“Acteren is mijn eerste liefde” Michael Pas Het “Cafe Theatre gesprek” is een rubriek waarin Flanders Network een losse babbel heeft met boeiende mensen. We zetten hen rond de tafel in Cafe Theatre in hartje Gent en luisteren in een schitterend decor, Hij doet wat hij altijd al wou doen: acteren. In film, op tv bij een lekkere lunch en veelzijdigste en meest gevraagde Vlaamse acteurs. De en voor het theater. Ondertussen werd hij één van de een goed glas, naar hun voorbije weken bracht hij een groot deel van zijn tijd door verhaal. Code 37, een politieserie met de Arteveldestad als decor. in Gent, namelijk voor de opnames van de tweede reeks van Zowel in de Vlaamse film, de Vlaamse tvseries als in het theater verliepen zijn optredens niet onopgemerkt. Een greep uit de producties waaraan hij meewerkte: Blueberry Hill, Crazy Love, Daens, Eline Vere, de tv-reeks Team Spirit, Brylcream Boulevard ... Michael Pas: “Dat viel eigenlijk best mee. Ik leerde er vlug de stiel. Die jaren waren beslissend voor mij. Ik wou als acteur professioneel werken en ik wou liefst zo vlug mogelijk weten of dat haalbaar was, of, als acteur zijn voor mij slechts een jongensdroom was. Eind de jaren 80 brak Michael Pas als jonge acteur door met zijn rol in de film Blueberry Hill, geregisseerd door Robbe De Hert, en waar hij de tegenspeler was van Babette Van Veen. Als het lukte, des te beter, als het niet lukte kon ik nog altijd iets anders doen. Voor mijn studies lieten mijn ouders me de keuze, waarvoor ik hen zeer dankbaar ben. Ik kwam van de Latijns-Griekse en ik mocht de acteursopleiding volgen in de Studio Herman Teirlinck. Ik moest dus eerst geen rechten of Germaanse studeren en dan misschien acteurstudies. Het lukte dus en ik won veel tijd.” “Ja, dat waren mooie tijden,” zegt Michael Pas. “Tijdens mijn studies aan de Studio Herman Teirlinck had ik een mooie rol in Blueberry Hill. Enerzijds was dat voor mij zeer interessant, anderzijds gaf het me ook een grotere motivatie voor mijn studies. Eigenlijk kon ik doen waarvan ik droomde: acteren. Als kind kon ik al meespelen in verschillende films. Zo kon ik in 1976 voor de eerste keer optreden in een film: In alle stilte van Ralf Bouman. Kort daarna volgde een figurantenrol in De Witte van Sichem, tevens mijn eerste ervaring met Robbe De Hert. Jan Decleir regisseerde toen één van mijn eindwerken in de Studio. ” In 1987 was je te zien in Crazy Love van Dominique Deruddere samen met Josse De Pauw en Geert Hunaerts. Meteen de betere film. Nu je al jaren bezig bent met dit beroep, hoe valt het je mee? Heb je al veel veranderingen gemerkt? “Uiteindelijk doe ik wat ik wou, en dat is een luxe. Het acteursleven is elke dag anders. Dat blijft dus boeiend. Anderzijds stel ik vast dat het een hard beroep is. Na een opnamedag vlug naar huis om teksten voor de volgende dag in te studeren. En ’s morgens er op tijd weer uit voor een volgende opnamedag. Soms wordt er ook ’s nachts gedraaid. Wel stel ik vast dat de jongste jaren de druk veel groter geworden is. Vroeger moest er voor een filmopname veel gewacht worden. Dat is nu enorm vermin- derd, de tijdsdruk is veel verhoogd. Het aantal opnamedagen is duidelijk gedaald en dat verhoogt de druk op het hele productieproces.” Zijn de verloningen navenant? “Zowel in Vlaanderen als in Nederland is het acteerwerk meer glamoureus op het scherm dan op de bankrekening. Ik klaag niet over wat ik betaald word en ik heb veel werk. Maar in het geheel gezien is dit beroep in onze streken zeker niet overbetaald.” Neemt het instuderen van de rollen niet zeer veel tijd in als je zo druk bezet bent? “Eigenlijk spreek ik daar niet graag over. Het instuderen van de rollen, dat maakt deel uit van het beroep. Aan een kok moet je toch ook niet vragen of hij opziet tegen de afwas. Hij spreekt over koken en gerechten bereiden. Je moet dat gewoon doen en daarmee uit. Elk beroep heeft zo zijn eigenheden en als je dat beroep wil doen, dan moet je die er maar bijnemen.” Soms horen we je stem in een film waar je zelf niet te zien bent of ook in een of andere reclametekst. “Jawel. Stemmenregie doe ik ook en heel graag zelfs. Dat is een ander aspect van het acteren. Zo hou ik goede herinne- ringen over aan medewerkingen aan buitenlandse producties als Kuifje of Ratatouille, waar ik de rol van de rat speelde. Ook reclameteksten kunnen heel leuk zijn en veel vragen van de acteur. Het komt erop neer de expressiviteit volledig in de stem en de uitspraak te leggen en dat is zeker boeiend.” Heb je als Antwerpenaar een band met Gent opgebouwd? “Toch wel. Gent is een leuke plek die ik al ken van de jaren 80 met het jaarlijkse filmfestival, waar ik een trouw bezoeker was. De stad Gent was het decor van heel wat filmopnames als uit Daens en Flikken. Bovendien heb ik er ook nogal wat vrienden. Ik speel zelfs mee in een rockgroep die tijdens de Gentse Feesten opgetreden heeft. The Humble Eegos, zo heet die, is een boysband die covers brengt. Ik zeg er meteen bij, onze optredens zijn onze repetities, maar we maken altijd veel lol. Zelf ben ik frontman en Nick Balthazar neemt het slagwerk voor zijn rekening.” Deze zomer loopt op VTM de herhaling van de eerste reeks van Code 37. Ondertussen wordt gefilmd voor de volgende reeks. Chris Vanderhauwaert