COLLEGE ESSEN Naam: Winand van den Bergh Vak: Nederlands / Geschiedenis Klas: 6B Datum: Opgave/Titel: Grote gedocumenteerde tekst: Economische groei in China Economische groei in China © Spoenk/Jack Tummers Nr. Taak Nr. 9 Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Een korte geschiedenis van China 3. De enorme economische groei van China 4. Industrie in China 5. Vergelijking Amerika 6. China in de laatste 10 jaar 1.Inleiding Als we om ons heen kijken en enkele voorwerpen bekijken, zien we heel vaak het “made in China” label. Hoe komt het nu dat China zo veel producten kan uitvoeren dat we er door overspoeld worden? China is uitgegroeid tot een heuse wereldmacht en zal zich steeds meer met de wereldeconomie gaan bemoeien. Ze hebben een enorme industriële machine op gang gezet en blijven nog steeds verder uitbreiden. Deze enorme Chinese industriële revolutie kan uiteraard niet zomaar gebeurd zijn. © umobiles China heeft een enorm bevolkingsaantal en dus ook een enorme werkkracht. Deze miljoenen arbeiders die in de Chinese fabrieken werken worden dikwijls voor een zeer laag leefloon aan het werk gezet (vooral vrouwen en kinderen). Dit heeft mede te maken met het communistisch regime dat op sociaal vlak nog steeds heerst in China. Nu China zijn industrie heeft weten uit te bouwen, zit de kans er dik in dat de arbeiders er genoeg van krijgen om zo schandalig weinig betaald te worden. Als dit gebeurt zullen er zeer grote gevolgen te merken zijn, ook hier in het Westen. Door de goedkope werkkrachten in China hebben wij nu veel producten die aan lage prijzen verkocht kunnen worden. De arbeiders in China zouden zich tot een socialistische partij kunnen richten om van het communisme af te geraken. Deze zou dan vakbonden kunnen instellen die zich bezighouden met de behandelingen van de werknemers. Als men in dit alles slaagt, zullen de prijzen van Chinese producten de lucht in schieten en mogen wij ook dieper in onze zakken tasten. Voorlopig is die kans echter nog vrij klein aangezien de communistische partij van China, de CCP, China nog streng in bedwang houdt. De mensen hebben ook al heel hun leven onder dit regime geleefd en vinden het daarom niet meteen slecht. Het communisme betekende ooit de redding voor China toen ze bijna ten onder waren gegaan. Een groep studenten richtte toen de communistische partij op om hun land te redden. De oorzaak van hun problemen was het imperialisme en de kolonisatie van Japan en andere Westerse landen. Ze kregen de Chinese boeren voor hun zaak en voerden zo hun plannen door. Om de ware reden achter het grote succes van China te doorgronden, zullen we al deze aspecten in detail moeten bekijken. Er zijn hoogstwaarschijnlijk nog andere factoren die hier nog niet vermeld zijn. Hopelijk hebben we uiteindelijk een beter beeld van wat er in China gebeurt en gebeurd is en welke gevolgen er zijn. 2. Een korte geschiedenis van China We moeten ons verhaal beginnen in 1925. Op dit moment sterft Sun yat-sen, de oprichter van de nationalistische volkspartij ‘Kuomintang’. Hij had deze partij opgericht om van China een democratie te maken, na duizenden jaren onder het bewind van een keizer geleefd te hebben. Wanneer hij dan sterft wordt zijn partij echter opgesplitst. De ene helft onder leiding van Mao Zedang vormt een communistische partij, ze willen de problemen in China die de keizer heeft achtergelaten oplossen door het communisme in te voeren in China. De andere helft van de partij, onder leiding van Chiang Kai-shek, die overigens de naam Kuomintang behield, blijft nationalistisch en Westers-gezind. Vanaf 1927 barst er een burgeroorlog los tussen de Communisten en de nationalisten. Mao richt zijn eigen Chinese rode leger op om een guerilla-oorlog tegen de nationalisten te strijden. Na een lange bloederige strijd wint Mao toch de macht en verdrijft Chiang kai-shek naar Taiwan. China wordt bijgevolg volledig communistisch. Mao komt aan de macht en zijn eerste grote politieke stap is de grote sprong voorwaarts in 1958. Hiermee wil hij China in één klap tot wereldmacht maken door hun industriële achterstand op het Westen in te halen. Er worden Volkscommunes opgericht die worden aangespoord om al het ijzer en staal dat ze hebben om te smelten tot staal dat verkocht kan worden. © blikopdewereld Mao wil zo China tot een grote staalproducent maken. Het probleem is dat de staaloventjes van zo’n slechte kwaliteit zijn dat het staal dat geproduceerd wordt compleet waardeloos is. Ondertussen wordt door deze actie ook nog eens de landbouwsector verwaarloosd en er worden grote hoeveelheden voedsel opgeëist door de overheid om de kosten van hun militaire uitbreiding te dekken. Dit leidt uiteindelijk tot enorme hongersnoden in heel het land. Om het imago van het communisme hoog te houden, weigert Mao om voedsel te importeren uit het buitenland. 3. De enorme economische groei van China. Na Mao kwam Deng Xiaoping aan de macht in de jaren ’80. Op dit moment werd ook Hong Kong, wat 100 jaar in het bezit van de Britten was, terug Chinees grondgebied. De Britten hadden van Hong Kong een enorme beursplaats gemaakt, die zeer vlot draaide. Deng voerde dan het Kapitalistisch systeem in voor hun economie, maar behield een communistisch beleid op politiek vlak, ook wel “Opendeurpolitiek” of “Kapitalisme met socialistische trekjes genoemd”. Dit zorgde er ook voor dat de bevolking in de fabrieken moest gaan werken tegen zeer lage lonen omdat ze door het communisme geen vakbonden konden oprichten. De fabriek was kapitalistisch maar de arbeiders werden communistisch behandeld, dit is een perfecte combinatie om zeer snel veel kapitaal te vergaren. Hij hervormde het land van binnenuit en zette de deuren open naar het buitenland. Eindelijk konden de Chinezen gaan beleggen op de beurs en dit werd een enorm succes. Al deze zaken zorgden voor een enorme economische groei in China. Deze hervormingen in China trokken investeerders uit het buitenland enorm aan. Vooral uit Amerika kwamen er enorm veel zakenlui naar China. Ze wilden al het geld van Wall street op een goede manier gebruiken en gingen daarom in China op zoek naar bedrijven om te investeren. Hong Kong werd letterlijk overspoeld door buitenlanders met geld om in China te pompen. Iedereen zag heel veel potentieel in het industrieel groeiende China. Eerst begon deze evolutie aan de kuststeden van China. De kuststrook had de meeste mogelijkheid om uit te breiden door de nabijheid van de zee en havens. Nadien verspreidde dit zich naar het binnenland, zelfs tot in de verste uithoeken van het binnenland. Er waren investeerders die China doorkruisten op zoek naar fabrieken waarmee ze contracten konden sluiten. Ze vonden fabrieken in onherbergzame gebergten, die in feite hele dorpen op zich waren. Deze fabrieken waren echter wel in de problemen geraakt door hun afgelegen locatie. Het was zeer moeilijk om goederen binnen en buiten te krijgen. 4. Industrie in China Hoe kwam het nu dat deze fabrieken zo afgelegen lagen, terwijl er zeer veel plaats was aan de rivieren of plaatsen die gemakkelijker bereikbaar waren? Hiervoor keren we weer terug naar Mao en zijn bewapeningspolitiek. In de Jaren ’50, na de burgeroorlog en de oorlog tegen Japan, schoot Rusland China te hulp om China her op te bouwen. Rusland stuurde honderden adviseurs naar China om overal fabrieken te bouwen. Na de dood van Stalin verslechterde de situatie met Rusland, Mao kwam niet erg overeen met de nieuwe Russische leider Krushchev. Het werd zelfs zo erg dat Mao Krushchev volledig vernederde door hem in zijn zwembad te dwingen terwijl hij wist dat Krushchev niet kon zwemmen. Krushchev was het beu en liet alle Russische adviseurs terug komen uit China. Alle projecten waar ze aan werkten werden half afgewerkt achter gelaten. © Crockett, Gib Mao vreesde voor een oorlog met Rusland en liet alle fabrieken die op dat moment in de wapenproductie zaten verplaatsen naar de bergen waar ze veilig waren voor mogelijke luchtbombardementen. Aangezien Mao nog bezig was met een bewapening van China om uit te groeien tot een supermacht, verhuisde hij een enorm aantal fabrieken. Naar schatting werden er 16 miljoen arbeiders met hun fabriek naar de bergen verhuisd. Als we nu terug keren naar de periode van de investeerders, was het oorlogsgevaar reeds geweken. De Chinese overheid wilde dan ook dat al deze fabrieken die wapens produceerden overstapten op producten die nuttig waren voor de bevolking, ‘Verander militair naar burgerlijk.’ was hun motto. De fabrieken moesten dan natuurlijk ook van de bergen terug naar bereikbare plaatsen verplaatst worden om de productiviteit optimaal te maken. Het grote probleem was dat de overheid geld tekort had om dit waar te maken. Er waren enkele fabrieken die erin slaagden om met de machines die ze bezaten over te schakelen op andere producten. Fabrieken die eerst tanks moesten maken konden gemakkelijk overschakelen op het maken van onderdelen voor bussen of vrachtwagens. Er was nog een probleem met de verplaatsing van de fabrieken uit de bergen. De mensen die in de bergdorpen woonden waren afhankelijk geworden van de aanwezigheid van de fabriek. Ze verkochten al hun producten aan de fabriek en er waren zelfs mensen getrouwd met arbeiders uit de fabriek. De actie van Mao was dus niet gewenst en de bewoners van de dorpen gingen zelfs zo ver dat ze de verhuis gingen saboteren door elektriciteit- en telefoonkabels door te knippen. 5. Vergelijking Amerika De chinezen kijken erg op naar de industriële groei die Amerika heeft doorgemaakt, maar het is niet mogelijk voor China om op dezelfde manier hun economie uit te bouwen. Amerika werd zo productief omdat ze veel treinsporen hadden aangelegd met hun staalproductie. In China zou zoveel sporen aanleggen veel moeilijker zijn door het bergachtige landschap, maar de overheid steekt wel veel geld in het uitbouwen van een goede infrastructuur, met name een uitgebreid wegennetwerk. In China moeten we dus eerder naar transport per vrachtwagen gaan kijken dan per trein. De fabrieken spelen hier goed op in door over te stappen op vrachtwagenproductie. 6. China in de laatste 10 jaar In het midden van december 2001 werd China een lid van de WTO (World Trade Organisation). Hierdoor werd China volledig in de wereldeconomie geïntegreerd en zijn er duidelijkere handelregels voor import en export. China kan nu zijn producten vrijer verkopen in het buitenland (dus krijgt een grotere afzetmarkt) en diensten of producten uit het buitenland hebben meer toegang tot China. China had de belastingen op buitenlandse firma’s verlaagd tot minder dan de helft om buitenlandse investeerders aan te trekken, maar na hun toetreden tot de WTO trekken ze de belasting terug op tot een normaal niveau. De reden hiervoor is dat ze toch voldoende investeerders zullen krijgen door de vergemakkelijkte regels voor handel met het buitenland. China heeft weliswaar een zeer goedkope export, maar door hun stijgende import van grondstoffen zullen de prijzen voor die grondstoffen enkel toenemen. Dit heeft dan weer gevolgen voor de wereldmarkt waarbij de producten die China uitvoert heel laag staan en de producten die China invoert heel hoog staan. In 2003 brak er SARS uit in China, wat zorgde voor het laagste groeipercentage sinds 1992, namelijk 6,7%. In 2004 groeide de economie dan terug verrassend hard met 9,3%. Men stelt ook dat als China aan het tempo van de laatste 10 jaar blijft groeien, het tegen 2033 de VS zal hebben ingehaald als sterkste economische grootmacht. Dit is mede de reden waarom de VS negatieve signalen uitzendt naar China (bv. De Yuan opwaarderen). Ze willen verhinderen dat China hun export in gevaar brengt, maar China heeft op hun beurt dan weer macht over de VS omdat China een groot deel van de Amerikaanse staatsschuld heeft opgekocht. Besluit: China is een sterke economische grootmacht geworden en zal voorlopig nog blijven groeien. Of China echt de rest van de wereld bedreigt met hun goedkope producten blijft een onbeantwoorde vraag. Bronnen: NJLVS, China: Toekomstige economische grootmacht?, http://financieel.infonu.nl/diversen/17034-china-toekomstige-economischegrootmacht.html (2008) CLISSOLD, TIM, Mr. China, A wall street banker, an Englishman, an ex-Red Guard…and $418,000,000 disappearing, day by day. Eerste druk, Constable & Robinson Ltd, 2004, 306 p. MATTHEESENS, JEAN, Cursus geschiedenis: China, Eerste druk, Winand van den Bergh, 2011, 6 p. THE ECONOMIST, Cognitive dissonance, http://www.economist.com/node/18285577 (2011)