VITAMINE K EN cumarinederivaten Voorwoord Geachte diëtist, Voor u ligt de brochure “Vitamine K en cumarinederivaten”. Deze is gebaseerd op literatuur- en veldonderzoek, uitgevoerd door een groep afstudeerders van de opleiding Voeding en Diëtetiek in opdracht van Sorgente. Mensen die kans hebben op trombose gebruiken dagelijks antistollingsmiddelen om trombose tegen te gaan. Ruim twee procent van de Nederlandse bevolking gebruikt een cumarinederivaat (cumarine) als antistollingsmiddel en dit aantal neemt jaarlijks toe.10 Vitamine K bevordert de bloedstolling en heeft daarom een tegengestelde werking aan cumarines. De aanleiding voor het laten uitvoeren van de afstudeeropdracht is dat er over de werking van vitamine K en de interactie hiervan met cumarinederivaten nog veel onduidelijkheid bestaat. Sorgente krijgt regelmatig vragen van diëtisten over de invloed van drink- en sondevoedingen met vitamine K op de antistollingstherapie. Wij willen als specialist op het gebied van medische voeding u graag een handvat aanreiken en kennis delen over dit onderwerp. Wetenschappelijke literatuur omtrent de interactie tussen vitamine K en cumarinederivaten is beperkt en binnen de uitkomsten van beschikbare onderzoeken bestaan veel discussiepunten. Deze brochure biedt daarom geen concrete richtlijnen maar meer achtergrondinformatie en handreikingen voor de praktijk. De diëtist is de deskundige op het gebied van voeding en verantwoordelijk voor het vertalen van de literatuur naar een dieetbehandeling op maat. Om consensus te bereiken is verder onderzoek naar de klinische betekenis van de interacties tussen vitamine K en cumarinederivaten nodig. 2 Deze brochure is mede tot stand gekomen door de medewerking van diëtisten in het werkveld en wordt ondersteund door VoedingOnline, het Vitamine Informatie Bureau en de Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Wij hopen u hiermee een nuttig naslagwerk te bieden. Femke Belder Productspecialist medische voeding /diëtist Sorgente Vitamine K en cumarinederivaten Vitamine K Zonder vitamine K is er geen bloedstolling mogelijk want vitamine K helpt bij de aanmaak van stollingsfactoren in het bloed. Cumarines beïnvloeden de stollingsfactoren door een deel van het vitamine K-metabolisme te blokkeren.38, 73 Vitamine K is een vetoplosbaar vitamine. In de dagelijkse voeding komt vitamine K voor in de vorm van vitamine K1 en vitamine K2.61 Drink- en sondevoeding bevat alleen vitamine K1. Het vitamine K1-gehalte in drinkvoeding varieert van 0 µg t/m 27 µg per 100 ml en in sondevoeding van 0 µg t/m 21 µg per 100 ml.1, 17, 46, 47 (Multi)vitaminesupplementen bevatten vitamine K1 of K2 variërend van 0-500 µg.37, 68 Het aandeel van vitamine K2 in de Westerse voeding is slechts 10-20% van de totale vitamine K-inname maar wordt wel beter geabsorbeerd.43, 61, 68, 70, 4 De vitamine K1-absorptie varieert sterk (4 tot bijna 100%) en is afhankelijk van de voedingsmatrix. Dit houdt in dat de absorptie afhangt van de mate waarin vitamine K gebonden wordt aan structuren zoals chlorofyl. Door koken, malen en kauwen komt vitamine K1 beter beschikbaar.30, 61, 57, 68 Een andere voorwaarde voor vitamine K1-resorptie is vet in de voeding.30, 68 Trombose Bloedstolsels ontstaan op de wand van bloedvaten, als deze ruw, ontstoken of beschadigd zijn. Als een dergelijk bloedstolsel losraakt van de wand, spreken we van trombose. Door trombose vernauwt het bloedvat waardoor het bloed minder goed stroomt. Ook kan het bloedvat helemaal afgesloten raken.37 Vitamine K-behoefte In Nederland heeft de Gezondheidsraad (nog) geen voedingsnormen voor vitamine K vastgesteld bij volwassenen, omdat er onvoldoende bekend is over de hoeveelheid die toereikend is.21 Ook is er geen aanvaardbare bovengrens vastgesteld, omdat bij gezonde personen geen negatieve effecten bekend zijn.21, 30 Vitamine K-inname en –absorptie Nederlanders krijgen vitamine K1 uit voedingsmiddelen vooral binnen via groene groenten, koolsoorten, fruit, plantaardige oliën en noten. Vitamine K2 wordt met name geleverd door kaas en gefermenteerde melkproducten.24, 38, 68, 69, 71, 72 Drink- en sondevoedingen zijn dieetvoedingen voor medisch gebruik. Ze worden voorgeschreven wanneer de inname van voedingsmiddelen ontoereikend is. Drink- en sondevoedingen kunnen als aanvulling op de voeding worden geadviseerd of als volledige voeding dienen. Meer informatie over vitamine K treft u aan in het e-book “Alles over vitamine K” (www.voedingonline.nl). U vindt de vitamine K-gehaltes van basisvoedingsmiddelen, drink- en sondevoedingen en veel gebruikte multivitaminepreparaten in de bijlage. De vitamine-K gehalten van drink- en sondevoedingen staan tevens vermeld in het Overzicht Drinkvoedingen 2012 en Overzicht Sondevoedingen 2012 van Sorgente. Antistollingsmiddelen Artsen schrijven antistollingsmiddelen voor bij trombose na een hartinfarct, beroerte of bij hartritmestoornissen. De drie categorieën antistollingsmiddelen die in Nederland worden ingezet zijn de heparines, de cumarines en de trombocytenaggregatie-remmers. Elke groep heeft zijn eigen indicaties en werkt op verschillende plaatsen in het stollingsproces.11, 37 Cumarines In Nederland worden de cumarines acenocoumarol (kortwerkend) en fenprocoumon (langwerkend) gebruikt. Fenprocoumon wordt verstrekt onder de naam Marcoumar®.11 Acenocoumarol is generiek verkrijgbaar.11 Bij patiënten die cumarines gebruiken wordt gestreefd naar een stabiele bloedstolling. De International Normalized Ratio (INR) geeft de mate van bloedstolling weer. Hoe hoger de INR, hoe lager de bloedstolling en hoe lager de INR, hoe hoger de bloedstolling.14 3 Een instabiele INR kan diverse oorzaken hebben waaronder de interactie met vitamine K, therapieontrouw, de toedieningswijze van het cumarine, bijkomende ziekten en interacterende medicatie.14 Het vroegtijdig signaleren van een instabiele INR voorkomt ernstige afwijkingen van het instellingsniveau. Na de start met het cumarine en de periode na een opname controleert de trombosedienst binnen enkele dagen tot maximaal een week de INR totdat de juiste dosering is gevonden om de INR in het streefgebied te handhaven. Daarna wordt de controletermijn geleidelijk uitgebreid tot 6 weken.14 Wijze van inname Het innamemoment van voedingsmiddelen beïnvloedt de opname van cumarines in het lichaam nauwelijks. Patiënten kunnen cumarines daarom voor, tijdens of na de maaltijd innemen.11, 37 Bij sondevoeding is het innamemoment van groter belang. 12, 29, 40, 49 4 Uit wetenschappelijke literatuur blijkt dat het tijdelijk stopzetten van de sondevoeding bij continu voeden, één uur voor en één uur na inname van de cumarine, kan zorgen voor een significant stabielere INR.12 Mogelijke oorzaken hiervoor zijn de interactie met vitamine K of een verminderde biologische beschikbaarheid van de cumarine door de binding aan eiwitten uit de sondevoeding.2, 12, 23, 28, 29, 40 Wanneer patiënten medicijnen via de sonde krijgen toegediend kunnen restdeeltjes medicijnen aan de wand van de sonde plakken. Ook dit kan de opname verminderen. Daarom heeft orale inname van medicijnen de voorkeur.25 Meer informatie over het toedienen van medicijnen aan patiënten met sondevoeding en een beslisboom om alternatieve mogelijkheden te onderzoeken vindt u in het “Handboek Enteralia” (Heijenbrok-van Herpen & Hospes 2009). De interactie tussen vitamine K en cumarines Vitamine K bevordert de bloedstolling en heeft daarmee een tegengestelde werking aan cumarines. Daar staat tegenover dat door het gebruik van cumarines een chronisch vitamine K-tekort kan optreden.4, 9, 26, 56, 66, 68 Ook dit heeft effect op het stollingsevenwicht. Daarnaast kan langdurig gebruik van cumarines leiden tot een verhoogd risico op osteoporose en botfracturen.8, 18, 48, 50, 68 Een stabiel vitamine K-gehalte in de voeding draagt bij aan een stabiele INR.39, 68 Onderzoek toont aan dat fluctuaties in de vitamine K-inname minder effect hebben op de INR en dat er makkelijker stollingsstabiliteit wordt bereikt als de dagelijkse vitamine K-inname hoog is.6, 7, 13, 20, 27, 34, 42, 51, 53, 54, 62, 63, 68 Bij patiënten met een lage vitamine K-inname steeg de INR en bleek deze onstabieler.20, 54, 68 De kans op een lage vitamine K-status en een instabiele INR is groter bij ondervoede patiënten.16, 35, 36, 41, 68 Voedingsmiddelen Via de normale voeding worden veelal niet hele grote schommelingen bereikt omdat de voedingsmatrix de vitamine K-absorptie beperkt.61, 30, 57, 64 Verschillen van meer dan 250 µg vitamine K per dag in de normale voeding kunnen van invloed zijn op de werking van cumarines.52 Bovenmatig alcoholgebruik kan de lever beschadigen. Omdat de lever stollingsfactoren produceert kan dit de INR verminderen en hiermee de antistollingsbehandeling beïnvloeden. 14, 33, 43 Drinkvoeding en sondevoeding Het gebruik van cumarines is geen contra-indicatie voor medische voeding met vitamine K.14 Er is weinig bekend over de relatie tussen vitamine K uit drink- en sondevoeding en de INR. Uit veldonderzoek van Sorgente naar de advisering van drink- en sondevoedingen bij het gebruik van cumarines kwam naar voren dat 13% van de ondervraagde diëtisten rekening houdt met de vitamine K-inname.7 Omdat vitamine K als zodanig wordt toegevoegd aan drink- en sondevoeding is de voedingsmatrix beperkt. Daarom zal vitamine K uit drink- en sondevoeding beter worden geabsorbeerd dan vitamine K uit normale voedingsmiddelen. Ook is bewezen dat de INR van ondervoede patiënten die cumarines gebruiken gevoeliger is voor veranderingen in de vitamine K-inname.16, 23, 35, 36, 41 Patiënten die drink- of sondevoeding gebruiken zijn vaker ondervoed of hebben een risico op ondervoeding. In een drietal onderzoeken uit de jaren tachtig en enkele casestudies naar de invloed van sondevoeding met vitamine K is een verminderde werking van cumarines beschreven.2, 12, 23, 28, 29, 40, 49, 68 Voedingssupplementen De vitamine K-inname kan sterk toenemen door het gebruik van voedingssupplementen met een hoog gehalte aan vitamine K. Daarnaast wordt vitamine K uit voedingssupplementen zeer goed geabsorbeerd.19, 61, 64, , 68, 69 Bij het gebruik van supplementen tot een dosering van 100 µg vitamine K1 verandert de bloedstolling niet noemenswaardig.59, 68 Bij meer dan 50 µg vitamine K2 kan de werkzaamheid van cumarines al verminderen, omdat het langer duurt voordat vitamine K2 uit het bloed verdwenen is.60, 68 Tips bij cumarines In het ideale geval is er een evenwicht tussen de werking van cumarinederivaten en vitamine K. Een goede samenwerking tussen diëtisten, (huis)artsen en trombosediensten is daarom een voorwaarde om een optimale antistollingstherapie te bewerkstelligen. Naar aanleiding van beschikbaar onderzoek heeft Sorgente enkele tips opgesteld die meegenomen kunnen worden in de totale dieetbehandeling. De diëtist bepaalt het uiteindelijke dieetadvies. Helaas is er nog veel onduidelijk. Verder onderzoek naar de klinische relevantie is nodig om richtlijnen op te stellen en deze te implementeren in de praktijk. Heeft uw patiënt een grote kans op trombose? Vraag het gebruik van cumarines na. Algemeen: • Inventariseer het gebruik van vitamine K-bevattende producten. Met de tabellen in de bijlage kunt u de dagelijkse vitamine K-inname berekenen; • Adviseer een gevarieerd adequaat eetpatroon met een constante hoeveelheid vitamine K. Fluctuaties boven 250 µg vitamine K per dag kunnen de INR beïnvloeden;52 • Matig het alcoholgebruik (maximaal twee glazen per dag). Alcohol heeft mogelijk invloed op de INR;14, 33, 43 • Raad voedingssupplementen met een vitamine K-gehalte boven de 50-100 µg af tenzij geadviseerd door de arts. Als een patiënt al een vitamine K-supplement gebruikt stop of wijzig deze dan niet zonder overleg met de trombosedienst.44 Medische voeding • Het wijzigen van de dosering of het merk: drink- of sondevoeding heeft invloed op de vitamine K-inname. Houd de dagelijkse inname van vitamine K uit medische voeding zo constant mogelijk; • Orale inname van cumarines hebben de voorkeur. Toediening via de sonde geeft kans op verstopping en het vastkleven van restdeeltjes aan de wand van de sonde; 2, 12, 23, 25, 28, 29, 40 • Zet bij continu voeden de sondevoeding bij voorkeur, één uur voor en één uur na inname van de cumarine stop. Dit kan zorgen voor een significant stabielere INR.12 5 Bijlage Tabel 1 Vitamine K-gehalte in basisvoedingsmiddelen Voedingsmiddel 6 3, 12, 31, 65, 68 Vit. K (µg Voedingsmiddel per 100 g/ 100 ml) Groenten, fruit en noten Vlees en vis (onbereid) Tarwegrassap 1000 Rundvlees Natto (gefermenteerde sojabonen) 939 Kippenborst Boerenkool, gekookt 817 Kippenpoot Spinazie, gekookt 494 Varkensvlees Raapstelen, gekookt 367 Varkenslever Andijvie, rauw 230 Gehakt Spruiten, gekookt 194 Salami Broccoli, gekookt 141 Boterhamworst Sla, rauw 126 Eendenborst Kool, gekookt 109 Garnalen Kelp (zeewiersoort) 66 Makreel Asperges, gekookt 51 Haring Zuurkool, gekookt 25 Schol Doperwten, gekookt 24 Paling Bloemkool, gekookt 14 Zalm Kiwi 40 Pruimen, geweld 26 Brood Avocado 21 Volkorenbrood Zwarte bessen 20 Tarwebrood Appel 3 Zuurdesembrood Banaan 0,3 Sinaasappel 0,1 Vetten en oliën Gemengde noten 13 Soja-olie Cashewnoten, geroosterd 35 Margarine Olijfolie Melkproducten en eieren Boter Kaas 48-105 Maïsolie Chocolade 7 Zonnebloemolie Slagroom 5 Melk 0,7-5 Dranken Yoghurt 0,8-2 Thee Karnemelk - Koffie Eidooier 2 Sinaasappelsap Eiwit - Vit. K (µg per 100g/ 100 ml) 0,6 0,3 0,2 2 2 4 2 0,1 2 0,1 0,3 0,1 8 1 1 184 92 60 15 3 6 0,3 - Tabel 2 Vitamine K-gehalte in veel gebruikte multivitaminepreparaten voor volwassenen, verkrijgbaar zonder recept (Multi)vitaminepreparaat Davitamon calcium D+K Davitamon actifit 50+ Davitamon actifit 65+ Davitamon kauwvitamines compleet Davitamon compleet mama Davitamon Mamafit Hema krachtig Multi totaal Hema Multi totaal Lucovitaal A-Z Lucovitaal Multi 50+ Axium multi extra Axiom multi met extra Echinacea Vit. K1 (µg per tablet) 500 75 75 100 75 80 70 60 75 (Multi)vitaminepreparaat Kruidvat Multi A-Z compleet Centrum volwassenen Centrum select 50+ Centrum performance Supradyn complex forte Supradyn weightsmart Supradyn complex energy Supradyn vital 50+ Dagravit totaal 30 Dagravit mama & baby Dagravit vitaal 50+ 37, 68 Vit. K1 (µg per tablet) 75 30 30 25 30 30 25 - Tabel 3 Vitamine K-gehalte in drinkvoedingen 1, 17, 46, 47 Categorieën* Merk Energieverrijkt Energie- en eiwitverrijkt Energieverrijkt met vezels Energie- en eiwitverrijkt met vezels Standaard Standaard eiwitverrijkt Standaard eiwitverrijkt met vezels Geconcentreerd Geconcentreerd met vezels Geconcentreerd eiwitverrijkt (Ziekte)specifiek Enlive Plus Fresubin Juicy DRINK Nutridrink Juice Style Provide Xtra DRINK Resource Energy Dessert Ensure Plus Ensure Plus Fresh Fresubin energy DRINK Nutridrink Nutridrink Yoghurt Style Resource Energy Resource Soup Fresubin protein energy DRINK Fresubin Yocrème Nutridrink Crème Nutridrink Protein Resource HP/HC Clinutren 1,5 Fibre Ensure Plus Fibre Fresubin energy fibre DRINK Nutridrink Multi Fibre Resource Energy Fruit Fresubin CRÈME Nutridrink Soup Fresubin Original DRINK Resource Fruit Ensure Plus CREME Ensure Plus HP Resource Dessert Resource Protein Nutridrink Fruit Fresubin 2 kcal DRINK Resource 2,0 Nutridrink Compact Ensure TwoCal Fresubin 2 kcal Fibre DRINK Resource 2,0 Fibre Nutridrink Compact Fibre Nutridrink Compact Protein AlitraQ Clinutren G - Diabetes Cubitan Diasip Elemental 028 Extra Ensure Plus Advance FortiCare Fresubin DB Drink Fresubin Thickened Drink Stage 1 Fresubin Thickened Drink Stage 2 Glucerna SR Inhoud (ml per Vit. K (µg per Vit. K (µg verpakkings- verpakkings- per 100 ml) eenheid) eenheid) 200 200 200 200 125 200 200 200 200 200 200 200 200 125 125 200 200 200 200 200 200 125 125 200 200 200 125 220 125 200 150 200 200 125 200 200 200 125 125 76 200 200 200 100 220 125 200 200 200 230 23,0 50,0 20,0 50,0 - 24,0 24,0 33,0 16,0 16,0 28,0 20,0 42,0 26,0 16,0 20,0 28,0 17,0 24,0 33,0 16,0 10,0 26,0 16,0 33,4 13,0 13,6 21,0 10,0 17,0 10,5 42,0 30,0 16,0 17,0 42,0 30,0 16,0 20,0 16,0 11,0 20,0 11,0 25,0 33,0 11,0 33,0 42,0 42,0 19,3 11,5 25,0 10,0 25,0 12,0 12,0 16,5 8,0 8,0 14,0 10,0 21,0 20,8 12,8 10,0 14,0 8,5 12,0 16,5 8,0 8,0 20,8 8,0 16,7 6,5 10,9 9,5 8,0 8,5 7,0 21,0 15,0 12,8 8,5 21,0 15,0 12,8 16,0 21,0 5,5 10,0 5,5 25,0 15,0 8,8 16,5 21,0 21,0 8,4 7 IsoSource MCT Modulen IBD Nepro Nutilis Complete Nutricia PreOp Oral IMPACT Peptamen ProSure Renilon 4,0 Resource Repair Renilon 7,5 Resource SeniorActiv Resource Support Plus Respifor Supportan DRINK Vivonex T.E.N. 80 100 200 125 200 74 200 220 125 200 125 200 125 1 125 200 80 16,0 5,6 17,0 16,0 - 20,0 11,0 22,0 14,0 22,0 14,0 34,0 6,0 14,0 42,0 16,0 20,0 5,6 8,5 12,8 27,0 5,5 10,0 11,2 11,0 11,2 17,0 12,8 11,2 21,0 20,0 *Gebaseerd op het Drinkvoedingskompas 2012 van Sorgente Tabel 4 Vitamine K-gehalte in sondevoedingen 1, 17, 46, 47 Categorieën* Merk 8 Standaard Standaard met vezels Standard eiwitverrijkt Standaard compleet Energieverrijkt Energieverrijkt met vezels Energie- en eiwitverrijkt Energie- en eiwitverrijkt met vezels Energiebeperkt met vezels Osmolite Fresubin Original Isosource Standaard Nutrison Nutrison Powder (bereid) Jevity Fresubin Original Fibre Isosource Standard Fibre Nutrison Multi Fibre Promote Fresubin 1000 Complete Fresubin 1200 Complete Nutrison 1000 Complete Multi Fibre Nutrison 1200 Complete Multi Fibre Osmolite HiCal Fresubin Energy Isosource Energy Nutrison Energy Jevity Plus Jevity HiCal Isosource Energy Fibre Fresubin Energy Fibre Nutrison Energy Multi Fibre Isosource Protein Fresubin HP Energy Nutrison Protein Plus Jevity Plus HP Isosource Protein Fibre Nutrison Protein Plus Multi Fibre Nutrison Advanced Protison Novasource start Nutrison Low Energy Multi Fibre Inhoud (ml per Vit. K (µg per Vit. K (µg verpakkings- verpakkings- per 100 ml) eenheid) eenheid) 500 500 500 1000 2000 500 500 500 500 500 1000 1000 1000 500 500 500 500 1000 500 500 500 500 500 500 500 1000 500 500 1000 500 500 1000 26,0 33,5 28,0 53,0 106,0 31,0 33,5 28,0 26,5 32,0 100,0 100,0 80,0 40,0 40,0 33,5 40,0 80,0 40,0 50,0 39,0 33,5 40,0 30,0 33,4 66,0 35,0 40,0 66,0 30,5 28,0 40,0 5,2 6,7 5,6 5,3 5,3 6.2 6,7 5,6 5,3 6,4 10,0 10,0 8,0 8,0 8,0 6,7 8,0 8,0 8,0 10,0 7,8 6,7 8,0 6,0 6,7 6,6 7,0 8,0 6,6 6,1 5,6 4,0 Energiebeperkt zonder vezels Geconcentreerd Ziektespecifiek Nutrison Pre TwoCal Nutrison Concentrated Glucerna Oxepa Nepro Perative Pulmocare AlitraQ Supportan Fresubin Hepa Diben Reconvan Survimed OPD Survimed OPD HN Fresubin Soya Fibre Intestamin Impact Novasource GI Control Sondalis G Peptamen AF Peptamen HN Peptamen Nutrison Advanced Peptisorb Nutrison Advanced Peptisorb Powder Nutrison Advanced Cubison Nutrison Soya *Gebaseerd op het Sondevoedingskompas 2012 van Sorgente 1000 1000 500 500 500 500 500 500 300 500 500 500 500 500 500 1000 500 500 500 500 500 500 500 1000 500 1000 1000 53,0 85,0 55,0 28,0 50,0 42,5 35,0 42,5 16,0 105,0 33,4 37,0 33,5 33,5 50,0 66,7 - 33,5 30,0 28,0 39,0 37,0 25,0 53,0 26,5 53,0 53,0 5,3 8,5 11,0 5,6 10,0 8,5 7,0 8,5 5,3 21,0 6,7 7,4 6,7 6,7 10,0 6,7 6,7 6,0 5,6 7,8 7,4 5,0 5,3 5,3 5,3 5,3 9 Literatuurlijst 10 1. Abbott Nutrition, Assortimentsoverzicht 2012 2. Akrabawi S.S. (1986). Warfarin and enteral nutrition products. J. Am. Diet. Assoc. 86: 1096 3. Assis de M.C., Rabelo E.R., Avila C.W., Polanczyk C.A., Rohde L.E. (2009). Improved Oral Anticoagulation After a Dietary Vitamin K–Guided Strategy. Circulation. 120:1115-1122 4. Berkner K.L. & Runge K.W. (2004). The physiology of vitamin K nutriture and vitamin K-dependent protein function in atherosclerosis. J. Thromb. Haemost. 2: 2118-2132 5. Bolton-Smith C., Price R.J., Fenton S.T. et al. (2000), Compilation of a provisional UK database for the phylloquinone (vitamin K1) content of foods. Br. J. Nutr. 83: 389-399 6. Booth S.L. (2010). Dietary vitamin K guidance: an effective strategy for stable control of oral anticoagulation?. Nutr. Rev. 68: 178-181 7. Brock, A., Meekes, R., Momberg, M. (2012) Interactie tussen vitamine K en cumarinederivaten, Sorgente (p. 110) 8. Caraballo P.J., Heit J.A., Atkinson E.J. et al. (1999). Long-term use of oral anticoagulants and the risk of fracture. Arch. Intern. Med. 159: 1750-1756 9. Cranenburg E.C., Schurgers L.J. & Vermeer C. (2007). Vitamin K: the coagulation vitamin that became omnipotent. Tromb. Haemost. 98: 120-125 10. CVZ (2011). Aantal gebruikers 2006-2010 voor ATC-subgroep B01AA: Vitamine K-antagonisten. Geraadpleegd op 12 oktober 2011, van www.gipdatabank.nl 11. CVZ (2011). Farmacotherapeutisch Kompas 2011. College voor Zorgverzekeringen (CVZ), Diemen 12. Dickerson, R.N. (2008). Warfarin resistance and enteral tube feeding: A vitamin K–independent interaction. Nutrition, 24: 1048-1052 13. Dismore M.L., Haytowitz D.B., Gebhardt S.E. et al. (2003), Vitamin K content of nuts and fruits in the US diet, J. Am. Diet, Assoc. 103:1650-1652 14. Federatie van Nederlandse Trombosediensten. (2011)2. De kunst van het doseren. Richtlijn, leidraad en informatie voor het doseren van vitamine K-antagonisten. Voorschoten: Federatie van Nederlandse Trombosediensten. (p. 54-61) 15. Ford SK, Moll S. Vita omized protocols. American Journal of Medicine. 116: 651–656 17. Fresenius Kabi, Assortimentsoverzicht 2012 18. Gage B.F., Birman-Deych E., Radford M.J. et al. (2006). Risk of osteoporotic fracture in elderly patients taking warfarin: results from the National Registry of Atrial Fibrillation 2. Arch. Intern Med. 23: 241-246 19. Garber A.K., Binkley N.C., Krueger D.C. et al. (1999). Comparison of phylloquinone bioavailability from food sources or a supplement in human subjects. J. Nutr. 129: 1201-1203 20. Gebuis E.P., Rosendaal F.R., Meegen E. van et al. (2011). Vitamin K1 supplementation to improve the stability of anticoagulation therapy with vitamin K antagonists: a dose-finding study. Haematologica 96: 583-589 21. Gezondheidsraad. (2009). Naar een voldoende inname van vitamines en mineralen. Den Haag: Gezondheidsraad 22. Gijsbers B.L, Jie K.S. & Vermeer C. (1996). Effect of food composition on vitamin K absorption in human volunteers. Br.J. Nutr. 76: 223-229 23. Gimmon Z. (1987). Oral anticoagulant therapy in patients who require nutritional support. JPEN 11: 102-103 24. Hartman, E. (2009). Mens en voeding. (6e druk) (3e oplage). Baarn: HBuitgevers 25. Heijenbrok-van Herpen, Th. & W. Hospes (2009). Handboek enteralia. Bohn Stafleu van Loghum, Houten 26. Hendler S.S. & Rorvik D.M. (2008). PDR for Nutritional Supplements. (2nd ed.). Thomson Reuters, Montvale (USA) 27. Holmes M.V., Hunt B.J. & Shearer M.J. (2011). The role of dietary vitamin K in the management of oral vitamin K antagonists. Blood Rev.: [Epub ahead of print] 28. Howard P.A. & Hannaman K.N. (1985). Warfarin resistance linked to enteral nutrition products. J. Am. Diet. Assoc. 85: 713-715 29. Iersel M.B. van, Blenke A.A., Kremer H.P. et al. (2004). Een patiënt met verminderde gevoeligheid voor acenocoumarol tijdens gebruik van sondevoeding. Ned. Tijdschr. Gneeskd. 148: 1155-1157 30. Institute of Medicine (2001). Dietary Reference Intakes for Vitamin A, Vitamin K, Arsenic, Boron, Chromium, Copper, Iodine, Iron, Manganese, Molybdenum, Nickel, Silicon, Vanadium, and Zinc. National Academy Press, Washington (USA) 31. Johnson, M.A. (2005). Influence of Vitamin K on Anticoagulant Therapy Depends on Vitamin K Status and the Source and Chemical Forms of Vitamin K. Nutrition Reviews. Vol. 63, No. 3. (pp. 91-100) 32. Kamao M., Suhara Y., Tsugawa N. et al. (2007), Vitamin K content of foods and dietary vitamin K intake in Japanese young women, J. Nutr. Sci. Vitaminol (Tokyo) 53: 464-470 33. Kaul V.V. & Munoz S.J. (2000). Coagulopathy of liver disease. Curr. Treat. Options Gastroenterol. 3: 433-438 34. Kim K.H., Choi W.S., Lee J.H. et al. (2010). Relationship between dietary vitamin K intake and the stability of anticoagulation effect in patients taking long-term warfarin. Tromb. Haemost. 104: 755-759 35. Kurnik, D., Loebstein, R., Rabinovitz, H., Austerweil, N., Halkin, H.& Almog, S. (2004). Over-the-counter vitamin K(1)-containing multivitamin supplements disrupt warfarin anticoagulation in vitamin K(1)-depleted patients. Journal of Thrombosis and Haemostasis. 92: 1018-1024 36. Kurnik, D., Lubetsky, A., Loebstein, R., Almog, S., & Halkin, H. (2003). Multivitamin supplements may affect warfarin anticoagulantion in susceptible patient. The Annals of Pharmacotherapy , 1603-1606 37. KNMP (z.d.). Medicijnen. Geraadpleegd op 12 oktober 2011, van http://www.apotheek.nl/Medische_informatie/Medicijnen 38. Mahan, L.K. & Escott-Stump, S. (2008). Krause’s Food & Nutrition Therapy. (12e druk). St. Louis, Missouri: Saunders, Elsevier Inc 39. Marcason W. (2007). Vitamin K: what are the current dietary recommendations for patients taking coumadin?. J. Am. Diet. Assoc. 107: 2022. 40. Martin J.E. & Lutomski D.M. (1989). Warfarin resistance and enteral feedings. JPEN 13: 206-208 41. McKeown, N.M., Jacques, P.F., Gundberg, C.M., Peterson, J.W., Tucker, K.L., Kiel, D.P., Wilson, P.W.F. & Booth, S.L. (2002). Dietary and Nondietary Determinants of Vitamin K Biochemical Measures in Men and Women. The Journal Of Nutrition. 132(6): 1329-1334 42. McCann J. & Ames B.N. (2009). Vitamin K, an example of triagetheory: is micronutrient inadequacy linked to diseases of aging?. Am. J. Clin. Nutr. 90: 889-907 43. Mehta R., Reilly J.J. & Olson R.E. (1991). Vitamin K therapy in severe liver disease. JPEN 15: 350-353 44. Miesner A.R. & Sullivan T.S. (2011). Elevated international normalized ratio from vitamin K supplement discontinuation. Ann. Pharmacother. 45: e2, 1-6 45. National Institutes of Health, 2003. Important information to know when you are taking: Coumadin® and vitamin K. National Institutes of Health: Warren Grant Magnuson Clinical Centre. Geraadpleegd op 5 oktober 2011, van http://ods.od.nih.gov/pubs/factsheets/coumadin1. pdf 46. Nestlé Health Science, Assortimentsoverzicht 2012 47. Nutricia Advanced Medical Nutrition, Assortimentsoverzicht 2012 48. Pearson D.A. (2007). Bone health and osteoporosis: the role of vitamin K and potential antagonism by anticoagulants. Nutr. Clin. Pract. 22: 517-544 49. Petretich, D.A. (1990). Reversal of Osmolite–warfarin interaction by changing warfarin administration time. Clinical Pharmacokinetics. 9:93 50. Philip W.J., Martin J.C., Richardson J.M. et al. (1995). Decreased axial and peripheral bone density in patients taking long-term warfarin. QJM 88: 635-640 51. Presse N., Kergoat M.J. & Ferland G. (2011). High usual dietary vitamin K intake is associated with low relative variability in vitamin K intake: implications for anticoagulant therapy. Br. J. Haematol. 153: 129-130 52. Rohde L.E., de Assis M.C. & Rabelo E.R. (2007). Dietary vitamin K intake and anticoagulation in elderly patients. Curr. Opin. Nutr. Metab. Care 10: 1-5 53. Rombouts E.K., Rosendaal F.R., Meer F.J. van der (2007). Daily vitamin K supplementation improves anticoagulant stability. Journal of Thrombosis and Haemostasis. 5: 2043-2048 54. Rombouts E.K., Rosendaal F.R. & Meer F.J. van der (2010). Influence of dietary vitamin K intake on subtherapeutic oral anticoagulant therapy. Br. J. Haematol. 149: 598-605 55. Rombouts E.K., Rosendaal F.R., Meer van der F.J.M. (2006). The effect of vitamin K supplementation on anticoagulant treatment. Journal of Thrombosis and Haemostasis. 4: 691-2 56. Roncaglioni M.C., Ulrich M.M., Muller A.D. et al. (1986). The vitamin K-antagonism of salicylate and warfarin. Thromb. Res. 42: 727-736 57. SCF (2003). Opinion of the Scientific Committee on Food on the tolerable upper intake level of vitamin K. Scientific Committee on Food (SCF), European Commission, Brussel (Belgium) 58. Schurgers L.J., Geleijnse J.M., Grobbee D.E. et al. (1999). Nutritional intake of vitamins K1 (phylloquinone) and K2 (menaquinone) in the Netherlands. J. Nutr. Environ. Med. 9:115-122 59. Schurgers L.J., Shearer M.J., Hamulyák K., Stöcklin E., Vermeer C. (2004). Effect of vitamin K intake on the stability of oral anticoagulant treatment: dose response relationships in healthy subjects. Blood. 104: 2682-2689 60. Schurgers L.J., Teunissen K.J., Hamulyák K. et al. (2007). Vitamin K-containing dietary supplements: comparison of synthetic vitamin K1 and natto-derived menaquinone-7. Blood 109: 3279-3283 61. Schurgers L.J. & Vermeer C. (2000). Determination of phylloquinone and menaquinones in food: effect of food matrix on cirulating vitamin K concentrations. Haemostasis 30: 298-307 62. Sconce, E., Avery, P., Wynne, H. & Kamali, F. (2007) Vitamin K supplementation can improve stability of anticoagulation for patients with unexplained variability in response to warfarin. Blood. 109(6): 2419-2423 63. Sconce, E., Khan, T., Mason, J., Noble, F., Wynne, H., Kamali, F. (2005). Patients with unstable control have a poorer dietary intake of vitamin K compared to patients with stable control of anticoagulation. Thrombosis and haemostasis. 93(5): 872-875 64. Shearer M., Barkhan P. & Webster G.R. (1970). Absorption and excretion of an oral dose of tritiated vitamin K1 in man. Br.J. Haematol. 18: 297-308 65. Shearer M., Newman P. (2008). Metabolism and cell biology of vitamin K. Thrombosis and Haemostatis. 100 (4): 530-47 66. Thijssen H.H., Soute B.A., Vervoort L.M. et al. (2004). Paracetamol (acetaminophen) warfarin interaction: NAPQI, the toxic metabolite of paracetamol, is an inhibitor of enzymes in the vitamin K cycle. Thromb. Haemost. 92: 797-802 67. USDA Food Composition database (2010), Nutrient Data Laboratory, Baltimore (USA) 68. Verheul-Koot, M. (2011). Alles over Vitamine K. VoedingOnline, Zegveld 69. Vermeer C. (1997). Nieuwe inzichten omtrent het belang van vitamine K in voeding; naast bloedstolling ook botstofwisseling en vaatwandbiologie. Voeding 58: 11-14 70. Vermeer C. & Braam L. (2001). Role of K vitamins in the regulation of tissue calcification. J. Bone Miner. Metab. 19: 201-206 71. Vitamine Informatie Bureau (z.d.). Vitamine K. Geraadpleegd op 15 september 2011, van http://www.vitamine-info.nl/alle-vitamines- en-mineralen-op-een-rij/vitamine-k 72. Voedingscentrum (z.d.). Vitamine K. Geraadpleegd op 15 september 2011, van http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/ vitamine-k.aspx 73. Whitney, E. & Rolfes, S.R. (2008). Understanding Nutrition. (11e druk). Belmont: Thomson Wadsworth. 11 Deze uitgave wordt u aangeboden door: In samenwerking met: Voeding Online e-books & e-learning voor professionals Sorgente B.V. Postbus 281 3990 GB Houten Telefoon: 030 – 634 62 68 Bron: Sorgente B.V. SO900 juli 2012