de jeugdnatuurwachter - Jeugd Natuurwacht Nederland

advertisement
kwartaaluitgave van Stichting Jeugdnatuurwacht Nederland
opgericht in 1947
jaargang 1998/1999; september nummer 1
de Jeugdnatuurwachter
INHOUDSOPGAVE
inhoud
bladzijde
Hallo allemaal .................................................................................. 3
Een bes om op te eten .................................................................... 4
Een kale boom is geen dooie boom................................................. 6
Puzzel ............................................................................................. 8
Om zelf te maken: een overlevingsvest ........................................... 9
Overleven in … Lapland ................................................................ 10
Help de natuur overleven!!!............................................................ 12
Libellen overleven de winter… niet! ............................................. 13
De Bruine beer vergeleken met de Rode eekhoorn ....................... 14
COLOFON
De Jeugdnatuurwachter is een uitgave van de
Stichting Jeugdnatuurwacht Nederland. De
Stichting heeft als doel het bevorderen van de
kennis van en de liefde voor de natuur bij de
schooljeugd, in het bijzonder die van de hogere
klassen van het basisonderwijs.
Verschijnt vier maal per jaar.
jeugdnatuurwacht
Redactie
Wiesje Korf, Peggy-Ann de Ridder
Redactieadres
Adelheidstraat 181
2595 EV Den Haag
Stripverhaal
Leon de Ridder
Tekeningen
Wiesje Korf
ISSN: 0021-6062
Hallo allemaal!
Het zal jullie ook wel opgevallen
zijn dat de Jeugdnatuurwachter er
anders uit ziet dan jullie gewend
zijn. In de hoop de winter te
overleven heeft de redactie dit
blad in een nieuw jasje gestoken.
Heb jij ook leuke ideeën voor dit
blad? Wil jij iets schrijven over
het thema van volgende keer,
water? Dat kan, we krijgen graag
post!!
Het adres staat op de eerste
pagina.
Over overleven
Dit keer heeft de Jeugdnatuurwachter
een speciaal thema: overleven!
Hoe overleven insecten de
winter? Hoe overleven dieren op
plaatsen waar het nog veel
kouder is dan hier? Wat doen
bomen eigenlijk allemaal om te
overleven? Je kunt het allemaal
lezen
in
deze
nieuwe
Jeugdnatuurwachter!
Wij wensen jullie veel leesplezier!
Overleven is ook het thema van
de Nationale Jeugdnatuurweek.
Dit is een week waarin allerlei
jeugdnatuurclubs
zich
gaan
buigen over hoe planten en
dieren overleven. Deze week is
de eerste week van november.
Sommige
Jeugdnatuurwachtafdelingen doen ook mee,
misschien jouw afdeling wel! Is
dit niet zo, en zou je toch mee
willen doen, dan kun je de Vrije
Vogel Club bellen en vragen of
er bij jou in de buurt ook wat
gedaan
wordt.
Het
telefoonnummer is 030-6937700.
1998/1999; nummer 1
Groetjes, Wiesje en Peggy-Ann
3
de Jeugdnatuurwachter
Een bes om op te
eten
In de herfst en winter, als het
moeilijk is om voedsel te vinden,
zijn er altijd nog de bessen die de
grootste honger stillen.
Groentetuin
Mijn vader vindt het erg dat de
vogels zijn struiken leeg eten. De
struik zelf niet. Integendeel;
zonder deze dieren zal de struik
geen
nakomelingen
kunnen
krijgen. Het is een manier van de
struik om de winter door te
komen: door nieuwe struiken te
maken.
Mijn vader heeft een groentetuin
waar hij van alles kweekt. Ook
heeft hij een paar struiken staan,
waar in de herfst aalbessen en
kruisbessen aan komen. Heerlijk!
Over deze struiken heeft hij
netten hangen: Kennelijk ben ik
niet de enige die deze bessen
lekker vindt. Die netten hangen
er niet om hongerige mensen
tegen te houden, maar voor de
vogels!
Bes
Wat is dan eigenlijk een bes? Een
bes is een soort vrucht.
Voorbeelden van bessen zijn
aalbessen, bosbessen, kruisbessen
en tomaten.
Voorbeelden van andere vruchten
zijn appels en peren (pitvruchten), kersen, bramen en
pruimen
(steenvruchten)
en
aardbeien
en
rozebottels
(schijnvruchten).
Vogels
Voor vogels zijn bessen een
echte lekkernij.
De vrucht ontstaat uit de
uitgebloeide bloem. In de vrucht
zitten de zaadjes voor de
voortplanting. Bij bessen liggen
de zaadjes in het vruchtvlees. Het
vruchtvlees is dat gedeelte van de
vrucht wat wij lekker eten en dus
Een kramsvogel op een lijsterbes
de Jeugdnatuurwachter
4
1998/1999; nummer 1
eten. Maar pas op: In het wild
groeien ook heel veel bessen die
giftig zijn voor de mens!
Goed, de vogels eten dan geen
bessen en dus ook geen zaadjes.
Dus worden er geen zaadjes
ergens
anders
uitgepoept.
Hierdoor vindt er dus ook geen
zaadverspreiding plaats. En dit is
niet goed voor de overleving, de
voortplanting, van de struik.
De slimme lezer schrikt nu op:
“Nou en, er zijn ook planten die
gebruik maken van de wind om
hun zaden te verspreiden! Ze
hebben helemaal geen vogels
nodig!” Dit klopt gedeeltelijk. Er
zijn inderdaad planten die voor
de zaadverspreiding de wind
gebruiken. Maar de zaadjes van
de bes zullen niet gaan groeien,
als ze door de wind verspreid
worden. Dit zit zo: In de zaadjes
van de bes zitten groeiremmende stoffen. Deze stof
moet
uitgeschakeld
worden
voordat de zaadjes kunnen gaan
groeien.
Jullie
raden
het
misschien al: Vogels vernietigen
de groei-remmende stoffen door
het eten van de zaden.
zaadjes
vruchtvlees
Bes (tomaat)
Zaadverspreiding
Ook de vogels vinden het
vruchtvlees erg lekker.
Zij eten de bessen en daarmee
dus ook de zaadjes die in de
bessen zitten. Hun lichaam
gebruikt het vruchtvlees als
voedsel. Met de zaadjes kan het
lichaam echter niets doen en de
vogels zullen de zaadjes weer
uitpoepen. Vaak is dit op een
andere plek dan waar de struik
stond. Op deze manier zorgen de
vogels voor verspreiding van de
zaden.
Stel dat de bessen geen
vruchtvlees zouden hebben. Dan
zouden de vogels de bessen niet
eten. Waarom zouden ze ook? De
zaadjes stillen hun honger niet,
die poepen ze toch weer uit. Ik
zou ook geen aalbessen eten als
deze alleen maar uit zaadjes
bestond!
1998/1999; nummer 1
Dus…
Door het maken van bessen helpt
de struik dus niet alleen de
vogels, maar ook zichzelf. Het is
voor beide een manier om de
winter door te komen.
5
Jeugdnatuurwachter
Een kale boom is
geen dooie boom
blad te maken? Lijkt toch vreemd
of niet?
Boswandeling
Water
Een van de fijnste dingen om te
doen in de herfst vind ik wel een
boswandeling. Heerlijk wandelen
over de paden met het geritsel
van de bladeren onder me. Als ik
geluk heb staat er ook nog een
aardig briesje zodat ik de
blaadjes van de bomen kan zien
dwarrelen. Op de grond vormen
al deze bladeren een kleurrijk
bladerdek. Gele, groene, bruine,
rode bladeren maken van het
wandelpad een heus kunstwerk.
Planten, en dus ook bomen,
hebben water nodig om te leven.
Het water wordt met behulp van
de wortels opgenomen. In het
water zitten voedingsstoffen. Een
gedeelte van het water verdampt
weer via de huidmondjes in de
bladeren.
In de herfst en winter is het voor
de wortels te koud om water op
te nemen. De bomen krijgen dan
dus geen water en geen
voedingsstoffen
binnen. De
huidmondjes in de bladeren
blijven wel water verdampen. De
boom droogt dan dus uit en gaat
dood.
Kale bomen
De bomen zelf zien er in de
herfst vaak een beetje treurig uit.
De bladeren, die het pad nu zo
mooi sieren, zitten normaal
gesproken aan de boom. De
bomen blijven kaal achter. Maar
niet getreurd, na de winter
verschijnt het blad weer aan de
boom. De boom laat dus nu wel
zijn kleed vallen, dood is hij
zeker niet.
Waarom laat hij dan nu zijn
bladeren weer vallen, om
vervolgens na de winter weer
de Jeugdnatuurwachter
Overleven
Aangezien hij wil blijven leven
zorgt de boom ervoor dat de
bladeren geen water verdampen.
Dit doet hij door te zorgen dat hij
het blad laat vallen. In de lente,
als het weer warm genoeg is voor
water-opname, zal de boom weer
blad vormen.
6
1998/1999; nummer 1
de Jeugdnatuurwachter
7
1998/1999; nummer 1
Dus…
Het probleem van het water heeft
de boom hiermee dus opgelost.
Maar hoe zit het met zijn
voedingsstoffen?
Zo zien jullie maar, een boom
weet wat ie doet als hij zijn blad
laat vallen! Het is voor hem een
manier om bij een tijdelijke
water- en voedseltekort toch te
kunnen blijven leven.
Om te beginnen heeft de boom
nu minder voedsel nodig, want
hij heeft geen bladeren meer die
hij groen moet houden.
Een andere tactiek is dat voordat
de boom zijn blad laat vallen hij
al het nog aanwezige voedsel in
het blad eruit haalt en zelf
opneemt. Op deze manier bouwt
hij een reserve op.
De koude periode mag voor deze
bomen niet te lang duren. Een
boom heeft namelijk zijn groene
bladeren nodig om voedingsstoffen, die niet in het water
zitten, te maken.
Als de reserves op zijn en de
wortels kunnen nog steeds geen
water opnemen, zullen er geen
nieuwe blaadjes kunnen ontstaan.
Er worden geen voedingsstoffen
gemaakt en de boom zal
afsterven. Deze bomen zal je dus
niet op de zuidpool tegenkomen,
daar duurt de koude te lang. Ook
in de woestijn, waar het altijd erg
droog is, zal je niet de
Nederlandse bomen zien groeien.
1998/1999; nummer 1
Zomereik in winter- en
zomertoestand
9
de Jeugdnatuurwachter
Puzzel
huis
overleven
schelp
vacht
vermomming
vluchten
voedsel
voortplanten
warmte
wegtrekken
Hiernaast staan twintig woorden.
Tien ervan zijn dingen die
planten en dieren nodig hebben
om te overleven, de andere tien
zijn dingen die het overleven
juist moeilijk maken.
Alle twintig zitten ze verborgen
in de puzzel hiernaast, van links
naar rechts, van rechts naar links,
van boven naar beneden, van
beneden naar boven en zelfs
schuin.
Streep ze weg, en zet de 25
letters die je overhoudt achter
elkaar. Dit is het begin van een
zin.
Verzin een grappig, mooi of slim
eind, en stuur hem op naar het
redactieadres (kijk op de 1e
bladzijde).
H
G
N
I
L
I
U
V
R
E
V
De maker van de beste zin krijgt
een
leuke
verrassing
thuisgestuurd!
de Jeugdnatuurwachter
N
G
S
P
A
T
R
E
I
N
A
E
N
N
D
U
N
A
R
R
E
C
T
I
E
T
T
E
T
K
N
V
H
N
M
L
S
O
K
U
E
L
W
T
A
M
W
R
N
K
V
E
A
E
D
auto
bosbrand
honger
kou
mensen
snelweg
trein
verkeer
vervuiling
vorst
L
O
E
O
N
E
U
R
V
H
N
P
M
G
V
L
R
M
U
O
K
A
T
R
E
R
H
T
R
N
E
N
R
R
E
E
U
E
G
G
V
D
D
B
O
V
I
P
L
E
H
C
S
O
S
O
S
L
E
R
W
O
E
E
O
O
V
L
U
C
H
T
E
N
L
R
B
Succes ermee!
10
1998/1999; nummer 1
Zelf maken: een
overlevingsvest
 Sla de onder- en zijranden om,
en naai de zak vast op je vest
of jas.
 Klaar!
Tijdens je tochten door de natuur
heb je altijd veel spullen nodig.
Een ‘overlevingsvest’ is dan erg
handig. Ze zijn te koop in de
winkel, maar zelf maken is veel
leuker! Vraag je vader of moeder
om hulp bij het knippen en
naaien:
 Zoek een (oud) vest of een jas
waar je de mouwen af knipt.
 Verzamel alle spullen die je
op je ‘overlevingstocht’ mee
wilt. Op de tekening staan
enkele voorbeelden.
 Leg ze op een vel papier en
trek er een lijn omheen,
ongeveer een centimeter van
het ding zelf. Dit papier is het
patroon voor de zakken.
 Knip het papier uit, en leg ze
op je jas of vest. Schuif deze
heen en weer tot je tevreden
bent.
 Knip nu alle zakken die je wilt
uit stevige stof, weer ongeveer
een centimeter van de rand
van het papier.
 Sla de bovenrand van de
zakken om, en naai de rand
vast,
zodat
het
netjes
afgewerkt is.
Er zijn al Jeugdnatuurwachters
die zo’n vest gemaakt hebben, en
die er erg blij mee zijn. Als je er
ook een maakt, vinden we het erg
leuk om te horen hoe dat gegaan
is en hoe je hem gebruikt. Stuur
je belevenissen op naar de
redactie (adres staat op de eerste
bladzijde)!
1998/1999; nummer 1
Met dank aan Anne-Marie v.d.
Marel, afd. Waalwijk.
11
de Jeugdnatuurwachter
Overleven in …
Lapland
Zo blijft hij goed warm. Het
grootste probleem is voor de
Auerhoen het vinden van eten. In
de winter eet hij dennennaalden,
die overal in het bos liggen.
Waarschijnlijk niet je favoriete
kostje, en ook de Auerhoen heeft
er eerlijk gezegd een beetje
moeite
mee:
om
de
dennennaalden te verteren is het
nodig
dat
hij
kleine
kiezelsteentjes eet. Maar ja, zelfs
die zijn moeilijk te vinden als er
een dik pak sneeuw ligt. Daarom
heb je in de winter een grote kans
Auerhoenders langs de kant van
de weg aan te treffen: daar
kunnen
ze
namelijk
wel
kiezelsteentjes vinden!
In Nederland is het soms moeilijk
voor de beesten om te overleven,
met al die kou en ijs. Maar er zijn
landen waar het nog veel kouder
is, waar de winter elk jaar veel
strenger is dan de allerstrengste
winter die jij hebt meegemaakt...
De mensen kruipen lekker weg in
de bank, trekken een trui aan en
zetten de verwarming op de
hoogste stand. Maar wat doen
alle dieren, die geen huis hebben?
Hoe doen ze dat bijvoorbeeld in
Lapland?
Lapland is een gebied in het
noorden
van
Noorwegen,
Zweden en Finland. Er leven
maar weinig mensen. Maar er
leven wel allerlei grote en kleine
beesten die toch elk jaar die
strenge winter door weten te
komen.
De Auerhoen
In Nederland is de Auerhoen
heel zeldzaam, in Lapland kun je
hem vaak tegenkomen. Het is een
hele grote vogel, met veren tot op
zijn poten.
de Jeugdnatuurwachter
12
1998/1999; nummer 1
Rendier
zijn hol in kruipt. Als het weer
wat warmer wordt, merkt zijn
lichaam dat, en hij wordt wakker.
Met
een
enorme
honger
natuurlijk....
Rendieren zijn eigenlijk geen
wilde dieren, het is vee van de
Lappen. Eigenlijk hetzelfde als
wat de koeien voor de
Nederlandse boeren zijn. Maar de
rendieren lopen vrij rond, en
moeten hun eigen kostje bij
elkaar scharrelen. In de zomer
gaat dat makkelijk, in de winter
niet. Ze komen ervoor uit de
bergen, want lager ligt er minder
sneeuw. Met hun hoeven
schrapen ze de sneeuw weg,
zodat ze bij de bosbessentakjes
kunnen komen.
Ganzen
Tja, die doen het weer anders, de
winter doorkomen: zij vluchten
voor de kou, en vliegen naar het
zuiden! Sommige ganzen zitten
in de winter in Nederland. Als
het weer wat warmer wordt, gaan
ze weer naar het noorden.
Beer
Hoe de beer de winter doorkomt
weet je waarschijnlijk wel: hij
zoekt een lekker hol, en gaat
slapen! Tijdens zijn slaap heeft
hij maar heel weinig energie
nodig om in leven te blijven,
energie die hij nog heeft van al
zijn enorme maaltijden voor hij
1998/1999; nummer 1
13
de Jeugdnatuurwachter
Help de natuur
overleven!!!
verpakking. Overbodig dus! Of
denk eens aan weggooibekertjes
en reclamefolders.
Hoe meer troep, hoe meer last de
natuur er van heeft en het wordt
er ook niet schoner op!
Ga eens met je moeder mee
boodschappen doen. En let eens
op hoeveel overbodige
verpakkingen er wel niet zijn.
Kan het bij jullie thuis ook
minder?
In dit blad kan je veel lezen over
hoe planten en dieren overleven.
De natuur heeft nog een manier
om te overleven en daar kan jij
bij helpen! “Hoe dan”?, zul je
denken.
Weinig afval
Snuffel eens in de vuilnisbak bij
jou in de keuken. Wat kom je
zoal tegen?
Recycling
Dit is een moeilijk woord voor
het opnieuw gebruiken van
materiaal. Je spreekt het uit als
‘riesaajkling’.
Een groot deel van je afval kan
opnieuw gebruikt worden. De
reclamefolder van Blokker kan
wc-papier worden als je ‘em bij
het oud-papier gooit. Je kan
‘gerecycled’ papier herkennen
aan het recycle-teken.
Glas gooi je natuurlijk altijd in de
glasbak. Van jouw pindakaaspot
kunnen ze weer mooie vazen
maken.
Je snapt natuurlijk wel dat
recycling ervoor zorgt dat de
afvalberg niet veel groter wordt.
Doen dus!
Je zal merken dat er veel plastic
in zit. Dit is vaak allemaal
verpakkingsmateriaal. Dit kan
natuurlijk veel minder. Denk
maar aan de koffiepakken, de
cup-a-soup, snoepjes in de zak,
etc. Dit zijn allemaal boodschappen met een dubbele
de Jeugdnatuurwachter
14
1998/1999; nummer 1
volgroeid is kruipt hij langs een
stengel uit het water omhoog. Ze
gaan stevig zitten, de huid
scheurt open, en de libel komt
tevoorschijn! Compleet met
vleugels.
Libellen overleven
de winter…
niet!
Veel insecten kunnen zelf de
verschillen in temperatuur het
hele jaar niet overleven. Zij
hebben daarom verschillende
‘stadia’, die stuk voor stuk
aangepast zijn aan de tijd van het
jaar en de plaats waarin ze leven.
Zo is het ook met libellen.
5. De libel is nu nog heel
kwetsbaar, hij moet eerst drogen
en ‘uitharden’, voor hij kan gaan
vliegen.
6. En weer een nieuwe libel
begint met jagen, paren en eitjes
leggen!
1. In de zomer zie je ze wel
vliegen in de buurt van meren en
beken. Ze jagen daar op mugjes
en andere kleine insecten.
Er zijn veel verschillende soorten
libellen. Sommigen komen de
winter wel door als libel. En hoe
zit het met de rest van de
insecten? Let maar eens op, als
het kouder wordt, en schrijf ons
wat je gezien hebt!
2. Soms zie je twee libellen aan
elkaar vast zitten. Dit zijn een
mannetje en een vrouwtje. Het
mannetje bevrucht de eitjes, en
het vrouwtje legt de eitjes in het
water.
3. Uit het eitje kruipt een larve.
Deze larve leeft soms wel twee
jaar op de bodem van een
meertje. Hij groeit en vervelt
(krijgt elke keer een nieuw
huidje) tot hij zo groot is als het
achterlijf van de libel die hij later
wordt.
4. Als de larve in het voorjaar, of
soms zelfs al in het najaar,
1998/1999; nummer 1
15
de Jeugdnatuurwachter
Waar komen ze voor?
De Bruine beer
vergeleken met
de Rode Eekhoorn
Je zal beren niet in Nederland
tegenkomen. Er leven er nog een
paar in Europa (Polen en
Scandinavië) en Azië. Verder
komen ze nog in veel voor in
Noord-Amerika.
Beren leven in grote bossen in
bergachtige gebieden, waar maar
weinig mensen wonen.
De Rode eekhoorn daarentegen is
een beestje dat je in elk
werelddeel wel aan kan treffen.
Ook in Nederland komen ze veel
voor. Eekhoorns voelen zich in
veel verschillende gebieden
thuis: in Nederland zijn dat
vooral bossen, heiden, veen- en
duingebieden.
Zomaar twee dieren met elkaar
vergeleken:
Hoe zien ze er uit?
De Bruine beer is licht crème tot
zwart, maar meestal bruin. De
uiteinden van de haren zijn vaak
blond. Beren hebben lange
nagels aan de voorpoten. Een
mannetjes beer wordt 2 tot 3
meter lang en 1 tot 1½ meter
hoog. Het vrouwtje is iets kleiner.
Een volwassen beer kan wel 500
kilo wegen.
Kunnen ze oud worden?
Een groter dier kan ouder worden
dan een kleiner dier. De beer zal
dus ouder worden dan een
eekhoorn. Een beer wordt 25 tot
30 jaar oud, een eekhoorn maar 5
jaar.
De Rode eekhoorn is vosrood,
wit tot zwart. Oude eekhoorns
worden grijs. Het opvallendst is
de grote pluimstaart. Een
eekhoorn is ongeveer 30 cm
hoog, een stuk kleiner dus!
de Jeugdnatuurwachter
Kunnen ze jonkies krijgen?
Natuurlijk kunnen ze jonkies
krijgen. Alle levende wezens
kunnen zich voortplanten.
16
1998/1999; nummer 1
de Jeugdnatuurwachter
17
1998/1999; nummer 1
Hoe overleven ze de winter?
Een beer krijgt 1 tot 4 kinderen
per geboorte (worp). Dit gebeurt
ongeveer één keer in de twee
jaar. Na twee jaar zijn de beertjes
volwassen.
Het aantal jongen per worp bij
een eekhoorn veel meer, namelijk
3 tot 6. Dit gebeurt ook nog eens
twee keer per jaar. De kleine
eekhoorntjes zijn na 4 maanden
al volwassen.
Zowel beren als eekhoorns
trekken niet weg. Beren en
eekhoorns gaan in winterrust. Dit
is een diepe slaap. Ze eten zich in
de zomer vol, zodat ze in hun
lichaam een reserve maken. Ook
leggen ze in hun nesten en holen
een voedselvoorraad aan.
Dus: eekhoorns leven korter dan
beren, maar ze krijgen in hun
korte
leventje net zoveel
kinderen.
Waarmee
honger?
stillen
zij
hun
Beren eten vooral grassen, zaden,
wortels en knollen. Ook eten zij
insecten, vissen en kleine
zoogdieren. Soms staat er een
eland, een rendier of een edelhert
op het menu.
Het menu van eekhoorns
verschilt niet zoveel. Vooral
noten, eikels, beukennootjes,
dennenkegels,
boomknoppen,
boomschors en paddestoelen
vinden zij lekker. Ook eten zij
insecten, eieren en jonge vogels.
1998/1999; nummer 1
Als het winter wordt zoeken ze
deze nesten en holen weer op en
gaan er slapen.
Deze dieren verbruiken tijdens
deze slaap maar weinig energie.
Ze hebben dan dus niet zo veel
voedsel nodig. En dat is ook de
bedoeling, want in de winter is er
maar weinig eten te vinden. Af
en toe moeten ze toch wat eten.
Ze worden dan ook wakker. Ze
eten
dan
wat
van
de
voedselvoorraad die ze hebben
aangelegd. Daarna slapen ze
weer lekker verder.
19
de Jeugdnatuurwachter
Download