Essay Ontsnappen aan de standaard Patiënten willen persoonlijke zorg, afgestemd op hun individuele wensen en behoeften. Standaardisering en protocollering maken dit steeds lastiger. In het Canisius-Wilhelmina ziekenhuis keren we het tij met vier ‘patiëntrollen’. W Waar vroeger veel collectief geregeld en bepaald werd, hechten we tegenwoordig steeds meer waarde aan onze individuele vrijheid. Of het nu gaat over een nieuwe auto, een vakantie of een nieuwe inrichting van de woning: er valt simpelweg steeds meer te kiezen. Buiten de zorg is het mogelijk om ruimte te geven aan de enorme variëteit aan wensen en behoeften die bestaat in onze samenleving. Binnen de zorg is dat een heel ander verhaal. Dat is jammer voor de patiënt en voor de zorgverlener. Die zouden zich allebei vele malen gelukkiger voelen bij meer persoonlijke zorg. Er wordt binnen de zorg wel steeds meer gesproken over ‘patiëntgerichte zorg’ en ‘de patiënt centraal’, maar er bestaat nog veel onduidelijk over wat dit nu precies inhoudt. Er bestaat vooral overeenstemming over wat het niet is: zorg waarin de technologie, de arts, het ziekenhuisproces of de behandeling/ingreep centraal staat. Om ‘patiëntgerichtheid’ te operationaliseren, wordt veel onderzoek gedaan naar waar de patiënt nu eigenlijk behoefte aan heeft. Daaruit volgt een scala aan lijstjes van wensen en ergernissen waarmee zorgorganisaties aan 46 Skipr • nr. 1 • januari 2013 de slag kunnen om hun zorg persoonlijker te maken. In deze onderzoeken geven patiënten bijvoorbeeld aan dat zij het waarderen als de arts hen serieus neemt en voldoende tijd voor hen neemt. Als we deze ‘lijstjes’ opvolgen, resulteert dat dan in ‘patiëntgerichte zorg’? Zo simpel is het niet. Immers, ‘serieus genomen worden’ of ‘voldoende tijd krijgen’ betekent voor iedere patiënt iets anders. Belemmeringen Waarom is het zo lastig om in de zorg meer ruimte te geven aan de individuele wensen en behoeften? Ten eerste zien wij een belemmering in de bestaande cultuur binnen de zorg, waarin ‘solidariteit’ wordt verward met ‘one-size fits all’. Vanuit het solidariteitsbeginsel heeft iedereen, ongeacht zijn gezondheidsrisico, leeftijd of sociale klasse, dezelfde rechten op een breed zorgpakket van hoge kwaliteit. Voortrekkerij en discriminatie dienen vermeden te worden. Het solidariteitsdenken heeft ons heel veel gebracht, maar heeft helaas als bijwerking dat maatwerk een negatieve connotatie krijgt. De valkuil is dat iedereen niet al- leen gelijkwaardig, maar vooral precies hetzelfde behandeld moet worden. Ten tweede zien wij in de structuur en organisatie van de zorg een belemmering om deze persoonlijker te maken. Op basis van resultaten uit wetenschappelijk onderzoek, wordt de zorg steeds meer georganiseerd volgens standaardbehandelingen. Dit sluit aan bij de behoefte van de zorgprofessional aan evidence-based zorg en de vraag in de samenleving naar voorspelbare zorg met voorspelbare uitkomsten. We willen weten waar we aan toe zijn. Het gevolg kennen we inmiddels: een woud aan protocollen, richtlijnen, regels en registraties. Er is natuurlijk niets mis met standaardisatie. Die draagt in veel situaties bij aan het verhogen van de kwaliteit van zorg, bijvoorbeeld in het operatieve proces of bij medicatietoediening. Echter, heel veel andere aspecten in de zorg zijn juist bijzonder geschikt voor maatwerk, zoals de individuele begeleiding van patiënten. Maatwerk is hier de sleutel tot succes. Instrument Het Canisius-Wilhelmina ziekenhuis (CWZ) heeft een instrument ontwik- Zorgverbetering • Patiëntrollen • Innovatie Suzanne Giesbers en Piet-Hein Buiting Piet-Hein Buiting is voorzitter van de raad van bestuur van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. Suzanne Giesbers is adviseur bij de afdeling Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording. keld om de zorg persoonlijker te maken. Vier patiëntrollen bieden inzicht in de verschillende behoeften van patiënten. Het gaat om de ‘klassieke patiënt’, de ‘cliënt’, de ‘regisseur’ en de ‘co-producent’. De klassieke patiënt is iemand die de regie volledig bij de zorgverlener legt. Deze patiënt is afhankelijk en afwachtend, vertrouwt de zorgverlener volledig en volgt trouw instructies op. De cliënt overlegt graag met de zorgverlener, heeft een open houding en is kritisch op de zorg die hem of haar verleend wordt. De regisseur wil graag meebeslissen en maakt eigen keuzes, toont initiatief en verzamelt actief informatie. De co-producent tenslotte, is vaak chronisch ziek, neemt zelf initiatief en is actief betrokken bij inhoudelijke verbetering van de zorg. Samen met alle medewerkers zijn de verschillende rollen die de patiënt kan aannemen op deze manier helemaal uitgewerkt. Dit biedt inzicht in de typische gedragingen die patiënten in een bepaalde rol kunnen vertonen. Welke rol de patiënt aanneemt, is afhankelijk van allerlei factoren, zoals het al dan niet acute karakter van de situatie, de persoonlijkheid van de patiënt en de ‘De klassieke patiënt komt in de praktijk het vaakst voor’’ aard van de aandoening waarvoor de patiënt in het ziekenhuis is. Tijdens het zorgproces kan de rol van de patiënt veranderen: wie bijvoorbeeld in een acute situatie eerst hulpbehoevend en volgzaam was, kan later zelfstandiger en meer regisserend worden. De patiëntrollen zijn geen typering van een patiënt en zijn dan ook niet bedoeld om patiënten een etiket op te plakken. Het werken met de patiëntrollen levert veel op voor de patiënt en de medewerker. In 2010 introduceerden we de patiëntrollen bij onze zorgverleners. We zagen dat jaar zowel een stijging in de patiënttevredenheid als in de medewerkertevredenheid. Inmiddels zijn nagenoeg alle medewerkers bekend met de patiëntrollen, zoals ook blijkt uit het jaarlijks medewerkersonderzoek. Op basis van de ervaringen uit de praktijk die we sinds de introductie hebben opgedaan, leren we onze ‘patiëntrollen’ steeds beter kennen, met opvallende uitkomsten. Tot verbazing van velen zagen we dat de klassieke patiënt in de praktijk nog altijd het meest voorkomt. Dit is op zich niet vreemd; ‘ziek zijn’ zorgt bij de meeste mensen voor onzekerheid en kwetsbaarheid. In de landelijke discussies over patiëntgerichte zorg zien we echter dat de klassieke patiënt weinig aan bod komt. Het debat richt zich met name op de regisseur en de co-producent. Een meer gebalanceerd debat, met aandacht voor alle patiëntrollen, zou volgens ons wenselijk zijn. Investeren Het is in de praktijk niet altijd gemakkelijk om met de patiëntrollen te werken. Zorgverleners moeten bij elk patiëntencontact ter plekke een inschatting maken van wie zij voor zich hebben en hoe zij hun zorgverlening hierop kunnen aansluiten. Dit kan nr. 1 • januari 2013 • Skipr 47 Essay Aansluiten op behoefte Patiënten die een orthopedische ingreep moeten ondergaan, worden door de verpleegkundige op de polikli- ‘Er wordt minder gesproken over de ‘lastige’ patiënt’ niek geïnformeerd over voorbereidingen en de nazorg. In het kader van de patiëntrollen werd een aantal patiëntgesprekken gefilmd. Door de beelden terug te kijken, hebben de verpleegkundigen de informatiebehoeften van de verschillende patiënten(rollen) geanalyseerd, als ook hun eigen handelen onder de loep genomen. Daarbij bleek dat verpleegkundigen de neiging hadden om iedere patiënt hetzelfde verhaal in dezelfde volgorde te vertellen. Ze vergaten te kijken naar wie ze voor zich hadden: bijvoorbeeld een klassieke patiënt die behoefte had aan een heldere en volledige uitleg, een regisseur die zelf al een lijstje met vragen had opgesteld of een coproducent die een dergelijke operatie al eerder had ondergaan en die wilde meedenken over hoe de zorg verbeterd kon worden. De verpleegkundigen leerden dat ze door goed naar de patiëntrol te kijken, hun informatievoorziening beter kunnen aansluiten op de behoefte van de patiënt. 48 Skipr • nr. 1 • januari 2013 aan de balie van de polikliniek zijn, in de spreekkamer van de dokter, tijdens het transport naar de OK, op de verpleegafdeling of aan de telefoon. We hebben in het CWZ dus een breed scala aan trainingen en bijeenkomsten georganiseerd om onze medewerkers te leren met de patientrollen te werken. Er is geoefend met acteurs, er zijn spiegelbijeenkomsten georganiseerd, mystery patients hebben de afdelingen bezocht en er zijn casuïstiekbesprekingen gehouden. Daarbij is gewerkt aan het herkennen en erkennen van de verschillende patiëntrollen. Zorgverleners zijn zich hierdoor meer bewust van de verschillende behoeften bij patiënten en hoe zij hier als zorgverlener op aan kunnen sluiten. Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat er veel minder wordt gesproken over de ‘lastige’ patiënt. Als je weet waarom een patiënt bepaald gedrag vertoont, dan kun je daar iets constructiefs mee. De omgang met verschillende patiënten is ook bespreekbaar geworden binnen de teams en tussen zorgverle- ners, zoals tussen artsen en verpleegkundigen. Tijdens visiterondes, werkoverleg en dagevaluaties komen de patiëntrollen regelmatig aan bod. De rollen worden hier gebruikt om beter te begrijpen waar de behoeften van een patiënt liggen en hoe hier het beste mee kan worden omgegaan. Zodoende wordt de zorg stapje voor stapje steeds persoonlijker. Individu Dé patiënt bestaat niet. Elke patiënt is een individu, met eigen, persoonlijke wensen en behoeften. In het CWZ hebben we ervaren dat persoonlijke zorg, afgestemd op de patiënt, veel oplevert voor patiënt en zorgverlener. Persoonlijke zorg leidt tot een meer tevreden patiënt en maakt het werk van de zorgverlener beter, leuker en efficiënter. De patiëntrollen dienen als een bruikbaar instrument om meer persoonlijke zorg in de praktijk van alledag te realiseren.