Beslishulp beter in het voorspellen van uitkomst behandeling Als artsen een voorspelling moeten doen over het resultaat van één of andere behandeling, scoren ze in het algemeen slechter dan wat kan bereikt worden met behulp van een voorspellingsmodel. Statistisch analiste Cary Oberije (MAASTRO clinic, Universiteit Maastricht) ontwierp een aantal nieuwe modellen als hulpmiddel bij de behandeling van longkankerpatiënten. "Doordat zowel de hoeveelheid informatie omtrent de patiënt en de kenmerken van de tumor, als het aantal beschikbare behandelingen en behandelcombinaties in de toekomst enorm zal toenemen, is het voor artsen bijna onmogelijk om alle informatie te gebruiken om de optimale behandeling voor een specifieke patiënt te kiezen", zo somt Oberije het op. Een voorspellingsmodel is daarom handig om heel wat meer parameters tegelijktertijd in ogenschouw te nemen. Bovendien is zo'n een model niet vatbaar voor een aantal menselijke fouten in het maken van diagnostische en behandelkeuzes. De ontwikkeling van gecomputeriseerde beslishulpen zoals ze ook worden genoemd, staat nog in de kinderschoenen. Maar de modellen die reeds ontwikkeld zijn, kunnen bogen op een groeiende interesse vanuit de praktijk. Sites om de risico's en voordelen van een adjuvante therapie te bekijken bij kanker als www.predictcancer.org, www.adjuvantonline.com en de oncologische predictie-hulpmiddelen van het Memorial Sloan-Kettering Cancer Center (http://www.mskcc.org/mskcc/html/5794.cfm), worden dagelijks vele malen geraadpleegd. Maar waarom is het voorspellen van het resultaat van een behandeling (outcome) zo belangrijk? Opnemen individuele kenmerken De hoofdreden daarvan is dat patiënten heel verschillend kunnen reageren op een behandeling zodat heel wat tijd en geld zou kunnen worden uitgespaard indien geweten is met welke behandeling de individuele patiënt het beste spoort. Regio's binnenin een tumor kunnen bijvoorbeeld erg heterogeen zijn. Bij bestraling gebeurt het al eens dat een tumordeel 'geneest' terwijl andere delen niet veranderen en daarom een hogere stralingsdosis of bijkomende medicatie zullen vragen. Om intratumorale heterogeniteit optimaal te controleren, zijn multi-level voorspelmodellen essentieel om zowel patiënt-, tumor- en behandelkarakteristieken, zowel als eigenschappen van afwijkende, dikwijls hypoxische tumorregio's in rekenschap te kunnen brengen. Momenteel worden algemene richtlijnen in de oncologie opgesteld uitgaande van patiëntengroepen waarbij vooral wordt gekeken naar de tumorstagering en de fysische conditie van de patiënt. Wat in sommige gevallen leidt tot overbehandeling of een inadequate therapie. Een beslishulp, dikwijls een algoritme of nomogram, heeft het voordeel dat het naast het integreren van een eenvoudige cut-off waarde waarbij een bloedtest als abnormaal moet worden gezien, ook een veel complexere hoeveelheid factoren met elkaar kan verbinden. Cary Oberije hield zich in haar proefschrift bezig met de ontwikkeling van een aantal predictie-modellen bij patiënten met longkanker. De uiteindelijke tool is eerder bedoeld om het beslissingsproces van de arts bij te staan dan dat het daarvoor in de plaats komt. Statistische kristallen bol Na haar onderzoek concludeerde Oberije ondermeer dat bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom die radiotherapeutisch behandeld worden, haar model er beduidend beter in slaagt om de overleving te voorspellen dan het klassieke model dat uitgaat van tumorstagering gecombineerd met klinische factoren. Het nieuwe model is gebaseerd op aantal positieve lymfeklierstations zoals vastgesteld met FDG-PET (PET waarbij de toediening van fluorodeoxyglucose het glucosemetabolisme toont dat in tumoren meestal verhoogd is) en tumorvolume gecombineerd met klinische factoren. Vervolgens ontwikkelde Oberije een performant nomogram uitgaande van deze resultaten waar ook informatie kan toegevoegd worden uit onderzoek naar de eiwitspiegels in de bloedstroom. Verder stelde de auteur in deze patiëntengroep vast dat nicotinegebruik een betere voorspeller is van bestralingsgerelateerde kortademigheid dan de kenmerken van de bestralingsbehandeling. Ook kan beter rekening gehouden worden met leeftijd, geslacht, gemiddelde en maximale bestralingsdosis op de slokdarm, het gebruik van chemotherapie en de duur van de bestralingsbehandeling wil de behandelend arts een idee krijgen van mogelijke slikklachten na bestraling. Oberijes model scoorde overigens systematisch beter in vergelijking met het voorspellend vermogen van de artsen. Alle modellen van Oberije zijn te gebruiken, samen met nog een aantal andere, op de website van de MAASTRO clinic via http://www.predictcancer.org ‘Predicting outcome for lung cancer patients: towards individualized treatment in Radiotherapy’, Cary Oberije, ISBN 978-94-6159-013-8, februari 2011.