Inspiratieboek snelle fietsroutes Hillie Talens Inspiratieboek Ontwerprichtlijn Het boek bevat: • Goede voorbeelden/veel illustraties • Beleids- en procesinformatie • Opmerkingen van geïnterviewden • Ontwerpsuggesties • Tips voor communicatie Met als doel: • Gebruiker bewuste keuze laten maken • Inflatie begrip ‘snelle fietsroute’ tegengaan Snelle fietsroutes Het geheel is meer dan de som van de delen: ))))): Waarom investeren in de fiets? Om voor de hand liggende redenen als: schoon, gezond, goedkoop veilig, gezellig. Maar ook om redenen als: Aantrekkelijke steden Duurzame mobiliteit Toegankelijkheid en bereikbaarheid ook voor de auto’s Ketenmobiliteit .. Belangrijke feiten en kansen: • 25% forenzen op de fiets • 1% toename leidt tot 27 million euro vermindering kosten gezondheidszorg • 10% meer fietsgebruik = 15% minder files Kansrijke corridors voor snelle fietsroutes Minder congestie door fietsmaatregelen Wat is een snelle fietsroute? Snelle fietsroute Regio: hoofdverbinding Stad: verbindend netwerk Wijk: verdelend netwerk Buurt: ontsluitend netwerk Wat is een snelle fietsroute? • Waar begint het? • Hoe passeert het een kern? • Waar komt het uit? • Hoe gaat het verder? Wat is een snelle fietsroute? Einddoel: nationaal netwerk • Overheidsbeleid – – – – Bestuurlijke kansen Integraal werken Wensenlijst snelle fietsroutes Toekomst snelle fietsroutes • Beleidsdoelen – Elkaar versterkende doelen – No-regret investering • Maatschappelijke baten – Gezondheidseffecten – Bereikbaarheid – Omgevingskwaliteit gebruik Beleid Meer fietsers: extra breedte E I BIT AM Langere afstanden: sneller, minder oponthoud, minder stopkans afstand Proces 5 belangrijke punten – – – – Organisatie Procesmanager Werkgroep Communicatie • Politieke besluitvorming • Ruimtelijk/verkeerskundig traject – Verkennen en inventariseren – Maatregelenpakket • Financiën • Monitoring Maas-Waalkanaal Rijksweg Flank van Malden Langs het spoor Communicatie 3 communicatiesporen: • inhoudelijke spoor: – Voor: betrokken overheden; – Over: visievorming, nut/noodzaak en draagvlak; • acquisitiespoor – Voor: relevante en geïnteresseerde bedrijven; – Over: bij proces te betrekken en samen fietscampagne op zetten; • gebruikersspoor – Voor: forensen langs de beoogde route, – Over: hen verleiden de fietsroute te gaan gebruiken 5 hoofdeisen • Samenhang – zowel voor de route als geheel, als met de omgeving • Directheid • Aantrekkelijkheid – zowel de omgeving voor de fietser als de fietsroute voor de omgeving • Veiligheid • Comfort – zowel in langsrichting als in dwarsrichting 2 basistypes • Ambitieus • Minimaal De beslissers weten daartussenin wel een geschikt compromis te vinden. Ontwerpen met veel elementen onder het minimaal niveau zijn ‘gewone’ fietsroutes. De 5 hoofdeisen ingevuld Vindbaarheid samenhang AMBITIE (x) schaalniveau van de eis Herkenbaar als fietsroute (B): minimaal twee continue herkenbare elementen Route self explaining (B) (A) = wegvak of kruispunt (B) = route MINIMUM NIVEAU COMPENSERENDE MAATREGELEN Herkenbaar als fietsroute Aanvullen met routeborden, bewegwijzering, routesymbolen Consistentie in kwaliteit Eenduidigheid in materialen (B) en maatvoering (B) Routekeuzevrijheid Minimaal twee verschillende routes door verschillende omgeving (B) Kruissnelheid: 30 km/h (A) Afwikkelingssnelheid directheid Oponthoud Geen oponthoud (B) Omgereden afstand < 1,1 (B) Een goede snelle route Trajectsnelheid: Minimaal 25 km/h Van poort tot poort < 1,2 (B) Extra ruimtelijke kwaliteit: groen, verlichting, meubilair etc Aanduiden minder snelle alternatieve route Beperk lagere snelheid tot logische plekken, compenseer elders. Sneller waar het kan, langzamer waar het moet. Maatregelen in VRI Oversteek in etappes Aantrekkelijkheid, Omgeving aantrekkelijk beleefbaar: afwisseling in landschap en beleving stedelijke omgeving, groen en water, zichtlijnen, landmarks, sociale omgeving, aanleidingen om de rit te onderbreken, informatie (B) aantrekkelijkheid Sociale veiligheid Geen hinder van route voor omgeving (A) Alle route Ten minste een alternatieven onder sociaal veilige route alle omstandigheden (B) prettig (B): Verlichting Afstand tot beplanting Sociale controle veiligheid Veiligheid: Geheel autovrij (A) <500 mvt/etmaal (A) Inrichting als ontmoetingen Bij snelheid > 30 km/h Bij snelheid > 50 km/h fietsstraat gemotoriseerd verkeer ongelijkvloers (A) ongelijkvloers (A) Snelheidsremming, rotondes Veiligheid: Geen obstakels in vrije ruimte van het fietspad (A) vergevingsgezind Voldoende breed om in te halen (A) fietspad Verharding Maatregelen om niet van het fietspad te raken Asfalt of beton (A) Vlak en stroef (A) Beperk alternatieven Heuvelachtigheid X>20* (A) tot logische plekken Onderbrekingen in Stopkans Weerhinder Geen stops (B) Max 0,4 stops/km (B) Maatregelen op windgevoelige plekken (A) Verkeershinder Schuilmogelijkheden (A) Geen hinder (geluid, Minimaal een autoluw X>10* (A) lange hellingen comfort stank, luchtkwaliteit) van langsrijdend gemotoriseerd verkeer (A) alternatief (B) Routeniveau: fiets en auto • Ontvlechten – Gezondheid – Veiligheid – Aantrekkelijkheid • Bundelen – – – – – Directheid Samenhang Comfort Sociale veiligheid Herkenbaarheid • Functie autoverkeer Routeniveau: gebiedstypen Dolte onderscheidt drie gebiedstypen bij de inpassing van snelle fietsroutes: • centrum: kern/binnenstad met centrale voorziening; • buitenrand: woon en werkgebieden uit de binnenstad; • tussenland: buitengebied tussen de kernen. Routeniveau en hoofdeisen • Aantrekkelijke inpassing: – Fiets: beleving sociale veiligheid – Omgeving: karakter, beschikbare ruimte – Overig: medegebruik, dwarsrelaties • Samenhang: – Vindbaarheid – Continuïteit – Relatie met omgeving • Veiligheid – Begrijpelijkheid oplossing Routeniveau en hoofdeisen Hulpmiddelen aantrekkelijkheid en herkenbaarheid • Eenduidige richting • Herkenbare geleiding • Wegdek • Verlichting • Routeborden • Gebruik landmarks Routeniveau: passage centrum Wegvakken en kruispunten • Ideaal dwarsprofiel Wegvakken Medegebruik • Auto’s toegestaan: fietsstraat • Voetgangers niet toegestaan: trottoir/voetpad toevoegen • Ruiters niet toegestaan Kruispuntsprincipes • • • • ongelijkvloerse kruisingen. kruispunten met voorrang voor de fietsroute; rotondes met fietsers in de voorrang; verkeerslichtenregeling met prioriteit voor hoofdfietsrichting Wees volledig Als een element niet goed is uitgevoerd, wordt het geheel niet goed ))))(: