Roos hst14 - Uitgeverij Nieuwezijds

advertisement
Figuur 28: Eerst wordt een B-cel geselecteerd die een redelijk passende
antistof maakt. Die deelt en vervolgens worden in verschillende
dochtercellen willekeurige mutaties aangebracht waardoor de
bindingsplaats van de antistof net iets verandert. Uiteindelijk worden
die cellen geselecteerd die de best passende antistof maken.
Figuur 29: Een ‘uniek’ eiwit (aanwezig op weinig celtypes) bindt een
antistof en wordt door de cel naar binnen gehaald. Een
chemotherapeutische stof is aan de antistof vastgezet, met een
koppeling die door eiwitten binnen in de cel wordt doorgeknipt. De stof
komt vrij en doodt de kankercel.
© Ed Roos. Deze afbeeldingen zijn afkomstig uit het boek Kanker, simpel uitgelegd,
door Ed Roos, Uitgeverij Nieuwezijds, 2013. Zie www.kankersimpeluitgelegd.nl.
Download