Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Academiejaar 2011-2012 Aktionsarten in het Russisch en in het Nederlands: contrastief onderzoek naar de manieren waarop sommige Russische Aktionsarten in de Nederlandse taal worden uitgedrukt Verhandeling voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het verkrijgen van de graad van Master in de Taal- en Letterkunde: Nederlands Door Daria Soroka Promotor: Prof. Dr. T. Colleman Co-promotor: Prof. Dr. A. Yudin Voorwoord Nu het masteronderzoek uitgevoerd is en het eindresultaat op papier staat, wil ik graag mensen bedanken die tijdens het onderzoek en het schrijfproces mij hebben geholpen. Graag wil ik prof. dr. Aleksey Yudin bedanken voor het aanreiken van dit onderwerp. Het hele studiejaar lang stond hij klaar om mij te helpen, mijn eindeloze vragen te beantwoorden en een oplossing te zoeken voor twijfelgevallen. Ik wil ook graag mijn promotor prof. dr. Timothy Colleman bedanken voor zijn nuchtere kritiek, waardevolle adviezen en de tijd die hij besteed heeft aan het lezen van de stukken uit deze scriptie. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar mijn ouders, Maxim Soroka en Elena Soroka, die mij de kans hebben gegeven om aan de Universiteit Gent te studeren. Zonder hun steun en liefde zal ik niets in mijn leven bereiken. Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................ 3 Hoofdstuk 1. Een overzicht van het aspect en Aktionsarten in de Slavische en Germaanse talen ......................................................................................................................... 5 1.1 Het aspect en de aspectualiteit in de Slavische en Westerse traditie: aspect vs. Aktionsart ............................................................................................................................... 5 1.1.1 Scheiding van het aspect en de Aktionsarten in het Russisch ....................... 6 1.1.2 Het aspect en de Aktionsart in de Germaanse talen. De aspectuele categorie in het Nederlands .............................................................................................................. 11 1.2 Typen Aktionsarten in het Nederlands en in het Russisch. Overzicht van de Aktionsarten, uitgekozen voor het onderzoek ...................................................................... 15 1.2.1 Aktionsarten in het Nederlands en middelen om die uit te drukken .............. 15 1.2.2 Russische Aktionsarten in het huidige onderzoek ......................................... 19 1.2.2.1 Diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) .......................... 20 1.2.2.2 Inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija) ............................. 23 1.2.2.3 Saturatieve Aktionsart (saturativnyj sposob dejstvija) ............................... 24 1.2.2.4 Completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj (kompletivnyj) sposob dejstvija) .. 26 Hoofdstuk 2. Opzet en methodologie van het onderzoek ............................................... 28 2.1 Afbakening van het onderzoeksveld en samenstelling van het corpus ................. 28 2.2 Algemene frequenties............................................................................................ 30 Hoofdstuk 3. De Russische Aktionsarten in het Nederlands: vertaalstrategieën ............ 33 3.1 Diminutieve Aktionsart ......................................................................................... 34 3.1.1 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt 34 3.1.2 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt .......................................................................................................................... 40 3.2 Inchoatieve Aktionsart .......................................................................................... 42 3.2.1 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt . 42 3.2.2 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt .......................................................................................................................... 57 3.3 Saturatieve Aktionsart ........................................................................................... 60 3.3.1 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt .. 60 3.3.2 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt .......................................................................................................................... 65 3.4 Completieve Aktionsart ........................................................................................ 67 1 3.4.1 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt 67 3.4.2 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt .......................................................................................................................... 72 3.5 Grove fouten in de vertaling ................................................................................. 74 Conclusie ......................................................................................................................... 77 Bibliografie ..................................................................................................................... 81 Bijlagen ........................................................................................................................... 85 2 Inleiding Talen vergelijken is volgens mij één van de meest interessante en uitdagende opdrachten waarmee de taalkundige zich bezig kan houden. Hoe meer de talen van elkaar afwijken, hoe meer er valt te ontdekken. In deze scriptie richt ik me tot twee talen uit verschillende taalgroepen: het Russisch en het Nederlands. Één van de grootste verschillen tussen het Russisch en het Nederlands is te vinden in het verbale systeem van beide talen wat grotendeels te maken heeft met het begrip “aspect” en aan de aspectuele categorie verwante verschijnselen. De onbeantwoorde vragen en onopgeloste problemen, verbonden met het aspect en de mate waarin deze categorie in de Slavische en Germaanse talen wordt gepresenteerd, trekken al lang aandacht van de taalkundigen over de hele wereld. Alle onderwerpen die betrekking hebben tot het gebied van de aspectualteit lijken heel actueel te zijn. Zo bestaat er bij The Amsterdam Center for Language and Communication (ACLC) een onderzoeksgroep die CSVA (Comparative Slavic Verbal Aspect) heet en die zich tot de categorie “aspect” en daarmee verwante onderwerpen richt. De CSVA onderzoeksgroep bestudeert met name de functionele variatie op het aspectuele veld in verschillende Slavische talen en voert ook contrastief onderzoeken uit. In dit vergelijkend onderzoek Russisch-Nederlands staat ook één van de verschijnselen die tot het gebied van de aspectualiteit behoren, centraal: de Aktionsart. Op het vlak van het contrastief onderzoek naar de Aktionsarten is het zeker geen pionierswerk. Hoe de Aktionsarten die een werkwoordelijke categorie in de Slavische talen vormen, in anderen talen worden gepresenteerd, heeft al een aantal linguïsten bestudeert, onder anderen Kotova (2004, contrastief onderzoek Russisch-Chinees), Gaškova (2003, contrastief onderzoek Russisch-Duits), Drenjasova (1991, contrastief onderzoek Russisch-Nederlands), Czochralski (1994, contrastief onderzoek Pools-Nederlands). Met dit onderzoek hoop ik mijn eigen bijdrage te leveren aan het bestuderen van de Aktionsarten in verschillende talen. Één van de mogelijke onderzoekstrategieën die in deze masterscriptie wordt aangewend, is de Russische romans en de Nederlandse vertalingen van deze romans als bron van het materiaal te gebruiken. Ik zal dus de originele zinnen waarin de Russische werkwoorden die tot één of andere Aktionsart behoren, met de vertaalde zinnen vergelijken. De centrale onderzoeksvraag luidt: hoe worden sommige Aktionsarten die men in het Russisch vindt, bij de vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands uitgedrukt? In hoofdstuk één zullen het aspect en de Aktionsart vanuit twee gezichtshoeken worden bekeken: de Germaanse en de Slavische visie op die categorieën. Ik zal een aantal problemen die te maken hebben met het aspect en de Akionsart in kaart brengen en 3 belangrijke begrippen uit het aspectuele gebied toelichten. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de manieren waarop de Aktionsarten in het Nederlands en in het Russisch worden behandeld. Aan het eind van dat hoofdstuk zullen de kenmerken van de Russische Aktionsarten die in dit onderzoek centraal staan in details worden besproken. In hoofdstuk twee zal veel geciteerd worden. De Russische definities en de aangehaalde stukken uit Sovjetgrammatica’s en Russische wetenschappelijke artikelen zijn voorzien van mijn eigen vertaling naar het Nederlands. De oorspronkelijke Russische variant vindt men in de voetnoten. In hoofdstuk twee komen de opzet en de methodologie van het onderzoek aan bod. Hier zal ik de keuze van de Russische Aktionsarten en de reden waarom ik bepaalde Russische romans als bron van het onderzoeksmateriaal heb gekozen, verklaren. Dit hoofdstuk omvat ook frequentiegegevens: er zal worden besproken hoeveel Russische werkwoorden per Aktionsart de basis van het onderzoek hebben gevormd. Hoofdstuk drie is gewijd aan de analyse van de verzamelde voorbeelden. In dit deel van het onderzoek zal ik elk van de uitgekozen Aktionsarten apart bekijken waarbij de focus zal worden gelegd op de vertaalstrategieën die de vertalers aanwenden bij de vertaling van de Russische werkwoorden die tot één van de Aktionsarten behoren. De aangetroffen voorbeelden zullen worden geclassificeerd naargelang de middelen waardoor de uitgekozen Russische Aktionsarten in het Nederlands worden uitgedrukt. De in de loop van het onderzoek onderscheiden middelen zullen worden geïllustreerd aan de hand van de meest interessante voorbeelden. 4 Hoofdstuk 1. Een overzicht van het aspect en Aktionsarten in de Slavische en Germaanse talen 1.1 Het aspect en de aspectualiteit in de Slavische en Westerse traditie: aspect vs. Aktionsart Het aspect is een zeer complex fenomeen dat veel discussies in de taalkundige kringen veroorzaakt. Wat is aspect? Bestaat deze categorie alleen in de Slavische talen of niet? Hoe wordt het aspect in de Westerse talen gepresenteerd? Dit zijn de cruciale vragen waarop taalkundigen allang een antwoord proberen te geven en waarover ze, zo te zien, nauwelijks een overeenstemming bereikt hebben. Het onderzoek naar het aspect is al een paar eeuwen geleden begonnen (Mlynarczyk 2004: 33), maar vooral vanaf de 20ste eeuw kreeg het aspect en andere verschijnselen die betrekking hebben tot deze werkwoordelijke categorie, bijzondere aandacht van de Slavische en Westerse linguïsten die een duidelijkheid probeerden te brengen in een nogal chaotisch beeld van aspectuele systeem in de Slavische en Westerse talen (zie daarover Mlynarczyk 2004: hoofdstuk 2; Lloyd 1979: 1-14; Belošapkova 2008: 6). Hoewel er gemeenschappelijke tendensen in de twee benaderingen plaats hebben gevonden, lopen de Westerse en Slavische tradities al een geruime tijd uiteen wat te wijten is aan het verschil in de richting van het onderzoek en de aard van de ontdekkingen op het onderzoeksveld (Mlynarczyk 2004: 33, 67-68). Volgens Kortmann (1991: 9) hebben de pogingen van de taalkundigen om een doorzichtig systeem op te bouwen tot geen succes geleid. Hij beweert dat er nog steeds onduidelijkheden zijn op het terminologische vlak. In het bijzonder verschillen de meningen over de verhouding tussen drie verwante categorieën: tempus, aspect en Aktionsart (Kortman 1991: 9). Op dit probleem en ook op het de algemene “wanorde t.o.v. het gebruik van begrippen en termen” in de aspectologie wijst ook Czochralski (1994: 75). Bovendien, in The World Atlas of Language structures (The WALS Online) is het gebrek aan de consistente terminologie met betrekking tot het aspect ook ter spraken gebracht waarbij de klemtoon op de afbakening van twee aspectuele domeinen ligt: In some research traditions, the term “aspect” is used to refer to a wide domain of phenomena, including many that are not manifested as grammatical distinctions (cf. for instance Verkuyl (1971), Tenny (1994)). Others make a strict distinction between aspect as a grammatical phenomenon and “Aktionsart” as pertaining to lexical or purely notional (semantic) categories (this tradition goes back to Agrell (1908)). (the WALS Online: inleiding tot de hoofdstukken 65-68) 5 Het verschil tussen het aspect en de Aktionsart is een twistpunt binnen de aspectologie geworden, een gebied waarover er geen gemeenschappelijke opvatting bestaat zowel in de Westerse als in de Slavische traditie. Als een doorbraak die allerlei discussies in de toekomst heeft veroorzaakt, wordt het werk van Sigurd Agrell (1908) beschouwd (Lloyd 1979: 8; Mlynarczyk 2004: 36, 67). Agrell bestudeerde Poolse werkwoorden en wist het aspect en Aktionsart op basis van het Pools van elkaar te scheiden door het aspect als een puur grammaticale categorie te bepalen en de Aktionsart als een lexicaal verschijnsel te introduceren (the WALS Online: inleiding tot hoofdstukken 65-68; Mlynarczyk 2004: 36). Deze ontdekking heeft in grote mate de verdere ontwikkeling in de Slavische en Westerse aspectologie beïnvloed. Volgens Mlynarczyk (2004: 44) heeft het onderzoek van Agrell aanleiding gegeven tot twee fundamentele benaderingen van het aspect: in de Westerse traditie wordt het aspect beschouwd als een abstract systeem dat op een verschillende manier in verschillende talen kan worden gerealiseerd, terwijl in de Slavische traditie voorkeur wordt gegeven aan de visie op het aspect als een nauwere, morfologische categorie. In deze scriptie zullen we niet diep ingaan op de problematische vragen en discussies rond het aspect. De grootste aandacht wordt besteed aan de momenten die relevant zijn voor dit vergelijkende onderzoek waarin het verschil in de Russische en Nederlandse verbale systemen een cruciale rol speelt. In de volgende subsecties zullen we ons concentreren op de vraag hoe de oppositie van het aspect versus Aktionsarten in de Slavische en Germaanse talen (op de eerste plaats in het Russisch en in het Nederlands) behandeld wordt, waarbij de nadruk zal leggen op de verschillen in de toepassing van die termen op de twee taalgroepen. 1.1.1 Scheiding van het aspect en de Aktionsarten in het Russisch Zoals alle andere Slavische talen beschikt het Russisch over een ontwikkeld aspectsysteem (Holvoet 1994: 131) waarin de categorie “aspect” duidelijk afgebakend is van andere aspectuele verschijnselen. Het Slavische aspect of de zogenoemde vid in het Russisch wordt traditioneel gezien als een grammaticale categorie die met behulp van allerlei grammaticale middelen wordt uitgedrukt (Zaliznjak, Vid z. j.: 11). Het duurde echter lang totdat het Russische aspect, een aparte grammaticale status kreeg. In de 17de eeuw werd het nog beschowd als een onlosmakelijk deel van het tempussysteem, en pas in 1827 heeft Nikolaj Creč het aspect (de vid) van de temporele categorie onderscheiden (Mlynarczyk 2004: 35). 1 In de Online encyclopedie Krugosvet worden twee artikelen (Vid en Sposob dejstvija ) van een bekende taalkundige Anna Zaliznjak gepubliceerd. In deze scriptie wordt vaak naar deze theoretische bronnen verwezen zonder aanduiding van het jaar van de publicatie, aangezien het niet op de website wordt vermeld. Echter wordt er telkens aangeduid uit welke van de twee artikelen de informatie komt. 6 Maar toen was er nog geen sprake van de huidige binaire aspectoppositie. Het idee over de tweedeligheid van de vid kwam tot stand in het begin van de 20ste eeuw en werd door het grootste deel van de Russische taalkundige aangenomen (Belošapkova 2008: 6). In de loop van de afgelopen eeuw hebben de Sovjet-aspectologen een grondig onderzoek naar het aspect uitgevoerd en een aantal definities van het aspect voorgesteld. Bijvoorbeeld, Bondarko formuleert één van de traditionele definities van de categorie vid die Šeljakin (1983: 14) in zijn boek als voorbeeld geeft: Het werkwoordelijke aspect is een grammaticale categorie die het verschil in de visies op het verloop van de handeling aanduidt en die uitgedrukt wordt door middel van tegenovergestelde grammaticale vormen van soveršennyj en nesoveršennyj vid 1. (Bondarko geciteerd in Šeljakin 1983: 14) In die definitie komt de binaire oppositie tussen de twee vormen van het aspect aan bod die onderscheiden worden op basis van hoe de handeling zich in de tijd voltrekt: soveršennyj en nesoveršennyj vid. Volgens de verklaring van Šeljakin (1983: 6) verwijst nesoveršennyj vid naar een handeling die duurt of zich herhaalt en niet voltooid wordt, terwijl soveršennyj vid naar een handeling verwijst die als één geheel gezien wordt omdat het alle stadia van zijn ontwikkeling heeft doorgemaakt en een bepaalde grens heeft bereikt: het eindpunt of een zeker resultaat. Westerse taalkundigen, o. a. van Wijk (1928), Droste (1958), de Vooys (1967), Lloyd (1979), maken gebruik van de termen “perfectief” en “imperfectief” aspect (of werkwoordelijke vorm) respectievelijk om de twee vormen van het Russische aspect te onderscheiden. In het vervolg zullen we ook deze terminologie gebruiken. De beschrijving van de betekenissen van de twee vormen van het aspect wordt op verschillende manier geformuleerd. De definitie van Bondarko (in Šeljakin 1983: 6) is maar één van de mogelijke varianten die in de literatuur over het onderwerp bestaan. Rachmankulova (2004: 3-5) beweert dat er nog geen unanimiteit onder de Russische en buitenlandse aspectologen bereikt is over de vraag wat de categorie “aspect” in de Slavische talen precies inhoudt en met welke criteria moet men rekening houden bij het onderscheid van de twee vormen van het aspect. Bovendien, aan de Russische aspectoppositie worden er behalve algemene betekenissen ook allerlei specifieke bijbetekenissen toegeschreven (zie daarover Zaliznjak, Vid z. j.: 2-3). De definitie van het Russische aspect kent dus verschillende formuleringen, maar het wordt echter niet betwijfeld dat het aspect een obligatorische grammaticale categorie is in alle 1 Глагольный вид – это грамматическая категория, обозначающая различия в представлении протекания действия и находящая выражение в системе противопоставленных друг другу грамматических форм совершенного и несовершенного вида. (Bondarko geciteerd in Šeljakin 1983: 14) 7 Slavische talen, onder andere het Russisch. Ieder Russisch werkwoord heeft een “aspectuele tweeling”, zoals Mlynarczyk (2004: 201) het tweede werkwoord in de aspectoppositie noemt, en samen vormen ze een aspectueel paar. Van imperfectieve werkwoorden kan men perfectieve equivalenten maken en omgekeerd waarbij twee mechanismen - prefigering en/of suffigering – plaats vinden, bijvoorbeeld: pet’(imperf.) - spet’ (perf.), perepisat’ (perf.) – perepisyvat’ (imperf.). De werkwoorden in het aspectuele paar kunnen worden gevormd uit één en dezelfde stam, maar er kan ook een klankwisseling in de wortel optreden: brat’ (imperf.) - vzjat’ (perf.), klast’ (imperf.) - položit’ (perf.). Volgens Holvoet (1994: 132), één van de bijzonderheden van het aspectsysteem in het Slavisch (dus, ook in het Russisch) is dat een werkwoord zijn aspect in alle vormen (infinitief, deelwoord ets.) bewaart onafhankelijk van de tempusdeixis. Opmerkelijk is dat bij de vorming van een aspectueel paar de semantische invulling van het werkwoord onveranderd blijft (zie Mlynarczyk 2004: 46). Er treedt alleen een verschuiving van de gezichtshoek op waaruit het verloop van de handeling in de tijd wordt waargenomen. Die verschuiving wordt door de aspectologen (o. a. Zaliznjak z.j.; Isačenko 1960) als een onderlinge semantische oppositie tussen twee vormen van het aspect bepaald: een van het werkwoorden in het aspectuele paar beschikt over een eigenschap (bijvoorbeeld, voltooidheid) en het andere niet. De veranderingen doen zich dus voor alleen op het grammaticale niveau, en in feite hebben twee werkwoorden uit een aspectuele paar dezelfde betekenis. Dat is een belangrijk kenmerk dat een cruciale rol speelt in de scheiding van het aspect en een andere aspectuele categorie, de Aktionsart. Zoals Belošapkova (2008: 6) opmerkt, toen het Russische aspect als een grammaticale categorie met binaire oppositie werd onderscheiden, ontstond er een behoefte om andere aspectuele verschijnselen die buiten deze categorie vallen, te benoemen en te interpreteren. Agrell heeft al in het begin van de 20ste eeuw de eerste stap in die richting gemaakt door een aparte, bredere categorie af te bakenen – de Aktionsart. Onder Aktionsarten verstond Agrell: (…) semantische functies van de verbale composita [werkwoorden afgeleid door prefixen] (zowel simplicia als afleidingen door suffixen) die aanduiden hoe de handeling zich precies voltrekt, die de aard van wijze van de uitvoering van handeling markeren. (Agrell geciteerd in Isačenko (1960: 211) 1 1 Hier geven we eigen vertaling van de oorspronkelijke definitie in het Duits. De Russische vertaling van Isačenko (1960: 211): “ (…) семантические функции приставочных глаголов (а также некоторых бесприставочных глаголов и суффиксальных образований), уточняющие, как именно совершается действие, отмечающие способ выполнения этого действия”. 8 Op die manier benadrukt Agrell dat de Aktionsart, in tegenstelling tot het aspect, een lexicale categorie is: er vindt een modificatie in de betekenis van het oorspronkelijke werkwoord plaats bij de vorming van een nieuw werkwoord door middel van een prefix en soms ook een suffix (Mlynarczyk 2004: 46). Deze indeling van Agrell en de door hem voorgestelde interpretatie van beide categorieën op basis van Poolse werkwoorden, namen de Sovjet-aspectologen over om gelijkaardige verschijnselen in het Russisch te verklaren (Belošapkova 2008: 6). In plaats van de Germaanse term “Aktionsarten” worden er Russische synoniemen gebruikt – sposoby (glagol’nogo) dejstvija (zie o.a. Zaliznjak z.j.; Šeljakin 1982; Russkaja Grammatica 1980 etc.) of soveršajemosti (bij Isačenko 1960)1. De visie op de notie “Aktionsart” in de Sovjettraditie evolueerde in de loop van de afgelopen eeuw. Uiteindelijk ontstonden er twee benaderingen die zich in de moderne Russische taalkunde hebben bevestigd en vaak in de werken over Aktionsarten ter discussie worden gesteld (zie Šeljakin 1982; Isačenko 1960; Gorbov 1998). De eerste, ruimere visie werd voor het eerst door een bekende Russische aspectoloog Maslov voorgesteld en komt op het volgende neer (Isačenko 1960: 215-216): Aktionsarten zijn “specifieke eigenschappen van de lexicale betekenis van allerlei werkwoorden” die het karakter van het verloop van de handeling bepalen en niet per se met behulp van formele woordvormingsmiddelen moeten worden uitgedrukt. Volgens deze benadering is de Aktionsart een algemene lexicale categorie waaronder zowel afgeleide (gemarkeerde) of niet afgeleide werkwoorden vallen (Šeljakin 1982: 24). De tweede, engere visie sluit heel dicht aan bij de definitie van Agrell en klinkt als volg: Sposob dejstvija [Aktionsart] is een resultaat van een bepaalde semantische modificatie van een oorspronkelijk werkwoord die uitgedrukt wordt met behulp van formele middelen – prefixen of suffixen2. (Zaliznjak, Vid z.j.: 1) Uit deze definitie blijkt dat de aanhangers van de tweede visie (Isačenko 1960; Zaliznjak z.j.; Russkaja Grammatica 1980 etc.) de Aktionsart beschouwen als een puur woordvormingscategorie die enkel afgeleide werkwoorden bevat. Prefixen en/of suffixen, toegevoegd bij de vorming van een werkwoord dat tot één of andere Aktionsart behoort, zorgen voor de betekenismodificatie. Afhankelijk van het karakter van deze semantische 1 In deze scriptie zullen we de term “Aktionsart” gebruiken in de meeste gevallen waar het over de Russische sposoby dejstvija gaat. 2 Способ действия есть результат определенной семантической модификации исходного глагола, которая выражается формальными средствами – приставками и суффиксами. (Zaliznjak, Vid z.j.: 1) 9 verschuiving (bijvoorbeeld verschuiving ten opzichte van het resultaat of de duur van de handeling) worden er verschillende groepen werkwoorden gevormd waarover verderop meer zal worden verteld. In deze scriptie wordt het standpunt van de aanhangers van de engere visie op Aktionsarten ingenomen, omdat het, naar mij mening, een aantal voordelen heeft die voor het huidige onderzoek van belang zijn. Ten eerste is het makkelijker afgeleide werkwoorden in een tekst te onderscheiden en een lijst van de aangetroffen werkwoorden op te stellen aangezien ze volgens een bepaald woordvormingsprocédé worden geproduceerd. Gewone werkwoorden (simplicia) zijn moeilijker te categoriseren. Ten tweede worden de typen Aktionsarten met afgeleide werkwoorden heel goed in de theoretische literatuur gepresenteerd, en het is handig de beschrijvingen van één of andere groep werkwoorden bij de analyse te gebruiken. Behalve de onenigheid in de definities van de Aktionsart, bestaat er ook een meningsverschil over de vraag: welke relatie is er tussen de Aktionsart en het aspect in het Russisch? De meeste taalkundigen stellen vast dat die twee aspectuele categorieën nauw met elkaar verbonden zijn (zie Russkaja grammatica 1980: 596; Zaliznjak, Sbosob dejstvija z.j.: 1; Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka 1970: 346), en daarom lijkt de grens tussen hen heel vaag ondanks het feit dat het aspect een grammaticale categorie is, en de Aktionsart een lexicaal verschijnsel. Zowel het aspect als de Aktionsarten hebben immers te maken met het verloop van de handeling en de vorming van nieuwe werkwoorden. Sterker nog, één en hetzelfde werkwoord kan een lid van een aspectueel paar zijn en, tegelijkertijd, een bepaalde Aktionsart vertegenwoordigen, bijvoorbeeld: begat’ (imperf.) - otbegat’ (perf., finitieve Aktionsart). Binnen één Aktionsart kan ook een aspectoppositie ontstaan: zapet’ (perf., inchoatieve Aktionsart) – zapevat’ (imperf., inchoatieve Aktionsart), hoewel Isačenko (1960: 217) beweert dat zulke paren buiten het domein van de Aktionsarten vallen. Een van de meest populaire theorieën die ontstaan zijn om het verschil tussen het aspect en de Aktionsart te verklaren, is het idee over de subjectieve aard van de vid (het aspect) en de objectieve aard van de Aktionsarten (Balin & Il’kiv 1983: 3). Het aspect is subjectief omdat het de visie van de spreker op de handeling weergeeft, terwijl de Aktionsarten verschillende specifieke kenmerken van de handeling zelf uitdrukken ten opzichte van het verloop van de handeling en daarom objectief zijn. De notie “aspectualiteit”, geïntroduceerd in het Russisch door Bondarko (zie daarover Šeljakin 1983: 12-13), dient de twee categorieën samen te brengen en, tegelijkertijd, van elkaar te scheiden: aspectualiteit is een functioneel-semantisch veld waarin het aspect een morfologisch kern vormt en de Aktionsart in de periferie optreedt als een lexicale categorie. 10 We zullen verder niet ingaan op de discussies rond de problematische relaties tussen het aspect en de Aktionsart in het Russisch. In deze scriptie zullen we de opvatting volgen die volgens Zaliznjak (Sposob dejstvija z.j.: 1) tegenwoordig de meest verspreide is, namelijk dat die twee categorieën tot één aspectueel domein behoren en elkaar aanvullen, maar het aspect is een grammaticale obligatorische categorie, en de Aktionsart - een niet obligatorische, woordvormingscategorie waarbij de toevoeging van prefixen of soms ook suffixen een betekenismodificatie veroorzaakt. 1.1.2 Het aspect en de Aktionsart in de Germaanse talen. De aspectuele categorie in het Nederlands Het onderzoek naar het aspect in de Slavische talen heeft de specialisten op het gebied van de Germaanse talen gestimuleerd om gelijkaardige onderzoeken in de Germaanse talen uit te voeren en na te gaan hoe het aspect daar wordt gepresenteerd (Rachmankulova 2004: 6). Zo, aan het eind van de 19de eeuw heeft Streitberg voor het eerst geprobeerd een direct verband tussen de Slavische en Germanse talen op het gebied van het aspect aan te duiden. Naar analogie met de Slavische categorie heeft Streitberg in het Gotisch een imperfectief en perfectief aspect onderscheiden waarbij hij benadrukt heeft dat het perfectief aspect met behulp van Gotische prefixen, met name ga-, wordt geproduceerd (Rachmankulova 2004: 8; Lloyd 1979: 7). Lloyd (1979: 7-8) en Mlynarczyk (2004: 39) merken op dat er zowel voorstanders van de visie van Streitberg zijn als tegenstanders die zijn werk, en vooral de neiging om het Slavisch aspect te generaliseren, heftig bekritiseren. Volgens Rachmankulova (2004: 7), bijvoorbeeld, zijn de categorieën die Streitberg onderscheidt meer van lexicale dan van grammaticale aard. In de loop der tijd kwamen de taalkundigen tot het besef dat het een verkeerd pad is het Slavische concept “aspect” in de Germaanse talen toe te passen. Brugmann, een tijdgenoot van Streitberg, heeft al in het begin van de 20ste eeuw een uitgebreide en minder rechtlijnig met het Slavisch aspect verbonden classificatie van manieren van acties geïntroduceerd (Mlynarczyk 2004: 40). Het werk van Agrell heeft natuurlijk ook een grote bijdrage aan de ontwikkeling van de visie op het aspect in de Germaanse talen geleverd, en tegelijkertijd een nieuwe golf van discussies over een aanwezigheid van deze categorie in andere talen behalve de Slavische groep (zie daarover Mlynarczyk 2004: 41-43). Uiteindelijk kwam men tot een definitieve conclusie, die in het artikel van Droste (1958) expliciet wordt uitgedrukt: het aspect, zoals het in de Slavische talen wordt gepresenteerd, een verplichte grammaticale categorie die in alle werkwoorden aanwezig is, biedt “nauwelijks een parallel (...) in de Germaanse talen” (Droste 1958: 218). Niettemin wordt de aanwezigheid van soortgelijke 11 aspectuele betekenissen in deze groep talen tegenwoordig niet betwijfeld, hoewel in de Germaanse traditie, zoals Mlynarczyk (2004: 44) samenvat, deze verschijnselen eerst en vooral een semantisch karakter hebben. Hoewel er in het begin van de 20ste eeuw een zekere onduidelijkheid in de terminologie heerste, en de termen “aspect” en “Aktionsart” door elkaar gebruikt werden, waarop van Wijk (1928) wijst, is er uiteindelijk de notie “Aktionsart” in de Germaanse traditie ingeworteld om allerlei aspectuele betekenissen (“kinds of actions” zoals Mlynarczyk (2004: 55) die noemt of “aspect-like meanings” bij Shannon (1989: 254)) te benoemen. Als men een woord “aspect” met betrekking tot één of andere Germaanse taal gebruikt, dan wordt er een ruimere categorie bedoeld dan het Slavisch aspect zelf. Volgens Zaliznjak (Vid, z.j.: 1) is het aspect in dit geval “een categorie die universeel is en die door één of andere middelen (lexicale, woordvormingsmiddelen etc.) in allerlei talen in de wereld wordt uitgedrukt”1. Hetzelfde meent Mlynarczyk (2004) als ze over de term “Aktionsart” in de Germaanse traditie praat: “Aktionsart was treated as something that could be expressed in a variety of ways, such as by verbal lexical semantics, by formal means (morphology of syntax), or by tenses or explicit tense markers (perfect).” (Mlynarczyk 2004: 55) Deze invulling van de notie “aspect” (of wat eigenlijk vaak onder de Germaanse term “Aktionsart” wordt verstaan) sluit dicht aan bij het verzamelbegrip “aspectualiteit” van Bondarko (zie paragraaf 1.1.1.) waarin de Aktionsart als een semantisch verschijnsel op het aspectuele veld optreedt. Het is waarschijnlijk niet toevallig dat er gebruik wordt gemaakt van de notie “aspectualiteit” in de elektronische ANS (E-ANS, paragraaf 30.1). In deze grammatica gaat het over aspectuele verschijnselen in het Nederlands die op het niveau van de zin plaats vinden. Volgens de ANS zegt de aspectualiteit “iets over de manier waarop de situatie in de tijd begrensd is en de manier waarop het verloopt”. Er worden aspectuele klassen, genoemd “aspecten”, onderscheiden ten opzichte van de begrenzing in de tijd: terminatief (perfectief), duratief (imperfectief), puntgebeurens en eindpuntgebeurens (subklassen van terminatief aspect), activiteiten en toestanden (subklassen van duratief aspect), en ook inchoatieve en resultatieve zinnen als aparte categorieën (paragraaf 30.1). Het is duidelijk dat het begrip “aspect” zoals het in de elektronische ANS wordt gepresenteerd iets totaal anders is dan in het Russisch: geen werkwoordelijke categorie, maar een syntactisch-semantisch verschijnsel op het zinsniveau dat de visie op de situatie weergeeft en met behulp van allerlei hulpmiddelen (groepsvormende werkwoorden, bijwoorden etc.) 1 Различают вид в широком смысле (…), т.е. вид как понятийную категорию, которая имеет универсальный характер и выражается теми или иными средствами (лексическими, словообразовательными и др.) в самых разных языках мира (…). (Zaliznjak,Vid z.j.: 1) 12 wordt uitgedrukt. Het valt op dat de aspectuele klassen, opgesomd in de elektronische ANS, eerder wijze van de handeling weergeven en in dit opzicht gelijkenis vertonen met sommige typen Aktionsarten in het Russische verbale systeem (bijvoorbeeld de inchoativieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija), de resultatieve Aktionsart (rezul’tativnyj sposob dejstvija) etc.) In de elektronische ANS wordt ook benadrukt dat werkwoordsvormen in het Nederlands een aspectuele functie kunnen dragen aangezien er een verschil is tussen voltooide (bijvoorbeeld, het perfectum) en onvoltooide (bijvoorbeeld, het imperfectum) werkwoordstijden dat de aspectualiteit van de zin beïnvloedt: “Met behulp van werkwoordstijden kunnen we aangeven dat de werking nog niet voltooid is (duratief aspect), of juist wel (terminatief aspect).” (de E-ANS, paragraaf 2.4.8.2.ii) Alex Holvoet (1994), die een contrastief onderzoek naar de aspectcategorie in het Nederlands in vergelijking met het Pools heeft uitgevoerd, stelt ook vast dat de functie van sommige werkwoordelijke vormen als aspectueel kan worden beschouwd, maar hij voegt eraan toe dat het slechts in bepaalde gebruikswijzen van “samengestelde (voltooide) tijden” (bijvoorbeeld, het perfectum) plaats vindt (Holvoet 1994: 133). Holvoet (2004: 133) noemt onder andere een paar “gegrammaticaliseerde constructies” in het Nederlands zoals [aan het + infinitief] of [zitten/liggen/ staan te + infinitief] die ook een aspectuele functie vervullen. Echter merkt deze taalkundige nadrukkelijk op dat tempusvormen van een Nederlands werkwoord niet helemaal met de Slavische aspectoppositie overeenstemmen, aangezien ze bijvoorbeeld elkaar niet in alle contexten kunnen vervangen. Sommige linguïsten, bijvoorbeeld Droste (1958), veronderstellen dat er sprake kan zijn van imperfectief en perfectief aspect in het Nederlands enkel “binnen het tempus van het verleden” (Droste 1958: 231). Ook in dit geval is er maar “een dergelijke congruentie met de Russische [aspecten]”, stelt Droste (1958: 233) vast. Volgens hem dient er voor de rest van de aspectuele verschijnselen in het Nederlands (dus behalve duur en gerichtheid van de handeling) een “groepering naar bepaalde betekenisnuances” te worden opgesteld (Droste 1958: 235). Deze worden Aktionsarten genoemd en door middel van verschillende hulpmiddelen, zoals “de hulpwerkwoorden van aktionsart” (bijvoorbeeld gaan + inf., zijn aan het + inf., liggen/zitten te + inf. etc.), worden uitgedrukt (Droste 1958: 235-236). De Vooys (1967) heeft het ook over imperfectief en perfectief aspect op het gebied van de Nederlandse werkwoorden, waarbij hij inchoatief en resultatief aspect onderscheidt en het verband tussen aspect en tempus beklemtoont (de Vooys 1967: 139). Zulke interpretatie kan ons tot de misleidende conclusies brengen dat er rechtlijnige overeenkomsten zouden 13 kunnen zijn tussen het Nederlandse en Russische verbale systeem, hoewel het eigenlijk nauwelijks zo is. De grootste meerderheid van de taalkundigen (van Wijk 1928; Droste 1958; Jan Czochralski 1994 etc.) beweert unaniem dat de grammaticale categorie “aspect” van de Slavische talen in het Nederlandse werkwoordelijke systeem ontbreekt. Tegelijkertijd zijn er in het Nederlands “bepaalde verschijnselen te vinden (...) die min of meer op het aspect gelijken” (Czochralski 1994: 77). Om de aspectuele verschillen in de wijze van de handeling of gebeurtenis in de Nederlandse taal aan te duiden werd er door de grootste meerderheid linguïsten aangenomen de term Aktionsart te gaan gebruiken (zie van Wijk 1928; Droste 1958; Czochralski 1994; Drenjasova 1991 etc.) 1. Dus dezelfde Duitse benaming die in de Germaanse traditie voor de hele reeks aspectuele betekenissen wordt gebruikt om de manier van het verloop van de handeling te beschrijven (zie Mlynarczyk 2004: 55) Van Wijk (1928: 229) beweert dat er “in allerlei talen bepaalde vormkategorieën voor de Aktionsarten” bestaan. Dus, achter de Russische lexicale woordvormingscategorie sposoby deistvija (Aktionsarten) en de notie “Aktionsart” in het Nederlands, oorspronkelijk een breder begrip, staat één en hetzelfde semantische verschijnsel dat, in tegenstelling tot de grammaticale categorie “aspect”, verschillen op het semantische niveau van de aspectualiteit benadrukt: beide begrippen duiden de wijzen van de handeling aan. De manier waarop de Aktionsarten worden uitgedrukt zijn echter niet gelijk: “intussen gaat elke taal hier zijn eigen wegen: een nuance, die in taal A geen eigen uitdrukkingsmiddel heeft, kan het in taal B wel hebben en omgekeerd” (van Wijk 1928: 229). Zo worden in het Russisch verschillende betekenisnuances die wijze van de handeling aangeven door middel van prefixen (soms in combinatie met suffixen) uitgedrukt, terwijl er diverse hulpmiddelen in het Nederlands bestaan om de Aktionsarten weer te geven. Juist daarom lijkt het interessant om na te gaan over welke middelen het Nederlands beschikt om bepaalde Russische Aktionsarten uit te drukken. In de volgende paragraaf zullen we een overzicht geven van sommige Aktionsarten die men in het Nederlands onderscheidt en de mogelijke manieren waarop ze worden uitgedrukt. Vervolgens zullen we ons concentreren op de Russische Aktionsarten die in dat onderzoek centraal staan. 1 Sommige Nederlandse linguïsten, o. a. Kern, geven echter voorkeur aan de term “karakter” (zie daarover Drenjasova 1991: 208) 14 1.2 Typen Aktionsarten in het Nederlands en in het Russisch. Overzicht van de Aktionsarten, uitgekozen voor het onderzoek 1.2.1 Aktionsarten in het Nederlands en middelen om die uit te drukken Er bestaan verschillende benaderingen om de Aktionsarten in één of andere taal te classificeren en te benoemen. Tegelijkertijd zijn er ook algemene classificaties die in verschillende talen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld, van Wijk (1928) noemt enkele, blijkbaar, de meest voorkomende Aktionsarten op waarvoor “sommige talen aparte vormkategorieën” hebben: de intensiva (drukken “een intensieve, versterkte handeling” uit); de attenuativa of deminutieva (duiden “een beetje iets doen” aan); de inchoativa (geven “het begin van een gebeuren” aan); de desiderativa (geven aan “dat men het door het verbum uitgedrukte wenst”); de resultativa (de Aktionsarten “die het resultaat, waarop de handeling uitloopt, biezonder in het licht stellen”). (van Wijk 1928: 229-230) Daarbij beklemtoond van Wijk (1927) dat elke taal zijn eigen weg gaat wat de uitdrukking van de Aktionsarten betreft (van Wijk 1928: 229). Het valt op te merken dat de opgesomde Aktionsarten in het Russisch te vinden zijn, en sommigen uit deze lijst zullen bijzondere aandacht krijgen in het vervolg van dat hoofdstuk. Bovendien, in het werk van van Wijk (1928) komen al voorbeelden voor waarin het Nederlands met het Russisch op het gebied van het aspect en Aktionsarten wordt vergelijkt. Zo geeft hij een voorbeeld van een Nederlandse zin Laten wij hier wat zitten! waarin door middel van het bijwoord wat hetzelfde deminutieve betekenis wordt uitgedrukt als in het Russische werkwoord posidimte, afgeleid door het prefix po-, in de vertaling Po-sidim-te zdes’ (van Wijk 1928: 236). Dit voorbeeld illustreert het feit dat één en dezelfde betekenismodificatie op verschillende manieren kan worden uitgedrukt afhankelijk van de taal. Uit de classificatie van van Wijk (1928) kunnen we afleiden dat verschillende classificaties overeenkomsten vertonen in de typen Aktionsarten en hun benamingen, maar de manieren waarop die Aktionsarten in de Slavische en niet-Slavische talen uitgedrukt worden, wijken van elkaar af. Het huidige vergelijkende onderzoek Russisch-Nederlands dient dat verschijnsel te illustreren. In deze scriptie zullen we ons toespitsen op twee classificaties van de Aktionsarten in het Nederlands die door de Slavische taalkundigen, Czochralski (1994) en Drenjasova (1991), worden voorgesteld. 15 Czochralski (1994) vergelijkt de verbale systemen van het Pools en het Nederlands en, niet tegen de verwachtingen in, komt tot een conclusie dat er geen “obligatorische binaire morfologische categorie van het verbum in de Nederlandse taal” bestaat (Czochralski 1994: 79). Daarnaast brengt hij een aantal Nederlandse Aktionsarten in kaart die hij als “betekenisnuances of zienswijzen van de handeling” beschrijft (Czochralski 1994: 79). Deze “modificaties” in de betekenis hebben volgens Czochralski (1994) een morfologisch en nietmorfologisch karakter. Tot morfologische middelen rekent hij voorzetsels (bijvoorbeeld, de toevoeging van het voorzetsel op- aan het werkwoord bloeien zorgt voor de betekenismodificatie: opbloeien geeft ingressiviteit weer), maar merkt op dat die manier om een Aktionsart in het Nederlands weer te geven, zelden voorkomt (Czochralski 1994: 79). Daarom concentreert deze taalkundige zich vooral op niet-morfologische middelen waardoor vier Aktionsarten die hij in zijn werk naar voren haalt, kunnen worden uitgedrukt. De volgende tabel presenteert het resultaat van zijn onderzoek (Czochralski 1994: 77-79): Aktionsart Middel(en) om een Aktionsart uit te drukken iterativiteit (drukt herhaalde handeling uit) 1) constructie [plegen te + infinitief] 2) lexicaal door bijwoorden en bijwoordelijke uitdrukkingen (vaak, dikwijls etc.) durativiteit (drukt duratieve handelingen uit) 1) het voegwoord terwijl 2) constructie [bezig zijn te + infinitief] 3) constructie [zijn aan het + gesubstantiveerde infinitief] 4) hulpwerkwoorden: liggen, staan, zitten, hangen, blijven etc. 5) fraseologische eenheden (b.v. aan de gang zijn) ingressiviteit (drukt het begin van de handeling uit) semelfactiviteit 1) constructie [gaan + infinitief] 2) constructie [komen + infinitief] (drukt een het werkwoord geven in combinatie met momentane, eenmalige handeling uit die heel een deverbaal zelfstandig naamwoord: een kort duurt) duwtje geven, een schreeuw geven etc. Czochralski (1994: 79) beweert dat hij in totaal vijf Aktionsarten in het Nederlands heeft gevonden, wat eigenlijk strijdig is met de gegevens die hij in het artikel presenteert. Om 16 een of andere reden blijft “resultativiteit” buiten beschouwing, en “momentaneïteit”, die in principe dezelfde wijze van de handeling uitdrukt als semelfactiviteit, krijgt ook geen aandacht. Niettemin levert het werk van Czochralski (1994) naar mijn mening een grote bijdrage aan het onderzoek naar de Aktionsarten in het Nederlands aangezien er een brede waaier aan verschillende middelen om bepaalde wijzen van handeling aan te duiden, introduceert wordt, waaronder morfologische middelen, lexicale middelen en ook een aantal specifieke grammaticale constructies met hulpwerkwoorden. Het onderzoek van Drenjasova (1991) is gebaseerd op het verschil tussen de Slavische en Germaanse talen wat de vormen van de aspectualiteit betreft. Ze richt zich ook vooral op de Aktionsarten in het Nederlands, die in haar werk vidovyje značenija (aspectuele betekenissen) worden genoemd. Het doel van haar onderzoek is te laten zien dat er “naast de semantische invulling van het Nederlandse verbum en allerlei woorvormingsprocédés ook vaak gebruik gemaakt wordt van werkwoordelijke beschrijvende constructies om de meest voorkomende aspectuele betekenissen in het Nederlands uit te drukken”1 (Drenjasova 1991: 208). Tot mogelijke uitdrukkingsmiddelen rekent Drenjasova (1991: 209) onder andere allerlei syntactische middelen en het context, maar de “beschrijvende gegrammaticaliseerde werkwoordelijke constructies” waarmee men één of andere wijzen van de handeling kan weergeven, staan centraal in haar werk (Drenjasova 1991: 210). In wat volgt geven we een lijst van de door Drenjasova (1991) uitgekozen Aktionsarten (of aspectuele betekenissen) en de Nederlandse constructies die tot die Aktionsarten horen. Sommige constructies corresponderen met die uit de classificatie van Czochralski (1994): Duratieve betekenis (značenije durativnosti (dlitel’nosti) dejstvija) 1) [blijven + infinitief] 2) [zitten/liggen/staan/lopen + te + infinitief] 3) [zijn aan het + infinitief] 4) [horen/zien/vinden/hebben/houden aan het + infinitief] 5) [zijn + deelwoord in de vorm van de tegenwoordige tijd] (b.v. “conferentie is gaande”) Inchoatieve betekenis (značenije načinatel’nost’ dejstvija) 1) [beginnen te + infinitief] 1 (…) для выражения наиболее употребительных видовых значений в нидерландском языке наряду с семантикой глагола и словообразовательными средствами активно используются глагольные описательные конструкции (…) (Drenjasova 1991: 208) 17 2) [gaan + infinitief] 3) [gaan/raken/staan aan het + infinitief] 4) [brengen/maken/krijgen/zetten aan het + infinitief] Resultatieve betekenis (značenije rezultativnosti dejstvija) [krijgen te + infinitief] Wat kenmerkend is voor de analyse van Drenjasova (1991), dat ze onderscheid maakt tussen minder en meer gegrammaticaliseerde constructies naargelang de mate waarin het proces van de grammaticalisatie plaats vindt. Onder de “gegrammaticaliseerde constructies” verstaat Drenjasova (1991: 210) de constructies waarin “een specifieke idiomatische betekenis van de grammaticale aard is ontwikkeld die niet uit de combinatie van de betekenissen van de afzonderlijke elementen kan worden gehaald”1. Die zijn dus de constructies die als grammaticale eenheden worden beschouwd waarin de heranalyse van de betekenis zich op het algemene niveau voordoet. Zo is de constructie [gaan aan het + infinitief] meer gegrammaticaliseerd dan [gaan + infinitief] (Wij gaan aan het discussiëren vs. Wij gaan even discussiëren) (Drenjasova 1991: 212). In de eerste constructie wordt volgens Drenjasova (1991: 212) de betekenis van de hele constructie heranalyseerd wat voor de ontwikkeling van een idiomatische betekenis van de inchoativiteit zorgt, en in de tweede hebben we te maken met een gedeeltelijke heranalyse in de betekenis van het werkwoord gaan. De constructie [beginnen te + infinitief] is bijvoorbeeld het minst gegrammaticaliseerd, omdat het werkwoord beginnen geen semantische veranderingen ondergaat (Drenjasova 1991: 212). De twee besproken classificaties vertonen de manier waarop de Aktionsarten in het Nederlands worden behandeld en de middelen waardoor verschillende wijzen van de handeling in deze taal kunnen worden uitgedrukt. Het valt op dat er overeenkomsten tussen de classificaties zijn te vinden en dat het aantal Aktionsarten waaraan specifieke aandacht wordt besteed, relatief klein is. Daarom vinden we het belangrijk het onderzoek niet slechts uit te voeren op basis van de Aktionsarten die zowel in het Russisch als in het Nederlands worden onderscheiden, maar ook op basis van de Russische Aktionsarten die in mindere mate of helemaal niet in het Nederlands zijn bestudeerd. Welke Aktionsarten we precies geselecteerd hebben, zullen we in de volgende paragraaf bespreken. 1 Под термином “грамматизация” (…) понимается “развитиe у данной конструкции особого идиоматического значения грамматического порядка, невыводимого из суммы значение компонентов”. (Drenjasova 1991: 210) 18 1.2.2 Russische Aktionsarten in het huidige onderzoek Bij de zoektocht naar het theoretische materiaal over het onderwerp viel het ons op dat er meer uitgebreide lijsten van Aktionsarten voor het Russisch te vinden zijn dan voor het Nederlands. De Russische taal beschikt over twee aspecten, maar er zijn aanzienlijk meer Aktionsarten. Zoals al eerder in dit hoofdstuk vermeld werd, nemen we het standpunt van de aanhangers van de engere visie op Aktionsarten in die beweren dat de Russische Aktionsart een lexicale woordvormingscategorie is waaronder enkel afgeleide werkwoorden vallen (zie paragraaf 1.1.1). Deze visie wordt gepresenteerd in twee bekende Sovjetgrammatica’s onder redactie van Švedova: Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al. 1970) en Russkaja Grammatica (Švedova et al. 1980)1. Dezelfde mening over de inhoud van de Russische categorie “Aktionsarten” delen zulke linguïsten als Isačenko (1960) en Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.). Volgens Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al. 1970) zijn sposoby dejstvija (Aktionsarten) “semantische groeperingen van werkwoorden”, gevormd op grond van verschillende specifieke kenmerken die het verloop van de handeling bepalen (Švedova et al. 1970: 346). De verdeling van de afgeleiden werkwoorden hangt af van het type prefixen die de betekenismodificatie veroorzaken en van de aard van de semantische verschuiving zelf: het verloop van de handeling ten opzichte van de tijd, de duur of het resultaat, intensiviteit van de handeling etc. De linguïsten die de Aktionsart als een lexicale woordvormingscategorie beschouwen, stellen een aantal classificaties van de Russische Aktionsarten voor, die qua indelingsprincipe, benaming en beschrijving van de Aktionsarten zeer op elkaar lijken en slechts in kleine details van elkaar afwijken (zie classificaties van Isačenko 1960, Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.), Russkaja Grammatica 1980). Deze lijsten van de Russische Aktionsarten zijn zo ruim dat het onmogelijk is zelfs één van de classificaties in deze scriptie te presenteren. In het vervolg richten we ons enkel tot vier geselecteerde Russische Aktionsarten om een beeld te geven van hoe ze in de wetenschappelijke literatuur worden behandeld en welke betekenismodificaties achter deze Aktionsarten staan. Bij iedere groep bespreken we telkens het karakter van de handeling die de gegroepeerde werkwoorden aanduiden, de formatie van de werkwoorden en het gebruik van deze werkwoorden in de taal (standaardtaal, spreektaal of informele omgangstaal). 1 Bij de aangehaalde stukken uit deze grammatica’s zullen we verder de naam van de hoofdredacteur Švedova, het jaar van de publicatie en pagina’s aanduiden. 19 1.2.2.1 Diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) Volgens Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al. 1970) duiden de werkwoorden die tot de diminutieve Aktionsart behoren, aan dat “de handeling niet in volle mate wordt uitgevoerd”1 (Švedova et al. 1970: 348). In Russkaja Grammatica (1980) die tien jaar later uitkwam, wordt nog toegevoegd dat “de door het motiverende werkwoord genoemde handeling als verzacht, onvolledig aangevoeld wordt”2 (Švedova et al. 1980: 599). Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.) stelt bovendien vast dat diminutieve werkwoorden een algemene betekenis “iets doen zonder veel moeite in de handeling te steken en niet lang” hebben en “een vrij neerbuigende (maar eerder welwillend) houding van de spreker tegenover de handeling zelf of het subject dat de handeling uitvoert”3 aanduiden (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5). Kortom, bij de diminutieve Aktionsart gaat het over de verzachtende wijze van de handeling. De actie of het proces, aangeduid door een afgeleid diminutief werkwoord, heeft een verzacht, onvolledig karakter en kan ook een kortere periode duren dan de handeling die door het oorspronkelijke werkwoord dat de betekenismodificatie nog niet heeft ondergaan, wordt aangeduid. Diminutieve werkwoorden worden gevormd door de toevoeging van de prefixen po-, pri- of pod- aan de werkwoorden met of zonder prefix (de laatste komt zelden voor): popugat’ (uit pugat’), priotkryt’(uit otkryt’), podkleit’(uit kleit’) etc. (zie Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5). Soms kan er op die manier een werkwoord geproduceerd worden waarin verschillende betekenismodificaties met de toevoeging van een prefix plaats vinden, en als gevolg krijgt dat afgeleide werkwoord twee of meer betekenissen. Afhankelijk van het context treedt één van de specifieke betekenisnuances op de voorgrond, bijvoorbeeld: podsest’ in de betekenis “naast of dicht(er) bij iemand/ iets gaan zitten” (on podsel blizhe k ede – hij ging dichter bij het eten zitten) vs. podsest’ in de diminutieve betekenis “een beetje neerhurken of even gaan zitten” (nemnogo prisest’)4. Men moet dus altijd opletten welke van de betekenisnuances in een bepaalde situatie optreden, wat maakt de zoektocht naar diminutieve werkwoorden in een tekst moeilijker. 1 Глаголы смягчительного способа действия означают, что действие осуществляется не в полную меру. (Švedova et al. 1970: 348) 2 Глаголы смягчительной разновидности означают, что в действие, названное мотивирующим глаголом, вносится оттенок ослабленности, умеренности или неполноты. (Švedova et al. 1980: 599) 3 Глаголы смягчительного способа действия обозначают 'делать нечто слегка, не прилагая усилий, недолго' и выражают несколько снисходительное (но при этом скорее доброжелательное) отношение к самому действию или к его субъекту со стороны говорящего. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5) 4 Zie het lemma ‘podsest’’ bij Kuznecov S. A. et al. (reds.) (1998) Bol’šoj tolkovyj slovar’ russkogo jazyka. SPb: Norint 20 Naast de genoemde prefixen kan ook het prefix pere- deel nemen aan de formatie van diminutieve werkwoorden: perekusit’, peregodit’ (volkstaal) etc. Deze gevallen komen echter zelden voor en sluiten dicht aan bij de delimitatieve Aktionsart (Švedova et al. 1980: 600). Daarom laten we ze buiten beschouwing. De meeste diminutieve werkwoorden zijn perfectief, maar sommige kunnen een aspectueel paar vormen (hoewel Isačenko (1960) zulke gevallen niet bij de Aktionsart rekent, zie paragraaf 1.1.1), bijvoorbeeld: podzabyt’ – podzabyvat’ (uit zabyt’) (Švedova et al. 1970: 348). Diminutieve werkwoorden worden in de spreektaal gebruikt: zowel in de standaardtaal als in de informele omgangstaal (zie Švedova et al. 1980: 599; Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5). Er bestaan ook verschillende occasionalismen die volgens dit woordvormingsprocédé zijn ontstaan (zie voorbeelden uit Slovar’ Dalja (het Dal’ woordenboek) bij Isačenko 1960: 289). Er zijn nog twee Aktionsarten waaronder de werkwoorden vallen die tot diminutieven worden gerekend, maar deze Aktionsarten worden vaak als twee aparte categorieën beschouwd: “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en “langdurige verzachtende wijze van de handeling” (dlitel’nosmjagčitel’nyj sposob dejstvija). In deze scriptie zullen we deze twee Aktionsarten als subtypen van de diminutieve Aktionsart behandelen. De werkwoorden die tot deze groepen behoren zijn anders gekleurd dan gewone diminutieve werkwoorden wat de duur van de handeling betreft, maar duiden wel een verzachtende handeling aan. Zaliznjak (z.j.) bepaalt de algemene betekenis van de werkwoorden die tot de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling” behoren, als volg: “iets af en toe doen en telkens een beetje”1 (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5). In Russkaja grammatica (1980) is een ruimere definitie te vinden: deze werkwoorden “duiden een verzachte handeling aan die zich een bepaalde tijd met onderbrekingen voltrekt en die af en toe wordt uitgevoerd”2 (Švedova et al. 1980: 600). De handeling is dus niet intensief genoeg en wordt af en toe herhaalt. De werkwoorden die tot de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling” behoren, worden gevormd door de toevoeging van het prefix po- en het suffix -iva- (–yva-) aan een imperfectief werkwoord: povizgivat’ (uit vizžat’), posmatrivat’ (uit smotret’), pobaltyvat’ (uit bolet’) etc. (zie Švedova et al. 1970: 359; Isačenko 1960: 279). In sommige 1 (…) делать что-то время от времени и понемногу. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5) 2 Глаголы прерывисто-смягчительного способа действия означают длительно-прерывистое и ослабленное в своём проявлении действие, осуществляемое время от времени. (Švedova et al. 1980: 600) 21 gevallen komen de suffixen –a- of –va- in plaats van -iva- (–yva-) voor: popivat’ (uit pit’), potirat’ (uit teret’) (Švedova et al. 1980: 600). Isačenko (1960: 282) merkt op dat dit woordvormingsmodel heel productief is: men kan veel afgeleide werkwoorden produceren met behulp van de combinatie van de genoemde suffixen en het prefix po- die de semantische modificatie in een oorspronkelijk werkwoord veroorzaken. Als bewijs geeft Isačenko (1960: 281-282) een heel lange lijst van werkwoorden, die in principe eindeloos kan zijn. De werkwoorden uit de “onderbroken-verzachtende” groep zijn altijd imperfectief en hebben geen perfectieve equivalenten (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 5; Švedova et al. 1970: 349). Volgens Russkaja grammatica (1980) komen deze werkwoorden vooral in de spreektaal voor (Švedova et al. 1980: 600), maar Isačenko (1960: 282-283) voegt eraan toe dat men die werkwoorden ook vaak in de boeken van de klassieke Russische auteurs niet alleen in dialogen tussen personages aantreft, maar ook in de passages waar de auteur aan het woord komt. De “langdurige verzachtende wijze van de handeling” sluit dicht aan bij de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”. Bij Zaliznajk (Sposoby dejstvija, z.j.) vallen deze twee Aktionsarten zelfs samen. Niettemin worden ze in Russkaja grammatica (1980) en Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (Švedova et al. 1970) los van elkaar gepresenteerd. Beide grammatica’s stellen vast dat de werkwoorden uit de groep “langdurige verzachtende wijze van de handeling”, de handeling aanduiden die verzacht is en lang duurt1 (Švedova et al. 1970: 349, Švedova et al. 1980: 600). De werkwoorden die deze Aktionsart vertegenwoordigen zijn soms moeilijk van de “onderbroken-verzachtende” groep te onderscheiden. Uit de naam van de Aktionsart kunnen we afleiden dat bij de “langdurige verzachtende” Aktionsart de nadruk minder op de herhaling van de handeling binnen een bepaalde tijd ligt en meer op de duur van de handeling. Het woordvormingsmodel bij de “langdurige verzachtende” Aktionsart lijkt ook op dat van de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”. De werkwoorden die tot de “langdurige verzachtende wijze van de handeling” behoren, worden gevormd door de toevoeging van de prefixen pri-, pod-, na-, pere- (het laatste heel zelden) en de suffixen -iva(–yva-) of –va-: pritorgovyvat’ (uit torgovat’), nasvistyvat’ (uit svistet’), poddraznivat’ (uit draznit’) etc. (Švedova et al. 1980: 600). In sommige gevallen vinden we zelfs dezelfde elementen in het woordvormingsmodel als bij de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”, maar de herhaling van de handeling is hier naar mijn mening in mindere mate uitgedrukt: pomalkivat’ (uit molčat’) (Švedova et al. 1980: 600). 1 Глаголы длительно-смягчительного способа действия означают действие длительное, но ослабленное. (Švedova et al. 1970: 349, Švedova et al. 1980: 600) 22 Volgens Russkaja grammatica (1980) zijn de werkwoorden die tot de “langdurige verzachtende wijze van de handeling” behoren, altijd imperfectief en komen vooral in de spreektaal voor (Švedova et al. 1980: 600) 1.2.2.2 Inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija) Eerst en vooral moeten we opmerken dat de Russische linguïsten twee typen Aktionsarten onderscheiden die een gelijkaardige wijze van de handeling vertegenwoordigen waarin de eerste fase van de handeling centraal staat, maar die in kleine semantische details en in de manier waarop de werkwoorden afgeleid worden (soorten prefixen), verschillen: de inchoatieve Aktionsart1 en de ingressieve Aktionsart (terminologie van Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.). Volgens Russkaja Grammatica (1980) waarin načinatel’nyj sposob dejstvija in twee groepen wordt verdeeld, geven de werkwoorden uit het eerste type Aktionsart (inchoatieve Aktionsart bij Zaliznjak z.j.) enkel “de eerste fase of het beginpunt van de handeling” weer (bv. zachodit’), terwijl de werkwoorden uit het tweede type Aktionsart (ingressieve Aktionsart bij Zaliznjak z.j.) duiden “het begin en de voortgang van de handeling [aan] die als één geheel beschouwd worden, dus de handeling die niet in fasen kan worden verdeeld (d.w.z. zodra de handeling begint, is het aan de gang en is gericht op het bereiken van het resultaat): pojti, vskričat’”2 (Švedova et al. 1980: 596-597). In deze scriptie beperken we ons enkel tot de inchoatieve Aktionsart die tot de meest productieve Aktionsarten behoort (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 2). De ingressieve Aktionsart laten we buiten beschouwing. Zoals Isačenko (1960) beweert, bij de inchoatieve Aktionsart3 wordt “alle aandacht geconcentreerd op het beginpunt van de handeling dat gezien wordt als een complete gebeurtenis”4 (Isačenko 1960: 224). Zaliznjak (z.j.) merkt op: “inchoatieve werkwoorden 1 Hier valt op te merken dat in Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka (1970) de inchoatieve Aktionsart helemaal anders wordt geïnterpreteerd: de werkwoorden die tot deze Aktionsart behoren, duiden een overgang naar een bepaalde toestand aan. (zie Švedova et al. 1970: 349) 2 Глаголы начинательного способа действия выражают значение начала действия. Это значение имеет две разновидности: приступа к действию, начального фазиса действия (заходить) и начала и продолжения действия в едином целом, которое не членится на фазисы (достижение результата в процессе возникновения действия): пойти, вскричать. (Švedova et al. 1980: 596-597) 3 Isačenko gebruikt echter de term “ingressieviteit” voor beide typen Aktionsarten die het begin van de handeling aanduiden, ongeacht de semantische nuances en de prefixen waardoor de werkwoorden afgeleid worden. 4 Начинательная (…) совершаемость сосредотачивает внимание на приступе к действию, который представляется как целостное событие. (Isačenko 1960: 224) 23 ‘knippen’ als het ware het beginpunt van de situatie ‘af’, en dit beginpunt maakt het mogelijk de hele situatie te identificeren”1 (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 2). Kortom, bij de inchoatieve Aktionsart wordt de focus gelegd op de eerste fase van de handeling. Inchoatieve werkwoorden worden gevormd door de toevoeging van het prefix za-2 die de inchoatieve betekenis draagt, aan intransitieve werkwoorden3 waarbij de betekenismodificatie plaats vindt en het begin van de handeling wordt benadrukt: zabegat’ (uit begat’), zašumet’ (uit šumet’), zasmejat’sja (uit smejat’sja) etc. (zie Švedova et al. 1980: 597, Isačenko 1960: 225). Inchoatieve werkwoorden kunnen in verschillende semantische groepen verdeeld worden. De grootste groep bestaat volgens Zaliznjak (Sposoby dejstvija z.j.: 2) uit de wekwoorden die naar verschillende verschijnselen verwijzen die men met de zintuigen waarneemt. De dominante positie van deze werkwoorden is ook duidelijk te zien in de categorieën, afgebakend door Isačenko (1960: 225). Dit woordvormingsmodel is heel productief wat blijkt uit het grote aantal nieuwe inchoatieve werkwoorden die volgens dit procédé dagelijks worden geproduceerd (Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 2). Inchoatieve werkwoorden zijn allemaal perfectief. Hoewel de meeste werkwoorden uit de inchoatieve groep geen imperfectief equivalent hebben, worden er soms werkwoorden tot de inchoatieve Aktionsart gerekend die wel een aspectueel paar kunnen vormen: zabolet’ – zabolevat’ (uit bolet’), zakurit’ – zakurivat’ (uit kurit’) etc. (Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 2). In het huidige onderzoek hebben we vooral perfectieve inchoatieve werkwoorden opgenomen (zie hoofdstuk 3). Inchoatieve werkwoorden worden het vaakst gebruikt in de spreektaal, hoewel het gebruik van die werkwoorden niet enkel tot de standaardtaal wordt beperkt (er kunnen bijvoorbeeld ook werkwoorden gevormd worden die enkel in de informele omgangstaal voorkomen). 1.2.2.3 Saturatieve Aktionsart (saturativnyj sposob dejstvija) De saturatieve Aktionsart is naar mijn mening één van de meest specifieke Russische Aktionsarten. Het maakt deel uit van een groep Aktionsarten die een voltooide handeling 1 Инхоативные глаголы как бы «вырезают» начальный отрезок ситуации, по которому можно идентифицировать всю ситуацию в целом. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 2) 2 Dit in tegenstelling tot de ingressieve Aktionsart waarbij de werkwoorden met behulp van een aantal andere prefixen worden gevormd: po-, vz-(vs-) of voz-. (zie Russkaja Grammatica 1980) 3 De gevallen met transitieve werkwoorden komen zeer zelden voor (bv. zauvažat’ otca (letterlijk: ‘vader beginnen te respecteren’)). De toevoeging van het prefix za- aan de transitieve werkwoorden leidt in de meeste gevallen niet tot de inchoatieve betekenismodificatie, bv.: zadut’ sveču (de kaars uitblazen, geen inchoativiteit). (zie daarover Isačenko 1960: 226) 24 weergeven, maar tegelijkertijd van elkaar afwijken omdat elk van die Aktionsarten een specifiek tintje in de semantiek van de afgeleide werkwoorden brengt afhankelijk van de prefixen en/of suffixen die bij de vorming van de Aktionsart worden toegevoegd. Volgens de beschrijving van Isačenko (1960), de handeling die door saturatieve werkwoorden wordt aangeduid, is “een resultaat van langdurige of zich herhaalde acties”1 (Isačenko 1960: 246). De specifieke betekenisnuance die bij de saturatieve Aktionsart aan de resultativiteit wordt toegevoegd is dat “de handeling uitgevoerd wordt tot de volledige verzadiging of zelfs oververzadiging”2 van het subject (Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 4). Saturatieve werkwoorden geven dus een voltooide handeling weer die tot de volledige tevredenheid, verzadiging of oververzadiging leidt. Deze handeling kan zowel een positief als negatief karakter hebben afhankelijk van het werkwoord waarvan een saturatieve werkwoord wordt afgeleid (Isačenko 1960: 246). Zo als een werkwoord een proces aanduidt dat geen leuke gevoelens oproept of slechte gevolgen heeft, dan is er geen sprake meer van de volledige tevredenheid. In dit geval bereikt de handeling extreme mate: namučit’sja (uit mučit’sja, betekent in het Nederlands “zich uitgeput raken van iets”) (Isačenko 1960: 246). Sommige saturatieve werkwoorden kunnen zelfs op twee manieren geïnterpreteerd worden afhankelijk van of het resultaat als negatief of positief wordt ervaren, bijvoorbeeld: nabegat’sja (uit begat’) betekent “zo veel hebben gerend dat je er tevreden mee bent” of “zo veel hebben gerend dat je niet meer wil of kunt rennen” (voorbeeld van Isačenko 1960: 246). Vaak maakt men gebruik van allerlei hulpwoorden om de tevredenheid of verzadigdheid te benadrukken die echter niet gemakkelijk is naar het Nederlands te vertalen: vdovol’, vslast’, dosyta etc. Sommige saturatieve werkwoorden worden in vaste uitdrukkingen vooral in ontkennende vorm gebruikt: smotrju ne nasmotrujs’ (in het Nederlands zoiets als: als ik naar jou kijk kan ik er niet genoeg van krijgen) (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 4, Isačenko 1960: 246). Saturatieve werkwoorden worden gevormd uit intransitieve werkwoorden door de toevoeging van het prefix na- samen met het suffix –sja: plakat’ – naplakat’sja, pit’- 1 Действие, выраженное сатуративным глаголом, представляется в виде результата продолжительных или повторяющихся действий. (Isačenko 1960: 246) 2 Сатуративный способ действия (…) указывает на то, что действие производилось до полного насыщения или даже пресыщения (…).(Zaliznjak Sposoby dejstvija z.j.: 4) 25 napit’sja, smejat’sja – nasmejat’sja1 etc. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija z.j.: 4, Isačenko 1960: 246). Saturatieve werkwoorden zijn altijd perfectief. Wat de stilistische kenmerken van saturatieve werkwoorden betreft, zijn deze werkwoorden nadrukkelijk informeel gekleurd en komen alleen in de spreektaal voor en vaak in de informele omgangstaal: zowel werkwoorden als nadrat’sja, nalizat’sja met betrekking tot “veel alcohol drinken” als alle mogelijke occasionalismen die volgens dit productieve woordvormingsmodel kunnen worden gemaakt, hoort men nooit in een formeel gesprek (zie voorbeelden bij Švedova et al. 1980: 602). 1.2.2.4 Completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj (kompletivnyj) sposob dejstvija) Deze Aktionsart behoort ook tot de groep resultatieve Aktionsarten. In tegenstelling tot de inchoatieve Aktionsart waarbij de nadruk op de beginfase van de handeling ligt, wordt bij de completieve Aktionsart de laatste fase van de handeling benadrukt (Švedova et al. 1970: 348). Completieve werkwoorden geven dus een handeling weer die voltooid is en die gekenmerkt wordt door het bereiken van een bepaald resultaat waarop de actie gericht is. Bij de vorming van de werkwoorden die tot de completieve Aktionsart behoren, wordt gebruik gemaakt van het prefix do- dat beklemtoont dat er een eind van de handeling of een bepaald resultaat bereikt is. Completieve werkwoorden worden gevormd uit imperfectieve of pecfectieve werkwoorden met of zonder prefix (die ook zowel transitief als transitief kunnen zijn): doest’ (uit est’), dotancevat’ (uit tancevat’) etc. (Švedova et al. 1970: 348, Švedova et al. 1980: 601). Deze werkwoorden zijn meestal perfectief, maar sommige completieve werkwoorden kunnen een imperfectief equivalent hebben: dožarit’ – dožarivat’ (uit žarit’) (Švedova et al. 1970: 348). Heel dicht bij de completieve Aktionsart qua woordvormingsmodel en betekenismodificatie die in een oorspronkelijk werkwoord plaats vindt, sluit de intensiefresultatieve Aktionsart aan. Aangezien deze twee typen Aktionsarten veel overeenkomsten vertonen en in de theoretische literatuur naast elkaar worden beschreven (zie Švedova et al. 1970: 348, Švedova et al. 1980: 601-602), hebben we besloten de intensief-resultatieve wijze van de handeling als een subcategorie van de completieve Aktionsart in deze scriptie te behandelen. Volgens Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.: 4) geven intensief-resultatieve werkwoorden een handeling weer die voltooid is en waarbij meestal verondersteld wordt dat 1 Als een saturatief werkwoord uit een reflexief werkwoord wordt gevormd (dat al over het reflexief suffix -sja beschikt), dan wordt er maar het prefix na- toegevoegd en het suffix blijft onveranderd. (zie Isačenko 1960: 246) 26 het veel moeite kostte aan het subject om het gewenste resultaat te bereiken (dus een heel intensieve handeling), bijvoorbeeld: dozvonit’sja (uit zvonit’), het werkwoord dat men letterlijk naar het Nederlands kan vertalen als “iemand uiteindelijk telefonisch bereiken”. Niettemin kunnen deze werkwoorden, merkt Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.: 4) op, een handeling aanduiden die tot een ongewenst, negatief resultaat heeft geleid waarvan het subject bewust was, wat hij kon voorspellen of waarover hij werd gewaarschuwd: dorabotat’sja (uit rabotat’) betekent dat iemand zo veel gewerkt heeft dat hij bijvoorbeeld een hoofdpijn van de spanning heeft gekregen (of een ander negatief resultaat). Bij de vorming van intensief-resultatieve werkwoorden kunnen verschillende prefixen worden gebruikt (zie Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 4; Švedova et al. 1980: 601-602), maar we beperken ons hier enkel tot de variant met het prefix do-. Één van de typen intensiefresultatieve werkwoorden wordt dus gevormd volgens een soortgelijk woordvormingsmodel als completieve werkwoorden, maar bij de intensief-resultatieve Aktionsart gaat het prefix doaltijd gepaard met het suffix –sja: doždat’sja (uit ždat’), dostučat’sja (uit stučat’) etc. (Zaliznjak, Sposoby dejstvija, z.j.: 4; Švedova et al. 1980: 602). Deze werkwoorden zijn perfectief en worden afgeleid van transitieve of intransitieve imperfectieve werkwoorden. Ze hebben geen imperfectieve equivalenten. In tegenstelling tot completieve werkwoorden die stilistisch neutraal zijn en in alle vormen van de standaardtaal worden gebruikt, zijn intensief-resultatieve werkwoorden stilistisch gemarkeerd en heel expressief. De werkwoorden uit de intensief-resultatieve groep komen allemaal alleen in de spreektaal voor (Švedova et al. 1980: 602). Bovendien, met behulp van de combinatie van het prefix do- en het suffix –sja kunnen verschillende occasionalismen worden gevormd, net zoals bij de diminutieve en saturatieve Aktionsarten, wat betekent dat ook dit woordvormingsprocédé heel productief is. In het volgende hoofdstuk zal worden uitgelegd waarom we de vier Russische Aktionsarten hebben gekozen om na te gaan hoe de Russische werkwoorden die één of andere wijze van de handeling vertegenwoordigen, in het hedendaagse Nederlands worden uitgedrukt. Bij de beschrijving van de voorbeelden in dat contrastief onderzoek RussischNederlands zullen we ons baseren op de definities en specifieke kenmerken van de Russische Aktionsarten die in dit hoofdstuk werden gepresenteerd. 27 Hoofdstuk 2. Opzet en methodologie van het onderzoek 2.1 Afbakening van het onderzoeksveld en samenstelling van het corpus Aangezien er in het Russisch een relatief groot aantal verschillende wijzen van handeling (sposoby (glagol’nogogo) dejstvija) worden onderscheiden, is het van groot belang om als eerste stap van het onderzoek een concreet onderzoeksveld af te bakenen. In dit werk beperken we ons tot vier groepen Russische Aktionsarten, zie daarover hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.2: 1) diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija, “verzachtende wijze van de handeling”). Onder deze groep vallen nog twee subtypen: “onderbrokenverzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en “langdurige verzachtende wijze van de handeling” (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija); 2) inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija, “beginnende/inchoatieve wijze van de handeling”) 3) saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija, onmogelijk letterlijk te vertalen, komt erop neer dat de handeling is voltooid, in voldoende mate uitgevoerd en heeft zijn uiterste grens bereikt) 4) completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj (kompletivnyj) sposob dejstvija, “voltooide wijze van de handeling”) Bij de keuze van de typen Aktionsarten werd er van twee principes uitgegaan: frequentie (hoe vaak komen de werkwoorden in de Russische taal voor) en productiviteit (hoe productief zijn de uitgekozen woordvormingsmodellen). Bovendien was het ook van belang dat we ons niet alleen zouden concentreren op de Aktionsarten die verschillende taalkundigen in hun werken al ter sprake hebben gebracht (zie Czochralski 1994; Drenjasova 1991 etc.), zoals de diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en de inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija). Om het onderzoek zo interessant mogelijk te maken werden er ook twee Aktionsarten gekozen die heel goed de variëteit van de werkwoordelijke handeling in het Russisch weerspiegelen en daarom bijzonder moeilijk blijken te zijn voor de vertaling naar het Nederlands: de completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en de saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija). 28 Alle vier geselecteerde Aktionsarten behoren tot de spreektaal en zijn heel productief, hoewel de werkwoorden die de eerste twee groepen vormen, in meerdere contexten voorkomen en opmerkelijk productiever zijn dan die van de twee andere groepen. In grammatica’s van het Russisch (Isačenko 1960; Russkaja grammatica 1980 etc.) vinden we dan ook een opvallend groter aantal voorbeelden voor de diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija). Ook uit het huidige onderzoek zal blijken dat die twee manieren van de handeling opvallend vaker in de taal voorkomen, zie verderop. Voor elke uitgekozen Aktionsart werd er in de tweede stap van het onderzoek een lijst van werkwoorden opgesteld, op basis van drie theoretische bronnen, nl. Isačenko (1960), Russkaja grammatica (1980), Zaliznjak (Sposoby dejstvija, z.j.). De lijsten zijn van ongelijke lengte wat makkelijk te verklaren is op basis van het verschil in de frequentie en productiviteit tussen de vier Aktionsarten. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat de oorspronkelijke lijsten later met nieuwe werkwoorden werden uitgebreid, die in de loop van het onderzoek in de literaire teksten aangetroffen werden. In het geval van de twee Aktionsarten die door grotere groepen werkwoorden worden gepresenteerd (diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) en inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija)), werden alleen infinitieven en finiete werkwoordsvormen in de literaire teksten opgezocht, terwijl voor de completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en de saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija) ook adverbiale participia (deepričastija) en deelwoorden (pričastija) werden opgezocht om meer voorbeelden te krijgen. Het verzamelen van de geschikte literaire teksten bleek één van de moeilijkste fase in het onderzoek te zijn. Ten eerste omdat de werkwoorden die tot de geselecteerde Aktionsarten behoren vooral in de spreektaal gebruikt worden en zich door zeer specifieke stilistische kenmerken onderscheiden. Dat betekent dat de literaire teksten die het corpus vormen de betreffende stilistische variëteiten moeten vertonen, wat vrij uitzonderlijk is. Ten tweede was het moeilijk het corpus samen te stellen omdat we de voorkeur geven aan de moderne Russische literatuur, maar het aantal moderne Russische schrijvers dat naar het Nederlands is vertaald helaas nog niet erg groot is. Bovendien kost het soms zelfs veel moeite om de literaire teksten die wel vertaald zijn, te vinden. Ten slotte, om de diversiteit aan voorbeeldmateriaal te bereiken werd er bij de keuze van de literaire teksten ook naar gestreefd om vertalingen van de hand van verschillende vertalers te gebruiken. Uiteindelijk hebben wij voor vijf romans gekozen: Het gouden kalf (I. Ilf en J. Petrov), De meester en Margarita (M. A. Boelgakov), De stille Don (M. A. Sjolochov), De koffer (S. 29 Dovlatov) en Turks gambiet (B. Akoenin). Deze romans werden allemaal in de loop van de 20ste eeuw geschreven: de eerste drie – in de eerste helft van de 20ste eeuw, de laatste twee aan het eind van de 20ste eeuw. De vertalingen naar het Nederlands zijn ook relatief recent (eind 20ste eeuw) of onlangs bewerkt. Dankzij het feit dat de Russische taal geen grote veranderingen in de afgelopen eeuw heeft ondergaan, kunnen deze romans worden beschouwd als één corpus van moderne Russische romans. Aangezien de stijl van elke schrijver en het taalgebruik in deze vijf romans zich van elkaar onderscheiden, leken deze boeken geschikt te zijn voor het contrastief onderzoek naar de vertaling van de specifieke Russische werkwoorden. Alvorens naar de algemene kwantitatieve gegevens over te gaan, moet er nog opgemerkt worden dat van de heel omvangrijke roman De stille Don slechts het eerste deel als een bron gebruikt werd, dat op zichzelf al groot genoeg is. Bovendien werd dit boek enkel in het corpus opgenomen om meer materiaal te verzamelen voor de drie minder frequente Aktionsarten, namelijk: diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija), completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija). Voor de inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija) werd er al genoeg materiaal verzameld uit de andere vier bronnen en wordt De stille Don buiten beschouwing gelaten. 2.2 Algemene frequenties De voor het courpusonderzoek opgestelde lijst telt in totaal 229 werkwoorden. Nog 23 werkwoorden kwamen erbij in de loop van het onderzoek. Onder deze “nieuwkomertjes” vallen volgende werkwoorden: ten eerste, werkwoorden die nieuwvormingen zijn, gevormd volgens hetzelfde procédé als de rest; ten tweede, werkwoorden die stamverwant zijn met de andere woorden uit de groep, maar een reflexief suffix –sja- hebben of, integendeel, niet hebben afhankelijk van het feit of het suffix afwezig of aanwezig is bij het grootste deel van de tot een bepaalde Aktionsart behorende werkwoorden. Zulke gevallen komen voor in de lijst van de inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija), de diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) of de completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj sposob dejstvija). Het suffix -sja wordt aan sommige werkwoorden toegevoegd waarbij een nieuw, reflexief vorm van het werkwoord ontstaat zonder verandering van de betekenis. Bijvoorbeeld: pokačivat’- pokačivat’sja (een “nieuwkomertje”). De toevoeging van een reflexief suffix –sja in combinatie met het prefix do- leidt echter niet tot een vergelijkbare 30 resultaat: doigrat’ en doigrat’sja geven allebei een voltooide handeling weer waarbij een bepaald resultaat wordt bereikt, maar er zijn opvallende verschillen in de betekenis (doigrat’ – letterlijke betekenis: “het spel eindigen”, terwijl doigrat’sja – fuguurlijke betekenis, de handeling die tot een nadrukkelijk negatief resultaat heeft geleid, dat het subject kon voorspellen: in het Nederlands zoiets als “zich in de nesten werken”). In een aantal gevallen wordt het suffix –sja weggelaten, wat geen grote veranderingen op het vlak van semantiek en wijze van de handeling veroorzaakt: zadvigat’sja - zadvigat’ (een “nieuwkomertje”). Als “nieuwe” werkwoorden worden ook imperfectieve varianten van één of ander werkwoord uit de oorspronkelijke lijst beschouwd. Het totale aantal van de in de romans aangetroffen werkwoorden is 112. In de bijlage vindt men vier tabellen (een aparte tabel voor elke wijze van de handeling) met de lijst waarin zowel alle werkwoorden staan die de basis van het onderzoeksmateriaal hebben gevormd, als de werkwoorden die tijdens het doorkijken van de uitgekozen boeken zijn toegevoegd. Die laatste zijn onderstreept. Alle werkwoorden die in de loop van het onderzoek een of meerdere keren in de romans werden aangetroffen staan in het vet. Hieronder bespreken we de algemene cijfers voor iedere wijze van de handeling, met telkens een klein commentaar. Diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) vormt een aanzienlijke groep werkwoorden – 67. Er werden 20 diminutieve werkwoorden in de romans aangetroffen, waarvan er vijf niet in de oorspronkelijke lijst stonden. Bij deze Aktionsart wordt een onderscheid gemaakt tussen de werkwoorden die regelmatig in de taal voorkomen en neutraal klinken (45) en occasionele werkwoorden (22), die sporadisch gebruikt worden, bijvoorbeeld door een bepaalde auteur, in een dialect of in een vaste uitdrukking (zie tabel 1a). We zijn echter geen enkel werkwoord uit de laatste groep in de teksten tegengekomen. Van de 21 werkwoorden die in de geraadpleegde naslagwerken worden genoemd als vertegenwoordigers van het eerste subtype van de diminutieve wijze van de handeling (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija), werden er 12 in de teksten aangetroffen. Nog 4 werkwoorden die wij in de teksten tegenkwamen, staan niet in de oorspronkelijke lijst. Van de 13 werkwoorden voor het tweede subtype (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) figureren er slechts vijf in de uitgekozen romans (zie tabel 1b). Inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija) wordt vertegenwoordigd door 79 werkwoorden, onderverdeeld in een aantal groepen naargelang hun semantiek (zie tabel 2). In totaal werden er 55 werkwoorden in de romans aangetroffen, waarvan er elf niet in de oorspronkelijke lijst stonden. 31 De lijsten voor de completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) en de saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija) zijn aanzienlijk kleiner en omvatten respectievelijk 17 en 32 werkwoorden (zie tabel 3 en 4). In de loop van het onderzoek werden voor de completieve groep negen uit de groep completieve werkwoorden aangetroffen in de onderzochte teksten, waarvan drie die niet in de oorspronkelijke lijst stonden. De laatste drie werkwoorden vallen eigenlijk onder het subtype intensief-resultatieve Aktionsart (daarover zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.2.4). We rekenen deze werkwoorden toch tot de completieve groep aangezien ze ook een voltooide handeling weergeven, dus makkelijk bij de completieven kunnen aansluiten, en omdat ze slecht in het materiaal gepresenteerd zijn. Van de 32 saturatieve werkwoorden in de startlijst werden er slechts vier aangetroffen, waaraan nog twee werkwoorden die niet in de lijst stonden moeten worden toegevoegd. Aangezien er nauwelijks volledige Nederlandse equivalenten bestaan voor de onderzochte specifieke Russische werkwoorden, is het onmogelijk zonder context de juiste vertaling van deze werkwoorden te geven. Bovendien, lang niet alle aangetroffen werkwoorden beschikken over een nauwkeurige vertaling in de romans. Daarom bevatten de tabellen in de bijlage alleen getranslitereerde werkwoorden en geven ze geen vertaling. De concrete voorbeelden zullen in het volgende hoofdstuk worden behandeld. 32 Hoofdstuk 3. De Russische Aktionsarten in het Nederlands: vertaalstrategieën In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de manieren waarop de vertalers de specifieke Russische werkwoorden van de vier uitgekozen Aktionsarten naar het Nederlands vertalen. Zo krijgen we een algemeen beeld van de vertaalpraktijk: in hoeverre is het mogelijk de semantische modificaties van een Russisch werkwoord in het moderne Nederlands weer te geven, welke strategieën worden daartoe het vaakst aangewend en hoeveel aandacht besteden vertalers überhaupt aan dit soort stilistische eigenaardigheden. Alvorens naar de beschrijving van het onderzoek zelf over te gaan, willen we even een cruciaal moment uitlichten dat met de vertaling en de keuze van een vertaalstrategie te maken heeft. Het is bekend dat er heel vaak verschillende syntactische en semantische verschuivingen plaats vinden bij de vertaling. Alle vertalers moeten namelijk gebruik maken van allerlei middelen om de zogenoemde “vertaalequivalentie”1 tussen de bron- en de doeltekst te bereiken. Volgens Arthur Langeveld, één van de bekendste moderne vertalers vanuit het Russisch naar het Nederlands, is dit proces onvermijdelijk, omdat het de grote verschillen tussen twee taalsystemen helpt te overbruggen (Langeveld 1986: 69). Deze verschuivingen noemt Langeveld “vertaaltransformaties”. Hij verdeelt deze transformaties in vier groepen: omzettingen, veranderingen, toevoegingen en weglatingen (Langeveld 1986: 69). Langeveld beschrijft verschillende soorten lexicale en syntactische transformaties en illustreert die aan de hand van een groot aantal voorbeelden, waaraan hij een heel hoofdstuk in zijn boek wijdt (zie Langeveld 1986: 69-122). Er bestaan natuurlijk ook andere classificaties van de vertaaltransformaties, waarop wijst Chesterman (2004: 243-244) als hij zijn eigen indeling van “transferoperaties” voorstelt. In tegenstelling tot Langeveld (1986) onderscheidt Chesterman (2004: 244) drie grote categorieën: syntactische strategieën, semantische strategieën en pragmatische strategieën. Onder deze omvangrijke groepen brengt hij verschillende soorten veranderingen samen die “zuiver syntactisch” zijn of die te maken hebben “met lexicale semantiek”, de betekenis van de zin of “de selectie van informatie in de doeltekst” (Chesterman 2004: 245, 252, 257). In het huidige onderzoek houden we ons bezig met de vergelijking van Russische zinnen met de Nederlandse equivalenten. We zullen dus ongetwijfeld veel voorbeelden 1 De term, gebruikt o. a. bij Gideon Toury die de “vertaalequivalentie” zo definieert: “er is equivalentie wanneer teksten of items uit de bron- en doeltaal kunnen herleid worden tot (of tenminsten tot sommige) identieke relevante kenmerken.” (Toury 1979: 34) 33 tegenkomen waarin allerlei soorten vertaaltransformaties plaats vinden. Aangezien de Russische en Nederlandse werkwoordelijke systemen van elkaar verschillen, moet de vertaler onvermijdelijk in de microstructuur van de tekst, zoals van Leuven-Zwart (1987) het noemt, ingrepen. Onder de “microstuctuur” worden de vershuivingen die zich “op het niveau van de zin of de woordgroep optreden”, verstaan (van Leuven-Zwart 1987: 120). Aangezien de Aktionsart een lexicale werkwoordelijke categorie is, hebben de vertaaltransformaties bij de vertaling van de Russische werkwoorden naar het Nederlands grotendeels te maken met lexicale en stilistische invulling van de tekst. Verderop worden de vier onderzochte Aktionsarten apart bekeken. Over het algemeen zijn er twee vertalingsmogelijkheden: ofwel wordt de wijze van de handeling wel in grotere of kleinere mate in het Nederlands uitgedrukt, ofwel helemaal niet. In het eerste geval hebben we geprobeerd de aangetroffen voorbeelden per Aktionsart te classificeren naargelang de specifieke middelen die in de Nederlandse vertaling worden gebruikt. De grove vertaalfouten in verband met de vertaling van de Aktionsarten worden ook aan het eind van dit hoofdstuk kort besproken. 3.1 Diminutieve Aktionsart De zoektocht naar de werkwoorden in het corpus heeft in totaal 155 voorbeelden van de zinnen met diminutieve werkwoorden opgeleverd, inclusief de twee specifieke subtypen van de Russische diminutieve Aktionsart: preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija (61 attestaties) en dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija (15 attestaties). Bij het doorkijken van de teksten moesten we er rekening mee houden dat sommige werkwoorden uit de samengestelde lijst (zoals prisest’, priukrasit’, podsest’ etc.) twee of meer betekenissen hebben. Daarom werd er in het onderzoek enkel aandacht besteed aan de contexten waarin de werkwoorden verzachting, onvolledigheid van de handeling of een kortlopende handeling of proces weergeven. 3.1.1 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt Aan de hand van het verzamelde materiaal kunnen we twee basisstrategieën voor het weergeven van de werkwoordelijke diminutiviteit in het Nederlands onderscheiden: ten eerste, het overnemen (van de oorspronkelijke zin) of de toevoeging van verschillende “hulpwoordjes” en ten tweede, het gebruik van een Nederlands werkwoord dat semantische overeenkomsten met het Russische diminutieve werkwoord vertoont. 34 1) Vertaling met behulp van verschillende “hulp-woordjes” Onder de “hulp-woordjes” verstaan we hier verschillende bijwoorden (even, iets, enigszins, lichtjes, bijna, af en toe en half) en lexicale toevoegingen (zoals een stukje) die de diminutiviteit weergeven. In de teksten kwamen we 17 Nederlandse zinnen tegen waarin de werkwoordelijke diminutiviteit met behulp van zulke woorden wordt uitgedrukt. Het meest voorkomend is het woord even (vijf voorbeelden). (1) Председатель смутился Predsedatel’ voorzitter-NOM.SG 1 и привстал. (Zolotoj telёnok:131) smutilsja i privstal. in verwarring raken-PST-M-SG en DIM-opstaan-PST-M-SG Van verwarring stond de voorzitter even op. (Het gouden kalf: 17) Het Russische diminutieve werkwoord privstat’ wordt gevormd door de toevoeging van het prefix pri- aan het werkwoord vstat’ (opstaan) wat zorgt voor een kleine betekenisverandering: de handeling krijgt namelijk een onvolledig karakter, wordt niet in volle mate uitgevoerd. In het Nederlands wordt dat effect weergegeven door middel van het bijwoord even. Zo is het duidelijk dat de voorzitter niet helemaal op zijn benen kwam te staan, maar slechts een beetje van de stoel opstond. Op de tweede plaats qua frequentie staat het bijwoord iets (twee voorbeelden). (2) Варя осторожненько, двумя пальцами, приподняла медальон…(Tureckij gambit: 62) Varja ostorožnen’ko, dvumja pal’cami, pripodnjala Varja voorzichtig-DIM twee vingers-ABL.PL DIM-optillen-PST-F-SG medal’on… medaillon-ACC.SG Met twee vingers tilde Varja het medaillon uiterst voorzichtig iets op...(Turks gambiet: 89) Hier wordt het Russische diminutieve werkwoord pripodnjat’ naar het Nederlands vertaald met het werkwoord optillen – een equivalent van het werkwoord podnjat’, waaruit pripodnjat’ gevormd werd met het prefix pri-. Door gebruik te maken van het woordje iets krijgt de handeling een specifieke invulling en wordt als onvolledig aangevoeld net zoals in de oorspronkelijke Russische zin. 1 In deze scriptie zullen we de naamval en het getal voor substantieven aanduiden die de positie van het subject invullen, maar voor voornaamwoorden in dezelfde positie zullen we enkel de naamval geven, aangezien het in het Nederlands ook duidelijk is welk getal ze hebben. Eigennamen in de functie van het subject krijgen geen markering. 35 De andere “hulp-woordjes” die de verzachting van de handeling veroorzaken (enigszins, lichtjes, bijna, af en toe en half) komen slechts één keer voor in de aangetroffen zinnen. Het volgende voorbeeld dient om één van deze gevallen te illustreren. In de zin vervult een Russisch diminutief werkwoord van het subtype “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) de functie van het predicaat: (3) Федот, причмокивая, помахивал на своего маштака волосяными вожжами… (Tihij Don I: deel II, hfdst 4, 139) Fedot, pričmokivaja, pomachival Fjedot met zijn lippen smakken-PRS-ADV.PTCP DIM-zwaaien-PST-M-SG na svoego maštaka volosjanymi vožžami… op zijn-POSS-ACC masjtak-ACC.SG haar-ADJ-ABL.PL teugels-ABL.SG …Fjedot zette met een klakkend geluid van zijn tong zijn paard aan, terwijl hij af en toe de ruwe teugels op de rug van het kleine, maar sterke beest, liet neerdalen. (De stille Don I: 143) Ondanks het feit dat de Nederlandse zin veel extra informatie bevat die de vertaler zelf heeft toegevoegd, weerspiegelt deze vertaling goed de Russische zin. De meeste aandacht besteden we hier aan het werkwoord pomachivat’, gevormd uit het werkwoord mahat’ (zwaaien) door de toevoeging van het prefix po- en het suffix –iva. In het Nederlands wordt dit werkwoord door de constructie met het werkwoord laten vertaald waarin het werkwoord neerdalen de cruciale betekenis draagt. Hoewel dit Nederlandse werkwoord geen echt equivalent is voor mahat’ (het wordt naar her Russisch eerder vertaald als padat’ of opyskat’sja) past het heel goed in deze context. In combinatie met het bijwoord af en toe komt dit Nederlandse werkwoord qua semantiek dichter bij het Russische diminutieve pomachivat’. Met behulp van af en toe wordt namelijk benadrukt dat de handeling zich met onderbrekingen voltrekt en zich voortdurend herhaalt. Maar hier moet toegevoegd worden dat op die manier slechts één kant van dit type Russische Aktionsart wordt weergegeven, de andere kant - verzachting van de handeling – wordt niet expliciet vertaald. Niettemin is er geen twijfel dat de vertaler tenminste een poging heeft gedaan om de betekenismodificatie van het Russische werkwoord toch uit te drukken. Opvallend is dat de werkwoordelijke diminutiviteit meestal wel in het Nederlands wordt uitgedrukt bij de vertaling van de bepaalde Russische diminutieve werkwoorden: pripodnjat’/pripodnjat’sja of zijn synoniem privstat’ (zie voorbeelden 1 en 2). 36 Tijdens het onderzoek werden er twee zinnen in de roman De koffer aangetroffen waarin het diminutieve werkwoord pripodnjat’sja door middel van een lexicale toevoeging een stukje wordt vertaald: (4) Я вежливо приподнялся. (Čemodan: 20) Ja vežlivo ik-NOM beleefd pripodnjalsja. DIM-opstaan-PST-M-SG Beleefd kwam ik een stukje overeind. (De koffer: 48) De woordcombinatie overeind komen die op de plaats van het Russische diminutieve werkwoord pripodnjalsja staat, wordt aangevuld met een toevoeging een stukje. Op die manier is het gelukt om de onvolledigheid van de handeling te bewaren. Soms worden de “hulp-woordjes” uit de Russische zin overgenomen zodat in het Nedelandse zin het diminutieve effect niet verdwijnt, hoewel het Nederlandse werkwoord zelf in vergelijking met het Russische werkwoord in dit geval geen veranderingen ondergaat (drie voorbeelden in het corpus). In sommige gevallen wordt het werkwoord in een Nederlandse zin zelfs door een woordcombinatie vervangen: (5) Он … кашлянул, чтобы хоть чуточку подбодрить себя. (Master i Margarita: 175) On... kašljanul, čtoby chot’ hij-NOM kuchen-PST-M-SG om althans čutočky podbodrit’ sebja. een beetje bemoedigen-INF zich(zelf)-ACC ...hij...probeerde zichzelf kuchend althans een beetje moed in te spreken. (De meester en Margarita: 165) De handeling die uitgedrukt wordt door het Russische werkwoord podbodrit’ (gevormd uit het werkwoord bodrit’ (bemoedigen)) heeft op zichzelf een kenmerk van de verzachting en onvolledigheid dat versterkt wordt met behulp van een bijwoord čutočky. In de Nederlandse zin is dit “hulp-woordje” ook aanwezig in de vorm van zijn Nederlandse equivalent een beetje. In zo’n vertaling lijkt het logisch het bijwoord te bewaren, hoewel op die manier de onvolledigheid van de handeling in mindere mate geëxpliciteerd wordt dan in de Russische zin. Blijkbaar bestaat er geen beter alternatief om in deze context de diminutiviteit van de handeling te benadrukken: er is zelfs geen Nederlands werkwoord, maar een uitdrukking die het werkwoord vervangt. Zo kunnen we samenvatten dat het gebruik van verzachtende “hulp-woordjes” één van de productieve manieren is om de diminutieve Aktionsart in het Nederlands weer te geven. 37 2) Vertaling met behulp van een Nederlands werkwoord Vertaling d.m.v. een Nederlands werkwoord komt iets minder vaak voor als de vorige categorie (12 zinnen tegen 17). Het is bijzonder interessant te kijken welke keuzes sommige vertalers maken om zo nauwkeurig mogelijk een Russische zin en vooral zijn kern - het werkwoord – te proberen vertalen en de semantische nuances niet weg te laten vallen. De volgende voorbeelden illustreren de gevallen waarin het volgens mij wel gelukt is zo’n resultaat te bereiken: (6) – Деньги, – продолжал артист, – должны храниться в госбанке…а отнюдь не в теткином погребе, где их могут, в частности, попортить крысы! (Master i Margarita: 193) - Den’gi, - prodolžal geld-NOM.PL hernemen-PST-M-SG artiest-NOM.SG artist, - dolžny chranit’sja moeten-PRES-PL bewaren-PASS-INF v gosbanke… in staatsbank-ABL.SG en v tetkinom pogrebe, in tante-POSS-GEN.SG kelder-ABL.SG a otnjud’ ne absoluut niet gde ich mogut, v častnosti, waar het-ACC kunnen-PRES.3PL onder meer poportit’ krysy! DIM-kapotmaken-INF ratten-NOM.PL Geld, hernam de artiest, dient bewaard te worden in de staatsbank...en absoluut niet in tantes kelder, waar het onder meer kapot geknaagd kan worden door de ratten! (De meester en Margarita: 182) In zijn uitspraak veronderstelt de artiest dat de ratten het geld kapot kunnen maken door in de kelder te rommelen en even aan de biljetten te knagen. Deze handeling wordt in het origineel met behulp van het diminutieve werkwoord poportit’ uitgedrukt om te benadrukken dat het geld slechts deels wordt vernietigd: de ratten hoeven maar een beetje op het geld te bijten om dat ongeldig te maken. Het werkwoord poportit’ is afgeleid uit het werkwoord portit’ (kapotmaken, beschadigen) dat eigenlijk een algemeen proces van het kapotmaken aanduidt zonder er dieper in te gaan op welke manier dat gebeurt. In de Nederlandse vertaling staat het werkwoord knagen dat betekent “kleine stukjes van iets afbijten” (Van Dale Online). Zo wordt de handeling in de Nederlandse versie van de zin niet alleen gepreciseerd, maar ook als 38 verzacht en onvolledig voorgesteld: de ratten knagen hier en daar aan het geld, bijten er kleine stukjes af en maken een deel van het geld kapot. We kunnen constateren dus dat het werkwoord knagen in deze context met het diminutieve werkwoord poportit’ correspondeert en de semantische kenmerken weergeeft die door de betekenismodificatie in het Russische werkwoord zijn ontstaan. (7) Спускаясь с лестницы, Остап напевал… (Zolotoj telёnok: 468) Spuskajas’ s lestnicy, Ostap napeval… naar beneden gaan-PRS-ADV.PTCP af trap-ACC.SG Ostap neuriën-PST-M-SG Op de trap neuriede Ostap... (Het gouden kalf: 220) Het werkwoord napevat’ behoort tot het tweede subtype van de diminutieve wijze van de handeling (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) samen met andere werkwoorden die een langdurige, verzachte handeling of een dergelijk proces uitdrukken. Bij het vormen van het werkwoord door de toevoeging van het prefix na- en het suffix –va- aan het werkwoord pet’ (zingen) heeft er een betekenismodificatie plaats gevonden. Daardoor kreeg het werkwoord napevat’ een specifieke semantische invulling: het zingen duurt lang en er wordt niet met volle stem of niet heel verstaanbaar gezongen. Het Nederlandse werkwoord neuriën betekent “halfluid, binnensmonds zingen” (Van Dale Online) en net als het werkwoord napevat’ drukt het een onvolledige, verzachte handeling uit. Dat deze handeling een tijdje duurt wordt niet duidelijk uit het Nederlandse werkwoord, terwijl het gebruik van het Russische werkwoord het wel suggereert, maar het blijkt wel uit de context (Ostap zingt de trap afgaand). In twee van de aangetroffen gevallen waarin het Nederlandse werkwoord een belangrijke rol speelt in het weergeven van de Russische Aktionsart, gaat het over de combinatie ‘werkwoord + indirect object’: (8) Изредка поглядывал на пана. (Tichij Don I: deel II, hfdst 17, 209) Izredka pogljadyval na pana. af en toe een blik werpen-PST-M-SG op generaal-ACC.SG Af en toe wierp hij een blik op de generaal…(De stille Don I: 208) In dit voorbeeld wordt het Russische diminutieve werkwoord pogljadyvat’ met behulp van een vaste combinatie “een blik werpen (op iemand)” naar het Nederlands vertaald. Op die manier wordt het gewenste effect bereikt. Namelijk, de handeling herhaalt zich gedurende een bepaald tijdstip en wordt als onvolledig en verzacht aangevoeld (degene die naar de generaal keek, zat niet op hem te staren, maar probeerde het onopvallend, stiekem te doen). Hetzelfde kunnen we over de handeling zeggen die door het Russische werkwoord pogljadyvat’ 39 uitgedrukt wordt omdat dit werkwoord tot het eerste subtype van de diminutieve wijze van de handeling behoort (“onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”, preryvistosmjagčitel’nyj sposob dejstvija). In het Nederlands zijn er nauwelijks werkwoorden te vinden die als volledige equivalenten van Russische diminutieve werkwoorden kunnen worden beschouwd. Desondanks is het zo te zien toch niet uitgesloten dat men in het Nederlands een werkwoord of een woordcombinatie met een werkwoord gebruikt waarmee de werkwoordelijke diminutiviteit wordt uitgedrukt. Dat gebeurt natuurlijk met wisselend succes, wat waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat de keuze van het werkwoord heel vaak niet gemakkelijk blijkt te zijn. In de meeste gevallen kiest de vertaler voor een algemener werkwoord dat de handeling wel aanduidt, maar niets over de specifieke betekenisnuances zegt. Zulke voorbeelden waarin de diminutieve wijze van de handeling in de Nederlandse vertaling niet wordt uitgedrukt, vormen het grootste deel van de voorbeelden. 3.1.2 De diminutieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt In de 126 uit 155 verzamelde voorbeelden, dus in de grote meerderheid van de gevallen hebben we in de Nederlandse zin geen spoor van de werkwoordelijke diminutiviteit aangetroffen die wel in het origineel bij het werkwoord wordt uitgedrukt. Om een of andere reden hebben de vertalers besloten de aanwezigheid van de Aktionsart in de Russische zin niet te benadrukken of gewoon te negeren, zelfs in contexten waar het wel mogelijk zou zijn om door de toevoeging van de “hulp-woordjes” de diminutieve wijze van de handeling in de Nederlandse zin weer te geven. Daardoor gaat de stilistische eigenaardigheid van een Russische werkwoord vaak verloren in de vertaling. Ter illustratie geven we verder een paar voorbeelden: (9) … Митька приоткрыл дверь на террасу… (Tichij Don I: deel I, hfdst 2, 14) ...Mit’ka priotkryl dver’ Mit’ka DIM-openen-PST-M-SG deur-ACC.SG naar na terrasu... terras-ACC.SG Mitjka opende de deur die naar het terras leidde... (De stille Don: 20) Het Russische diminutieve werkwoord priotkryt’, gevormd uit het werkwoord otkryt’ (opendoen), verondersteld een afgezwakte handeling: de jongen doet de deur niet wijd open, zorgt ervoor dat er maar een kleine kier ontstaat. In de Nederlandse vertaling is echter geen spoor van de verzachting te zien. Hieronder geven we nog twee voorbeelden die de soortgelijke gevallen illustreren: 40 (10) Он прихрамывал. (Zolotoj telёnok: 511) On prichramyval. hij DIM-hinken-PST-M-SG Hij trok met zijn been. (Het gouden kalf: 246) (11) Кот покачивался в люстре, размахи которой все уменьшались…(Master i Margarita: 391) Kot pokačivalsja v ljustre, kat-SG DIM-schommelen-PST-M-REFL-SG in kroonluchter-ABL.SG razmachi kotoroj vse slinger-NOM.PL welke-GEN-F-SG steeds umen’šalis’... kleiner worden-PST-REFL-PL Behemoth zwaaide aan de kroonluchter, waarvan de uitslag steeds geringer werd...(De meester en Margarita: 374) In (10) wordt er in de Nederlandse zin in plaats van een werkwoord een uitdrukking “met zijn been trekken” gebruikt, die eigenlijk dezelfde betekenis heeft als het werkwoord hinken en geen diminutiviteit uitdrukt in tegenstelling tot het Russische werkwoord prichramyvat’ in de oorspronkelijke zin. In (11) werd er bij vertaling zo te zien ook niet veel aandacht besteed aan de weergeving van het Russische diminutieve werkwoord pokačivat’sja uit de specifieke groep “ondergebroken-verzachtende wijze van de handeling” (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija). Noch de verzachting van de handeling, noch het feit dat de handeling zich met korte onderbrekingen voltrekt, wordt dus in de Nederlandse zin benadrukt. Hoewel de meeste gevallen waarin de Aktionsart in de Nederlandse vertaling niet uitgedrukt wordt zijn makkelijk te onderscheiden, kunnen we toch niet altijd met zekerheid zeggen of de vertaler werkelijk geen poging heeft gedaan om de Russische Aktionsart weer te geven. Sommige vertalingen zijn wat dat betreft niet doorzichtig genoeg, wat maakt de categorisering van de voorbeelden een stuk moeilijker: (12) Тогда я незаметно приподнял скатерть. (Čemodan: 14) Togda ja nezametno pripodnjal skatert’. dan ik-NOM onopvallend DIM-oplichten-PST-M-SG tafelkleed-ACC.SG Op dat moment lichtte ik onopvallend het tafelkleed op. (De koffer: p. 33) In deze zin hebben we te maken met het Russische diminutieve werkwoord pripodnjat’ dat al vroeger in dit hoofdstuk verscheen onder gevallen waarin de werkwoordelijke diminutiviteit in de Nederlandse zin met behulp van de “hulp-woordjes” werd uitgedrukt (zie voorbeeld 2). In dit voorbeeld wordt echter enkel gebruik gemaakt van een Nederlands werkwoord oplichten dat als synoniem voor het Russische werkwoord podnjat’ dient, net zoals optillen. 41 Maar als we dit voorbeeld nader gaan analyseren, valt het ons op dat het werkwoord oplichten als een “verzacht” soort optillen zou kunnen worden beschouwd (dankzij de stam ‘licht’ die voor een verzachtende effect zorgt). Uiteindelijk kunnen we tot een conclusie komen dat in de Nederlandse zin werd de diminutiviteit wel uitgedrukt door een werkwoord, maar dat is maar een klein verzachtende tintje dat door het Nederlandse werkwoord toegevoegd wordt. Heeft de vertaler dat doelbewust of toch niet expres gedaan blijft echter onduidelijk. Daarom rekenen we zulke voorbeelden tot grensgevallen. Zulke twijfelachtige zinnen komen echter niet vaak voor in het materiaal. Voor de diminutieve Aktionsart hebben we in totaal drie mogelijke vertalingswijze aangetroffen, inclusief gevallen wanneer de wijze van de handeling niet uitgedrukt wordt in het Nederlands. De inchoatieve Aktionsart die in de volgende paragraaf ter sprake zal komen, biedt blijkbaar meer flexibiliteit in de vertaling aan en telt daarom meer vertaalstrategieёn. 3.2 Inchoatieve Aktionsart Als we de tabellen met diminutieve en inchoatieve werkwoorden (zie bijlage) gaan vergelijken door het aantal werkwoorden in beide groepen te tellen, zien we dat de inchoatieve Aktionsart in totaal door 90 werkwoorden wordt vertegenwoordigd tegen 110 werkwoorden in de diminutieve Aktionsart, twee subtypen inbegrepen. Hoewel het verschil blijkbaar helemaal niet groot is, heeft de zoektocht naar de zinnen waarin de werkwoorden van inchoatieve wijze van de handeling figureren aanzienlijk meer materiaal opgeleverd: 425 zinnen. Dit resultaat toont aan dat de inchoative werkwoorden meer gebruikelijk zijn in de Russische spreektaal en daarom vaker in de romans voorkomen. Verderop zullen verschillende vertaalstrategieën aan bod komen die ons in de loop van het onderzoek opvielen. Daarnaast bespreken we een paar interessante momenten in verband met sommige constructies die worden gebruikt en oplossingen die de vertalers hebben bedacht om de werkwoordelijke inchoativiteit in het Nederlands uit te drukken. 3.2.1 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt 1) Vertaling d.m.v. de constructie [beginnen te + infinitief] Eén van de makkelijkste en daarom de meest voorkomende manier om inchoatieve wijze van de handeling in een Nederlandse zin te benadrukken is het werkwoord beginnen toe te voegen bij de vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands. In combinatie met de infinitiefsvorm van een betekenisdragend werkwoord vormt het een constructie [beginnen te + infinitief] die in veel contexten toepasbaar is wanneer men een Russisch inchoatief 42 werkwoord moet vertalen. We kwamen 41 zinnen tegen waarin deze constructie door de vertalers gebruikt werd: (1) Зазвенел колокол, паровоз дал гудок. (Tureckij gambit: 156) Zazvenel kolokol, parovoz dal gudok. INCH-luiden-PST-M-SG klok-NOM.SG locomotief-NOM.SG geven-PST-SG fluit-ACC.SG De klok begon te luiden, de locomotief floot. (Turks gambiet: 219) In dit voorbeeld vervult het inchoatieve werkwoord zazvenet’ de functie van het predicaat in het eerste deel van de Russische nevenschikkende zin. Dit werkwoord wordt gevormd uit het werkwoord zvenet’ (luiden in deze context) door de toevoeging van het prefix za- waardoor de beginfase van de handeling wordt benadrukt. Om het begin van de handeling in de Nederlandse zin aan te duiden heeft de vertaler gebruik gemaakt van het werkwoord beginnen gevolgd door de infinitief. In alle vier romans (de vijfde roman, De stille Don, kwam niet in aanmerking bij het opzoeken van inchoatieve werkwoorden, zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.1) kwamen we dit soort voorbeelden tegen. Hier zijn nog een paar zinnen uit het verzamelde materiaal met de constructie [beginnen te + infinitief] als een markeerder van de inchoativiteit in het Nederlands: (2) В эту минуту дверная ручка конторы задергалась. (Zolotoj telёnok: 361) V ėtu minutu dvernaja 1 ručka op dat moment-ACC.SG deur-ADJ -NOM.SG kruk-NOM.SG kontory zadёrgalas’. kantoor-GEN.SG INCH-rammelen-REFL-PST-F-SG Op dat moment begon de houten deurkruk van het kantoor te rammelen. (Het gouden kalf: 156) (3) Шлиппенбах захохотал так, что разлетелись бумажные салфетки. (Čemodan: 49) Šlippenbach zachochotal tak, Slippenbach INCH-schateren-PST-SG zo čto razletelis’ bumažnyje salfetki. dat alle kanten op vliegen-PST-PL papier-ADJ–NOM.PL servet-NOM.PL Slippenbach begon zo hard te schateren dat de papieren servetjes alle kanten op vlogen. (De koffer:108) 1 In deze scriptie worden adjectieve, afgeleid van substantieven, met ADJ gemarkeerd om die van andere adjectieven te onderscheiden. 43 (4) …сильнее запахло болотными травами…(Master i Margarita: 263) ...sil’nee zapachlo bolotnymi travami …sterker moeras-ADJ-ABL.PL kruid-ABL.PL INCH-geuren-PST-N-SG ...het nog sterker begon te geuren naar moeraskruid...(De meester en Margarita: 251) Hoewel deze constructie een heel geschikt equivalent lijkt te zijn voor de Russische inchoatieve Aktionsart, wordt het lang niet in alle gevallen door de vertalers gebruikt. Bijvoorbeeld, telkens als er twee inchoatieve werkwoorden in de Russische zin staan, wordt er maar één met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief] vertaald, terwijl het andere werkwoord in zijn persoonsvorm blijft: (5)…философ заерзал на кресле и что-то встревожено зашептал переводчику. (Zolotoj telёnok: 618) ...filosof zaërzal na kresle i čto-to ...filosoof-NOM.SG INCH-wiebelen-PST-M-SG in stoel-ABL.SG en iets vstrevoženo zašeptal perevodčiku. opgewonden/zenuwachtig INCH-fluisteren-PST-M-SG tolk-DAT.SG ...begon de filosoof op zijn stoel te draaien en fluisterde iets tegen de tolk. (Het gouden kalf: 313) De twee Russische inchoatieve werkwoorden zaërzal en zašeptal, allebei afgeleid uit de werkwoorden ërzat’ (wiebelen/draaien) en šeptat’ (fluisteren) respectievelijk door toevoeging van het prefix za-, worden ongelijk naar het Nederlands vertaald wat het weergeven van de inchoativiteit betreft. Het eerste werkwoord treedt in de combinatie met beginnen te op, en het tweede staat in de imperfectieve persoonsvorm. Op die manier wilde de vertaler waarschijnlijk de herhaling van één en dezelfde constructie vermijden zodat de zin mooier klinkt. Bovendien lijkt het gebruik van de constructie [beginnen te + infinitief] bij het tweede werkwoord overbodig. In het Nederlands is het namelijk nogal duidelijk dat er een overschakeling naar een andere actie plaats vindt (van draaien naar fluisteren). Daarom is het logisch dat de tweede handeling zich in zijn beginfase bevindt. Er is dus geen extra markeerder van de werkwoordelijke inchoativiteit nodig. In totaal kwamen we tien gevallen tegen waarin vertalers precies dezelfde strategie hanteren bij de vertaling van de Russische zin met twee inchoatieve werkwoorden. Er is maar één voorbeeld waarin het werkwoord beginnen twee keer gebruikt wordt in de Nederlandse vertaling: (6) Однажды Великий Писатель…шумно задышал, зашмыгал носом... (Tureckij gambit: 8) 44 Odnaždy Velikij Pisatel’... šumno zadyšal, op een dag groot-NOM.SG schrijver-NOM.SG zwaar INCH-ademen-PST-M-SG zašmygal nosom... INCH-snuiven-PST-SG neus-ABL.SG Op een keer ...de Grote Schrijver...begon zwaar te ademen, begon te snuiven...(Turks gambiet: 14) In deze variant van de vertaling klinkt de Nederlandse zin naar mijn gevoel wat minder goed dan het voorafgaande voorbeeld (5). We kunnen echter de keuze van de vertaler in deze zin proberen te verklaren. Het blijkt uit de context dat de sfeer heel gespannen is. De herhaling van het werkwoord beginnen dient hier misschien om de handeling te intensiveren en meer spanning in de situatie te brengen, en wordt daarom in plaats van “begon zwaar te ademen en te snuiven” gebruikt. Het gewenste effect wordt wel bereikt in deze concrete zin en, sterker nog, de werkwoordelijke inchoativiteit wordt in beide gevallen uitgedrukt, maar de hele lange zin klinkt volgens ons toch niet zo mooi als je hem leest. De bovengenoemde voorbeelden tonen aan dat de vertalers nogal vaak gebruik maken van de constructie [beginnen te + infinitief], maar ze doen dat heel voorzichtig en proberen onnodige herhalingen te vermijden. In de meeste gevallen lukt het hen wel goede Nederlandse equivalenten voor de Russische zinnen te produceren. In dit verband is het belangrijk te benadrukken dat er een opmerkelijk verschil is tussen het Russisch en het Nederlands: als er tussen twee acties duidelijk een logisch verband te zien is, is het in het Nederlands niet nodig om alle werkwoorden door middel van de constructie [beginnen te + infinitief] te vertalen om het begin van de beide of meerdere handelingen uit te drukken, terwijl in het Russisch alle werkwoorden wel inchoatief zijn. Verderop zullen we nog een paar soortgelijke situaties bespreken. Als we het over de Nederlandse constructie [beginnen te + infinitief] hebben, is het onmogelijk om nog een ander specifiek Nederlands verschijnsel onbesproken te laten, namelijk, de manier waarop het Russische inchoatieve werkwoord zagovorit’ meestal vertaald wordt. In de loop van het onderzoek viel het ons op dat telkens als dit werkwoord, gevormd uit het werkwoord govorit’ (praten), in de zin staat, het naar het Nederlands gewoon met het werkwoord beginnen wordt vertaald. Praten is dus weggelaten, maar de weglating van zo’n cruciaal betekenisdragend element veroorzaakt geen veranderingen in de semantiek van de zin: zo’n Nederlandse zin beantwoordt aan alle grammaticale regels en klinkt heel natuurlijk. In dit verband verwijzen we ook naar het lemma beginnen van de Contrastive Verb Valency 45 Dictionary waarin een afzonderlijke betekenis “eerst zeggen” wordt opgenomen (zie List van CVVD entries). Er werden elf zulke gevallen in het verzamelde materiaal aangetroffen. In het Russisch is het soms ook mogelijk dit communicatieve werkwoord door het werkwoord načat’ (beginnen) te vervangen, maar dat komt zeer zelden voor, alleen bij de zinnen waarin het werkwoord een bijzin met directe rede inleidt (bijvoorbeeld: I on načal: “...”). De Nederlandse taal beschikt wat dat betreft over een grotere flexibiliteit. Het werkwoord van communicatie, vooral zagovorit’, dat inchoativiteit in zich draagt en in de hoofdzin staat, kan bij de vertaling naar het Nederlands niet alleen in de zinnen met de directe rede (7) weggelaten worden. In een gewone mededelende zin kan het werkwoord beginnen in combinatie met het voorzetsel over ook zonder een werkwoord van communicatie optreden (8), hoewel het in het Russisch uitgesloten is. Het werkwoord beginnen neemt in dit geval de syntactische en semantische functie van het verdwenen inchoatieve werkwoord over door de handeling zelf en tegelijkertijd de beginfase van deze handeling uit te drukken: (7) – Ты сейчас невольно сказал правду, – заговорила она…(Master i Margarita: 416) Ty sejčas nevol’no skazal pravdu jij-NOM nu onwillekeurig zeggen-PST-M-SG waarheid-ACC.SG zagovorila ona… INCH-praten-PST-SG zij-NOM - Zojuist heb je onwillekeurig de waarheid gesproken, begon ze. (De meester en Margarita: 393) (8) Когда я заговорил об этой самой даме, Михеев почему-то насторожился… (Čemodan:19) Kogda ja zagovoril ob etoj toen INCH-praten-PST-M-SG over deze-ABL.SG bewust ik-NOM Michejev počemu-to nastorožilsja… Michejev waakzaam worden-PST-M-REFL-SG opeens samoj dame, dame-ABL.SG Toen ik over de bewuste dame begon, was Michejev opeens op z’n hoede...(De koffer: 44) Naast het werkwoord zagovorit’ leveren andere inchoatieve werkwoorden van communicatie en ook werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven bijzonder interessant materiaal op voor dit contrastief Russisch-Nederlands onderzoek. De zinnen waarin deze werkwoorden figureren (ze zijn trouwens heel frequent in de romans), kunnen als grensgevallen worden beschouwd. Het zit namelijk zo dat bij de 46 vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands de inchoatieve Aktionsart in sommige gevallen helemaal niet uitgedrukt wordt, en in andere gevallen wel, met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief]. Zo’n wisselvalligheid is te zien zowel bij de zinnen met de directe rede als bij de zinnen zonder een geïncorporeerd letterlijk citaat. Die twee gevallen zullen verderop apart worden bekeken. De meest omvangrijke groep voorbeelden in de inchoatieve Aktionsart wordt vertegenwoordigd door de zinnen met een bijzin van de directe rede (221 attestaties). Er kunnen twee mogelijke varianten van de vertaling onderscheiden worden: de inchoatieve wijze van de handeling, uitgedrukt door het werkwoord in de hoofdzin, wordt in het Nederlands niet weergegeven (d.w.z. er wordt gebruik gemaakt van een Nederlands werkwoord dat een algemene betekenis heeft en goed in de concrete context past) of, integendeel, wel benadrukt met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief]. De gevallen waarin er geen markering van de inchoativiteit is, komen het vaakst voor, terwijl de tweede variant van de vertaling, hoewel het niet uitgesloten is, zelden wordt gebruikt, zoals blijkt uit de verzamelde voorbeelden. Soms kwamen we beide vertaalstrategieën in één en dezelfde roman tegen: (9) – Мамочка! – завизжал Васисуалий. (Zolotoj telënok: 331) Mamočka! - zavizžal Vasisualij. moeder-NOM.SG INCH-gillen-PST-M-SG Vasisoeali ‘Moeder!’ gilde Vasisoeali. (Het gouden kalf: 139) (10) -Да! И Яковом! – внезапно завизжал Кукушкинд. (Zolotoj telënok: 186) – Da! i Jakovom! – vnezapno zavizžal Kukuškind. ja Jakob-ABL.SG ineens INCH-gillen-PST-M-SG Koekosjkind en ‘Ja, ook Jakob!’ begon Koekoesjkind ineens te gillen. (Het gouden kalf: 49) In beide voorbeelden wordt het Russische inchoatieve werkwoord zavizžat’, gevormd door de toevoeging van het prefix za- aan het werkwoord vizžat’ (gillen), door het Nederlandse werkwoord gillen vertaald. Het enige verschil is dat we in (10) te maken hebben met de constructie [beginnen te + infinitief], en in (9) niet, terwijl de zinsorganisatie in beide gevallen zowel in het Russisch als in het Nederlands identiek is: de bijzin van de directe rede vooraan, gevolgd door de hoofdzin met het werkwoord dat het produceren van hoge, onaangename geluiden weergeeft. In de Russische zinnen is het duidelijk dat de handeling die door de genoemde personages uitgevoerd wordt zich in de beginfase bevindt. Daarvoor zorgt de 47 betekenismodificatie die dankzij de prefixatie in het oorspronkelijke werkwoord vizžat’ gebeurt. Waarom de Nederlandse vertaler besloten heeft in de eerste zin de inchoativiteit uit te drukken en in de andere niet, blijft niet helemaal duidelijk. Het lijkt ons zeer moeilijk die twee vertalingswijzen te vergelijken en te beoordelen welke van de twee varianten beter is. Het hangt er natuurlijk ook vanaf hoe essentieel de vertaler de inchoatieve betekeniscomponent vindt in één of andere context, omdat men in het Nederlands in dit geval vrije keuze heeft. We kunnen alleen veronderstellen dat de zin zonder de constructie [beginnen te + infinitief] natuurlijker klinkt in het Nederlands. De tweede zin kan men trouwens makkelijk naar de eerste variant omzetten: “‘Ja, ook Jakob!’ gilde Koekoesjkind ineens.” Bij de transformatie ondergaat de zin geen betekenisverandering en correspondeert volledig met de grammaticale regels. Aan de hand van de gelijkaardige voorbeelden kunnen we concluderen dat het werkwoord beginnen in de Nederlandse taal eerder weggelaten wordt bij de vertaling van de zinnen waarin het Russische inchoatieve werkwoord een bijzin van de directe rede inleidt. Dat komt, misschien, doordat het voor Nederlandstaligen vanzelfsprekend is dat de handeling zich in de beginfase bevindt. Om dat uit te drukken is er geen extra markering nodig. Hier zijn nog een paar voorbeelden om dat verschijnsel te illustreren: (11) – Варвара Андреевна! – закричал Ахиллес, вскакивая. (Tureckij gambiet:126) -Varvara Andrejevna! - zakričal Achilles, Varvara Andrejevna INCH-schreeuwen-PST-M-SG Achilles vskakivaja. overeind springen-PRS-ADV.PTCP ‘Varvara Andrejevna!’ schreeuwde Achilles en hij sprong overeind. (Turks gambiet: 179) (12) – Потрясающе! – затрещал Коровьев…(Master i Margarita: 315) –Potrjasajušče! –zatreščal Korov’ev... schitterend Korovjev INCH-schetteren-PST-M-SG Sensationeel! schetterde Korovjev...(De meester en Margarita: 301) Zelfs het werkwoord zagovorit’ dat reeds ter sprake kwam, wordt heel vaak door algemene werkwoorden vertaald in het Nederlands, d. w. z. werkwoorden die een bijzin van de directe rede meestal inleiden: zeggen, spreken, vragen etc. De keuze van een werkwoord hangt natuurlijk van de context af. Zo lijkt het bijvoorbeeld vrij logisch het werkwoord 48 zagovorit’ in de volgende zin door het werkwoord aanspreken te vertalen. Op die manier wordt er beklemtoond dat de vraag aan een bepaald persoon gesteld wordt: (13) И, вообразите, внезапно заговорила она: – Нравятся ли вам мои цветы? (Master i Margarita: 159) I voobrazite, vnezapno zagovorila ona: en voorstellen-IMP-PL opeens INCH-praten-F-SG zij-NOM -Nravjatsja li vam moi cvety? leuk vinden-PRS-PL-REFL of u-DAT.SG mijn-NOM.PL bloemen-NOM.PL En stel u voor, opeens sprak ze me zelf aan: “Vindt u mijn bloemen mooi?” (De meester en Margarita: 150) Het is waarschijnlijk ook zo dat het werkwoord aanspreken een inchoatief tintje in zijn betekenis draagt (“iemand aanspreken” = “beginnen te praten tegen iemand”). Daarom zou dat werkwoord tot de lijst van de Nederlandse werkwoorden kunnen worden gerekend die in kleinere of grotere mate inchoativiteit uitdrukken en daardoor de Russische inchoatieve werkwoorden in sommige contexten kunnen vervangen. In de zinnen waarin werkwoorden van communicatie of werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven de functie van predicaat vervullen, maar waarin geen letterlijke weergave van iemands woorden plaatsvindt, treffen we precies de tegenovergestelde situatie aan. Namelijk, in de meeste gevallen wordt de constructie [beginnen te + infinitief] bij de vertaling gebruikt: (14) Инженер…зажужжал на него, как большая муха. (Zolotoj telënok: 479) Inžener zažužžal na nego, ingenieur-NOM.SG INCH-brommen-PST-M-SG tegen hij-ACC.SG kak bol’šaja mucha.NOM.SG als groot-NOM.SG vlieg-NOM.SG De ingenieur...begon als een enorme vlieg tegen hem te brommen. (Het gouden kalf: 226) Van de 24 voorbeelden zijn er slechts zes waarin het beginpunt van de handeling, uitgedrukt door de bovengenoemde soorten werkwoorden, niet wordt benadrukt in de Nederlandse vertaling: (15) Варенуха разрыдался и зашептал дрожащим голосом и озираясь… (Master i Margarita: 386) Varenucha razrydalsja i zašeptal 49 Varenoecha in tranen uitbreken-PST-M-SG-REFL en INCH-fluisteren-PST-M-SG drozhašžim golosom i ozirajas’... trillende-ABL.SG stem-ABL.SG en om zich heen kijken-PRS-ADV.PTCP …brak Varenoecha in tranen uit en fluisterde om zich heen kijkend met trillende stem...(De meester en Margarita: 368) Toevoeging van het werkwoord beginnen lijkt hier overbodig: dat Varenoecha iets begint te fluisteren als hij in tranen uitbarst is eigenlijk doorzichtig. In dit geval is extra markering van de inchoativiteit in de Nederlandse taal blijkbaar geen vereiste. De constructie [beginnen te + infinitief] is kortom heel productief in het Nederlands en biedt ongetwijfeld een goede mogelijkheid aan om de werkwoordelijke inchoativiteit uit te drukken, hoewel het lang niet altijd noodzakelijk is om het begin van de handeling te benadrukken in contexten waarin dat in de Russische taal wel verplicht is. Behalve deze constructie bestaat er nog een alternatieve oplossing met het werkwoord gaan. 2) Vertaling door middel van de constructie [gaan + infinitief] Na de verzamelde voorbeelden te hebben geclassificeerd, kregen we het volgende resultaat: in vergelijking met de constructie [beginnen te + infinitief], komt de gelijkluidende Nederlandse constructie [gaan + infinitief] minder vaak voor. In de vertalingen van de uitgekozen romans werden er slechts vijf zinnen aangetroffen waarin het werkwoord gaan samen met de infinitief van een betekenisdragend werkwoord gebruikt wordt en als markeerder van de beginfase van de handeling dient. Niettemin is het onmogelijk enkel op basis van deze gegevens definitief te concluderen dat deze constructie inderdaad heel weinig gebruikt wordt. Dat moet nog verder onderzocht worden aan de hand van meerdere boeken en vertalingen. De vertalers geven blijkbaar de voorkeur aan de constructie [beginnen te + infinitief], maar de constructie [gaan + infinitief] kan toch wel beschouwd worden als één van de meest productieve manieren om de inchoative Aktionsart in het Nederlands uit te drukken. Om dat te bewijzen, verwijzen we naar de werken van verschillende taalkundigen (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.1). Eén voorbeeld lijkt ons genoeg om het gebruik van de constructie [gaan + infinitief] als een vertaalstrategie gericht op de weergave van de werkwoordelijke inchoativiteit in het Nederlands te illustreren: (16) Может, зажить интеллектуальной жизнью, как мой друг Лоханкин? (Zolotoj telënok: 616) Možet, zažit’ intellektual’noj žizn’ju, 50 misschien INCH-beginnen-INF intellectueel-ABL.SG kak moj drug Lochankin? zoals mijn-NOM.SG vriend-NOM.SG Lochankin leven-ABL.SG Moet ik soms gaan leven als een intellectueel à la mijn vriend Lochankin? (Het gouden kalf: 312) Het Russische werkwoord zažit’, gevormd door de toevoeging van het prefix za- aan het werkwoord žit’ (wonen/leven), betekent dat iemand een nieuwe levensfase begint, meestal na iets in zijn leven te hebben veranderd. Bij de vertaling heeft de Russische zin enkele transformaties ondergaan, waarbij de vertaler onder andere gebruik gemaakt heeft van de constructie [gaan + infinitief] om de Russische werkwoordelijke inchoativiteit te bewaren. Uiteindelijk is het gelukt een Nederlandse zin te produceren die volledig met het Russische origineel correspondeert, zelfs op het gebied van de Aktionsart. 3) Vertaling door middel van de constructies met de werkwoorden zetten en slaan of met behulp van andere woordcombinaties Behalve [gaan + infinitief] en [beginnen te + infinitief] zijn er in het Nederlands nog andere constructies die voor de weergave van de inchoatieve Aktionsart zorgen, maar die weinig voorkomen in vergelijking met de besproken varianten. Tijdens het onderzoek hebben we één voorbeeld aangetroffen waarin de constructie met het werkwoord zetten inchoativiteit uitdrukt (17) en één voorbeeld van de constructie met het werkwoord slaan (18): (17) Лишь только Тузбубен вбежал в кабинет финдиректора, он зарычал…(Master en Margarita: 213) Liš’ tol’ko Tuzbuben vbežal zodra Ruitenaas binnenrennen-PST-M-SG v kabinet findirektora, in kantoor-ACC.SG financieel directeur-GEN.SG on zaryčal… hij-NOM INCH-janken-PST-M-SG Zodra Ruitenaas het kantoor van de financieel directeur was binnengerend, zette hij het op een janken...(De meester en Margarita: 200) Om de handeling die het Russische inchoatieve werkwoord zaryčat’, gevormd uit het werkwoord ryčat’ (janken, brullen), zo precies mogelijk proberen weer te geven, heeft de vertaler het de constructie “het op X zetten” gekozen. De keuze is niet toevallig: deze Nederlandse constructie heeft betekenis “iets beginnen” die correspondeert met het Russische 51 werkwoord zaryčat’. De infinitief janken duidt het geproduceerde geluid aan en preciseert de handeling. Op die manier worden alle betekenisnuances van het Russische werkwoord zaryčat’ volledig in de Nederlandse zin weergegeven. (18) Заплясал Глухарев с поэтессой Тамарой Полумесяц, заплясал Квант…(Master I Margarita: 69) Zapljasal Glucharev INCH-dansen-PST-M-SG Gloecharjov s poėtessoj Tamaroj Polumesjac, met dichteres-ABL.SG Tamara Halvemaan-ABL.SG zapljasal Kvant… INCH-dansen-PST-M-SG Kvant Gloecharjov danste met de dichteres Tamara Halvemaan, Kvant sloeg aan het dansen...(De meester en Margarita: 66) Dit voorbeeld onderscheidt zich van de rest omdat er twee keer één en hetzelfde Russische inchoatieve werkwoord zapljasat’ in de meervoudige zin wordt gebruikt dat in beide gevallen naar het Nederlands op verschillende manieren wordt vertaald. In de eerste deelzin vond de vertaler het blijkbaar onnodig de werkwoordelijke inchoativiteit uit te drukken. De mogelijke verklaring is de positie van het werkwoord in het begin van de hele zin: de nieuwe zin is net begonnen, en er is blijkbaar overschakeling gebeurt naar een nieuwe actie (dansen). De Nederlandse lezer die deze zin leest, vertrekt er vanuit wat er eerder in de tekst gebeurde, en voor hem is het waarschijnlijk duidelijk dat de handeling zich in zijn beginfase bevindt. Bovendien, de hele zin zou minder goed klinken als de vertaler in de eerste deelzin, bijvoorbeeld, met behulp van de constructie [beginnen te + infinitief] de inchoatieve wijze van de handelingen zou weergeven, aangezien de inchoatieve Aktionsart bij het Russische werkwoord in de tweede deelzin wel wordt benadrukt. De woordcombinatie “sloeg aan het dansen”, waarin het werkwoord slaan een vaste constructie vormt met het voorzetsel aan, een lidwoord het en een infinitief van het werkwoord, duidt aan dat de handeling ineens begint, en kan daarom als een perfecte vertaling van het Russische inchoatieve werkwoord worden beschouwd. In de loop van het onderzoek viel het ons op dat de vertalers soms gebruik maken van allerlei vaste woordcombinaties om de Russische inchoatieve Aktionsart in de Nederlandse tekst uit te drukken. Hoewel deze manier van de vertaling in vergelijking met de constructie [beginnen te + infinitief] relatief weinig voorkomt (we hebben in totaal tien voorbeelden geteld), lijkt het een goede alternatieve oplossing te zijn naast de bovengenoemde constructies met de Nederlandse werkwoorden zetten en slaan. Deze variatie maakt het mogelijk een 52 mooie Nederlandse tekst te produceren en onnodige herhaling van het werkwoord beginnen te vermijden. Meestal gaat het over vaste woordcombinaties met een werkwoord als kern: (19) …и сказал что-то, от чего остальные засмеялись. (Tureckij gambit:16) ...i skazal čto-to, ot čego vse zasmejalis’. en zeggen-PST-SG iets-ACC waarvan iedereen-NOM INCH-lachen-PST-PL ...en zei iets waarvan de rest in de lach schoot. (Turks gambiet: 25) De Nederlandse uitdrukking “in de lach schieten” past heel goed in deze zin: aan de ene kant wordt de betekenis van het Russische werkwoord smejat’sja weergegeven (de publiek lacht als ze iets grappigs hoort), aan de andere kant wordt de inchoatieve wijze van de handeling dat door de toevoeging van het prefix za- in de betekenis van het Russische werkwoord opduikt, ook benadrukt: “in de lachen schieten” betekent uiteraard “plotseling beginnen te lachen” zoals het in Van Dale Online wordt aangegeven. Bij deze groep hoort nog een kort voorbeeld dat we hier willen bekijken: (20) Майор заговорил. (Čemodan: 21) Major zagovoril. majoor-NOM.SG INCH-praten-PST-M-SG De major nam het woord. (De koffer: 48) Dit voorbeeld vonden we interessant omdat het nog één mogelijkheid van de vertaling van het vaak voorkomende Russische inchoatieve werkwoord zagovorit’ voorstelt. Dit keer met behulp van een vaste uitdrukking “het woord nemen” die impliceert dat de spreker aan het woord kwam, dus begon te praten. Zo wordt de inchoatieve wijze van de handeling in de Nederlandse zin bewaard. 4) Het Nederlandse werkwoord zelf drukt de inchoativiteit uit Net als bij de diminutieve Aktionsart bestaat ook bij de inchoatieve Aktionsart in sommige gevallen de mogelijkheid om die door middel van een Nederlands werkwoord uit te drukken. Meestal worden de inchoatieve werkwoorden van communicatie of werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven op die manier vertaald. Het valt op dat de groep van de Nederlandse werkwoorden die betekenisovereenkomsten vertonen met de Russische inchoatieve werkwoorden, zeer beperkt is. Zo kwamen we in de loop van het onderzoek 17 zinnen tegen waarin deze vertaalstrategie wordt gehanteerd, maar dat betekent natuurlijk niet dat we 17 verschillende Nederlandse werkwoorden hebben aangetroffen. Sommige voorbeelden lijken op elkaar omdat er bij de vertaling van het 53 predicaat één en hetzelfde Nederlandse werkwoord wordt gebruikt. We bespreken hier een paar aangetroffen voorbeelden: (21) Козлевич вспомнил о погибшей Антилопе…и запел латинскую молитву. (Zolotoj telënok: 514) Kozlevič vspomnil o pogibšej Antilope… Kozlevitsj zich herinneren-PST-M-SG over overleden-ABL.SG Antilope-ABL.SG i zapel latinskuju molitvu. en INCH-zingen-PST-M-SG Latijns-ACC.SG gebed-ACC.SG Kozlevitsj herinnerde zich de overleden Antilope... en hief een Latijns gebed aan. (Het gouden kalf: 247) Het Russische inchoatieve werkwoord zapet’ is afgeleid uit het werkwoord pet’ (zingen) door de toevoeging van het prefix za- wat de modificatie van de betekenis veroorzaakt: de klemtoon ligt op het begin van de handeling. De Nederlandse vertaler heeft een equivalent voor het Russische werkwoord in de Nederlandse taal gevonden - het werkwoord aanheffen dat eigenlijk precies dezelfde betekenis heeft als zapet’ - “beginnen te zingen” (Prisma Handwoordenboek Nederlands). Op die manier werd het probleem dat bij de vertaling van de Russische inchoatieve werkwoorden naar het Nederlands opduikt, succesvol opgelost. In het volgende voorbeeld wordt dezelfde vertaalstrategie gehanteerd: (22) Ополоумевший дирижер…взмахнул палочкой, и оркестр не заиграл……(Master en Margarita: 149) Opoloumevšij dirižër ...vzmachnul paločkoj, verdwaasd-NOM.SG dirigent-NOM.SG heffen-PST-M-SG stokje-ABL.SG i orkestr ne zaigral… en orkest-NOM.SG niet INCH-spelen-PST-M-SG ...hief de verdwaasde dirigent zijn stokje, en het orkest zette niet in...(De meester en Margarita: 142) Dit is weer een geval van een volledige betekenisovereenkomst tussen het Russische inchoatieve werkwoord in het origineel en het door de vertaler gekozen Nederlandse werkwoord. In de bedoelde betekenis van inzetten zitten alle nodige betekeniscomponenten die zorgen zowel voor de benaming van de handeling zelf als voor de weergave van de werkwoordelijke inchoativiteit (dit werkwoord beschikt eigenlijk over een hele reeks betekenissen, onder andere “beginnen te zingen of te spelen, aanheffen” (Prisma Handwoordenboek Nederlands)). Dankzij deze semantische eigenschap kan het werkwoord 54 inzetten makkelijk het Russische inchoatieve werkwoord zaigrat’, gevormd uit het werkwoord igrat’ (spelen), vervangen bij de vertaling naar het Nederlands. Voorbeelden als (21) en (22) komen echter zeer zelden voor omdat er maar een klein aantal werkwoorden in het Nederlands is die als volledige equivalenten voor de Russische specifieke werkwoorden kunnen worden beschouwd, zoals wij al bij de bespreking van de diminutieve Aktionsart hebben opgemerkt. De vertaalstrategie waarbij de vertaler gebruik maakt van de besproken constructies met werkwoorden beginnen, gaan of zetten, zijn meer frequent. In sommige gevallen is het moeilijk te bepalen of een Nederlands werkwoord wel iets inchoatiefs in zijn betekenis heeft en om die reden door de vertaler werd gekozen. De grens is met de gevallen waarin de Aktionsart helemaal niet wordt uitgedrukt in de Nederlandse vertaling is weer zeer vaag, net zoals bij de diminutieve Aktionsart. Zo wordt het Russische werkwoord zachochotat’ door het Nederlandse werkwoord (het) uitproesten vertaald in het onderstaande voorbeeld: (23) И все захохотали. (Čemodan: 43) I vse zachochotali. en iedereen-NOM INCH-schaterlachen-PST-PL En ze proesten het allemaal uit. (De koffer: 95) De Nederlandse zin past ongetwijfeld heel goed in de context, beter zou men de Russische zin waarschijnlijk niet kunnen vertalen. Hierbij valt het op te merken dat het werkwoord uitproesten qua semantische invulling niet helemaal op de werkwoorden aanheffen of inzetten lijkt. De laatste twee benadrukken de beginfase van de handeling, dat wordt zelfs in het woordenboek duidelijk gemaakt (zie Prisma Handwoordenboek Nederlands). Bij het werkwoord uitproesten is de inchoativiteit minder expliciet. Uit de context blijkt het natuurlijk dat de handeling (schateren) begint. Daarbij speelt het voorzetselbijwoord uit ook een belangrijke rol: het geeft aan dat men de lach naar buiten wil laten omdat hij het niet meer kan inhouden. In dit geval heeft het voorzetselbijwoord uit namelijk het betekenisaspect ‘buitenwaartse richting’ toe aan het werkwoord proesten (de Haas en Trommelen 1993: 113). Op het moment wanneer de lach uit is, dus het proces begint, wordt de handeling ook beëindigd. Het werkwoord uitproesten drukt dus het begin en tegelijkertijd het einde van het proces uit. Zulke semantische nuances zijn altijd moeilijk te interpreteren, daarom durven we hier niet te beweren dat dit werkwoord tot dezelfde groep van Nederlandse werkwoorden behoort 55 als aanheffen of inzetten wat de weergave van de inchoativiteit betreft. Hetzelfde geldt voor de werkwoorden uitbarsten en uitbreken, die hetzelfde voorzetselbijwoord uit bevatten en vaak in de Nederlandse vertalingen in soortgelijke contexten voorkomen, namelijk op de plaats van de Russische inchoatieve werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven (“in lachen uitbarsten” - zasmejat’sja, “in tranen uitbreken” – zaplakat’). Uiteindelijk kunnen we samenvatten dat de voorbeelden waarin een Russisch inchoatief werkwoord door een Nederlands werkwoord wordt vervangen met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. 5) Vertaling door middel van een woordcombinatie met werkwoorden worden en raken Van alle aangetroffen vertaalstrategieën ligt deze ergens aan de grens tussen de gevallen waarin de werkwoordelijke inchoativiteit in het Nederlands wel wordt uitgedrukt waarin dat niet het geval is. Juist omdat het de meest twijfelachtige vertaalstrategie is, kunnen we het niet buiten beschouwing laten. Het zit namelijk zo dat sommige Russische werkwoorden al in hun oorspronkelijke vorm (d.w.z. nog voor de prefixatie en erbij horende betekenismodificatie) veel moeilijkheden bezorgen aan de vertalers omdat er geen goede Nederlandse equivalenten bestaan. Zo moet men bijvoorbeeld om de werkwoorden toskovat’, suetit’sja, volnovat’sja naar het Nederlands te vertalen, op zoek gaan naar verschillende beschrijvende varianten die in de concrete context het meest toepasbaar zijn. Een van de mogelijke vertalingswijzen is het gebruik van woordcombinaties, onder andere het werkwoord zijn samen met een adjectief of een voltooid deelwoord, bijvoorbeeld: toskovat’ – “bedroefd zijn” (een van de betekenissen) of suetit’sja – “bedrijvig zijn/druk in de weer zijn”, etc. Hetzelfde geldt voor de inchoatieve afleidingen van deze specifieke Russische werkwoorden. Het viel ons op dat heel vaak wanneer dit soort inchoatieve werkwoorden in de tekst verschijnen, ze door middel van een woordcombinatie met het koppelwerkwoord worden of raken en een adjectief/voltooid deelwoord als gezegde worden vertaald. Hier zijn een paar voorbeelden ter illustratie (in totaal kwamen we negen zulke voorbeelden tegen): (24) …Васисуалий Андреевич почему-то затосковал и стал даже легонько брыкаться…(Zolotoj telënok: 329) …Vasisualij Andreevič počemu-to zatoskoval Vasisoeali Andrejevitsj om een of andere reden INCH-bedroefd zijn-PST-M-SG i stal daže legon’ko brykat’sja… en INCH-beginnen-PST-M-SG zelfs enigszins achteruitslaan-INF 56 ...Vasisoeali om een of andere reden bedroefd werd en zelfs enigszins achteruit begon te slaan, en duwde hem met een stomp in de rug de keuken in. (Het gouden kalf: 137) (25) Шеф жандармов заволновался…(Tureckij gambit: 115) Šef žandarmov zavolnovalsja, chef-NOM.SG gendarme-GEN.PL INCH-opgewonden raken-PST-M-SG-REFL De chef der gendarmerie raakte opgewonden…(Turks gambiet: 162) In beide zinnen worden Russische inchoatieve werkwoorden met behulp van de woordcombinatie vertaald: zatoskovat’ – “bedroefd worden” en zavolnovat’sja – “opgewonden raken”. Hier kunnen de Nederlandse werkwoorden worden en raken als synoniemen worden beschouwd: ze betekenen dat iemand in een bepaalde psychologische toestand komt. De vraag is of in deze voorbeelden de inchoatieve Aktionsart wel weergegeven wordt of niet. Naar mijn mening wordt de inchoativiteit in de Nederlandse zinnen wel uitgedrukt. Ten eerste kan het koppelwerkwoord worden volgens de elektronische ANS in bepaalde contexten de betekenis “beginnen te zijn” hebben (E-ANS, paragraaf 20.1.3.2). Ten tweede hoort dat werkwoord ook bij zogenoemde “mutatieve werkwoorden” die aspectische relaties uitdrukken: overgang van begin van de actie naar een bepaalde toestand (Vandeweghe 2004: 107). Het koppelwerkwoord raken komt in sommige gevallen als equivalent van worden voor en heeft hetzelfde semantische en aspectuele eigenschappen (E-ANS, paragraaf 20.1.3.2; Vandeweghe 2004: 107). Dus, in (24) en (25) is er aan de ene kant geen expliciet begin van de handeling of het proces. Aan de andere kant gaat het over de verandering van stemming, dus de beginfase wordt geïmpliceerd, hoewel het zo kort is dat het bijna niet wordt aangevoeld. Het begin, de voortgang en het einde van de handeling zijn heel nauw met elkaar verbonden. Aangezien het onmogelijk lijkt deze Russische inchoatieve werkwoorden anders te vertalen zonder de zin te belasten met verschillende constructies die in deze context slecht zouden klinken, stellen we voor de woordcombinaties met de Nederlandse werkwoorden worden en raken als een vermoedelijke lichte aanwijzing voor de inchoativiteit te beschouwen. Maar er moet toegevoegd worden dat alleen geldt voor de gevallen waarin geen andere (mooiere) variant van de vertaling mogelijk is. 3.2.2 De inchoatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt De cijfers die we voor de inchoatieve Aktionsart hebben gekregen, verschillen aanzienlijk met de resultaten bij de diminutieve Aktionsart: van de 425 verzamelde voorbeelden wordt de inchoativieve wijze van de handeling in de 74 Nederlandse zinnen niet 57 uitgedrukt. De zinnen met de directe rede waarin de inchoativiteit van de Russische werkwoorden in de hoofdzin meestal geen weerslag in het Nederlands hebt (zie hoofdstuk 3, 3.2.1), zijn echter niet inbegrepen. Dit heeft te maken met het feit dat er vooral identieke voorbeelden zijn waarin vaak één en hetzelfde werkwoord voorkomt (zoals zagovorit’, zašeptat’ etc.). Daarom lijken deze gevallen minder relevant te zijn voor de totale cijfer. Niettemin, rekening houdend met de laatste opmerking, toont het genoemde resultaat aan dat de inchoatieve Aktionsart, in vergelijking met de diminutieve Aktionsart, vaker in het Nederlands wordt weergegeven. De voorbeelden waarbij dit niet het geval is, zijn niet helemaal gelijksoortig. De afwezigheid van de inchoativiteit in het Nederlands kan namelijk op verschillende manieren worden verklaard. De vertaler kan bijvoorbeeld besluiten dat de benadrukking van de inchoatieve Aktionsart in de Nederlandse zin niet nodig is omdat het vrij duidelijk is dat de handeling begint, zoals blijkt uit de volgende voorbeelden: (26) Она села на свой мешок и заплакала ледяными слезами. (Zolotoj telënok: 314) mešok Ona sela na svoj zij-NOM gaan zitten-PST-F-SG op haar-ACC.SG zak-ACC.SG zaplakala ledjanymi slezami. INCH-wenen-PST-F-SG ijskoud-ABL.PL traan-ACC.PL i en Ze ging op haar tas zitten en weende ijskoude tranen. (Het gouden kalf: 128) In (26) gaat de eerste handeling (gaan zitten) aan de tweede (wenen) vooraf waardoor het duidelijk wordt dat de tweede handeling zich in de beginfase bevindt. Daarom is er in het Nederlands geen verwijzing naar het inchoatieve karakter van de handeling nodig. Dit in tegenstelling tot de Russische taal, waarin deze werkwoordelijke eigenschap door middel van de toevoeging van het prefix za- aan het werkwoord plakat’ (huilen, wenen) wordt uitgedrukt. (27) Узнав пришельца, она приветливо заулыбалась ему, закивала головой…(Master i Margarita: 355) Uznav prišel’ča, herkennen-PST-ADV.PTCP nieuwkomer-ACC.SG ona privetlivo zij-NOM vriendeliijk zaulybalas’ emu, INCH-glimlachen-PST-F-SG-REFL hem-DAT.SG INCH-knikken-PST-F-SG zakivala golovoj... hoofd-ABL.SG Toen ze de gast herkende, glimlachte ze hem vriendelijk toe, knikte...(De meester en Margarita: 339) In (27) hebben we weer te maken met opeenvolgende handelingen. Deze volgorde van de werkwoorden zorgt ervoor dat het in het Nederlands niet nodig is de inchoativiteit van de 58 handeling te beklemtonen. Hoewel de extra markering van de inchoativiteit op het eerste gezicht wel overbodig lijkt, brengt dit voorbeeld ons een beetje aan het twijfelen of het altijd klopt. Het zit namelijk zo dat de inchoatieve werkwoorden zaulybat’sja en zakivat’ in de Russische zin aanzienlijk verschillen met machnyt’ (wuiven): dit laatste werkwoord geeft een eenmalige handeling weer die heel kort duurt, terwijl de twee inchoatieve werkwoorden de klemtoon op de beginfase van de handeling leggen die zeker een tijd na het begin aan de gang is. Dit verschil wordt heel sterk aangevoeld in het Russisch, maar lijkt in de Nederlandse zin verloren te zijn gegaan, hoewel het misschien in deze context wel van belang is te benadrukken. In sommige gevallen waarin de inchoatieve Aktionsart in het Nederlands niet wordt uitgedrukt lijkt het nog moelijker de keuze van de vertaler te verklaren. De Nederlandse zinnen zonder expliciete aanduiding van de inchoatieve wijze van de handeling klinken nogal dubbelzinnig. Zo kan men in de volgende voorbeelden de handeling die door de onderstreepte werkwoorden wordt genoemd op twee manieren interpreteren: de handeling of het proces dat zich in de beginfase verkeert of toch al een tijdje duurt: (28) Он захватил большую квартиру…и открыто в ней зажил. (Zolotoj telënok: 191) On zachvatil hij-NOM in bezit nemen-PST-M-SG bol’šuju kvartiru groot-ACC.SG flat-ACC.SG i otkryto v nej zažil. en in alle openheid daarin INCH-wonen-PST-M-SG Hij betrok een grote woning...en woonde er in alle openheid. (Het gouden kalf: 52) (29) Далеко внизу забегали люди по тротуару... (Master I Margarita: 273) Daleko vnizu zabegali ver INCH-rennen-PST-PL mensen-NOM beneden ljudi po trotuaru... op trottoir-DAT.SG Diep onder haar renden mensen over het trottoir...(De meester en Margarita: 261) Deze voorbeelden zijn helder genoeg, daarom geven we geen uitgebreid commentaar erop. De vertaalstrategieën waarmee men de inchoatieve Aktionsart in het Nederlands kan uitdrukken, beperken zich blijkbaar niet enkel tot het aantal middelen die wij in de loop van het onderzoek hebben onderscheiden. Er blijven zeker nog een paar mogelijkheden ter beschikking van de vertalers staan. In de bestaande classificaties, die wij in het eerste hoofdstuk hebben genoemd, worden er nog een aantal alternatieve oplossingen als voorbeeld gegeven (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2.1) die wij echter niet in de vier romans zijn 59 tegengekomen. Niettemin kunnen we de beschreven categorieën waarschijnlijk tot de meest voorkomende rekenen. 3.3 Saturatieve Aktionsart De saturatieve Aktionsart vertegenwoordigt één van de meest productieve woordvormingsmodellen: nieuwe, saturatieve werkwoorden kunnen uit een groot aantal Russische werkwoorden gevormd worden door de toevoeging van het prefix na- en een reflexief suffix –sja. Maar ondanks de hoge productiviteit van dit woordvormingsprocédé zijn de afgeleide saturatieve werkwoorden niet heel frequent in vergelijking met, bijvoorbeeld, inchoatieve werkwoorden. Dat is wellicht te wijten aan hun stilistische kenmerken (de saturatieve werkwoorden zijn uiterst informeel en komen uitsluitend in de spreektaal of vaak in de informele omgangstaal voor). Het zeer specifieke karakter van de handeling die de saturatieve werkwoorden aanduiden, speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in hun gebruik: de handeling of het proces bereikt het hoogste punt waarin men volledige voldoening vindt, wat soms extreme vormen aanneemt. Als we deze argumenten in aanmerking nemen, lijken de resultaten die we in de loop van het onderzoek hebben gekregen helemaal niet verbazingwekkend. De zoektocht naar de zinnen met saturatieve werkwoorden heeft namelijk in totaal slechts 18 voorbeelden opgeleverd, en in de romans Turks gambiet en De koffer kwamen er zelfs helemaal geen saturatieve werkwoorden voor. Hoewel dat aantal zeer klein is, vertoont het verzamelde materiaal een zekere diversiteit aan vertaalstrategieën. In de groep van de vertaalde zinnen waarin blijkbaar een poging gedaan werd om het saturatieve karakter van de handeling in het Nederlands te benadrukken, vallen drie mogelijke vertalingswijzen te onderscheiden. We hebben het hier over “een poging” want het lukt de vertalers in de meeste gevallen niet om de werkwoordelijke saturativiteit in volledige mate uit te drukken, d. w. z. zo expressief als in het origineel. 3.3.1 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt 6) Vertaling d.m.v. een woordcombinatie of een vaste uitdrukking Om de saturatieve Aktionsart uit te drukken gaan de vertalers in sommige contexten weer, net als bij de diminutieve en inchoatieve Aktionsarten, op zoek naar verschillende woordcombinaties in het Nederlands die later op de plaats van de Russische saturatieve werkwoorden in de Nederlandse vertaling zullen komen te staan. De sporen van deze strategie hebben we vier keer aangetroffen. 60 In het volgende voorbeeld wordt het Russische saturatieve werkwoord napit’sja, gevormd uit het werkwoord pit’ (drinken) door de toevoeging van het prefix na- en het suffix –sja, door een woordcombinatie “een ferme slok nemen” in de vertaling vervangen: (1) …он приложился к круглому отверстию в примусе и напился бензину. (Master i Margarita: 390) ...on priložilsja k kruglomu otverstiju v hij-NOM leggen tegen-PST-M-SG-REFL tegen rond-DAT.SG gat-DAT.SG in i napilsja benzinu. en SAT-drinken-PST-M-SG-REFL benzine-ACC.SG primuse primus-ABL.SG ...zette hij de mond aan het ronde vulgat van de primus en nam een ferme slok. (De meester en Margarita: 373) De woordcombinatie “een ferme slok nemen” geeft een handeling weer die eenmalig plaatsvindt (een slok) en in dit opzicht helemaal niet met het oorspronkelijke Russische werkwoord correspondeert. Het saturatieve werkwoord napilsja in de Russische zin veronderstelt dat de handeling een zekere tijd duurt: de kat dronk benzine totdat hij er genoeg van had. Ondanks dit verschil in het verloop van de handeling wordt er toch een belangrijk semantisch element in de vertaling bewaard. Het adjectief ferm dat in de woordcombinatie geïncorporeerd werd, wijst erop dat de kat veel benzine in één keer dronk, zóveel dat hij misschien niet meer wilde. Op die manier wordt de saturativiteit van de handeling geïmpliceerd, hoewel de bevrediging natuurlijk niet even sterk wordt uitgedrukt als door het Russische saturatieve werkwoord wordt uitgedrukt. In de twee van de vier voorbeelden werd in plaats van een woordcombinatie een vaste uitdrukking gebruikt. In beide gevallen gaat het over één en dezelfde Nederlandse uitdrukking. Hier is één van de aangetroffen voorbeelden: (2) Наполеон…был так красен, словно бы успел основательно нализаться. (Zolotoj telënok: 463-464) Napoleon... byl tak krasen, slovno by uspel Napoleon zo alsof (erin) slagen-PST-M-SG zijn-PST-M-SG rood osnovatel’no nalizat’sja. klem SAT-zuipen1-INF-REFL 1 Hier nalizat’sja in zijn tweede, figuurlijke betekenis (zuipen tot de volledige verzadiging), hoewel dat ook eerste, letterlijke betekenis bestaat (likken tot de volledige verzadiging). Zie: Balachonova, L. I. et al. (reds.) (2008). Bol’šoj Akademičeskij Slovar’ (BAS), deel 11. Moskva: Nauka 61 Napoleon...had een rood hoofd alsof hij al een flink stuk in zijn kraag had. (Het gouden kalf: 217) Het Russische saturatieve werkwoord nalizat’sja, gevormd uit het werkwoord lizat’ (likken) door de toevoeging van een prefix na- en een suffix –sja, treedt in deze context op in zijn figuurlijke betekenis, als een synoniem van napit’sja (in de betekenis “veel alcohol drinken en dronken worden”). Dit werkwoord komt alleen in de volkstaal voor en is ironisch getint. Bij de vertaling werd het door de Nederlandse uitdrukking “een (flink) stuk in zijn kraag hebben” vervangen. Dat bleek een heel goede beslissing van de vertaler te zijn. Door die uitdrukking te gebruiken heeft de vertaler niet alleen het cruciale ironische element bewaard, maar ook het saturatieve karakter van de handeling benadrukt: het drinken van het alcohol heeft zijn uiterste grens bereikt waarbij de mens volledige voldoening vond - dronken werd. Nog één mogelijke variant, die we tegengekomen zijn, is het proberen de handeling die tot de volledige verzadiging leidt, te beschrijven door middel van een bijzin. Deze strategie lijkt een effectieve oplossing te zijn vooral als men een saturatieve werkwoord in de vorm van een adverbiaal participium (deepričastije) moet vertalen, zoals in het volgende voorbeeld: (3) …Анфиса, наплакавшись вволю, легла спать…(Master i Margarita: 86) Anfisa, naplakavšis’ Anfisa vvolju, legla spat’… SAT-huilen-PST-ADV.PTCP-REFL naar hartenlust/genoeg liggen-PST-F-SG slapen-INF ...Anfisa huilde tot ze niet meer kon en ging...naar bed. (De meester en Margarita: 84) De combinatie van het Nederlandse werkwoord huilen en de daaropvolgende bijzin “tot ze niet meer kon” drukt uit dat de handeling zich tot de volledige verzadiging van het huilende meisje voltrekt en ophoudt wanneer dat hoogste punt bereikt is. Op die manier worden alle semantische kenmerken van het Russische werkwoord naplakat’sja, afgeleid uit het werkwoord plakat’ (huilen), in de Nederlandse vertaling weergegeven. 7) Vertaling met behulp van een Nederlands werkwoord Er zijn zes gevallen aangetroffen waarin op de plaats van een Russisch saturatief werkwoord een Nederlands werkwoord verschijnt dat de semantische kenmerken bezit die tot zekere hoogte de saturatieve wijze van de handeling weergeven. Hoewel dit aantal ietsje groter is dan bij de bovengenoemde strategie, kan het ons nauwelijks tot de conclusie brengen dat de vertaling met behulp van een werkwoord meer productiever is dan het gebruik van een woordcombinatie. De helft van de aangetroffen zinnen lijkt sterk op elkaar aangezien deze zinnen één en hetzelfde Russische saturatieve werkwoord bevatten. Daarom vertonen de Nederlandse vertalingen ook overeenkomsten met de originele zinnen in de representatie van 62 het saturatieve werkwoord. Hier gaat het weer over het werkwoord napit’sja (in de betekenis “veel alcohol drinken en daarvan dronken worden”) dat zowel in deze als in de andere betekenis “veel water of een andere, alcoholvrije drank drinken en er je dorst volledig lessen ” (zie voorbeeld 1) aanzienlijk vaker in de romans voorkomt dan alle andere saturatieve werkwoorden: (4) …четыре ночи переспал с женой, а на пятые сутки напился…(Tichij Don I: deel II, hfdst 18, 214) ...četyre noči perespal s ženoj, vier slapen-PST-M-SG met vrouw-ABL.SG nacht-ACC.PL a na pjatye sutki napilsja... en op vijfde-ACC.PL etmaal-ACC.PL SAT-zich bedrinken-PST-M-SG Na vier nachten bij haar geslapen te hebben, bedronk hij zich op de vijfde dag...(De stille Don I: 212) In deze context zou men nauwelijks een betere variant kunnen verzinnen dan het Nederlandse werkwoord zich bedrinken te gebruiken dat eigenlijk als een volledige equivalent voor het Russische napit’sja kan worden beschouwd omdat ze allebei in zekere zin de hoogste graad van “de verzadiging” uitdrukken die de mens bereikt onder de invloed van alcohol. Bovendien valt het op dat zich bedrinken ook een afgeleid werkwoord is, namelijk, reflexief met een prefix be- en vergelijkbare connotatie heeft als het Russische napit’sja in deze voorbeeld: veel drinken van ellende. In de roman De meester en Margarita hebben wij een soortgelijk voorbeeld aangetroffen waarin de vertaler echter het werkwoord bezatten gekozen heeft om het Russische saturatieve werkwoord napit’sja te vertalen. Dit Nederlandse werkwoord heeft dezelfde betekenis als zich bedrinken en kan in deze context ongetwijfeld ook gebruikt worden. De Nederlandse werkwoorden zich bedrinken en zich bezaten zijn echter de enige aangetroffen werkwoorden die zo sterk op het Russische werkwoord lijken dat ze zelf saturatief zouden kunnen worden genoemd. De andere helft van de voorbeelden is in die zin minder representatief en bestaat uit twijfelgevallen die eigenlijk aan de grens staan met de voorbeelden waarin de saturatieve Aktionsart in de vertaling helemaal niet wordt benadrukt. Ter illustratie geven we het meest interessante voorbeeld: (5) - И когда ты находишься?.. (Tichij Don I: deel II, hfdst 12, 183) I kogda ty nachodiš’sja?.. en wanneer jij-NOM SAT-lopen-FUT-SG-REFL 63 ‘Wanneer zullen die bezoeken daar nou eens ophouden!..’ (De stille Don I: 212) In dit voorbeeld is het heel goed te zien hoe de vertaler vertaaltransformaties aanwendt. De aanwezigheid van dat proces is eigenlijk te zien in de grootste deel van de voorbeelden die we reeds hebben besproken. In het eerste hoofdstuk hebben we al opgemerkt dat vertalers de vertaaltransformaties gebruiken om een zin te produceren die syntactisch gezien heel natuurlijk klinkt in de taal van de doeltekst en tegelijkertijd maximaal op de zin van de brontekst lijkt (zie hoofdstuk 3, de eerste inleidende alinea’s). Soms wordt de zin globaal getransformeerd zoals in (5). Het subject in de vertaling is helemaal anders (vergelijk: bezoeken en jij), het predicaat is ook veranderd en vertoont geen overeenkomsten met dat in de Russische zin. Het Russische saturatieve werkwoord nachodit’sja betekent in deze context “bezoeken”, hoewel het eigenlijk uit het werkwoord chodit’ (lopen) wordt gevormd. De vraag zou we dus anders kunnen formuleren: wanneer loop je zó vaak naar iemand (= bezoek je iemand) dat je er eindelijk genoeg van hebt? Deze kleine analyse helpt ons te begrijpen waarom de vertaler zo’n vertaalkeuze gemaakt heeft. De betekenis van het saturatieve werkwoord nachodit’sja is totaal verloren gegaan omdat het door het werkwoord ophouden wordt vertaald dat een heel andere betekenis heeft. Niettemin blijft de algemene indruk die men tijdens het lezen van de zin krijgt, onveranderd: men voelt dat het over de handeling gaat die ophoudt op het moment wanneer het subject er helemaal tevreden mee wordt, met andere woorden voldoening vindt in de actie. Blijkbaar streefde de vertaler er toch naar om aan de hand van de transformatie het saturatieve tintje in de Nederlandse zin proberen te bewaren wat zonder het werkwoord ophouden nauwelijks zou lukken. Maar dat heeft hij op zo’n onopvallende manier gedaan dat deze “hint” bijna niet te zien is. Daarom rekenen we dit voorbeeld tot de grensgevallen. 8) Vertaling met behulp van “hulp-woordjes” Tussen de zinnen met saturatieve werkwoorden hebben we ook twee keer voorbeelden aangetroffen waarin de vertaler een van de strategieën hanteert die we ook bij de diminutieve Aktionsart hebben onderscheiden, namelijk, de vertaling met behulp van een “hulp-woordje” dat in dit geval de graad van de saturativiteit dient te beklemtonen en in de Nederlandse tekst wordt toegevoegd of overgenomen uit de Russische tekst. In beide zinnen gaat het over werkwoorden met een vergelijkbare betekenis die wij als volgt kunnen beschrijven: “eten totdat je er genoeg van hebt”. Eén van de “hulp-woordjes” is het telwoord zoveel: (6) …он так наелся, что был не в состоянии предаваться каким бы то ни было чувствам. (Zolotoj telёnok: 538) 64 čto ...on tak naelsja, hij SAT-eten-PST-M-SG-REFL dat zo bil ne zijn-PST-M-SG niet predavat’sja kakim by to ni bilo zich overgeven-INF welke dan ook-DAT.PL gevoel-DAT.PL v sostojanii in staat-ADL.SG čuvstvam. ...hij had zoveel gegeten dat hij tot geen enkele emotie meer in staat was. (Het gouden kalf: 264) In de oorspronkelijke Russische zin staat naast het saturatieve werkwoord najest’sja, gevormd uit het werkwoord est’ (eten) door de toevoeging van het prefix na- en een reflexief suffix – sja, een woordje tak (zo) dat de saturativiteit van het werkwoord versterkt. Dit woordje wordt in de Nederlandse zin overgenomen in een iets veranderde vorm – als het telwoord zoveel. In deze context duidt het telwoord de hoeveelheid van het gebruikte voedsel aan wat zou kunnen worden beschouwd als een verwijzing naar de verzadiging: het persoon heeft al veel gegeten en kan of wil daarom niet meer. Aangezien het in het Nederlands onmogelijk is het werkwoord eten naar het voorbeeld van de Russische afleiding te modificeren, helpt zoveel de saturativiteit weer te geven, hoewel het natuurlijk in mindere mate geëxpliciteerd wordt in de Nederlandse zin ten opzichte van het origineel. Het andere “hulp-woordje” is het bijwoord genoeg dat wordt toegevoegd aan het werkwoord eten waarmee het Russische werkwoord napichivat’sja wordt vertaald. Er moet opgemerkt worden dat dit werkwoord uit de volkstaal komt (wordt afgeleid uit het werkwoord pichat’ (proppen) met behulp van het prefix na- en twee suffixen: een imprefectief suffix – iva- en een reflexief suffix -sja) en heel zelden wordt gebruikt, misschien zelfs enkel in bepaalde taalgebieden, zoals de Don-streek waar de gebeurtenissen in de roman De stille Don zich voltrekken. Dit specifieke stilistische kenmerk wordt in de vertaling niet uitgedrukt, maar de wijze van de handeling heeft de vertaler wel geprobeerd te benadrukken, dit keer door de toevoeging van het bijwoord genoeg dat net als zoveel de hoeveelheid aanduidt. Het voorbeeld is nogal doorzichtig, dus we zullen hier geen volledige zin met de vertaling ter illustratie geven. 3.3.2 De saturatieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt Eén derde van de verzamelde voorbeelden behoort tot de groep waarin de verwijzing naar de saturatieve Aktionsart in de Nederlandse vertaling volledig ontbreekt. Bijvoorbeeld: (7) Напившись горячего молока, Иван опять прилег…(Master i Margarita: 132) Napivšis’ gorjačego moloka, SAT-drinken-PST-ADV.PTCP-REFL warm-ACC.SG melk-ACC.SG 65 Ivan opjat’ prilëg… Ivan weer DIM-liggen-PST-M-SG Hij dronk een glas warme melk, ging weer liggen... (De meester en Margarita: 126) Het werkwoord napit’sja dat in de Russische zin in de vorm van een adverbiaal participium wordt gebruikt, heeft de Nederlandse vertaler vervangen door het werkwoord drinken waardoor er een heel belangrijke semantische eigenschap is verloren gegaan: de handeling duurt niet meer totdat zijn hoogste punt bereikt wordt en het subject helemaal tevreden wordt. Daarmee onderscheidt de in de Nederlandse zin genoemde handeling zich van de oorspronkelijke handeling die nadrukkelijk saturatief gekleurd is. Bovendien wordt er in de Nederlandse vertaling vermeld hoeveel melk Ivan precies gedronken heeft – één glas. Dit detail ontbreekt echter in de Russische zin en beperkt aanzienlijk de handeling in de Nederlandse variant. In sommige gevallen veroorzaken dergelijke preciseringen fouten bij de vertaling. Het lijkt alsof de vertaler zelf het Russische saturatieve werkwoord verkeerd heeft begrepen en als gevolg fout gepresenteerd in de vertaling. Zo geeft de combinatie van het werkwoord drinken met het bijwoord wat in de onderstaande vertaling een meer diminutieve wijze van de handeling weer en daarom heeft de handeling in de Nederlandse zin eigenlijk niets gemeens met de saturatieve Aktionsart in de oorspronkelijke Russische zin: (8) Аксинья, измочив рукава кофты, напилась. (Tichij Don I: deel I, hfdst 14, 64) Aksinja, izmočiv Aksinja rukava kofty, napilas’. nat maken-PST-ADV.PTCT mouw-ACC.PL blouse-GEN.SG SAT-drinken-PST-F-SG- REFL Aksinja dronk wat water uit haar hand, waardoor zij de mouw van haar blouse nat maakte. (De stille Don I: 72) In de Nederlandse zin werd het bijwoord wat verkeerd gekozen en dat zorgt voor een tegenovergestelde effect dan, bijvoorbeeld, genoeg of zoveel: het lijkt alsof Aksinija een beetje water gedronken heeft (wat als bijwoord betekent eerst en vooral “een beetje” zoals het in Vandale Online staat). Sterker nog, de woordcombinatie “uit haar hand” ondersteunt het feit dat ze echt niet veel gedronken heeft. Dus, men kan niet met zekerheid zeggen of ze haar dorst gelest heeft of niet, terwijl het Russische werkwoord napit’sja veronderstelt dat het meisje genoeg water gedronken heeft en niet van plan is nog meer te drinken. Aan de hand van een paar voorbeelden hebben we geïllustreerd dat de saturatieve Aktionsart in het Nederlands door middel van verschillende vertaalstrategieën kan worden uitgedrukt, hoewel het ook voorkomt is dat vertalers er geen rekening mee houden. Deze lijst 66 zouden we waarschijnlijk kunnen aanvullen met meerdere vertaalstrategieën omdat er niet veel werkwoorden in de uitgekozen romans aangetroffen werden en we op basis van zo’n klein aantal voorbeelden natuurlijk geen definitieve conclusies kunnen trekken over alle vertalingsmogelijkheden die in het Nederlands bestaan. Daarvoor moet er een uitgebreider onderzoek worden uitgevoerd. 3.4 Completieve Aktionsart De completieve Aktionsart die ook een heel productief werkwoordvormingsprocédé in de Russische taal is, wordt in dit onderzoek door een klein aantal voorbeelden gepresenteerd. Het eindresultaat van de zoektocht naar completieve werkwoorden spreekt voor zich: in vier van de vijf gekozen romans hebben we slechts 22 zinnen aangetroffen. We zijn echter geen voorbeelden met completieve werkwoorden in de roman De koffer tegengekomen. Hoewel dit aantal voorbeelden niet opvallend groter is dan bij de saturatieve Aktionsart (22 tegenover 18 zinnen), toont dit verschil naar mijn mening aan dat completieve werkwoorden vaker worden gebruikt. Aan de ene kant is dit resultaat voorspelbaar, want completieve werkwoorden zijn minder stilistisch gemarkeerd (zo worden ze bijvoorbeeld niet alleen in de spreektaal gebruikt). Aan de andere kant is het moeilijk hetzelfde verschil in frequentie definitief vast te stellen op basis van het aantal aangetroffen werkwoorden bij de beide Aktionsarten aangezien dit op hetzelfde cijfer neerkomt: zes saturatieve werkwoorden tegenover zes completieve werkwoorden. Drie intensief-resultatieve werkwoorden (dodumat’sja, doigrat’sja, došpionit’sja) tellen we hier niet mee: ten opzichte van completieve werkwoorden vindt er bij de vorming van deze werkwoorden een vergelijkbare betekenismodificatie plaats richting de voltooide handeling, maar deze werkwoorden dragen een aantal stilistische eigenschappen die ze qua gebruik meer op saturatieve werkwoorden doen lijken, omdat ze ook in informele omgangstaal voorkomen. Sommige werkwoorden, zoals dopet’, dobežat’, dopisat’, komen een paar keer voor in de voorbeelden en behoren blijkbaar tot de meest voorkomende completieve werkwoorden. 3.4.1 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt De aangetroffen voorbeelden waarin de completieve wijze van de handeling in de Nederlandse vertaling wordt uitgedrukt hebben we in twee groepen verdeeld naargelang de manier waarop het Russische werkwoord wordt vertaald. De twee gehanteerde vertaalstrategieën corresponderen met de vertalingswijze die we al bij de andere Aktionsarten 67 zijn tegengekomen: het gebruik van een beschrijvende constructie of een Nederlands werkwoord. 9) Vertaling met behulp van een beschrijvende constructie Vijf aangetroffen voorbeelden illustreren de gevallen wanneer de vertalers door een aantal vertaaltransformaties toe te passen proberen aan te duiden dat de handeling zijn slotfase bereikt heeft. Bijvoorbeeld, de vertaler kan een beschrijvende constructie, d. w. z. een woordcombinatie (1), of een ondergeschikte bijzin (2) gebruiken. Hier bekijken we twee van de zes aangetroffen voorbeelden: (1) Не успела она этого додумать, как дверь наверху опять хлопнула…(Master i Margarita: 336) ėtogo dodumat’, Ne uspela ona niet (erin) slagen-PST-SG zij-NOM dat-ACC.SG COMPL-denken-INF kak dver’ naverchu opjat’ chlopnula… dat deur-NOM.SG boven weer dichtslaan-PST-F-SG Ze had haar gedachten nog niet voltooid, of de deur boven haar sloeg opnieuw dicht...(De meester en Margarita: 321) Het Russische completieve werkwoord dodumat’ dat in het eerste deel van de complexe zin de functie van het predicaat vervult, wordt afgeleid uit het werkwoord dumat’ (denken) door middel van het prefix do- dat aanduidt dat de handeling voltooid is. In de Nederlandse zin wordt gebruik gemaakt van een combinatie woorden “(haar) gedachten voltooid hebben” die de betekenis van het Russische completieve werkwoord letterlijk beschrijft. In deze woordcombinatie speelt het deelwoord voltooid een cruciale rol – de voltooiing van de handeling in de Nederlandse vertaling wordt expliciet benadrukt. (2) Но, не добежав, он повернул назад…(Zolotoj telënok: 517) No, ne dobežav, on povernul nazad… maar niet COMPL-rennen-PST-ADV.PTCT hij-NOM omkeren-PST-M-SG terug Maar nog vóór hij bij de trein was keerde hij om. (Het gouden kalf: 250) In dit voorbeeld hebben we weer te maken met één van de moeilijkste momenten bij de vertaling vanuit het Russisch naar het Nederlands – het vertalen van een adverbiaal participium, gevormd uit een werkwoord dat tot één of andere Aktionsart behoort. In dit voorbeeld heeft de vertaler het adverbiaal participium van het completieve werkwoord dobežat’, afgeleid uit het werkwoord bežat’ (rennen) en gebruikt met een ontkennend voorzetsel ne, door een ondergeschikte bijzin “maar nog vóór hij bij de trein was” te 68 vervangen. Bij zo’n vertaling wordt het niet duidelijk of het subject rennend of, bijvoorbeeld, lopend de trein probeerde te bereiken, maar kan de lezer dat uit de context afleiden. Er is echter een ander betekenisaspect dat wij belangrijker vinden in de weergave van de handeling. In de oorspronkelijke zin staat het adverbiaal participium van het completieve werkwoord dobežat’ in ontkennende vorm. Hoewel er geen negatie in de Nederlandse zin is, wordt een betekenisnuance, opgesloten in het completieve adverbiaal participium ne dobežav, dankzij de toegepaste vertaaltransformatie bewaard: de handeling die voltooid zou moeten worden (hij was toch van plan de trein te halen), is afgewerkt, alhoewel zonder resultaat. Meer specifiek, de persoon streefde naar een bepaald doel (de trein), maar, gezien negatie in de Russische zin (ne dobežav), werd de handeling beëindigd nog voordat het doel bereikt was. Dat effect wordt versterkt door het beklemtoonde voorzetsel vóór in de Nederlandse woordcombinatie. Op die manier is er completiviteit van de niet geslaagde handeling uitgedrukt. Dit laatste voorbeeld is niet gemakkelijk te interpreteren, aangezien er in de Russische zin een adverbiaal participium in ontkennende vorm staat, maar de voorgestelde manier van de vertaling lijkt ons in dit geval de meest geschikte variant te zijn. 10) Vertaling met behulp van een Nederlands werkwoord Behalve de vertaling waarin de completieve handeling met behulp van allerlei woordcombinaties beschreven wordt, bestaat er ten minste nog één mogelijkheid om de Russische completieve Aktionsart in het Nederlands uit te drukken. In sommige gevallen kan men een Nederlands werkwoord vinden dat min of meer aan de criteria voldoet, die door de semantische eigenschappen van een Russisch completief werkwoord worden vastgesteld. In de loop van het onderzoek zijn we dergelijke voorbeelden tegengekomen. In totaal vormen ze een groep van zes voorbeelden, die qua omvang bijna gelijk is aan de groep waarin de beschrijvende vertaalstrategie wordt gehanteerd. In de aangetroffen Nederlandse zinnen wordt gebruik gemaakt van Nederlandse werkwoorden met of zonder voorzetselbijwoord. Het valt op dat als er zo’n bijwoord bij het Nederlandse werkwoord aanwezig is, dan speelt dit “bouwsel” een sleutelrol in de weergave van de completiviteit, net als bij de Russische completieve werkwoorden. In één van de voorbeelden wordt er in plaats van het Russische deelwoord dopisan (in roman dopisan), gevormd uit het completieve werkwoord dopisat’ (pisat’=schrijven), het Nederlandse werkwoord gereedkomen gebruikt (“de roman kwam gereed”). Dankzij het bijwoord gereed wordt het werkwoord gereedkomen completief gekleurd en drukt de handeling uit die voltooid is. 69 Daarnaast moet er opgemerkt worden dat de functie van het Nederlandse voorzetselbijwoord uit in zekere zin met de functie van het Russische prefix do- overeenkomt. Volgens de elektronische ANS draagt een aantal Nederlandse werkwoorden met het voorzetselbijwoord uit een volgend betekeniselement: “gericht zijn op een resultaat (gewoonlijk het beëindigen) van de werking” (E-ANS, paragraaf 12.2.2.2.ii.27). In het Morfologisch Handboek van het Nederlands wordt ook vermeld dat het bijwoord (of het partikel) uit een betekenisaspect “beëindigen, tot het einde” aan een aantal werkwoorden kan toevoegen (De Haas en W.&M. Trommelen 1993: 114). Dat betekent dus dat de handeling, uitgedrukt door de werkwoorden met uit, zijn slotfase bereikt heeft, net zoals bij de Russische completieve werkwoorden. Deze overeenkomst maakt het mogelijk sommige Russische completieve werkwoorden door Nederlandse werkwoorden met het voorzetselbijwoord uit te vertalen, zoals in het onderstaande voorbeeld: (3) ...прочувствованно допел он последнюю строфу...(Tureckij gambiet: 154) …pročuvstvovanno dopel gevoelvol on COMPL-zingen-PST-M-SG hij-NOM poslednjuju strofu… laatst-ACC.SG strofe-ACC.SG ...zong hij gevoelvol de laatste strofe uit...(Turks gambiet: 216) Het Nederlandse werkwoord uitzingen correspondeert vormelijk en inhoudelijk met het Russische werkwoord dopet’. Beide werkwoorden worden gevormd door de toevoeging van een verbonden element (uit in het Nederlands en het prefix do- in het Russisch) aan de werkwoorden met dezelfde betekenis (zingen en pet’). Als gevolg vindt er een betekenismodificatie plaats waarbij de handeling in beide talen een completief karakter krijgt: het subject van de zin heeft de laatste strofe van het liedje bereikt, hij zong het tot het eind en stopte met zingen. In een vergelijkbare context bij de vertaling van het Russische werkwoord dopet’ kan uit als een restant deel van een scheidbaar werkwoord aan het eind van de zin optreden. Op die manier wordt de completiviteit van de handeling in de Nederlandse zin ook uitgedrukt: (4) Допели первый куплет. (Master i Margarita: 221) Dopeli pervyj kuplet COMPL-zingen-PST-PL eerst-ACC.SG couplet-ACC.SG Het eerste couplet was uit. (De meester en Margarita: 210) Hoewel de toevoeging van het bijwoord uit vaak het gewenste resultaat met zich brengt (de voltooide handeling wordt in de Nederlandse zin op die manier uitgedrukt), lijkt het een minder geschikte strategie bij de vertaling van intensief-resultatieve werkwoorden. Dit 70 kunnen wij aan de hand van een voorbeeld uit de roman Tureckij gambiet illustreren. In dit boek heeft de vertaler één en dezelfde vertaalstrategie aangewend om het completieve werkwoord dopet’ (zie voorbeeld 3) en het intensief-resultatieve dospionit’sja te vertalen. Dit laatste, gevormd uit het werkwoord spionit’ (spioneren), wordt dus in de Nederlandse zin als uitspioneren gepresenteerd. Deze vertaling kunnen we nauwelijks juist noemen ondanks het feit dat de werkwoorden dospionit’sja en uitspioneren allebei een voltooide handeling uitdrukken. Er bestaat namelijk een belangrijk verschil tussen dopet’ en dospionit’sja: in beide gevallen wordt het doel bereikt, maar het resultaat bij het intensief-resultatief werkwoord is van een andere aard – namelijk zeer negatief en ongewenst. Degene die gespioneerd heeft, wilde natuurlijk helemaal niet in de problemen raken, maar het is uiteindelijk wel gebeurd. Deze ongelukkige consequentie wordt wel door het werkwoord dospionit’sja verondersteld en niet door het werkwoord uitspioneren. Het zou in dit geval waarschijnlijk beter zijn het Russische intensief-resultatieve werkwoord door middel van een uitdrukking of een woordcombinatie te vertalen. Dit voorbeeld toont aan dat vertalers soms een ongemakkelijke keuze moeten maken. Ze moeten op de hoogte zijn van allerlei semantische nuances, verbonden aan verschillende typen en subtypen Aktionsarten, en proberen die te differentiëren door verschillende varianten van de vertaling uit te zoeken om onjuiste formuleringen te vermijden. In dit verband is het volgende voorbeeld ook interessant om te bekijken: (5) - Все одно уж мне. Доигралась…. (Tichij Don I: deel II, hfdst 12, 185) Vse odno1 už mne. Doigralas’... alles een-N-NOM toch mij-DAT.SG COMPL-spelen-PST-F-SG-REFL ‘Ach, dat kan me allemaal niet schelen, ik heb nu toch alles verspeeld’... (De stille Don I: 186) Hier hebben we te maken met een twijfelachtig geval. Aan de ene kant, vindt er met de toevoeging van de prefixen een vergelijkbare verschuiving bij het Nederlandse werkwoord spelen en het Russische werkwoord igrat’ plaats. Aan de andere kant, valt er bij nader inzien een zeker verschil in de werkwoordelijke semantiek op. Het Nederlandse werkwoord, afgeleid met het prefix ver- van het werkwoord spelen, maakt deel uit van de groep werkwoorden die volgens de elektronische ANS aangeven dat “de door het grondwoord genoemde werking een negatief resultaat heeft voor het daarbij genoemde object” (E-ANS, paragraaf 12.2.1.3.7.a). Dezelfde betekenisnuance zit in het Russische werkwoord doigrat’sja opgesloten. Niettemin is er een verschil in de algemene betekenis: in de Nederlandse zin duidt het werkwoord aan 1 Hier in de betekenis “hetzelfde” 71 dat het subject letterlijk alles is kwijtgeraakt (men heeft bijvoorbeeld door gokken al zijn geld verloren), terwijl het Russische werkwoord een nadrukkelijk figuurlijke betekenis heeft: het subject is in de problemen geraakt door zich onvoorzichtig of lichtzinnig te gedragen (niet per se tijdens een spel). Hoewel in beide gevallen de handeling completief is en het negatief resultaat bereikt wordt, is deze variant van de vertaling naar mijn mening zeer controversieel. Het werkwoord bereiken is het enige werkwoord zonder prefix of voorzetselbijwoord die in het verzamelde materiaal aangetroffen werd op de plaats waar in de brontekst één van de Russische completieve werkwoorden van beweging staat: (6) Он добежал до городских ворот, лавируя в толчее…караванов…(Master i Margarita: 203) On dobežal do gorodskich vorot, hij COMPL-rennen-PST-M-SG tot stads-ACC.SG port-ACC.SG laviruja v tolčee… karavanov… laveren-PRS-ADV.PTCT in gedrang-ABL.SG karavan-GEN.PL Laverend in het gedrang van karavanen...bereikte hij in vliegende vaart de stadsport...(De meester en Margarita: 192) In de Russische zin vervult het werkwoord dobežat’, afgeleid uit bežat’ (rennen), de rol van het predicaat. In de Nederlandse zin wordt het werkwoord bereiken gebruikt dat de voltooiing van de handeling benadrukt: het subject is aangekomen, dus de handeling is voltooid. Daarnaast geeft de woordcombinatie “in vliegende vaart” weer dat het subject het heel snel gedaan heeft, blijkbaar rennend. Dit voorbeeld vertoont een soort mengsel van twee vertalingswijzen: een werkwoord gaat gepaard met een woordcombinatie wat in de uitdrukking van de completieve handeling resulteert. 3.4.2 De completieve wijze van de handeling wordt in het Nederlands niet uitgedrukt Dat de vertalers er echter niet altijd in slagen de Aktionsart in het Nederlands weer te geven, is bij de completieve Aktionsart ook te zien. In minder dan een helft van de aangetroffen voorbeelden (tien om precies te zijn) wordt een gewoon Nederlands werkwoord gebruikt dat de handeling aanduidt, maar geen bijkomende informatie over de voltooiing van deze handeling aanbiedt. Bij de analyse van de voorbeelden hebben we vastgesteld dat er ten minste twee gevallen zijn waarin de completieve Aktionsart in het Nederlands niet wordt uitgedrukt. Net als bij de inchoatieve Aktionsart hoeft het niet altijd in het Nederlands de comletiviteit van de handeling met behulp van extra middelen uit te drukken. In het 72 onderstaande voorbeeld (7) drukt het werkwoord rennen in combinatie met het voorzetsel tot in volledige mate uit dat de handeling zijn slotfase bereikt heeft. Er is dus geen extra verwijzing naar de completiviteit nodig. In de Russische zin is het echter niet genoeg alleen het werkwoord bežat’ (rennen) samen met het voorzetsel do te gebruiken. De toevoeging van het prefix do- aan het werkwoord bežat’ is in deze context altijd verplicht en zorgt voor de verschuiving in de betekenis waardoor de handeling voltooid wordt: (7) ...Бендер добежал до середины реки и остановился. (Zolotoj telënok: 658) Bender dobežal do serediny Bender COMPL-rennen-PST-M-SG tot i ostanovilsja. en stoppen-PST-M-SG-REFL reki middel-ACC.SG rivier-GEN.SG ...rende Bender tot halverwege de rivier en bleef staan. ( Het gouden kalf: 336) Er zijn ook voorbeelden waarin de afwezigheid van een directe verwijzing naar de completieve handeling in de Nederlandse zin eerder als foutief kan worden beschouwd. In het volgende voorbeeld (8) is het niet voldoende het Russische werkwoord doskazat’, gevormd uit het werkwoord skazat’ (zeggen) door de toevoeging van het prefix do-, door het Nederlandse werkwoord vertellen te vertalen zonder er bijkomende informatie te vermelden aangezien het werkwoord op zichzelf geen completiviteit uitdrukt: (8) Мне хочется досказать, как я в первый раз стрелял в человека. (Tichij Don I: deel III, hfdst 11, 339) Mne chočetsja doskazat’ ik-DAT.SG willen-REFL-SG COMPL-vertellen-INF kak ja hoe ik-NOM v pervyj raz streljal v čeloveka. op eerst-ACC.SG keer-ACC.SG schieten-M-PST-SG op mens-ACC.SG Ik wil nu vertellen, hoe ik voor het eerste keer op iemand heb geschoten. (De stille Don I: 324) In de Russische zin is het duidelijk dat het subject al een tijd geleden zijn verhaal begon en het op dit moment ten einde wil brengen. Dat wordt echter niet verondersteld in de Nederlandse zin: het lijkt alsof het subject op het punt staat om zijn verhaal vanaf het begin te vertellen. Het werkwoord vertellen door uitvertellen te vervangen zou in dit geval volgens mij niet mogelijk zijn, hoewel de betekenis van dit werkwoord heel dicht bij die van het Russische werkwoord doskazat’ aansluit. Een andere oplossing is het gebruik van een woordcombinatie of een werkwoord dat completiviteit uitdrukt (zoals ‘beëindigen’). 73 De analyse van de verzamelde voorbeelden toont aan dat de vertaling van de Russische completieve werkwoorden geen gemakkelijke taak is voor de vertalers. Ondanks het feit dat er ten minste twee vertaalstrategieën kunnen worden onderscheiden die enkele keuzemogelijkheden bieden, moet de vertaler telkens beslissen welke van de mogelijke vertalingswijzen de beste is, waar men in het Nederlands de verwijzing naar de Russische completieve Aktionarts kan weglaten zonder de completieve betekenisnuance te verliezen en in wanneer het ongewenst is. Bovendien is het bij de completieve Aktionsart net als bij de diminutieve Aktionsart van belang rekening te houden met verschillen tussen de subtypen van de Aktionsarten die op elkaar lijken, maar zijn afgebakend in het Russisch. 3.5 Grove fouten in de vertaling In de voorafgaande classificaties hebben we aan de hand van een aantal voorbeelden geïllustreerd dat de vertalers lang niet altijd voldoende aandacht besteden aan de weergave van de Aktionsarten in het Nederlands en dat er Nederlandse zinnen zijn waarin de wijze van de handeling in verschillende mate en soms helemaal fout uitgedrukt wordt. Sommige gevallen zijn echter zeer moeilijk te classificeren. In deze paragraaf willen we nog een paar vertaalfouten naar voren halen die als bewijs dienen dat de vertaling van de Russische afgeleide werkwoorden uit verschillende groepen Aktionsarten blijkbaar één van de meest problematische momenten in de vertaalpraktijk is. Bij de zoektocht naar de voorbeelden viel het ons op dat de vertalers niet altijd naar de maximale precisie in de vertaling streven. Het lijkt alsof ze soms de vertaling van de afgeleide Russische werkwoorden uit de voor het onderzoek opgestelde lijst proberen te vermijden. Zo hebben we drie keer gevallen aangetroffen (een keer in Turks gambiet en twee keer in De meester en Margarita) wanneer een zin of zelfs een stuk tekst met een specifiek Russisch werkwoord, dat tot één van de Aktionsarten behoort, wordt weggelaten. Dat is misschien puur toeval, maar het kan ook zijn dat de vertalers soms geen zin hebben of niet durven de werkwoorden te vertalen waarvoor men niet zo snel een synoniem in het Nederlands kan vinden. Nog een andere verklaring: ze willen gewoon geen verschillende constructies of woordcombinaties toevoegen in heel lange of, integendeel, heel korte Nederlandse zinnen om die niet te lang of onbegrijpelijk te maken. Daarom laten ze een stukje tekst weg. Zulke “gaten” in de vertalingen komen echter niet zo vaak voor om met zekerheid te zeggen dat het een typisch verschijnsel is. Hoe nauwkeurig de vertaling wordt gemaakt hangt natuurlijk grotendeels van de vertaler af. Het grootste aantal grove fouten (vier) hebben we in De Stille Don aangetroffen, 74 de vertaling die een paar keer in de loop van de 20ste eeuw verwerkt werd. In de andere romans kwamen één of maximaal twee keer grove fouten voor. Niet alleen een stukje tekst, maar ook een stukje zin of een Russisch werkwoord zelf kan verloren gaan bij de vertaling. In de onderstaande Nederlandse zin wordt bijvoorbeeld het Russische completieve werkwoord dobežat’ samen met het voorzetselobject do dverej weggelaten: (1) В одно злое усилие собрала Наталья оставшийся комочек сил, добежала до дверей, торопясь шагнула через порог. (Tichij Don I: deel II, hfdst 18, 220) V odno zloe usilie sobrala in een-ACC.SG boos-ACC.SG inspanning-ACC.SG verzamelen-PST-F-SG Natal’ja ostavšijsja komoček sil, Natal’ja overblijven-PTCP-ACC-M-SG brokje-ACC.SG kracht-GEN.PL dobežala do dverej, COMPL-rennen-PST-F-SG tot deur-GEN.PL toropjas’ šagnula čerez porog. zich haasten-ADV.PTCP-PRES stappen-PST-F-SG over drempel-ACC.SG Met een woeste inspanning van haar laatste krachten [...] stapte zij snel de drempel over. (De Stille Don: 217) Sterker nog, er is ook een geval waarin de vertaler bewust of niet bewust één wijze van de handeling door een andere vervangt waardoor de semantische en stilistische invulling van het Russische werkwoord verkeerd wordt weergegeven. In de Nederlandse zin staat de inchoatieve constructie [beginnen te + infinitief] met het werkwoord fluiten op de plaats van het Russische diminutieve werkwoord posvistyvat’ uit het subtype preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija: (2) Петро уж охрип орать…и...посвистывал. (Tichij Don I: deel I, hfdst 17, 82) Petro už ochrip orat’ ...i... posvistyval. Petro al zich hees roepen-PST-M-SG en DIM-fluiten-PST-M-SG Pjotr, die door het onophoudelijke geschreeuw...volkomen hees was geworden, begon...te fluiten. (De Stille Don I: 89) Naast de gevallen waarin een Russische Aktionsart in de Nederlandse vertaling niet wordt uitgedrukt, hoewel dit wel mogelijk zou zijn met behulp van allerlei middelen, tonen deze voorbeelden aan dat het probleem van de vertaling van Russische inchoatieve, diminutieve, saturatieve en completieve werkwoorden niet altijd voldoende aandacht krijgt onder de vertalers wat tot vertaalfouten leidt. De kwaliteit van de vertaling en de mate waarin 75 de doeltekst semantisch en stilistisch op het brontekst lijkt hangt natuurlijk grotendeels van de competentie van de vertaler en de esthetische keuze die hij maakt. Naar mijn mening moet het belang van allerlei specifieke betekenisnuances die in deze Russische werkwoorden opgesloten zijn, niet worden onderschat bij de vertaling aangezien die nuances en grote invloed hebben op de semantische en stilistische invulling van de tekst. 76 Conclusie In het eerste deel van deze scriptie hebben we aangetoond dat het aspect een zeer controversiële werkwoordelijke categorie is. Hetzelfde geldt grotendeels voor alle aspectuele verschijnselen die in één of andere vorm zowel in de Slavische als in de Germaanse talen worden gepresenteerd. In deze scriptie vertrokken we vanuit de volgende vaststelling: het aspect is een obligatorische grammaticale categorie in de Slavische talen die in de Germaanse talen ontbreekt, terwijl de Aktionsart een semantische categorie is die tot het gebied van de aspectualtiteit behoort en in beide taalgroepen bestaat. De Russische taal beschikt over een groot aantal Aktionsarten (sposoby (glagol’nogo) dejstvija) die verschillende wijzen van de handeling aanduiden. In het Nederlands wordt ook een gelijksoortige aspectuele categorie onderscheiden die het verloop van de handeling of het proces aanduidt, maar in tegenstelling tot het Russisch wordt de categorie “Aktionsart” in het Nederlands minder uitgebreid gepresenteerd. Bovendien zijn er opvallende verschillen tussen het Russisch en het Nederlands wat betreft de manier waarop de wijze van de handeling wordt uitgedrukt. De engere visie op de Russische Aktionsarten waaraan in dit onderzoek de voorkeur werd gegeven, houdt in dat de Aktionsart een lexicale woordvormingscategorie is die bestaat uit groepen werkwoorden, afgeleid door prefixen en/of suffixen. Afhankelijk van een prefix dat soms in combinatie met een suffix optreedt en dat aan een werkwoord toegevoegd wordt, vindt er een bepaalde betekenismodificatie in het oorspronkelijke werkwoord plaats. In het Nederlands is er echter een bredere visie op de Aktionsart ontwikkeld, waarbij het karakter van het verloop van de handeling of het proces met behulp van diverse middelen kan worden uitgedrukt. Door een vergelijkend onderzoek Russisch-Nederlands uit te voeren wilden we er dieper op ingaan over welke middelen de Nederlandse taal beschikt om sommige Russische Aktionsarten uit te drukken. In de eerste fase van het onderzoek hebben we het onderzoeksveld afgebakend. De kern van het onderzoek werd gevormd uit vier Russische Aktionsarten die heel goed de variëteit van de werkwoordelijke handeling in het Russisch weerspiegelen en zeer productieve woordvormingsmodellen presenteren: de diminutieve Aktionsart (smjagčitel’nyj sposob dejstvija), de inchoatieve Aktionsart (načinatel’nyj sposob dejstvija), de saturatieve Aktionsart (saturativnyj sposob dejstvija) en de completieve Aktionsart (zaveršitel’nyj sposob dejstvija). Voor elk van de uitgekozen Aktionsarten werd er een lijst van Russische werkwoorden opgesteld. Tegelijkertijd werden er ook vijf Russische romans gekozen en de 77 vertalingen van deze romans naar het Nederlands die het materiaal voor het corpusonderzoek moesten opleveren. In de tweede fase van het onderzoek gingen we op zoek naar de werkwoorden uit de opgestelde lijsten in de Russische romans. De aangetroffen zinnen vergeleken we telkens met de Nederlandse vertalingen waarbij alle aandacht werd gevestigd op de vertaling van de Russische werkwoorden die tot één van de uitgekozen Actionsarten behoren. Vervolgens hebben we de verzamelde voorbeelden geclassificeerd naargelang de manieren waarop de uitgekozen Russische Aktionsarten in het Nederlands worden uitgedrukt. Alle vier groepen Aktionsarten werden voorzien van een aparte classificatie met frequentiecijfers. Bij het bestuderen en het classificeren van de voorbeelden hielden we ook rekening met de gevallen waarin de uitgekozen Russische Aktionsarten niet worden uitgedrukt in het Nederlands. Hier valt op te merken dat we veel gevallen zijn tegengekomen die ons aan het twijfelen hebben gebracht. Het bleek namelijk lang niet altijd makkelijk te beslissen of er in een concreet voorbeeld de wijze van de handeling in de Nederlandse vertaling wordt weergegeven en indien wel, welke middelen een rol spelen bij het weergave van de Russische Aktionsart in het Nederlands. Bij de analyse van de voorbeelden wilden we ook aantonen dat de wijzen van handeling niet altijd intensief genoeg in de Nederlandse tekst worden uitgedrukt en dat er ook foutieve vertalingen werden aangetroffen. De diminutieve Aktionsart inclusief twee subtypen, de “langdurige verzachtende wijze van de handeling” en de “onderbroken-verzachtende wijze van de handeling”, werd door een groot aantal werkwoorden en voorbeelden uit de romans in het onderzoek gepresenteerd. Bij de diminutieve Aktionsart hebben we twee basis vertaalstrategieën van lexicale aard onderscheiden: de toevoeging van verschillende “hulp-woordjes” bij de vertaling naar het Nederlands en het gebruik van een Nederlands werkwoord dat semantische overeenkomsten met een Russische diminutieve werkwoord vertoont. In de meeste voorbeelden is de diminutiviteit echter niet in het Nederlands uitgedrukt. De voorbeelden van de inchoatieve Aktionsart vormen het grootste deel van alle aangetroffen voorbeelden. Inchoatieve werkwoorden komen opvallend vaker voor in de Russische taal dan de andere afgeleide werkwoorden, geselecteerd voor het onderzoek. Behalve de dominante positie die de inchoatieve Aktionsart in het taalgebruik heeft, wordt deze Aktionsart ook gekenmerkt door een ruime keuze aan vertaalmogelijkheden die ter beschikking van de vertaler staan bij de vertaling van de Russische inchoatieve werkwoorden naar het Nederlands. In totaal hebben we bij de inchoatieve Actionsart vijf vertaalstrategieën aangetroffen waarvan het gebruik van de constructie [beginnen te + infinitief] de meest voorkomende is. De tweede plaats delen de constructie [gaan + infinitief], constructies met 78 werkwoorden zetten en slaan (“het op X zetten”, [slaan aan het + infinitief]) en verschillende woordcombinaties. De vertaling door middel van een Nederlands werkwoord dat het begin van de handeling aanduidt, is ook van toepassing in sommige gevallen. De meest twijfelachtige vertaalstrategie die ter discussie kan worden gesteld, is de vertaling door middel van een woordcombinatie met werkwoorden worden en raken. In vergelijking met de diminutieve, saturatieve en completieve wijzen van de handeling wordt de inchoativiteit van de Russische werkwoorden in het algemeen vaker uitgedrukt bij de vertaling naar het Nederlands. De saturatieve Aktionsart en de completieve Aktionsart (inclusief het intensiefresultatieve subtype) zijn door een heel klein groep voorbeelden gepresenteerd. Niettemin vertoont zelfs dit beperkte aantal voorbeelden diversiteit aan de middelen waardoor de Russische saturatieve en completieve werkwoorden in het Nederlands worden uitgedrukt. Bij de saturatieve Aktionsart gaat het zowel over lexicale als over syntactische middelen: een woordcombinatie of een vaste uitdrukking, toevoeging van “hulp-woordjes”, vertaling door middel van een Nederlandse werkwoord. De Russische completieve werkwoorden kunnen ook vertaald worden met behulp van syntactische verschuivingen (beschrijvende constructies) in de Nederlandse zin. Bovendien is het ook mogelijk bij de completieve Aktionsart gebruik maken van een morfologisch middel, namelijk, een Russisch completief werkwoord door een Nederlands werkwoord met het voorzetselbijwoord uit te vertalen waardoor het bereiken van de resultaat wordt beklemtoond. Bij de analyse van de aangetroffen voorbeelden wilden we ook benadrukken dat de esthetische voorkeur en de stijl van de vertaler zijn keuze van een vertaalstrategie met betrekking tot het weergave van de Russische Aktionsarten naar het Nederlands in grote mate beïnvloeden. Bovendien moet de vertaler natuurlijk de betekenismodificaties die in de Russische afgeleide werkwoorden plaats vinden, van elkaar kunnen onderscheiden om zo juist mogelijk één of andere wijze van de handeling in het Nederlands weer te geven. Helaas lukt het de vertalers niet altijd de Aktionsarten juist te interpreteren wat tot de vertaalfouten leidt die wij aan het eind van deze scriptie hebben besproken. We hopen te hebben aangetoond dat de Nederlandse taal over een groot aantal lexicale, syntactische en morfologische middelen beschikt om de uitgekozen Russische Aktionsarten uit te drukken. Aanvullend corpusonderzoek waarbij andere typen Aktionsarten zullen worden betrokken, zou natuurlijk meer informatie geven over de manieren waarop men verschillende wijze van de handeling in het Nederlands kan weergeven. Volgens mij zou het ook interessant zijn nader te bestuderen hoe de stilistiek van de tekst beïnvloed wordt bij de 79 vertaling van afgeleide werkwoorden, behorend tot verschillende Aktionsarten, vanuit het Russisch naar het Nederlands. 80 Bibliografie Primaire bronnen Akoenin, B. Turks gambiet: Fandorin, inspecteur. Breda: De Geus, 2001. Vertaald vanuit het Russisch door Arie van der Ent. Akunin, B. Tureckij gambit. Priključenija Ėrasta Fandorina – 2. Moskva: Zacharov, 2000. <generation.feedbooks.com/userbook/5069.pdf> Boelgakov M. A. De meester en Margarita. In: Boelgakov M.A. Verzamelde werken. Deel III. Amsterdam: G.A. van Oorschot, 1997. Vertaald vanuit het Russisch door Marko Fondse en Aai Prins. Bulgakov, M. A. Master i Margarita. Moskva, 1984 (uitgegeven onder de laatste redactie van de auteur). <http://www.bulgakov.ru/pdf/Master-i-Margarita.pdf> Dovlatov, S. De koffer. Amsterdam: M Bondi, 1998. Vertaald vanuit het Russisch door Aai Prins. Dovlatov, S. Čemodan. Sankt-Peterburg: Azbuka-klassika, 2006 <http://lib.aldebaran.ru/author/dovlatov_sergei/dovlatov_sergei_chemodan/> Ilf, I. en Petrov, J. Het gouden kalf. Roman in drie delen. Amsterdam: M Bondi&Galerie Onrust, 1994. Vetaald vanuit het Russisch door Frans Stapert Il’f, I. i Petrov, J. Zolotoj telёnok. Moskva: Russkaja kniga, 1994. <http://fictionbook.ru/author/petrov_evgeniyi/zolotoyi_telenok_polnaya_versiya/> Sjolochow, M. De stille Don I. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2006. Vertaald vanuit het Russisch door S. Van Praag, bewerkt door Jac. Van der Ster. Šolochov, M. Tichij Don. Kniga 1. Moskva: <http://lib.ru/PROZA/SHOLOHOW/tihijdon12.txt> Molodaja gvardija, 1980. Secundaire bronnen Belošapkova, T. V. (2008). Kognitivno-diskursivnoe opisanie kategorii aspectual’nosti v sovremennom russkom jazyke. Avtoreferat dissertacii na soiskanie učënoj stepeni doktora filologičeskich nauk. Moskva. Beschikbaar via <http://oldvak.ed.gov.ru/common/img/uploaded/files/vak/announcements/filolog/Beloshapko vaTV.pdf> Chesterman, A. (2004). Vertaalstrategieën: een classificatie. (Een fragment van het vierde hoofdstuk ‘Translation Strategies’ uit Andrew Chestermans Memes of Translation (1997), vertaald door Ans van Kersbergen). In: Naaijkens, T., Koster, C. Et al. (reds.), Denken over vertalen: tekstboek vertaalwetenschap. Nijmegen: Vantilt, 243-262. 81 Czochralski, J. (1994). Het probleem van het aspect en de aktionsarten in het Nederlands. In Predota, Stanisław (red.) Handelingen regionaal Colloquium Neerlandisticum Wrocław 1993. Wrocław : Wydawnictwo uniwersytetu Wrocławskiego, 75-79. de Haas, W., M. Trommelen (1993). Morfologisch Handboek van het Nederlands. Een overzicht van de woordvorming. ’s-Gravenhage: SDU Uitgevers. Drenjasova, T. N. (1991). K voprosu funkcionirovanija elementov polja aspectual’nosti v niderlandskom jazyke. In: Izvestija Akademii nauk SSSR. Serija literatury i jazyka. Tom 50. Moskva: Nauka, 207-214. Droste, F. G. (1958). Aspecten en aktionsarten in het Nederlandse verbale systeem. In: Michels, L. C., Uit de school van Michels: opstellen aangeboden aan Prof. L. C. Michels bij zijn afscheid als hoogleraar te Nijmegen op 30 mei 1958. Nijmegen: Dekker en van de Vegt, 218-237. de Vooys, C. G. N. (1967). Nederlandse spraakkunst. Groningen: J. B. Wouters (zevende druk). Beschikbaar via <http://www.dbnl.org/tekst/vooy001nede01_01/vooy001nede01_01_0010.php?q=> Gorbov, A. A. (1998). O ponjatii “Sposob dejstvija” i ego otnošenii k aspectual’nosti. In: Jazyk I rečevaja dejatel’nost’, tom I. SPb: izd-vo SpbGU, 41-46. Haeseryn, W., K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij & M.C. van den Toorn (1997). Algemene Nederlandse Spraakkunst. Tweede, geheel herziende druk, 1997. Groningen/Deurne: Martinus Nijhoff uitgevers/Wolters Plantyn. E-versie 1.2. Geconsulteerd via: <http://www.let.ru.nl/ans/e-ans/> Holvoet, A. (1994). De aspectcategorie en het Nederlandse werkwoord. In: Predota, Stanisław (red.) Handelingen regionaal Colloquium Neerlandisticum Wrocław 1993. Wrocław: Wydawnictwo uniwersytetu Wrocławskiego, 131-136. Isačenko, A. V. (1960). Grammatičeskij stroj russkogo jazyka v sopostovlenii s slovackim: morfologija. Tom II. Bratislava : Izdatel'stvo Slovackoj akademii nauk. Kortmann, B. (1991). The triad “tense-aspect-aktionsart”. Problems and possible solutions. In: Carl Vetters en Willy Vandeweghe (reds.). Perspectives on aspect and Aktionsart. Bruxelles : Université de Bruxelles, 9-30. Kotova, Ju. A. (2004). Sposoby dejstvija i osobennosti ich vyraženija v russkom i kitajskom jazykach. In Galiullin, K. P. (red.) Russkaja i sopostavitel’naja filologija: sostojanie i perspectivy: Meždunarodnaja naučnaja konferencija, posvjaščënnaja 200-letiju Kazanskogo universiteta (Kazan’, 4-6 oktjabrja 2004): Trudy i materialy. Kazan’: izd-vo Kazan.un-ta, 115-116. <http://www.ksu.ru/f10/publications/2004/articles_1_1.php?id=4&num=14000000> Langeveld, A. (1986). Vertalen wat er staat. Amsterdam: De Arbeiderspers. Lloyd, A. L. (1979). Anatomy of the Verb: The Gothic Verb as a Model for a Unified Theory of Aspect, Actional Typen and Verbal Velocity. Studies in Language Companion Series, 4. Amsterdam: John Benjamins B.V. Beschikbaar via 82 <http://books.google.be/books?id=J3PUgi6ByPoC&printsec=frontcover&dq=L.+Lloyd&hl=r u&sa=X&ei=N_imT4C7L8abOv2e0KcD&ved=0CDwQ6AEwAg#v=onepage&q=L.%20Llo yd&f=false> Mlynarczyk, A. (2004). Aspectual Pairing in Polish. Proefschrift. Utrecht: LOT. <http://www.lotpublications.nl/index3.html>, laatste raadpleging 15. 05. 2012 Rachmankulova, I-Ė. S. (2004). K voprosu o teorii aspectual’nosti. In Voprosy jazykoznanija, nr.1. Moskva: Nauka, 3-28. Beschikbaar via <http://files.istorichka.ru/FTP/Periodika/Voprosy_Jazykoznanija/2004/2004_1.pdf> Shannon, T. F. (1989). Perfect auxiliary variation as a function of Aktionsart and Transitivity and. In: Joseph Emonds (red.) et al., Proceedings from the Western Conference on Linguistics. WECOL 88. Vol. 1. Department of Linguistics: California State University, Fresno, 254–266. Šeljakin, M. A. (1983). Kategorija vida i sposoby dejstvija Russkogo glagola (teoretičeskije osnovy).Tallin: Valgus. Šeljakin, M. A. (1982). Ob aspektual’nom ponumanii sposoba, charaktera i tipa glagol’nogo dejstvija. In: Semantika aspektual’nosti v russkom jazyke. Voprosy russkoj aspektologii (Sbornik statej). Tartu: Tart.gos.un-t, 21-28. Švedova, N. Yu. et. al. (reds.) (1970). Grammatica sovremennogo russkogo literaturnogo jazyka. Moskva: Nauka. Švedova, N. Yu. et. al. (reds.) (1980). Russkaja Grammatica. Tom I. Akademija nauk SSSR. Moskva: Nauka. Toury, G. (1979). Literatuur in vertaling – systeem en norm: voor een doeltekstgerichte aanpak van de literaire vertaling. In: Lefevere A., Vanderauwera (reds.), Vertaalwetenschap: literatuur, wetenschap, vertaling en vertalen. Leuven: Acco, 32-52. Vandeweghe, W. (2004). Grammatica van de Nederlandse zin. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. van Leuven-Zwart, K. (1987). Stand van zaken op het gebied van de vertaalbeschrijving met behulp van het model ‘vertaling en origineel’. In: Raymond van der Broek (red.), Literatuur van elders: over het vertalen en de studie van vertaalde literatuur in het Nederlands. Leuven/Amersfoort: Acco, 119-127. van Wijk, N. (1928). ‘“Aspect” en “Aktionsart”.’ In: De Nieuwe Taalgids 22, 225-239. Beschikbaar via <http://www.dbnl.org/tekst/wijk002aspe01_01/wijk002aspe01_01_0001.php> Zaliznjak A. A. (z.j.). Vid. In: de Online encyclopedie Krugosvet, <http://www.krugosvet.ru/enc/gumanitarnye_nauki/lingvistika/VID.html>, laatste raagpleging 19. 05. 2012. Zaliznjak A. A. (z.j.). Sposob dejstvija. In: Online encyclopedie Krugosvet <http://www.krugosvet.ru/enc/gumanitarnye_nauki/lingvistika/SPOSOB_DESTVIYA.html?p age=0,0>, laatste raagpleging 19. 05. 2012. 83 Woordenboeken Balachonova, L. I. et al. (reds.) (2008). Bol’šoj Akademičeskij Slovar’ (BAS), deel 11. Moskva: Nauka. Colleman, T., Defrancq, B., Devos, F., Noël, D. Contrastive Verb Valency Dictionary (CVVD) <http://www.contragram.ugent.be/cvvd/cvvd.htm> Kuznecov S. A. et. al. (reds.) (1998). Bol’šoj tolkovyj slovar’ russkogo jazyka. SPb: Norint. Martin, W. en Smedts, W. et al. (reds.) (2009). Prisma Handwoordenboek Nederlands: met onderscheid tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands. Houten: Het Spectrum. Van Dale Online woordenboek <http://www.vandale.nl/> Geraadpleegde websites http://www.dissercat.com/content/sredstva-reprezentatsii-nachinatelnogo-i-smyagchitelnogosposobov-deistviya-v-nemetskom-yazy Website met verwijzing naar de dissertatie van Gaškova M. G. (2003), geraadpleegd 8.05.2012. http://wals.info/supplement/7 geraadpleegd 8.05.2012. The World Atlas of Language structures (WALS), http://www.hum.uva.nl/aclc/csva.cfm The Amsterdam Center for Language and Communication (ACLC) onderzoeksgroep Comparative Slavic Verbal Aspect (CSVA), laatste raadpleging 22.05.2012. 84 Bijlagen Lijsten van werkwoorden per Aktionsart die in het onderzoek werden gebruikt: Tabellen 1a, 1b: Diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) Tabel 2: Inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija) Tabel 3: Completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) Tabel 4: Saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija) 85 TABEL 1a Diminutieve wijze van de handeling (smjagčitel’nyj sposob dejstvija) werkwoorden die regelmatig in de taal voorkomen en neutraal klinken occasionele werkwoorden sporadisch worden gebruikt 1. поразвлечь (porazvleč’) 1. поотлежаться (pootležat’sja) 2. поразвлечься (porazvleč’sja) 2. пообождать (pooboždat’) 3. попугать (popygat’) 3. попросохнуть (poprosochnut’) 4. попортить (poportit’) 4. пообсохнуть (poobsochnut’) 5. поприжать (poprižat’) 5. подзолотить (podzolotit’) 6. пораздумать (porazdumat’) 6. подзахмелеть (podzachmelet’) 7. поуспокоиться (pouspokoit’sja) 7. поднагнуться (podnagnut’sja) 8. порассказать (porasskazat’) 8.подрассеяться (podrassejat’sja) 9. поразмыслить (porazmyslit’) 9. подзарости (podzarosti) 10. попривыкнуть (poprivyknut’) 10.приулечься (priuleč’sja) 11. поотвыкнуть (pootvyknut’) 11.приумять (priumjat’) 12. попридержать (popriderzat’) 12.примеркнуть (primerknut’) 13. поразмяться (porazmat’sja) 13.повыварить (povyvarit’) 14. поднажать (podnažat’) 14.повыкачать (povykačat’) 15. принажать (prinažat’) 15.поприжечь (poprižeč’) 16. подрасти (podrasti) 16.повыкрасить (povykrasit’) 17. подтаять (podtajat’) 17.пообогреть (poobogret’) 18. подзакусить (podzakusit’) 18.поотбавить (pootbavit’) 19. подсесть (podsest’) 19.поотмыть (pootmyt’) 20. подкрасить (podkrasit’) 20.поутратить (poutratit’) 21. подклеить (podkleit’) 21.поугомониться (pougomonit’sja) 22. подбодрить (podbodrit’) 22.поустареть (poustaret’) 23. подсократить (podsokratit’) 24. поднадоесть (podnadoest’) 25. поднакопить (podnakopit’) 26. подвыпить (podvypit’) 27. приналечь (prinaleč’) 28. приуныть (priunyt’) 29. приостановить (priostanovit’) die 30. притушить (pritušit’) 31. притухнуть (prituchnut’) 32. припудрить (pripudrit’) 33. приглушить (priglušit’) 34. притормозить (pritormozit’) 35. прилечь (prileč’) 36. присесть (prisest’) 37. привстать (privstat’) 38. привять (privjat’) 39. приспустить (prispustit’) 40. приподнять (pripodnjat’) 41. приукрасить (priukrasit’) 42. приутихнуть (priutichnut’) 43. подзабыть (podzabyt’) 44. приотворить (priotvorit’) 45. приоткрыть (priotkryt’) 46. приподняться (pripodnjat’sja) 47. приостановиться (priostanovit’sja) 48. подкрашивать (podkrašivat’) 49. приврать (privrat’) 50. подтачивать (podtačivat’) TABEL 1b Het eerste subtype van diminutieve wijze van de handeling (preryvisto-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) 1. побаливать (pobalivat’) 2. покуривать (pokurivat’) 3. покашливать (pokašlivat’) 4. похаживать (pochaživat’) 5. посвистывать (posvistyvat’) 6. поговаривать (pogovarivat’) 7. посматривать (posmatrivat’) 8. поглядывать (pogljadyvat’) 9. пошучивать (pošučivat’) 10. похваливать (pochvalivat’) 11. попивать (popivat’) 12. потирать (potirat’) 13. помахивать (pomachivat’) 14. похлопывать (pochlopyvat’) 15. пощипывать (poščipyvat’) 16. пописывать (popisuvat’) 17. пошаливать (pošalivat’) 18. поколачивать (pokolačivat’) 19. поблёскивать (poblëskivat’) 20. посапывать (posapyvat’) 21. покачивать (pokačivat’) 22. покачиваться (pokačivat’sja) 23. потряхивать (potrjachivat’) 24. подрагивать (podragivat’) 25. покрикивать (pokrikivat’) Het tweede subtype van diminutieve wijze van de handeling (dlitel’no-smjagčitel’nyj sposob dejstvija) 1. насвистывать (nasvistyvat’) 2. напевать (napevat’) 3. накрапывать (nakrapyvat’) 4. полёживать (polëživat’) 5. помалкивать (pomalkivat’) 6. припахивать (pripachivat’) 7. приторговывать (pritorgovyvat’) 8. прихварывать (prichvaryvat’) 9. прихрамывать (prichramyvat’) 10. подшучивать (podšuchivat’) 11. поддразнивать (poddraznivat’) 12. подворовывать (podvorovyvat’) 13. подсмеиваться (podsmeivat’sja) TABEL 2 Inchoatieve wijze van de handeling (načinatel’nyj sposob dejstvija) Werkwoorden die verschillende geluiden en auditieve verschijnselen weergeven + werkwoorden van communicatie 1. зааплодировать (zaaplodirotvat’) 2. заахать (zaachat’) 3. забренчать (zabrenčat’) 4. заворчать (zavorčat’) 5. завыть (zavyt’) 6. загромыхать (zagromychat’) 7. загрохотать (zagrochotat’) 8. загудеть (zagudet’) 9. зажужжать (zažužžat’) 10. заколотиться (zakolotit’sja) 11. закричать (zakričat’) 12. застучать (zastučat’) 13. зашуметь (zašumet’) 14. зазвенеть (zazvenet’) 15. замяукать (zamjaukat’) 16. залаять (zalajat’) 17. заохать (zaochat’) 18. заорать (zaorat’) 19. запеть (zapet’) 20. запищать (zapiščat’) 21. заплакать (zaplakat’) 22. зареветь (zarevet’) 23. зарычать (zaryčat’) 24. заскрежетать (zaskrežetat’) 25. засвистеть (zasvistet’) 26. забормотать (zabormotat’) 27. зашептать (zašeptat’) 28. завизжать (zavizžat’) 29. завопить (zavopit’) 30. заговорить (zagovorit’) 31. заиграть (zaigrat’) 32. закашлять (zakašljat’) 33. захрапеть (zachrapet’) 34. забарабанить (zabarabanit’) 35. захлопать (zachlopat’) 36. захлопотать (zachlopotat’) 37. зашуршать (zašuršat’) 38. затрещать (zatreščat’) 39. засмеяться (zasmejat’sja) 40. захохотать (zachochotat’) 41. зашикать (zašikat’) 42. защёлкать (zaščёlkat’) 43. зашептаться (zašeptat’sja) 44. задребезжать (zadrebezžat’) 45. заулюлюкать (zauljuljukat’) 46. зашмыгать (zašmygat’) Twee werkwoorden van waarneming (die met de reukzin te maken hebben) 47. завонять (zavonjat’) 48. запахнуть (zapachnyt’) Werkwoorden die verschijnselen uitdrukken die men visueel kan waarnemen 49. забелеть (zabelet’) 50. замелькать (zamel’kat’) 51. засиять (zasijat’) 52. заблистать (zablistat’) 53. зазеленеть (zazelenet’) Werkwoorden die niet vallen onder de bovengenoemde groepen 54. заволноваться (zavolnovat’sja) 55. засомневаться (zasomnevat’sja) 56. закапризничать (zakaprizničat’) 57. заскучать (zaskučat’) 58. заважничать (zavažničat’) 59. завилять (zaviljat’) 60. заёрзать (zaёrzat’) 61. засуетиться (zasuetit’sja) 62. задёргать (zadёrgat’) 63. задвигаться (zadvigat’sja) 64. заметаться (zametat’sja) 65. закивать (zakivat’) 66. запить (zapit’) 67. заработать (zarabotat’) 68. зажить (zažit’) 69. закапать (zakapat’) 70. заморосить (zamorosit’) 71. замигать (zamigat’) 72. заковылять (zakovyljat’) 73. закружить (zakružit’) 74. заплясать (zapljasat’) 75. затанцевать (zatancevat’) 76. задышать (zadyšat’) 77. затосковать (zatoskovat’) 78. захромать (zachromat’) 79. задёргаться (zadёrgat’sja) 80. задвигать (zadvigat’) 81. затрястить (zatrjastis’) 82. заулыбаться (zaulybat’sja) 83. загримасничать (zagrimasničat’) 84. закружиться (zakružit’sja) 85. закачаться (zakačat’sja) Werkwoorden van beweging 86. заходить (zachodit’) 87. забегать (zabegat’) 88. зашагать (zašagat’) 89. запрыгать (zaprygat’) 90. залетать (zaletat’) TABEL 3 Completieve wijze van de handeling (zaveršitel’nyj sposob dejstvija) 1. доесть (doest’) 2. докурить (dokurit’) 3. дожарить (dozharit’) 4. додумать (dodumat’) 5. дочитать (dočitat’) 6. догулять (doguljat’) 7. допеть (dopet’) 8. дополучить (dopolučit’) 9. докупить (dokupit’) 10. дооборудовать (dooborudovat’) 11. доиграть (doigrat’) 12. дописать (dopisat’) 13. досчитать (dosčitat’) 14. добежать (dobežat’) 15. досказать (doskazat’) 16. досмотреть (dosmotret’) 17. дожить (dožit’) 18. додуматься (dodumat’sja) 19. доиграться (doigrat’sja) 20. дошпиониться (došpionit’sja) TABEL 4 Saturatieve wijze van de handeling (saturativnyj sposob dejstvija) 1. набегаться (nabegat’sja) 2. нагуляться (naguljat’sja) 3. накататься (nakatat’sja) 4. накупаться (nakupat’sja) 5. наесться (naest’sja) 6. накушаться (nakušat’sja) 7. напиться (napit’sja) 8. накуриться (nakurit’sja) 9. начитаться (načitat’sja) 10. надивиться (nadivit’sja) 11. насмотреться (nasmotret’sja) 12. наслушаться (naslušat’sja) 13. насмеяться (nasmejat’sja) 14. наплакаться (naplakat’sja) 15. набаловаться (nabalovat’sja) 16. наглядеться (nagljadet’sja) 17. накричаться (nakričat’sja) 18. намаяться (namajat’sja) 19. наохаться (naochat’sja) 20. наплясаться (napljasat’sja) 21. насидеться (nasodet’sja) 22. натрудиться (natrudit’sja) 23. натаскаться (nataskat’sja) 24. нахвастаться (nachvastat’sja) 25. нахвалиться (nachvalit’sja) 26. находиться (nachodit’sja) 27. нацеловаться (nacelovat’sja) 28. нашептаться (našeptat’sja) 29. нашутиться (našutit’sja) 30. нарезаться (прост.) (narezat’sja (volks.)) 31. надраться (прост.) (nadrat’sja (volks.)) 32. нализаться (прост.) (nalizat’sja (volks.)) 33. напитаться (napitat’sja) 34. напихиваться (прост.) (napichivat’sja (volks.))