WERKEN ONDER HOOGSPANNING Naam : School : Locatie van uitvoering : Datum van uitvoering : Uitgevoerd door : Tijdsduur van de Toolboxmeeting : VRAGENLIJST Zijn er onveilige situaties / handelingen voorgevallen in de afgelopen periode? Zo ja, omschrijf dit op de achterzijde. Zijn er bijna-ongevallen voorgevallen in de afgelopen periode? Ja / Nee Zo ja, omschrijf dit op de achterzijde. Zijn er ongevallen voorgevallen in de afgelopen periode? Ja / Nee Zo ja, omschrijf dit op de achterzijde. Ja / Nee Zijn er vragen / opmerkingen betreffende de veiligheid op de werklocatie? Ja / Nee (Orde, netheid, organisatie, materiaal etc.) Zo ja, omschrijf dit op de achterzijde. Zijn er nog overige vragen c.q. opmerkingen? Ja / Nee Zo ja, omschrijf dit op de achterzijde. Zijn er medewerkers die nog geen veiligheidsinstructies hebben ontvangen? Zo ja, omschrijf dit op de achterzijde. Beschikken alle medewerkers over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen? Zo neen, omschrijf dit op de achterzijde. Ja / Nee Ja / Nee VOLGENDE VERGADERING Datum : Uur : TOOLBOXMEETING WERKEN ONDER HOOGSPANNING Plaats : Pagina 1 van 3 WERKEN ONDER HOOGSPANNING Werken onder hoogspanning. Dit kan dubbelzinnig worden opgevat! We bedoelen echter 50 KV (of meer) hoogspanningskabels waar wij mee te maken krijgen. WERKPUNTEN Als eerste dienen wij de beheerder op de hoogte te brengen van het feit dat er werkzaamheden gaan plaats vinden binnen een straal van 50 m van de hoogspanningslijn. Personen die in de omgeving van de hoogspanningskabel werkzaamheden moeten verrichten, dienen te worden gewaarschuwd door middel van gekleurde tonnen, of door het neerzetten van een portaal. Laswerkzaamheden moeten tenminste 30 m van de hoogspanningslijn worden verricht, dit om inductiespanning te voorkomen. Hijswerktuigen mogen hun masten niet hoger kunnen maken dan de hoogte van de portalen en de hoogte door de beheerder aangegeven. Beïnvloedingsspanning tussen aarde en voertuigen kan worden voorkomen door het aanbrengen van een ongeïsoleerde kabel of ketting die over de grond sleept. (zgn. "sleepaarde") Bij onweer moeten de werkzaamheden onmiddellijk gestaakt worden. Pijpleidingen binnen een afstand van 10 m van een hoogspanningsleiding moeten bij werkzaamheden te allen tijde worden geaard tenzij vaststaat dat er geen gevaarlijke elektrische spanningen kunnen optreden. Hiervoor is een staafelektrode van 0,5-1,0 m lengte voldoende (geen betonstaal). Alvorens een leidinggedeelte in de sleuf te brengen dienen de op de tekening aangegeven aardelektroden al te zijn aangebracht en te zijn aangesloten op het al ingegraven pijpleidingdeel alsmede op het in te brengen leidinggedeelte. De elektrische verbindingen moeten een doorsnede van ten minste 35 mm2 hebben. De verbindingen mogen niet eerder onderbroken worden dan dat de definitieve veiligheidsaardingen zijn aangesloten op de gehele ononderbroken pijpleidingverbinding. Denk aan de aanwezige veiligheidsaarding van de hoogspanningsmasten. Deze staat op tekeningen aangegeven. TOOLBOXMEETING WERKEN ONDER HOOGSPANNING Pagina 2 van 3 Het personeel, dat binnen het beïnvloedingsgebied van de hoogspanningsleiding werkzaamheden aan pijpleidingen verricht, dient elektrisch isolerend schoeisel te dragen volgens DIN norm 4843. Indien een pijpleiding wordt onderbroken dient dit te gebeuren door middel van een geleidende kabel met een doorsnede van 35 mm2. Deze kabel mag alleen worden onderbroken als een andere gelijkwaardige verbinding tot stand is gebracht. De afstand die men tot de hoogspanningsdraden moet houden hangt af van het spanningsniveau: tot 150.000 V boven 150.000 V 5m 8m Deze afstand moet men zeker in acht nemen bij mist en luchtvervuiling. Er dient door bebakening een duidelijk werkgebied te worden aangegeven door middel van portalen waarover een staaldraad is getrokken met rood/wit lint. Het dichtstbijzijnde circuit moet, indien mogelijk, spanningsloos gemaakt worden. Er dient permanent toezicht aanwezig te zijn als er binnen een afstand van 50 m uit het hart van de hoogspanningsleiding wordt gewerkt. Als tijdens werkzaamheden een werktuig (hijskraan. graafmachine enz.) met de onder spanning staande draad van een hoogspanningsverbinding in contact is of er vindt overslag van een elektrische lading plaats, dan mag de machinist het werktuig in verband met het daaraan verbonden levensgevaar niet verlaten. o Het werktuig moet geheel op eigen kracht, dus zonder hulp van andere werktuigen, vrijkomen. o Het verdient aanbeveling dat de machinist het voertuig pas verlaat indien het op eigen kracht buiten de gevarenzone is gekomen, of wanneer het elektriciteitsbedrijf meedeelt dat de spanning is afgeschakeld. Meldingsplicht bij schade, aan de eigenaar. TOOLBOXMEETING WERKEN ONDER HOOGSPANNING Pagina 3 van 3