- Scholieren.com

advertisement
Hoofdstuk 2 – Natuurlandschappen op aarde
§1 Leven in het Amazonegebied
Het Amazonegebied is 130 x zo groot als Nederland, het bestaat uit ondoordringbare
bossen, dat ook wel het tropische regenwoud wordt genoemd. Het tropische
regenwoud heeft 4 kenmerken.
1. Het ligt in de tropen dat is dicht bij de evenaar.
2. Het is een heterogeen bos. Dat betekent dat het veel verschillende soorten bomen
heeft.
3. De bomen hebben heel veel verschillende hoogtes, etages.
4. De bomen zijn het hele jaar door groen. Evergreen.
De oorspronkelijke bewoners zijn indianen. Van oorsprong leven de indianen van
jacht, visserij en het verbouwen van groenten en graan. Ze doen aan
zwerflandbouw. Dat betekent dat als je een stuk grond hebt gebruikt dat je verbrand
hebt, ga je door naar de volgende als de grond die je op dat moment gebruikt is
uitgeput. Steeds minder indianen doen aan zwerflandbouw, dat komt omdat, ze
steeds meer te maken krijgen met de buitenwereld. Er worden onder andere wegen
aangelegd voor natuurlijke hulpbronnen. Dat zijn producten uit de natuur. Er word
veel ontbost in de Amazone. Dit betekent dat er heel veel bomen worden gekapt.
§2 De Inuit in Canada
Langs de kusten van Alaska, Noord-Canada en Groenland wonen de Inuit. Ze leven
van visvangst en jacht. In de Nunavut leven maar 28.000 mensen en het is ruim 60
keer zo groot als Nederland. De bevolkingsdichtheid is erg laag. Nunavut ligt op hoge
breedte. Dat betekent dat het ver van de evenaar ligt. Het is in de zomer kouder dan
10 graden Celsius. Je ziet alleen grassen en kleine struikjes. Je bent hier ten noorden
van de boomgrens, de toendra! De winters zijn lang in de toendra, de bodem is
ongeveer 9 maanden keihard bevroren en met sneeuw bedekt. Iets dieper in de
grond is het hele jaar bevroren, permafrost. Helemaal in het noorden, ligt de
eeuwige sneeuw. Plantengroei is daar onmogelijk. Als de eeuwige sneeuw steeds
dikker wordt, wordt de onderste laag samengeperst tot ijs. Dat heet landijs. Ook is
de zee daar wel eens bevroren dat noem je zeeijs of pakijs. In de zomer drijven
sommige stukken weg: drijfijs. De Noordelijke ijszee smelt snel; in 30 jaar is het
pakijs al 40% dunner geworden!
§3 De Alpen rond Grindelwald
De hoogtegordel: boven de 3500 meter ligt de eeuwige sneeuw. De Alpen liggen in
Europa. Dat is het grootste berggebied van Europa. Omdat de meeste bergen hoger
dan 1500 meter zijn noemen we dit hooggebergte. De hoogste berg is de Mont
Blanc. In het Alpengebied is de bevolkingsdichtheid laag. In het dal wonen alle
mensen, daarom zijn daar de meeste inrichtingselementen. In de bergen zijn daar
meer natuurlandschappen.
§4 De woestijn rond Las Vegas
De snelle groei hebben Las Vegas en Phoenix te danken aan hun ligging, midden in
de woestijn. Na 1980 is het zonnige gebied populair geworden. s’ Zomers kan het
wel oplopen tot 45 tot 50 graden Celsius. Je merkt niet heel veel van de warmte
vanwege de airco. Je moet alleen niet veel buiten komen…. ’s Winters is de
temperatuur ongeveer 20 graden Celsius. Per jaar zijn er gemiddeld 300 dagen
onbewolkt. Daarom noem je het zuiden en westen van VS ook wel de Sunbelt. In
tegenstelling tot het noorden van Amerika de Snowbelt. In een echte woestijn regent
het bijna nooit. Door de droogte groeit er niks. Een boomloze vlakte noem je ook wel
een woestijnsteppe, of kortweg de steppe. Zonder water kan je niet van leven, maar
waar halen de mensen in Las Vegas en Phoenix hun water vandaan? In de woestijn
liggen bijna altijd water voorraden onder de grond. Grondwater. Je kunt ook water
uit nattere gebieden halen. In het westen van de VS stroomt de Colorado, daar halen
ze ook water vandaan. Er zijn dammen in de rivier gebruikt, stuwdammen.
§5 Droogte in Kenia
Kenia ligt in het oosten van Afrika. Het is 17 keer zo groot als Nederland, en er
wonen 33,5 miljoen mensen. De meeste mensen wonen op het platteland: zo’n 60%.
Kenia ligt dicht bij de evenaar. Toch regent het niet het hele jaar door, er zijn maar 2
regentijden. Op de steppes in Kenia wonen nomaden, dat zijn mensen zonder vaste
woonplaats. Tegen de droogte in Kenia kan je weinig doen maar je kunt ze wel
helpen. Er zijn 2 soorten hulp. Je kunt als er een ramp is gebeurd water en voedsel
sturen naar dat land, dat noem je noodhulp. De noodhulp helpt om te overleven:
mensen krijgen eten en drinken. Structuele hulp is blijvende hulp, bijvoorbeeld een
put aanleggen.
§6 Klimaat en natuurlijke zone
Het weer is heel veranderlijk. Het weer is heel plaatselijk. Het weer is de
temperatuur, neerslag en wind op een bepaald moment. Neerslag is niet alleen
regen, maar ook hagel of sneeuw. Je kan het gemiddelde wel uitreken. Dat doe je
zo: je telt alle cijfers bij elkaar op en deelt ze door het aantal getallen wat je bij
elkaar op hebt geteld. Het gemiddelde weer is het klimaat. Er zijn verschillende
soorten klimaten:
Klimaat
Temperatuur
Neerslag
1. poolklimaat
Hele jaar door koud
Weinig
neerslag
2. tropisch klimaat
Hele jaar door warm
Veel
neerslag
3.gematigd klimaat
Gematigd
Hele/deel
jaar
4. zeeklimaat
5. landklimaat
6. droog klimaat
Koele zomer, zachte
winter
warme zomer, koele winter
soms erg heet
Hele jaar
Veel
sneeuw
Op mondiale schaal speelt het klimaat een grote rol in de bevolkingsspreiding.
Mensen wonen graag bij elkaar op een kluitje. Zo’n opeenhoping van mensen heet
een bevolkingsconcentratie. De meeste bevolkingsconcentraties liggen in de
gematigden zones. De meeste oerbossen zijn er verdwenen en veranderd in
cultuurgrond.
§7 Transportproblemen in Rusland
Bij waterverkeer moet je denken aan zeevaart en binnenvaart. De kustlijn van
Rusland is erg lang. Toch profiteert Rusland daar weinig van, dat komt omdat de
meeste stukken zee zijn bevroren. Bij de binnenvaart speelt de natuur een grote rol.
In de lange winters zijn de meeste rivieren door ijsvorming onbruikbaar. De meeste
rivieren in het Europese deel van Rusland zijn regenrivieren. In de zomer valt wel
regen, maar vanwege de hoge temperatuur verdampt er ook veel water. De
waterstand is daardoor erg laag en dit levert problemen op voor de scheepvaart. Het
is ook nadelig dat er veel rivieren van zuid naar noord stromen. Voor het transport is
dat dus de verkeerde kant. De afwatering is ook slecht. In de zomer begint de
ellende pas echt. In een groot deel van Rusland is de ondergrond altijd bevroren:
permafrost. Alleen het bovenste laagje ontdooitin de zomer. Het dooiwater kan niet
in de ondergrond wegzakken. Er vormt zich een blubberlaag. Rond 1900 bouwden de
Russen de Transsiberischespoorlijn.
Download