COMPETENTIEPROFIEL DIRECTIESECRETARESSE 1. DOEL FUNCTIE Verleent management, secretariële en administratieve ondersteuning aan de directie. 2. RESULTAATGEBIEDEN 2.1. Correspondentie en logistiek stukken Draagt zorg voor de afhandeling van correspondentie. Handelt vertrouwelijke correspondentie - binnen haar bevoegdheden - af. Stelt memo’s en notities op. Signaleert de urgentie van correspondentie en voegt stukken toe voor de afhandeling. Bewaakt de voortgang en locatie van de afhandeling van inkomende en uitgaande directiestukken. 2.2. Vergaderondersteuning Verzorgt vergaderstukken voor de directie, signaleert belangrijke aandachtspunten voor diverse overlegvormen en draagt zorg voor de verspreiding van vergaderstukken. Notuleert diverse vergaderingen en stelt besluitenlijsten op. Draagt daarnaast zorg voor de uitnodigingen, locaties en overige randvoorwaardelijke zaken voor vergaderingen. Bewaakt de voortgang van actiepunten, gemaakte afspraken en de door de directie uitgezette opdrachten. 2.3. Afspraken Beheert de agenda van de directieleden. Stelt prioriteiten in de agenda, indien nodig in overleg met de directie; voert hiertoe regelmatig overleg met de directieleden. Attendeert de directieleden over gemaakte en gewenste afspraken. Stelt overlegschema’s en werkprogramma’s op voor de directie en bewaakt deze. Verzorgt de sluisfunctie bij telefoon en inloop. Behandelt telefoongesprekken en verstrekt informatie. Ontvangt bezoekers. 3. ESSENTIËLE SITUATIES 3.1. VERSCHILLENDE WERKZAAMHEDEN EN VOORTDUREND BESCHIKBAAR ZIJN De directiesecretaresse verricht taken die voor wat betreft doorlooptijd en prioriteit een grote diversiteit kennen. Daarbij kan de functionaris voortdurend door de directieleden worden opgeroepen voor ad-hoc opdrachten. Teneinde de taken tijdig en naar behoren uit te kunnen voeren, dient de directiesecretaresse haar werk goed te plannen en organiseren, snel te kunnen schakelen tussen onderwerpen en desondanks zorgvuldig blijven werken. Ook bij het beheren van de agenda van de directie is een goed overzicht van activiteiten en het efficiënt kunnen plannen van belang. Gedragsvaardigheden: Time management, inzet. 3.2. AANSPREEKPUNT VOOR DE DIRECTIE De directiesecretaresse verzorgt de sluisfunctie bij de telefoon en inloop. Daarbij toont de functionaris goed door te kunnen vragen naar de reden en belang van het telefoontje en op basis daarvan zelfstandig te kunnen oordelen over de noodzaak en urgentie van de afspraak. Omdat de directiesecretaresse voor veel mensen in de organisatie gemakkelijker te benaderen is dan de directie, wordt deze geconfronteerd met vragen en belevingen van medewerkers. De directiesecretaresse is daarmee oog en oor van de directie. Zij beoordeelt welke informatie van belang kan zijn voor de directie en speelt relevante informatie door. De directiesecretaresse is afhankelijk van de medewerking van anderen bij het schuiven in agenda’s voor onverwachte of urgente vergaderingen. Ook voor het afhandelen van de correspondentie en het verzamelen van vergaderstukken is de directiesecretaresse afhankelijk van anderen. Zij zal hiertoe goede contacten met iedereen moeten kunnen onderhouden. 1 Gedragsvaardigheid: Samenwerken. 3.3. DISCREET OMGAAN MET VERTROUWELIJKE INFORMATIE De directieleden beschikken over informatie die niet voor iedereen toegankelijk is. De directiesecretaresse heeft toegang tot een aanzienlijk deel van deze informatie. Tevens krijgt zij, wanneer zij specifieke opdrachten uitvoert voor de directieleden, vertrouwelijke gegevens overhandigt. Zij dient uitermate discreet met al deze informatie om te kunnen gaan, ook wanneer er vanuit de organisatie druk op haar wordt uitgeoefend. Gedragsvaardigheid: Integriteit. 3.4. SIGNAALFUNCTIE De directiesecretaresse moet in staat zijn overzicht te houden over de diverse besluitenlijsten en de omvangrijke stroom correspondentie en daarbij de voortgang te bewaken. Zij initieert acties om de snelheid in de afhandeling van stukken te waarborgen. De directiesecretaresse signaleert vertragingen en neemt contact op met mensen om de voortgang van stukken te stimuleren. In de regel onderneemt zij daarbij zelf actie, maar zij beoordeelt tevens wanneer zij vertragingen aan de directieleden dient te communiceren. Gedragsvaardigheid: Voortgangsbewaking. 3.5. SCHRIFTELIJKE UITDRUKKINGSVAARDIGHEID Van de directiesecretaresse wordt verwacht dat zij zelfstandig correspondentie afhandelt en memo’s schrijft. Het betreft hier correspondentie op verschillende niveaus van complexiteit en vertrouwelijkheid. Hierbij zal zij goede kennis van de Nederlandse taal moeten hebben en een vaardige pen om kwalitatief goede stukken te schrijven. Gedragsvaardigheid: Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. 4. SAMENVATTING GEDRAGSVAARDIGHEDEN 4.1. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid: Stelt feiten, ideeën en oordelen in begrijpelijke en correcte taal op schrift. 4.2. Samenwerken: Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct tot de eigen taak behoort. 4.3. Time management: Overziet de eigen werkzaamheden, deelt deze planmatig in, geeft de te besteden tijd aan en houdt zich hieraan. 4.4. Voortgangsbewaking: Stelt procedures op en voert deze uit om de voortgang van processen, taken of activiteiten van medewerkers, alsook om de voortgang van eigen activiteiten en verantwoordelijkheden te bewaken en zeker te stellen. 4.5. Integriteit: Handhaaft op consistente wijze algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in woord en gedrag. Toont zich hierop aanspreekbaar en spreekt anderen erop aan. 4.6. Inzet: Stelt hoge eisen aan eigen werk. 2