1069 Behandeling met radioactief Jodium-131 In deze folder leest u informatie over de poliklinische behandeling met radioactief Jodium131 in het AMC. Deze behandeling wordt gedaan om de functie van een te snel werkende schildklier te vertragen, of om de schildklier te verkleinen. De behandeling vindt plaats in het AMC te Amsterdam (Meibergdreef 9) De afdeling Nucleaire Geneeskunde is gehuisvest op de tweede verdieping in het F-gebouw. Om er te komen neemt u de hoofdingang van het ziekenhuis en steekt u het centrale plein over. Sla aan de overkant van het plein linksaf en neem de lift naar de tweede verdieping. Volg hier de bordjes Nucleaire Geneeskunde. De aanvraag wordt via de poli Interne geneeskunde gefaxt naar het AMC. U krijgt de oproep met de behandeldatum thuis. Maakt u daarna zelf weer de controleafspraak bij uw behandelend arts in het Flevoziekenhuis. Als u bent verhinderd, wilt u dan contact op willen nemen met afdeling Nucleaire geneeskunde: (020) 566 2775 (bereikbaar: 7.30 tot 17.30 uur). Principe van de therapie De werking van de therapie berust op het feit dat het toegediende radioactieve jodium (via het slikken van een capsule) door de schildklier wordt opgenomen. De schildklier wordt hierdoor van binnenuit bestraald, zonder dat ander of omliggend weefsel hier schade van ondervindt. De schildklier gaat langzamer werken en/of wordt kleiner. Het radioactieve jodium dat niet door de schildklier wordt opgenomen, verlaat het lichaam grotendeels via de urine. Dit gebeurt vooral in de eerste 24 uur. Daarnaast verlaat de radioactiviteit het lichaam voor een zeer klein deel via de ontlasting en transpiratievocht. Medicijnen Sommige medicijnen belemmeren de opname van jodium door de schildklier. Met het gebruik hiervan moet u vóór de behandeling stoppen. Bij de oproep voor de behandeling via het AMC wordt doorgegeven om welke medicijnen het gaat en wanneer u moet stoppen met het gebruik. Of u deze weer gaat gebruiken, zal de behandelend arts of nucleair geneeskundige, met u bespreken. Hoeveelheid Jodium-131 Om te bepalen hoeveel radioactief jodium moet worden toegediend vindt eerst een vooronderzoek plaats naar de grootte en de functie van de schildklier. De hoeveelheid jodium die u uiteindelijk krijgt toegediend hangt af van de aard van de aandoening, de grootte van de schildklier en de mate van opname van jodium door de schildklier. De berekende dosis krijgt u in de vorm van een capsule, die u op een nuchtere maag inneemt. U dient dus nuchter naar het AMC komen (nuchter betekent: vanaf 6 uur voor uw onderzoek niets meer eten of drinken). 16-6-2014 1-3 1069 Let op: U gaat dus 2 keer naar het AMC, 1 keer voor de dosisberekening en 1 keer voor de daadwerkelijke behandeling. Bijverschijnselen en late gevolgen van de behandeling Vanaf het eerste gebruik van Jodium-131 in 1946 zijn er onderzoeken gedaan naar de gevolgen van deze behandeling. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen gevonden dat deze behandeling leidt tot andere aandoeningen. De schildklier is het enige orgaan dat jodium opneemt. De rest van het lichaam neemt nauwelijks jodium op, dus ook vrijwel geen radioactief jodium. Bijverschijnselen zijn zeldzaam. Bij sommige mensen is de schildklier wat pijnlijk na de behandeling. Dit verdwijnt binnen enkele dagen. Soms treedt er tijdelijk enige misselijkheid op. Met kauwgom kauwen of op zure snoepjes zuigen wordt te veel opname in de speekselklieren voorkomen (en voorkomt u een blijvende droge mond). Na de behandeling met radioactief jodium zal de schildklier na kortere of langere tijd (jaren na de behandeling) langzamer gaan werken. Bij een te langzaam werkende schildklier zal uw behandelend internist of huisarts u met schildklierhormoon vervangende medicatie behandelen. Maatregelen na de behandeling De hoeveelheid radioactief jodium die nodig is bepaalt of u dezelfde dag na de behandeling naar huis mag of dat u moet blijven overnachten. Het is van belang dat u zich realiseert dat er nog een bepaalde hoeveelheid radioactiviteit in uw lichaam aanwezig is. U kunt dus in lichte mate andere personen aan straling blootstellen. Dit brengt weliswaar geen direct gevaar met zich mee, maar de hoeveelheid straling dient zo klein mogelijk te zijn. Voor na de behandeling krijgt u de hier onderstaande eenvoudige leefregels mee. Hoelang deze leefregels voor u gelden hangt af van de gemeten straling. U hoort dit voor u naar huis gaat. De regels gelden voor één tot maximaal twee weken. De leefregels en vragen hieromtrent bespreekt de nucleair geneeskundige met u als u voor de behandeling komt. Algemene leefregels na de behandeling De straling neemt met de afstand sterk af. Daarom adviseren we zoveel mogelijk afstand te nemen tot uw huisgenoten en bezoekers. Blijf bij langdurige aanwezigheid, zoals televisie kijken en eten, op een afstand van tenminste één, maar het liefste twee meter. Houd extra afstand tot zwangere vrouwen omdat het ongeboren kind gevoeliger is voor straling dan volwassenen. Toilet Het radioactief jodium dat niet door de schildklier wordt opgenomen, verlaat het lichaam via de urine. U kunt normaal op het toilet plassen. Om besmetting van de toiletruimte te voorkomen wordt ook mannen verzocht zittend te urineren. Na ieder toiletbezoek moet u uw handen zorgvuldig wassen. Partners Het is sterk aan te bevelen dat u en uw partner apart slapen, minstens twee meter van elkaar, het liefst in aparte kamers. 2-3 1069 Kinderen Kleine kinderen (tot ongeveer 11 jaar) zijn gevoeliger voor straling dan volwassenen. Daarom moet u direct lichamelijk contact beperken en zo veel mogelijke afstand tot kleine kinderen bewaren. Neem kinderen niet te lang op schoot en laat ze zoveel mogelijk door uw huisgenoten verzorgen. Kinderen knuffelen of een zoen geven is geen bezwaar. Vervoer Deelname aan het openbaar vervoer beperkt u tot één uur per rit. Als u samen in een auto reist (bijvoorbeeld met een taxi) gaat u schuin achterin zitten en beperkt u de rit tot maximaal twee uur. Bijeenkomsten Bijeenkomsten waarbij u langer dan één uur naast dezelfde persoon zit (b.v. reizen, bioscoop, kerk of vergadering) moet u zoveel mogelijk vermijden. Werk Na de toediening van de capsule behoeft het werk niet verzuimd te worden, behalve als u werkzaam bent in het basisonderwijs of opvang van kinderen jonger dan elf jaar. Ook op het werk moet u net als thuis zoveel mogelijk afstand bewaren tot andere personen. Bespreek dit met de behandelend arts als u daar vragen over heeft. Zwangerschap Een behandeling met radioactief jodium mag niet plaats vinden tijdens de zwangerschap. Het is af te raden binnen zes maanden na de therapie zwanger te worden of een zwangerschap te verwekken. Seksueel contact gedurende deze periode, ook kort na de therapie, is geen enkel probleem. Borstvoeding U moet voor de behandeling stoppen met borstvoeding geven. Na ontslag uit het ziekenhuis mag u niet meer beginnen met het geven van borstvoeding. Ziekenhuisopname Wordt u in een ziekenhuis opgenomen in de periode waarin deze leefregels gelden, dan moet u dit aan de lokale stralingsdeskundige melden. Tot slot Mocht u nog vragen hebben over de behandeling of de periode na de toediening van de capsule, dan kunt u telefonisch contact opnemen: Algemene vragen: afdeling Interne geneeskunde (Flevoziekenhuis): (036) 868 8717. Medische vragen: afdeling Nucleaire geneeskunde: (020) 566 2775. Vragen over radioactiviteit of stralingsrisico’s: stralingsdeskundige: (020) 566 8621. 3-3