Christus en de machten

advertisement
Christus en de machten - eerste lezing - 1
“Christus en de machten”
Gemeente, er is in 2012 een boek verschenen met de titel “De macht van Facebook”. De
internetjounalist Olsthoorn beschrijft hierin hoe het sociale netwerk “Facebook” door het
gebruik van slimme technologie zo veel mogelijk gegevens over zijn gebruikers wil
verzamelen. Met die data slaagt het bedrijf erin via advertenties steeds meer op maat
gesneden reclame aan de mensen voor te schotelen.
Olsthoorn stelt dat het een illusie is om te denken dat Facebook gratis is: gebruikers betalen
wel degelijk, namelijk met hun privacy. Vandaar de titel van zijn boek: mensen komen
onder de macht van “Facebook”. Tegelijk heeft het boek een eigenaardige ondertitel:
“Theo, ben je dood of zo?”. Het verwijst naar een 63 jarige Groninger die 7 weken dood
achter zijn computer zit. Niet zijn familie of buren, maar zijn 300 vrienden op Facebook
begonnen hem te missen. Oppervlakkig bekeken, lijkt hier de macht van Faceboek een
positieve kant te hebben. Toch eindigt een boekbespreking van het boek m.i. terecht als
volgt: “Zolang wij, de gebruikers, onszelf vrijwillig overleveren, accepteren wij kennelijk, dat
de macht van Facebook alleen maar groter wordt”.
Met dit voorbeeld wil ik u iets van de actualiteit van ons onderwerp ‘Christus en de
machten’ laten zien. Nu ga ik op het onderwerp zelf in en daarvoor zijn twee begrippen van
groot belang, namelijk het begrip “( scheppings-) ordeningen” en het begrip “machten”.
 Het begrip ‘(scheppings-)ordeningen’
Allereerst het begrip ‘(scheppings-) ordeningen’. Wat zijn dit? U moet hierbij denken aan
een bepaalde orde die de HEERE in Zijn wijsheid (door Zijn Zoon) in Zijn schepping heeft
gelegd. Het gaat dan om bepaalde ordeningen, structuren en constante wetten, waarmee
de HEERE Zijn schepping beveiligt tegen chaos en ontwrichting. Deze vaste structuren
vormen a.h.w. een dragende constructie waarmee de Heere het leven van Zijn schepselen
wil ondersteunen, beschermen en laten open bloeien. Deze ordeningen of vaste structuren
zijn dus goed en geschapen tot ons nut. U kunt allereerst denken aan de levens-, of
cultuuropdracht van de mens: hij moet als Gods onderkoning de aarde beheren, regeren en
ontwikkelen naar de wil van zijn Schepper en Koning. Een andere ordening waar u aan kunt
denken is de man/ vrouw verhouding en aan de instelling van het huwelijk (Gen. 2: 18 en
24). In de derde plaats noem ik u het door God vanaf de schepping ingestelde levensritme:
zes werkdagen en één rustdag.
Ook na de zondeval blijven deze ordeningen, structuren en instellingen ons leven en
samenleven als een ‘bedijking’ tegen een totale chaos en ontwrichting beveiligen. In het
N.T. vraagt de HEERE van ons om deze ordeningen en instellingen van Hem in gemeenschap
met onze HEERE Jezus en in afhankelijkheid van Hem te houden en te eerbiedigen. Wie
deze orde van God niet respecteert of buiten Christus om wil handhaven, zal ontdekken dat
Christus en de machten - eerste lezing - 2
hij dit niet ongestraft kan doen. Hij zal de vreselijke gevolgen van zijn ongehoorzaamheid en
respectloosheid geconfronteerd worden. Maar wie ze houdt, in de HEERE, wordt
gezegend!
 Het begrip ‘machten’
Het tweede begrip dat van belang is, is het begrip ‘machten’. Het begrip “macht” heeft in
de Bijbel een dubbele betekenis. Aan de ene kant wijst het erop dat iets of iemand het
vermogen heeft om te handelen, hij kán handelen. Anderzijds kan het ook wijzen dat iets of
iemand de bevoegdheid of het gezag om te handelen heeft, hij mág handelen. Als
voorbeeld kunt u denken aan een moeder die een les op school bijwoont. Bij een
ordeprobleem heeft zij misschien het vermogen handelend op te treden, maar ze heeft niet
de bevoegdheid daartoe. De juf heeft die ‘macht’ – die bevoegdheid – wel, omdat die aan
haar verleend is, al kan het zijn dat zij dit niet zo goed kan.
Alleen God heeft álle macht: Hij kan en mag handelen. Maar nu heeft Hij ook aan hemelse
en aardse machten de bevoegdheid om te handelen gegeven. Er is dan dus altijd sprake van
een afgeleid of verleend gezag.
1) Bij die hemelse “machten” moet u enerzijds denken aan goede geesten, d.i. aan de
goede engelen van wie de Zoon van God, onze Heere Jezus Christus, het Hoofd is.
Anderzijds zijn daar ook boze machten. Dat zijn de boze geesten of demonen van wie de
vorst van de duisternis, d.i. dé boze het hoofd is. Omdat deze geesten hun verblijfplaats
en operatiecentrum in de lucht hebben, spreekt Paulus in Efeze 6 over “de geestelijke
boosheden in de lucht”.
2) Maar in de Schrift wordt het woord “macht” ook gebruikt voor het door God gegeven
‘gezag’ en de gezagsdragers. (Romeinen 13: 1,2). Door middel van deze aardse gezagsstructuren beoogt Gód het leven op aarde volgens Zijn orde te laten verlopen, te laten
functioneren en zó te laten opbloeien als Hij het bedoeld heeft. U kunt dan denken aan
het huwelijk, de rechtsspraak, het organisme van het gezin of van de staat.
En nu is het heel belangrijk dat we leren zien dat er een verband is tussen die hemelse en
aardse machten! Wat is het geval? De aardse structuren en machten worden beïnvloed,
aangestuurd, gebruikt én beheerst door zowel die goed als die boze hemelse machten. Grof
geschetst zou ik kunnen zeggen dat Christus, Zijn Geest en Zijn goede engelen de aardse
machten gebruiken ons ten goede! De structuren, ordeningen én de machten laat Hij
functioneren als een soort bedijking van God tegen de chaos, tegen de ontwrichting van de
schepping, de maatschappij, het gezin en de kerk. Maar, en dat is de grote tegenstelling,
wanneer deze aardse structuren en ‘machten’ aangestuurd worden door de boze en zijn
demonen, dan keren die structuren en machten zich juist tegen ons, ons ten kwade. Dan
worden die goede structuren en machten van binnenuit aangetast en gebruikt tot
ontwrichting, tot chaotisering en vernietiging van de schepping, de maatschappij en de
gemeente van Christus.
Christus en de machten - eerste lezing - 3
 Machten en structuren beheerst door Christus
Kijken we nu eerst naar de aardse machten en structuren als zij door Christus en Zijn goede
hemelse machten worden aangestuurd. Zoals gezegd heeft God heeft de aardse machten
en structuren als dragende constructies door Zijn Woord, d.i. door Zijn Zoon, geschapen. Bij
deze zgn. schepping was ook de Heilige Geest zeer actief betrokken. Hij zweefde over de
wateren, over de afgrond of oervloed. En wel zó, dat er kracht, leven, orde en versiering op
het geschapene van Hem uitging. Ds. G. Boer zegt in zijn boek “Ik ben de Alpha”: “Deze
Geest legt allerlei verbanden, ordeningen, wetmatigheden, verbindingen en krachten in het
geschapene”. Even later noemt Boer de Geest de ‘Versierder van al Gods werken’. Zo
onderhoudt de Geest van God het verband tussen God en het geschapene, tussen de
zienlijke en onzienlijke dingen.
Maar niet alleen de Heilige Geest, ook de goede engelen waren bij de schepping betrokken.
In Job 38 lezen wij dat de engelen van God juichend hebben toegezien hoe God de aarde
grondvestte en ordende. Ook worden de goede engelen in de Schrift wijsheid, dat wil
zeggen inzicht in de ordeningen van God toegedicht. Door dat inzicht genieten ze van de
ordeningen in Gods schepping. Tenslotte blijkt uit het N.T. dat de engelen ook een
bijzondere belangstelling hebben voor Gods orde in de eredienst. Ze hechten er
bijvoorbeeld aan dat de geestelijke orde van God de Heilige Geest in de verhouding man/
vrouw wordt gehandhaafd. Het lijkt mij dan ook volledig bijbels dat in de Joodse traditie de
goede engelen worden gezien als hoeders en beschermers van de door God bij de
schepping en herschepping gestelde ordeningen.
Wanneer we dit alles op u laat inwerken, begrijpt u hopelijk waarom ik in het begin zei dat
als christenen binnen de aardse structuren van de Heilige Geest leven (met de engelen als
hun bewaarders en beschermers), deze structuren en de machten functioneren als een
soort goede bedijking van de HEERE tegen de chaos en de ontwrichting van schepping,
maatschappij, gezin en kerk. Dan ligt er een glans van vrede en vreugde over ons leven en
samenleven.
 Machten beheerst door de boze en zijn demonen
Maar nu die andere waarheid: wanneer zowel de goede aardse structuren en ‘machten’
als de mensen die deze structuren en machten aansturen en daarbinnen leven, beheerst
worden door de boze en zijn demonen, dan keren zich die structuren en machten juist
tegen ons, ons ten kwade. Aangrijpend is het dat dan die structuren en machten van
binnenuit worden aangetast en gebruikt tot ontwrichting, tot chaotisering en vernietiging
van de schepping, de maatschappij en de gemeente van Christus.
Ik wil het u duidelijk maken met twee voorbeelden, namelijk aan de hand van de macht van
de overheid en de ordening van het huwelijk:
o De apostel Paulus geeft ons in Romeinen 13 een ‘geestelijke’ visie op de “macht” van
de overheid. Het gezag van zo’n overheid functioneert ons ten goede, als een bedijking
tegen chaos en ontwrichting van de samenleving. Maar als de boze met zijn boze geesten
Christus en de machten - eerste lezing - 4
de overheid gaat regeren en beheersen dan worden die structuur en de samenleving waar
zij gezag over heeft, van binnenuit aangetast en ontwricht. En dan gaat zo’n macht als
‘tiran’ over ons heersen en raken we vervreemd van God en Zijn goede ordeningen.
o Hetzelfde kunnen we zeggen van het huwelijk. Christus geeft in de brieven van Paulus
en Petrus door Zijn Geest duidelijk de goede structuren voor het huwelijk en gezinsleven
aan ons. Tot bescherming van man en vrouw en als een zegenrijke regulering van de
verhouding tussen ouders en kinderen, dus ons ten goed! Maar als de boze met zijn boze
geesten deze structuur én de mensen die daarbinnen leven, gaat beheersen dan wordt het
huwelijk en de gezinnen van binnenuit aangetast en ontwricht. De vele echtscheidingen, de
angst en onzekerheid van vele jongeren uit gebroken gezinnen, ’t ongehuwd samenwonen
en het homohuwelijk zijn m.i. uitingen van deze ontwrichting en chaotisering van het
(samen)leven, dat de boze met zijn demonen en menselijke handlangers continu beoogt.
Dit laatste gebeurt trouwens ook, wanneer wij de ordeningen van de HEERE buiten de
gemeenschap met Christus om proberen te houden of zonder Hem aan de door God boven
ons gestelde ‘machten’ proberen gehoorzaam te zijn. Het kan alleen vanuit Christus! Hij
zegt immers: “zonder Mij kunt u niets doen”.
 Jezus ontmaskert en bestrijdt de (boze) machten
Naast het feit dat onze HEERE Jezus door Zijn Geest de goede aardse structuren en
ordeningen “schept” en Zijn gemeente hierin doet leven, kan Zijn ambt vooral getypeerd
worden als een ontmaskering van en (geestelijke) strijd tegen de (boze) machten. (zie Matt.
4; Marcus 1: 21-28; Marcus 3: 20-35 en Marcus 5: 1-20). De apostel Johannes zegt het zó:
“Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken (ons er
bevrijdend uit losmaken) zou”. (1 Joh. 3:8b) Ik wil u d.m.v. enkele geschiedenissen laten
zien, hoe onze HEERE tegen de boze machten gestreden heeft, die ontmaskerd en
overwonnen heeft.
Allereerst noem ik de geschiedenis van de verzoeking in de woestijn, Matt. 4: 1-11 en
Marcus 1:12-13. Jezus wordt na Zijn doop terstond door de Geest weggeleid (Marcus zegt
letterlijk: wordt uitgewezen, en verdreven) naar de woestijn. Om daar verzocht of op de
proef gesteld te worden door de duivel (de satan). Hij had, na 40 dagen en nachten gevast
te hebben, honger. Dan verleidt de satan Hem om in eigen kracht in brood d.i. in Zijn
levensonderhoud te voorzien, dus zonder Zijn God en Vader. Maar Jezus weigert en belijdt
dat de mens niet van brood alleen leeft, maar dat hij leeft van het Woord, dat uit de mond
van God komt. Hij volhardt dus in afhankelijkheid. Daarna verzoekt de boze Hem om van
het hoogste gedeelte van de tempel af te springen om zo God voor het “karretje” van
eigen succes te spannen. Maar Jezus wil Zijn Vader en het Woord van Zijn Vader niet
misbruiken. Hij wil in onze plaats slechts volmaakt de wil van Zijn Vader doen. Dat wordt
ook uit de 3e verzoeking zeer duidelijk. Jezus wordt verleid om als Koning de heerschappij
over deze wereld uit de hand van satan te ontvangen. Hij hoeft Zichzelf dan niet in
Christus en de machten - eerste lezing - 5
dienende liefde tot het uiterste aan het kruis in de dood te geven. Eén knieval voor de
duivel was voldoende. Maar Jezus heeft van harte “nee” gezegd. De HEERE, uw God zult u
aanbidden, en Hem alleen dienen!
Zo is onze HEERE Zijn Vader gehoorzaam gebleven. Twee dingen vallen op: Jezus blijft in ’t
Woord van en in de liefde tot Zijn Vader. De duivel moest Hem voorlopig laten gaan, en de
goede engelen dienen Hem en zorgen voor Hem in de woestijn.
Maar de strijd gaat voort. Een volgende geschiedenis brengt ons in de synagoge van
Kapernaüm (Marcus 1:21-28) waar ten gevolge van Jezus’ gezaghebbend spreken een
onreine geest in actie komt. Deze roept: ‘Wat hebben wij hier in Kapernaüm met U (te
maken)?’ Hoort u trouwens hoe deze boze geest het volk van God in de synagoge voor
zichzelf claimt? Een tijd later verwijten de Schriftgeleerden uit Jeruzalem Jezus dat Hij
bezeten is door Beëlzebul: ‘U drijft door de aanvoerder van de boze geesten de demonen
uit.’ (Marc. 3:20-25) Wat antwoordt Jezus? Dat Hij door de Geest van God de demonen
uitdrijft en dat daarmee het Koninkrijk of het Koningschap van God bevrijdend bij hen is
gekomen.
Maar let u op: de strijd van Jezus tegen de Schriftgeleerden gaat verder dan alleen Zijn
verweer tegen hun verwijt dat Hij bij Beëlzebul hoort. Jezus ontmaskert vooral ook hun
godsdienstige machtsdrift, waarin voor de heerschappij van Hem en Zijn Vader geen plaats
is. Zij heersen, zegt Jezus, met hun Schriftgeleerdheid over het volk van Hem, van God.
Maar ze laten het belangrijkste – ja, zelfs de kern – van de Schrift na: de erkenning van
Hem als hun Koning, de liefde en het recht doen aan hun naaste, de barmhartigheid en de
trouw jegens “de zwakken”.
Als laatste zou ik willen noemen dat Jezus ook de confrontatie aangaat met ’t handhaven
van het alom geroemde Romeinse recht. De Joodse leiders manipuleren de rechter Pilatus.
Wanneer hij Jezus niet veroordeelt, zullen ze hem aanklagen bij de keizer. Hij zal z’n macht,
z’n positie verliezen. Vier maal stelt Pilatus de onschuld van Jezus vast. En toch wordt Jezus
door Pilatus gegeseld en ter dood veroordeeld.
In deze kort schets ziet u hoe onze HEERE Jezus zowel rechtstreeks als via aardse machten
in confrontatie komt met de duivel en zijn boze geesten. Het zijn de aardse machten die
onder invloed van en in samenspel met de duivel en zijn boze geesten over het volk van
God wilden heersen en die daarom de mensgeworden Zoon van God frontaal aanvielen.
Maar onze HEERE Jezus heeft deze machten aan het kruis ontmaskerd, hen in het openbaar
tentoongesteld en hen overwonnen! Hoe?
a) Allereerst door ‘in het Woord d.i. in de Waarheid te blijven’. “Ik ben een Koning”, zegt
Hij tegen Pilatus, “Die geboren is en in de wereld gekomen is, om voor de Waarheid - d.i.
voor de betrouwbaarheid van Mijn Vader en van Zijn Woord - te getuigen.”.
b) Maar ten tweede ook in de Wet van Zijn Vader – d.i. door gehoorzaam in de volmaakte
Christus en de machten - eerste lezing - 6
liefde tot Zijn Vader en tot ons – te blijven! Jezus bidt voor Zijn vijanden. Ja, Hij koopt hen
los uit de macht van de duivel en de demonen. Hiervoor betaalt Hij voor hen de losprijs van
Zijn eigen bloed. Hij ondergaat voor hen hun straf, hun vervloeking, dat is de vloekdood
voor hen. En zó verwerft Hij vergeving en de Geest voor hen. De HEERE Jezus Zelf zegt dat
Hij kwam om “alle gerechtigheid te vervullen” : d.i. te vervullen de totale wil en de rechtseis
van God met een volmaakt gehoorzame liefde! (“Het is volbracht”).
Pasen en Hemelvaart zijn het bewijs dat Hij door Zijn Vader en de Geest van Zijn Vader
daarin in het gelijk is gesteld. Paulus zegt in Romeinen 1:4: ‘Wat de Geest van de heiliging
betreft, is onze Koning, met kracht bewezen te zijn de Zoon van God, door Zijn opstanding
uit de doden, namelijk Christus Jezus, onze HEERE.’ En door het Evangelie is het nu de Geest
van Christus Die van Hem getuigt en ons ervan overtuigt dat de overste van deze wereld
geoordeeld is, dus in principe overwonnen is.
Als voorbeeld hiervan citeer ik u een gedeelte van Paulus uit Efeze 1. Paulus bidt voor Gods
gemeente dat zij verlichte ogen van het verstand ontvangen zal ‘om te kennen de alles
overtreffende grootheid van Gods kracht, die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit
de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, ver boven alle
overheid en macht en kracht en heerschappij in elke naam, die genoemd wordt, niet alleen
in deze wereld, maar ook in de (toe)komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten
onderworpen en heeft Hem als Hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn
lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult.’ Dit laatste betekent zoiets als
dat die gemeente door al Zijn verdiensten nu Christus heerschappijgebied is, Zijn
Kroondomein. Want, hoorde u in het begin van deze verzen, ‘onze Koning is door Zijn Vader
gesteld en hoog verheven boven de machten.’ Daarom kan Paulus in Rom. 8 belijden dat
niets, ook de dood niet, maar ook geen (boze) engelen, overheden of machten, dat geen
tegenwoordige, noch toekomende dingen, hoogte noch diepte, nog enig ander schepsel ons
zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze HEERE.
 Een aanval van satan op Zijn Kroondomein
Nu we gezien hebben dat Christus on ze HEERE de boze machten ontmaskerd en bestreden
heeft en in principe overwonnen, beseft u dat Zijn (gelovige) Gemeente Zijn kroondomein is
dat Hij ontrukt en bevrijd heeft van de heerschappij van de machten. Daarom wil Hij met
Zijn Geest en Woord Zijn Gemeente – en dus ook ons en onze kinderen – geheel en volledig
doordringen en zegenen met Zijn genadige Koningsheerschappij. Dat gaat echter niet
vanzelf. Voor de satan en zijn demonen is Christus, ons Hoofd, onbereikbaar geworden. In
Openbaring 12 lezen we dat satan met zijn boze engelen na ’t verlies tegen Christus en
tegen de aartsengel Michaël en zijn engelen, uit de hemel geworpen is op de aarde. Maar
daardoor richt hij nu zijn volle aanvallen op het Kroondomein van Christus, Zijn gemeente.
Daarom hoort Johannes ook een grote stem die roept: ”Wee hen, die de aarde en de zee
Christus en de machten - eerste lezing - 7
bewonen, want de duivel is tot u afgekomen en heeft grote toorn, omdat hij weet, dat hij
nog maar weinig (= een kleine) tijd heeft”.
Hier hoort u dat Christus’ Gemeente – en dus ook wij als gemeente – betrokken zijn in die
geweldige, heftige strijd tegen de helse, boze machten in de lucht en tegen de door de boze
beïnvloede ‘machten’ op aarde. Wij zijn, naar mijn diepe overtuiging, verwikkeld in die
continue strijd waarin de boze met zijn demonen het aan Christus verloren terrein wil
terugveroveren. En het meest gevaarlijke en beangstige is misschien wel dat wij ons
nauwelijks van deze strijd bewust zijn. Daarom wil ik proberen u D.V. een volgende keer
bewust te maken tegen welke machten wij en onze kinderen vandaag krachtige weerstand
hebben te bieden. Het lijkt met goed ze nu alvast voor u te noemen:
1) Tegen de macht van de ‘management-, en bedrijfscultuur’.
2) Tegen de macht van de mammon, ’t geld, de groei-economie.
3) Tegen de macht van de vermaak- industrie.
4) Tegen de macht van de media en van de digitale wereld.
5) Tegen de macht van het wetticisme.
Onder andere deze vijf machten gebruikt de satan met zijn demonen om ons volledig te
overheersen en zo aan de macht van Christus te ontrukken. Uiteraard besef ik dat er nog
veel meer te noemen is, maar ik denk dat het dan allemaal teveel wordt.
 Permanente waakzaamheid
Nu wil ik afsluiten met de oproep van onze HEERE tot permanente waakzaamheid en
volharding tot ’t einde. Paulus roept op om de gehele wapenrusting van God aan te trekken,
om stand te houden tegen de listige verleidingen van de duivel. ‘Want’, schrijft hij, ‘Want
wij hebben de strijd niet tegen vlees, bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten,
tegen de wereldbeheersers van de duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke machten
(van het kwaad) of tegen de geestelijke boosheden in de lucht.’ De wapenrusting is nodig
om weerstand te kunnen bieden op deze dag van het kwaad en om het goede d.i. de wil
van onze HEERE te blijven doen(!), totdat Hij als onze Rechter en Verlosser wederkomt. En
na alles wat we vanavond gehoord hebben, beseft u dat we niet zonder reden worden
vermaand en aangevuurd om krachtig te worden in de HEERE en in de sterkte van Zijn
macht te strijden.
Deze strijd is zeer heftig. ’t Is een uiterst radicale strijd, ook al staat vast dat Christus, onze
HEERE, in principe overwonnen heeft en overwinnen zal!
Maar dat maakt de strijd niet minder serieus, denkt u maar eens aan wat er over is van de 7
gemeenten van Christus in Klein Azië, het huidige Turkije. Hier kunt u zien u dat de boze wel
terrein terug kan veroveren. De Islam heeft daar immers op dit moment de overhand. Maar
u ziet het ook in Amerika en West Europa. Het Christelijk geloof was ook hier leidend, maar
dat is al bijna niet meer zo! De secularisatie en annex daarmee de afval van Christus en Zijn
Christus en de machten - eerste lezing - 8
gemeente grijpt schrikbarend om zich heen. In Mt. 12: 45 spreekt onze Heere Jezus over
een mens, die door Hem bevrijd is van een onreine geest. Jezus zegt: als dit huis daarna niet
bewoond wordt door Mijn Heilige Geest, dan komt de onreine geest terug met 7 geesten,
die bozer d.i. meer verdorven zijn, dan hijzelf. En ’t einde van die mens wordt erger dan zijn
begin. Zo zal ’t ook zijn, zegt Jezus, met dit verdorven geslacht. En zo zal ’t zijn, heeft dr. W.
Aalders eens gezegd, met ’t verdorven geslacht van W. Europa, dat na zijn reiniging, ’t
bloed van de HEERE Jezus onrein heeft geacht en de Geest, Die ons wilde vervullen en ons
in de overvloed van Christus genade wilde laten delen, gesmaad heeft.
Is dit een noodlot dat iedere gemeente van de Heere Jezus Christus in West- Europa móet
treffen. Nee! Want ook in onze tijd wordt ons de geestelijke wapenrusting uit genade ter
beschikking gesteld. Daarmee kunnen we in de kracht van Christus weerstand bieden aan
de geestelijke boosheden in de lucht en in diezelfde kracht mogen we meer dan
overwinnaars zijn door Hem, Die ons heeft liefgehad tot ’t einde. Dit betekent echter heel
duidelijk dat we de Laodicea-mentaliteit vanaf nú moet worden afgelegd: die gemeente
was lauw en zelfgenoegzaam, ‘rijk en steeds rijker geworden en aan niets gebrek.’ We
zullen het Woord van Christus tot de gemeente van Philadelphia ter harte moeten nemen:
“Ziet, Ik heb voor uw ogen een geopende deur gegeven en niemand kan die sluiten, want u
hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn NAAM niet
verloochend….omdat u het Woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren
voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hem die op de aarde
wonen te verzoeken. Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon
zal wegnemen.” (Openb. 3: 8,10, 11).
Download