Cardiologie en Duiken - Stichting Duik Research

advertisement
AMC Capita Selecta Duik- en Hyperbare geneeskunde:Cardiologie en Duiken
1/3
Capita Selecta Duikgeneeskunde;
Cardiologie en Duiken
Nascholing voor artsen Ned Ver Duikgeneeskunde en duikerartsen NDC
Datum: Zaterdag 26 maart 2011.
Locatie: Colloquiumzaal G4-123 AMC, Amsterdam.
Programma van de nascholingsdag
8.45
9.30-9.35
9.35-10.20
10.25-11.10
11.10-11.30
11.30-12.15
12.15-1300
13.00- 13.45
13.50-14.50
14.55-15.25
15.25-15.45
15.45-16.15
16.15
Ontvangst
Opening Dr. Nico Schellart, dagvoorzitter
Prof. Dr. Jan-Hindrik Ravesloot, Anatom., Embryol & Fysiologie.
Een introductie in de hartfysiologie.
Dr. Ruben Coronel, Exp. Cardiologie. Plotselinge hartdood;. nieuwe
ontwikkelingen.
Koffie-thee pauze
Prof. Dr. Drs. Rob de Winter, Cardiologie. Kransvaten en
kransvatziekte
Lunch Pauze
Prof. Dr. Jan-Hindrik Ravesloot. Inspanningsfysiologie boven en
onder water.
Dr. Rienk Rienks, Cardiologie UMC Utrecht en Centraal Mil.
Hospitaal. Cardiologie en Duiken.
Toets
Koffie-thee pauze.
Evaluatie toets.
Sluiting
Voor accreditatie /certificering en kosten: zie aanmeldingsformulier laatste pagina.
Bereikbaarheid AMC:
Per Metro: richting Gein, uitstappen op halte Holendrecht. AMC is aangegeven.
Per trein: van noord naar zuid richting Utrecht/Rotterdam of van zuid naar noord richting Amsterdam,
uitstappen NS station Holendrecht.
Na uitstappen trein en metro: het AMC is schuin rechts voor u (12 minuten lopen naar zaal G4-123.)
Per auto op de A2 (in beide richtingen ter hoogte van Amsterdam Z-O) of A9 richting west afslag
nemen waarop AMC staat aangegeven. U kunt gratis parkeren op een van de terreinen (ten westen
of zuiden) waarbij geen gesloten slagboom aanwezig is.
Route naar zaal G4-123:
Via de hoofdingang (kliniek) rechtdoor de grote hal door en dan meteen rechtsaf naar de liften van
gebouw G. Naar 4de verdieping en dan linksaf. U loopt dan tegen zaal G4-123 aan.
AMC Capita Selecta Duik- en Hyperbare geneeskunde:Cardiologie en Duiken
2/3
De colleges
Prof. Dr. Jan-Hindrik Ravesloot, Een introductie in de hartfysiologie.
Dit college beoogt de basale verrichtingen van het menselijke hart samen te vatten. Onder 'excitatie'
vallen de elektrische verschijnselen die aan het hart waarneembaar zijn. 'Excitatie-contractie
koppeling' beschrijft de moleculaire processen in de hartspiercellen die de brug vormen tussen de
elektrische fenomenen en de mechanische contractie van de diverse hartkamers. De
hartfunctiecurven beschrijven het verloop in de tijd van de aanspanning van de hartspier. En
tenslotte zij er de moleculaire mechanismen die leiden tot ontspanning van de hartspier. De
hartfunctie wordt nauwkeurig gereguleerd. Zowel de hartfrequentie als de kracht waarmee de
hartspier samentrekt zijn onderhevig aan autonomen regulatieprocessen.
Prof. Dr. Drs. Rob de Winter, Kransvaten en kransvatziekte.
In dit college zullen behandeld worden de (patho)fysiologie van het kransslagadersysteem en de
microcirculatie. Bij de diagnostiek is naast de angiografie een belangrijke nieuwe ontwikkeling de
simultane meting van druk en doorstroming achter een stenose. De interpretatie van deze
fysiologische metingen zal worden belicht. Voor de behandeling van kransslagader aandoeningen
zal de coronaire angioplastie, waaronder coronaire slagader “bypass grafting” (CABG) en de
plaatsing van de diverse typen stents. Acute manifestaties van kransvatziekte, het hartinfarct en
onstabiele angina pectoris, zullen worden besproken in relatie tot de duiksport.
Dr. Ruben Coronel, Plotselinge hartdood; nieuwe ontwikkelingen.
Tijdens het college zullen de verschillende mechanismen van plotselinge hartdood (mechanismen
van arrhythmieen, ischemie-geĻŠnduceerde arrhythmie, arrhythmie bij hartfalen, cardiomodulatoire
mechanismen van dieet) aan de orde komen. In het bijzonder is er aandacht voor kamerfibrilleren
tegen de achtergrond van het acute hartinfarct, Torsade des Pointes bij het lange QT syndroom en
ventriculaire tachycardieen bij hartfalen.
Prof. Dr. Jan-Hindrik Ravesloot, Inspanningsfysiologie boven en onder water.
Dit college beoogt de basale verrichtingen van de bewegende mens samen te vatten. Lichamelijke
inspanning leidt aanvankelijk alleen tot metabole veranderingen in de skeletspieren. Een inspanning
kan slechts beperkte tijd worden volgehouden zonder verdere aanpassingen. Voortgezette
inspanning vereist een toename van de bloedtoevoer naar de arbeidende spieren. Dit vergt
aanpassingen van de circulatie, het bloed en het hart. Wanneer met een zekere regelmaat langdurige
inspanningen worden gepleegd treden er bovendien structurele veranderingen op in de spieren en de
circulatie. Hierdoor kan een inspanning beter en langduriger verdragen worden. Inspanning onder
water vraagt bijzondere aandacht. Om een adequate koolzuurdioxide afgifte te realiseren dient het
ademteugvolume op iedere diepte hetzelfde te zijn. Op grote diepten vergt dit sterk vergrote
luchtstromen uit het SCUBA apparaat. Met toenemende diepte neemt ook de luchtdichtheid toe.
Hierdoor wordt de maximale ademcapaciteit beperkt.
Dr. Rien Rienks, Cardiologie en Duiken
Door scuba-duiken treden er in het lichaam fysiologische veranderingen op waardoor het
cardiovasculaire systeem extra wordt belast. Daarom vereist scuba-duiken een goede
(cardiovasculaire) gezondheid en fitheid. Het aantal sportduikers met hart- en vaatziekten neemt
echter toe, omdat steeds meer ouderen blijven of gaan duiken. De keuringsarts geeft op basis van de
verkregen keuringsgegevens zijn inschatting van de risico's van duiken voor de keurling, evenals die
voor de veiligheid van zijn buddy. Duikadviezen aan mensen met cardiovasculaire problematiek
dienen te worden gegeven door een cardioloog met een specifieke deskundigheid op het gebied van
duiken. Een dergelijk advies kent drie gradaties: geschikt (geen verhoogd risico), niet geschikt (sterk
verhoogd risico) of beperkt geschikt (enigszins verhoogd risico).
AMC Capita Selecta Duik- en Hyperbare geneeskunde:Cardiologie en Duiken
3/3
De docenten
Jan Hindrik Ravesloot deed een doctoraal examen geneeskunde (RUL) waar hij in 1991
promoveerde op een onderzoek naar de rol van ionkanalen in de fysiologie van botcellen (promotores
prof. dr. A.A. Verveen en prof. D.L. Ypey). Van 1990 tot 1993 zette Ravesloot als post-doc zijn
botcelonderzoek voort op het 'Dept. of Cellular and Molecular Physiology' van Yale Universiteit te
New Haven (CT, VS). Hij werkt sinds 1993 bij de afdeling Fysiologie van het AMC van de UvA alwaar
hij in 2001 benoemd werd tot kernhoogleraar Fysiologie. Naast het geven van onderwijs doet zijn
researchgroep onderzoek naar iontransportprocessen in geïsoleerde hartcellen met de patch-clamp
techniek, single cell fIuorescence (digital imaging) waarbij i.h.b. intracelulaire pH en Ca2+ regulatie
van gezonde en zieke cellen wordt onderzocht.
Ruben Coronel studied Medicine at the University of Amsterdam. He was PhD fellow in the
department of Experimental Cardiology (head: prof. dr. M.J. Janse) and received his PhD degree in
1988 with a thesis 'Distribution of extracellular potassium in acute myocardial ischemia'. Dr. Coronel
has served as an editor of Cardiovascular Research from 1995-2005. He is presently Deputy Editor of
Medical and Biological Engineering and Computing (MBEC) and serves on several Editorial Boards.
He is associate professor at the Heart Failure Research Center at the Academic Medical Center
(Amsterdam, the Netherlands) and principal investigator of the Experimental Cardiology Group. The
group is involved in research on mechanisms of cardiac arrhythmias, and their modulation (dietary,
autonomic, pharmacologic, genetic).
Rob de Winter finished a study biology and biophysics at the University of Leiden (1987) and of and
medicine at the University of Amsterdam (1988). He was trained as a clinical cardiologist at the
Academic Medical Center in Amsterdam and qualified as an interventional cardiologist 1995. His PhD
thesis, titled “Biochemical and inflammatory markers of acute myocardial ischemia”, was completed in
1997. Dr. de Winter was appointed as Professor in Clinical Cardiology, in particular Acute Coronary
Syndromes at the University of Amsterdam in 2008. His clinical and pre-clinical research focus is on
biomarkers, diagnosis, risk stratification and treatment in ACS, histopathology of intracoronary
thrombus and genetic predictors of in-stent-restenosis.
Rienk Rienks deed zijn artsexamen in 1981 en werd in 1986 ingeschreven als cardioloog (opleiding
AZU, Utrecht). Sinds 1983 is hij werkzaam in het UMCU en promoveerde in 1991 op de toepassing
van laserstralen in de cardiologie. Hij is sedert 1995 gedetacheerd in het Centraal Militair Hospitaal te
Utrecht alwaar hij zich bezig met de zorg voor militairen, met bijzondere belangstelling voor in de
duik- luchtvaart- en sportgeneeskunde. Hij vervult diverse consulentschappen op het gebied van
duik- en luchtvaartgeneeskunde, wordt beschouwd als de landelijke expert op het gebied van de
duik-cardiologie en was lid van het algemeen bestuur van de Vereniging voor Sportgeneeskunde
Tevens en is lid van diverse werkgroepen van de NVVC en de VSG betreffende sportgeneeskunde.
Download