De Antwerpse muzikanten Henri-Adrien, Jan Frans, Engelbert en

advertisement
De Antwerpse muzikanten Henri-Adrien, Jan Frans, Engelbert en
Coleta Tobi, kinderen van componist Henri-Joseph Tobi (17411809)*
Godelieve Spiessens
In een eerste aflevering over de Antwerpse muzikantenfamilie Tobi hebben we
het gehad over componist Henri Joseph Jacques Tobi Laurentiuszn (17411809), wellicht de belangrijkste telg.1 Achteraf vonden we over hem nog
enkele aanvullende gegevens, die wij hier meedelen. Op 9 februari 1755 werd
hij als leerling-borduurder bij Stephanus Vaes in de Sint-Lukasgilde
ingeschreven. 2 Maar zijn ware roeping lag blijkbaar in de muziek. 'Mr. Henri
Tobi, musicien à Anvers' schreef in op Six sonates à deux violons, op. 1 van
de Antwerpenaar Jan-Baptist Van Hoof. In een tweede aflevering over zijn
vader, Laurentius Tobi, die trompetter was en bouwer van een fraaie tromba
marina (Brussel, MIM), hebben wij een stamboom van het geslacht Tobi
opgemaakt.3
Met zijn vrouw Anna Catharina de Ridder kreeg Henri Joseph Tobi negen
kinderen, die allen in de Sint-Jacobskerk gedoopt werden en waarvan er vier
als kind overleden.4 Zijn oudste drie zonen en zijn jongste dochter werden
eveneens muzikant en worden in deze aflevering behandeld.
Henricus Adrianus Josephus Tobi (1769-1847) werd op 1 november 1769
boven de doopvont gehouden door Adrianus de Ridder en Maria Catharina
Godtschalck.5 De peter was de moederlijke grootvader en de meter, de
vaderlijke grootmoeder van de dopeling. Deze oudste zoon was misschien de
trompetter 'Rick Tobi sone' die op 9 mei 1787 bij de viering van de Ratificatie
op het stadhuis meespeelde naast trompetter 'Tobi vader'.6 Mogelijk was hij
ook de trompetter die in het Trompettersboek (1774-...) van torenwachter
Jacobus Laurentius Tobi als 'Rikske Tobi' vermeld staat maar dat kan ook zijn
vader Henri Joseph geweest zijn die een jongere halfbroer was van
torenwachter Tobi.
Bij de jaarlijkse viering van het octaaf van het H. Sacramentsfeest in de
Venerabelkapel van de kathedraal speelden er in 1793 twee Tobi's mee: 'Tobi
voor den Basson' en 'Tobi voor den walthorn' en dat waren meer dan
waarschijnlijk, Henri Joseph en zoon Henri Adrien. In 1796 speelden er
minstens twee zonen mee: 'Tobi pere en zoonen' en dat waren wellicht vader
Henri Joseph en zonen Henri Adrien en Engelbert (°1773).7
Voor meespelen onder de mis, het lof en in het octaaf van O.-L.-VrouwLichtmis in de kapel van O.-L.-Vrouw-Lof in de kathedraal trok een genaamde
A. Tobie in 1805, een eerste vergoeding van 2 gld. 16 st. en een tweede van 4
gld. 4 st.8 Men mag veronderstellen dat het hier ging om de oudste zoon, Henri
Adrien Joseph Tobi.
Evenals zijn vader, speelde Adrien als hoornist en fagottist in het Antwerpse
theater en in de Sodaliteitsconcerten. Op 14 augustus 1790 ondertekende hij
als 'H. A. Tobi fils éné' samen met zijn collega's, waaronder zijn vader, een
reglement voor het orkest van het grote Antwerpse theater dat onder de leiding
van Germanus Lemire stond.9 Volgens art. 1 van een theaterreglement van
1800 kregen de twee Tobi’s toen elk 4 schelling per uitvoering.10
M. Van Bree, Bezoek van Napoleon aan Antwerpen in 1803 (schilderij). Antwerpen,
stadsmagazijn
In juli 1803 bracht de eerste consul Napoléon Bonaparte met zijn echtgenote
Joséphine de Beauharnais een bezoek aan Antwerpen. Het Antwerpse
stadsbestuur stelde een 'garde d' honneur' van 60 man samen die het
voorname gezelschap in de stad zou begeleiden. Deze erewacht bestond uit
jongelui uit de beste Antwerpse familie's en onder de meest aanzienlijke
personen figureerde trompetter 'Monsieur A. Tobi'.11 Van de aankomst van
Napoleon per boot op 18 juli borstelde de Antwerpse schilder Matthias Van
Bree (1773-1839) een groot tafereel (afb.), destijds tentoongesteld in het
museum Het Steen (nu bewaard in een stadsmagazijn).
M. Van Bree, Bezoek van Napoleon aan Antwerpen in 1803 (schilderij). Antwerpen,
stadsmagazijn (detail).
J. J. Vanden Berghe maakte van dit schilderij een prent (exemplaar in het
Stadsarchief Antwerpen). In het tafereel werd boven op de stadspoort een
blaaskapel afgebeeld, nl. de 'musique de la garde d' honneur'.
J. J. Vanden Berghe, Blaaskapel op de stadspoort ((detail) naar het schilderij van Van Bree. CR
Karel Moens.
Voor de ingang van de stadspoort staat de escorte met paarden te wachten,
met op kop een trompetter te paard en dat was 'Ali Tobi, trompette de la garde
d'honneur d'Anvers'.12 Van een honderdtal geportretteerde figuren maakte Van
Bree een getekende voorstudie, die zich in het Musée du Louvre (Département
des Arts Graphiques, Inv. 19 689) bevinden, en zo ook van trompetter Tobi,
(afb. ). Het ligt voor de hand dat deze laatste te identificeren is als (Henri)
Adrien Tobi, die toen 34 jaar was. In de marge van zijn tekening geeft Van Bree
aanduidingen over het galakostuum van Tobi en over de kleuren.13
M. Van Bree, Profiel van trompetter Henri-Adrien Tobi (tekening). CR Musée du Louvre,
Département des Arts Graphiques, inv. 19689r°.
Na 1809 vestigde Henri Adrien Tobi zich in Parijs, waar hij fagottist werd aan
een of ander theater en in 1847 zou overlijden.14 Misschien had hij reeds in
1803 in Antwerpen de nodige contacten gelegd voor zijn vertrek naar Parijs.
Het is niet uitgesloten dat hij in de Franse hoofdstad te rade geweest is bij
zijn landgenoot François-Joseph Gossec (1734-1829). Deze succesvolle
componist van Waalse origine werd in 1744 koorknaap in de Antwerpse
kathedraal en vertrok in 1751 met een beurs van het Antwerpse kapittel naar
Parijs om zijn studies verder te zetten bij Jean-Philippe Rameau. Gossec bleef
zijn adoptiestad Antwerpen dankbaar en trouw -misschien ook al omdat zijn
eerste vrouw een Antwerpse was- en werd een referentiepunt voor jonge
Antwerpse muzikanten die naar Parijs trokken.
Adrien Tobi overleed op 77-jarige leeftijd in Parijs op 20 februari 1847 (bijlage
1).15 Hij werd toen 'artiste musicien' genoemd en echtgenoot van de 57-jarige
Maria Boyer die hem dus overleefde. Volgens Grégoir was hij vóór 12 augustus
1806 getrouwd met de opera-zangeres Rose Lamant (Lamand), die regelmatig
in het Antwerpse theater optrad, eerst onder haar meisjesnaam en sinds 12
augustus 1806 als Mme Tobi. Maar vermoedelijk verwarde Grégoir haar met
Marguerite Lamant, de echtgenote van zijn broer Engelbert (zie infra). Dezelfde
auteur zegt verder ten onrechte dat Henri Adrien Tobi de componist was van
de Six trio pour deux clarinettes et un basson (Antwerpen, J.L. Wauters, s.d.)
die hij ca. 1818 dateerde.16 In feite was die componist Adrien's vader, nl. Henri
Joseph Tobi, en moet het werk reeds tussen 1768-1779 gedateerd worden.17
Joannes Franciscus Josephus Tobi werd op 14 december 1771 boven de
doopvont gehouden door Joannes Franciscus Tobi en Maria van Emmelen.18 De
peter was een vaderlijke oom en de meter, de moederlijke grootmoeder. Op 5
april 1785 werd Franciscus cantuszanger in de Sint-Andrieskerk ter vervanging
van A.G. Nalinne.19 Zijn vader Henri Joseph Tobi ondertekende mede diens
benoemingscontract (bijlage 2), vermoedelijk omdat de zoon toen nog maar
veertien jaar en dus minderjarig was. Mogelijk was deze Joannes Franciscus
Tobi Henricuszn de waldhoornspeler "Suske Tobi" die op 9 mei 1787 bij de
viering van de Ratificatie op het stadhuis meespeelde.20 Maar meer
waarschijnlijk was dat zijn gelijknamige oom en peter die enkele maanden later
overleed (begraven op 25 augustus1787).21 Maar vermoedelijk is Jan Frans
zoon van Henri. wel te identificeren als de zanger Frans Tobie die in de
rekeningen van de Sint-Andrieskerk staat ingeschreven tot 1789 (zie supra).
Engelbertus Josephus Tobi werd op 7 november 1773 boven de doopvont
gehouden door Engelbertus Bellemans en Maria Francisca Josepha De
Riddere.22 De meter was een tante van moeders kant. Volgens Grégoir, die hem
verkeerdelijk Lambert Tobi noemde en in 1774 liet geboren worden, zou hij de
laatste overlevende muzikant van de familie Tobi geweest zijn. Hij werd eerste
hoornist in het Antwerpse theater en in de publieke concerten, en verwierf een
zekere welstand die hij deelde met de minder begoeden.23 In 1796 speelde zijn
vader met minstens twee zonen mee tijdens de jaarlijkse octaafviering van het
H. Sacramentsfeest in de Venerabelkapel van de kathedraal24 en één van die
twee zonen moet Engelbert geweest zijn.
Engelbert werd orkestmuzikant bij de Antwerpse opera en trouwde op 4 juli
1805 met de 23-jarige Marguerite Lamant, die in Metz geboren werd als
dochter van Nicolas en van Christine Baudrou uit Parijs. Getuigen waren zijn
66-jarige vader Henry Joseph Tobi, weduwnaar van Anne Catherine de Ridder,
verder de 51-jarige muzikant Pierre Charels, aangetrouwde moederlijke oom
van de bruidegom, de 46-jarige muzikant Nicolas Joseph Stanislas Genard en
de 28-jarige Philippe Joseph Limelette, theaterdirecteur (bijlage 3). Men kan
zich afvragen of de bruid een verwante, misschien de dochter, was van L'
Allemand, die in 1790-1791 directeur van de Antwerpse opera geweest was.25
Volgens Grégoir trouwde Engelbert met de operazangeres Rose Lamand maar
elders bestempelde dezelfde auteur, Rose Lamand dan weer als de echtgenote
van Adrien Tobi. In feite trouwde deze laatste met Maria Boyer (zie supra).
Rose Lamant, 'première Dugazon' (mezzosopraan), verscheen voor het eerst op
de planken in Antwerpen in 1802. Vermoedelijk was Rose haar artiestennaam.
In 1803 kreeg ze hier een benefietconcert onder haar meisjesnaam met de
uitvoering van Il Matrimonio Segreto van Cimarosa. In 1804 vertolkte ze o.a.
de rol van La Femme Jalouse van Desforges. In 1805 had ze het tot 'première
chanteuse' gebracht en trad ze op in de opera Les Prétendus. Haar prestaties
werden uitvoerig besproken door recensent St. Hipolyte in Le Journal du
Commerce in 1805, die haar in 1805 zelfs huldigde met een gedichtje: 'A
Madame Rose Lamand
'Méprise les efforts d' un siffletier jaloux
'Rose, tout le public épouse ta querelle
'Son estime te venge, et le cri des hiboux
'Lui rend plus douce encore la voix de Philomèle.
Op 12 augustus 1806 zong ze als 'Mme Tobi' in de opera Lisbeth van Grétry en
in 1812 deed ze dat in de opera's Maris Garçons van Berton, Richard Coeur de
Lion van Grétry, Zoraïme et Zulnar van Boïeldieu, Aline van Berton en Sylvain
van Grétry in 1813. In 1819 stond ze nog steeds op het podium in de
Antwerpse opera.26
Volgens de volkstelling van 1800-1815 woonde Engelbert na zijn huwelijk in
1805, met zijn echtgenote bij zijn vader op de Oudaan, maar vertrok hij op 20
april 1807 naar Den Haag.27 Vermoedelijk werd hij daar hoornist aan een
theater, misschien de nieuwe Koninklijke Schouwburg, die in 1804 geopend
was en waar ook Franse opera's gegeven werden.28 Hij kwam in elk geval terug
naar Antwerpen, vermoedelijk vóór of in 1812 want toen trad zijn echtgenote
Rose/Marguerite Lamant hier terug op in de opera.
Hij overleed in Antwerpen op 11 februari 1850 als weduwnaar van Margareta
Lamant. Zijn dood werd bij de Burgerlijke Stand gemeld door de 74-jarige
Ludovicus Josephus Lahirée, een kozijn, en door de 52-jarige Guilielmus
Devos, meubelmaker en buurman (bijlage 4).29 Volgens auteur Grégoir, een
jongere tijdgenoot, was Engelbert een welstellend en liefdadig man, en was hij
de laatste overlevende (muzikant) van de familie Tobi.30
Dochter Coleta Catharina Tobi, het jongste kind van Henri Joseph Tobi, werd
op 30 december 1787 boven de doopvont gehouden door E.H. Franciscus
Robertus Maes en Catharina Maria Adriana Bellemans.31 Volgens de volkstelling
van 1800-1815 was ze in 1804 zestien jaar en woonde ze bij haar 63-jarige
vader in de Arenbergstraat (3de wijk). Ze werd toen "musicienne" genoemd. In
1805 waren vader en dochter verhuisd naar de Oudaan (4de wijk).32
BIJLAGEN
1. 1847, 20 februari. –Overlijdensakte van Henry Adrien Joseph Tobi.
[in marge:] Overlijdensakten 1850, supplement, nr. 180/ Tobi/ oud 77 jaren,
overleden 20 February te Parys.
Den drijentwintigsten der maend october van het jaer duizend acht honderd
vyftig, is door my, ondergeteekenden schepen der stad Antwerpen, behoorlyk
gedelegeerden ambtenaer van den Burgerlyken Stand, den volgenden alkte
ingeschreven: "Ville de Paris, mairie du 8e arrondissement, extrait du registre
des actes de décès de l'an 1847, délivré en exécution de l'art. 80 du code civil
du vingtième février l'an mil huit cent quarante sept, à une heure du soir, acte
de décès de Henry Adrien Joseph Tobi, artiste musicien, décédé ce matin à
minuit et demi, à son domicile, rue des Coutures Saint Gervais no 12, 8e
arrondissement, agé de soixante dixsept ans, né à Anvers/ Belgique, époux de
Marie Boyer, agée de cinquante sept ans. Le présent acte dressé sur la
déclaration de Jean Louis Baduel, mécanicien, agé de soixante ans, demeurant
à Paris comme dessus, et de Guy Baduel, porteur d' eaux, agé de cinquante
ans, demeurant rue des 3 pavillons no 11, et d' après le certificat du médecin
qui a constaté le décès, les déclarants ont signé avec nous, officier de l' état
civil, après lecture faite, signé au registre Bletel, Baduel, Lemoine, maire
adjoint. Le présent extrait certificié, conforme au registre et déclaré par nous,
maire du 8e arrondissement de Paris, les jours, mois et an que dessus, le maire
[get.:] Didiot, adjoint, vu pour légalisation de la signature de M. Didiot, adjoiint
au maire du 8e arrondissement de Paris, apposée de l' autre part, Paris le 23
septembre 1847 pour le préfet de la Seine en congé, le conseiller de préfecture
délégué, [get.:] M; De Lamorelio.
Rijksarchief Antwerpen (verder RAA), Antwerpen Burgerlijke stand, overlijdens,
a° 1850, suppl. nr. 180 (microfilm 682 975).
2.1785, 5 april. -Franciscus Tobi wordt cantuszanger in Sint-Andrieskerk.
Op heden den 5 April 1785 camervergaederingh gehouden bij behoorelijke
citatie, daeghs te vorens gedaen, tot het confereren van eene musicants
plaetse, bij bedanckinge van A.G. Nalinne, soo is deselve plaetse door den seer
Eerw. Heere Pastor ende dienende kerckmeesters deser kercke naer rijpe
deliberatie vergunt aen Franciscus Tobi, om deselve plaetse personelijck te
bedienen op de gagie ende emolumenten daer aen sijnde ende soo lanck als de
heeren kerckmeeswters het sal believen. Alsmede dat denselven musicant de
stemme van Cantus singende, sal gehouden sijn, soo als andere musicanten
moeten doen, jaerelyckx de continuatie aen deselve heeren te versoeken ende
voorts op de conditien hiernaer volgende.
Primo. Dat denselven musicant Cantus in alle diensten personelijck sal moeten
singen. Ende in cas van versuijmenisse, sal voor ider absentie aen sijn gagie
gecort worden eenen schellinck. Dan ingevalle van siekte ofte soodanige
andere beletsels, soo sal hij met consent der voors. Heeren imant ten sijnen
costen in sijne plaetse mogen stellen ende anderzints niet.
2do. Ende voorts sal hij moeten doen hetgene eenen goeden musicant verplicht
is te doen, op pene van gecasseert te worden, naer geliefte der voornoemde
heeren. Ende is ten desen in de camer gecompareert den voors. Franc(iscus)
Tobi ten desen geassisteert met sijnen vader, Sr. Hendericus Tobi, dewelcke de
voors. conditien voorgelesen sijnde, de voors. plaetse op den voet ende
conditien voorseijt, alsoo danckelijk hebben geaccepteert ende onderteeckent.
Actum ut supra.
[get.:] Ph. Georgerie, past(or) S. Andraee; Jos. Dargo q.q.; F.J. Muskeijn; A.P.
Durcklin q.q.; C.P.J. Monseijremar; Hen. Jos. Tobi; F. Tobi.
RAA, Sint-Andrieskerk, 5 (Resolutieboek 1674-1793, I), p. 81-82.
3. 1805, 24 juli. –Trouwakte van Engelbert Joseph Tobi & Marguerite Lamant.
N° 416: Engelbert Joseph Tobi & Marguerite Lamant.
Le cinq thermidor an treize à onze heures du matin pardevant nous, Jacques
Joseph Hebrant, adjoint au maire de la ville d’Anvers, d’après son autorisation
officier ? de l’Etat Civil, au lieu de nos audiences, se sont présentés pour
contracter mariage, Engelbert Joseph Tobi, musicien, âgé de trente un ans, né
et domicilié à Anvers, 4r S(ectio)n 266, fils majeure de Henry Joseph, musicien,
demeurant à Anvers, et de Anne Catherine de Riddere, décédée, d’une part. Et
Marguerite Lamant, âgée de vingt trois ans, née à Metz, département de la
Moselle, domiciliée à Anvers, fille majeure de Nicolas, tailleur d’habits, et de
Christine Baudron, demeurant à Paris, d’autre part. Les actes préliminaires dont
il a été fait lecture, ainsi que du chap(it)re. VI du titre mariage de la loi du 28
ventose an XI, sont 1° extrait du registre des publications dûment fait à Anvers
les vingt cinq messidor dernier et deux thermidor courant; 2° actes de
naissance des époux; 3° acte de consentement de Nicolas Lamant, père de
l’épouse, approuvant le mariage de sa fille./ Les parties ayant déclaré se
prendre mutuellement pour mari et femme et nulle opposition n’étant
survenue, nous avons proclamé qu’au nom de la loi, ils étaient unis en
mariage, le tout conformement au chap(it)re. 3 de la loi du 20 ventose an XI. En
présence de Henry Joseph Tobi, musicien, âgé de soixante six ans, père de
l’époux, demeurant à Anvers, 4e S(ectio)n 266; de Pierre Charels, musicien,
âgé de cinquante un ans, oncle maternelle par alliance de l’époux, 1e S(ectio)n
914, et de Nicolas Joseph Stanislas Genard, musicien, âgé de quarante six ans,
4e Sn 204, et de Philippe Joseph Limelette, directeur du spectacle, âgé de vingt
huit ans, 3e Sn 1396. Et ont les parties et les témoins, auxquels le présent a
été lu, signé avec nous./ [get. :]Jacques J. Hebrant; E. Tobi; Marguerite
L’Amant; H. Jos. Tobi, père; Genard; P. Charels; Ph. Jos. Limelette fils.
RAA, Antwerpen Burgerlijke stand, huwelijken a° 1804-1805, nr. 416
(RAA
Microfilm 672 789).
4. 1850, 11 februari. –Overlijdensakte van Engelbert Joseph Tobi
[in marge:] Akte Nr 316/ Tobi S(ectio)n 3 N° 858/ Overleden 11 February oud
70 jaer 3 maenden 4 dagen/ Den dertienden der maend february van het jaer
Duizend Acht Honderd Vyftig, ten twaelf ure des middags, Overlijdens-akte
van Engelbertus Josephus Tobi, zonder beroep, oud zesenzeventig jaer drie
maenden en vier dagen, geboortig van Antwerpen, aldaer gehuisvest, in zyne
wooning overleden op elf february dezes jaers, ten vyf ure des namiddags,
weduwenaar van Margareta Lamant, zoon van wylen Henricus Josephus Tobi en
van wyle Anna Catharina De Riddere, volgens de aengifte aen ons gedaen door
Ludovicus Josephus Lahirée, zonder beroep, oud vierenzeventig jaer, kozyn des
overledenen, en door Guilielmus Devos, meubelmaker, oud tweeënvyftig jaer,
gebuer, beide alhier gehuisvest. Aldus ten stadhuis in dubbel opgemaekt door
my, ondergeteekenden Schepen der stad Antwerpen, behoorlyk gedelegeerden
Ambtenaer van den Burgerlyken Stand, en zulks wel na my van het
voorschreven overlyden te hebben verzekerd en na voorlezing dezes, hebben
de komparanten benevens my geteekent./ [get.:] L. Lahiree; G. Devos,
J. Vanbellingen
RAA, Antwerpen Burgerlijke stand, overlijdens a° 1850, nr. 316 (RAA Microfilm
682 975).
*Op internet gezet in oktober 2012.
1
G. SPIESSENS, 'De Antwerpse muzikant en componist Henri Joseph Jacques Tobi (Antwerpen,
1741-1809)', in: Provinciale Commissie voor Geschiedenis en Volkskunde. Provincie Antwerpen.
Jaarboek XV: 2003-2004, Antwerpen, 2005,
p. 5-23.
2
P. ROMBOUTS & T. VAN LERIUS, De Liggeren en andere historische archieven der
Antwerpsche Sint Lucasgilde, Antwerpen, s.d. (1872), II, p. 806.
3 G. SPIESSENS, 'Laurentius Tobi (Middelburg, ca.1699-Antwerpen, 1759),
stamvader van een Antwerpse muzikantenfamilie', in: Bulletin van de Koninklijke Musea voor
Kunst en Geschiedenis, Brussel, dl. 81 (2010), Brussel, 2012 (ter perse).
4
nl. Theresia Josepha (ged. 14 december 1780-+16 juli 1782), Isabella Jacoba (ged. 4
september 1782-+6 december 1784); Coleta Theresia (ged. 6 maart 1784-+17 november
1784) en naamloos kind (ged. en +8 januari 1786).Zie Stadsarchief Antwerpen (verdert SAA) ,
Parochieregister 281 (Sint-Jacobskerk; overlijdens 1779-1797), p. 44. f° 42r°, 42v°, p. 44. 53r°.
Misschien was ook Maria Catharina Tobij die op 21 september 1772 als" infans" overleed in de
Keizerstraat, een kind van Henri Joseph. Zie SAA, Parochieregister 280 (Sint-Jacobkerks:
overlijdens 1729-1778), f° 180r°.
SAA, Parochieregister 60 (Sint-Jacobskerk, dopen 1751-1771), f° 325r°.
5
6
Zie Jacobus Laurentius Tobi, Trompettersboek (1774-... ), f° 70v.
7
Antwerpen, Archieven Venerabel, Rekening 1790-1811, f° 7r°: a° 1793; f° 96r°: a° 1796. Vgl.
G. SPIESSENS, 'De Antwerpse muzikant'.
8
KAA, Gilde van O.-L.-V.-Lof, 6 (Rekeningen 1791- …), 15 meert 1805-15 meert 1806, 2
febr 1805.
9
Antwerpen, Archief OCMW, d. O.A.112 (H. Geesttafel & aalmoezenierstheater), Farde:
Théatre-Redoutes; L. DE BURBURE, Notes historiques. Uittreksels uit de archieven der stad en
der kerken van Antwerpen, 1100-1796 (hs.), 9, p. 393, 407bis 5, 442, 520; W. DEHENNIN, Het
muziekleven te Antwerpen in de 17de en 18de eeuw, Leuven, 1951 (dissertatie), p. 114-116.
10
Antwerpen, Archief OCMW, d.O.A.112
(H. Geesttafel & aalmoezeniers-theater), Farde:
Théatre-Redoutes; L. DE BURBURE, Notes historiques, 9, p. 385 en 387bis1, 437(-442), 520;
E.G.J. GREGOIR, Notice historique sur l' opéra français à Anvers et à Bruxelles (= Panthéon
musical populaire, 6), Antwerpen, 1877, p. 26, 34 ; W. DEHENNIN, Het muziekleven te
Antwerpen, p. 71, 114-116; W. DEHENNIN, 'Bronnen voor de Geschiedenis van het muziekleven
te Antwerpen', in: Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap, 8 (1954), p. 29.
11
A. FISCHER, Napoléon et Anvers (1800-1811), Antwerpen, 1933, p. 41.
12
P. CHARLIAT, Notice historique sur le tableau de Van Brée (1773-1829). Entrée de
Napoléon Bonaparte, premier consul, à Anvers, 18 juillet 1803, Antwerpen, 1930; A.
FISCHER, Napoléon , p. 41.
13
'Al. Tobi trompette de la garde d' honneur d'Anvers: avec un habit rouge fermé par devant
a la husarde gallonné en or et a cincq rangée de boutons, de quinze sur chaque ligne; le colé
et paramants en gros vert ainsi que la doubluere verte, des eguillettes et treffles en or;
pantalon blanc et gallonné à la husarde, des bottes a la huzarde parellement gallonnés avec
deux glandes; chapeaux francais avec douze ganses d'or et une plumme blanc, une coucarde
a la francaise, etc. etc. etc.; des gands jaune, etc. etc. etc.' Het blad draagt het paginanr. 88
en de initialen M.I.VB. in de stempel staan voor Matthias I. Van Bree.
14
Vgl. E.G.J. GREGOIR, Notice historique sur les sociétés et écoles de
musique à Anvers,
Antwerpen, 1869, p. 97.
15
RAA, Antwerpen Burgerlijke stand, overlijdens a° 1850, suppl. nr. 180 (microfilm 682
975). Vgl. E.P.C. VAN VOOREN, Antwerpenaars overleden in het buitenland 1830-1906,
Mechelen, 2005, p. 149; E.G.J. GREGOIR, Notice historique sur les sociétés, p. 97.
16
E.G.J. GREGOIR, Notice historique sur les sociétés, p. 97.
17
G. SPIESSENS, 'De Antwerpse muzikant', p. 8.
18
SAA, Parochieregister 60 (Sint-Jacobskerk; dopen 1751-1771), f° 353v°.
19
RAA, Sint-Andrieskerk, Rekeningen 24 (1779-1789), a° 1785-1787, a° 1787-1789 ("2e
Capittel van uytgeef").
20
Zie Jacobus Laurentius TOBI, Trompettersboek, f° 70v.
21
Zie G. SPIESSENS, 'Laurentius Tobi' (ter perse).
22
SAA, Parochieregister 61/1 (Sint-Jacobs; dopen 1772-1781), f° 30r°;
23
E.G.J. GREGOIR, Notice historique sur les sociétés, p. 97, voetnoot 1.
24
Antwerpen, Archieven Venerabel, Rekening 1790-1811, f° 96r°: a° 1796. Vgl. E.G.J. GREGOIR,
Notice historique sur les sociétés, p. 97.
25
E. WILLEKENS, 'Drama en toneel', in: Antwerpen in de XVIIIde eeuw, Antwerpen, 1952, p.
291.
26
Journal du Commerce d' Anvers, nrs. 222 (30 oktober 1804), p. 43; 226 (13 november
1804), p. 59; 228 (20 november 1804), p. 67; 230 (27 november 1804), p. 75; 254 (11
december 1804), p. 94; 240 (1 januari 1805), p. 115; 250 (5 februari 1805), p. 154; 252 (12
fevruari 1805), p. 163; 253 (15 februari 1805), p. 166; 254 (19 februari 1805), p. 169; E.G.J.
GREGOIR, Notice historique, p. 39, 40, 41, 45, 49, 50, 51, 53, 55; F. FABER, Histoire du théâtre
français en Belgique, Brussel, 1879, 2, p. 304, 314, 315, 317, 319, 320, 322; 3, p. 216, 220,
221, 222, 223.
27
28
Zie SAA, Bevolkingsregister 1800-1815, wijk IV/1, nr. 266 (microfilm RAA LD946).
In de naslagwerken over het theater in Den Haag hebben wij zijn naam niet
teruggevonden: A. VAN DEELEN, "30 april 1804. De Koninklijke Schouwburg wordt geopend.
De toneelsituatie in Den Haag", in: (red.) R.L. ERENSTEIN, Een theatergeschiedenis der
Nederlanden, Amsterdam, 1996, p. 356-65; G.A. GILHOFF, The Royal Dutch Theatre at the
Hague, 1804-1876, 1938,
29
RAA, Antwerpen Burgerlijke stand, overlijdens a° 1850, nr. 316 (RAA Microfilm 682 975).
30
E.G.J. GREGOIR. Notice historique sur les sociétés, p. 97.
31
SAA, Parochieregister 61/2 (Sint-Jacobs; dopen 1782-1787), f° 364r°.
32
SAA, Bevolkingsregister 1800-1815, Wijk III/2, nr. 1645 en Wijk IV/1, nr. 266 (RAA, Mf LD
945-946 en SAA, Mf 296.400).
Download