WEER EN KLIMAAT 1. ELEMENTEN VAN HET WEER NR ELEMENTEN APPARATUUR EENHEID WEERGAVE OP KAART 1 Temperatuur Thermometer °c / K / F Isotherm 2 Luchtdruk Barometer Hpa isobaar 3 Windrichting Windvaan n/no/o/zo/z/zw/w/nw / 4 Windsnelheid Anemometer m/s of km/h / 5 Vochtigheid Hygrometer % / 6 Neerslag Pluviometer Mm of l/m² isohyeet 7 Bewolking Oog Zwaar/matig/licht/klaar bewolkt / 2. SOORTEN MEETINSTRUMENTEN = thermometer = windvaan = barometer = anemometer 1 = hygrometer = pluviometer = oog 3. GEEF AAN DE HAND VAN ONDERSTAANDE WEERKAARTEN: DE VERWACHTE WEERSELEMENTEN VOOR DIE DAG. Kust: bewolkt / 11°c / mistig / windkracht: 4 Gent: bewolkt met af en toe opklaringen / mistig / 12 °c Antwerpen: opklaringen / 12°c Limburg: bewolkt met af en toe opklaringen / 12 °c Brussel: bewolkt met af en toe opklaringen / mistig / 11 °c Namen: bewolkt met af en toe opklaringen / mistig / 11 °c Luxemburg: bewolkt met af en toe opklaringen / mistig / 11 °c 2 4. WAT IS EEN ISOTHERM? Een lijn op een kaart die alle punten met eenzelfde gemiddelde temperatuur verbindt. 5. WAT IS EEN ISOBAAR? Lijnen die de plaatsen met dezelfde luchtdruk met elkaar verbinden. H en L duiden de kernen van het gebied aan met hoge en lage luchtdruk, uitgedrukt in hpa. 6. WAT IS EEN ISOHYEET? Lijnen die plaatsen met dezelfde hoeveelheid neerslag met elkaar verbinden. 7. TEKEN EEN HOOG DRUKGEBIED EN EEN LAAG DRUKGEBIED. GEEF TEVENS HUN DRAAIRICHTING. H L 8. VERGELIJK NU DE SATLLIETFOTO MET DE VEREENVOUDIGDE WEERKAART. WAT STEL JE VAST? Een hoog drukgebied = opklaringen, mooi weer Een laag drukgebied = neerslag, bewolking 9. WAT IS HET KLIMAAT? het weer kan van dag tot dag, van uur tot uur omslaan. De weerselementen zijn dus tijdelijk en veranderlijk. Van twee van die veranderlijke weerelementen, nl. de temperatuur en de neerslag heeft men over een lange periode gemiddelden berekend. Die gemiddelden vormen de elementen van het klimaat. Het klimaat van een plaats is dus over een langere periode gezien onveranderlijk en vast. We moeten natuurlijk wel rekening houden met de seizoenen. Besluit: het klimaat van een plaats is dus over een lange/korte periode gezien onveranderlijk en vast. 3 10. WAT IS HET KLIMAAT VAN BELGIE? (warm)gematigd altijd nat klimaat. 11. WELKE 3 ELEMENTEN ZIJN BEPALEND VOOR HET KLIMAAT? temperatuur. de wind. neerslag. 12. BEKIJK ONDERSTAANDE KLIMATOGRAMMEN, ANTWOORD OP VOLGENDE VRAGEN. a) welke 2 klimaatselementen vinden we terug op een klimatogram? Temperatuur en neerslag. b) wat wordt op de X-as weergegeven? De maanden met hun temperatuur en neerslag. c) wat wordt links en rechts op de Y-as weergegeven? Links: T in °C, rechts: neerslag in mm. d) welke informatie vinden we bovenaan het klimatogram? Jaartemperatuur, de plaats en z’n coördinaten, de hoogteligging en de jaarlijkse neerslag in mm. 4 oefening klimatogram ukkel: a) Wat is de gemiddelde temperatuur van de warmste maand? Juli: 17,4° C. b) Geef het temperatuurverschil tussen de warmste en de koudste maand van Ukkel? 15° C, 17,4° C juli – 2,4° C januari. c) Komen er vorstmaanden voor? Er komen geen vorst maanden voor. d) Hoeveel droge maanden tel je? Geen enkele. e) Waar bevindt zich het klimaatstation van Ukkel? Coördinaten? 51° N, 4° O. f) Wat is de gemiddelde jaartemperatuur? 9,7° C. g) Wat is de jaarlijkse neerslag? 821 mm. 5