Versterking relatie externe productiesector Naar nieuwe Algemene voorwaarden voor producties vanaf 1/1/2017 Context VRT startte in 2015 een traject om een duurzame toekomst met de externe productiehuissector uit te bouwen met faire en transparante afspraken. Daarnaast werd ook een nieuwe beheersovereenkomst onderhandeld tussen de Vlaamse Gemeenschap en VRT, waarin de rol van de VRT als versterker van het media-ecosysteem wordt benadrukt. Naast het waken over de toepassing van het Sociaal Charter in de sector, dient VRT een kwalitatief sterk en economisch leefbaar landschap te stimuleren om zo een pluralistisch en divers aanbod mee in stand te houden. Bovendien bleken de huidige Algemene Voorwaarden, van toepassing sedert september 2011, aan een update toe omwille van verschillende redenen: 1. Een veranderde marktcontext. Op 5 jaar tijd is er veel veranderd in het medialandschap. Mediagebruikers consumeren content waar ze willen, wanneer ze willen en hoe ze willen. Niet-lineaire windows zijn en worden alsmaar belangrijker (de tijd van louter ‘lineaire omroep’ is voorbij), er zijn meer vormen van audiovisuele exploitatie, en internationale distributeurs komen een rol spelen op onze markt. 2. Efficiënte besteding middelen. VRT moet haar middelen efficiënt inzetten. In de dotatie van de VRT is sterk gesnoeid waardoor VRT ook aangewezen is op meer commerciële inkomsten. In die context zo veel mogelijk middelen vrijmaken voor aanbod, vraagt ondernemingszin. 3. Transparantie. VRT streeft naar het creëren van een duurzame externe productiesector en wil de leefbaarheid van de productiehuizen bevorderen. Maar de VRT wil natuurlijk in de gewijzigde context haar opdracht kunnen blijven vervullen. VRT wil hierover in alle transparantie in dialoog gaan met de productiesector. Na gesprekken met verschillende stakeholders, waaronder ook VOFTP, wenst VRT in dit document een aantal kerngedachtes samen te vatten die de basis vormen voor een toekomstgerichte samenwerking tussen VRT en de sector. 1 Basis van de nieuwe algemene voorwaarden In haar toekomstige samenwerkingen met de productiehuizen wil VRT de nadruk leggen op overleg, transparantie en gezamenlijk ondernemerschap. Daarnaast wil VRT als toekomstgerichte organisatie ook investeren in ontwikkeling en innovatie. Overleg en transparantie zijn sleutelwoorden in elke fase van de levensloop van een productie : vanaf de bestelling van de productie, over de financiering tot en met de commerciële exploitatie van de productie. VRT en het productiehuis erkennen elkaar als volwaardige partner en zetten maximaal in op een open dialoog. Dit houdt in dat VRT van meet af aan in nauw overleg wil treden met een productiehuis over wat inhoudelijk precies wordt verwacht van een productie, welke doelstellingen de productie moet verwezenlijken en hoe de beleving ervan verder kan worden versterkt via diverse activiteiten of het inzetten van platformen/sociale media. Dit moet leiden tot een kwalitatief en een aan het doelpubliek aangepast product, dat op zijn beurt bijdraagt tot de opdracht van VRT en haar merken. Deze aanpak wil VRT ook doortrekken op zakelijk vlak. Partijen gaan in alle transparantie in overleg over het budget en de financieringswijze van een productie. Er dient steeds sprake te zijn van een faire prijs en VRT waakt over het hanteren van een marktconforme fee. VRT wil het productiehuis bovendien belonen voor de inspanningen die het levert met betrekking tot het ophalen van productplacement en institutionele financiering op de markt. Over business opportuniteiten die de nieuwe media-omgeving biedt, gaan VRT en het productiehuis in overleg. VRT is er van overtuigd dat dit zal leiden tot een beter inhoudelijk en financieel eindresultaat. Kortom, door meer samen te werken en samen te ondernemen, zullen de mogelijkheden tot verdere commerciële exploitatie van een productie verhoogd worden wat tot een win-win voor beide partijen kan leiden. De partij die ondernemend is en dus investeert/risico neemt, wordt voor deze inspanning dan ook extra vergoed. In wat volgt, gaan we hier dieper op in. De principes die we hierna beschrijven, vormen de basis van de Algemene Voorwaarden. Deze zijn van toepassing op die producties die integraal gefinancierd worden door VRT-middelen. 2 1. Gezamenlijk ondernemerschap 1.1. Hoe werkt dit inhoudelijk? De mediacontext verandert zeer snel. Dit betekent dat het voor omroepen niet langer volstaat om een product lineair aan te bieden. Een multiplatform benadering is vereist om hetzelfde doelpubliek te blijven bereiken, een 360 graden-benadering is dus noodzakelijk. Mediagebruikers consumeren content in toenemende mate waar ze willen, wanneer ze willen en hoe ze willen: de publieke omroep moet hierop inspelen en de content daar brengen waar het publiek zich bevindt. Elk merk brengt in dit kader de “touch points” in kaart waarmee het zijn (doel)publiek kan bereiken: lineair, online, via social media, via events, via afgeleide producten,… Langs de andere kant biedt die gewijzigde mediacontext ook nieuwe business opportuniteiten. Het is zaak om die opportuniteiten te zien en er snel op in te spelen. Samen ondernemen moet daarom de nieuwe basis vormen in de relatie tussen VRT en de productiesector. De win-win is tweevoudig: enerzijds een beter bereik, aangepast aan de nieuwe mediacontext, en anderzijds een impact die ook zakelijk rendeert. Immers, zowel de VRT als het productiehuis hebben er baat bij dat de inkomsten bij exploitatie gemaximaliseerd kunnen worden. Beiden hebben daarom, in functie van de beoogde markt (Vlaamse of andere mediamarkten), en zoals hierna bepaald, de mogelijkheid om zowel audiovisuele als niet-audiovisuele initiatieven te nemen. Er wordt samen bekeken op welke manier er het best in de nieuwe mediaomgeving en met tal van exploitatiemogelijkheden kan worden gewerkt. Per mogelijke exploitatie wordt een voorstel uitgewerkt, zowel inhoudelijk/creatief als zakelijk. Partijen evalueren gezamenlijk het voorstel en moeten samen akkoord gaan alvorens de exploitatie kan starten. Er wordt ook in onderling overleg beslist welke partij het best in staat is om de exploitatie uit te voeren. De partij die de exploitatie doet, krijgt een handling fee die op voorhand vastligt en wederkerig toegepast wordt. Het exploreren van nieuwe business opportuniteiten gebeurt met een open vizier. Maar vanzelfsprekend kan er geen afbreuk worden gedaan aan de opdracht van VRT die is vastgelegd in de beheersovereenkomst , met name haar rol van publieke omroep die erin bestaat een kwalitatief aanbod te brengen aan het Vlaamse publiek1 via de relevante (eigen of derde) platformen. VRT moet deze “core” opdracht te allen tijde in volledige autonomie en zonder beperkingen kunnen vervullen. Dit belet niet dat het productiehuis steeds suggesties kan doen en initiatieven kan nemen om het doel, met name het publiek maximaal bereiken, te helpen realiseren. VRT zal deze suggesties steeds ter harte nemen en evalueren in het licht van haar plannen/strategie. Wat audiovisuele rechten betreft, gaat het vandaag dus onder meer om: o lineair uitzenden (en alle functionaliteiten die daarbij horen, zoals (N)PVR, start over, offline download tot 30 dagen) op eigen platformen en platformen van distributeurs, zoals Telenet en Proximus; o de catch up-services (tot 30 dagen) op eigen en derde platformen zoals bijvoorbeeld het huidige Net Gemist, LUK-diensten van distributeurs (zoals Replay), evenals 1 VRT zal de nodige geoblocking maatregelen nemen om de territorialiteit van de content te beschermen. De medecontractant aanvaardt evenwel dat voor betalende toepassingen (bijvoorbeeld stievie, play more, netflix edm.) de meeneembaarheid van mobiele apps/devices in het buitenland, geen inbreuk zal uitmaken op deze territorialiteitsafspraak. 3 o graduele catch up (tot 30 dagen na lineaire uitzending van alle afleveringen) zoals bij VRTnu (VRT-videoplayer),…; het aanbieden van fragmenten op sites, inclusief sociale media;… Alle vormen van distributie buiten de opdracht van VRT in de Vlaamse markt, vallen onder “commerciële exploitaties” en worden uitgevoerd conform het principe van gezamenlijk ondernemerschap, wat betekent dat beide partijen in de mogelijkheid zijn initiatieven te nemen met betrekking tot de exploitatie. Deze exploitaties moeten weliswaar steeds verzoenbaar zijn met de rol, waarden en imago van de publieke omroep. Het gaat onder meer om: o het verkopen van een licentie voor content via VOD op Vlaamse en andere markten (TVOD en SVOD) andere dan catch up-services (zoals bijvoorbeeld Play en Play more, Netflix, Ooit Gemist…); o andere vormen van audio(visuele) exploitaties zoals DVD en CD; o alle vormen van niet-audiovisuele exploitaties zoals merchandising, boeken, commerciële evenementen…. De concepten die de productiehuizen ontwikkelen, blijven zoals voorheen eigendom van de productiehuizen. De regeling die daarvoor gold, blijft van toepassing. Maar de holdbackperiode wordt vastgelegd op 1 jaar. Meer bepaald geldt er een holdbackperiode op de Vlaamse markt gedurende een periode van 1 jaar. Voor zover het gaat om een reeks die lineair wordt uitgezonden, loopt de holdbackperiode tot 1 jaar na afloop van de uitzending van de laatste aflevering van de reeks. Voor zover het gaat om een digital only product, loopt de holdbackperiode tot 1 jaar na afloop van de eerste volledige publicatie van de reeks. Voor zover de volledige uitzending/publicatie niet plaats vindt binnen 1 jaar na oplevering c.q. voorziene uitzenddatum/publicatiedatum, afhankelijk van wat laatste in de tijd valt, loopt de holdbackperiode tot 1 jaar na voormelde periode. 1.2. Hoe werkt dit financieel? a) Financiële afspraken - Productiebudget VRT en het productiehuis maken duidelijke afspraken omtrent de kost van een productie en de wijze waarop deze gefinancierd wordt. Een transparant en marktconform budget is dan ook essentieel in het proces om al dan niet tot een bestelling over te gaan. - Productiefee De VRT en het Productiehuis komen een marktconforme fee (overhead + onvoorziene kosten + producentenfee) overeen. Deze fee wordt telkens in functie van de productie overlegd tussen partijen. - Extra financiering in ruil voor schermreturn Daarnaast wil VRT de productiehuizen een duidelijke financiële incentive geven om externe financiering (institutionele financiering, financiële product placement en/of product placement in natura) op te halen. VRT werkte daarvoor volgende nieuwe regeling uit: afspraken up front (met name de afspraken inzake product placement en institutionele financiering die op voorhand tussen VRT en het productiehuis besproken 4 worden en contractueel worden vastgelegd waardoor de VRT-cash out vermindert): het productiehuis ontvangt 12% commissie op het afgesproken PP en IF bedrag (met als max. grens de met de VRT afgesproken bedragen aan PP en IF). b) deals tijdens productieproces: het productiehuis kan dit doen op voorwaarde dat er transparantie is naar en overleg met VRT, en voor zover dit gaat over redactionele opportuniteiten die passen binnen het concept dat het net voor ogen heeft. Op dit bedrag wordt geen commissie toegepast. GRP waarde : wordt vastgelegd voor verschillende reeksen. Split op inkomsten VRT behoudt het principe van een split op inkomsten uit commerciële exploitaties; ongeacht of deze audio, audiovisuele of niet audiovisuele exploitaties betreft. Er wordt een uniform splitpercentage van 40 % gehanteerd. Daarnaast kan het productiehuis ten belope van het afgesproken splitpercentage het aandeel waar zij recht op heeft in de kabel- en thuiskopierechten innen bij de desbetreffende beheersvennootschap. Onder kabel- en thuiskopie inkomsten wordt begrepen de inkomsten die het productiehuis voor Vlaamse en andere markten verwerft via de desbetreffende beheersvennootschappen, ingevolge het wettelijk verplicht collectief beheer voor simultane kabeldoorgifte en de wettelijke licentie voor thuiskopie. Op de inkomsten die VRT verwerft uit haar opdracht wordt niet gesplit. c) Handling fee Ondernemen betekent investeren en ook risico (durven) nemen. De partij die een dergelijke investering doet of risico neemt, wordt daarvoor via een handling fee vergoed. Als partijen allebei een deel van de investering dragen, wordt de handling fee gesplit tussen beiden. - Secundaire exploitaties van de productie of reeks zelf VOD-deals en verkoop van programma’s die rechtstreeks door VRT/ het productiehuis worden gesloten: een handling fee van 15% op de bruto-ontvangsten na aftrek van de directe kosten en taksen (= netto-ontvangsten van de partij die de exploitatie behartigt). In de handling fee zitten in de regel vervat: het leggen van contacten, het onderhandelen van de afspraken, het opstellen van contracten, de gebruikelijke verplaatsingskosten,… De kosten om de exploitatie mogelijk te maken worden telkens transparant overeengekomen. Deze kunnen naargelang van het geval bestaan uit: ondertiteling, technische kosten voor het aanleveren van het materiaal in het gewenste formaat, advocatenkosten, reis-en verblijfvergoedingen, het maken van promomateriaal… Wanneer een mediacampagne afgesproken wordt tussen partijen dan zal de netto-kost van deze campagne in rekening worden gebracht. De nettokost van de mediacampagne bedraagt 25% van de waarde van de campagne met een cap van 25 % van de netto-ontvangsten. 5 VOD-deals en verkoop van programma’s waar de tussenkomst van een derde partij vereist is: de distributiefee aan derde partijen wordt case per case overeengekomen, met een overall maximaal percentage van 35 % (distributiefee aan de derde partij en handling fee samen). Het uitbrengen van een DVD : een handling fee van 15% op de bruto-ontvangsten na aftrek van de directe kosten en taksen (= netto-ontvangsten van de partij die de exploitatie behartigt).op. In de handling fee zitten in de regel vervat: het leggen van contacten, het onderhandelen van de afspraken, het opstellen van contracten, de gebruikelijke verplaatsingskosten,… De kosten om de DVD-exploitatie mogelijk te maken worden telkens transparant overeengekomen. Deze kunnen naargelang van het geval bestaan uit: technische kosten voor het aanleveren van het materiaal in het gewenste formaat, advocatenkosten, reis-en verblijfvergoedingen, het maken van promomateriaal… Wanneer een mediacampagne afgesproken wordt tussen partijen dan zal de netto-kost van deze campagne in rekening worden gebracht. De nettokost van de mediacampagne bedraagt 25% van de waarde van de campagne met een cap van 25 % van de netto-ontvangsten.. - Secundaire afgeleide initiatieven van de productie/reeks: dit zijn nieuwe producten waaraan een ontwikkelings- en productiekost vasthangt (bvb boek, app, speldoos…) Het in de markt zetten van een bepaald product of bepaalde dienst is gebaseerd op een uitgewerkt business voorstel. De partij die het product uiteindelijk in de markt zal zetten, krijgt hiervoor een handling fee van 15% toegekend op de bruto-ontvangsten na aftrek van de directe kosten en taksen (= netto-ontvangsten van de partij die de exploitatie behartigt). In de handling fee zitten in de regel vervat het leggen van contacten, het onderhandelen van de afspraken, het opstellen van contracten, de gebruikelijke verplaatsingskosten,… Zo de producten/diensten zelf worden ontwikkeld of geproduceerd door het productiehuis en/of VRT , worden de kosten eerst gerecupereerd door partijen a rato van de inbreng zoals bepaald en overeengekomen in het businessplan. Na recoupment wordt de split toegepast. Wanneer een mediacampagne afgesproken wordt tussen partijen dan zal de netto-kost van deze campagne in rekening worden gebracht. De nettokost van de mediacampagne bedraagt 25% van de waarde van de campagne met een cap van 25 % van de netto-ontvangsten. Na recoupment van de kosten is volgende regeling van toepassing waarbij het risico (de inbreng) dat de partij (productiehuis en/of VRT) neemt in de totstandkoming van de afgeleide de basis is: (i) (ii) (iii) 0-20% risico 25% van de inkomsten 80-100% risico 75 % van de inkomsten elk 50% risico 50% van de inkomsten 21-49% risico 40% van de inkomsten 51-79% risico 60% van de inkomsten 6 2. Ontwikkeling en innovatie Programma-ontwikkeling is zowel voor VRT als voor de productiesector cruciaal om content op maat van de Vlaamse mediagebruiker te maken, blijvend te vernieuwen en blijvend te investeren in onderscheidende kwaliteit. Dergelijke investeringen in eigen ontwikkelde programma’s verhogen ook de kans op internationale ontdekking wat op zijn beurt de mogelijkheden en inkomsten uit commerciële exploitatie kan verhogen; hetgeen bijkomend zuurstof kan opleveren voor de sector. Door iteratief te ontwikkelen en voldoende evaluatiemomenten in te bouwen, krijgen programmavoorstellen de tijd om te rijpen en te groeien. In een traject van wederzijds overleg, toetsing en via coaching wordt vermeden dat dure investeringen in programmareeksen, die te snel en te ondoordacht geproduceerd werden, verloren gaan. Ontwikkelen kost tijd en geld. Om productiehuizen meer tijd en zuurstof te geven om te ontwikkelen, wil VRT budget vrijmaken en dit op 2 manieren. De 3 netten maken elk jaar een budget vrij om te investeren in de ontwikkeling van programmavoorstellen waarvan de desbetreffende netten geloven in het potentieel. Deze aanpak wordt verder doorgetrokken. Daarnaast wil VRT een aanzienlijk extra ontwikkelingsbudget vrijmaken dat wordt gekoppeld aan een bonussysteem. VRT wil namelijk een bonus toekennen wanneer een productiehuis een succesvol product heeft opgeleverd en op die manier heeft bijgedragen tot het succes van de VRT in het algemeen. VRT en het productiehuis zullen in dit kader bij het begin van het bestelproces in onderling overleg en in alle transparantie uit een set van parameters er een aantal selecteren: een combinatie van zakelijke en aanbod-parameters. De parameters worden telkens op maat van elk project geformuleerd. Na uitzending worden het programma en de bijhorende parameters geëvalueerd. De parameters hebben betrekking op volgende topics: bereik, waardering, impact, meerwaarde en transparantie. Als het productiehuis 60 procent van deze parameters behaalt, dan zal een bonus worden toegekend. Op de parameter transparantie moet evenwel altijd gescoord worden. De bonus bedraagt 3% op de afgesproken VRT cash out kost van het product. De bonus wordt door het productiehuis gebruikt om te investeren in ontwikkeling en innovatie. De parameters liggen niet voor jaren vast maar kunnen in functie van de opdracht en noden van de VRT worden aangepast. Na een jaar zal dit bonussysteem worden geëvalueerd en eventueel worden aangepast waar nodig. 7 3. Geregelde evaluatie Op regelmatige tijdstippen zal het geheel van de hierboven principes geëvalueerd worden in alle transparantie. 4. Rechten/ gezamenlijk ondernemerschap in een notendop Concept: de rechten op het concept, de exploitatie evenals de inkomsten uit de exploitatie van het concept, komen toe aan diegene die het concept bedacht heeft. Audiovisueel product: de audiovisuele exploitatierechten behoren toe aan VRT en alle exploitaties gebeuren conform het principe van co-ondernemerschap zij het dat de core-opdracht van VRT in volledige autonomie gebeurt. De split van inkomsten gebeurt zoals hierboven beschreven. Secundaire afgeleide initiatieven van het audiovisuele product: de exploitaties gebeuren in coondernemerschap. De rechten worden product per product toegewezen aan diegene(n) die de investering in de afgeleide doet. De split van inkomsten gebeurt in functie van het investeringsrisico dat de ene of de andere partij neemt, zoals ook hierboven beschreven 8 9