393)
(8)
Когда я заговорил об этой самой даме, Михеев почему-то насторожился…
(Čemodan:19)
Kogda ja
zagovoril
ob
etoj
toen
INCH-praten-PST-M-SG
over
deze-ABL.SG bewust
ik-NOM
Michejev počemu-to
nastorožilsja…
Michejev
waakzaam worden-PST-M-REFL-SG
opeens
samoj
dame,
dame-ABL.SG
Toen ik over de bewuste dame begon, was Michejev opeens op z’n hoede...(De koffer:
44)
Naast het werkwoord zagovorit’ leveren andere inchoatieve werkwoorden van
communicatie en ook werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen
weergeven bijzonder interessant materiaal op voor dit contrastief Russisch-Nederlands
onderzoek. De zinnen waarin deze werkwoorden figureren (ze zijn trouwens heel frequent in
de romans), kunnen als grensgevallen worden beschouwd. Het zit namelijk zo dat bij de
46
vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands de inchoatieve Aktionsart in sommige
gevallen helemaal niet uitgedrukt wordt, en in andere gevallen wel, met behulp van de
constructie [beginnen te + infinitief]. Zo’n wisselvalligheid is te zien zowel bij de zinnen met
de directe rede als bij de zinnen zonder een geïncorporeerd letterlijk citaat. Die twee gevallen
zullen verderop apart worden bekeken.
De meest omvangrijke groep voorbeelden in de inchoatieve Aktionsart wordt
vertegenwoordigd door de zinnen met een bijzin van de directe rede (221 attestaties). Er
kunnen twee mogelijke varianten van de vertaling onderscheiden worden: de inchoatieve
wijze van de handeling, uitgedrukt door het werkwoord in de hoofdzin, wordt in het
Nederlands niet weergegeven (d.w.z. er wordt gebruik gemaakt van een Nederlands
werkwoord dat een algemene betekenis heeft en goed in de concrete context past) of,
integendeel, wel benadrukt met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief]. De
gevallen waarin er geen markering van de inchoativiteit is, komen het vaakst voor, terwijl de
tweede variant van de vertaling, hoewel het niet uitgesloten is, zelden wordt gebruikt, zoals
blijkt uit de verzamelde voorbeelden. Soms kwamen we beide vertaalstrategieën in één en
dezelfde roman tegen:
(9)
– Мамочка! – завизжал Васисуалий. (Zolotoj telënok: 331)
Mamočka! -
zavizžal
Vasisualij.
moeder-NOM.SG
INCH-gillen-PST-M-SG
Vasisoeali
‘Moeder!’ gilde Vasisoeali. (Het gouden kalf: 139)
(10) -Да! И Яковом! – внезапно завизжал Кукушкинд. (Zolotoj telënok: 186)
– Da! i
Jakovom!
– vnezapno
zavizžal
Kukuškind.
ja
Jakob-ABL.SG
ineens
INCH-gillen-PST-M-SG
Koekosjkind
en
‘Ja, ook Jakob!’ begon Koekoesjkind ineens te gillen. (Het gouden kalf: 49)
In beide voorbeelden wordt het Russische inchoatieve werkwoord zavizžat’, gevormd door de
toevoeging van het prefix za- aan het werkwoord vizžat’ (gillen), door het Nederlandse
werkwoord gillen vertaald. Het enige verschil is dat we in (10) te maken hebben met de
constructie [beginnen te + infinitief], en in (9) niet, terwijl de zinsorganisatie in beide gevallen
zowel in het Russisch als in het Nederlands identiek is: de bijzin van de directe rede vooraan,
gevolgd door de hoofdzin met het werkwoord dat het produceren van hoge, onaangename
geluiden weergeeft.
In de Russische zinnen is het duidelijk dat de handeling die door de genoemde
personages uitgevoerd wordt zich in de beginfase bevindt. Daarvoor zorgt de
47
betekenismodificatie die dankzij de prefixatie in het oorspronkelijke werkwoord vizžat’
gebeurt. Waarom de Nederlandse vertaler besloten heeft in de eerste zin de inchoativiteit uit te
drukken en in de andere niet, blijft niet helemaal duidelijk. Het lijkt ons zeer moeilijk die twee
vertalingswijzen te vergelijken en te beoordelen welke van de twee varianten beter is. Het
hangt er natuurlijk ook vanaf hoe essentieel de vertaler de inchoatieve betekeniscomponent
vindt in één of andere context, omdat men in het Nederlands in dit geval vrije keuze heeft. We
kunnen alleen veronderstellen dat de zin zonder de constructie [beginnen te + infinitief]
natuurlijker klinkt in het Nederlands. De tweede zin kan men trouwens makkelijk naar de
eerste variant omzetten: “‘Ja, ook Jakob!’ gilde Koekoesjkind ineens.” Bij de transformatie
ondergaat de zin geen betekenisverandering en correspondeert volledig met de grammaticale
regels.
Aan de hand van de gelijkaardige voorbeelden kunnen we concluderen dat het
werkwoord beginnen in de Nederlandse taal eerder weggelaten wordt bij de vertaling van de
zinnen waarin het Russische inchoatieve werkwoord een bijzin van de directe rede inleidt. Dat
komt, misschien, doordat het voor Nederlandstaligen vanzelfsprekend is dat de handeling zich
in de beginfase bevindt. Om dat uit te drukken is er geen extra markering nodig. Hier zijn nog
een paar voorbeelden om dat verschijnsel te illustreren:
(11) – Варвара Андреевна! – закричал Ахиллес, вскакивая. (Tureckij gambiet:126)
-Varvara Andrejevna! -
zakričal
Achilles,
Varvara Andrejevna
INCH-schreeuwen-PST-M-SG
Achilles
vskakivaja.
overeind springen-PRS-ADV.PTCP
‘Varvara Andrejevna!’ schreeuwde Achilles en hij sprong overeind. (Turks gambiet:
179)
(12) – Потрясающе! – затрещал Коровьев…(Master i Margarita: 315)
–Potrjasajušče! –zatreščal
Korov’ev...
schitterend
Korovjev
INCH-schetteren-PST-M-SG
Sensationeel! schetterde Korovjev...(De meester en Margarita: 301)
Zelfs het werkwoord zagovorit’ dat reeds ter sprake kwam, wordt heel vaak door
algemene werkwoorden vertaald in het Nederlands, d. w. z. werkwoorden die een bijzin van
de directe rede meestal inleiden: zeggen, spreken, vragen etc. De keuze van een werkwoord
hangt natuurlijk van de context af. Zo lijkt het bijvoorbeeld vrij logisch het werkwoord
48
zagovorit’ in de volgende zin door het werkwoord aanspreken te vertalen. Op die manier
wordt er beklemtoond dat de vraag aan een bepaald persoon gesteld wordt:
(13) И, вообразите, внезапно заговорила она: – Нравятся ли вам мои цветы? (Master i
Margarita: 159)
I
voobrazite,
vnezapno
zagovorila
ona:
en
voorstellen-IMP-PL
opeens
INCH-praten-F-SG
zij-NOM
-Nravjatsja
li
vam
moi
cvety?
leuk vinden-PRS-PL-REFL
of
u-DAT.SG
mijn-NOM.PL
bloemen-NOM.PL
En stel u voor, opeens sprak ze me zelf aan: “Vindt u mijn bloemen mooi?” (De meester
en Margarita: 150)
Het is waarschijnlijk ook zo dat het werkwoord aanspreken een inchoatief tintje in zijn
betekenis draagt (“iemand aanspreken” = “beginnen te praten tegen iemand”). Daarom zou
dat werkwoord tot de lijst van de Nederlandse werkwoorden kunnen worden gerekend die in
kleinere of grotere mate inchoativiteit uitdrukken en daardoor de Russische inchoatieve
werkwoorden in sommige contexten kunnen vervangen.
In de zinnen waarin werkwoorden van communicatie of werkwoorden die verschillende
geluiden en auditieve verschijnselen weergeven de functie van predicaat vervullen, maar
waarin geen letterlijke weergave van iemands woorden plaatsvindt, treffen we precies de
tegenovergestelde situatie aan. Namelijk, in de meeste gevallen wordt de constructie
[beginnen te + infinitief] bij de vertaling gebruikt:
(14) Инженер…зажужжал на него, как большая муха. (Zolotoj telënok: 479)
Inžener
zažužžal
na
nego,
ingenieur-NOM.SG
INCH-brommen-PST-M-SG
tegen
hij-ACC.SG
kak
bol’šaja
mucha.NOM.SG
als
groot-NOM.SG
vlieg-NOM.SG
De ingenieur...begon als een enorme vlieg tegen hem te brommen. (Het gouden kalf:
226)
Van de 24 voorbeelden zijn er slechts zes waarin het beginpunt van de handeling,
uitgedrukt door de bovengenoemde soorten werkwoorden, niet wordt benadrukt in de
Nederlandse vertaling:
(15) Варенуха разрыдался и зашептал дрожащим голосом и озираясь… (Master i
Margarita: 386)
Varenucha razrydalsja
i
zašeptal
49
Varenoecha
in tranen uitbreken-PST-M-SG-REFL
en
INCH-fluisteren-PST-M-SG
drozhašžim
golosom
i
ozirajas’...
trillende-ABL.SG
stem-ABL.SG
en
om zich heen kijken-PRS-ADV.PTCP
…brak Varenoecha in tranen uit en fluisterde om zich heen kijkend met trillende
stem...(De meester en Margarita: 368)
Toevoeging van het werkwoord beginnen lijkt hier overbodig: dat Varenoecha iets begint te
fluisteren als hij in tranen uitbarst is eigenlijk doorzichtig. In dit geval is extra markering van
de inchoativiteit in de Nederlandse taal blijkbaar geen vereiste.
De constructie [beginnen te + infinitief] is kortom heel productief in het Nederlands en
biedt ongetwijfeld een goede mogelijkheid aan om de werkwoordelijke inchoativiteit uit te
drukken, hoewel het lang niet altijd noodzakelijk is om het begin van de handeling te
benadrukken in contexten waarin dat in de Russische taal wel verplicht is. Behalve deze
constructie bestaat er nog een alternatieve oplossing met het werkwoord gaan.
2) Vertaling door middel van de constructie [gaan + infinitief]
Na de verzamelde voorbeelden te hebben geclassificeerd, kregen we het volgende
resultaat: in vergelijking met de constructie [beginnen te + infinitief], komt de gelijkluidende
Nederlandse constructie [gaan + infinitief] minder vaak voor. In de vertalingen van de
uitgekozen romans werden er slechts vijf zinnen aangetroffen waarin het werkwoord gaan
samen met de infinitief van een betekenisdragend werkwoord gebruikt wordt en als
markeerder van de beginfase van de handeling dient.
Niettemin is het onmogelijk enkel op basis van deze gegevens definitief te concluderen
dat deze constructie inderdaad heel weinig gebruikt wordt. Dat moet nog verder onderzocht
worden aan de hand van meerdere boeken en vertalingen. De vertalers geven blijkbaar de
voorkeur aan de constructie [beginnen te + infinitief], maar de constructie [gaan + infinitief]
kan toch wel beschouwd worden als één van de meest productieve manieren om de inchoative
Aktionsart in het Nederlands uit te drukken. Om dat te bewijzen, verwijzen we naar de
werken van verschillende taalkundigen (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.1).
Eén voorbeeld lijkt ons genoeg om het gebruik van de constructie [gaan + infinitief] als
een vertaalstrategie gericht op de weergave van de werkwoordelijke inchoativiteit in het
Nederlands te illustreren:
(16) Может, зажить интеллектуальной жизнью, как мой друг Лоханкин? (Zolotoj
telënok: 616)
Možet,
zažit’
intellektual’noj
žizn’ju,
50
misschien
INCH-beginnen-INF
intellectueel-ABL.SG
kak
moj
drug
Lochankin?
zoals
mijn-NOM.SG
vriend-NOM.SG
Lochankin
leven-ABL.SG
Moet ik soms gaan leven als een intellectueel à la mijn vriend Lochankin? (Het gouden
kalf: 312)
Het Russische werkwoord zažit’, gevormd door de toevoeging van het prefix za- aan het
werkwoord žit’ (wonen/leven), betekent dat iemand een nieuwe levensfase begint, meestal na
iets in zijn leven te hebben veranderd. Bij de vertaling heeft de Russische zin enkele
transformaties ondergaan, waarbij de vertaler onder andere gebruik gemaakt heeft van de
constructie [gaan + infinitief] om de Russische werkwoordelijke inchoativiteit te bewaren.
Uiteindelijk is het gelukt een Nederlandse zin te produceren die volledig met het Russische
origineel correspondeert, zelfs op het gebied van de Aktionsart.
3) Vertaling door middel van de constructies met de werkwoorden zetten en slaan of
met behulp van andere woordcombinaties
Behalve [gaan + infinitief] en [beginnen te + infinitief] zijn er in het Nederlands nog
andere constructies die voor de weergave van de inchoatieve Aktionsart zorgen, maar die
weinig voorkomen in vergelijking met de besproken varianten. Tijdens het onderzoek hebben
we één voorbeeld aangetroffen waarin de constructie met het werkwoord zetten inchoativiteit
uitdrukt (17) en één voorbeeld van de constructie met het werkwoord slaan (18):
(17) Лишь только Тузбубен вбежал в кабинет финдиректора, он зарычал…(Master en
Margarita: 213)
Liš’ tol’ko
Tuzbuben
vbežal
zodra
Ruitenaas
binnenrennen-PST-M-SG
v
kabinet
findirektora,
in
kantoor-ACC.SG
financieel directeur-GEN.SG
on
zaryčal…
hij-NOM
INCH-janken-PST-M-SG
Zodra Ruitenaas het kantoor van de financieel directeur was binnengerend, zette hij het
op een janken...(De meester en Margarita: 200)
Om de handeling die het Russische inchoatieve werkwoord zaryčat’, gevormd uit het
werkwoord ryčat’ (janken, brullen), zo precies mogelijk proberen weer te geven, heeft de
vertaler het de constructie “het op X zetten” gekozen. De keuze is niet toevallig: deze
Nederlandse constructie heeft betekenis “iets beginnen” die correspondeert met het Russische
51
werkwoord zaryčat’. De infinitief janken duidt het geproduceerde geluid aan en preciseert de
handeling. Op die manier worden alle betekenisnuances van het Russische werkwoord
zaryčat’ volledig in de Nederlandse zin weergegeven.
(18) Заплясал Глухарев с поэтессой Тамарой Полумесяц, заплясал Квант…(Master I
Margarita: 69)
Zapljasal
Glucharev
INCH-dansen-PST-M-SG Gloecharjov
s
poėtessoj
Tamaroj Polumesjac,
met
dichteres-ABL.SG
Tamara Halvemaan-ABL.SG
zapljasal
Kvant…
INCH-dansen-PST-M-SG
Kvant
Gloecharjov danste met de dichteres Tamara Halvemaan, Kvant sloeg aan het
dansen...(De meester en Margarita: 66)
Dit voorbeeld onderscheidt zich van de rest omdat er twee keer één en hetzelfde Russische
inchoatieve werkwoord zapljasat’ in de meervoudige zin wordt gebruikt dat in beide gevallen
naar het Nederlands op verschillende manieren wordt vertaald. In de eerste deelzin vond de
vertaler het blijkbaar onnodig de werkwoordelijke inchoativiteit uit te drukken. De mogelijke
verklaring is de positie van het werkwoord in het begin van de hele zin: de nieuwe zin is net
begonnen, en er is blijkbaar overschakeling gebeurt naar een nieuwe actie (dansen). De
Nederlandse lezer die deze zin leest, vertrekt er vanuit wat er eerder in de tekst gebeurde, en
voor hem is het waarschijnlijk duidelijk dat de handeling zich in zijn beginfase bevindt.
Bovendien, de hele zin zou minder goed klinken als de vertaler in de eerste deelzin,
bijvoorbeeld, met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief] de inchoatieve wijze
van de handelingen zou weergeven, aangezien de inchoatieve Aktionsart bij het Russische
werkwoord in de tweede deelzin wel wordt benadrukt. De woordcombinatie “sloeg aan het
dansen”, waarin het werkwoord slaan een vaste constructie vormt met het voorzetsel aan, een
lidwoord het en een infinitief van het werkwoord, duidt aan dat de handeling ineens begint, en
kan daarom als een perfecte vertaling van het Russische inchoatieve werkwoord worden
beschouwd.
In de loop van het onderzoek viel het ons op dat de vertalers soms gebruik maken van
allerlei vaste woordcombinaties om de Russische inchoatieve Aktionsart in de Nederlandse
tekst uit te drukken. Hoewel deze manier van de vertaling in vergelijking met de constructie
[beginnen te + infinitief] relatief weinig voorkomt (we hebben in totaal tien voorbeelden
geteld), lijkt het een goede alternatieve oplossing te zijn naast de bovengenoemde constructies
met de Nederlandse werkwoorden zetten en slaan. Deze variatie maakt het mogelijk een
52
mooie Nederlandse tekst te produceren en onnodige herhaling van het werkwoord beginnen te
vermijden. Meestal gaat het over vaste woordcombinaties met een werkwoord als kern:
(19) …и сказал что-то, от чего остальные засмеялись. (Tureckij gambit:16)
...i
skazal
čto-to,
ot čego
vse
zasmejalis’.
en
zeggen-PST-SG
iets-ACC
waarvan
iedereen-NOM
INCH-lachen-PST-PL
...en zei iets waarvan de rest in de lach schoot. (Turks gambiet: 25)
De Nederlandse uitdrukking “in de lach schieten” past heel goed in deze zin: aan de ene kant
wordt de betekenis van het Russische werkwoord smejat’sja weergegeven (de publiek lacht
als ze iets grappigs hoort), aan de andere kant wordt de inchoatieve wijze van de handeling
dat door de toevoeging van het prefix za- in de betekenis van het Russische werkwoord
opduikt, ook benadrukt: “in de lachen schieten” betekent uiteraard “plotseling beginnen te
lachen” zoals het in Van Dale Online wordt aangegeven.
Bij deze groep hoort nog een kort voorbeeld dat we hier willen bekijken:
(20) Майор заговорил. (Čemodan: 21)
Major
zagovoril.
majoor-NOM.SG INCH-praten-PST-M-SG
De major nam het woord. (De koffer: 48)
Dit voorbeeld vonden we interessant omdat het nog één mogelijkheid van de vertaling van het
vaak voorkomende Russische inchoatieve werkwoord zagovorit’ voorstelt. Dit keer met
behulp van een vaste uitdrukking “het woord nemen” die impliceert dat de spreker aan het
woord kwam, dus begon te praten. Zo wordt de inchoatieve wijze van de handeling in de
Nederlandse zin bewaard.
4) Het Nederlandse werkwoord zelf drukt de inchoativiteit uit
Net als bij de diminutieve Aktionsart bestaat ook bij de inchoatieve Aktionsart in
sommige gevallen de mogelijkheid om die door middel van een Nederlands werkwoord uit te
drukken. Meestal worden de inchoatieve werkwoorden van communicatie of werkwoorden
die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven op die manier vertaald. Het
valt op dat de groep van de Nederlandse werkwoorden die betekenisovereenkomsten vertonen
met de Russische inchoatieve werkwoorden, zeer beperkt is. Zo kwamen we in de loop van
het onderzoek 17 zinnen tegen waarin deze vertaalstrategie wordt gehanteerd, maar dat
betekent natuurlijk niet dat we 17 verschillende Nederlandse werkwoorden hebben
aangetroffen. Sommige voorbeelden lijken op elkaar omdat er bij de vertaling van het
53
predicaat één en hetzelfde Nederlandse werkwoord wordt gebruikt. We bespreken hier een
paar aangetroffen voorbeelden:
(21) Козлевич вспомнил о погибшей Антилопе…и запел латинскую молитву. (Zolotoj
telënok: 514)
Kozlevič
vspomnil
o
pogibšej
Antilope…
Kozlevitsj
zich herinneren-PST-M-SG over
overleden-ABL.SG
Antilope-ABL.SG
i
zapel
latinskuju
molitvu.
en
INCH-zingen-PST-M-SG
Latijns-ACC.SG
gebed-ACC.SG
Kozlevitsj herinnerde zich de overleden Antilope... en hief een Latijns gebed aan. (Het
gouden kalf: 247)
Het Russische inchoatieve werkwoord zapet’ is afgeleid uit het werkwoord pet’ (zingen) door
de toevoeging van het prefix za- wat de modificatie van de betekenis veroorzaakt: de
klemtoon ligt op het begin van de handeling. De Nederlandse vertaler heeft een equivalent
voor het Russische werkwoord in de Nederlandse taal gevonden - het werkwoord aanheffen
dat eigenlijk precies dezelfde betekenis heeft als zapet’ - “beginnen te zingen” (Prisma
Handwoordenboek Nederlands). Op die manier werd het probleem dat bij de vertaling van de
Russische inchoatieve werkwoorden naar het Nederlands opduikt, succesvol opgelost.
In het volgende voorbeeld wordt dezelfde vertaalstrategie gehanteerd:
(22) Ополоумевший дирижер…взмахнул палочкой, и оркестр не заиграл……(Master
en Margarita: 149)
Opoloumevšij
dirižër
...vzmachnul
paločkoj,
verdwaasd-NOM.SG
dirigent-NOM.SG
heffen-PST-M-SG
stokje-ABL.SG
i
orkestr
ne
zaigral…
en
orkest-NOM.SG
niet
INCH-spelen-PST-M-SG
...hief de verdwaasde dirigent zijn stokje, en het orkest zette niet in...(De meester en
Margarita: 142)
Dit is weer een geval van een volledige betekenisovereenkomst tussen het Russische
inchoatieve werkwoord in het origineel en het door de vertaler gekozen Nederlandse
werkwoord. In de bedoelde betekenis van inzetten zitten alle nodige betekeniscomponenten
die zorgen zowel voor de benaming van de handeling zelf als voor de weergave van de
werkwoordelijke inchoativiteit (dit werkwoord beschikt eigenlijk over een hele reeks
betekenissen, onder andere “beginnen te zingen of te spelen, aanheffen” (Prisma
Handwoordenboek Nederlands)). Dankzij deze semantische eigenschap kan het werkwoord
54
inzetten makkelijk het Russische inchoatieve werkwoord zaigrat’, gevormd uit het
werkwoord igrat’ (spelen), vervangen bij de vertaling naar het Nederlands.
Voorbeelden als (21) en (22) komen echter zeer zelden voor omdat er maar een klein
aantal werkwoorden in het Nederlands is die als volledige equivalenten voor de Russische
specifieke werkwoorden kunnen worden beschouwd, zoals wij al bij de bespreking van de
diminutieve Aktionsart hebben opgemerkt. De vertaalstrategie waarbij de vertaler gebruik
maakt van de besproken constructies met werkwoorden beginnen, gaan of zetten, zijn meer
frequent.
In sommige gevallen is het moeilijk te bepalen of een Nederlands werkwoord wel iets
inchoatiefs in zijn betekenis heeft en om die reden door de vertaler werd gekozen. De grens is
met de gevallen waarin de Aktionsart helemaal niet wordt uitgedrukt in de Nederlandse
vertaling is weer zeer vaag, net zoals bij de diminutieve Aktionsart. Zo wordt het Russische
werkwoord zachochotat’ door het Nederlandse werkwoord (het) uitproesten vertaald in het
onderstaande voorbeeld:
(23) И все захохотали. (Čemodan: 43)
I
vse
zachochotali.
en
iedereen-NOM
INCH-schaterlachen-PST-PL
En ze proesten het allemaal uit. (De koffer: 95)
De Nederlandse zin past ongetwijfeld heel goed in de context, beter zou men de
Russische zin waarschijnlijk niet kunnen vertalen. Hierbij valt het op te merken dat het
werkwoord uitproesten qua semantische invulling niet helemaal op de werkwoorden
aanheffen of inzetten lijkt. De laatste twee benadrukken de beginfase van de handeling, dat
wordt zelfs in het woordenboek duidelijk gemaakt (zie Prisma Handwoordenboek
Nederlands). Bij het werkwoord uitproesten is de inchoativiteit minder expliciet. Uit de
context blijkt het natuurlijk dat de handeling (schateren) begint. Daarbij speelt het
voorzetselbijwoord uit ook een belangrijke rol: het geeft aan dat men de lach naar buiten wil
laten omdat hij het niet meer kan inhouden. In dit geval heeft het voorzetselbijwoord uit
namelijk het betekenisaspect ‘buitenwaartse richting’ toe aan het werkwoord proesten (de
Haas en Trommelen 1993: 113). Op het moment wanneer de lach uit is, dus het proces begint,
wordt de handeling ook beëindigd. Het werkwoord uitproesten drukt dus het begin en
tegelijkertijd het einde van het proces uit.
Zulke semantische nuances zijn altijd moeilijk te interpreteren, daarom durven we hier
niet te beweren dat dit werkwoord tot dezelfde groep van Nederlandse werkwoorden behoort
55
als aanheffen of inzetten wat de weergave van de inchoativiteit betreft. Hetzelfde geldt voor
de werkwoorden uitbarsten en uitbreken, die hetzelfde voorzetselbijwoord uit bevatten en
vaak in de Nederlandse vertalingen in soortgelijke contexten voorkomen, namelijk op de
plaats van de Russische inchoatieve werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve
verschijnselen weergeven (“in lachen uitbarsten” - zasmejat’sja, “in tranen uitbreken” –
zaplakat’).
Uiteindelijk kunnen we samenvatten dat de voorbeelden waarin een Russisch inchoatief
werkwoord door een Nederlands werkwoord wordt vervangen met voorzichtigheid moeten
worden geïnterpreteerd.
5) Vertaling door middel van een woordcombinatie met werkwoorden worden en raken
Van alle aangetroffen vertaalstrategieën ligt deze ergens aan de grens tussen de gevallen
waarin de werkwoordelijke inchoativiteit in het Nederlands wel wordt uitgedrukt waarin dat
niet het geval is. Juist omdat het de meest twijfelachtige vertaalstrategie is, kunnen we het niet
buiten beschouwing laten.
Het zit namelijk zo dat sommige Russische werkwoorden al in hun oorspronkelijke
vorm (d.w.z. nog voor de prefixatie en erbij horende betekenismodificatie) veel moeilijkheden
bezorgen aan de vertalers omdat er geen goede Nederlandse equivalenten bestaan. Zo moet
men bijvoorbeeld om de werkwoorden toskovat’, suetit’sja, volnovat’sja naar het Nederlands
te vertalen, op zoek gaan naar verschillende beschrijvende varianten die in de concrete
context het meest toepasbaar zijn. Een van de mogelijke vertalingswijzen is het gebruik van
woordcombinaties, onder andere het werkwoord zijn samen met een adjectief of een voltooid
deelwoord, bijvoorbeeld: toskovat’ – “bedroefd zijn” (een van de betekenissen) of suetit’sja –
“bedrijvig zijn/druk in de weer zijn”, etc.
Hetzelfde geldt voor de inchoatieve afleidingen van deze specifieke Russische
werkwoorden. Het viel ons op dat heel vaak wanneer dit soort inchoatieve werkwoorden in de
tekst verschijnen, ze door middel van een woordcombinatie met het koppelwerkwoord
worden of raken en een adjectief/voltooid deelwoord als gezegde worden vertaald. Hier zijn
een paar voorbeelden ter illustratie (in totaal kwamen we negen zulke voorbeelden tegen):
(24) …Васисуалий
Андреевич
почему-то
затосковал
и
стал
даже
легонько
брыкаться…(Zolotoj telënok: 329)
…Vasisualij Andreevič
počemu-to
zatoskoval
Vasisoeali Andrejevitsj
om een of andere reden
INCH-bedroefd zijn-PST-M-SG
i
stal
daže
legon’ko
brykat’sja…
en
INCH-beginnen-PST-M-SG
zelfs
enigszins
achteruitslaan-INF
56
...Vasisoeali om een of andere reden bedroefd werd en zelfs enigszins achteruit begon te
slaan, en duwde hem met een stomp in de rug de keuken in. (Het gouden kalf: 137)
(25) Шеф жандармов заволновался…(Tureckij gambit: 115)
Šef
žandarmov
zavolnovalsja,
chef-NOM.SG
gendarme-GEN.PL
INCH-opgewonden raken-PST-M-SG-REFL
De chef der gendarmerie raakte opgewonden…(Turks gambiet: 162)
In beide zinnen worden Russische inchoatieve werkwoorden met behulp van de
woordcombinatie vertaald: zatoskovat’ – “bedroefd worden” en zavolnovat’sja –
“opgewonden raken”. Hier kunnen de Nederlandse werkwoorden worden en raken als
synoniemen worden beschouwd: ze betekenen dat iemand in een bepaalde psychologische
toestand komt. De vraag is of in deze voorbeelden de inchoatieve Aktionsart wel
weergegeven wordt of niet. Naar mijn mening wordt de inchoativiteit in de Nederlandse
zinnen wel uitgedrukt. Ten eerste kan het koppelwerkwoord worden volgens de elektronische
ANS in bepaalde contexten de betekenis “beginnen te zijn” hebben (E-ANS, paragraaf
20.1.3.2). Ten tweede hoort dat werkwoord ook bij zogenoemde “mutatieve werkwoorden”
die aspectische relaties uitdrukken: overgang van begin van de actie naar een bepaalde
toestand (Vandeweghe 2004: 107). Het koppelwerkwoord raken komt in sommige gevallen
als equivalent van worden voor en heeft hetzelfde semantische en aspectuele eigenschappen
(E-ANS, paragraaf 20.1.3.2; Vandeweghe 2004: 107). Dus, in (24) en (25) is er aan de ene
kant geen expliciet begin van de handeling of het proces. Aan de andere kant gaat het over de
verandering van stemming, dus de beginfase wordt geïmpliceerd, hoewel het zo kort is dat het
bijna niet wordt aangevoeld. Het begin, de voortgang en het einde van de handeling zijn heel
nauw met elkaar verbonden.
Aangezien het onmogelijk lijkt deze Russische inchoatieve werkwoorden anders te
vertalen zonder de zin te belasten met verschillende constructies die in deze context slecht
zouden klinken, stellen we voor de woordcombinaties met de Nederlandse werkwoorden
worden en raken als een vermoedelijke lichte aanwijzing voor de inchoativiteit te
beschouwen. Maar er moet toegevoegd worden dat alleen geldt voor de gevallen waarin geen
andere (mooiere) variant van de vertaling mogelijk is.
3.2.2 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt
De cijfers die we voor de inchoatieve Aktionsart hebben gekregen, verschillen
aanzienlijk met de resultaten bij de diminutieve Aktionsart: van de 425 verzamelde
voorbeelden wordt de inchoativieve wijze van de handeling in de 74 Nederlandse zinnen niet
57
uitgedrukt. De zinnen met de directe rede waarin de inchoativiteit van de Russische
werkwoorden in de hoofdzin meestal geen weerslag in het Nederlands hebt (zie hoofdstuk 3,
3.2.1), zijn echter niet inbegrepen. Dit heeft te maken met het feit dat er vooral identieke
voorbeelden zijn waarin vaak één en hetzelfde werkwoord voorkomt (zoals zagovorit’,
zašeptat’ etc.). Daarom lijken deze gevallen minder relevant te zijn voor de totale cijfer.
Niettemin, rekening houdend met de laatste opmerking, toont het genoemde resultaat aan dat
de inchoatieve Aktionsart, in vergelijking met de diminutieve Aktionsart, vaker in het
Nederlands wordt weergegeven.
De voorbeelden waarbij dit niet het geval is, zijn niet helemaal gelijksoortig. De
afwezigheid van de inchoativiteit in het Nederlands kan namelijk op verschillende manieren
worden verklaard. De vertaler kan bijvoorbeeld besluiten dat de benadrukking van de
inchoatieve Aktionsart in de Nederlandse zin niet nodig is omdat het vrij duidelijk is dat de
handeling begint, zoals blijkt uit de volgende voorbeelden:
(26) Она села на свой мешок и заплакала ледяными слезами. (Zolotoj telënok: 314)
mešok
Ona
sela
na
svoj
zij-NOM
gaan zitten-PST-F-SG
op
haar-ACC.SG zak-ACC.SG
zaplakala
ledjanymi
slezami.
INCH-wenen-PST-F-SG
ijskoud-ABL.PL
traan-ACC.PL
i
en
Ze ging op haar tas zitten en weende ijskoude tranen. (Het gouden kalf: 128)
In (26) gaat de eerste handeling (gaan zitten) aan de tweede (wenen) vooraf waardoor het
duidelijk wordt dat de tweede handeling zich in de beginfase bevindt. Daarom is er in het
Nederlands geen verwijzing naar het inchoatieve karakter van de handeling nodig. Dit in
tegenstelling tot de Russische taal, waarin deze werkwoordelijke eigenschap door middel van
de toevoeging van het prefix za- aan het werkwoord plakat’ (huilen, wenen) wordt uitgedrukt.
(27) Узнав пришельца, она приветливо заулыбалась ему, закивала головой…(Master i
Margarita: 355)
Uznav
prišel’ča,
herkennen-PST-ADV.PTCP nieuwkomer-ACC.SG
ona
privetlivo
zij-NOM
vriendeliijk
zaulybalas’
emu,
INCH-glimlachen-PST-F-SG-REFL
hem-DAT.SG INCH-knikken-PST-F-SG
zakivala
golovoj...
hoofd-ABL.SG
Toen ze de gast herkende, glimlachte ze hem vriendelijk toe, knikte...(De meester en
Margarita: 339)
In (27) hebben we weer te maken met opeenvolgende handelingen. Deze volgorde van
de werkwoorden zorgt ervoor dat het in het Nederlands niet nodig is de inchoativiteit van de
58
handeling te beklemtonen. Hoewel de extra markering van de inchoativiteit op het eerste
gezicht wel overbodig lijkt, brengt dit voorbeeld ons een beetje aan het twijfelen of het altijd
klopt. Het zit namelijk zo dat de inchoatieve werkwoorden zaulybat’sja en zakivat’ in de
Russische zin aanzienlijk verschillen met machnyt’ (wuiven): dit laatste werkwoord geeft een
eenmalige handeling weer die heel kort duurt, terwijl de twee inchoatieve werkwoorden de
klemtoon op de beginfase van de handeling leggen die zeker een tijd na het begin aan de gang
is. Dit verschil wordt heel sterk aangevoeld in het Russisch, maar lijkt in de Nederlandse zin
verloren te zijn gegaan, hoewel het misschien in deze context wel van belang is te
benadrukken.
In sommige gevallen waarin de inchoatieve Aktionsart in het Nederlands niet wordt
uitgedrukt lijkt het nog moelijker de keuze van de vertaler te verklaren. De Nederlandse
zinnen zonder expliciete aanduiding van de inchoatieve wijze van de handeling klinken nogal
dubbelzinnig. Zo kan men in de volgende voorbeelden de handeling die door de onderstreepte
werkwoorden wordt genoemd op twee manieren interpreteren: de handeling of het proces dat
zich in de beginfase verkeert of toch al een tijdje duurt:
(28) Он захватил большую квартиру…и открыто в ней зажил. (Zolotoj telënok: 191)
On
zachvatil
hij-NOM in bezit nemen-PST-M-SG
bol’šuju
kvartiru
groot-ACC.SG
flat-ACC.SG
i
otkryto
v nej
zažil.
en
in alle openheid
daarin
INCH-wonen-PST-M-SG
Hij betrok een grote woning...en woonde er in alle openheid. (Het gouden kalf: 52)
(29) Далеко внизу забегали люди по тротуару... (Master I Margarita: 273)
Daleko vnizu
zabegali
ver
INCH-rennen-PST-PL mensen-NOM
beneden
ljudi
po
trotuaru...
op
trottoir-DAT.SG
Diep onder haar renden mensen over het trottoir...(De meester en Margarita: 261)
Deze voorbeelden zijn helder genoeg, daarom geven we geen uitgebreid commentaar erop.
De vertaalstrategieën waarmee men de inchoatieve Aktionsart in het Nederlands kan
uitdrukken, beperken zich blijkbaar niet enkel tot het aantal middelen die wij in de loop van
het onderzoek hebben onderscheiden. Er blijven zeker nog een paar mogelijkheden ter
beschikking van de vertalers staan. In de bestaande classificaties, die wij in het eerste
hoofdstuk hebben genoemd, worden er nog een aantal alternatieve oplossingen als voorbeeld
gegeven (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.1) die wij echter niet in de vier romans zijn
59
tegengekomen. Niettemin kunnen we de beschreven categorieën waarschijnlijk tot de meest
voorkomende rekenen.
3.3 Saturatieve Aktionsart
De
saturatieve
Aktionsart
vertegenwoordigt
één
van
de
meest
productieve
woordvormingsmodellen: nieuwe, saturatieve werkwoorden kunnen uit een groot aantal
Russische werkwoorden gevormd worden door de toevoeging van het prefix na- en een
reflexief suffix –sja. Maar ondanks de hoge productiviteit van dit woordvormingsprocédé zijn
de afgeleide saturatieve werkwoorden niet heel frequent in vergelijking met, bijvoorbeeld,
inchoatieve werkwoorden. Dat is wellicht te wijten aan hun stilistische kenmerken (de
saturatieve werkwoorden zijn uiterst informeel en komen uitsluitend in de spreektaal of vaak
in de informele omgangstaal voor). Het zeer specifieke karakter van de handeling die de
saturatieve werkwoorden aanduiden, speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in hun gebruik:
de handeling of het proces bereikt het hoogste punt waarin men volledige voldoening vindt,
wat soms extreme vormen aanneemt. Als we deze argumenten in aanmerking nemen, lijken
de resultaten die we in de loop van het onderzoek hebben gekregen helemaal niet
verbazingwekkend.
De zoektocht naar de zinnen met saturatieve werkwoorden heeft namelijk in totaal
slechts 18 voorbeelden opgeleverd, en in de romans Turks gambiet en De koffer kwamen er
zelfs helemaal geen saturatieve werkwoorden voor. Hoewel dat aantal zeer klein is, vertoont
het verzamelde materiaal een zekere diversiteit aan vertaalstrategieën. In de groep van de
vertaalde zinnen waarin blijkbaar een poging gedaan werd om het saturatieve karakter van de
handeling in het Nederlands te benadrukken, vallen drie mogelijke vertalingswijzen te
onderscheiden. We hebben het hier over “een poging” want het lukt de vertalers in de meeste
gevallen niet om de werkwoordelijke saturativiteit in volledige mate uit te drukken, d. w. z. zo
expressief als in het origineel.
3.3.1 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt
6) Vertaling d.m.v. een woordcombinatie of een vaste uitdrukking
Om de saturatieve Aktionsart uit te drukken gaan de vertalers in sommige contexten weer, net
als bij de diminutieve en inchoatieve Aktionsarten, op zoek naar verschillende
woordcombinaties in het Nederlands die later op de plaats van de Russische saturatieve
werkwoorden in de Nederlandse vertaling zullen komen te staan. De sporen van deze strategie
hebben we vier keer aangetroffen.
60
In het volgende voorbeeld wordt het Russische saturatieve werkwoord napit’sja,
gevormd uit het werkwoord pit’ (drinken) door de toevoeging van het prefix na- en het suffix
–sja, door een woordcombinatie “een ferme slok nemen” in de vertaling vervangen:
(1)
…он приложился к круглому отверстию в примусе и напился бензину. (Master i
Margarita: 390)
...on
priložilsja
k
kruglomu
otverstiju v
hij-NOM leggen tegen-PST-M-SG-REFL tegen rond-DAT.SG gat-DAT.SG in
i
napilsja
benzinu.
en
SAT-drinken-PST-M-SG-REFL
benzine-ACC.SG
primuse
primus-ABL.SG
...zette hij de mond aan het ronde vulgat van de primus en nam een ferme slok. (De
meester en Margarita: 373)
De woordcombinatie “een ferme slok nemen” geeft een handeling weer die eenmalig
plaatsvindt (een slok) en in dit opzicht helemaal niet met het oorspronkelijke Russische
werkwoord correspondeert. Het saturatieve werkwoord napilsja in de Russische zin
veronderstelt dat de handeling een zekere tijd duurt: de kat dronk benzine totdat hij er genoeg
van had. Ondanks dit verschil in het verloop van de handeling wordt er toch een belangrijk
semantisch element in de vertaling bewaard. Het adjectief ferm dat in de woordcombinatie
geïncorporeerd werd, wijst erop dat de kat veel benzine in één keer dronk, zóveel dat hij
misschien niet meer wilde. Op die manier wordt de saturativiteit van de handeling
geïmpliceerd, hoewel de bevrediging natuurlijk niet even sterk wordt uitgedrukt als door het
Russische saturatieve werkwoord wordt uitgedrukt.
In de twee van de vier voorbeelden werd in plaats van een woordcombinatie een vaste
uitdrukking gebruikt. In beide gevallen gaat het over één en dezelfde Nederlandse
uitdrukking. Hier is één van de aangetroffen voorbeelden:
(2)
Наполеон…был так красен, словно бы успел основательно нализаться. (Zolotoj
telënok: 463-464)
Napoleon... byl
tak krasen,
slovno by
uspel
Napoleon
zo
alsof
(erin) slagen-PST-M-SG
zijn-PST-M-SG
rood
osnovatel’no
nalizat’sja.
klem
SAT-zuipen1-INF-REFL
1
Hier nalizat’sja in zijn tweede, figuurlijke betekenis (zuipen tot de volledige verzadiging), hoewel dat ook eerste, letterlijke
betekenis bestaat (likken tot de volledige verzadiging). Zie: Balachonova, L. I. et al. (reds.) (2008). Bol’šoj Akademičeskij
Slovar’ (BAS), deel 11. Moskva: Nauka
61
Napoleon...had een rood hoofd alsof hij al een flink stuk in zijn kraag had. (Het gouden
kalf: 217)
Het Russische saturatieve werkwoord nalizat’sja, gevormd uit het werkwoord lizat’ (likken)
door de toevoeging van een prefix na- en een suffix –sja, treedt in deze context op in zijn
figuurlijke betekenis, als een synoniem van napit’sja (in de betekenis “veel alcohol drinken en
dronken worden”). Dit werkwoord komt alleen in de volkstaal voor en is ironisch getint. Bij
de vertaling werd het door de Nederlandse uitdrukking “een (flink) stuk in zijn kraag hebben”
vervangen. Dat bleek een heel goede beslissing van de vertaler te zijn. Door die uitdrukking te
gebruiken heeft de vertaler niet alleen het cruciale ironische element bewaard, maar ook het
saturatieve karakter van de handeling benadrukt: het drinken van het alcohol heeft zijn uiterste
grens bereikt waarbij de mens volledige voldoening vond - dronken werd.
Nog één mogelijke variant, die we tegengekomen zijn, is het proberen de handeling die
tot de volledige verzadiging leidt, te beschrijven door middel van een bijzin. Deze strategie
lijkt een effectieve oplossing te zijn vooral als men een saturatieve werkwoord in de vorm van
een adverbiaal participium (deepričastije) moet vertalen, zoals in het volgende voorbeeld:
(3)
…Анфиса, наплакавшись вволю, легла спать…(Master i Margarita: 86)
Anfisa, naplakavšis’
Anfisa
vvolju,
legla
spat’…
SAT-huilen-PST-ADV.PTCP-REFL naar hartenlust/genoeg liggen-PST-F-SG slapen-INF
...Anfisa huilde tot ze niet meer kon en ging...naar bed. (De meester en Margarita: 84)
De combinatie van het Nederlandse werkwoord huilen en de daaropvolgende bijzin “tot ze
niet meer kon” drukt uit dat de handeling zich tot de volledige verzadiging van het huilende
meisje voltrekt en ophoudt wanneer dat hoogste punt bereikt is. Op die manier worden alle
semantische kenmerken van het Russische werkwoord naplakat’sja, afgeleid uit het
werkwoord plakat’ (huilen), in de Nederlandse vertaling weergegeven.
7) Vertaling met behulp van een Nederlands werkwoord
Er zijn zes gevallen aangetroffen waarin op de plaats van een Russisch saturatief
werkwoord een Nederlands werkwoord verschijnt dat de semantische kenmerken bezit die tot
zekere hoogte de saturatieve wijze van de handeling weergeven. Hoewel dit aantal ietsje
groter is dan bij de bovengenoemde strategie, kan het ons nauwelijks tot de conclusie brengen
dat de vertaling met behulp van een werkwoord meer productiever is dan het gebruik van een
woordcombinatie. De helft van de aangetroffen zinnen lijkt sterk op elkaar aangezien deze
zinnen één en hetzelfde Russische saturatieve werkwoord bevatten. Daarom vertonen de
Nederlandse vertalingen ook overeenkomsten met de originele zinnen in de representatie van
62
het saturatieve werkwoord. Hier gaat het weer over het werkwoord napit’sja (in de betekenis
“veel alcohol drinken en daarvan dronken worden”) dat zowel in deze als in de andere
betekenis “veel water of een andere, alcoholvrije drank drinken en er je dorst volledig lessen ”
(zie voorbeeld 1) aanzienlijk vaker in de romans voorkomt dan alle andere saturatieve
werkwoorden:
(4)
…четыре ночи переспал с женой, а на пятые сутки напился…(Tichij Don I: deel II,
hfdst 18, 214)
...četyre noči
perespal
s
ženoj,
vier
slapen-PST-M-SG
met
vrouw-ABL.SG
nacht-ACC.PL
a
na
pjatye
sutki
napilsja...
en
op
vijfde-ACC.PL
etmaal-ACC.PL SAT-zich bedrinken-PST-M-SG
Na vier nachten bij haar geslapen te hebben, bedronk hij zich op de vijfde dag...(De
stille Don I: 212)
In deze context zou men nauwelijks een betere variant kunnen verzinnen dan het Nederlandse
werkwoord zich bedrinken te gebruiken dat eigenlijk als een volledige equivalent voor het
Russische napit’sja kan worden beschouwd omdat ze allebei in zekere zin de hoogste graad
van “de verzadiging” uitdrukken die de mens bereikt onder de invloed van alcohol.
Bovendien valt het op dat zich bedrinken ook een afgeleid werkwoord is, namelijk, reflexief
met een prefix be- en vergelijkbare connotatie heeft als het Russische napit’sja in deze
voorbeeld: veel drinken van ellende.
In de roman De meester en Margarita hebben wij een soortgelijk voorbeeld
aangetroffen waarin de vertaler echter het werkwoord bezatten gekozen heeft om het
Russische saturatieve werkwoord napit’sja te vertalen. Dit Nederlandse werkwoord heeft
dezelfde betekenis als zich bedrinken en kan in deze context ongetwijfeld ook gebruikt
worden.
De Nederlandse werkwoorden zich bedrinken en zich bezaten zijn echter de enige
aangetroffen werkwoorden die zo sterk op het Russische werkwoord lijken dat ze zelf
saturatief zouden kunnen worden genoemd. De andere helft van de voorbeelden is in die zin
minder representatief en bestaat uit twijfelgevallen die eigenlijk aan de grens staan met de
voorbeelden waarin de saturatieve Aktionsart in de vertaling helemaal niet wordt benadrukt.
Ter illustratie geven we het meest interessante voorbeeld:
(5)
- И когда ты находишься?.. (Tichij Don I: deel II, hfdst 12, 183)
I
kogda
ty
nachodiš’sja?..
en
wanneer
jij-NOM
SAT-lopen-FUT-SG-REFL
63
‘Wanneer zullen die bezoeken daar nou eens ophouden!..’ (De stille Don I: 212)
In dit voorbeeld is het heel goed te zien hoe de vertaler vertaaltransformaties aanwendt. De
aanwezigheid van dat proces is eigenlijk te zien in de grootste deel van de voorbeelden die we
reeds hebben besproken. In het eerste hoofdstuk hebben we al opgemerkt dat vertalers de
vertaaltransformaties gebruiken om een zin te produceren die syntactisch gezien heel
natuurlijk klinkt in de taal van de doeltekst en tegelijkertijd maximaal op de zin van de
brontekst lijkt (zie hoofdstuk 3, de eerste inleidende alinea’s). Soms wordt de zin globaal
getransformeerd zoals in (5). Het subject in de vertaling is helemaal anders (vergelijk:
bezoeken en jij), het predicaat is ook veranderd en vertoont geen overeenkomsten met dat in
de Russische zin. Het Russische saturatieve werkwoord nachodit’sja betekent in deze context
“bezoeken”, hoewel het eigenlijk uit het werkwoord chodit’ (lopen) wordt gevormd. De vraag
zou we dus anders kunnen formuleren: wanneer loop je zó vaak naar iemand (= bezoek je
iemand) dat je er eindelijk genoeg van hebt?
Deze kleine analyse helpt ons te begrijpen waarom de vertaler zo’n vertaalkeuze
gemaakt heeft. De betekenis van het saturatieve werkwoord nachodit’sja is totaal verloren
gegaan omdat het door het werkwoord ophouden wordt vertaald dat een heel andere betekenis
heeft. Niettemin blijft de algemene indruk die men tijdens het lezen van de zin krijgt,
onveranderd: men voelt dat het over de handeling gaat die ophoudt op het moment wanneer
het subject er helemaal tevreden mee wordt, met andere woorden voldoening vindt in de actie.
Blijkbaar streefde de vertaler er toch naar om aan de hand van de transformatie het saturatieve
tintje in de Nederlandse zin proberen te bewaren wat zonder het werkwoord ophouden
nauwelijks zou lukken. Maar dat heeft hij op zo’n onopvallende manier gedaan dat deze
“hint” bijna niet te zien is. Daarom rekenen we dit voorbeeld tot de grensgevallen.
8) Vertaling met behulp van “hulp-woordjes”
Tussen de zinnen met saturatieve werkwoorden hebben we ook twee keer voorbeelden
aangetroffen waarin de vertaler een van de strategieën hanteert die we ook bij de diminutieve
Aktionsart hebben onderscheiden, namelijk, de vertaling met behulp van een “hulp-woordje”
dat in dit geval de graad van de saturativiteit dient te beklemtonen en in de Nederlandse tekst
wordt toegevoegd of overgenomen uit de Russische tekst. In beide zinnen gaat het over
werkwoorden met een vergelijkbare betekenis die wij als volgt kunnen beschrijven: “eten
totdat je er genoeg van hebt”. Eén van de “hulp-woordjes” is het telwoord zoveel:
(6)
…он так наелся, что был не в состоянии предаваться каким бы то ни было
чувствам. (Zolotoj telёnok: 538)
64
čto
...on tak
naelsja,
hij
SAT-eten-PST-M-SG-REFL dat
zo
bil
ne
zijn-PST-M-SG niet
predavat’sja
kakim by to ni bilo
zich overgeven-INF
welke dan ook-DAT.PL gevoel-DAT.PL
v
sostojanii
in
staat-ADL.SG
čuvstvam.
...hij had zoveel gegeten dat hij tot geen enkele emotie meer in staat was. (Het gouden
kalf: 264)
In de oorspronkelijke Russische zin staat naast het saturatieve werkwoord najest’sja, gevormd
uit het werkwoord est’ (eten) door de toevoeging van het prefix na- en een reflexief suffix –
sja, een woordje tak (zo) dat de saturativiteit van het werkwoord versterkt. Dit woordje wordt
in de Nederlandse zin overgenomen in een iets veranderde vorm – als het telwoord zoveel. In
deze context duidt het telwoord de hoeveelheid van het gebruikte voedsel aan wat zou kunnen
worden beschouwd als een verwijzing naar de verzadiging: het persoon heeft al veel gegeten
en kan of wil daarom niet meer. Aangezien het in het Nederlands onmogelijk is het
werkwoord eten naar het voorbeeld van de Russische afleiding te modificeren, helpt zoveel de
saturativiteit weer te geven, hoewel het natuurlijk in mindere mate geëxpliciteerd wordt in de
Nederlandse zin ten opzichte van het origineel.
Het andere “hulp-woordje” is het bijwoord genoeg dat wordt toegevoegd aan het
werkwoord eten waarmee het Russische werkwoord napichivat’sja wordt vertaald. Er moet
opgemerkt worden dat dit werkwoord uit de volkstaal komt (wordt afgeleid uit het werkwoord
pichat’ (proppen) met behulp van het prefix na- en twee suffixen: een imprefectief suffix –
iva- en een reflexief suffix -sja) en heel zelden wordt gebruikt, misschien zelfs enkel in
bepaalde taalgebieden, zoals de Don-streek waar de gebeurtenissen in de roman De stille Don
zich voltrekken. Dit specifieke stilistische kenmerk wordt in de vertaling niet uitgedrukt, maar
de wijze van de handeling heeft de vertaler wel geprobeerd te benadrukken, dit keer door de
toevoeging van het bijwoord genoeg dat net als zoveel de hoeveelheid aanduidt. Het
voorbeeld is nogal doorzichtig, dus we zullen hier geen volledige zin met de vertaling ter
illustratie geven.
3.3.2 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt
Eén derde van de verzamelde voorbeelden behoort tot de groep waarin de verwijzing naar de
saturatieve Aktionsart in de Nederlandse vertaling volledig ontbreekt. Bijvoorbeeld:
(7)
Напившись горячего молока, Иван опять прилег…(Master i Margarita: 132)
Napivšis’
gorjačego
moloka,
SAT-drinken-PST-ADV.PTCP-REFL
warm-ACC.SG
melk-ACC.SG
65
Ivan
opjat’
prilëg…
Ivan
weer
DIM-liggen-PST-M-SG
Hij dronk een glas warme melk, ging weer liggen... (De meester en Margarita: 126)
Het werkwoord napit’sja dat in de Russische zin in de vorm van een adverbiaal participium
wordt gebruikt, heeft de Nederlandse vertaler vervangen door het werkwoord drinken
waardoor er een heel belangrijke semantische eigenschap is verloren gegaan: de handeling
duurt niet meer totdat zijn hoogste punt bereikt wordt en het subject helemaal tevreden wordt.
Daarmee onderscheidt de in de Nederlandse zin genoemde handeling zich van de
oorspronkelijke handeling die nadrukkelijk saturatief gekleurd is. Bovendien wordt er in de
Nederlandse vertaling vermeld hoeveel melk Ivan precies gedronken heeft – één glas. Dit
detail ontbreekt echter in de Russische zin en beperkt aanzienlijk de handeling in de
Nederlandse variant.
In sommige gevallen veroorzaken dergelijke preciseringen fouten bij de vertaling. Het
lijkt alsof de vertaler zelf het Russische saturatieve werkwoord verkeerd heeft begrepen en als
gevolg fout gepresenteerd in de vertaling. Zo geeft de combinatie van het werkwoord drinken
met het bijwoord wat in de onderstaande vertaling een meer diminutieve wijze van de
handeling weer en daarom heeft de handeling in de Nederlandse zin eigenlijk niets gemeens
met de saturatieve Aktionsart in de oorspronkelijke Russische zin:
(8) Аксинья, измочив рукава кофты, напилась. (Tichij Don I: deel I, hfdst 14, 64)
Aksinja, izmočiv
Aksinja
rukava
kofty,
napilas’.
nat maken-PST-ADV.PTCT mouw-ACC.PL blouse-GEN.SG SAT-drinken-PST-F-SG-
REFL
Aksinja dronk wat water uit haar hand, waardoor zij de mouw van haar blouse nat
maakte. (De stille Don I: 72)
In de Nederlandse zin werd het bijwoord wat verkeerd gekozen en dat zorgt voor een
tegenovergestelde effect dan, bijvoorbeeld, genoeg of zoveel: het lijkt alsof Aksinija een
beetje water gedronken heeft (wat als bijwoord betekent eerst en vooral “een beetje” zoals het
in Vandale Online staat). Sterker nog, de woordcombinatie “uit haar hand” ondersteunt het
feit dat ze echt niet veel gedronken heeft. Dus, men kan niet met zekerheid zeggen of ze haar
dorst gelest heeft of niet, terwijl het Russische werkwoord napit’sja veronderstelt dat het
meisje genoeg water gedronken heeft en niet van plan is nog meer te drinken.
Aan de hand van een paar voorbeelden hebben we geïllustreerd dat de saturatieve
Aktionsart in het Nederlands door middel van verschillende vertaalstrategieën kan worden
uitgedrukt, hoewel het ook voorkomt is dat vertalers er geen rekening mee houden. Deze lijst
66
zouden we waarschijnlijk kunnen aanvullen met meerdere vertaalstrategieën omdat er niet
veel werkwoorden in de uitgekozen romans aangetroffen werden en we op basis van zo’n
klein aantal voorbeelden natuurlijk geen definitieve conclusies kunnen trekken over alle
vertalingsmogelijkheden die in het Nederlands bestaan. Daarvoor moet er een uitgebreider
onderzoek worden uitgevoerd.
3.4 Completieve Aktionsart
De completieve Aktionsart die ook een heel productief werkwoordvormingsprocédé in de
Russische taal is, wordt in dit onderzoek door een klein aantal voorbeelden gepresenteerd. Het
eindresultaat van de zoektocht naar completieve werkwoorden spreekt voor zich: in vier van
de vijf gekozen romans hebben we slechts 22 zinnen aangetroffen. We zijn echter geen
voorbeelden met completieve werkwoorden in de roman De koffer tegengekomen.
Hoewel dit aantal voorbeelden niet opvallend groter is dan bij de saturatieve Aktionsart
(22 tegenover 18 zinnen), toont dit verschil naar mijn mening aan dat completieve
werkwoorden vaker worden gebruikt. Aan de ene kant is dit resultaat voorspelbaar, want
completieve werkwoorden zijn minder stilistisch gemarkeerd (zo worden ze bijvoorbeeld niet
alleen in de spreektaal gebruikt). Aan de andere kant is het moeilijk hetzelfde verschil in
frequentie definitief vast te stellen op basis van het aantal aangetroffen werkwoorden bij de
beide Aktionsarten aangezien dit op hetzelfde cijfer neerkomt: zes saturatieve werkwoorden
tegenover
zes
completieve
werkwoorden.
Drie
intensief-resultatieve
werkwoorden
(dodumat’sja, doigrat’sja, došpionit’sja) tellen we hier niet mee: ten opzichte van
completieve werkwoorden vindt er bij de vorming van deze werkwoorden een vergelijkbare
betekenismodificatie plaats richting de voltooide handeling, maar deze werkwoorden dragen
een aantal stilistische eigenschappen die ze qua gebruik meer op saturatieve werkwoorden
doen lijken, omdat ze ook in informele omgangstaal voorkomen.
Sommige werkwoorden, zoals dopet’, dobežat’, dopisat’, komen een paar keer voor in
de voorbeelden en behoren blijkbaar tot de meest voorkomende completieve werkwoorden.
3.4.1 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt
De aangetroffen voorbeelden waarin de completieve wijze van de handeling in de
Nederlandse vertaling wordt uitgedrukt hebben we in twee groepen verdeeld naargelang de
manier waarop het Russische werkwoord wordt vertaald. De twee gehanteerde
vertaalstrategieën corresponderen met de vertalingswijze die we al bij de andere Aktionsarten
67
zijn tegengekomen: het gebruik van een beschrijvende constructie of een Nederlands
werkwoord.
9) Vertaling met behulp van een beschrijvende constructie
Vijf aangetroffen voorbeelden illustreren de gevallen wanneer de vertalers door een
aantal vertaaltransformaties toe te passen proberen aan te duiden dat de handeling zijn slotfase
bereikt heeft. Bijvoorbeeld, de vertaler kan een beschrijvende constructie, d. w. z. een
woordcombinatie (1), of een ondergeschikte bijzin (2) gebruiken. Hier bekijken we twee van
de zes aangetroffen voorbeelden:
(1)
Не успела она этого додумать, как дверь наверху опять хлопнула…(Master i
Margarita: 336)
ėtogo
dodumat’,
Ne
uspela
ona
niet
(erin) slagen-PST-SG
zij-NOM dat-ACC.SG
COMPL-denken-INF
kak
dver’
naverchu
opjat’
chlopnula…
dat
deur-NOM.SG
boven
weer
dichtslaan-PST-F-SG
Ze had haar gedachten nog niet voltooid, of de deur boven haar sloeg opnieuw
dicht...(De meester en Margarita: 321)
Het Russische completieve werkwoord dodumat’ dat in het eerste deel van de complexe zin
de functie van het predicaat vervult, wordt afgeleid uit het werkwoord dumat’ (denken) door
middel van het prefix do- dat aanduidt dat de handeling voltooid is. In de Nederlandse zin
wordt gebruik gemaakt van een combinatie woorden “(haar) gedachten voltooid hebben” die
de betekenis van het Russische completieve werkwoord letterlijk beschrijft. In deze
woordcombinatie speelt het deelwoord voltooid een cruciale rol – de voltooiing van de
handeling in de Nederlandse vertaling wordt expliciet benadrukt.
(2)
Но, не добежав, он повернул назад…(Zolotoj telënok: 517)
No,
ne
dobežav,
on
povernul
nazad…
maar
niet
COMPL-rennen-PST-ADV.PTCT
hij-NOM
omkeren-PST-M-SG
terug
Maar nog vóór hij bij de trein was keerde hij om. (Het gouden kalf: 250)
In dit voorbeeld hebben we weer te maken met één van de moeilijkste momenten bij de
vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands – het vertalen van een adverbiaal
participium, gevormd uit een werkwoord dat tot één of andere Aktionsart behoort. In dit
voorbeeld heeft de vertaler het adverbiaal participium van het completieve werkwoord
dobežat’, afgeleid uit het werkwoord bežat’ (rennen) en gebruikt met een ontkennend
voorzetsel ne, door een ondergeschikte bijzin “maar nog vóór hij bij de trein was” te
68
vervangen. Bij zo’n vertaling wordt het niet duidelijk of het subject rennend of, bijvoorbeeld,
lopend de trein probeerde te bereiken, maar kan de lezer dat uit de context afleiden. Er is
echter een ander betekenisaspect dat wij belangrijker vinden in de weergave van de handeling.
In de oorspronkelijke zin staat het adverbiaal participium van het completieve werkwoord
dobežat’ in ontkennende vorm. Hoewel er geen negatie in de Nederlandse zin is, wordt een
betekenisnuance, opgesloten in het completieve adverbiaal participium ne dobežav, dankzij de
toegepaste vertaaltransformatie bewaard: de handeling die voltooid zou moeten worden (hij
was toch van plan de trein te halen), is afgewerkt, alhoewel zonder resultaat. Meer specifiek,
de persoon streefde naar een bepaald doel (de trein), maar, gezien negatie in de Russische zin
(ne dobežav), werd de handeling beëindigd nog voordat het doel bereikt was. Dat effect wordt
versterkt door het beklemtoonde voorzetsel vóór in de Nederlandse woordcombinatie. Op die
manier is er completiviteit van de niet geslaagde handeling uitgedrukt.
Dit laatste voorbeeld is niet gemakkelijk te interpreteren, aangezien er in de Russische
zin een adverbiaal participium in ontkennende vorm staat, maar de voorgestelde manier van
de vertaling lijkt ons in dit geval de meest geschikte variant te zijn.
10) Vertaling met behulp van een Nederlands werkwoord
Behalve de vertaling waarin de completieve handeling met behulp van allerlei
woordcombinaties beschreven wordt, bestaat er ten minste nog één mogelijkheid om de
Russische completieve Aktionsart in het Nederlands uit te drukken. In sommige gevallen kan
men een Nederlands werkwoord vinden dat min of meer aan de criteria voldoet, die door de
semantische eigenschappen van een Russisch completief werkwoord worden vastgesteld. In
de loop van het onderzoek zijn we dergelijke voorbeelden tegengekomen. In totaal vormen ze
een groep van zes voorbeelden, die qua omvang bijna gelijk is aan de groep waarin de
beschrijvende vertaalstrategie wordt gehanteerd.
In de aangetroffen Nederlandse zinnen wordt gebruik gemaakt van Nederlandse
werkwoorden met of zonder voorzetselbijwoord. Het valt op dat als er zo’n bijwoord bij het
Nederlandse werkwoord aanwezig is, dan speelt dit “bouwsel” een sleutelrol in de weergave
van de completiviteit, net als bij de Russische completieve werkwoorden. In één van de
voorbeelden wordt er in plaats van het Russische deelwoord dopisan (in roman dopisan),
gevormd uit het completieve werkwoord dopisat’ (pisat’=schrijven), het Nederlandse
werkwoord gereedkomen gebruikt (“de roman kwam gereed”). Dankzij het bijwoord gereed
wordt het werkwoord gereedkomen completief gekleurd en drukt de handeling uit die voltooid
is.
69
Daarnaast moet er opgemerkt worden dat de functie van het Nederlandse
voorzetselbijwoord uit in zekere zin met de functie van het Russische prefix do- overeenkomt.
Volgens de elektronische ANS draagt een aantal Nederlandse werkwoorden met het
voorzetselbijwoord uit een volgend betekeniselement: “gericht zijn op een resultaat
(gewoonlijk het beëindigen) van de werking” (E-ANS, paragraaf 12.2.2.2.ii.27). In het
Morfologisch Handboek van het Nederlands wordt ook vermeld dat het bijwoord (of het
partikel) uit een betekenisaspect “beëindigen, tot het einde” aan een aantal werkwoorden kan
toevoegen (De Haas en W.&M. Trommelen 1993: 114). Dat betekent dus dat de handeling,
uitgedrukt door de werkwoorden met uit, zijn slotfase bereikt heeft, net zoals bij de Russische
completieve werkwoorden. Deze overeenkomst maakt het mogelijk sommige Russische
completieve werkwoorden door Nederlandse werkwoorden met het voorzetselbijwoord uit te
vertalen, zoals in het onderstaande voorbeeld:
(3)
...прочувствованно допел он последнюю строфу...(Tureckij gambiet: 154)
…pročuvstvovanno dopel
gevoelvol
on
COMPL-zingen-PST-M-SG hij-NOM
poslednjuju
strofu…
laatst-ACC.SG
strofe-ACC.SG
...zong hij gevoelvol de laatste strofe uit...(Turks gambiet: 216)
Het Nederlandse werkwoord uitzingen correspondeert vormelijk en inhoudelijk met het
Russische werkwoord dopet’. Beide werkwoorden worden gevormd door de toevoeging van
een verbonden element (uit in het Nederlands en het prefix do- in het Russisch) aan de
werkwoorden met dezelfde betekenis (zingen en pet’). Als gevolg vindt er een
betekenismodificatie plaats waarbij de handeling in beide talen een completief karakter krijgt:
het subject van de zin heeft de laatste strofe van het liedje bereikt, hij zong het tot het eind en
stopte met zingen.
In een vergelijkbare context bij de vertaling van het Russische werkwoord dopet’ kan
uit als een restant deel van een scheidbaar werkwoord aan het eind van de zin optreden. Op
die manier wordt de completiviteit van de handeling in de Nederlandse zin ook uitgedrukt:
(4)
Допели первый куплет. (Master i Margarita: 221)
Dopeli
pervyj
kuplet
COMPL-zingen-PST-PL
eerst-ACC.SG
couplet-ACC.SG
Het eerste couplet was uit. (De meester en Margarita: 210)
Hoewel de toevoeging van het bijwoord uit vaak het gewenste resultaat met zich brengt
(de voltooide handeling wordt in de Nederlandse zin op die manier uitgedrukt), lijkt het een
minder geschikte strategie bij de vertaling van intensief-resultatieve werkwoorden. Dit
70
kunnen wij aan de hand van een voorbeeld uit de roman Tureckij gambiet illustreren. In dit
boek heeft de vertaler één en dezelfde vertaalstrategie aangewend om het completieve
werkwoord dopet’ (zie voorbeeld 3) en het intensief-resultatieve dospionit’sja te vertalen. Dit
laatste, gevormd uit het werkwoord spionit’ (spioneren), wordt dus in de Nederlandse zin als
uitspioneren gepresenteerd. Deze vertaling kunnen we nauwelijks juist noemen ondanks het
feit dat de werkwoorden dospionit’sja en uitspioneren allebei een voltooide handeling
uitdrukken. Er bestaat namelijk een belangrijk verschil tussen dopet’ en dospionit’sja: in
beide gevallen wordt het doel bereikt, maar het resultaat bij het intensief-resultatief
werkwoord is van een andere aard – namelijk zeer negatief en ongewenst. Degene die
gespioneerd heeft, wilde natuurlijk helemaal niet in de problemen raken, maar het is
uiteindelijk wel gebeurd. Deze ongelukkige consequentie wordt wel door het werkwoord
dospionit’sja verondersteld en niet door het werkwoord uitspioneren. Het zou in dit geval
waarschijnlijk beter zijn het Russische intensief-resultatieve werkwoord door middel van een
uitdrukking of een woordcombinatie te vertalen.
Dit voorbeeld toont aan dat vertalers soms een ongemakkelijke keuze moeten maken.
Ze moeten op de hoogte zijn van allerlei semantische nuances, verbonden aan verschillende
typen en subtypen Aktionsarten, en proberen die te differentiëren door verschillende varianten
van de vertaling uit te zoeken om onjuiste formuleringen te vermijden.
In dit verband is het volgende voorbeeld ook interessant om te bekijken:
(5)
- Все одно уж мне. Доигралась…. (Tichij Don I: deel II, hfdst 12, 185)
Vse
odno1
už
mne.
Doigralas’...
alles
een-N-NOM
toch
mij-DAT.SG
COMPL-spelen-PST-F-SG-REFL
‘Ach, dat kan me allemaal niet schelen, ik heb nu toch alles verspeeld’... (De stille Don
I: 186)
Hier hebben we te maken met een twijfelachtig geval. Aan de ene kant, vindt er met de
toevoeging van de prefixen een vergelijkbare verschuiving bij het Nederlandse werkwoord
spelen en het Russische werkwoord igrat’ plaats. Aan de andere kant, valt er bij nader inzien
een zeker verschil in de werkwoordelijke semantiek op. Het Nederlandse werkwoord, afgeleid
met het prefix ver- van het werkwoord spelen, maakt deel uit van de groep werkwoorden die
volgens de elektronische ANS aangeven dat “de door het grondwoord genoemde werking een
negatief resultaat heeft voor het daarbij genoemde object” (E-ANS, paragraaf 12.2.1.3.7.a).
Dezelfde betekenisnuance zit in het Russische werkwoord doigrat’sja opgesloten. Niettemin
is er een verschil in de algemene betekenis: in de Nederlandse zin duidt het werkwoord aan
1
Hier in de betekenis “hetzelfde”
71
dat het subject letterlijk alles is kwijtgeraakt (men heeft bijvoorbeeld door gokken al zijn geld
verloren), terwijl het Russische werkwoord een nadrukkelijk figuurlijke betekenis heeft: het
subject is in de problemen geraakt door zich onvoorzichtig of lichtzinnig te gedragen (niet per
se tijdens een spel). Hoewel in beide gevallen de handeling completief is en het negatief
resultaat bereikt wordt, is deze variant van de vertaling naar mijn mening zeer controversieel.
Het werkwoord bereiken is het enige werkwoord zonder prefix of voorzetselbijwoord
die in het verzamelde materiaal aangetroffen werd op de plaats waar in de brontekst één van
de Russische completieve werkwoorden van beweging staat:
(6)
Он добежал до городских ворот, лавируя в толчее…караванов…(Master i
Margarita: 203)
On
dobežal
do
gorodskich
vorot,
hij
COMPL-rennen-PST-M-SG
tot
stads-ACC.SG
port-ACC.SG
laviruja
v
tolčee…
karavanov…
laveren-PRS-ADV.PTCT
in
gedrang-ABL.SG
karavan-GEN.PL
Laverend in het gedrang van karavanen...bereikte hij in vliegende vaart de
stadsport...(De meester en Margarita: 192)
In de Russische zin vervult het werkwoord dobežat’, afgeleid uit bežat’ (rennen), de rol van
het predicaat. In de Nederlandse zin wordt het werkwoord bereiken gebruikt dat de voltooiing
van de handeling benadrukt: het subject is aangekomen, dus de handeling is voltooid.
Daarnaast geeft de woordcombinatie “in vliegende vaart” weer dat het subject het heel snel
gedaan heeft, blijkbaar rennend. Dit voorbeeld vertoont een soort mengsel van twee
vertalingswijzen: een werkwoord gaat gepaard met een woordcombinatie wat in de
uitdrukking van de completieve handeling resulteert.
3.4.2 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt
Dat de vertalers er echter niet altijd in slagen de Aktionsart in het Nederlands weer te
geven, is bij de completieve Aktionsart ook te zien. In minder dan een helft van de
aangetroffen voorbeelden (tien om precies te zijn) wordt een gewoon Nederlands werkwoord
gebruikt dat de handeling aanduidt, maar geen bijkomende informatie over de voltooiing van
deze handeling aanbiedt. Bij de analyse van de voorbeelden hebben we vastgesteld dat er ten
minste twee gevallen zijn waarin de completieve Aktionsart in het Nederlands niet wordt
uitgedrukt.
Net als bij de inchoatieve Aktionsart hoeft het niet altijd in het Nederlands de
comletiviteit van de handeling met behulp van extra middelen uit te drukken. In het
72
onderstaande voorbeeld (7) drukt het werkwoord rennen in combinatie met het voorzetsel tot
in volledige mate uit dat de handeling zijn slotfase bereikt heeft. Er is dus geen extra
verwijzing naar de completiviteit nodig. In de Russische zin is het echter niet genoeg alleen
het werkwoord bežat’ (rennen) samen met het voorzetsel do te gebruiken. De toevoeging van
het prefix do- aan het werkwoord bežat’ is in deze context altijd verplicht en zorgt voor de
verschuiving in de betekenis waardoor de handeling voltooid wordt:
(7)
...Бендер добежал до середины реки и остановился. (Zolotoj telënok: 658)
Bender dobežal
do serediny
Bender
COMPL-rennen-PST-M-SG tot
i
ostanovilsja.
en
stoppen-PST-M-SG-REFL
reki
middel-ACC.SG
rivier-GEN.SG
...rende Bender tot halverwege de rivier en bleef staan. ( Het gouden kalf: 336)
Er zijn ook voorbeelden waarin de afwezigheid van een directe verwijzing naar de
completieve handeling in de Nederlandse zin eerder als foutief kan worden beschouwd. In het
volgende voorbeeld (8) is het niet voldoende het Russische werkwoord doskazat’, gevormd
uit het werkwoord skazat’ (zeggen) door de toevoeging van het prefix do-, door het
Nederlandse werkwoord vertellen te vertalen zonder er bijkomende informatie te vermelden
aangezien het werkwoord op zichzelf geen completiviteit uitdrukt:
(8)
Мне хочется досказать, как я в первый раз стрелял в человека. (Tichij Don I: deel
III, hfdst 11, 339)
Mne
chočetsja
doskazat’
ik-DAT.SG
willen-REFL-SG COMPL-vertellen-INF
kak
ja
hoe
ik-NOM
v
pervyj
raz
streljal
v
čeloveka.
op
eerst-ACC.SG
keer-ACC.SG
schieten-M-PST-SG
op
mens-ACC.SG
Ik wil nu vertellen, hoe ik voor het eerste keer op iemand heb geschoten. (De stille Don
I: 324)
In de Russische zin is het duidelijk dat het subject al een tijd geleden zijn verhaal begon en
het op dit moment ten einde wil brengen. Dat wordt echter niet verondersteld in de
Nederlandse zin: het lijkt alsof het subject op het punt staat om zijn verhaal vanaf het begin te
vertellen. Het werkwoord vertellen door uitvertellen te vervangen zou in dit geval volgens mij
niet mogelijk zijn, hoewel de betekenis van dit werkwoord heel dicht bij die van het
Russische werkwoord doskazat’ aansluit. Een andere oplossing is het gebruik van een
woordcombinatie of een werkwoord dat completiviteit uitdrukt (zoals ‘beëindigen’).
73
De analyse van de verzamelde voorbeelden toont aan dat de vertaling van de Russische
completieve werkwoorden geen gemakkelijke taak is voor de vertalers. Ondanks het feit dat
er ten minste twee vertaalstrategieën kunnen worden onderscheiden die enkele
keuzemogelijkheden bieden, moet de vertaler telkens beslissen welke van de mogelijke
vertalingswijzen de beste is, waar men in het Nederlands de verwijzing naar de Russische
completieve Aktionarts kan weglaten zonder de completieve betekenisnuance te verliezen en
in wanneer het ongewenst is. Bovendien is het bij de completieve Aktionsart net als bij de
diminutieve Aktionsart van belang rekening te houden met verschillen tussen de subtypen van
de Aktionsarten die op elkaar lijken, maar zijn afgebakend in het Russisch.
3.5 Grove fouten in de vertaling
In de voorafgaande classificaties hebben we aan de hand van een aantal voorbeelden
geïllustreerd dat de vertalers lang niet altijd voldoende aandacht besteden aan de weergave
van de Aktionsarten in het Nederlands en dat er Nederlandse zinnen zijn waarin de wijze van
de handeling in verschillende mate en soms helemaal fout uitgedrukt wordt. Sommige
gevallen zijn echter zeer moeilijk te classificeren.
In deze paragraaf willen we nog een paar vertaalfouten naar voren halen die als bewijs
dienen dat de vertaling van de Russische afgeleide werkwoorden uit verschillende groepen
Aktionsarten blijkbaar één van de meest problematische momenten in de vertaalpraktijk is.
Bij de zoektocht naar de voorbeelden viel het ons op dat de vertalers niet altijd naar de
maximale precisie in de vertaling streven. Het lijkt alsof ze soms de vertaling van de afgeleide
Russische werkwoorden uit de voor het onderzoek opgestelde lijst proberen te vermijden. Zo
hebben we drie keer gevallen aangetroffen (een keer in Turks gambiet en twee keer in De
meester en Margarita) wanneer een zin of zelfs een stuk tekst met een specifiek Russisch
werkwoord, dat tot één van de Aktionsarten behoort, wordt weggelaten. Dat is misschien puur
toeval, maar het kan ook zijn dat de vertalers soms geen zin hebben of niet durven de
werkwoorden te vertalen waarvoor men niet zo snel een synoniem in het Nederlands kan
vinden. Nog een andere verklaring: ze willen gewoon geen verschillende constructies of
woordcombinaties toevoegen in heel lange of, integendeel, heel korte Nederlandse zinnen om
die niet te lang of onbegrijpelijk te maken. Daarom laten ze een stukje tekst weg. Zulke
“gaten” in de vertalingen komen echter niet zo vaak voor om met zekerheid te zeggen dat het
een typisch verschijnsel is.
Hoe nauwkeurig de vertaling wordt gemaakt hangt natuurlijk grotendeels van de
vertaler af. Het grootste aantal grove fouten (vier) hebben we in De Stille Don aangetroffen,
74
de vertaling die een paar keer in de loop van de 20ste eeuw verwerkt werd. In de andere
romans kwamen één of maximaal twee keer grove fouten voor.
Niet alleen een stukje tekst, maar ook een stukje zin of een Russisch werkwoord zelf
kan verloren gaan bij de vertaling. In de onderstaande Nederlandse zin wordt bijvoorbeeld het
Russische completieve werkwoord dobežat’ samen met het voorzetselobject do dverej
weggelaten:
(1)
В одно злое усилие собрала Наталья оставшийся комочек сил, добежала до
дверей, торопясь шагнула через порог. (Tichij Don I: deel II, hfdst 18, 220)
V
odno
zloe
usilie
sobrala
in
een-ACC.SG
boos-ACC.SG
inspanning-ACC.SG
verzamelen-PST-F-SG
Natal’ja
ostavšijsja
komoček
sil,
Natal’ja
overblijven-PTCP-ACC-M-SG
brokje-ACC.SG
kracht-GEN.PL
dobežala
do
dverej,
COMPL-rennen-PST-F-SG
tot
deur-GEN.PL
toropjas’
šagnula
čerez
porog.
zich haasten-ADV.PTCP-PRES
stappen-PST-F-SG
over
drempel-ACC.SG
Met een woeste inspanning van haar laatste krachten [...] stapte zij snel de drempel over.
(De Stille Don: 217)
Sterker nog, er is ook een geval waarin de vertaler bewust of niet bewust één wijze van
de handeling door een andere vervangt waardoor de semantische en stilistische invulling van
het Russische werkwoord verkeerd wordt weergegeven. In de Nederlandse zin staat de
inchoatieve constructie [beginnen te + infinitief] met het werkwoord fluiten op de plaats van
het Russische diminutieve werkwoord posvistyvat’ uit het subtype preryvisto-smjagčitel’nyj
sposob dejstvija:
(2)
Петро уж охрип орать…и...посвистывал. (Tichij Don I: deel I, hfdst 17, 82)
Petro
už
ochrip orat’
...i...
posvistyval.
Petro
al
zich hees roepen-PST-M-SG
en
DIM-fluiten-PST-M-SG
Pjotr, die door het onophoudelijke geschreeuw...volkomen hees was geworden,
begon...te fluiten. (De Stille Don I: 89)
Naast de gevallen waarin een Russische Aktionsart in de Nederlandse vertaling niet
wordt uitgedrukt, hoewel dit wel mogelijk zou zijn met behulp van allerlei middelen, tonen
deze voorbeelden aan dat het probleem van de vertaling van Russische inchoatieve,
diminutieve, saturatieve en completieve werkwoorden niet altijd voldoende aandacht krijgt
onder de vertalers wat tot vertaalfouten leidt. De kwaliteit van de vertaling en de mate waarin
75
de doeltekst semantisch en stilistisch op het brontekst lijkt hangt natuurlijk grotendeels van de
competentie van de vertaler en de esthetische keuze die hij maakt. Naar mijn mening moet het
belang van allerlei specifieke betekenisnuances die in deze Russische werkwoorden
opgesloten zijn, niet worden onderschat bij de vertaling aangezien die nuances en grote
invloed hebben op de semantische en stilistische invulling van de tekst.
76
Conclusie
In het eerste deel van deze scriptie hebben we aangetoond dat het aspect een zeer
controversiële werkwoordelijke categorie is. Hetzelfde geldt grotendeels voor alle aspectuele
verschijnselen die in één of andere vorm zowel in de Slavische als in de Germaanse talen
worden gepresenteerd. In deze scriptie vertrokken we vanuit de volgende vaststelling: het
aspect is een obligatorische grammaticale categorie in de Slavische talen die in de Germaanse
talen ontbreekt, terwijl de Aktionsart een semantische categorie is die tot het gebied van de
aspectualtiteit behoort en in beide taalgroepen bestaat.
De Russische taal beschikt over een groot aantal Aktionsarten (sposoby (glagol’nogo)
dejstvija) die verschillende wijzen van de handeling aanduiden. In het Nederlands wordt ook
een gelijksoortige aspectuele categorie onderscheiden die het verloop van de handeling of het
proces aanduidt, maar in tegenstelling tot het Russisch wordt de categorie “Aktionsart” in het
Nederlands minder uitgebreid gepresenteerd. Bovendien zijn er opvallende verschillen tussen
het Russisch en het Nederlands wat betreft de manier waarop de wijze van de handeling wordt
uitgedrukt.
De engere visie op de Russische Aktionsarten waaraan in dit onderzoek de voorkeur
werd gegeven, houdt in dat de Aktionsart een lexicale woordvormingscategorie is die bestaat
uit groepen werkwoorden, afgeleid door prefixen en/of suffixen. Afhankelijk van een prefix
dat soms in combinatie met een suffix optreedt en dat aan een werkwoord toegevoegd wordt,
vindt er een bepaalde betekenismodificatie in het oorspronkelijke werkwoord plaats. In het
Nederlands is er echter een bredere visie op de Aktionsart ontwikkeld, waarbij het karakter
van het verloop van de handeling of het proces met behulp van diverse middelen kan worden
uitgedrukt. Door een vergelijkend onderzoek Russisch-Nederlands uit te voeren wilden we er
dieper op ingaan over welke middelen de Nederlandse taal beschikt om sommige Russische
Aktionsarten uit te drukken.
In de eerste fase van het onderzoek hebben we het onderzoeksveld afgebakend. De
kern van het onderzoek werd gevormd uit vier Russische Aktionsarten die heel goed de
variëteit van de werkwoordelijke handeling in het Russisch weerspiegelen en zeer productieve
woordvormingsmodellen presenteren: de diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob
dejstvija), de inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija), de saturatieve
Aktionsart (saturativnyj sposob dejstvija) en de completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj sposob
dejstvija). Voor elk van de uitgekozen Aktionsarten werd er een lijst van Russische
werkwoorden opgesteld. Tegelijkertijd werden er ook vijf Russische romans gekozen en de
77
vertalingen van deze romans naar het Nederlands die het materiaal voor het corpusonderzoek
moesten opleveren.
In de tweede fase van het onderzoek gingen we op zoek naar de werkwoorden uit de
opgestelde lijsten in de Russische romans. De aangetroffen zinnen vergeleken we telkens met
de Nederlandse vertalingen waarbij alle aandacht werd gevestigd op de vertaling van de
Russische werkwoorden die tot één van de uitgekozen Actionsarten behoren. Vervolgens
hebben we de verzamelde voorbeelden geclassificeerd naargelang de manieren waarop de
uitgekozen Russische Aktionsarten in het Nederlands worden uitgedrukt. Alle vier groepen
Aktionsarten werden voorzien van een aparte classificatie met frequentiecijfers.
Bij het bestuderen en het classificeren van de voorbeelden hielden we ook rekening
met de gevallen waarin de uitgekozen Russische Aktionsarten niet worden uitgedrukt in het
Nederlands. Hier valt op te merken dat we veel gevallen zijn tegengekomen die ons aan het
twijfelen hebben gebracht. Het bleek namelijk lang niet altijd makkelijk te beslissen of er in
een concreet voorbeeld de wijze van de handeling in de Nederlandse vertaling wordt
weergegeven en indien wel, welke middelen een rol spelen bij het weergave van de Russische
Aktionsart in het Nederlands. Bij de analyse van de voorbeelden wilden we ook aantonen dat
de wijzen van handeling niet altijd intensief genoeg in de Nederlandse tekst worden
uitgedrukt en dat er ook foutieve vertalingen werden aangetroffen.
De diminutieve Aktionsart inclusief twee subtypen, de “langdurige verzachtende wijze
van de handeling” en de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”, werd door een
groot aantal werkwoorden en voorbeelden uit de romans in het onderzoek gepresenteerd. Bij
de diminutieve Aktionsart hebben we twee basis vertaalstrategieën van lexicale aard
onderscheiden: de toevoeging van verschillende “hulp-woordjes” bij de vertaling naar het
Nederlands en het gebruik van een Nederlands werkwoord dat semantische overeenkomsten
met een Russische diminutieve werkwoord vertoont. In de meeste voorbeelden is de
diminutiviteit echter niet in het Nederlands uitgedrukt.
De voorbeelden van de inchoatieve Aktionsart vormen het grootste deel van alle
aangetroffen voorbeelden. Inchoatieve werkwoorden komen opvallend vaker voor in de
Russische taal dan de andere afgeleide werkwoorden, geselecteerd voor het onderzoek.
Behalve de dominante positie die de inchoatieve Aktionsart in het taalgebruik heeft, wordt
deze Aktionsart ook gekenmerkt door een ruime keuze aan vertaalmogelijkheden die ter
beschikking van de vertaler staan bij de vertaling van de Russische inchoatieve werkwoorden
naar het Nederlands. In totaal hebben we bij de inchoatieve Actionsart vijf vertaalstrategieën
aangetroffen waarvan het gebruik van de constructie [beginnen te + infinitief] de meest
voorkomende is. De tweede plaats delen de constructie [gaan + infinitief], constructies met
78
werkwoorden zetten en slaan (“het op X zetten”, [slaan aan het + infinitief]) en verschillende
woordcombinaties. De vertaling door middel van een Nederlands werkwoord dat het begin
van de handeling aanduidt, is ook van toepassing in sommige gevallen. De meest
twijfelachtige vertaalstrategie die ter discussie kan worden gesteld, is de vertaling door middel
van een woordcombinatie met werkwoorden worden en raken. In vergelijking met de
diminutieve, saturatieve en completieve wijzen van de handeling wordt de inchoativiteit van
de Russische werkwoorden in het algemeen vaker uitgedrukt bij de vertaling naar het
Nederlands.
De saturatieve Aktionsart en de completieve Aktionsart (inclusief het intensiefresultatieve subtype) zijn door een heel klein groep voorbeelden gepresenteerd. Niettemin
vertoont zelfs dit beperkte aantal voorbeelden diversiteit aan de middelen waardoor de
Russische saturatieve en completieve werkwoorden in het Nederlands worden uitgedrukt. Bij
de saturatieve Aktionsart gaat het zowel over lexicale als over syntactische middelen: een
woordcombinatie of een vaste uitdrukking, toevoeging van “hulp-woordjes”, vertaling door
middel van een Nederlandse werkwoord.
De Russische completieve werkwoorden kunnen ook vertaald worden met behulp van
syntactische verschuivingen (beschrijvende constructies) in de Nederlandse zin. Bovendien is
het ook mogelijk bij de completieve Aktionsart gebruik maken van een morfologisch middel,
namelijk, een Russisch completief werkwoord door een Nederlands werkwoord met het
voorzetselbijwoord uit te vertalen waardoor het bereiken van de resultaat wordt beklemtoond.
Bij de analyse van de aangetroffen voorbeelden wilden we ook benadrukken dat de
esthetische voorkeur en de stijl van de vertaler zijn keuze van een vertaalstrategie met
betrekking tot het weergave van de Russische Aktionsarten naar het Nederlands in grote mate
beïnvloeden. Bovendien moet de vertaler natuurlijk de betekenismodificaties die in de
Russische afgeleide werkwoorden plaats vinden, van elkaar kunnen onderscheiden om zo juist
mogelijk één of andere wijze van de handeling in het Nederlands weer te geven. Helaas lukt
het de vertalers niet altijd de Aktionsarten juist te interpreteren wat tot de vertaalfouten leidt
die wij aan het eind van deze scriptie hebben besproken.
We hopen te hebben aangetoond dat de Nederlandse taal over een groot aantal
lexicale, syntactische en morfologische middelen beschikt om de uitgekozen Russische
Aktionsarten uit te drukken. Aanvullend corpusonderzoek waarbij andere typen Aktionsarten
zullen worden betrokken, zou natuurlijk meer informatie geven over de manieren waarop men
verschillende wijze van de handeling in het Nederlands kan weergeven. Volgens mij zou het
ook interessant zijn nader te bestuderen hoe de stilistiek van de tekst beïnvloed wordt bij de
79
vertaling van afgeleide werkwoorden, behorend tot verschillende Aktionsarten, vanuit het
Russisch naar het Nederlands.
80
Bibliografie
Primaire bronnen
Akoenin, B. Turks gambiet: Fandorin, inspecteur. Breda: De Geus, 2001. Vertaald vanuit het
Russisch door Arie van der Ent.
Akunin, B. Tureckij gambit. Priključenija Ėrasta Fandorina – 2. Moskva: Zacharov, 2000.
<generation.feedbooks.com/userbook/5069.pdf>
Boelgakov M. A. De meester en Margarita. In: Boelgakov M.A. Verzamelde werken. Deel
III. Amsterdam: G.A. van Oorschot, 1997. Vertaald vanuit het Russisch door Marko Fondse
en Aai Prins.
Bulgakov, M. A. Master i Margarita. Moskva, 1984 (uitgegeven onder de laatste redactie
van de auteur). <http://www.bulgakov.ru/pdf/Master-i-Margarita.pdf>
Dovlatov, S. De koffer. Amsterdam: M Bondi, 1998. Vertaald vanuit het Russisch door Aai
Prins.
Dovlatov, S. Čemodan. Sankt-Peterburg: Azbuka-klassika, 2006
<http://lib.aldebaran.ru/author/dovlatov_sergei/dovlatov_sergei_chemodan/>
Ilf, I. en Petrov, J. Het gouden kalf. Roman in drie delen. Amsterdam: M Bondi&Galerie
Onrust, 1994. Vetaald vanuit het Russisch door Frans Stapert
Il’f, I. i Petrov, J. Zolotoj telёnok. Moskva: Russkaja kniga, 1994.
<http://fictionbook.ru/author/petrov_evgeniyi/zolotoyi_telenok_polnaya_versiya/>
Sjolochow, M. De stille Don I. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2006. Vertaald vanuit het
Russisch door S. Van Praag, bewerkt door Jac. Van der Ster.
Šolochov, M. Tichij Don. Kniga 1. Moskva:
<http://lib.ru/PROZA/SHOLOHOW/tihijdon12.txt>
Molodaja
gvardija,
1980.
Secundaire bronnen
Belošapkova, T. V. (2008). Kognitivno-diskursivnoe opisanie kategorii aspectual’nosti v
sovremennom russkom jazyke. Avtoreferat dissertacii na soiskanie učënoj stepeni doktora
filologičeskich nauk. Moskva. Beschikbaar via
<http://oldvak.ed.gov.ru/common/img/uploaded/files/vak/announcements/filolog/Beloshapko
vaTV.pdf>
Chesterman, A. (2004). Vertaalstrategieën: een classificatie. (Een fragment van het vierde
hoofdstuk ‘Translation Strategies’ uit Andrew Chestermans Memes of Translation (1997),
vertaald door Ans van Kersbergen). In: Naaijkens, T., Koster, C. Et al. (reds.), Denken over
vertalen: tekstboek vertaalwetenschap. Nijmegen: Vantilt, 243-262.
81
Czochralski, J. (1994). Het probleem van het aspect en de aktionsarten in het Nederlands. In
Predota, Stanisław (red.) Handelingen regionaal Colloquium Neerlandisticum Wrocław 1993.
Wrocław : Wydawnictwo uniwersytetu Wrocławskiego, 75-79.
de Haas, W., M. Trommelen (1993). Morfologisch Handboek van het Nederlands. Een
overzicht van de woordvorming. ’s-Gravenhage: SDU Uitgevers.
Drenjasova, T. N. (1991). K voprosu funkcionirovanija elementov polja aspectual’nosti v
niderlandskom jazyke. In: Izvestija Akademii nauk SSSR. Serija literatury i jazyka. Tom 50.
Moskva: Nauka, 207-214.
Droste, F. G. (1958). Aspecten en aktionsarten in het Nederlandse verbale systeem. In:
Michels, L. C., Uit de school van Michels: opstellen aangeboden aan Prof. L. C. Michels bij
zijn afscheid als hoogleraar te Nijmegen op 30 mei 1958. Nijmegen: Dekker en van de Vegt,
218-237.
de Vooys, C. G. N. (1967). Nederlandse spraakkunst. Groningen: J. B. Wouters (zevende
druk). Beschikbaar via
<http://www.dbnl.org/tekst/vooy001nede01_01/vooy001nede01_01_0010.php?q=>
Gorbov, A. A. (1998). O ponjatii “Sposob dejstvija” i ego otnošenii k aspectual’nosti. In:
Jazyk I rečevaja dejatel’nost’, tom I. SPb: izd-vo SpbGU, 41-46.
Haeseryn, W., K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij & M.C. van den Toorn (1997).
Algemene Nederlandse Spraakkunst. Tweede, geheel herziende druk, 1997.
Groningen/Deurne: Martinus Nijhoff uitgevers/Wolters Plantyn. E-versie 1.2. Geconsulteerd
via: <http://www.let.ru.nl/ans/e-ans/>
Holvoet, A. (1994). De aspectcategorie en het Nederlandse werkwoord. In: Predota,
Stanisław (red.) Handelingen regionaal Colloquium Neerlandisticum Wrocław 1993.
Wrocław: Wydawnictwo uniwersytetu Wrocławskiego, 131-136.
Isačenko, A. V. (1960). Grammatičeskij stroj russkogo jazyka v sopostovlenii s slovackim:
morfologija. Tom II. Bratislava : Izdatel'stvo Slovackoj akademii nauk.
Kortmann, B. (1991). The triad “tense-aspect-aktionsart”. Problems and possible solutions.
In: Carl Vetters en Willy Vandeweghe (reds.). Perspectives on aspect and Aktionsart.
Bruxelles : Université de Bruxelles, 9-30.
Kotova, Ju. A. (2004). Sposoby dejstvija i osobennosti ich vyraženija v russkom i kitajskom
jazykach. In Galiullin, K. P. (red.) Russkaja i sopostavitel’naja filologija: sostojanie i
perspectivy: Meždunarodnaja naučnaja konferencija, posvjaščënnaja 200-letiju Kazanskogo
universiteta (Kazan’, 4-6 oktjabrja 2004): Trudy i materialy. Kazan’: izd-vo Kazan.un-ta,
115-116. <http://www.ksu.ru/f10/publications/2004/articles_1_1.php?id=4&num=14000000>
Langeveld, A. (1986). Vertalen wat er staat. Amsterdam: De Arbeiderspers.
Lloyd, A. L. (1979). Anatomy of the Verb: The Gothic Verb as a Model for a Unified Theory
of Aspect, Actional Typen and Verbal Velocity. Studies in Language Companion Series, 4.
Amsterdam: John Benjamins B.V. Beschikbaar via
82
<http://books.google.be/books?id=J3PUgi6ByPoC&printsec=frontcover&dq=L.+Lloyd&hl=r
u&sa=X&ei=N_imT4C7L8abOv2e0KcD&ved=0CDwQ6AEwAg#v=onepage&q=L.%20Llo
yd&f=false>
Mlynarczyk, A. (2004). Aspectual Pairing in Polish. Proefschrift. Utrecht: LOT.
<http://www.lotpublications.nl/index3.html>, laatste raadpleging 15. 05. 2012
Rachmankulova, I-Ė. S. (2004). K voprosu o teorii aspectual’nosti. In Voprosy
jazykoznanija, nr.1. Moskva: Nauka, 3-28. Beschikbaar via
<http://files.istorichka.ru/FTP/Periodika/Voprosy_Jazykoznanija/2004/2004_1.pdf>
Shannon, T. F. (1989). Perfect auxiliary variation as a function of Aktionsart and Transitivity
and. In: Joseph Emonds (red.) et al., Proceedings from the Western Conference on
Linguistics.
WECOL
88.
Vol.
1.
Department
of
Linguistics: California
State University, Fresno, 254–266.
Šeljakin, M. A. (1983). Kategorija vida i sposoby dejstvija Russkogo glagola (teoretičeskije
osnovy).Tallin: Valgus.
Šeljakin, M. A. (1982). Ob aspektual’nom ponumanii sposoba, charaktera i tipa glagol’nogo
dejstvija. In: Semantika aspektual’nosti v russkom jazyke. Voprosy russkoj aspektologii
(Sbornik statej). Tartu: Tart.gos.un-t, 21-28.
Švedova, N. Yu. et. al. (reds.) (1970). Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo
jazyka. Moskva: Nauka.
Švedova, N. Yu. et. al. (reds.) (1980). Russkaja Grammatica. Tom I. Akademija nauk SSSR.
Moskva: Nauka.
Toury, G. (1979). Literatuur in vertaling – systeem en norm: voor een doeltekstgerichte
aanpak van de literaire vertaling. In: Lefevere A., Vanderauwera (reds.), Vertaalwetenschap:
literatuur, wetenschap, vertaling en vertalen. Leuven: Acco, 32-52.
Vandeweghe, W. (2004). Grammatica van de Nederlandse zin. Antwerpen-Apeldoorn:
Garant.
van Leuven-Zwart, K. (1987). Stand van zaken op het gebied van de vertaalbeschrijving met
behulp van het model ‘vertaling en origineel’. In: Raymond van der Broek (red.), Literatuur
van elders: over het vertalen en de studie van vertaalde literatuur in het Nederlands.
Leuven/Amersfoort: Acco, 119-127.
van Wijk, N. (1928). ‘“Aspect” en “Aktionsart”.’ In: De Nieuwe Taalgids 22, 225-239.
Beschikbaar via
<http://www.dbnl.org/tekst/wijk002aspe01_01/wijk002aspe01_01_0001.php>
Zaliznjak A. A. (z.j.). Vid.
In: de Online encyclopedie Krugosvet,
<http://www.krugosvet.ru/enc/gumanitarnye_nauki/lingvistika/VID.html>, laatste raagpleging
19. 05. 2012.
Zaliznjak A. A. (z.j.). Sposob dejstvija. In: Online encyclopedie Krugosvet
<http://www.krugosvet.ru/enc/gumanitarnye_nauki/lingvistika/SPOSOB_DESTVIYA.html?p
age=0,0>, laatste raagpleging 19. 05. 2012.
83
Woordenboeken
Balachonova, L. I. et al. (reds.) (2008). Bol’šoj Akademičeskij Slovar’ (BAS), deel 11.
Moskva: Nauka.
Colleman, T., Defrancq, B., Devos, F., Noël, D. Contrastive Verb Valency Dictionary
(CVVD) <http://www.contragram.ugent.be/cvvd/cvvd.htm>
Kuznecov S. A. et. al. (reds.) (1998). Bol’šoj tolkovyj slovar’ russkogo jazyka. SPb: Norint.
Martin, W. en Smedts, W. et al. (reds.) (2009). Prisma Handwoordenboek Nederlands: met
onderscheid tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands. Houten: Het Spectrum.
Van Dale Online woordenboek <http://www.vandale.nl/>
Geraadpleegde websites
http://www.dissercat.com/content/sredstva-reprezentatsii-nachinatelnogo-i-smyagchitelnogosposobov-deistviya-v-nemetskom-yazy Website met verwijzing naar de dissertatie van
Gaškova M. G. (2003), geraadpleegd 8.05.2012.
http://wals.info/supplement/7
geraadpleegd 8.05.2012.
The World Atlas of Language structures (WALS),
http://www.hum.uva.nl/aclc/csva.cfm The Amsterdam Center for Language and
Communication (ACLC) onderzoeksgroep Comparative Slavic Verbal Aspect (CSVA),
laatste raadpleging 22.05.2012.
84
Bijlagen
Lijsten van werkwoorden per Aktionsart die in het onderzoek werden gebruikt:
 Tabellen 1a, 1b: Diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija)
 Tabel 2: Inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija)
 Tabel 3: Completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija)
 Tabel 4: Saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija)
85
TABEL 1a
Diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija)
werkwoorden die regelmatig in de
taal voorkomen en neutraal klinken
occasionele
werkwoorden
sporadisch worden gebruikt
1. поразвлечь (porazvleč’)
1. поотлежаться (pootležat’sja)
2. поразвлечься (porazvleč’sja)
2. пообождать (pooboždat’)
3. попугать (popygat’)
3. попросохнуть (poprosochnut’)
4. попортить (poportit’)
4. пообсохнуть (poobsochnut’)
5. поприжать (poprižat’)
5. подзолотить (podzolotit’)
6. пораздумать (porazdumat’)
6. подзахмелеть (podzachmelet’)
7. поуспокоиться (pouspokoit’sja)
7. поднагнуться (podnagnut’sja)
8. порассказать (porasskazat’)
8.подрассеяться (podrassejat’sja)
9. поразмыслить (porazmyslit’)
9. подзарости (podzarosti)
10. попривыкнуть (poprivyknut’)
10.приулечься (priuleč’sja)
11. поотвыкнуть (pootvyknut’)
11.приумять (priumjat’)
12. попридержать (popriderzat’)
12.примеркнуть (primerknut’)
13. поразмяться (porazmat’sja)
13.повыварить (povyvarit’)
14. поднажать (podnažat’)
14.повыкачать (povykačat’)
15. принажать (prinažat’)
15.поприжечь (poprižeč’)
16. подрасти (podrasti)
16.повыкрасить (povykrasit’)
17. подтаять (podtajat’)
17.пообогреть (poobogret’)
18. подзакусить (podzakusit’)
18.поотбавить (pootbavit’)
19. подсесть (podsest’)
19.поотмыть (pootmyt’)
20. подкрасить (podkrasit’)
20.поутратить (poutratit’)
21. подклеить (podkleit’)
21.поугомониться (pougomonit’sja)
22. подбодрить (podbodrit’)
22.поустареть (poustaret’)
23. подсократить (podsokratit’)
24. поднадоесть (podnadoest’)
25. поднакопить (podnakopit’)
26. подвыпить (podvypit’)
27. приналечь (prinaleč’)
28. приуныть (priunyt’)
29. приостановить (priostanovit’)
die
30. притушить (pritušit’)
31. притухнуть (prituchnut’)
32. припудрить (pripudrit’)
33. приглушить (priglušit’)
34. притормозить (pritormozit’)
35. прилечь (prileč’)
36. присесть (prisest’)
37. привстать (privstat’)
38. привять (privjat’)
39. приспустить (prispustit’)
40. приподнять (pripodnjat’)
41. приукрасить (priukrasit’)
42. приутихнуть (priutichnut’)
43. подзабыть (podzabyt’)
44. приотворить (priotvorit’)
45. приоткрыть (priotkryt’)
46. приподняться (pripodnjat’sja)
47. приостановиться (priostanovit’sja)
48. подкрашивать (podkrašivat’)
49. приврать (privrat’)
50. подтачивать (podtačivat’)
TABEL 1b
Het eerste subtype van diminutieve wijze van de handeling (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob
dejstvija)
1. побаливать (pobalivat’)
2. покуривать (pokurivat’)
3. покашливать (pokašlivat’)
4. похаживать (pochaživat’)
5. посвистывать (posvistyvat’)
6. поговаривать (pogovarivat’)
7. посматривать (posmatrivat’)
8. поглядывать (pogljadyvat’)
9. пошучивать (pošučivat’)
10. похваливать (pochvalivat’)
11. попивать (popivat’)
12. потирать (potirat’)
13. помахивать (pomachivat’)
14. похлопывать (pochlopyvat’)
15. пощипывать (poščipyvat’)
16. пописывать (popisuvat’)
17. пошаливать (pošalivat’)
18. поколачивать (pokolačivat’)
19. поблёскивать (poblëskivat’)
20. посапывать (posapyvat’)
21. покачивать (pokačivat’)
22. покачиваться (pokačivat’sja)
23. потряхивать (potrjachivat’)
24. подрагивать (podragivat’)
25. покрикивать (pokrikivat’)
Het tweede subtype van diminutieve wijze van de handeling (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob
dejstvija)
1. насвистывать (nasvistyvat’)
2. напевать (napevat’)
3. накрапывать (nakrapyvat’)
4. полёживать (polëživat’)
5. помалкивать (pomalkivat’)
6. припахивать (pripachivat’)
7. приторговывать (pritorgovyvat’)
8. прихварывать (prichvaryvat’)
9. прихрамывать (prichramyvat’)
10. подшучивать (podšuchivat’)
11. поддразнивать (poddraznivat’)
12. подворовывать (podvorovyvat’)
13. подсмеиваться (podsmeivat’sja)
TABEL 2
Inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija)
Werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven +
werkwoorden van communicatie
1. зааплодировать (zaaplodirotvat’)
2. заахать (zaachat’)
3. забренчать (zabrenčat’)
4. заворчать (zavorčat’)
5. завыть (zavyt’)
6. загромыхать (zagromychat’)
7. загрохотать (zagrochotat’)
8. загудеть (zagudet’)
9. зажужжать (zažužžat’)
10. заколотиться (zakolotit’sja)
11. закричать (zakričat’)
12. застучать (zastučat’)
13. зашуметь (zašumet’)
14. зазвенеть (zazvenet’)
15. замяукать (zamjaukat’)
16. залаять (zalajat’)
17. заохать (zaochat’)
18. заорать (zaorat’)
19. запеть (zapet’)
20. запищать (zapiščat’)
21. заплакать (zaplakat’)
22. зареветь (zarevet’)
23. зарычать (zaryčat’)
24. заскрежетать (zaskrežetat’)
25. засвистеть (zasvistet’)
26. забормотать (zabormotat’)
27. зашептать (zašeptat’)
28. завизжать (zavizžat’)
29. завопить (zavopit’)
30. заговорить (zagovorit’)
31. заиграть (zaigrat’)
32. закашлять (zakašljat’)
33. захрапеть (zachrapet’)
34. забарабанить (zabarabanit’)
35. захлопать (zachlopat’)
36. захлопотать (zachlopotat’)
37. зашуршать (zašuršat’)
38. затрещать (zatreščat’)
39. засмеяться (zasmejat’sja)
40. захохотать (zachochotat’)
41. зашикать (zašikat’)
42. защёлкать (zaščёlkat’)
43. зашептаться (zašeptat’sja)
44. задребезжать (zadrebezžat’)
45. заулюлюкать (zauljuljukat’)
46. зашмыгать (zašmygat’)
Twee werkwoorden van waarneming (die met de reukzin te maken hebben)
47. завонять (zavonjat’)
48. запахнуть (zapachnyt’)
Werkwoorden die verschijnselen uitdrukken die men visueel kan waarnemen
49. забелеть (zabelet’)
50. замелькать (zamel’kat’)
51. засиять (zasijat’)
52. заблистать (zablistat’)
53. зазеленеть (zazelenet’)
Werkwoorden die niet vallen onder de bovengenoemde groepen
54. заволноваться (zavolnovat’sja)
55. засомневаться (zasomnevat’sja)
56. закапризничать (zakaprizničat’)
57. заскучать (zaskučat’)
58. заважничать (zavažničat’)
59. завилять (zaviljat’)
60. заёрзать (zaёrzat’)
61. засуетиться (zasuetit’sja)
62. задёргать (zadёrgat’)
63. задвигаться (zadvigat’sja)
64. заметаться (zametat’sja)
65. закивать (zakivat’)
66. запить (zapit’)
67. заработать (zarabotat’)
68. зажить (zažit’)
69. закапать (zakapat’)
70. заморосить (zamorosit’)
71. замигать (zamigat’)
72. заковылять (zakovyljat’)
73. закружить (zakružit’)
74. заплясать (zapljasat’)
75. затанцевать (zatancevat’)
76. задышать (zadyšat’)
77. затосковать (zatoskovat’)
78. захромать (zachromat’)
79. задёргаться (zadёrgat’sja)
80. задвигать (zadvigat’)
81. затрястить (zatrjastis’)
82. заулыбаться (zaulybat’sja)
83. загримасничать (zagrimasničat’)
84. закружиться (zakružit’sja)
85. закачаться (zakačat’sja)
Werkwoorden van beweging
86. заходить (zachodit’)
87. забегать (zabegat’)
88. зашагать (zašagat’)
89. запрыгать (zaprygat’)
90. залетать (zaletat’)
TABEL 3
Completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija)
1. доесть (doest’)
2. докурить (dokurit’)
3. дожарить (dozharit’)
4. додумать (dodumat’)
5. дочитать (dočitat’)
6. догулять (doguljat’)
7. допеть (dopet’)
8. дополучить (dopolučit’)
9. докупить (dokupit’)
10. дооборудовать (dooborudovat’)
11. доиграть (doigrat’)
12. дописать (dopisat’)
13. досчитать (dosčitat’)
14. добежать (dobežat’)
15. досказать (doskazat’)
16. досмотреть (dosmotret’)
17. дожить (dožit’)
18. додуматься (dodumat’sja)
19. доиграться (doigrat’sja)
20. дошпиониться (došpionit’sja)
TABEL 4
Saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija)
1. набегаться (nabegat’sja)
2. нагуляться (naguljat’sja)
3. накататься (nakatat’sja)
4. накупаться (nakupat’sja)
5. наесться (naest’sja)
6. накушаться (nakušat’sja)
7. напиться (napit’sja)
8. накуриться (nakurit’sja)
9. начитаться (načitat’sja)
10. надивиться (nadivit’sja)
11. насмотреться (nasmotret’sja)
12. наслушаться (naslušat’sja)
13. насмеяться (nasmejat’sja)
14. наплакаться (naplakat’sja)
15. набаловаться (nabalovat’sja)
16. наглядеться (nagljadet’sja)
17. накричаться (nakričat’sja)
18. намаяться (namajat’sja)
19. наохаться (naochat’sja)
20. наплясаться (napljasat’sja)
21. насидеться (nasodet’sja)
22. натрудиться (natrudit’sja)
23. натаскаться (nataskat’sja)
24. нахвастаться (nachvastat’sja)
25. нахвалиться (nachvalit’sja)
26. находиться (nachodit’sja)
27. нацеловаться (nacelovat’sja)
28. нашептаться (našeptat’sja)
29. нашутиться (našutit’sja)
30. нарезаться (прост.) (narezat’sja (volks.))
31. надраться (прост.) (nadrat’sja (volks.))
32. нализаться (прост.) (nalizat’sja (volks.))
33. напитаться (napitat’sja)
34. напихиваться (прост.) (napichivat’sja (volks.))
Download