De Da Vinci Code - The missing link(s)

advertisement
De Da Vinci Code
Dossier Gazet van Antwerpen
Moeilijk onderscheid tussen feit en fictie
Een miljoen exemplaren. In het Nederlands
alleen al. Het boek 'De Da Vinci Code' is
een absolute bestseller. Wereldwijd nadert
het cijfer 50 miljoen. Ook de verfilming zal
ongetwijfeld een commercieel succes zijn,
die de verkoop van Dan Browns boeken
nog maar eens een boost zal geven. En toch
is niet iedereen blij met de pretentieloze
thrillers die Brown in feite schrijft. Meer nog: sommigen zijn lopen witheet
aan, want Brown weet zijn onderwerpen wel te kiezen...
Over het boek De Da Vinci Code
Protest vanuit christelijke hoek
Proces vanwege plagiaat
Over de film De Da Vinci Code
Da Vinci Code-toerisme
De andere boeken van Dan Brown
De Da Vinci Code
The Da Vinci Code verschijnt in 2003 als het derde boek van
Dan Brown. (Voor zijn andere boeken: zie hier.) Niet zozeer de
literaire kwaliteiten of het spannende verhaal als wel de
controversiële anti-kerkelijke uitgangspunt voor het verhaal
zorgden ervoor dat het boek meteen opgemerkt wordt, in
tegenstelling tot zijn vorige boeken. Door de heisa daarrond (zie
hier) wordt het boek een gigantisch commercieel succes: op een jaar tijd
worden 4,5 miljoen Engelstalige exemplaren verkocht. Ook de
Nederlandse vertaling, uit februari 2004, is meteen een bestseller. Niet
verwonderlijk dus dat de filmrechten meteen verkocht worden, meteen een
script wordt geschreven en al in 2005 het boek verfilmd wordt.
Maar is het boek/de film alle drukte waard?
• Inhoud: Professor Harry Langdon, docent religieuze symboliek aan
Harvard University, wordt net als in het vorige boek waarin hij aantrad
(Het Bernini Mysterie) midden in de nacht uit zijn bed gebeld: men heeft
zijn expertise nodig bij een vreemde misdaad, waarbij een gruwelijke
moord is gepleegd. Langdon, die voor een lezing in Parijs is, belandt zo in
het Louvre, waar hij kennismaakt met de brommige Franse politieinspecteur die hem optrommelde omdat hij Langdons naam ontdekte in de
agenda van de vermoorde conservator van het wereldberoemde museum.
Langdon had inderdaad een afspraak met Jacques Saunière, maar hij kwam
niet opdagen. Allicht: hij ligt dood in het Louvre, naakt en uitgestrekt in
een zelfgetekende cirkel. Het lijk doet Langdon denken aan de man van
Vitruvius: de beroemde tekening van Leonardo da Vinci van het menselijk
lichaam. Zo wordt hij op het spoor van de Da Vinci Code gezet. Samen
met Sophie Neveu, kleindochter van de conservator en bij de vreemde
moord aanwezig in haar functie als cryptologe, ontdekt Langdon nog meer
aanwijzingen van Saunière in het Louvre: via da Vinci's Mona Lisa worden
ze op het spoor gezet van niets minder dan het best bewaarde geheim in de
westerse geschiedenis: de Graal.
Sophie zet Langdon aan uit de klauwen van de politie te blijven, die hem
als hoofdverdachte van de moord verdenkt. Het begin van een spannende
vlucht door Parijs: op de loop voor de politie én - om zich vrij te pleiten in een zoektocht naar het werkelijke motief voor de moord. En de
moordenaar, die - zo leert de lezer - een fundamentalistische albino-monnik
is die blijkbaar in naam van het Opus Dei, jaagt op de verblijfplaats van de
Graal en daartoe de laatste bewakers van de Graal - het
tempeliersgenootschap de Priorij van Sion - uit de weg ruimt. Saunière was
de laatste in de reeks en die voert hem, net als de anderen, naar de SaintSulphicekerk in Parijs. Zeer tot ontgoocheling van zijn 'Leermeester' blijkt
de moordenaar door de tempeliers misleid te zijn. Ondertussen vinden
Langdon en Sophie in een bankkluis van Saunière een eigenaardige rol met
draaischijven die hen verder op het spoor van de Graal moet zetten. Ze
komen, achtervolgd door zowel politie als moordenaar Silas, terecht bij een
excentrieke Britse Graal-kenner die hen én de schijven in zijn privé-jet
meeneemt naar Engeland, waar de tempeliers hun laatste toevlucht gezocht
zouden hebben.
Ook in Engeland slagen ze erin uit de handen van de politie te blijven,
maar blijkt Langdons vermoeden meer te vinden in de Londense Temple
Church een vergissing (net zoals hij zich in het Bernini Mysterie ook op
een bepaald moment met fatale gevolgen vergist). In Westminster Abbey
komen ze echter weer op het juiste spoor en leren we de ware aard van de
Leermeester kennen. Moordenaar Silas wordt op een tamelijk knullige
manier uitgeschakeld en de dolle tocht - het hele verhaal speelt in één
enkele nacht - kent zijn beslag in Rosslyn Chapel in Edinburgh, waar
Langdon inziet hoe de vork in de steel zit, én wat Sophies rol in dit alles is.
De finale voert hem terug naar het Louvre, maar wanneer hij uiteindelijk
door heeft waar de Graal verborgen zit, houdt hij dat wijselijk voor zich.
• Controverse: Langdon en co vernemen dat de Heilige Graal (Sangreal)
eigenlijk niet de beker van het Laatste Avondmaal of zoiets is, maar een
geheim dat de vroeg-christelijke Kerk heeft willen uitroeien. Het geheim
van Jezus' afstamming (Sang real: koninklijk bloed). Jezus zou namelijk
met Maria Magdalena een relatie en zelfs een dochter hebben gehad. Na
Jezus' dood zou Maria Magdalena met dochter Sara naar Zuid-Frankrijk
gevlucht zijn, waarna uit die lijn de Merovingische koningen
voortgekomen zijn. Jezus zou ook van plan zijn geweest zijn Moederkerk
een matriarchale basis te geven, voortbouwend op de oude moedergodintraditie. De ambitie van concurrerende kerkvader Petrus haalt de
aanspraken van Jezus' afstammelingen op Christus' spirituele erfenis
onderuit. Met andere woorden: de hele christelijke Kerk is gebouwd op een
misleiding, een leugen zelfs. Het Opus Dei wil nu verhinderen dat dit
geheim zou uitlekken: het volstaat niet dat de Priorij van Sion wordt
uitgeroeid, maar ook de bewijzen van dit geheim moeten gevonden en
vernietigd worden.
• Beoordeling: In 105 korte hoofdstukken bouwt Dan Brown een
spannende pageturner op. Hij mengt weliswaar religie en bijgeloof, kunst,
geschiedenis en cryptologie naar believen tot een wat wankele
complottheorie, die onlogisch in elkaar zit. Want de Priorij van Sion is
nooit van plan geweest het 'geheim', dat blijkbaar wel een gekende theorie
is (die Brown ook niet zelf verzonnen heeft), met bewijzen openbaar te
maken. Bovendien zijn de dialogen stroef en niet erg realistisch, de
personages missen diepgang en het is soms ergerlijk hoe Brown sommige
theorieën voor waarheden neerzet. En hoe traag het brein van de geleerde
Langdon soms werkt.
En toch blijf je lezen, want de vlucht/speurtocht van Langdon en Sophie is
meeslepend en bij wijlen echt knap geschreven. Men geniet het meest van
het boek door het gedachteloos te lezen als een thriller, die na de laatste
bladzijde dan ook, vluchtig als ether, uit de herinnering verdwenen is. Wie
het boek echter met een kritische geest leest, gaat zich uiteindelijk wel
storen aan de geforceerde verhaalwendingen en de dwaze en historische
onwaarheden die Brown verspreidt.
top
Protest vanuit diverse hoeken
Christelijk protest
De controverse was bij de publicatie van het boek
verantwoordelijk voor een flink deel van het
succes. Maar pas bij de verfilming van het boek
klinkt het protest pas echt luid. In maart 2006
neemt het Vaticaan bij monde van kardinaal
Tarcisio Bertone van Genua voor het eerst stelling
tegen het boek. Hij spreekt van "beschamende en ongefundeerde leugens.
Het raakt me dat zoveel mensen die leugens lezen," zegt Bertone, die het
verder heeft over een "echt risico dat vele mensen die het gaan lezen zullen
geloven dat de fabels erin echt zijn".
Jose Maria Pinheiro, bisschop van Sao Paolo in Brazilië, reageert dat
Bertone overdrijft: "De opmerkingen van kardinaal Bertone zijn puur
persoonlijk. We moeten het verschil benadrukken tussen fictie en nonfictie. Het werk verbieden lijkt me een stap te ver."
Het fundamentalistisch-christelijke Opus Dei, dat in feite de (misleide)
slechterik van het verhaal is, voelt zich dubbel geviseerd. Voor de release
van de film vraagt het Sony de bioscoopgangers te waarschuwen dat ‘The
Da Vinci Code’ een fictiefilm is en dat elke gelijkenis met de realiteit
toeval is. Later vindt het Opus Dei dat de film zelfs verboden wordt voor
minderjarigen, omdat een kind volgens de organisatie geen onderscheid
maken tussen fictie en werkelijkheid. Het Opus Dei is zo verstandig geen
rechtszaak tegen de film aanhangig te maken, om de film geen extra
promotie te bezorgen.
De zaak heeft immers ook weer zo zijn voordelen voor het Opus Dei: de
belangstelling voor de organisatie wordt aangewakkerd. Bewijze daarvan
het zodanig gegroeide aantal bezoekers aan de website (in 2005 door 15
miljoen bezoekers bezocht) dat die sit vernieuwd en makkelijker
toegankelijk gemaakt is (o.m. door ze in 22 talen aan te bieden).
Ook de Belgische bisschoppen laten zich kort voor de release van de film
in een persbericht uit over het boek/de film: "Het verhaal is op geen enkele
ernstige historische grond gebaseerd. De Da Vinci Code is fictie en moet
dan ook als dusdanig gelezen en bekeken worden." De bisschoppen zeggen
te ”hopen dat de release van de film iedereen ertoe zal aanzetten om zich
meer en beter te informeren over de geschiedenis van het christendom. Wij
vrezen dan ook niet zozeer de invloed van de film. Voor ons is de grote
uitdaging wel het gebrek aan religieuze basiskennis van veel van onze
tijdgenoten, heel wat katholieken incluis.”
Hans Geybels, woordvoerder van het aartsbisdom Mechelen: “We gaan de
film niet veroordelen, want per slot van rekening gaat het om fictie. Maar
we zijn ons ervan bewust dat het verhaal veel vragen zal oproepen.”
Historisch protest
Ook historici krijgen de
kriebels van Dan Browns
fantasieën. Vooral omdat
hij ze als feitelijkheden
voorstelt. Zo klopt het wel
dan Leonardo da Vinci
(1452-1519) een voorliefde
had voor geheimdoenerij
(met zijn notities in
spiegelschrift) en de Kerk, die zijn grootste opdrachtgever was, vaak jende
met heidense symboliek of ergerde met zijn interesse voor ketterse
alchemie of anatomie. Maar dat hij ooit grootmeester was van het
genootschap de Priorij van Sion is fantasie. Laat staan dat hij aanwijzingen
naar het geheim van de Graal, dat de Priorij bewaakte, in zijn Laatste
Avondmaal zou gestoken hebben. Waarom zou hij overigens het risico
lopen dat dat geheim ontdekt zou worden?
Zo zou Leonardo, volgens de theorie in het boek, duidelijk de Magdalenatheorie aanhangen, want de apostel aan Jezus' rechterhand op het
wereldberoemde fresco van het Laatste Avondmaal zou niet Johannes
zijn, maar Maria Magdalena: die golvende lokken, die gespiegelde kleuren
(Jezus met rode mantel en blauw kleed; Maria met blauwe mantel en rood
kleed) die wijzen op verbondenheid, de personages die een M (van
matrimonio of huwelijk) vormen, de jaloerse Petrus die met een snijdend
handgebaar over haar nek gaat...
De Priorij van Sion is overigens ook een verzinsel. In het boek zou de
"Franse" (sic) kruisvaarder Godfried van Bouillon de stichter zijn geweest
van dit tempeliersgenootschap dat de afstamming van Christus bewaakte.
In werkelijkheid is de priorij amper 50 jaar geleden ontsproten aan de
fantasie van ene Pierre Plantard, die beweerde grootmeester te zijn en af te
stammen van de Merovingische koningen en dus van Christus. Hij verborg
vervalste documenten over de priorij (die geleid zou zijn geweest door o.a.
Victor Hugo en Isaac Newton) in de Bibliothèque Nationale waar die in
1975 ontdekt werden. Overigens: de Tempeliers waren bewapende
monniken die de pelgrims naar en in het Heilige Land beschermden en die
daarom een uitgebreid netwerk uitbouwden, waarin zij de eerste banken
opzetten (waar deviezen geruild konden worden). Allicht was dat mede
verantwoordelijk voor de rijkdom van de orde, die zo de afgunst en
hebzucht van de Europese vorsten opwekten, die hen uiteindelijk
uitroeiden, waarna de geruchten over de schat van de tempeliers bleef
hangen. Een schat die ook bij Brown de Heilige Graal zou zijn. Tussen
haakjes: de naam van Louvre-conservator Jacques Saunière is een
verwijzing naar Bérenger Saunière (1852-1917), de pastoor van het
Pyreneeëndorpje Rennes-le-Château, die naar eigen zeggen op het
plaatselijke kerkhof de (goud)schat van de tempeliers gevonden zou
hebben.
De vijfbladige roos, het symbool van de priorij, speelt ook een rol in het
boek. Zo verwijst ze onrechtstreeks naar de rose line, de oude
nulmeridiaan die - voordat ze in Greenwich gelegd werd - door Parijs liep.
En volgens Brown in de kerk van Saint-Sulpice zelfs uitgebeeld zou zijn.
De koperen lijn door de vloer is echter geen heidense zonnewijer maar een
middel om liturgische feestdagen te berekenen.
Even terug naar de afstammelingen van Christus, de Merovingers. Die
regeerden tussen de 5de en 8ste eeuw over delen van Frankrijk en
Duitsland. Al in die tijd werd beweerd dat hun bloedlijn afstamde van
Christus. Maar dat was slechts een manier om hun aanspraken op de troon
(die overigens niet altijd in dezelfde familie bleef) te legitimeren.
Een historische mengelmoes dus van feiten en fictie die niet-kritische
lezers zeer in verwarring dreigt te brengen.
top
Plagiaatprocessen
Opus Dei en andere christelijke instellingen
hebben het zover niet willen drijven, maar toch
kwam het uiteindelijk tot een proces tegen het
boek (en onrechtstreeks ook tegen de film).
Twee van de drie auteurs van het in 1982
verschenen non-fictieboek 'Het Heilig Bloed en
de Heilig Graal' spannen een proces in tegen
Dan Brown wegens plagiaat. De auteurs
beweren dat Brown hun ideeën over de
nakomenschap van Christus integraal uit hun boek geplukt heeft. Ze eisen
15 miljoen euro schadevergoeding. Verliest Brown het proces, dan zijn de
verdere verkoop van het boek en de release van de verfilming in GrootBrittannië in gevaar.
Eind februari 2006 komt de zaak voor, maar de rechter schort ze meteen
omdat hij eerst de boeken wel eens wil lezen. Begin april komt die tot het
besluit dat er van plagiaat geen sprake is. Wat wel te verwachten was:
Brown had al toegegeven het boek gelezen te hebben (of tenminste zijn
vrouw Blythe, die zijn research doet), naast tal van andere boeken over het
onderwerp.
Rechter Smith is me d'r eentje, want in zijn vonnis verstopt hij ook een
code. Die kort daarna ‘Jackie Fisher who are you Dreadnought’ blijkt te
luiden: een verwijzing naar John ‘Jackie’ Fisher, een 19de-eeuwse
admiraal (die onder meer het oorlogsschip Dreadnought liet bouwen).
Smith is een bewonderaar van deze admiraal.
Nauwelijks enkele dagen na dit vonnis wordt Brown opnieuw beschuldigd
van plagiaat. Ook de Russische professor kunstgeschiedenis Mikhail
Anikin wil een graantje meepikken en zegt dat hij het idee gelanceerd heeft
dat Leonardo Da Vinci niet alleen kunstenaar was maar ook theoloog. Zo
nam volgens hem Brown zijn idee over ‘Mona Lisa’ als symbool voor de
Kerk over.
top
De film: van hype tot help!
Brown zou aan de verkoop van de
filmrechten zo’n zes miljoen euro
overgehouden hebben en krijgt allicht als
co-producer een flink percentage op de
winst van de film. Zo'n 200 miljoen euro
kostte de film, die op 19 mei 2006 officieel
in première gaat op het Festival van
Cannes (waar hij niet meedoet aan de
competitie), maar is al vanaf 17 mei wereldwijd in bioscoopzalen te zien.
De verfilming kon al tijdens de opnames op grote belangstelling rekenen:
meer dan eens moesten die in Engeland stilgelegd worden vanwege
opdringerige fans bij de sets. In Engeland kreeg de filmploeg onder leiding
van Ron 'Ritchie' Howard geen toelating te filmen in Westminster Abbey,
dat niet wou meewerken aan een controversiële film die het christendom
diskrediteert. De ploeg vond wel een alternatief in Lincoln Cathedral, die
hen warm welkom heette. (Allicht met het oog op het filmtoerisme, een
steeds bloeiender vorm van massatoerisme.) Andere plaatsen als Temple
Church in Londen en Rosslyn Chapel in Edinburgh mochten wel, zoals in
het boek, gebruikt worden als locaties voor de film.
In Frankrijk een beetje hetzelfde verhaal: Saint-Sulpice wou niets te maken
hebben met de film, maar het Ritz en zelfs het Louvre verleenden wel hun
medewerking (die laatste mits persoonlijke tussenkomst van president
Chirac).
De hoofdrol ging uiteindelijk naar Tom Hanks, hoewel ook George
Clooney genoemd werd. Française Audrey Tatou kreeg de voorkeur voor
Chirac lieveling Emmanuele Béart. De eveneens in de VS bekende Franse
acteur Jean Reno speelt de Parijse flik en Ian McKellen de excentrieke
Graal-specialist.
De eerste kritieken op de film, die pas een dag voor de release aan de pers
getoond werd (wat zeer ongebruikelijk is), zijn echter vernietigend.
top
Da Vinci-toerisme
Eurostar, de hogesnelheidstrein die België
en Frankrijk met het Verenigd Koninkrijk
verbindt, voert intensief campagne rond de
film om het toerisme naar Londen, Parijs
en Edinburgh te stimuleren. De firma zegt
dat ze de eerste negen maanden van 2005
4,3 procent meer reizigers vervoerd heeft
en dat dat succes mede te danken is aan het
fenomeen van De Da Vinci Code. "Dat uit zich onder meer in het feit dat
het boek momenteel op de eerste plaats prijkt bij onze verloren
voorwerpen," aldus Eurostar. In anderhalf jaar zijn meer dan duizend
exemplaren van De Da Vinci Code gevonden op de Eurostar. "We hebben
erg veel lezers vervoerd die de locaties van het boek aandoen."
Die locaties zijn verdeeld gelukkig met al die aandacht. Een kerk als SaintSulpice, die in 2005 20.000 meer bezoekers kreeg dan het jaar tevoren,
waarschuwt zijn bezoekers dat het boek onzin is. Gidsen in Westminster
Abbey beschikken over een feitenoverzicht waarmee ze vragen van
bezoekers over De Da Vinci Code kunnen beantwoorden. Andere locaties,
zoals Lincoln Cathedral (die niet in het boek voorkomt, maar als
filmlocatie gebruikt werd i.p.v. Westminster Abbey), zijn dan wel
verheugd om de verhoogde belangstelling. Ook het Louvre kon na
publicatie van de roman rekenen op fors meer bezoekers, die weliswaar
minder aandacht hadden voor de kunstschatten als wel voor de plek "waar
conservator Saunière vermoord werd".
top
Andere boeken van Dan Brown
Had Dan Brown in zijn auteurscarrière alleen maar De Da Vinci Code
uitgebracht: het was voldoende geweest om hem tot een van de meest
succesvolle auteurs ooit te maken. Dit boek was echter zijn vierde roman,
zij het zijn eerste echt succesvolle. Het succes van De Da Vinci Code
bracht echter met zich mee dat een hernieuwde belangstelling ontstond
voor zijn drie vorige boeken, die nu ook vertaald en uitgegeven werden. In
het Nederlands was eerder enkel Het Bernini Mysterie verschenen.
En in het zog van De Da Vinci Code, dat in ons taalgebied al een miljoen
keer over de toonbank ging (waarvan 80% in Nederland en 20% in
Vlaanderen), verkopen de andere boeken ook goed. In totaal heeft
uitgeverij Luitingh omstreeks de première van de film al twee miljoen
boeken van Dan Brown verkocht.
De oplages van de 'nieuwe' Dan Brown-boeken lagen dan ook fenomenaal
hoog voor de Lage Landen. Van de eerste druk van De Delta Deceptie, het
vierde in Nederland en Vlaanderen uitgegeven boek van Brown, lag op
200.000. Nooit eerder lag dat zo hoog voor een Nederlandstalig boek. Zelfs
de laatste Harry Potter werd in eerste druk op 'slechts' 150.000 stuks
verdeeld.
Ten gevolge van het succes van àlle Dan Brown-boeken krijgen
boekenlijstjes een raar uitzicht: de top 3 (of zelfs top 4) is tal van
bestsellerlijstjes wordt in genomen door Dan Brown alleen... De Delta
Deceptie was nog maar een week uit, in februari 2006, of het boek stond al
op nr.1 in de boeken toptien van de Standaard Uitgeverij, voor de drie
andere Dan Brown-boeken. Al in januari 2005, toen Het Juvenalis
Dilemma uitkwam in het Nederlands, nam Dan Brown met drie titels de
top 4 op de Nederlandse bestsellerhitparade, met De Da Vinci Code, Het
Juvenalis Dilemma, Het Bernini Mysterie én de geïllustreerde luxe-editie
van De Da Vinci Code op respectievelijk plaatsen 1, 2, 3 en 4. Overigens
stond het in het najaar van 2004 gepubliceerde boek De geheimen van de
Da Vinci Code, waarin Simon Cox de cultuur- en kunsthistorische feiten
uit De Da Vinci Code verklaart, in januari 2005 op één van de nonfictielijst.
Het Juvenalis Dilemma
Dan Browns eerste boek, Digital Fortress, uit 1996 (in het
Nederlands verschenen als Het Juvenalis Dilemma, eind 2004)
is schatplichtig aan de tijd dat de auteur als student
kunstgeschiedenis in Sevilla verbleef, én aan een inval van de
CIA bij een van zijn studenten, toen hij inmiddels terug in de
VS Engelse les gaf. Het inspireerde hem tot een thriller waarbij
de controle van de staat over ons internetverkeer centraal staat en Sevilla
een groot gedeelte van het boek het decor voor de actie is. Resultaat is een
paranoïde thriller met in de hoofdrol een supercomputer van het ‘National
Security Agency’, de codebrekers van de Amerikaanse geheime dienst. Een
oud-medewerker, die het niet eens is met de schending van de privacy door
het NSA, verspreidt een schijnbaar onbreekbare code. In Sevilla wordt
gezocht naar de sleutel die die verspreiding kan tegenhouden.
Opvallend veel elementen in dit debuut krijgen navolging in de latere
werken van Brown. Er zijn de hoogopgeleide academici, de machtige
organisatie, de geheime en te kraken codes, een geheimzinnige moordenaar
en een nog geheimere opdrachtgever. En vooral: het hele boek beslaat een
actie van nauwelijks enkele uren, wat uiteraard de stress bij de
hoofdpersonages verhoogt en de lezer meezuigt in een duizelingwekkende
spanning. Precies dezelfde elementen die ook in De Da Vinci Code, maar
ook in de overige Dan Brown-boeken terugkeren. Eigenlijk toont Dan
Brown met dit boek aan dat hij altijd hetzelfde boek schrijft.
Ook gelijkaardig met de andere boeken is de onderhuidse zedenles die
Brown zijn lezers meegeeft. In dit geval: Big Brother is evil; respecteer de
privacy van de burger. George W. Bush heeft er alvast geen oren naar.
Uitg. Luitingh, 366 blz., 19,95 euro.
Het Bernini Mysterie
Het eerste in het Nederlands verschenen van Dan Brown (najaar
2003), maar in feite zijn tweede boek was Angels & Demons uit
2000. In dit eerste avontuur van Harvard-prof Robert Langdon,
een specialist in kerkelijke symboliek, krijgt een lezer een
vermakelijke en ongemeen spannende mix van spitstechnologie
(met een uit het CERN in Génève gestolen bom) en cultuur, fors
overgoten met een saus van een obscuur genootschap (dat de ondergang
van de Kerk gezworen heeft) en een blik achter de schermen van het meest
ontoegankelijke instituut ter wereld: het Vaticaan. De Illuminati, een door
het Vaticaan verboden sekte van geleerden en wetenschappers, neemt na
eeuwen wraak en dreigt ermee de Heilige Stoel van de aardbodem te
blazen met een in het Vaticaan verborgen tijdbom. En wel op een goed
gekozen moment: op het ogenlijk dat een conclaaf een nieuwe paus moet
aanwijzen. Bovendien zijn vier topkardinalen (papabiles nog wel)
verdwenen, die om het uur geofferd zullen worden op onbekende plaatsen
in de Heilige Stad. Samen met de vinnige schone Vittoria Vetra (zie ook
De Da Vinci Code) van CERN, die behalve - net als cryptologe Sophie
Neveu - hoogopgeleid (ze is fysica) en ondernemend ook op
genoegdoening uit is, want ze is ook de dochter van de vermoorde
uitvinder van de bom is (ook dat herinnert aan De Da Vinci Code, waar
Langdons partner de kleindochter is van de vermoorde conservator van het
Louvre), maakt Langdon kriskras door Rome jacht op een mysterieuze
moordenaar (tiens, waar hebben we dat nog gelezen?), gebruik makend van
zijn kennis over de renaissance-kunstenaar Bernini, die lid was van de
Illuminati. De plot is alweer wat onwaarschijnlijk (zo bijvoorbeeld schakelt
de Vaticaanse Wacht, die de bom op een verdwenen bewakingscamera niet
als zodanig herkent, wel meteen en terecht de CERN in)en Browniaans
(Brown strooit weer kwistig twijfelachtige hypothesen en zaken als
feitelijkheden in het rond). Maar Brown voert met elke pagina de spanning
op en is een meester in het misleiden van zijn lezers. Die zijn het verhaal
weer snel vergeten, maar hebben zich een boek lang zeer geamuseerd. Dan
Brown bevestigt als een auteur van ideale vakantielectuur.
Uit. Luitingh-Sijthoff, 461 blz., 19,95 euro.
De Delta Deceptie
Browns derde roman, Deception Point, verschijnt in 2001, maar
pas in het Nederlands - om de kloof tussen De Da Vinci Code
en het nieuwe boek dat midden 2006 verwacht wordt - in
februari 2006. De fans happen gretig toe: het boek staat meteen
op 1 in de boeken-toptiens. Al is ook dit boek weer geen
literaire hoogvlieger. Maar wel een spannende thriller. Die ook
weer speelt in één etmaal. Na de NSA, de CERN en het Opus Dei is
ditmaal de NASA van dienst om machtige-organisatie-van-jut te spelen. Na
het pleidooi voor het recht op privacy, het schisma tussen wetenschap en
geloof en 'de leugen' waarop de Kerk gebaseerd is, staat in dit boek de zin
en onzin van een geldverslindende ruimtevaartorganisatie die enkel maar
wat gruis van Mars en foto's van verre sterrenstelsels voortbrengt. NASA
en de Amerikaanse president, die de organisatie steunt in volle
herverkiezingsstrijd, doen een gouden vondst die hun tegenstanders voor
altijd de mond zal snoeren: een meteoor in het noordpoolijs blijkt het
bewijs te leveren voor leven in de ruimte. Maar schijn bedriegt, zoals een
stel onafhankelijke wetenschappers, door de NASA ingehuurd om de
echtheid van de meteoor te bevestigen, al snel bij toeval ontdekt. Wat volgt
is een actie-avontuur doorspekt met politieke intriges dat aan 300 km/u op
een sterke finale afstevent. Ook hier weer worden wetenschappelijke feiten
handig vermengeld met fictie en wordt de lezer meesterlijk op het
verkeerde been gezet, al ziet de geoefende lezer 'verrassende'
plotwendingen mijlenver aankomen en vertonen de personages weinig
diepgang.
Uit. Luitingh, 414 blz., 19,95 euro
The Solomon Key
Het succes van De Da Vinci Code schept natuurlijk ultrahoge
verwachtingen voor zijn volgende boek. Eigenlijk zou Dan Brown kunnen
gaat rentenieren, maar nu het succes er eindelijk is, moet hij geniet er
ongetwijfeld te zeer van zijn lezers watertandend te laten uitkijken naar een
nieuw boek om het schrijven te laten.
En alles aan zijn volgende boek is even geheimzinnig: van de titel tot de
verschijningsdatum. Eind 2004 wordt ‘The Solomon Key’ aangekondigd,
voor de zomer van 2005. Brown neemt echter zijn tijd - de verfilming
houdt zijn potje wel warm - en een jaar later wordt het boek 'waarschijnlijk
midden 2006' verwacht. Met - in tegenstelling tot zijn vorige boeken ongetwijfeld zo snel mogelijk (een half jaar later?) een Nederlandse
vertaling.
En dan hebben we het nog niet over de inhoud van het boek gehad. Dat
kunnen we ook niet, want de auteur lost niets. Zelfs niet op zijn website:
geen woord over zijn nieuwste boek. Hij geeft zelfs geen interviews om
toch maar niets (per ongeluk) te lossen over zijn boek. De hype op zijn
Harry Potters ten top, dus. Laten we hopen dat het de drukte waard zal zijn.
Al kan je nu al met zekerheid stellen dat weer een of andere geheimzinnig
genootschap of gigantische organisatie door de mangel gehaald zal worden.
Geruchten willen dat dit keer de vrijmetselaarsloge aan de beurt is. En dat
een held en heldin het zullen opnemen tegen een geheimzinnige
onbekende, die een mysterieuze moordenaar inschakelt om een of ander
geheim te verhullen of juist te onthullen. Ziedaar de plot van The Salomon
Key.
Een genre is geboren
Het succes van Dan Brown inspireerde thrillerauteurs tot gelijkaardige
werkstukken. Er dienden en dienen zich een ware vloedgolf aan nieuwe
thrillers aan, allemaal gebaseerd op historische mysteries en bevolkt door
Amerikaanse historici, internationale samenzweringen en religieuze
fanatici.
Zo zijn er:
• Het Sindone Complot (Julia Navarro): twee gewetenloze
broederschappen hebben het voorzien op de heilige lijkwade van Christus:
een bloedig conflict, dat z’n oorsprong vindt in de eeuwenoude
geschiedenis van het christendom. De Spaanse pers is lovend over dit
debuut. ‘El Mundo’ schrijft: ‘Navarro heeft haar roman virtuoos
gecomponeerd: religieus fanatisme, helden en schurken in een verbitterde
tweekamp. Schitterend.’
• Het arcanum (Thomas Wheeler): een moord van Bijbelse omvang in het
Londen van 1919 leidt tot de verbeten speurtocht naar een boek dat het
einde der tijden niet alleen aankondigt, maar ook zou kunnen inluiden. De
Amerikaanse pers is unaniem lovend over ‘Het Arcanum’. ‘Een eersteklas
thriller die voort dendert als de bliksem en een wereld creëert waar historie
en verbeelding naadloos in elkaar overlopen’, schrijft bijvoorbeeld Clive
Barker.
• De collectie van de geograaf (Jon Fasman): in de elfde eeuw sluipt een
Siciliaanse gauwdief het huis van de geograaf van de koning binnen. De
kunstvoorwerpen die hij denkt te stelen zijn in werkelijkheid de
gereedschappen en talismans van een alchemist - werktuigen om het
eeuwige leven te verkrijgen. Negen eeuwen later doet een jonge
Amerikaanse journalist onderzoek naar de verdachte dood van een
professor en stuit op aanwijzingen over de talismans.
• Een Venetiaans geheim (Ian Caldwell en Dustin Thomason): vier jonge
wetenschappers van Princeton University bestuderen de codex
HYPNEROTOMACCHIA POLIPHILI, een Venetiaans manuscript uit
1499. Terwijl de Renaissance voor Tom, Paul, Charlie en Gil weer tot
leven komt, worden er bedreigingen aan hun adres geuit. Als het viertal
ontdekt dat het geheim met de beeldenstorm en verborgen kunstschatten te
maken heeft, blijkt het echte onderzoek nog te moeten beginnen. Minder
hapklaar dan Dan Brown maar met haast evenveel aandacht voor de
intelligente (soms wat complexe, haast filosofische) verwoording als voor
de onnoemelijk spannende plot, heeft dit schrijversduo een knap debuut
geschreven.
• Duivels offer (Mieke de Loof): Wenen, 1913. Ksaveri Ignatz, een jonge
jezuïet, krijgt van zijn overste de opdracht de gangen na te gaan van een
katholieke spion aan het Habsburgse hof, die de jongste tijd onbetrouwbaar
overkomt. Ksaveri, even goed thuis in een literair salon als in een sportzaal,
kwijt zich gedegen van zijn taak, daarbij geholpen taak, daarbij geholpen
door de raadgevingen van zijn spirituele voorbeeld Balthasar Gracián.
Goed voor de Hercule Poirot-prijs 2004.
Download