HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN vrijdag 22 april 2016, 20.15 uur inleiding Philip Ruitenberg, 19.30 uur Noordse werelden Radio Filharmonisch Orkest Dmitri Slobodeniouk dirigent Viktoria Mullova viool Julius Röntgen 1855-1932 Negende symfonie (‘Bitonale symfonie’) 1930 Lento e mesto - Animato - Allegro agitato - Andante sostenuto Più animato - Molto tranquillo Jean Sibelius 1865-1957 Vioolconcert in d opus 47 1903/1905 Allegro moderato Adagio di molto Allegro, ma non tanto PAUZE Carl Nielsen 1865-1931 Vijfde symfonie opus 50 1920-1922 Tempo giusto – Adagio non troppo Allegro – Presto – Andante un poco tranquillo – Allegro 2 Na afloop van het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen. Carl Nielsen herdacht De Deense componist Carl Nielsen (1865-1931) krijgt dit seizoen, honderdvijftig jaar na zijn geboorte, extra aandacht in de series AVROTROS Vrijdagconcert en NTR ZaterdagMatinee. Vanavond klinkt zijn Vijfde symfonie. Eerder al, op 1 april j.l. was zijn Zesde symfonie te beluisteren, uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest en dirigent James Judd. En in het Vrijdagconcert van 13 mei a.s. komt Nielsens Vierde symfonie ‘Het onuitblusbare’ tot klinken door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. James Judd. Zondagochtend Concert 24 april Nielsen en Sibelius worden ook uitgevoerd in Het Zondagochtend Concert in Het Concertgebouw te Amsterdam, op 24 april om 11 uur. Dit concert is live te beluisteren op NPO Radio 4. Tsjaikovski met Jaap van Zweden Op 29 april aanstaande is op NPO Radio 4 om 20.00 uur de uitzending van het AVROTROS Vrijdagconcert van 5 maart j.l. te beluisteren. Jaap van Zweden leidde toen het Rotterdams Philharmonisch Orkest en cellist Floris Mijnders in muziek van Tristan Keuris en Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Gelijktijdig is van het concert de webcast te zien via ➜ WWW . RADIO 4. NL Live-uitzending en webcast De AVROTROS zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten van het concert als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers. De webcast van dit concert is live te volgen via ➜ WWW . RADIO 4. NL Voor nieuws en achtergrondinformatie over de concerten kunt ook terecht op Facebook AVROTROS Vrijdagconcert. 5 mei concert aan de Amstel Dit concert is deels te volgen via de Wolfgang app. Met deze app krijgt het publiek in de zaal toelichting op de muziek van Nielsen via de eigen smartphone, zodat de concertbeleving wordt vergroot. Terwijl de musici spelen, biedt deze app uitleg en verhaal over wat er op dat moment in de muziek te horen is. Wolfgang is gratis te downloaden in de App Store en Google Store Het Radio Filharmonisch Orkest met Ali B, Paul de Munnik, Hadewych Minis en de cast van de musical De Tweeling betreden het podium op de Amstel bij Carré. Het publiek kan het concert volgen langs de kaden. Het concert wordt door de NOS live uitgezonden op NPO 1. ➜ WWW . WOLFGANGAPP . NL ➜ WWW .4 EN 5 MEI . NL Noordse werelden Een vergeten oeuvre Dat het werk van een componist door de tijd gefilterd wordt is onvermijdelijk; je kunt niet alles bewaren. Maar het gemak waarmee de geschiedenis ruim zeshonderd stukken van Julius Röntgen wegmoffelde wekt verbazing. Het lijkt alsof Röntgen een vergrijp had gepleegd, of dat zijn naam stralingsgevaar in de concertzaal opleverde. En toch is hier geen sprake van een geënsceneerde verdwijntruc. Hij was simpelweg een klein componist die grootheden te dicht benaderde; wat hij deed deden zijn persoonlijke vrienden Johannes Brahms, Edvard Grieg en Carl Nielsen eerder en/of beter. En tóch loont het om in zo’n vergeten oeuvre te grasduinen. Met de Bitonale symfonie verlegde hij als vijfenzeventigjarige zijn grenzen: grandpa goes modern. Het gemak waarmee de geschiedenis ruim zeshonderd stukken van Julius Röntgen wegmoffelde wekt verbazing. Röntgen, van Duitse afkomst en geboren in Leipzig, brandde als componist pas echt los nadat hij gepensioneerd was van zijn drukke werkzaamheden als pianodocent, dirigent en concertorganisator in Amsterdam. Ondanks zijn gigantische productiviteit liet hij uiteindelijk vooral indirect sporen na: hij was oprichter van het Amsterdams Conservatorium, mede-grondlegger van het Concertgebouw, ontfermde zich over de muzikale nalatenschap van Grieg en adviseerde zijn Deense collega Carl Nielsen, die zeer hoog opgaf van Röntgens orkestratiekunst. Qua componeerstijl bleef Röntgen achter bij zijn generatiegenoten. Hoewel hij de vernieuwingen van Strauss, Debussy en Stravinsky belangstellend volgde (Schönberg ging hem te ver) ontsteeg hij nooit de laatromantische stijl van Brahms en Reger. Met Grieg deelde hij een oriëntatie op folklore: oud-Nederlandse volksliederen inspireerden diverse van zijn composities. 3 4 Een onverwacht experiment deed hij evenwel in 1930. In de stroom aan korte mini-symfonietjes die hij na zijn pensioen componeerde waagde hij zich voor éénmaal aan bitonaliteit, het gelijktijdig toepassen van twee verschillende toonsoorten. Stravinsky was de belangrijkste wegbereider daarvan, gevolgd door Darius Milhaud en andere Franse componisten. In tegenstelling tot hen doseert Röntgen bitonaliteit terughoudend: het extreemste geval zit in het harpmotief aan het begin. Een dwars werk kun je dit ook niet noemen, wel een stuk met een on-Nederlandse frisheid die soms doet denken aan Debussy – niet de minste om mee vergeleken te worden. Een hemels openingsthema JULIUS RÖNTGEN Eer Jean Sibelius naam maakte als componist wilde hij violist worden, en dat doel joeg hij jarenlang na. Daarom verbaast het dat hij slechts één vioolconcert componeerde. Aan tijdgebrek lag het ook niet; in zijn laatste dertig jaar componeerde hij nauwelijks nog. Sibelius’ reputatie steunt op twee stevige pijlers. Zijn muziek gaf de Finse cultuur een enorme zet nadat die eeuwen onderdrukt was, eerst door Zweden en vervolgens door Rusland. Hij maakte Finse poëzie en natuur tot zijn belangrijkste inspiratiebron en werd daardoor een hoeder van de nationale identiteit. Het symfonisch gedicht Finlandia uit 1900 kreeg zelfs de status van onofficieel volkslied. Tevens componeerde hij zeven indrukwekkende symfonieën. Fins vlagvertoon is daarin vrijwel afwezig, maar ze zijn wel hoogst origineel: hierin ontwikkelde Sibelius een totaal eigen ‘verteltrant’ die veel collega-componisten voor een impasse plaatsten: met Sibelius leek de symfonische vorm volledig uit geëvolueerd. Achteraf beschouwde Sibelius zijn viool-ambities als verspilde tijd. “Helaas wilde ik per se een beroemd violist worden”, zei hij in een interview. “Vanaf mijn vijftiende speelde ik de hele dag. Aan pen en en inkt had ik een hekel, ik wilde alleen maar die elegante strijkstok vasthouden. Uiteindelijk moest ik toegeven dat ik te laat was begonnen om nog solist te worden. Dat was heel pijnlijk.” Eer Jean Sibelius naam maakte als componist wilde hij violist worden, en dat doel joeg hij jarenlang na. Daarom verbaast het dat hij slechts één vioolconcert componeerde. 5 Zijn hoop op een podiumcarrière had Sibelius al lang opgegeven toen hij zijn Vioolconcert componeerde. Mogelijk had hij zelfs nooit zo’n stuk overwogen als anderen daarop niet hadden aangedrongen. Het succes van de vioolconcerten van Brahms, Dvořák en Tsjaikovski deed zowel het publiek als internationaal opererende vioolvirtuozen naar meer verlangen. Hoewel Sibelius op dat moment met geldzorgen en een niet misse drankzucht kampte, zwichtte hij niet voor de verleiding om de werken van de genoemde favorieten als model te nemen. Evenals in zijn twee reeds voltooide symfonieën gaf hij een eigen invulling aan het genre. De viool neemt in de openingsmaten het orkest op sleeptouw in een rapsodieachtig betoog en zwerft twee delen lang mijmerend rond in een landschap van orkestrale motiefjes en kleurvlakken. Pas in de volksdansachtige finale krijgt de muziek een min of meer vertrouwde vorm. In een eerste versie van het concert, weggehoond door muziekcritici, bleek deze experimentele aanpak niet succesvol. De huidige, gereviseerde versie kreeg bij de première in Berlijn de wind mee van Richard Strauss’ dirigeerkunst, maar slaagde er in Helskinki wederom lange tijd niet in het publiek onmiddellijk te overtuigen. Daar hield men van Sibelius vanwege Finlandia, Tapiola en de andere ‘nationalistische’ stukken. Sibelius-specialist Robert Layton wees op de onevenwichtigheid van het werk: “Het openingsthema”, schreef die, “is zo hemels en geïnspireerd dat de rest van het werk er onmogelijk aan kan tippen.” Maar ondertussen is het wel een van de meest gespeelde vioolconcerten van de afgelopen honderdvijftig jaar. JEAN SIBELIUS Een Deense voltreffer ‘Deens’ roept niet direct muzikale associaties op, zoals je bij ‘Spaans’ aan flamenco kunt denken of bij ‘Weens’ aan wals. Des te opmerkelijker was zo’n honderd jaar geleden de doorbraak van Carl Nielsen – de eerste Deense componist die doordrong tot het internationale repertoire. Als Scandinaviër en leverancier van (bovenal) symfonieën wordt hij vaak in één adem genoemd met Sibelius, maar die vergelijking is niet helemaal eerlijk: Nielsen moest het stellen zonder de sagenwereld, de weidse natuur en de politieke motivatie die Sibelius van brandstof voorzagen. Aan heilig vuur ontbrak het Nielsen in elk geval niet; één van zijn symfonieën noemde hij zelfs ‘Het Onuitblusbare’ en in zijn dagboek noteerde hij bijna bezorgd: “Af en toe ben ik gedwongen te componeren, omdat er zoveel muziek in me is gestroomd.” 6 6 CARL NIELSEN Die tomeloze expressiedrang is zeer voelbaar in de Vijfde symfonie. Wát Nielsen precies wilde uitdrukken liet hij ditmaal bewust in het midden. Hij gaf het werk geen titel, zoals hij bij andere symfonieën deed. Maar zelfs als je oppervlakkig luistert hoor je dat er zich een drama voltrekt. Conflictloze muziek was in 1920 nauwelijks een serieuze optie. De slepende wereldoorlog, zojuist beëindigd, had ook over het neutrale Denemarken een schaduw geworpen. En Nielsen zelf kampte op dat moment met een huwelijkscrisis en een overmaat aan professionele verplichtingen. De gebeurtenissen in deze symfonie lieten zich niet in de traditionele vierdelige vorm persen. In twee uitgesponnen delen geeft Nielsen achtereenvolgens confrontatie en ontlading weer. Het begin biedt al een mild staaltje vampier-horror: het vriendelijke klankbeeld blijkt bij nadere beschouwing uit kille, wezenloze melodieflarden te bestaan die zonder doel of richting langs elkaar bewegen. Spoedig voegen zich daar dreigende snaredrum-salvo’s bij. Strijkers proberen de oplopende spanning te doorbreken met een plechtstatige ‘koorzang’, maar worden op hun beurt geïnterrumpeerd door mechanisch herhaalde blazersriedels en tromroffels. Deel één eindigt in verslagenheid, met een jammerende klarinetsolo. Het tweede deel gaat energiek van start en krijgt zelfs triomfantelijke trekjes – totdat ook hier verstorende geluiden klinken, met name uit de hoek van de houtblazers. De hysterische episode die daarop volgt is het punt waarop een luisteraar zich gewonnen geeft ofwel afhaakt: Nielsen mag hier dan een crisis willen weergeven, maar het is wel een ontsporing waar het compositorische maakplezier vanaf spat. En plots verdwijnt alle dreiging naar de achtergrond en is de ban verbroken: het werk eindigt met een stralende, optimistische majeurpassage. Tijdens een Nielsen-herdenking in 1953 prees de inmiddels 88jarige Sibelius de moderniteit van zijn Deense collega. “Nielsen was een geboren symfonicus”, zei hij. “Hij wist in zijn muziek zowel het hoofd als het hart aan te spreken en zijn kritische opstelling tegen de romantische componeerstijl is niet minder actueel geworden.” Dat is zo lang als het breed is: Nielsen stond nog altijd dichter bij de romantiek dan Sibelius suggereert. Zijn symfonieën ‘psychologiseren’ evenzeer als die van, bijvoorbeeld, Mahler en leunen sterk op de overdracht van emoties. Anderzijds is in de Vijfde (evenals in de Zesde) de dramatiek zó abstract dat je nauwelijks van een typisch romantisch ego-document kunt spreken. De tweedelige opbouw breekt nadrukkelijk met de traditie en de voortdurende verstoringen van het muzikale betoog zijn zeer twintigste-eeuws, evenals de focus op slagwerk. Het imago van Deense muziek, zei Nielsen eerder al, was tot dan toe “braaf en gezapig... Ik wilde krachtiger ritmes en modernere harmonieën.” In dat opzicht is de Vijfde een voltreffer. Michiel Cleij “Nielsen was een geboren symfonicus. Hij wist in zijn muziek zowel het hoofd als het hart aan te spreken en zijn kritische opstelling tegen de romantische componeerstijl is niet minder actueel geworden.” – de 88- jarige Sibelius over Carl Nielsen in 1953 7 uitvoerenden 8 Dmitri Slobodeniouk, dirigent Dmitri Slobodeniouk studeerde eerst viool aan het conservatorium in zijn geboorteplaats Moskou, en vervolgens aan het conservatorium van Midden-Finland en de Sibelius Akademie in Helsinki. Gelijktijdig studeerde hij vanaf 1994 orkestdirectie bij Atso Almila, Leif Segerstam, Jorma Panula, Ilja Moesin en Esa-Pekka Salonen. Hij studeerde met onderscheiding af in 2001. Als chef-dirigent van het Symfonieorkest van Oulu (Finland; 20052008) dirigeerde hij onder meer Les contes d’Hoffmann, Don Giovanni en Jevgeni Onegin in Jyväskylä. Slobodeniouk is regelmatig te gast bij alle Finse symfonieorkesten. In 2006 leidde hij de wereldpremière van Uljas Pulkkis’ oratorium Neito. Slobodeniouk zet zich veelvuldig in voor jonge componisten en wijdde het Korsholm Muziekfestival dat hij leidt in 2007 aan Sebastian Fagerlund, van wie hij werken opnam met het Symfonieorkest van Gotenburg. Verder nam hij muziek op van DMIT RI SLOBODENIOUK de Deen Vagn Holmboe. Sinds augustus 2015 is Dmitri Slobodeniouk chef-dirigent van het Symfonieorkest van Lahti en begin komend seizoen wordt hij artistiek leider van het Sibelius Festival. Daarnaast is hij sinds 2013 muzikaal leider van het Orquesta Sinfónica de Galicia. Als gastdirigent staat hij geregeld voor diverse orkesten in Europa. Dmitri Slobodeniouk maakte zijn debuut bij het Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor tijdens de Vrijdag van Vredenburg in 2008 met de opera Šárka van Janáček. Hij kwam terug in 2011 met onder meer Switezianjka van Rimski-Korsakov en de Dertiende symfonie van Sjostakovitsj. En in oktober 2012 met een compleet Schumannprogramma met de weinig uitgevoerde werken Das Glück von Edenhall en het Requiem. In oktober 2013 leidde hij het RFO en violiste Baiba Skride in een programma met Beethoven, Prokofjev en Lutosławski. VIKTORIA MULLOVA Viktoria Mullova, viool Radio Filharmonisch Orkest De violiste Viktoria Mullova studeerde aan het conservatorium van Moskou. Zij behaalde eerste prijzen bij het Sibelius Concours in Helsinki (1980) en de gouden medaille bij het Tsjaikovski Concours (1982). In 1983 week zij uit naar het Westen. Sindsdien treedt zij wereldwijd op met vooraanstaande orkesten en dirigenten. Viktoria Mullova heeft een passie voor onder meer barokmuziek en maakte sinds 2000 diverse tournees met onder meer The Orchestra of the Age of Enlightenment en Il Giardino Armonico. Ook op het gebied van de romantische en hedendaagse muziek is Viktoria Mullova actief. In 2000 verscheen haar album Through the Looking Glass, met de Britse jazzpianist Julian Joseph. Een aantal werken is aan haar opgedragen, waaronder composities van jonge componisten als Dave Maric en Fraser Trainer, Thomas Larcher en Dai Fujikura. Met enkele gelijkgestemde musici vormt zij het Mullova Ensemble, dat een eerste tournee maakte in 1994. Met de pianisten Katia Labèque en Piotr Anderszewski en met de klavecinist Ottavio Dantone geeft zij geregeld recitals. Veel van de cd’s van Viktoria Mullova zijn met prijzen onderscheiden. De agenda van dit seizoen vermeldt een tournee door Azië met het BBC Philharmonic en optredens met orkesten in Parijs, Londen, Genève en Bergen. Verder staan er optredens op het programma met pianiste Katia Labèque in Europa en Zuid-Amerika. In april 2010 was Viktoria Mullova te gast in de Vrijdag van Vredenburg met het Vioolconcert van Sibelius. Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De meeste concerten vinden plaats in het kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), AVROTROS Vrijdagconcert (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live worden uitgezonden op NPO Radio 4. Een deel ervan wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent. Onder zijn voorgangers zijn Albert van Raalte, Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam aan het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie- 9 10 afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AVROTROS). Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als de Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de ➜ W W W . R ADIOFILHARMONISCHORKEST. NL volg het orkest via twitter (@radiofilhorkest) en facebook IVAR PEL RADIO FILHARMONISCH ORKEST acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek. CHEF DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Joris van Rijn Semjon Meerson Fred Gaasterland Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Josje ter Haar Masha Iakovleva Kerstin Kendler Pamela Kubik Leonie Mensink Pedja Milosavljevic Pieter Vel Karina Korevaar Miyuki Konoe Karen Segal TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Zofia Balcar Ian van den Berk Michiel Eekhof Annemarie van Helderen Dana Mihailescu Renate van Riel Alexander van den Tol Nina de Waal Frits Wagenvoorde Robert Honorits Leonie Kleiss ALTVIOOL Francien Schatborn Frank Brakkee Arjan Wildschut Igor Bobylev Sabine Duch Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Robert Meulendijk Ewa Wagner Annemieke Huls Celia Hernandez Doval CELLO Michael Müller Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard CONTRABAS Rien Wisse Stephan Wienjus Walter van Egeraat Edward Mebius Sjeng Schupp Eduard Zlatkin Marijn van Prooijen Dobril Popdimitrov FLUIT Barbara Deleu Carla Meijers Maike Grobbenhaar HOBO Hans Wolters Yvonne Wolters KLARINET Frank van den Brink Esther Misbeek Diede Brantjes FAGOT Jos Lammerse Desirée van Vliet HOORN Petra Botma-Zijlstra Fréderick Franssen Laurens Otto Rebecca Grannetia TROMPET Hessel Buma Raymond Rook Hans Verheij TROMBONE Victor Belmonte Albert Nico Schippers Wouter Iseger TUBA Bernard Beniers PAUKEN Bas Voorter SLAGWERK Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink HARP Ellen Versney CELESTA Stephan Kiefer Radio Filharmonisch Orkest 11 volgende concerten 12 vrijdag 13 mei 2016, 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht inleiding Leo Samama, 19.30 uur SERIES HET RUSSISCHE RIJK / AVROTROS KLASSIEK I / GROTE VIOLISTEN / CARL NIELSEN Het onuitblusbare zaterdag 23 april 2016, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL Mahlers liefde en doodsangst Radio Filharmonisch Orkest Rotterdams Philharmonisch Orkest James Gaffigan dirigent Yannick Nézet-Séguin dirigent Simone Lamsma viool Karin Strobos mezzosopraan Berlioz Ouverture Les Franc-Juges Nielsen Vierde symfonie ‘Het onuitblusbare’ Sjostakovitsj Eerste vioolconcert Jeths Eerste symfonie, vierde deel: ‘Selige Sehnsucht’ Mahler/Cooke Tiende symfonie colofon Nielsen en Sjostakovitsj worden ook uitgevoerd in Het Zondagochtend Concert in Het Concertgebouw te Amsterdam, op 15 mei om 11 uur. Dat concert is live te beluisteren op NPO Radio 4. PROGRAMMERING RANDPROGRAMMERING AVRO - Astrid in ’t Veld TROS NPO RADIO PRODUCTIE Thea Derks Roland Kieft Anneke Peerik , Manon Tuynman EINDREDACTIE AVROTROS NPO PROGRAMMATOELICHTING PUBLICITEIT EN MARKETING RADIO Marco van Es Tim Moen REDACTIE PROGRAMMABOEK CASTING DIRECTOR Clemens Romijn Anneke de Vries Mauricio Fernández VORMGEVING PRESENTATIE ARTISTIEK LEIDER Dorine Verharen Kees Vlaardingerbroek EINDREDACTIE ADMINISTRATIE & FINANCIËN AVROTROS NPO RADIO Maartje Stokkers 4 4 4 DIRECTEUR STICHTING OMROEP MUZIEK Michiel Cleij Onno Schoonderwoerd