Tijdelijk Museum - Museum van de Nationale Bank van België

advertisement
j ke
e ki
d
n
I
Bibliografie
•CARSON, R.A.G. Coins. Ancient, Mediaeval & Modern, Londen, Hutchinson of London, 1962.
•DAVIES, G. A History of Money. From Ancient Times to the Present Day, Cardiff, University of Wales
Press, 1994.
•Informatie over Sander Anseeuw. www.sanseeuw.be
•KIMPEL, H. Traditionelle Zahlungsmittel, Wuppertal, 1994.
•KOCH, G. Kultur der Abelam, Berlijn, Museum für Völkerkunde Berlin, 1968.
r
Er staat een koe
in het museum
December
2014
•OPITZ, C.J. An Ethnographic Study of Traditional Money, Florida, First Impressions Printing, 2000.
•PALLAVER, K. “‘A recognized currency in beads’. Glass Beads as Money in 19th – Century East Africa :
the Central Caravan Road”, pp.20-29 in : Eagleton C., Fuller, H. en J. Perkins, eds. Money in Africa,
Londen, The British Museum, 2009.
•ROLFE, J.C. Ancient History Sourcebook : Suetonius : De Vita Caesarum – Divus Vespasianus, c. 110 C.E.
http://www.fordham.edu/halsall/ancient/suetonius-vespasian.asp
•S.N. Pecunia non olet, http://histoforum.net/artikelen/nonolet.htm
•Sieraad : armband. Statusobject, museumcollectie.
Tussen alle munten en biljetten die in het Tijdelijk Museum van de Nationale Bank
tentoongesteld worden, duikt in de vijfde zaal plots een koe op. Maar waarom
zouden we dit dier een plaats geven in ons museum ?
•Sieradengeld : oorring, museumcollectie.
•SUTHERLAND, C.H.V. Monnaies romaines, Fribourg, Office du livre, 1974.
•TATE, M.L. Indians and immigrants, encounters on the overland trails, 2006.
•VANDERLEYDEN, R. ‘Afrikaanse ringen : geld of niet ?’ pp.109-154 in : Jaarboek Europees Genootschap
voor Munt- en Penningkunde, Izegem, 2002.
•VICTOOR, R. Monnaies Premières, Duinkerke, 1986.
Tijdelijk Museum
van de
Nationale Bank van België
GELD, EEN VERHA AL
de Berlaimontlaan 3 te 1000 Brussel.
Open van ma-vr, van 9-17 u.
Voor meer informatie, bel naar +32 2 221 22 06 of per e-mail [email protected]
Bij heel wat volkeren nam het vee een belangrijke plaats in de economie in. Omdat
de veestapel zeer waardevol was, werden dieren gebruikt als ruil- of betaalmiddel.
Zo gebruikten de Romeinen aanvankelijk runderen om handel te drijven. Dit verband
tussen vee en geld vinden we terug in de taal van de Romeinen. Het Latijnse
woord voor geld, pecunia, is immers afgeleid van pecus, wat ‘vee’ betekent. In het
Nederlands zijn hier eveneens sporen van terug te vinden : pecuniair betekent ‘in
verband met geld’.
Op een van de oudste metalen betaalmiddelen van de Romeinen, de aes signatum,
dat vanaf de vierde eeuw voor Christus werd gebruikt, wordt naar de economische
waarde van vee verwezen. Deze bronzen baren zijn versierd met een beeldenaar.
Soms werd er gekozen om een
rund af te beelden. Op de kunstkoe
in het museum staat een tekening
van zo’n aes signatum met een os
als beeldenaar.
De koe in het museum is met
verschillende tekeningen versierd,
maar draagt ook een Latijnse
spreuk : Pecunia non olet, wat we
kunnen vertalen als ‘geld stinkt
niet’. Deze zin wordt toegeschreven
Reproductie van een aes signatum met de afbeelding van een os uit
aan keizer Vespasianus, hoewel hij de collectie van het British Museum
deze woorden nooit in de mond © Museum van de Nationale Bank van België
genomen heeft. Dit vermeende
citaat is gebaseerd op een anekdote die Suetonius, een Romeinse historicus die
een biografie over twaalf keizers schreef, over Vespasianus vertelt. Toen de keizer
Geïnteresseerd om ook het volgende nummer van de
‘In de kijker’ te ontvangen ?
Verwittig ons via mail op [email protected]
www.nbbmuseum.be
December 2014
Het sieraad was niet alleen een belangrijk statussymbool, maar had ook een grote
religieuze waarde. De koperen armband maakte vaak deel uit van de bruidsschat,
zodat getrouwde vrouwen in noodgevallen steeds konden terugvallen op deze vorm
van geld, die ze als sieraad droegen.
De felgekleurde veren zijn afkomstig van een paradijsvogel. In Papoea-Nieuw-Guinea
droegen mannen deze veren als haartooi tijdens ceremonieën en werden ze gebruikt
als bruidsschat. Dit rituele object werd ook als
betaalmiddel gebruikt, aanvankelijk in de handel
met China, en vanaf de negentiende eeuw ook in
transacties met de Europeanen. Het veelvuldige
gebruik van deze veren zorgde ervoor dat de
paradijsvogels met uitsterven bedreigd waren.
De kunstkoe in zaal 5, beschilderd door Sander Anseeuw © Museum van de Nationale Bank van België
besloot belastingen te heffen op de openbare toiletten, bekritiseerde zijn zoon Titus
hem hierop. Daarop toonde Vespasianus hem een muntstuk dat hij via deze nieuwe
vorm van belastingen verkregen had en vroeg zijn zoon of dit stonk. Toen Titus
hierop antwoordde dat dit niet het geval was, zei zijn vader ‘en toch is het afkomstig
van urine’. De gevleugelde woorden ‘geld stinkt niet’ stammen waarschijnlijk uit
de negentiende eeuw. De betekenis ervan, dat het niet uitmaakt vanwaar geld
afkomstig is, gaat wel terug op deze Romeinse anekdote.
Niet enkel runderen en vee, maar ook gebruiksvoorwerpen, sieraden en andere
producten werden in het verleden als betaalmiddel gebruikt. Deze geldvormen
noemen we goederengeld. Er staan verschillende voorbeelden van goederengeld, die
deel uitmaken van onze museumcollectie, op de bonte koe in het museum afgebeeld.
We vinden onder meer een halsketting en oorbel terug op de koe. De ketting,
gemaakt van glasparels, werd in Afrika gebruikt als betaalmiddel. Het gebruik ervan
was aanvankelijk voorbehouden aan de aristocratie, maar verspreidde zich later
onder alle lagen van de bevolking. De glasparels hadden niet alleen een belangrijke
economische waarde, maar speelden vaak ook een ceremoniële rol. In de handel
tussen Afrika en Europa namen de glasparels een prominente plaats in. Aanvankelijk
werden enkel lokaal geproduceerde glasparels aanvaard in Afrika, maar later deden
glasparels van Venetiaanse makelij hun intrede in het betalingsverkeer.
De oorring is afkomstig uit Azië, en werd in het koninkrijk Siam, het huidige Thailand,
als betaalmiddel gebruikt. De Meo die in de Mekongvallei woonden, vervaardigden
deze zilveren oorringen. De juwelen hadden een monetaire en rituele waarde.
Rond een van de voorpoten van de koe is een armband geschilderd. De Teke, die
in Congo en Gabon leven, gebruikten deze koperen armband als betaalmiddel.
In de kijker
Deze mocassins vind je op de andere flank
van de kunstkoe. Indiaanse vrouwen maakten
pantoffels van hertenleer en versierden ze met
kralen. Elke vrouw gebruikte een persoonlijk en
uniek kralenpatroon, dat van moeder op dochter
Lederen mocassins, versierd met kralen,
overgedragen kon worden. Deze schoenen
uit Noord‑Amerika © Museum van de Nationale
waren aangepast aan de prairie en maakten
Bank van België
lange dagtochten mogelijk. Het nut van de
pantoffels ging niet onopgemerkt voorbij aan de blanke kolonisten, die heel wat
problemen ondervonden door hun harde en vaste schoenen. Daarom kochten ze
mocassins van de Indianen of ruilden hen tegen Europese producten. De pantoffels
werden op die manier een ruil- en betaalmiddel dat door Indianen en Europeanen
gebruikt werd. Omwille van de grote vraag ernaar, produceerden sommige Indiaanse
vrouwen de schoenen op grote schaal, speciaal voor de blanke kolonisten.
De kunstkoe in het museum werd gemaakt uit polyester en met graffiti en penseel
beschilderd. Het werk is van de hand van de graffitikunstenaar Sander Anseeuw
en werd speciaal voor het Tijdelijk Museum ontworpen. Anseeuw werd geboren in
1985 en werkte aanvankelijk vooral met graffiti en spuitbussen. Later evolueerde
zijn werk naar muurschilderingen en werken op doek. Aan het ontwerp van de
kunstkoe ging heel wat research naar goederengeld en de euro vooraf. Voor de
uitvoering van het project werkte Anseeuw samen met zijn collega Ken De Prince.
Naast de Latijnse spreuk en voorbeelden van goederengeld, vind je ook verschillende
oude munten en eurobiljetten op de koe terug. Alle objecten die afgebeeld staan,
behoren tot de museumcollectie.
Sien Smits
Museumgids
December 2014
Download