Groepsverslag

advertisement
Planten fysiologie
Groepsverslag
Tuinkers
Maïs
Kapucijners
Bernadette Lens, Frank lek, Murlyn Finsy
Biologie- Deeltijd 2005
Docent: mw. Van der Voort
Educatieve Faculteit Amsterdam
1
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave…………………………………pagina 2
Experiment 1: Ontkieming en groei………………pagina 3
Vraagstelling……………………………..pagina 3
Hypothese………………………………..pagina 3
Methodiek……………………………….pagina 4
Uitslagen………………………………..pagina 5
Conclusie………………………………...pagina 8
Experiment 2: Polariteit test..…………………..pagina 9
Vraagstelling…………………………….pagina 9
Methodiek……………………………….pagina 9
Uitslagen………………………………...pagina 9
Conclusie………………………………...pagina 9
Experiment 3: Voedingsoplossingen en groei……..pagina 10
Vraagstelling……………………………pagina 10
Methodiek………………………………pagina 10
Uitslagen……………………………….pagina 10
Conclusie………………………………..pagina 11
2
Experiment 1: Ontkieming en groei
Vraagstelling:
Hoe snel zullen de tuinkers, de maïs en de kapucijner ontkiemen en met welke snelheid zullen
de wortels, stengels en bladeren groeien?
Hypothese:
De tuinkers zal waarschijnlijk van de 3 testsoorten het snelst ontkiemen. Omdat de zaden
dunne omhulsels hebben en erg klein zijn zullen ze tijdens het ontkiemen minder weerstand
ondervinden. Er wordt verwacht dat de tuinkers na de ontkieming heel even snel zal groeien,
maar niet erg groot en lang zal worden, omdat het weinig reservevoedsel heeft en daardoor
snel op eigenkracht verder moet.
De maïs is dikker en groter dan de tuinkers, vandaar dat deze iets langer over de ontkieming
zal doen dan de tuinkers. Doordat de maïs en de kapucijner ongeveer even groot zijn zullen
deze bijna gelijk ontkiemen, alleen zal de maïs een kleine voorsprong hebben, omdat de
wanden van de zaden veel dunner zijn. De groei zal waarschijnlijk op het begin heel snel
gaan, en door de aanwezigheid van voldoende reservevoedsel zal het plantje groot kunnen
worden.
De kapucijner zal waarschijnlijk dus als laatst ontkiemen, maar na de ontkieming zal het
evenals de maïs snel gaan groeien. Doordat de zaadlobben erg stevig zijn, zullen deze bij de
kapucijner het langst aan de stengel blijven en zo de groei langer blijven ondersteunen.
Vandaar dat dit plantje ook aardig groot zou kunnen worden.
3
Methodiek:
Benodigdheden
: 1 bak met deksel, (pot)aarde, aantal zaadjes (tuinkers, maïs, kapucijners),
water, donkere koele plek, zonnige plek, maatlint, pen, papier.
Opdracht
:-Bekijk hoe de ontkieming verloopt en noteer de tijd dat de zaden
nodig hebben om te ontkiemen
-Meet de lengte van de plant tijdens de groei en zet deze uit tegenover
het aantal dagen.
Tip
: Zorg ervoor dat de zaden en plantjes op dezelfde plek staan zodat de
omgevingsfactoren voor de test planten gelijk zijn.
Handeling
: -Maak de bodem van het bakje nat met een geringe hoeveelheid water.
-Vul het bakje met aarde ca. 1 cm hoog
-Strooi de zaden over de aarde
-Besprenkel deze met wat water
-Plaats daar boven weer ca. 1 cm aarde
-Dek het bakje af met een deksel
-Plaats de pot met inhoud op een donkere koele plek
-Noteer de tijd dat de zaden er over doen om te ontkiemen
-Plaats na de ontkieming van de zaden de bak zonder deksel op een
zonnige plek
-Besprenkel de aarde met wat water zodra deze droog begint te worden
-Noteer de waarnemingen en meet de lengte van de wortel, grootte van
het blad en de hoogte van de stengel tijdens de groei.
Uitslagen:
Tuinkers
: - Na 3 dagen waren de zaden ontkiemd
- Na de vijfde meting begon de plant geelachtige te kleuren
- Na ongeveer 3 weken stierf hij
Tabel:
1e
2e
3e
4e
5e
6e
meting meting meting meting meting meting
wortel
Stengel
Blad
20 mm
25 mm
27 mm
29 mm
30 mm
30 mm
40 mm
70 mm
75 mm
80 mm
80 mm
80 mm
5 mm
10 mm
12 mm
13 mm
13 mm
13 mm
4
Grafieken:
lengte in mm
Wortelgroei Tuinkers
35
30
25
20
15
10
5
0
30
29
27
25
30
20
0
0
1
2
3
4
5
6
7
aantal metingen
Stengelgroei Tuinkers
lengte in mm
100
80
80
75
70
80
80
60
40
40
20
0
0
0
1
2
3
4
5
6
7
aantal metingen
Bladgroei Tuinkers
14
lengte in mm
12
13
12
10
13
13
10
8
6
5
4
2
0
0
0
1
2
3
4
5
6
7
aantal metingen
5
Maïs
: - Van de 15 maïskorrels zijn er 12 opgekomen.
- 2 verrotte maïs korrels zijn in de bak aangetroffen.
- De wortels groeiden in elkaar.
Tabel:
wortel
Stengel
Blad
Dag
1
Dag
4.5
Dag
9
Dag
13
Dag
17
Dag
21
Dag
24
30 mm
55 mm
80 mm
130 mm
130 mm
150 mm
170 mm
25 mm
45 mm
62 mm
70 mm
100 mm
130 mm
160 mm
5 mm
8 mm
40 mm
100 mm
170 mm
270 mm
290 mm
Grafieken:
Wortelgroei Maïs
lengte in mm
200
170
150
130
150
130
100
80
55
50
30
0
0
5
10
15
20
25
30
aantal dagen
Stengelgroei Maïs
lengte in mm
200
160
150
130
100
100
50
45
62
70
25
0
0
5
10
15
20
25
30
aantal dagen
Bladgroei Maïs
350
lengte in mm
300
270
250
290
200
170
150
100
100
50
40
8
5
0
0
5
10
15
aantal dagen
20
25
30
6
Kapucijner
: - De kapucijners ontkiemden als eerst.
- Kleine groene bladhoofdjes kwamen als eerste naar buiten.
- Van de 18 kapucijners zijn er 16 opgekomen.
Tabel:
Dag
5
Dag
9
Dag
13
24 mm
50 mm
60 mm
25 mm
45 mm
4 mm
8 mm
Dag
17
Dag
21
Dag
24
82 mm
126 mm
180 mm
210 mm
65 mm
90 mm
135 mm
150 mm
160 mm
18 mm
24 mm
25 mm
25 mm
25 mm
Grafieken:
Wortelgroei Kapucijner
lengte in mm
250
210
200
180
150
126
100
50
50
60
82
24
0
0
5
10
15
20
25
30
aantal dagen
Stengelgroei Kapucijner
lengte in mm
200
150
150
135
100
160
90
65
50
45
25
0
0
5
10
15
20
25
30
aantal dagen
Bladgroei Kapucijner
30
25
lengte in mm
wortel
Stengel
Blad
Dag
1
24
20
25
25
25
18
15
10
8
5
4
0
0
5
10
15
aantal dagen
20
25
30
7
Conclusies:
Tuinkers:
De tuinkers ontkiemde de eerste dagen vrij snel, maar na een tijdje groeide hij niet meer ( na
de vierde meting). Ik denk dat hij zijn groeipunt had bereikt. Waarom hij geelachtig werd
weet ik niet, ik heb volgens mij weten alles correct gedaan. Metingen van de tuinkers was
heel moeilijk aangezien het een tere plant is en snel kapot gaat
Maïs en Kapucijner:
De ontkieming verliep langzaam omdat in eerste instantie de geplante zaden niet op kamer
temperatuur stonden maar in een schuurtje van 8 graden en omdat ik teveel water heb
gegeven. Pas na een dikke week zag ik de eerste tekenen van leven. Niet alle plantjes
ontkiemden even snel. De zaden die niet opkwamen zijn mogelijk allemaal door schimmels
verrot. Ik heb 2 verrotte maïs korrels aangetroffen. Deze verrotting was mogelijk het gevolg
van het te veel aan water in het begin van de ontkieming.
Niet alle planten kwamen even snel op. Bij de verschillende metingen heb ik dit ondervangen
door bij elke meting een exemplaar te meten die groter was dan het exemplaar die ik drie
dagen ervoor had gemeten. Deze verschillen in groeisnelheid kunnen ontstaan door
verschillende factoren. Je kunt denken aan verschil in plantdiepte, verschil per zaad (b.v. een
krachtiger zaadje; wat dat ook mag zijn), positie van het zaadje ten opzichte van de
zwaartekracht in de grond, hoeveelheid vocht die elk zaadje heeft gekregen (het ene zaadje
kan iets meer/minder vocht rijgen dan de ander).
De ontkiemende planten ondervonden absoluut hinder in hun groei door mijn ingrijpen in hun
groeibak; ik moest immers om de drie dagen twee exemplaren offeren. In mijn groeibak
groeide de maïs en kapucijners bij elkaar. Het is zeer denkbaar dat ik regelmatig wortels
beschadigde van exemplaren die nog niet geofferd werden, maar die dicht bij de ongelukkige
stonden.
Zeker bij de laatste metingen heb ik veel wortels beschadigd, de wortels kunnen immers niet
diep groeien aangezien de bak niet diep was (7 cm aardelaag), daardoor gingen de wortels in
elkaar groeien . De wortelmeting was daarom niet meer nauwkeurig. De wortelmeting was
van het puntje (wortelmuts van de langste hoofdwortel bij de dicotyl en de langste wortel in
het verlengde van de steel bij de monocotyl) tot aan het ontkiemingpunt bij het zaad. De
stengel meting was vanaf het ontkiemingpunt vanuit het zaad tot aan het punt waar de laatste
bladeren aan de stengel ontsproten. De bladmeting was vanaf het eind van de bladsteel tot aan
het eind van de bladschijf bij de dicotyl en het blad van de monocotyl was vanaf de
“stengelomvatting” tot aan het puntje van het blad.
OPVALLEND IN DE GRAFIEKEN IS DE TOENAME VAN BLADGROEI BIJ DE MAIS
EN DE STABILISERING VAN DE BLADGROEI bij de kapucijner (2,5 cm).
8
Experiment 2: Polariteit test
Vraagstelling:
Wat gebeurt er met de groeirichting van de plantjes als zij geheel met wortel, stengel en
bladeren uit de grond worden gehaald en horizontaal worden gelegd op de aarde?
Methodiek:
Benodigdheden
: 1 bak met (pot)aarde, tuinkersplantje, maïsplantje, kapucijnerplantje,
water, watten/absorberend papier, pen, papier, stift.
Opdracht
: Leg de plantjes in zijn geheel horizontaal op de aarde. Noteer de
waarnemingen.
Tip
: Houdt de plantjes in leven door de watten op de wortels te leggen en
deze regelmatig te besprenkelen met water.
Handeling
: -Haal met veel voorzichtigheid de plantjes uit de aarde.
-Spoel deze af met water.
-Besprenkel de watten met water.
-Wikkel de watten om de wortel zodat deze niet uitdrogen.
-Leg het plantje horizontaal op de aarde.
-Noteer de waarnemingen
Uitslagen:
Na enige uren is bij de kapucijner al zichtbaar dat de steel zich iets gaat oprichten en dit is na
twee dagen zeer duidelijk; de stengel is weer verticaal, na enige dagen heb ik de wortels
bestudeerd. Vanuit de horizontale wortel groeien kleine wortels verticaal de grond in.
De maïs laat lang op zich wachten; pas na negen dagen is een verticale groeirichting van de
stengel duidelijk waarneembaar. Ook zijn er vanuit de horizontaal gelegen wortel kleine
wortels zichtbaar die de grond in groeien.
De tuinkers heeft het helaas niet gered en is al na een paar dagen gestorven zonder enige
waarnemingen. De proef is niet geslaagd.
Conclusies:
De Kapucijner is snel omhoog gaan groeien, terwijl de maïs er 9 dagen over heeft moeten
doen (positieve fototropie en negatieve geotropie). De wortels hebben iets sneller hun weg
weer in de grond gevonden (positief geotroop). Verklaring hiervoor is speculatief, mogelijk
dat de stengel van de maïs veel zwaarder is dan de kleinere stengel van de kapucijner en
zodoende meer kracht moet hebben om weer vertikaal te groeien.
De tuinkers was al bij het uit de grond halen lichtelijk beschadigd en heeft waarschijnlijk
tijdens deze proef teveel water gekregen.
9
Experiment 3: Voedingsoplossingen en groei
Vraagstelling:
In welke oplossing zit geen K+ of Mg2+ en welke oplossing is compleet?
Methodiek:
Benodigdheden
: 3 plantjes van elk soort (tuinkers, maïs, kapucijners) 1 compleet medium,
1 medium zonder K+, 1 medium zonder Mg2+, karton/ stevig papier, 9
erlenmeyers/ bekerglazen, pen en papier.
Opdracht
: Zet de plantjes in verschillende oplossingen, probeer te ontdekken
welk medium in welke erlenmeyer/bekerglas zit en noteer de
waarnemingen.
Tip
: Zorg ervoor dat de wortels voldoende in het de vloeistoffen staan,
maar probeer de stengels en bladeren geen contact te laten maken met
de vloeistoffen. Dit kan schimmelvorming voorkomen.
Handeling
: -Haal met veel voorzichtigheid de plantjes uit de aarde.
-Spoel deze af met water.
-Giet de 1ste vloeistofoplossing in de 3 erlenmeyers.
-Noteer op deze erlenmeyers een 1.
-Doe dit ook voor oplossing 2 en oplossing 3.
-Maak van karton of papier 3 kraagjes (deze dienen als steun voor de
kleine tuinkersplantjes).
-Doe de kraagjes om de tuinkersstengels.
-Zet de plantjes vertikaal in de erlenmeyers.
-Zorg ervoor dat de wortels in voldoende vloeistof staan.
-Noteer de waarnemingen.
Uitslagen:
Na 2 weken:
Tuinkers vloeistof 1 : Blad is lichter en licht verdort.
vloeistof 2 : Blad is groen en plant is gezond.
vloeistof 3 : 1 blad is verdort en kapot.
10
Maïs
vloeistof 1: Rechtopstaand, bladeren hebben geelbruine punten.
vloeistof 2: Rechtopstaand, bladeren zijn licht vergeeld.
vloeistof 3: Hangend, bladeren zijn half verdord, schimmel op de plant.
Kapucijner vloeistof 1: Rechtopstaand, bladeren hebben gedeeltelijk donkere punten.
vloeistof 2: Hangend, bladeren hangen slap en zijn verdord.
vloeistof 3: Rechtopstaand, gezond.
Conclusies:
Uit de verschillende uitslagen moeten we concluderen dat er een hoop mis is gegaan tijdens
deze proef. Soms zat er teveel vloeistof in de erlenmeyer waardoor de bladeren en stengels in
aanraking zijn gekomen met de vloeistoffen en zijn gaan schimmelen. Ook zijn wij vergeten
om de zaadlobben, die nog reservevoedsel bevatte, te verwijderen, waardoor de afwezigheid
van een van deze stoffen geen effect had op de plant. Lichtinval op de wortels kunnen hierbij
ook een rol hebben gespeeld. Wortels vinden het prettiger om in een donkere omgeving te
vertoeven en zouden door de lichtinval in groei af kunnen nemen.
De juiste oplossingen zijn hieronder vermeld:
Vloeistofoplossing 1 : Magnesiumdeficiënt
Vloeistofoplossing 2 : Compleet medium
Vloeistofoplossing 3 : Kaliumdeficiënt
 Bladgroenkorrels vergelen
 Goed
 Huidmondjes gaan dicht en er ontstaat
een groeiprobleem.
Met deze gegevens is aan te nemen dat de proef met de tuinkers gelukkig wel is geslaagd.
11
Download