Het meten van criminaliteit

advertisement
1; Wat is criminaliteit
1.1; Rechtsregels
Regels heb je overal. Aan de basis van deze regels staat een waarde. Een waarde is een principe dat
mensen belangrijk vinden om na te streven. Van waarden worden normen afgeleid. Normen zijn
gedragsregels. Er zijn verschillende soorten normen; religieuze normen, morele normen,
fatsoensnormen en rechtsnormen. Normoverschrijdend gedrag is het overtreden van normen.
Als normen hele belangrijke waarden vertegenwoordigen kunnen ze worden vastgelegd als
rechtsregels in zogenaamde rechtsbronnen zoals wetten enz. Rechtsregels worden door de overheid
geformuleerd en gehandhaafd, hebben voorrang boven andere normen en gelden in principe voor
iedereen. Wanneer je rechtsregels overtreedt valt dat onder crimineel gedrag. Naast wetten is er ook
jurisprudentie; het geheel aan rechtelijke uitspraken. Regels zijn er om conflicten op te lossen. Van
tevoren kun je onmogelijk wetten bedenken voor bepaalde situaties. Daarom zijn er rechters die
uitleggen hoe en wet bedoeld is en kijken dan naar eerdere rechtszaken -> jurisprudentie.
Je kunt wetten ook verkeerd interpreteren. Is elektriciteit bij diefstal een goed of niet? Als wetten
dus onduidelijk zijn voor rechters. Daardoor ontstaan vaak nieuwe wetten.
Rechtsregels zijn zowel voor de overheid als voor burgers een belangrijk middel om:
-Rechtszekerheid te bieden (wat is wel en niet toegestaan? -> regelen verhouding tussen mensen)
-Orde aan te brengen in de maatschappij (dragen bij aan voortbestaan en ordening samenleving)
-Onafhankelijke rechtspraak te waarborgen (voor iedereen gelijke en onafhankelijke rechtspraak)
Rechtsregels kunnen conflicten oplossen en daar is onafhankelijke rechtspraak ideaal voor.
In het Wetboek van Strafrecht worden rechtsregels vastgelegd. Toch zijn er regels veranderd. De
eerste reden daarvoor is dat normen en waarden zijn gaan afwijken het maatschappelijk
aanvaardbare. Bepaalde gedragingen waren volgens veel mensen niet meer strafwaardig. Door dit
soort aanpassingen blijven rechtsregels rechtvaardig en zullen mensen zich er sneller aan houden.
Ten tweede is onze samenleving complexer geworden waardoor er meer regels nodig zijn. Er
ontstaan nieuwe gedragingen waarvan mensen vinden dat ze strafbaar moeten zijn. Er worden dus
steeds meer rechtsregels toegevoegd of aangepast.
Rechtsregels zijn tijd en plaats gebonden. Elk land heeft zijn eigen strafrecht en daarom verschilt de
opvatting van bijv. homoseksualiteit in Nederland en Iran. Ook het strafrecht in landen verschilt.
Nederland is over het algemeen minder streng dan andere landen. In de VS heb je three-strikes-out-.
1.2 Strafbaar gedrag en criminaliteit
Criminaliteit is het door de overheid bij wet strafbaar gesteld gedrag. Een ander woord voor
strafbaar gedrag is delict. Niet elke strafbare gedraging wordt als crimineel gezien. Er wordt
onderscheid gemaakt in misdrijven en overtredingen. Misdrijven zijn de meer ernstige strafbare
feiten (diefstal, moord, mishandeling) en overtredingen zijn de minder ernstige strafbare feiten
(rijden door rood, betreden terein). Misdrijven en sommige overtredingen komen op je strafblad.
Het CBS heeft een betere definitie voor criminaliteit: alle misdrijven die in de wet omschreven staan.
Overtredingen worden hier niet toe gerekend.
Criminalisering is het strafbaar worden van een bepaald gedrag. Mensen vinden dat iets strafbaar
moet worden. Dit heeft te maken met maatschappelijke ontwikkelingen over wat formeel als
criminaliteit moet worden gezien en de manier waarop mensen crimineel gedrag beoordelen.
Decriminalisering is als strafbaar gedrag niet meer strafbaar is. Het gedrag is niet meer strafwaardig.
In Nederland wordt door de regering en het parlement bepaald wat wel en niet strafbaar is. Burgers
bepalen indirect mee omdat ons parlement gekozen is.
Je hebt verschillende soorten delicten
-Delicten tegen de openbare orde en het gezag (verbranden NL vlag, uitschelden politie)
-Gewelddelicten tegen leven en persoon (moord, mishandeling)
-Ruwheiddelicten (vernieling, graffiti)
-Vermogensdelicten (diefstal, verduistering)
-Seksuele delicten (aanranding, verkrachting)
-Verkeersdelicten (rijden onder invloed)
-Drugsdelicten (verkoop en bezit harddrugs)
-Economische delicten (verkopen vlees met teveel sulfiet)
-Milieu delicten (lozen astbest, illegaal kappen van bomen)
Bepaalde strafbare feiten kunnen ook onder twee delicten vallen. (seksuele en geweld).
Criminologen zijn wetenschappers die crimineel gedrag bestuderen. Ze hebben nog geen eenduidige
definitie en oorzaak voor criminaliteit en kunnen vinden. Dat komt omdat er veel verschillende
soorten criminaliteit zijn.
Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen veelvoorkomende- en zware criminaliteit en daarbij wordt
gekeken naar de gevolgen. Veelvoorkomende criminaliteit wordt ook wel kleine criminaliteit
genoemd (winkel/fietsen diefstal, graffiti). Zware criminaliteit is ernstiger (moord, inbraak,
afpersing). Een tak van zware criminaliteit is georganiseerde criminaliteit waarbij groepen te werk
gaan. Er zijn vaak taken verdeeld en het gaat om lange periodes. Vaak ook niet één categorie.
1.3; Criminaliteit als maatschappelijk probleem
Criminaliteit is een maatschappelijk en sociaal probleem. We ondervinden er veel schade aan en het
is in strijd met en bedreigend voor de heersende waarden en normen. Omdat criminaliteit al zo lang
op de politieke agenda staat is het een politiek probleem geworden. Criminaliteit is namelijk een
grote bedreiging voor de rechtsorde. Handhaven van de openbare rechtsorde is namelijk een
basisfunctie van de staat. Als dat niet gebeurt nemen mensen het heft in eigen handen.
Criminaliteit richt veel materiële schade aan.
-Directe financiële schade aan burgers, bedrijven en overheid. (inbraak, ziekenhuis na vechtpartij)
-Indirecte financiële schade (winkeldiefstal -> schade naar klant en verzekeringspremies stijgen)
-Kosten voor bestrijding van criminaliteit (door overheid, burgers, bedrijven)
Er is natuurlijk ook veel immateriële schade.
-Gevoelens van onveiligheid
-Problemen door inbreuk op geestelijke en lichamelijke integriteit (geweld, seksuele delicten)
-Vermijdingsgedrag (’s avonds niet meer alleen op straat durven)
-Psychosomatische problemen (angst, slaap- en concentratieproblemen)
-Aantasting rechtsgevoel
Bij het bestrijden van criminaliteit zijn veel mensen betrokken. Particuliere initiatieven zijn
bijvoorbeeld woningbeveiliging en inzet van burgerwachten. Bedrijven hebben vaak camera toezicht,
winkelpoortjes en ijzeren rolluiken. De inzet van particuliere bewakingsdiensten is ook vergroot, ook
bij festivals. Maatschappelijke instellingen kijken naar de belangen van dader en slachtoffer.
*Coornhert Liga (belangen van verdachten, Coornhert -> pleit voor zinvolle arbeid ipv lijfstraf)
*Reclassering (hulpverlening dader , onderzoek en voorlichting, begeleiding taakstraf)
Dit is voor de daders. Voor de slachtoffers zijn er ook wetten. Recht op informatie (verder verloop),
spreekrecht (brief gevolgen aangeven), recht op schadevergoeding.
Slachtofferhulp praat met slachtoffers. Stichting Blijf-van-mijn-lijf geeft hulp bij huiselijk geweld
(wordt opgevangen). Voor discriminatie is er Meldpunt Discriminatie. Zij geven ook voorlichting. Tot
slot is er Stichting tegen Zinloos Geweld die opkomen voor slachtoffers van zinloos geweld.
2; Hoe veilig is Nederland?
2.1; Het meten van criminaliteit
De methoden om criminaliteit te meten kunnen we indelen in kwalitatieve en kwantitatieve
methoden. Bij kwantitatieve methoden wordt een groot aantal gegevens verzameld of grote
groepen mensen ondervraagd. Kwalitatief onderzoek is voor als er diepgaande informatie nodig is.
Meningen, ervaringen en behoeften komen daarin naar voren. Diepte interviews met daders,
slachtoffers en betrokkenen is een veel voorkomend kwalitatief onderzoek.
De geschiktheid van onderzoeksmethoden hangt af van drie dingen: betrouwbaarheid, validiteit en
generaliseerbaarheid van de resultaten. Betrouwbaarheid houdt in dat de gegevens niet op toeval
berusten. Juist gemeten, goede vragen. Validiteit is dat het onderzoek precies meet wat gemeten
moet worden. Generaliseerbaarheid heeft betrekking op de mate waarin een onderzoek algemeen
geldig is. Een onderzoeker moet goed letten op de samenstelling van de onderzochte groep.
Politiestatistieken over misdaad zijn niet altijd betrouwbaar. Ze geven alleen een beeld van
geregistreerde criminaliteit, dus gemeld bij de politie. Redenen waarom ze onbekend zijn:
-Mensen doen niet altijd aangifte (mensen zijn bang of gaan ervan uit dat dader niet gepakt wordt)
-Sommige delicten worden niet ontdekt
-Delicten zijn niet zichtbaar (delicten komen niet aan kennis bij politie omdat ze niet opvallen)
Niet alle rechtszaken komen bij voor bij de rechter. Een deel van de zaken wordt namelijk
geseponeerd (de zaak wordt niet vervolgd). Soms worden strafzaken ook anders afgehandeld, door
bijv. een transactie aan te bieden (strafboete ipv vervolging).
Het bepalen van de mate van afname van criminaliteit is ook erg lastig. Dat komt door het volgende:
-Selectieve opsporing (door meer controle, wordt er meer ontdekt maar is niet altijd een toename)
-Toename regels en wetten (meer strafbare feiten -> meer misdrijven, overtreding wordt misdrijf)
-Subjectieve beoordeling (verschil in mening van officier, manier van registratie)
Slachtofferenquêtes worden gebruikt om verborgen criminaliteit te ontdekken en zijn anoniem. Op
deze manier komen misdrijven waar geen aangifte voor gedaan wordt, ook aan het licht. Ook de
omstandigheden, plaatsen en risicogroepen worden duidelijk. Er zijn ook nadelen.
-Sommige categorieën mensen worden niet ondervraagd (lijkt alsof zij minder vaak slachtoffer zijn)
-Sommige delicten worden vaak verzwegen (verzwijgen voor enquêteur)
-Het gaat om een subjectieve meting (persoonlijke beleving, gevoeligheid voor criminaliteit)
-Het meet alleen veelvoorkomende delicten (steekproef dus weinig kans op grote delicten)
-De slachtofferloze criminaliteit valt buiten deze methode (hard rijden, milieu, drugs, fraude)
Bij daderenquêtes wordt gevraagd of mensen bepaalde misdrijven hebben gepleegd. Veel dingen
zoals belastingsfraude komen zo aan het licht. Mensen antwoorden snel eerlijk omdat het anoniem
is. Verder zijn er dezelfde nadelen als bij slachtofferenquêtes.
Bij een kwantitatief onderzoek worden de resultaten in cijfers uitgedrukt. Soms heb je ook diepteinterviews nodig zoals bij motieven van daders. Dit heet kwalitatief onderzoek. De open
vraagstelling is een kenmerk. De geïnterviewde prat vooral en dat is bij kwantitatief onderzoek niet
zo, daar is een duidelijke vraagstelling.
2.2; Beeldvorming
Kranten en televisie geven een heel ander beeld van criminaliteit dan misdaadstatistieken. Tv
programma’s hebben veel aandacht voor zware criminaliteit en niet voor veelvoorkomende
criminaliteit. Dat komt omdat de kijkcijfers en commerciële belangen belangrijk zijn en de politie legt
de prioriteit bij de zware criminaliteit. Er is gebleken dat er een samenhang bestaat tussen de
bezorgdheid over criminaliteit en het nieuws over misdaad. Het referentiekader van burgers bij hun
beeldvorming over criminaliteit wordt naast media ook bepaald door het zelf kennisnemen van
rechtszaken en strafvonnissen. Directe bemoeienis met rechtszaken relativeert het oordeel over
criminaliteit. Door massamedia ontstaat er een generaliserend en stereotiep beeld van criminaliteit:
-Het beeld dat criminaliteit vooral met geweld te maken heeft
-Het beeld dat het aandeel van zware criminaliteit groot is.
2.3; Criminaliteit vroeger en nu
De toegenomen criminaliteit hangt samen met verschillende maatschappelijke ontwikkelingen.
-Afnemen gezag overheid (vertrouwen daalt als overheidsdienaren de fout in gaan -> fraude)
-Afnemen betekenis maatschappelijk middenveld (school, kerk, verenigingen -> individualisering ->
minder sociale controle -> doorlopen bij vechtpartijen en wildplassen)
-Vervaging van maatschappelijke normen en waarden (afname kerk, levensbeschouwing, ideologie)
-Sterk toegenomen welvaart (valt meer te halen -> diefstal. Drank en drugs heeft invloed)
-De afgenomen pak- en strafkans (pakkans is de kans dat strafbaar feit wordt opgemerkt. Veel
criminaliteit is niet goed zichtbaar, tekort aan politie, cellen, veranderde normen)
-Toegenomen werkloosheid (naast uitkering zwartwerk. Jongeren verveling, hanggedrag)
-Technologische ontwikkelingen (digitalisering en internet -> criminele mogelijkheden)
-Internationalisering (open grenzen binnen Eu -> komst buitenlandse criminelen -> drugs)
Hoewel de criminaliteit is toegenomen, is de totale geregistreerde criminaliteit afgenomen. Dat komt
door de daling van het aantal geregistreerde vermogensdelicten. De oorzaak hiervan is betere
beveiliging bij huizen en het gebruik van de pinpas. Toch zijn de gevoelens van onveiligheid niet
minder. Geweldsmisdrijven zijn namelijk ook toegenomen. Dat komt door de toegenomen welfaart
en de gestegen alcoholconsumptie.
Betere beveiliging zorgt voor meer geweld. ‘Gewone’ inbraken worden gewapende roofovervallen.
Huizen zijn beter beveiligd maar daardoor worden burgers bedreigd.
Ook is de politie geweldmisdrijven anders gaan registreren. Beroving op straat is niet alleen diefstal
meer maar nu ook een geweldsdelict.
Ondanks dit alles is Nederland een relatief veilig land. Het aantal slachtoffers van moord en doodslag
is minder dan je denkt op grond van het beeld dat de media geeft. Vaak zijn het ook persoonlijke
drama’s binnen families of afrekeningen binnen crimineel circuit. De kans op een ongeluk is groter.
Download