DE DOOLHOF VAN DE PRIMAIRE DIRECTIES I: GESCHIEDENIS De verrassende precisie en kracht van primaire directies hebben er toe bijgedragen dat het, door de eeuwen heen, het elite gereedschap was voor de astrologen. Over het onderwerp primaire directies is dan ook reeds heel veel geschreven door oude en ook door moderne astrologen. Dorotheus van Sidon beschrijft ze reeds in de eerste eeuw na Christus in zijn “ Carmen Astrologicum “ en een eeuw later beschrijft Ptolomeus in zijn Tetrabiblos ze uitvoerig.( boek 3 hoofdstuk XIV en XV) Later formuleert Regiomontanus ( 1436-1461) de wetten van de sferische trigonometrie en wordt de uitvinder van een huizensysteem en een systeem van primaire directies dat zijn naam krijgt. Veel beroemde astrologen uit de oudheid gebruiken dit systeem o.a.Naibod, Morin de Villefranche, William Lilly en Henry Coley. Maar het was in de 17e eeuw dat een Italiaanse monnik Placidus de Titti (1603-1668) alle soorten primaire directies uitlegt in zijn boek: Primum Mobile. We kennen deze man trouwens ook als de uitvinder van het huizensysteem dat zijn naam draagt. Hij herontdekte de methodes van de huizenverdeling en het primaire directie systeem van Ptolomeus. Een zaak waarover dus niet te redetwisten valt, is het feit dat Primaire Directies DE techniek bij uitstek was, die gebruikt werd door de grote astrologen uit de oudheid zoals Cardanus, Placidus, Tycho de Brahe, Gauricus en JB Morin de Villefranche. Het was ook dit systeem dat veel astrologen gebruikten om veel van hun beroemde voorspellingen te doen. J.B. Morin de Villefranche beschouwde Primaire Directies als het voornaamste en Goddelijkste deel van de Astrologie. De theorie ervan is inderdaad heel grondig en ze zijn heel nauwkeurig als voorspellende techniek. Een probleem in de huidige astrologische wereld is het feit dat weinig astrologen weten wat “echte“ primaire directies zijn en toen in de eerste helft van onze eeuw een “fastfood astrologie“ ontstond, was er geen tijd meer voor moeilijke en gesofisticeerde berekeningen met als gevolg dat het juweel van de oude Griekse traditie verloren ging. Daardoor ontstonden massa’s niet-correcte of halfcorrecte systemen en alsof dit nog niet genoeg was, gaven onwetende schrijvers de naam “primaire directies“ aan technieken zoals het zonneboog systeem, symbolische directies (1 graad op de ecliptica voor 1 levensjaar) enz… Op die manier ging het concept van primaire directies niet alleen verloren, maar nog erger, zijn naam werd gestolen en het werd vervalst om dus bijna volledig te verdwijnen. Het was de geboorte van de PSEUDO PRIMAIRE DIRECTIES Dit zijn methodes die ,ten onrechte, beweren de naam “primair” te kunnen gebruiken en we kunnen spreken van pseudo-primair wanneer : A: het systeem geen rekening houdt met de horizon en de meridiaan B: de basis van de schijnbare 24 uur rotatie van de hemelse sfeer negeert. C: de posities van de planeten in verhouding met de horizon en de meridiaan verwaarloost. De symptomen van de pseudo-primaire ziekte zijn van de volgende aard: A: het verschil van de hitdata van de berekende directies met een veranderde geboortetijd is heel beperkt. ( Bij sommige methodes van de Placidus directies zal een verschil in de geboortetijd van één minuut de hitdatum van EEN LEVENSJAAR betekenen.) B: een verandering van de geboorteplaats heeft geen invloed op de hitdata. C: de planeten bewegen zich allemaal aan dezelfde snelheid. D: deze directies worden niet gevonden in de boeken van de autoriteiten. We kunnen dus de volgende directies niet bestempelen als primair : 1: Zonneboog directies 2: één graad voor één jaar progressie (ook symbolische directie genoemd) 3: directie in rechte stijging 4: directies van de ascendant, ( declinatie of verticale boog) Hetzelfde gebeurde met computer programma’s: er zijn heel weinig computer programma’s die primaire directies op de juiste manier berekenen. Wanneer we willen weten of de software” échte “ primaire directies berekent, moeten we ons het volgende afvragen: 1: welke soort primaire directies bedoelt het programma? ( Placidus, Regiomontanus,Topocentrisch,Campanus. In mundo of zodiacaal). 2: toont het programma een speculum van de volgende zaken : dag semi-boog, nacht semi-boog, verschil van de rijzende tijden, Polen, enz…). Je mag je dus vragen stellen over de geldigheid van de directies indien de verkopers van het programma het verschil niet kennen tussen Placidus en Regiomontanus directies of het verschil tussen mundo en zodiakaal, en niet gehoord hebben van mundo rapt parallels, speculums en de verschillende rijzende tijden. Een tweede oorzaak om de teloorgang van Primaire directies te verklaren is, dat voor veel astrologen, het ook niet interessant meer was voorspellingen te maken, want men wilde de vrije wil van de klant niet beïnvloeden alsof alles in het leven te maken had met “vrije wil“. Nochtans, eens dat een astroloog het systeem van primaire directies onder de knie heeft, dan zal hij over een buitengewoon nuttige traditionele techniek beschikken. Ik ben er zeker van, dat het zelfs voor een karmisch of psychologische georiënteerd astroloog interessant is de meest “grijpbare“ zaken in het leven van een klant te zien en een beeld te krijgen van de objectieve werkelijkheid. Er gebeuren dingen in het leven die gemakkelijk te verifiëren zijn, en wanneer de techniek die we gebruiken enige waarde heeft, kunnen we het fundament scheppen voor echte diepe en wetenschappelijke analyse van subtiele realiteiten, zonder dat we het risico lopen weg te zinken in een moeras van vage beweringen die niet te toetsen zijn aan de werkelijkheid en geen controle tolereren. We mogen één zaak ook niet vergeten wanneer het over prognoses en voorspellen gaat: Niemand kent de toekomst: de mens is van een beperkte intelligentie en kent de toekomst niet maar we zullen zien dat, wanneer we een juiste techniek op de juiste manier toepassen, het toch mogelijk is meer te zeggen dan hetgeen we eigenlijk weten. Mijn interesse voor dit onderwerp is ontstaan uit de wil om de belangrijkste zaken in iemands leven terug te vinden en om zo de geboortetijd te corrigeren. Ik probeerde transits, secondaire progressies, en één-graad-per-jaar symbolische directies, maar het bleek dat de belangrijkste gebeurtenissen zoals huwelijken, scheidingen, geboortes van kinderen, sterfgevallen van dichte familieleden enz… niet aangegeven werden door deze technieken. Ik probeerde ook zonneboog directies maar er scheelde altijd wel iets aan. Ten slotte probeerde ik primaire directies en ik vond er zulk een moeras van verwarring en chaos in terug. Ik zou ze dan zeker ook de rug toegekeerd hebben ware het niet dat ze werkten. Ik wil niet zeggen dat ze altijd werken, en ik zal straks uitleggen waarom ik denk dat een planeet niet altijd uitwerkt zoals we van haar verwachten, en op het moment dat we het verwachten. Het feit bleef dat ze in veel gevallen wel werkten. Wanneer ze werkten wordt het mogelijk buitengewone zaken uit het leven van de betrokkene te vertellen en dus ook eventueel het uur van geboorte te corrigeren. 2: DE BASIS De basis van Primaire Directies is de schijnbare 24 uur durende omwenteling van de hemellichamen rondom onze aarde. Deze schijnbare omwenteling zorgt ervoor, dat we een dag en een nacht hebben, dat planeten rijzen, culmineren, en ondergaan om dan via het nadir en tenslotte de Ascendant opnieuw op te komen. In authentieke primaire directies houden we dus rekening met de positie van een bepaald punt in de horoscoop ( planeet, ster, Arabisch punt) en zijn verhouding met de horizon en de meridiaan. Dan bekijken we hoeveel tijd er nodig is om dit punt, vanaf de plaats waar het zich bevond op het moment van de geboorte, door de beweging van de hemelse sfeer, een nieuwe plaats te bereiken. Deze nieuwe plaats moet aan zekere voorwaarden voldoen en deze condities hangen af van het soort directie die we willen berekenen. Aangezien de directies verkregen worden door de schijnbare rotatie van de hemelse sfeer en de proportionele posities van de planeten zoeken in verhouding met de horizon en de meridiaan, kan geen enkel ander systeem aanspraak maken op de titel” primaire directies “ en moet het dus langs de kant geschoven worden. CLASSIFICATIE Historisch gezien zijn er twee belangrijke tradities om de planeten te verschuiven : de Placidus methode en die van Regiomontanus . De laatste tijd zijn er pogingen geweest om de primaire directies in andere huissystemen te formuleren zoals die van Campanus, Koch en het Topocentrische systeem. Het systeem van Campanus is identiek aan dit van Regiomontanus met uitzondering van de aspecten buiten de conjuncties en de opposities. Dit systeem heeft trouwens nooit veel beoefenaars gekend. Voor de rest kent alleen het Topocentrische systeem een merkbare aanhang. Nochtans is het zo dat, na onderzoek blijkt dat het Topocentrische systeem precies hetzelfde is als het zodiakale Placidus systeem “onder de Pool”. Wanneer we de “mundo” posities willen formuleren stuiten we op onoplosbare hindernissen die we trouwens ook ontmoetten wanneer we met het Koch systeem proberen directies te berekenen. Wat dus het etiket “primaire directies “ verdient zijn dus, zoals gezegd het systeem van Placidus en van Regiomontanus en - onder voorbehoud - het toposcentrische systeem. DE SYSTEMEN We kunnen dus de systemen indelen als volgt: 1: PLACIDUS in zijn systeem hebben we A: Mundo directies: hier houden we rekening met de lichamen van de planeten in de huizen en NIET met de ecliptica. Dit systeem is volgens de experts het meest efficiënte. B: Zodiakale directies B1 : zodiakale met latitude 0 B2: zodiakale met latitude C: onder de Pool C1 Mundo C2 Zodiacaal met latitude en zodiacaal zonder latitude Hier kiezen we een “significator “ (planeet) en berekenen een Pool en trekken een nieuwe horizon door de planeet. De Pool van de significator is gelijk aan de latitude die overeenkomt met deze nieuwe horizon. Daarna verschuiven we de “belover “ naar deze horizon van de significator zoals we doen met de directies naar de horizon in the radix. In de oudheid (Middeleeuwen en Renaissance) gebruikten de astrologen alle verschillende soorten mundo directies in het systeem van Placidus. De Mundo directies kunnen de volgende zijn: 1: de directies naar de hoeken ( Asc. MC. DESC. IC) Hier worden de “lichamen “ van de planeten ( en vaste sterren) verschoven naar de horizon of de meridiaan. Dit zijn de krachtigste directies en worden in alle systemen op dezelfde manier gebruikt 2: interplanetaire mundo parallels We bewegen de “belover” langs zijn pad tot hij op de zelfde proportionele afstand komt van de meridiaan als de significator op het geboortemoment. 3: interplanetaire mundo rapt parallels In dit systeem bewegen we twee planeten direct of convers tezelfdertijd tot ze een mundo parallel vormen. 4: interplanetaire mundo aspecten tussen de planeten. 5: aspecten (conjuncties) van planeten naar huiscuspen en alle aspecten naar AS/MC. De zodiakale directies zijn: 1: Planeten zodiacaal naar de hoeken ( Asc, MC enz…) Hier worden de ecliptische projecties van de planeten naar de horizon of de merediaan verschoven. 2: punten van zodiakale aspecten naar de hoeken. 3: Punten van zodiakale parallel aspecten naar de hoeken. 4: andere zodiakale punten ( sterren, termen) naar de hoeken 5: interplanetaire zodiakale aspect directies. In de praktijk verschoven de oude astrologen een bepaald punt ( belover – ster - Arabisch punt ) naar een planeet ( significator). Nochtans kan dit ook omgekeerd gedaan worden: planeten als belover nemen naar andere punten ( ster, Arabisch punt enz…)die dan significator worden. DE “ONDER DE POOL DIRECTIES” De projectie van een planeet naar de aardbol wordt zijn “pool “ genoemd. De pool van de ascendant is dus dezelfde als zijn “latitude“ van de geboorteplaats. De pool van de midhemel is 0 Met dit systeem berekenen we de pool van de planeet en trekken een nieuwe horizon door de planeet. De pool van de significator is namelijk dezelfde als de breedte (latitude) waarmee deze nieuwe horizon (ascendant) mee overeenkomt. Dan berekenen we de directies naar deze horizon van de significator zoals we zouden in de directies naar de ascendant in de radix. De regels om deze Pool te berekenen verschilt van systeem tot systeem. DE DIRECTIES VAN REGIOMONTANUS 1: Mundo directies 2: Onder de pool C 1: Mundo C 2: zodiacaal C 3: Zodiacaal met latitude 0 en zodiacaal met latitude De mundo directies kunnen dezelfde zijn als die in de Placidus traditie. We moeten nochtans de volgende opmerking maken: Met de uitzondering van het verschuiven van planeten naar de hoeken en de interplanetaire mundo conjuncties en opposities gebruikte NIEMAND de andere mundo directies. De belangrijkste directies “ onder de Pool “ zijn: 1: Planeten zodiakaal naar de hoeken 2: punten van zodiakale aspecten naar de hoeken. We kunnen de zodiakale aspecten maken met of zonder latitude. De meeste astrologen die het systeem van Regiomontanus met latitude gebruikten zijn: Bianchinus, Gauricus, Argol, Henry Coley. William Lilly gebruikte dit systeem maar dan zonder latitude. 3: Zodiakale parallel aspecten naar de hoeken. 4: andere zodiakale punten (termen, vaste sterren) naar de hoeken. In deel 2 volgen enkele voorbeelden van directies naar de hoeken en interplanetaire aspecten.