Beck`s COEnitive Therapy. In deserie CBTDistinctive Features

advertisement
COGNITIEVE EN GEDRAGSTHERAPIE
plinaire werken. Zowel patienten als hulpverleners willen zich begrepen (gevalideerd) voelen.
In het vierde deel komt het CBT -groepswerk
aan bod. Hier vind ik het inspirerend dat de auteurs voorbeelden geven van uitgewerkte groepsprogramma's zoals een zelfwaardegroep, een psychosegroep en een emotieregulatiegroep.
Het vijfde en laatste deel bevat de evaluatie
van de voordien beschreven werking. Eerst wordt
stilgestaan bij de beperkingen van zelfbeoordelingsinstrumenten. Vervolgens lijken de resultaten veelbelovend met een verhoogd gevoel van
zelfredzaamheid en van betere emotieregulatie
zowel bij de patienten als bij de auteurs.
Zoals ik in de inleiding al aangaf, had ik niet
gedacht dat dit boek mij enigszins kon boeien en
toch heb ik er hier en daar inspiratie in gevonden.
Het lijkt mij een hulpmiddel voor de hulpverlener, werkzaam met opgenomen patienten, om aan
zelfreflectie te doen. Volgens het boek zou het nog
interessanter zijn als de zelfreflectie van verschillende teamleden zou uitmonden in een teamreflectie.
vooral dan in gedragstherapeutische kringen. Ook
onderzoek naar therapie-uitkomsten heeft veelvuldig de effectiviteit ervan aangetoond, wat ongetwijfeld heeft bijgedragen tot haar snelle en
brede verspreiding. Beck ontwikkelde (zijn' CT
destijds voor depressie. Nadien is hij, maar toch
ook vooral anderen, in de jaren tachtig van de vorige eeuw zich gaan toeleggen op de (hervertaling'
van CT naar o.a. angststoornissen (zie bijv. Clark
1986; Salkovskis 1985). In de jaren negentig werd
het model van de cognitieve therapie ook aangepast naar, en toegepast op bijvoorbeeld de behandeling van wanen en hallucinaties (zie bijv. Chadwick e.a. 1996). Dergelijke cT-varianten voor andere dan depressieve klachten en stoornissen bleken eveneens vaak erg effectief.
Het (ldassieke' beckiaanse CT -model stelt dat
bepaalde (verstoorde) emoties en gedragingen niet
zozeer het gevolg zijn van bepaalde situaties of stimuli, maar eerder te begrijpen vallen vanuit specifieke (minder functionele/adaptieve) cognities
(gedachten, beelden, voorstellingen etc.) die iemand heeft in de betreffende situatie. Beck steltE.BRUNFAUT
kort samengevat - dat bij CT via technieken zoals
socratisch dialogeren en het opstellen van gedragsexperimenten wordt getracht die maladaptieve cognities te vervangen door adaptievere cogWills,F.
nities. Dit is wat voor vel en onder ons de kern is
Beck's COEnitive Therapy. In deserie CBTDistinctive
van Becks CT. Echter, Beck heeft sindsdien niet
Features
stilgezeten en het cT-model is steeds verder aanRoutledge, East Sussex 2009
gepast en verfijnd, ook door Beckzelf.
184 pagina's, ISBN 978- 0-4 15-4395 2-7, £9,99
Het leuke aan het huidige boek is dat het een
overzicht biedt van de evoluties binnen CT, en
, aangeeft hoe Becks werk - meer dan we ons soms
realiseren - aan de grondslag ligt van een hele
reeks ontwikkelingen binnen het veld van de CT.
Beck staat voor veel meer dan het ABc-model, de
socratische dialoog en de gedragsexperimenten.
Dit boekgeefteen mooi overzicht van Becks continue bijdragen aan hetveld. Een treffend voorbeeld
is hoe Beck in zijn werkmedio jaren tachtigaldinBeck heeft met zijn cognitieve therapie (c T) gen beschreef die erg (third wave' zijn. Dit verwijst
zonder enige twijfel gezorgd voor de succesvolste naar de zgn. derde generatie gedragstherapieen,
psychotherapie tot dusver (Beck 1967). N a de intro- opgebouwd rond mindfulness en acceptance.
ductie ervan is ze bijzonder snel verspreid geraakt,
TIJDSCHRIFT VOOR PSYCHIATRIE
52 (2010) 12
COGNITIEVE EN GEDRAGSTHERAPIE
Zo beschrijven Beck en Emery (1985) de A- W-A-RE-strategie: 'Accept the anxious feelin8s; Watch the
anxiotlS feelin8s move around your body and mind; Act
with Anxiety; Repeat steps 1-3 over. Expect the best to
happen'. Dit en andere voorbeelden in het boek maken duidelijk hoe centraal Becks rol is (geweest) in
de ontwild<:elingvan CT, niet aIleen toen, maar tot
op de dag van vandaag.
Het boek valt uiteen in twee luiken. In het
eerste luik (,Theorie') worden in 15 kleine hoofdstuld<:en (zgn. 'points') Becks belangrijkste bijdragen aan de conceptualisering en het begrijpen van
psychiatrische symptomen beschreven. Het tweede luik ('Praktijk') behandelt in even zoveel 'punten' zijn belangrijkste bijdragen aan de behandeling van psychiatrische stoornissen.
Wat ik vooral fijn yond aan het boek was (zie
hoger) dat het me duidelijk maakte hoe verregaand Becks invloed is tot op de dag van vandaag.
Een nadeel miss chien is dat het soms toch wel iets
kritischer had gekund. Zo staat de auteur naar
mijn mening iets te weinig stil bij recente empirische studies die vraagtekens p laatsen bij de werkelijke noodzaak om de inhoud van cognities te wijzigingen (zie bijv. Longmore & Worrel 2007).
LITERATUUR
Beck AT. Depression: Clinical, experimental and theoretical aspects.
New York: Harper & Row; 1967.
BeckAT, EmeryG, Greenberg R. Anxiety disorders and phobias: A cognitive perspective. New York: Basic Books; 1985.
Chadwick P, Birchwood M, Trower P. Cognitive therapy for delusions,
voices and paranoia. Chichester: Wiley; 1996.
Clark DM. A cognitive approach to panic. Behav Res Ther 1986; 24:
461 -70 .
Longmore RJ, Worrell M. Do we need to challenge thoughts in cognitive behaviour therapy? Clin Psychol Rev 2007; 27: 173-87.
Salkovskis PM. Obsessive compulsive problems: a cognitive behavioural analysis. Behav Res Ther 1985; 23: 571-83.
F.RAES
892
TIJDSCHRIFT VOOR PSYCHIATRIE 52 (2010) 12
Clark, D.A., &Beck,A.T.
C08nitive'Therapy ofAnxiety Disorders. Science and
Practice
The Guilford Press, New York 2010
628 pagina's, ISBN 978-1-60623-434-1, £44,-
Een must voor de onderzoeker en zeker de
moeite waard voor de clinicus. Het boek is mooi
opgebouwd. Theorie, onderzoek en praktijk worden op overzichtelijke wijze met elkaar verweven.
Iedere paragraaf eindigt met een 'ClinicaI8uideline'
die de boodschap van de paragraafkort en bondig
weergeeft. AIle hoofdstukken besluiten met een
samenvatting en conclusie.
Het boek is onderverdeeld in drie delen. In
deell geven de auteurs een update van het begrip
'angst', het cognitieve model van angst en de empirische status van het cognitieve model van
angst. In deel2leggen zij de basiselementen van de
cognitieve therapie uit en komen verschillende assessmentmethoden aan bod. Deel3 bestaat uit vijf
afzonderlijke hoofdstuld<:en voor de belangrijkste
angststoornissen, te wetenn paniekstoornis met
en zonder agorafo bie, sociale fo bie, gegeneraliseerde angststoornis, obsessieve-compulsieve stoornis
en posttraumatische stressstoornis. De auteurs
hebben ervoor gekozen om de specifieke fobie niet
in hun boek op te nemen omdat op dit vlak weinig
veranderd is sinds 1985 (Anxiety disorders and phobias: Ac08nitive perspective; Beck e.a. 1985). Exposure
wordt nog steeds beschouwd als eerstekeus behandeling bij de specifieke fo bie.
Het is een buitengewoon goed en up-to-date
boek over angststoornissen, waarvan wij vinden
datiederzichzelfrespecterendepsycholoogofpsychiater het zou moeten lezen of in ieder geval in
Download