Ontlastingsincontinentie

advertisement
Chirurgie
Ontlastingsincontinentie
Inhoudsopgave
Inleiding���������������������������������������������������������������������������������������4
Wat is ontlastingscontinentie?������������������������������������������������4
‘Gezonde’ controle over de ontlasting���������������������������������5
Wat zijn de klachten?���������������������������������������������������������������6
Wat zijn de oorzaken?�������������������������������������������������������������7
Wat kan de (huis)arts doen?��������������������������������������������������8
Wat kunt u zelf doen?����������������������������������������������������������� 12
3
Inleiding
Het niet kunnen ophouden van de ontlasting, in medische
termen faecesincontinentie of ontlastingsincontinentie
genoemd, komt vrij veel voor. Naar schatting zijn er in
Nederland tussen de 50.000 en 200.000 mensen met deze
kwaal. De meeste mensen schamen zich ervoor en praten er
niet over; zelfs niet met de huisarts. Slechts zo’n 5000 mensen
krijgt medische of verpleegkundige hulp.
In deze brochure krijgt u meer informatie over ontlastingsincontinentie. U kunt lezen welke klachten optreden, wat de
oorzaken kunnen zijn en welke behandelingsmogelijkheden er
zijn.
Mocht u na het lezen van de brochure nog vragen hebben,
bespreek deze dan met uw huisarts of bel de Infolijn van de
Maag Lever Darm Stichting (telefoonnummer achter in deze
brochure).
Wat is ontlastingscontinentie?
Ontlastingsincontinentie is het niet kunnen ophouden van
ontlasting. Hier wordt in het dagelijks leven weinig of niet
over gesproken. Als men het over incontinentie heeft, wordt
vrijwel altijd urine-incontinentie bedoeld, het niet kunnen
ophouden van de urine. In de media en via advertenties
wordt veel aandacht aan urine-incontinentie besteed en dit
is dan ook een ingeburgerd begrip. Dat is niet het geval met
ontlastingsincontinentie, terwijl hier toch ook veel mensen
mee te maken hebben. Dit komt omdat er nog steeds een
groot taboe op rust. Mensen schamen zich voor hun kwaal
en praten er met niemand over, zelfs niet met hun huisarts.
4
Daardoor tobben ze heel wat af en hun kwaliteit van leven
gaat erdoor achteruit, want velen durven nauwelijks nog mee
te doen aan sociale activiteiten. Hoog tijd dus, om hier eens
wat meer aandacht aan te besteden. Poepen in je broek is
allesbehalve leuk, maar er is gelukkig meestal wel iets aan te
doen.
‘Gezonde’ controle over de ontlasting
De ontlasting gaat vanuit de dikke darm naar het laatste
deel, de endeldarm. Deze kan een vrij grote hoeveelheid
ontlasting opvangen omdat hij flink kan uitzetten. Pas als de
endeldarm vol is, krijgen we aandrang, het signaal om naar het
toilet te gaan. Op dat moment komt er druk te staan op de
anus. Gelukkig zorgt de kringspier van de anus ervoor dat de
ontlasting blijft waar hij is, tot we op het toilet zitten en de
kringspier het sein geven: alles OK, de poort mag open. De
ontlasting komt dan terecht op de plaats van bestemming: de
toiletpot.
Hebben we op het moment van aandrang geen gelegenheid
om naar het toilet te gaan, bijvoorbeeld omdat er geen toilet
in de buurt is, dan kunnen we de toiletgang normaal gesproken rustig een tijdje uitstellen. Het aandranggevoel verdwijnt
en komt pas terug op het moment dat er weer nieuwe ontlasting in de endeldarm terechtkomt.
Bij het ophouden van de ontlasting spelen de bekkenbodemspieren ook een belangrijke rol. De bekkenbodem is de
spierplaat onder in de buikholte die, behalve bij de stoelgang,
ook een rol speelt bij het ophouden van urine en het
ondersteunen van organen in de buikholte.
5
Wat zijn de klachten?
Voorop staat uiteraard het niet kunnen ophouden van de
ontlasting. Dat kan van mens tot mens verschillen:
• sommige mensen, vooral bejaarden, merken niet eens dat
ze in hun broek poepen omdat ze het aandranggevoel niet
meer kunnen waarnemen;
• anderen voelen het wel, maar kunnen bij aandrang het
toilet niet op tijd bereiken;
• er zijn ook mensen die hun ondergoed bevuilen door het
verlies van kleine beetjes, vaak wat slijmerige, ontlasting.
De echte grote boodschap doen ze wel op het toilet.
Andere klachten
Andere veel voorkomende klachten zijn:
• verspreiden van vieze lucht. Dit veroorzaakt vaak weer
een gevoel van:
- schaamte; en hierdoor raken mensen in een:
- sociaal isolement
• verlies van slijm
• weinig controle over ‘windjes laten’
• pijn en jeuk aan de anus
• geïrriteerde huid rond de anus
• bevuilde kleding
6
Wat zijn de oorzaken?
Er zijn verschillende oorzaken voor ontlastingsincontinentie
aan te wijzen:
• Beschadiging van de kringspier in de anus. Dit komt nogal
eens voor na een zware bevalling. Men voelt wel aandrang,
maar kan de ontlasting niet ophouden. Vaak zijn er op
jongere leeftijd nog geen problemen, maar na verloop
van tijd wel, omdat de kringspier bij het ouder worden
verslapt.
• Achteruitgang van de werking van de kringspier bij oudere
mensen. Ook het aandranggevoel verdwijnt. Hierdoor
merken zij niet dat zij ontlasting verliezen.
• Beschadiging van de zenuwen die de kringspier en de
bekkenbodemspieren aansturen door een operatie, ziekte
of ouderdom. Dit kan soms gebeuren bij het weghalen van
fistels (pijpzweren) of zweren. Vaak is er geen aandrang en
merkt men pas dat men ontlasting heeft laten lopen als
het al gebeurd is.
• Neurologische aandoeningen zoals Multiple Sclerose of
een open ruggetje. De ziekte veroorzaakt een beschadiging
van de zenuwen die de kringspier en bekkenbodemspieren
aansturen.
• ‘Verzakking’ van de endeldarm (rectumprolaps), waardoor
de endeldarm bij de stoelgang gedeeltelijk naar buiten
wordt geperst. De kringspier rekt hierdoor steeds
verder op en raakt beschadigd. Op den duur leidt dit tot
incontinentie.
7
• Ziekte van het darmslijmvlies zoals de ziekte van Crohn
en colitis ulcerosa. Als het slijmvlies van de endeldarm
ontstoken is, veroorzaakt dit een versterkt aandranggevoel, waardoor de ontlasting veel moeilijker op te houden
is.
• Chronische diarree. Sommige patiënten hebben voortdurend onverklaarbare dunne ontlasting die moeilijk op te
houden is.
• Chronische verstopping waardoor zogenaamde overloopdiarree of ‘soiling’ optreedt. Hierbij lekt dunne ontlasting
langs de harde ontlastingsprop die in de endeldarm zit.
Vooral bejaarden die te weinig bewegen en te weinig
drinken hebben hier nogal eens last van.
Wat kan de (huis)arts doen?
De huisarts zal aan de hand van een gesprek, een uitwendig
onderzoek van het gebied rond de anus en een inwendig
onderzoek, erachter proberen te komen waar de problemen
liggen. Voor het inwendig onderzoek zal hij met een gehandschoende vinger de binnenkant van uw anus onderzoeken om
een indruk te krijgen van de kracht van de kringspier. Ook zal
hij de toestand van het slijmvlies van de endeldarm bekijken.
Al naar gelang zijn bevindingen, zal hij wellicht kunnen bepalen
wat de oorzaak van de incontinentie is.
8
Onderzoek
Soms zal de huisarts u eerst nog doorverwijzen voor nader
onderzoek in het ziekenhuis. Dit kan zijn een:
• Endoscopie
Met een endoscopie kan de arts de binnenkant van uw
endeldarm en uw anus bekijken. Hiermee kan hij veel te
weten komen over uw klachten en of er misschien ontste
kingen of poliepen in de darm zijn. Het onderzoek wordt
gedaan met behulp van een speciaal apparaat, de
endoscoop. Een endoscoop bestaat uit een dunne flexibele
glasvezelbuis, die licht kan doorgeven. Aan de onderkant
van de buis zit een klein lampje dat de binnenkant van
uw darm verlicht. Aan de bovenkant zit een kijkertje waar
de arts doorheen kijkt. Sommige endoscopen hebben aan
de bovenkant ook een piepkleine videocamera, waardoor
het onderzoek op een televisiescherm te volgen is.
Bovendien kunnen er tijdens de endoscopie foto’s, films
of dia’s worden gemaakt. Dit stelt uw arts en uzelf in staat
de beelden achteraf nog eens rustig te bekijken.
• Anale manometrie,
dit is een apparaatje waarmee de knijpkracht van de
kringspier kan worden gemeten.
• Endo-anale echo,
hiermee kunnen beschadigingen aan de anale kringspier
worden opgespoord. Om dit onderzoek te doen, wordt
een klein staafje in uw anus gebracht dat geluidsgolven
kan uitzenden en ontvangen. Aan de hand van de uitslagen
kan de arts zien of en zo ja, welke beschadigingen er aan
de kringspier zijn. Dit onderzoek is niet pijnlijk.
9
• Röntgenonderzoek (defecografie)
waarbij de endeldarm met contrastmateriaal wordt
gevuld. Door het maken van foto’s tijdens het aanspannen
en ontspannen van de kringspier en tijdens het persen
wordt een indruk gekregen van de stoelgangproblemen.
Behandeling
Al naar gelang de oorzaak kan de (huis)arts een bepaalde
behandeling adviseren.
• Worden uw klachten veroorzaakt door chronische
diarree, dan zal de arts u een voedingsadvies geven en
medicijnen voorschrijven om de ontlasting in te dikken.
• Is chronische verstopping de boosdoener, dan zal de arts u
een vezelrijk dieet adviseren in combinatie met zogenaamde bulkvormers en eventueel laxeermiddelen. Bulkvormers zijn vezels in poedervorm die met een glas water
moeten worden ingenomen. De vezels absorberen vocht
(spons!) en zorgen er zo voor dat de ontlasting zacht blijft.
Daarnaast zal de arts u adviseren om vezelrijke voeding te
gebruiken en voldoende te drinken; minstens 11⁄2 à 2 liter
per dag.
• Bij een verslapte kringspier en/of bekkenbodemspieren, kan het trainen van de bekkenbodemspieren in de
vorm van fysiotherapie of speciale ‘biofeedbacktraining’
uitkomst bieden. De huisarts kan u hiervoor doorverwijzen naar een fysiotherapeut. In meerdere ziekenhuizen in
Nederland zijn speciale bekkenbodemteams, waar mensen
met ontlastingsincontinentie terecht kunnen. Hier zijn ook
fysiotherapeuten aan verbonden die goed op de hoogte
zijn van de bekkenbodemproblematiek.
10
• In sommige gevallen kan de kringspier met een operatie
worden hersteld of kan zelfs een ‘nieuwe kringspier’
worden gemaakt van een spier ergens anders uit het
lichaam.
• De arts kan u ook hulpmiddelen zoals ‘broekluiers’ en
anaaltampons voorschrijven. Deze zijn gemaakt van
lichaamsvriendelijke schuimstof en zorgen ervoor dat er
geen ontlasting wegvloeit. De anaaltampon neemt vocht
op maar geen ontlasting. De opgezwollen tampon sluit
de weg naar buiten af voor de ontlasting. Hij wordt door
middel van een applicator, een speciaal instrumentje om de
tampon in te brengen, tot boven de sluitspier ingebracht
en kan daar acht uur blijven zitten. U kunt hiermee alles
doen: zwemmen, fietsen, wandelen enzovoorts. Voor u met
anaaltampons begint, krijgt u in het ziekenhuis hulp en
instructie van een verpleegkundige.
• Spoelen. Door elke dag de dikke darm schoon te spoelen
met 1 tot 1,5 liter water, is men gedurende een aantal
uren gevrijwaard van ‘ongelukjes’.
• In zeer ernstige gevallen kan de arts samen met u
besluiten om een ‘stoma’ aan te leggen. Er wordt dan
een kunstmatige darmuitgang gemaakt door middel van
een sneetje in uw buikwand, waar het uiteinde van de
dikke darm aan wordt vastgehecht. De ontlasting wordt
opgevangen in een klein luchtdichtzakje, dat u regelmatig
verschoont. Een stoma wordt operatief aangelegd.
• Er zijn nieuwe technieken in ontwikkeling waarbij goede
resultaten worden behaald (malonetechniek en sacraalzenuwstimulatie). Overleg met uw behandelend specialist of
een van deze technieken voor u geschikt is.
11
Wat kunt u zelf doen?
Wat u wel of niet zelf kunt doen, hangt voor een groot deel
af van de oorzaak van uw klachten. Hebt u overloopdiarree door chronische verstopping, dan is het verstandig om
die verstopping aan te pakken. Uw huisarts heeft u hiervoor
middelen voorgeschreven die u moet innemen. Zelf kunt u uw
manier van eten veranderen. Eet meer volkorenproducten en
meer groente en fruit. Deze voedingsmiddelen bevatten veel
voedingsvezels, die belangrijk zijn voor een gezonde darmwerking. Bovendien bevatten ze veel vitamines en die zijn voor uw
algehele gezondheid onmisbaar. Vergeet daarbij niet voldoende
te drinken. Ook is het verstandig om dagelijks te bewegen. Dit
masseert de darm en stimuleert de darmwerking.
Worden uw klachten veroorzaakt door een verslapte
kringspier of verzwakte bekkenbodemspieren, dan kunt u
deze door intensieve training weer sterker maken.
Hebben uw klachten een oorzaak waar u zelf weinig of niets
aan kunt veranderen, bijvoorbeeld een beschadigde kringspier
door inscheuren tijdens de bevalling, ga dan naar uw huisarts.
Ook hier kan heel vaak iets aan worden gedaan.
Hoe verder?
Ontlastingsincontinentie is een vervelend probleem dat uw
leven danig in de war kan sturen. Als u te pas en te onpas
ontlasting verliest en een onaangename geur verspreidt, zult
u zich liever niet veel onder de mensen begeven. Begrijpelijk,
maar hiermee doet u uzelf en de mensen in uw omgeving
onnodig te kort, want voor veel oorzaken is wel een
oplossing te vinden. Dus praat erover met uw huisarts!
12
Er zijn in Nederland naar schatting nog zo’n 200.000 andere
mensen met dezelfde problemen. U bent dus niet de enige;
een reden temeer om u niet te hoeven schamen. Soms zijn
uw klachten te verhelpen met een simpel hulpmiddel, zoals
bijvoorbeeld een anaaltampon, waarna u weer ongehinderd
aan het leven kunt deelnemen. Dat is plezierig; voor u en voor
uw familie en vrienden.
Praten met een lotgenoot
Patiënten Vereniging Neurostimulatie Korhoenstraat 10
4901 AN Oosterhout
Telefoon 035 - 525 04 85
Verdere informatie
Mocht u na het lezen van deze folder/ dit boekje nog vragen
hebben, dan kunt u die voorleggen aan de assistentes van de
polikliniek voor chirurgie, telefoon (0341) 463777, van 08.30
– 12.00 en van 13.30 – 16.30 uur.
Ook kunt u terecht bij de
Maag Lever Darm Stichting
Postbus 430, 3430 AK Nieuwegein
Telefoon
030 60 55 88 1
Fax
030 60 49 87 1
Internet
www.mlds.nl
E-mail
[email protected]
13
14
Uitgave:
Patiëntencommunicatie
Harderwijk, januari 2013
CAZ CH 86.01.13
Ziekenhuis St Jansdal
Wethouder Jansenlaan 90
3844 DG Harderwijk
Postbus 138
3840 AC Harderwijk
Telefoon (0341) 463911
www.stjansdal.nl
Download