navb dossier - Constructiv

advertisement
navb dossier
DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE  2011/3
Bundel
N° 131
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
in de bouwsector
Bundel
N° 131
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
in de bouwsector
Navb dossier is een driemaandelijkse uitgave van het Nationaal Actiecomité voor
Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf
- navb-cnac Constructiv. In dezelfde reeks
zijn nog andere dossiers beschikbaar. Navb
dossier bestaat ook in het Frans, onder de
titel “cnac dossier”.
REDACTIE
Luc Christiaens, Christian Depue, Veerle De
Saedeleer, Thierry Frere, Guillaume Gioia,
Carl Heyrman, Véronique le Paige, Isabelle
Lootens, Emmy Streuve, Isabelle Urbain,
Nicolaas Van Leeuwen,
Evy Vinck.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Carl Heyrman • navb-cnac Constructiv
Koningsstraat 132/4 • 1000 Brussel
Tel.: +32 2 552 05 00 • Fax: +32 2 552 05 05
E-mail: [email protected]
Website: navb.constructiv.be
Inschrijvingsnummer bij de Koninklijke
Bibliotheek (wettelijk depot) 2515.
AANSPRAKELIJKHEID
Het redactiecomité van navb dossier streeft
steeds naar betrouwbaarheid van de
gepubliceerde informatie, rekening houdend
met de huidige stand van de regelgeving
en de techniek. Noch het redactiecomité,
noch navb-cnac Constructiv kunnen echter
aansprakelijk worden gesteld voor de
gepubliceerde informatie. De raadgevingen
in deze publicatie ontslaan de lezer niet van
de verplichting om de geldende regelgeving
na te leven.
De reproductie van teksten en illustraties
is toegestaan mits de uitdrukkelijke
toestemming van de uitgever en duidelijke
bronvermelding.
BESTELLINGEN EN TARIEVEN
Zie constructiv.be
Ook gratis downloadbaar op
navb.constructiv.be
OPMAAK EN DRUKWERK
www.mwp.be
© navb-cnac Constructiv 2011.
Overname toegestaan mits
uitdrukkelijke toestemming van het navb
en duidelijke bronvermelding.
navb dossier
Inhoud
1. Inleiding .......................................................................................................................................................... 3
2. Regelgeving .................................................................................................................................................... 4
2.1. Op de markt brengen van PBM’s................................................................................................................... 4
2.2. Gebruik van PBM’s ........................................................................................................................................ 5
2.2.1. De Welzijnswet en het KB over het beleid inzake het welzijn ............................................................ 5
2.2.2. Het KB betreffende het gebruik van PBM’s ....................................................................................... 5
2.3. Veiligheidssignalisatie ................................................................................................................................ 10
3. Rol van de preventieadviseur................................................................................................................... 11
4. Motivatie om PBM’s te dragen.................................................................................................................. 12
5. Instrumenten voor de preventieadviseur ............................................................................................. 13
5.1. Evaluatie van de risico’s en keuze van de PBM’s .......................................................................................... 13
5.2. Gebruiksaanwijzing per soort PBM ............................................................................................................ 17
5.3. Gebruikershandleiding voor de werknemers .............................................................................................. 19
5.4. Overzichtstabel van de gebruiksaanwijzingen en gebruikershandleidingen .............................................. 20
5.5. Terbeschikkingstelling van de PBM’s en werkkledij .................................................................................... 21
5.6. Verzamelen van inlichtingen en ervaringen bij de gebruikers van PBM’s ................................................... 23
6. Soorten PBM’s ............................................................................................................................................... 23
6.1. Bescherming van het hoofd – Veiligheidshelm .......................................................................................... 24
6.1.1. Risico’s............................................................................................................................................. 24
6.1.2. Verplichting om het PBM te dragen ................................................................................................ 24
6.1.3. Eigenschappen................................................................................................................................ 24
6.1.4. Markering ....................................................................................................................................... 25
6.1.5. Normen .......................................................................................................................................... 25
6.2. Bescherming van de voeten ....................................................................................................................... 26
6.2.1. Risico’s............................................................................................................................................. 26
6.2.2. Verplichting om het PBM te dragen ................................................................................................ 26
6.2.3. Eigenschappen................................................................................................................................ 26
6.2.4. Markering ....................................................................................................................................... 27
6.2.5. Normen ........................................................................................................................................... 27
6.3. Bescherming van de ogen en het gezicht ................................................................................................... 28
6.3.1. Risico’s............................................................................................................................................. 28
6.3.2. Verplichting om het PBM te dragen ................................................................................................ 28
6.3.3. Eigenschappen................................................................................................................................ 28
6.3.4. Markering ....................................................................................................................................... 29
6.3.5. Normen ........................................................................................................................................... 29
7. PBM’s per bouwberoep ............................................................................................................................... 31
7.1. Polyvalente bouwvakker ................................................................................................................... 32
7.2. Dakwerker ......................................................................................................................................... 34
7.3. Afwerkingsberoepen ........................................................................................................................ 36
8. Besluit ............................................................................................................................................................ 38
9. Bibliografie ................................................................................................................................................... 39
1. Inleiding
Persoonlijke beschermingsmiddelen, afgekort PBM’s, zijn middelen die bestemd zijn om door de
werknemers gedragen of vastgehouden te worden als bescherming tegen één of meer risico’s die
een bedreiging kunnen vormen voor hun veiligheid en hun gezondheid op het werk. Vooraleer
gebruik te maken van deze persoonlijke beschermingsmiddelen moet eerst gecontroleerd worden
of de aanwezige risico’s op de werven niet aan de bron uitgeschakeld kunnen worden of beperkt
kunnen worden door maatregelen, methodes of handelswijzen in de sfeer van de werkorganisatie
of door collectieve technische beschermingsmiddelen.
PBM’s, zoals beschermingshelmen, veiligheidsschoenen, enz., zijn absoluut noodzakelijk op bouwwerven. Het is dan ook uiterst belangrijk om ze op een zo geschikt mogelijke manier te kiezen om
de overblijvende risico’s zo veel mogelijk te voorkomen.
Dit navb dossier heeft als doel om praktische instrumenten voor te stellen waarmee werkgevers,
preventieadviseurs en werknemers enerzijds kunnen voldoen aan de bepalingen uit de wetgeving
die van kracht is in België en anderzijds de geschikte PBM’s kunnen kiezen die aangepast zijn aan de
risicosituaties op bouwwerven.
Het bestaat uit vier delen:
• Regelgeving: dit gedeelte omvat de grote lijnen van de regelgeving die van kracht is in België.
• Praktische instrumenten voor de preventieadviseur: dit gedeelte reikt de preventieadviseur praktische instrumenten aan waarmee hij beter kan voldoen aan de bepalingen uit de
wetgeving die van kracht is in België. Er wordt ingegaan op de rol van de preventieadviseur, de
motivatie om PBM’s te dragen, de risico-evaluatie, de keuze en de aankoop van PBM’s, de informatie en opleiding van werknemers, enz.
• Soorten PBM’s: de PBM’s die gebruikt worden in de bouwsector, worden voorgesteld in de vorm
van fiches met inlichtingen, zoals de beschrijving van het PBM, de risico’s die ermee voorkomen
kunnen worden, de markering, de normen, enz. In dit navb dossier zullen drie fiches uitgewerkt
worden, de andere fiches zijn beschikbaar op onze site.
• PBM’s per beroep: dit gedeelte bevat, ook in de vorm van fiches, de aanbevolen PBM’s voor
de voornaamste beroepen uit de bouwsector. In dit navb dossier zullen drie fiches uitgewerkt
worden, de andere fiches zijn beschikbaar op onze site.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 3
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
2. Regelgeving
Er bestaan meerdere relevante wetgevende teksten in verband met PBM’s. Deze teksten hebben
enerzijds betrekking op het op de markt brengen van PBM’s en anderzijds op het gebruik
ervan. Hierna volgen de grote lijnen van deze regelgeving.
2.1. Op de markt brengen van PBM’s
Fabrikanten van PBM’s moeten voldoen aan de bepalingen uit het koninklijk besluit van 31
december 1992 betreffende het op de markt brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen (KB
‘Op de markt brengen van PBM’s’). Dit KB is de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn
89/686/EEG. Deze economische richtlijn is in alle lidstaten van de Europese Unie op een gelijkaardige
manier omgezet in nationaal recht, wat inhoudt dat alle PBM’s die in Europa gefabriceerd werden
volgens deze richtlijn, op de Europese markt gebracht mogen worden.
Dit KB heeft tot doel om:
• de fundamentele voorschriften vast te leggen waaraan PBM’s moeten voldoen om de
veiligheid en gezondheid van de gebruiker te waarborgen;
• de voorwaarden te bepalen voor het op de markt brengen en het vrije verkeer van PBM’s
binnen de Europese Unie.
Het KB ‘Op de markt brengen van PBM’s’ deelt PBM’s in in drie categorieën:
• Categorie 1: deze categorie omvat de op een eenvoudig ontwerp berustende PBM’s die
bescherming bieden tegen zeer geringe risico’s waarvan het effect tijdig kan worden opgemerkt
zonder dat de gebruiker gevaar loopt. De regenkledij die in de bouwsector gebruikt wordt,
behoort tot deze categorie.
• Categorie 2: tot deze categorie behoren PBM’s die bescherming bieden tegen de
courante risico’s. Het merendeel van de PBM’s die in de bouwsector gebruikt worden
en die bescherming bieden tegen mechanische risico’s, valt in deze categorie: helmen,
veiligheidsschoenen, gehoorbescherming, beschermingsbril, enz.
• Categorie 3: deze categorie omvat de PBM’s van complex ontwerp die bescherming bieden
tegen gevaren die dodelijk zijn of de gezondheid ernstig en onherstelbaar kunnen schaden.
Voor de bouwsector vallen PBM’s die bescherming moeten bieden tegen elektrocutierisico’s,
handschoenen die bescherming moeten bieden tegen chemische risico’s, veiligheidsschoenen
die bescherming moeten bieden tegen hoge temperaturen en valbeschermingsmiddelen in
deze categorie.
In functie van deze categorieën moeten de fabrikanten specifieke procedures volgen om de CEmarkering op hun PBM te mogen aanbrengen en om de verklaring van overeenstemming in
te vullen. Deze twee elementen waarborgen dat het op de markt gebrachte PBM overeenkomstig
het KB ‘Op de markt brengen van PBM’s’ is. De procedures zijn strenger voor PBM’s uit de derde
categorie dan uit de eerste categorie.
Procedures voor de CE-markering van PBM’s
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Voldoen aan de fundamentele voorschriften betreffende de veiligheid en gezondheid (bijlage I KB ‘Op de markt brengen van PBM’s’)
v
v
v
De technische documentatie verzamelen (aangewende middelen om te bereiken dat een PBM aan alle wettelijke vereisten voldoet)
v
v
v
Verklaring van EG-typeonderzoek, opgesteld door een aangemelde instantie (toont aan dat het PBM overeenkomstig het KB ‘Op de markt
brengen van PBM’s’ is)
v
v
Controle van de kwaliteit van de fabricatie door een aangemelde instantie
v
Verklaring van overeenstemming – Inhoud:
v
v
v
PBM overeenkomstig de desbetreffende geharmoniseerde norm
v
v
v
PBM identiek aan het verklaarde PBM
v
v
Nummer van de verklaring van EG-typeonderzoek
v
v
PBM onderworpen aan kwaliteitscontrole
v
Naam en adres van de aangemelde instantie
v
v
v
v
v
CE-markering
Nummer van de aangemelde instantie toegevoegd aan de CE-markering
4
PBM overeenkomstig de bepalingen uit het KB 'Op de markt brengen van PBM's'
NAVB DOSSIER • N° 131
v
© navb-cnac Constructiv 2011
In bijlage I van het KB ‘Op de markt brengen van PBM’s’ worden de fundamentele voorschriften
inzake veiligheid en gezondheid opgesomd die fabrikanten moeten naleven. Daarbij wordt rekening
gehouden met het gebruik dat gemaakt kan worden van het PBM. De fundamentele voorschriften
bevatten onder andere de verplichting van de fabrikant om een gebruiksaanwijzing op te stellen
die samen met het PBM geleverd moet worden. Deze gebruiksaanwijzing moet duidelijk en begrijpelijk opgesteld zijn in ten minste de officiële taal of talen van het land waar het PBM verdeeld wordt.
Ze moet bepaalde inlichtingen bevatten, zoals de voorschriften voor opslag, gebruik, reiniging en
onderhoud, de betekenis van aanduidingen (symbolen, pictogrammen, enz.), de naam en het adres
van de aangemelde instantie, als de fabrikant daar een beroep op doet.
Fabrikanten hebben een groot aantal verplichtingen die voortkomen uit het KB ‘Op de markt brengen van PBM’s’, maar dit KB is ook belangrijk voor de gebruikers van PBM’s:
• Zoals we verder in dit dossier zullen zien, moeten bouwondernemingen die PBM’s willen
aankopen, ervoor zorgen dat deze middelen voldoen aan de bepalingen uit dit KB, meer
bepaald dat ze een CE-markering dragen en dat de fabrikanten een verklaring van
overeenstemming kunnen voorleggen voor de PBM’s die ze fabriceren.
• Ondernemingen moeten ervoor zorgen dat ze wel degelijk de documenten ontvangen die bij
het PBM horen (gebruiksaanwijzing, verklaring van overeenstemming).
• De gebruiksaanwijzing is belangrijk omdat ze kan dienen als uitgangspunt voor het opstellen
van een gebruikershandleiding voor de werknemers in functie van de werkelijke arbeidssituatie.
Eigenlijk kan de CE-markering omschreven worden als een paspoort waarmee een product vrij kan
circuleren binnen de Europese Unie. Voor de gebruiker is de CE-markering het visuele bewijs dat
het product het vereiste veiligheids- en gezondheidsniveau, zoals bepaald in het KB, bereikt.
De markering geeft echter helemaal geen informatie over de kwaliteit van de prestaties van het
PBM in kwestie. Die gegevens worden nader omschreven in de geharmoniseerde Europese normen.
2.2. Gebruik van PBM’s
2.2.1. De Welzijnswet en het KB over het beleid inzake het welzijn
De werkgever heeft bepaalde verplichtingen in verband met het welzijn van zijn werknemers, in
het bijzonder in verband met de PBM’s die hij ter beschikking van zijn werknemers moet stellen:
• De Welzijnswet van 4 augustus 1996 verplicht de werkgever de algemene
preventiebeginselen toe te passen volgens een bepaalde hiërarchie: hij moet eerst maatregelen
nemen om risico’s te voorkomen; de risico’s evalueren die niet voorkomen kunnen worden; de
risico’s bij de bron bestrijden; wat gevaarlijk is, vervangen door wat minder gevaarlijk is; collectieve
beschermingsmaatregelen nemen. Wanneer hij deze maatregelen genomen heeft en er nog
overblijvende risico’s zijn, moet hij persoonlijke beschermingsmaatregelen nemen.
• Het KB van 27 maart 1998 over het beleid inzake het welzijn verplicht de werkgever om
preventiemaatregelen te nemen die betrekking hebben op de keuze en het gebruik van PBM’s.
Ook de werknemers en de hiërarchische lijn hebben verplichtingen:
• De Welzijnswet verplicht werknemers om de ter beschikking gestelde PBM’s correct te
gebruiken en ze na gebruik weer op te bergen.
• Het KB over het beleid inzake het welzijn verplicht de hiërarchische lijn om een effectieve
controle uit te oefenen op de PBM’s om onregelmatigheden vast te stellen en maatregelen te
nemen om hier een einde aan te maken.
2.2.2. Het KB betreffende het gebruik van PBM’s
Gedetailleerder dan de Welzijnswet en het KB over het beleid inzake het welzijn verduidelijkt het KB
van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen de verplichtingen van werkgevers en werknemers met betrekking tot:
• de algemene beginselen waaraan PBM’s moeten voldoen;
• de beoordeling van het PBM en de evaluatie van de risico’s;
• de aankoop van PBM’s;
• het gebruik van PBM’s;
• de informatie en opleiding van werknemers;
• de specifieke bepalingen in verband met PBM’s tegen vallen van hoogte.
IN DE PRAKTIJK ...
Bepaalde van deze verplichtingen zijn opgenomen in hoofdstuk 5. ‘Instrumenten
voor de preventieadviseur’ van dit navb dossier in de vorm van tabellen die
ingevuld moeten worden door de werkgever of zijn preventieadviseur.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 5
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
Algemene beginselen waaraan PBM’s moeten voldoen
De werkgever is verplicht om de risico’s te identificeren en maatregelen te nemen om ze te
voorkomen. Hij moet voorrang geven aan maatregelen, methodes of handelswijzen in de sfeer van
de organisatie of collectieve beschermingsmiddelen. Als de risico’s niet bij de bron uitgeschakeld
kunnen worden of voldoende beperkt kunnen worden met behulp van deze maatregelen, moet de
werkgever gratis PBM’s ter beschikking van zijn werknemers stellen. Deze PBM’s moeten verplicht
een CE-markering dragen, zoals we eerder in dit dossier gezien hebben.
Deze PBM’s moeten:
• geschikt zijn voor de te voorkomen risico’s, zonder zelf een vergroot risico in te houden;
• beantwoorden aan de heersende omstandigheden op de arbeidsplaats;
• afgestemd zijn op de vereisten met betrekking tot de ergonomie, het comfort en de gezondheid
van de werknemer;
• na de nodige afstelling geschikt zijn voor de drager.
Als het door de aanwezigheid van meerdere risico’s nodig is om meerdere PBM’s tegelijk te dragen,
moeten deze middelen op elkaar afgestemd zijn en hun doeltreffendheid voor de betrokken risico’s
behouden.
IN DE PRAKTIJK ...
Om aan deze voorwaarden te voldoen kunt u gebruik maken van de
tabel in punt 5.1. ‘Evaluatie van de risico’s en keuze van de PBM’s’.
Beoordeling van het PBM en evaluatie van de risico’s
Voordat de werkgever een PBM kiest, beoordeelt hij eerst het middel dat hij overweegt te kopen.
In bijlage I van het KB vindt u een “indicatief schema voor de inventaris van de gevaren met het oog
op het gebruik van PBM’s”.
Indicatief schema voor de inventaris van de gevaren met het oog op het gebruik van PBM’s (Bijlage I - KB ‘Gebruik van PBM’s’)
RISICO'S
Niet-microbiële biologische antigenen
Mycose veroorzakende
schimmels
Pathogene virussen
Biologisch
Gassen,
dampen
Pathogene bacteriën
Spatten, e.d.
Vloeistoffen
Nevels
Aerosols
Rook
Lawaai
Stof, vezels
Straling
Ioniserend
Elektriciteit
Niet-ioniserend
Koude
Hitte, vuur
Uitglijden, vallen
(gelijkvloers)
Thermisch
Trillingen
Steek-, snij- en
schaafwonden
Schokken, slagen, stoten,
knellingen
Vallen van hoogte
Mechanisch
Chemisch
Onderdompeling
Fysisch
Schedel
Hoofd
Gehoor
Ogen
Ademhalingswegen
Bovenste
ledematen
Gehele hoofd
Hand
Onderste
ledematen
LICHAAMSDEEL
Gelaat
Voet
Arm (of delen
daarvan)
Been (of delen
daarvan)
Diversen
Huid
Romp/buik
Langs parenterale
weg
Gehele lichaam
6
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
Deze beoordeling moet duidelijk maken in welke mate het PBM voldoet aan de eisen uit de algemene beginselen en rekening houdt met bepaalde eigenschappen van werknemers, zoals een handicap, een lichamelijk gebrek of het dragen van correctieglazen.
Deze procedure is zowel van toepassing op de bestaande PBM’s als op nieuwe middelen die
aangekocht worden.
De beoordeling omvat:
• een analyse van de overblijvende risico’s;
• de omschrijving van de kenmerken die de PBM’s moeten bezitten om de geanalyseerde risico’s
te kunnen ondervangen, rekening houdend met eventuele risicobronnen die de PBM’s zelf
kunnen vormen;
• de evaluatie van de kenmerken van de PBM’s die beschikbaar zijn in de handel, in vergelijking
met de hierboven beschreven kenmerken.
De werkgever moet de gebruiksvoorwaarden en de duur van het gebruik van PBM’s bepalen
in functie van:
• de ernst van de risico’s;
• de frequentie van de blootstelling aan het risico;
• de kenmerken van de werkposten;
• de doeltreffendheid van het PBM.
Bij de beoordeling van de PBM’s en het opstellen van de gebruiksvoorwaarden houdt de werkgever
rekening met het advies van de preventieadviseur, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het Comité PBW (de vakbondsafvaardiging in de bouwsector).
De werkgever is verplicht om bepaalde PBM’s ter beschikking van de werknemers te stellen voor de
activiteiten die bepaald zijn in bijlage II bij het KB. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het verplichte
dragen van een helm: “Werknemers die blootgesteld zijn aan vallende stenen, materiaal, brokstukken of allerlei vallende voorwerpen, zoals in steengroeven, de bouw-, montage- of slopingswerken,
scheepswerven, ijzergieterijen, staalfabrieken, moeten een beschermingshelm dragen.”
IN DE PRAKTIJK ...
Om te voldoen aan deze procedure voor de beoordeling en keuze van PBM’s kunt u
gebruik maken van de tabel in punt 5.1. ‘Evaluatie van de risico’s en keuze van de PBM’s’.
IN DE PRAKTIJK ...
De verplichtingen voor het dragen van PBM’s, die opgenomen zijn in bijlage II van het KB,
zullen ingevoegd worden in de fiches met betrekking tot de soorten PBM’s (hoofdstuk 6).
Aankoop van PBM’s
Op basis van de eerder vermelde beoordeling bestelt de werkgever indien nodig de gekozen PBM’s.
De werkgever moet de volgende procedure volgen:
• De preventieadviseur en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer moeten deelnemen aan de
voorbereiding van het opstellen van de bestelbon.
• De werkgever kan voorafgaand andere gespecialiseerde diensten of instellingen raadplegen.
• De bestelbon moet de volgende elementen bevatten:
- het te bestellen PBM;
- het PBM moet een CE-markering dragen;
- als er aanvullingen of accessoires bij deze PBM’s besteld worden die geen CE-markering dragen, moet
er geëist worden dat deze aanvullingen of accessoires voldoen aan de regels van goed vakmanschap
volgens welke ze vervaardigd werden (eventueel de referenties van deze regels geven);
- desgevallend bijkomende vereisten;
- de handtekening ‘voor gelezen’ van de preventieadviseur.
• Bij de levering: alleen wanneer de levering betrekking heeft op aanvullingen of accessoires
van de PBM’s en/of er bijkomende eisen gesteld werden, kan van de leverancier geëist worden
dat hij een document overhandigt waarin hij bevestigt dat voldaan is aan de bijkomende
eisen en/of regels van goed vakmanschap die in de bestelbon vermeld stonden. Alle PBM’s
moeten vergezeld zijn van de gebruiksaanwijzing en eventueel van de CE-verklaring van
overeenstemming.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 7
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
• Het indienststellingsverslag: alleen wanneer de levering betrekking heeft op aanvullingen of
accessoires van de PBM’s en/of er bijkomende eisen gesteld werden, moet de preventieadviseur
in een verslag bevestigen dat hij de overhandiging van de hierboven bedoelde documenten
vastgesteld heeft en het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bij zijn verslag voegen.
• De hierboven vermelde documenten moeten bezorgd worden aan het Comité PBW (de
vakbondsafvaardiging in de bouwsector) en ter beschikking gesteld worden van de met het
toezicht belaste ambtenaar (controle welzijn).
De volgende tabel biedt een schematisch overzicht van de procedure voor de bestelling en
levering van PBM’s.
Bestelbon voor een
CE-gemarkeerd PBM
Bestelbon voor een
CE-gemarkeerd PBM
Bestelbon voor een
CE-gemarkeerd PBM
+ bijkomende eisen
+ niet-CE-gemarkeerd(e)
aanvulling of accessoire
Bestelbon voor een
CE-gemarkeerd
PBM
+ niet-CE-gemarkeerd(e)
aanvulling of accessoire
+ bijkomende eisen
Deelname aan het opstellen van
de bestelbon
Preventieadviseur en preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Elementen die vermeld moeten
worden op de bestelbon
Te bestellen PBM met CE-markering
Bijkomende eisen
Aanvulling of accessoire die/
dat voldoet aan regels van goed
vakmanschap + referentie
Aanvulling of accessoire die/
dat voldoet aan regels van goed
vakmanschap + referentie en
bijkomende eisen
Te bestellen PBM met CE-markering
Eerste levering van het bestelde
PBM
Geen bijzondere bepalingen
Eerste verslag voor de
indienststelling van het
bestelde PBM – Opgesteld door
de preventieadviseur en ter
beschikking van de werkgever
gesteld
Tweede levering van een PBM
dat identiek is aan de eerste
bestelling
Tweede verslag voor de
indienststelling van het
bestelde PBM – Opgesteld door
de preventieadviseur en ter
beschikking van de werkgever
gesteld
Overhandiging van de
documenten aan het Comité PBW
8
NAVB DOSSIER • N° 131
Geen bijzondere bepalingen
Overhandiging door de leverancier aan
de klant van een document waarin
bevestigd wordt dat voldaan is aan de
bijkomende eisen die in de bestelbon
vermeld stonden
Overhandiging door de leverancier aan
de klant van een document waarin
bevestigd wordt dat voldaan is aan de
regels van goed vakmanschap die in
de bestelbon vermeld stonden
Overhandiging door de leverancier aan
de klant van een document waarin
bevestigd wordt dat voldaan is aan
de bijkomende eisen en de regels van
goed vakmanschap die in de bestelbon
vermeld stonden
Vaststelling dat de documenten bij de levering overhandigd zijn door de leverancier + als bijlage het advies van de
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Overhandiging door de leverancier aan
de klant van een document waarin
bevestigd wordt dat voldaan is aan de
regels van goed vakmanschap die in
de bestelbon vermeld stonden
Geen bijzondere bepalingen
Overhandiging door de leverancier aan
de klant van een document waarin
bevestigd wordt dat voldaan is aan
de bijkomende eisen en de regels van
goed vakmanschap die in de bestelbon
vermeld stonden
Vaststelling dat de documenten bij de levering overhandigd zijn door de
leverancier + als bijlage het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Geen bijzondere bepalingen
Ja
© navb-cnac Constructiv 2011
Het gebruik van PBM’s
De werkgever en de werknemers moeten enkele regels met betrekking tot het gebruik van PBM’s
in acht nemen.
Verplichtingen van de werkgever:
• Hij moet ervoor zorgen dat de werknemers het PBM daadwerkelijk en juist gebruiken en daarbij
rekening houden met de gebruikershandleiding.
• Hij moet maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat een lid van de hiërarchische lijn of een
werknemer die over een opleiding beschikt, nagaat of het PBM nog altijd overeenkomstig het
KB ‘Gebruik van PBM’s’ is.
• Hij moet de PBM’s wegnemen die beschadigd zijn of waarvan de gebruiksdatum verstreken is.
• Hij moet op zijn eigen kosten zorgen voor het onderhoud, de reiniging, desinfectering,
herstelling en vervanging van het PBM, zodat hij de goede werking ervan kan verzekeren.
• Een PBM is bestemd voor gebruik door één persoon. Als het achtereenvolgens door
verschillende werknemers gebruikt wordt, moet de werkgever ervoor zorgen dat het gereinigd,
ontstoft of gedesinfecteerd wordt.
Verplichtingen van de werknemers:
• Een PBM mag enkel gebruikt worden voor het doel waarvoor het is bestemd.
• De werknemers moeten het PBM gebruiken overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant en de instructies van de werkgever.
• De werknemers mogen de PBM’s niet met zich mee naar huis nemen.
Informatie en opleiding van de werknemers
Een belangrijke verplichting van de werkgever is ervoor zorgen dat de werknemers de nodige informatie en instructies krijgen voor het gebruik van PBM’s. De instructies moeten schriftelijk opgesteld worden en begrijpelijk zijn voor de werknemers.
De werkgever moet zorgen voor opleidingen.
Er moeten twee soorten nota’s uitgewerkt worden en ter beschikking gesteld worden van de
werknemers:
• de algemene informatienota, die informatie moet bevatten over de diverse soorten PBM’s
die beschikbaar zijn in de onderneming, de risico’s waartegen de PBM’s de werknemers
beschermen, de gebruiksvoorwaarden, … Aan de hand van deze nota kan de beoordeling
uitgevoerd worden waarvan eerder in dit dossier sprake was;
• de gebruikershandleiding voor elk type PBM dat in de onderneming wordt gebruikt en die
de nodige aanduidingen bevat met betrekking tot de werking, het nazicht, het onderhoud en
de opslag en de vervaldatum.
Deze twee nota’s moeten voor gezien ondertekend worden door de preventieadviseur.
IN DE PRAKTIJK ...
Om te voldoen aan deze verplichting kunt u gebruik maken van de volgende
tabellen in hoofdstuk 5. ‘Instrumenten voor de preventieadviseur’:
• 5.2. Gebruiksaanwijzing per soort PBM
• 5.3. Gebruikershandleiding voor de werknemers
• 5.4. Overzichtstabel van de gebruiksaanwijzingen en gebruikershandleidingen
Specifieke bepalingen in verband met PBM’s tegen vallen van hoogte
Na de algemene bepalingen over PBM’s worden in het KB ‘Gebruik van PBM’s’ de bijzondere bepalingen vastgesteld waaraan PBM’s tegen vallen van hoogte moeten voldoen. Daarbij gaat het enerzijds om de voorwaarden waaraan PBM’s tegen vallen van hoogte moeten voldoen en anderzijds om
de controles die uitgevoerd moeten worden op deze PBM’s. Werknemers die blootgesteld zijn aan
een val van een hoogte van meer dan 2 meter, moeten PBM’s tegen vallen van hoogte gebruiken
wanneer de risico’s niet met andere middelen uitgeschakeld kunnen worden.
Voorwaarden waaraan PBM’s tegen vallen van hoogte moeten voldoen:
• Alleen een harnasgordel mag gebruikt worden in een valbeveiligingssysteem.
De veiligheidsgordels en zitgordels mogen uitsluitend gebruikt worden als
werkplekpositioneermiddel.
• De harnasgordels moeten met een vanglijn verbonden worden met hetzij een voldoende stevig
en stabiel verankeringspunt, hetzij een bevestigingssysteem dat vastgehecht is aan één of
meerdere verankeringspunten.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 9
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
• De verbinding tussen het harnas en de verankering moet zo zijn dat de valhoogte zo klein
mogelijk is.
• De minimale speling onder de gebruiker moet bepaald worden op basis van de gegevens uit de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
• Het verankeringspunt moet voldoende stevig en stabiel zijn.
• De veiligheidsgordels, harnassen, touwen en singels moeten vervaardigd zijn uit synthetische vezels.
Zoals we eerder gezien hebben, moet de werkgever een opgeleide werknemer aanwijzen die bij
elk gebruik controleert of de PBM’s nog altijd overeenkomstig het KB ‘Gebruik van PBM’s’ zijn. In de
volgende gevallen moeten PBM’s tegen vallen van hoogte bovendien gecontroleerd worden door
een externe dienst voor technische controles (EDTC):
• wanneer de PBM’s blijvend bevestigd zijn, telkens wanneer ze de val van een persoon hebben
gestuit;
• wanneer de PBM’s niet blijvend bevestigd zijn, ten minste om de twaalf maanden en telkens
wanneer ze de val van een persoon hebben gestuit.
In de verslagen van deze controles kan vermeld worden dat defecte PBM’s buiten dienst gesteld
moeten worden.
2.3. Veiligheidssignalisatie
De algemene preventiebeginselen uit de Welzijnswet omvatten de verplichting om te voorzien in gepaste veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk wanneer de risico’s niet
kunnen worden voorkomen of niet voldoende kunnen worden beperkt door de collectieve technische beschermingsmiddelen of door maatregelen, methoden of handelswijzen in de sfeer van de
werkorganisatie.
De pictogrammen met verplichtingen in verband met PBM’s zijn opgenomen als bijlage bij het
KB betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (BS van 19.09.1997):
Oogbescherming verplicht
Individueel
veiligheidsharnas
verplicht
Veiligheidshelm verplicht
Veiligheidspak verplicht
Gehoorbescherming
verplicht
Gelaatsbescherming
verplicht
Adembescherming
verplicht
Veiligheidshandschoenen
verplicht
Veiligheidsschoenen
verplicht
10
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
3. Rol van de preventieadviseur
Zoals we in het vorige hoofdstuk gezien hebben, heeft de werkgever een groot aantal wettelijke verplichtingen en doet hij daarvoor een beroep op de hulp van de preventieadviseur. De preventieadviseur speelt een doorslaggevende rol bij de keuze, de aankoop en het gebruik van PBM’s. Hij heeft
immers tot taak om de dialoog aan te gaan met de verschillende tussenkomende partijen binnen en
buiten de onderneming, om oplossingen te zoeken en rekening te houden met voorbije ervaringen.
Werkgever
(eindbeslisser)
Comité PBW
Werknemers
(vakbondsafvaardiging)
EDPB –
Preventieadviseur –
arbeidsgeneesheer
Hiërarchische
lijn
Preventieadviseur
– IDPB
Toezicht op
het welzijn
op het werk
Dienst
aankopen
Leveranciers
van PBM’s –
fabrikanten
Gespecialiseerde
diensten
EDTC
De verschillende bepalende personen bij de keuze en het gebruik van PBM’s
De taak van de preventieadviseur beperkt zich niet tot het verzamelen van de relevante informatie.
Hij moet deze informatie ook analyseren om te bepalen welke raadgevingen hij zal geven en om
zowel de werkgever als de hiërarchische lijn als de werknemers ervan te kunnen overtuigen dat de
PBM’s door de werkgever gekozen en gekocht moeten worden en door de werknemers gedragen
moeten worden. Deze procedure moet geüpdatet en aangepast worden in functie van de evolutie
van de technieken en de werven.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 11
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
4. Motivatie om PBM’s te dragen
De motivatie om veilig te werken zou vrij eenvoudig moeten zijn, want niemand wil verwondingen
oplopen of het slachtoffer worden van een ongeval. Nochtans is de realiteit niet zo eenvoudig en
stellen we dagelijks gevaarlijk gedrag vast. Zelfs wie gemotiveerd is om veilig te werken, moet erg
aandachtig zijn om zijn doel te bereiken.
De preventieadviseur speelt een centrale rol in de motivatie om op een veilige manier te werken.
Hij moet op twee niveaus optreden: enerzijds naar de werkgever en anderzijds naar de werknemers. Hij kan immers alleen aan de werknemers vragen om veilig te werken als hun omgeving
dit toelaat. In de onderneming moet met andere woorden een globaal beleid bestaan dat gericht
is op de preventie van ongevallen en beroepsziekten en dat zorgt voor een positieve, veilige ondernemingsgeest. Zodra dit beleid uitgewerkt is, is het belangrijk dat al het nodige gedaan wordt om
ervoor te zorgen dat het altijd en door iedereen toegepast wordt, zowel door de werkgever als de
hiërarchische lijn als de werknemers. Om toepasbaar te zijn moet het afgestemd zijn op de realiteit
op de werf.
Hieronder vindt u enkele pistes voor een efficiënte motivering.
Argumenten van de preventieadviseur om de werkgever te motiveren om een efficiënt welzijnsbeleid uit te werken:
• De werkgever eraan doen denken dat hij verplicht is om een dynamisch
risicobeheersingssysteem uit te werken en dat hij verantwoordelijkheden heeft bij een
arbeidsongeval.
• Werknemers die evolueren in een veilige omgeving, zijn productiever.
• Het positieve beeld dat een veilige werkomgeving de onderneming bezorgt, maakt haar
aantrekkelijk voor nieuwe werknemers, die langer in de onderneming zullen blijven. Dit is des te
motiverender omdat het momenteel moeilijk is om arbeidskrachten te vinden.
• Arbeidsongevallen hebben zowel gevolgen op menselijk als op economisch vlak (rechtstreekse
en onrechtstreekse kosten): investeren in veiligheid kan rendabel zijn op lange termijn.
Elementen die de werknemers kunnen motiveren om de PBM’s te dragen die ze ter beschikking
hebben:
• Het goede voorbeeld komt vaak van bovenuit: de werkgever en de leden van de hiërarchische
lijn die zelf hun PBM’s dragen, geven een positief beeld.
• De inspanning van de werknemers om de PBM’s te dragen moet ondersteund worden door de
werkgever en de leden van de hiërarchische lijn.
• De werknemers betrekken bij de keuze van PBM’s is een bijkomende waarborg dat de PBM’s
gedragen zullen worden.
• PBM’s kiezen waarvan de werknemers het uitzicht kunnen waarderen.
• Regelmatig informatiesessies organiseren en de werknemers attent maken op de
risico’s op korte of lange termijn (bv. geluid, stof, …) van het uitgevoerde werk en de
preventiemaatregelen; ongevallen of ongevallen die nipt vermeden konden worden, aanhalen
als rechtvaardiging voor het gebruik van PBM’s. Het is belangrijk dat de werknemer begrijpt
waarom hij de PBM’s moet dragen die hij ter beschikking gesteld krijgt.
• Door de dialoog met werknemers te stimuleren en een klimaat van vertrouwen en eerlijkheid
met hen te scheppen kan de werkgever rechtstreeks met hen bespreken waarom ze hun PBM’s
al dan niet dragen en oplossingen vinden om de situatie te verbeteren. Deze dialoog kan op
twee manieren verlopen:
- collectief: tijdens informatiesessies of toolbox-meetings (belang van het groepseffect, ervoor
zorgen om positieve reacties over het dragen van PBM’s uit te lokken bij de omgeving);
- individueel (bijvoorbeeld bij een werknemer die weigert om zijn PBM’s te dragen).
• Waardering tonen voor de werknemers die hun PBM’s dragen.
• De werknemers er regelmatig aan doen denken dat ze hun PBM’s moeten dragen om te zorgen
dat veilig gedrag een gewoonte wordt.
• Ervoor zorgen dat de deadlines niet te krap zijn om de werkzaamheden uit te voeren, want een
werknemer die onder druk staat, kan beslissen om zijn PBM’s niet te dragen om geen tijd te verliezen.
• Terechtwijzingen veranderen onvoorzichtig gedrag slechts tijdelijk. Er kunnen wel
verschillende vormen van sancties voorzien worden, maar ze moeten opgenomen zijn in het
arbeidsreglement.
Als een werknemer ondanks de geleverde inspanningen om de werknemers te motiveren hun PBM’s
te dragen, weigert om dit te doen, vindt u hier een modelbrief die aan hem verzonden kan worden:
12
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
AANGETEKEND
Plaats en datum
Mijnheer,
Via deze brief maak ik er u als werkgever nogmaals attent op dat u als
werknemer de persoonlijke beschermingsmiddelen, die u op basis van de
van toepassing zijnde regelgeving ter beschikking werden gesteld, strikt dient
te gebruiken.
Indien u na dit schrijven blijft weigeren om de persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken, zal ik niet nalaten de gepaste maatregelen te treffen.
De werkgever
5. Instrumenten voor
de preventieadviseur
In dit hoofdstuk zullen we proberen om preventieadviseurs praktische instrumenten aan te reiken
om hen te helpen bij hun belangrijke taak, namelijk de werkgever en de werknemers bijstaan in
de keuze, de aankoop en het gebruik van PBM’s, rekening houdend met de wetgeving die van kracht is.
De invultabellen vindt u ook in Word-versie op onze website, zodat u ze rechtstreeks kunt gebruiken:
http://navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > In de praktijk > Uitrusting.
5.1. Evaluatie van de risico’s en keuze van de PBM’s
Om te voldoen aan de bepalingen uit de wetgeving met betrekking tot PBM’s, in het bijzonder aan
artikelen 4 tot 7 (algemene beginselen) en 8 tot 12 (evaluatie van de risico’s, procedure voor de
beoordeling en keuze van PBM’s) van het KB ‘Gebruik van PBM’s’ stellen wij u voor om de tabel uit dit
hoofdstuk in te vullen. Vooraleer u dat doet, kunt u hieronder enkele toelichtingen lezen.
Het doel is om voor de verschillende werkposten of activiteiten in de onderneming te bepalen welke
PBM’s ter beschikking gesteld moeten worden en te controleren of ze wel voldoen aan de
voorwaarden. Daarvoor moet rekening gehouden worden met de risicoanalyse en moeten de risico’s
blootgelegd worden die niet met andere middelen vermeden kunnen worden, de zogenaamde overblijvende risico’s.
Voor elk overblijvend risico:
• moeten de ernst en de frequentie van de blootstelling geëvalueerd worden, bijvoorbeeld op
een schaal van 1 (weinig ernstig, niet vaak) tot 5 (zeer ernstig, voortdurend);
• moeten de soorten PBM’s bepaald worden die nodig of verplicht zijn (zie bijlage II van het KB
‘Gebruik van PBM’s’);
• moeten de eigenschappen opgesomd worden die het PBM moet bezitten om bescherming te
bieden tegen de overblijvende risico’s;
• moet nagegaan worden of het gewenste PBM al beschikbaar is in de onderneming en voldoet
aan de voorwaarden;
• moeten voor de aankoop van nieuwe PBM’s precieze voorstellen gedaan worden en moet nagegaan
worden of ze voldoen aan de voorwaarden (het is mogelijk om twee voorstellen te doen);
• moet de duur van het dragen bepaald worden in functie van de ernst van het overblijvende
risico, van de frequentie van de blootstelling, van de werkpost en van de efficiëntie van het PBM;
• moet bepaald worden of er voorafgaand aan de bestelling tests van het PBM voorzien moeten worden;
• moeten de adviezen van de preventieadviseur, van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en
van het Comité voor preventie en bescherming op het werk verzameld worden;
• moet een besluit geformuleerd worden ten opzichte van het geheel van vaststellingen.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 13
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s): evaluatie van de risico’s en keuze
Werkpost / Blootgestelde personen
Bijzondere eigenschappen van de werkpost
Overblijvende risico’s (zie risicoanalyse en
tabel uit bijlage 1 van het KB ‘Gebruik van
PBM’s’)
Overblijvend risico 1:
Overblijvend risico 2:
Overblijvend risico 3:
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
❏ Beschermingskledij
❏ Beschermingskledij
❏ Beschermingskledij
❏ Helm
❏ Helm
❏ Helm
❏ Schort
❏ Schort
❏ Schort
❏ Schoeisel
❏ Schoeisel
❏ Schoeisel
❏ Handschoenen / wanten
❏ Handschoenen / wanten
❏ Handschoenen / wanten
❏ Bril / aangezichtsscherm
❏ Bril / aangezichtsscherm
❏ Bril / aangezichtsscherm
❏ Ademhalingstoestel
❏ Ademhalingstoestel
❏ Ademhalingstoestel
❏ Beenbescherming
❏ Beenbescherming
❏ Beenbescherming
❏ Bescherming van de voorarm
❏ Bescherming van de voorarm
❏ Bescherming van de voorarm
❏ Bescherming tegen vallen
❏ Bescherming tegen vallen
❏ Bescherming tegen vallen
❏ Gehoorbescherming
❏ Gehoorbescherming
❏ Gehoorbescherming
❏ Bescherming tegen trillingen
❏ Bescherming tegen trillingen
❏ Bescherming tegen trillingen
❏ Bescherming tegen
radioactieve straling
❏ Bescherming tegen
radioactieve straling
❏ Bescherming tegen
radioactieve straling
❏ Bescherming tegen
uitwendige straling
❏ Bescherming tegen
uitwendige straling
❏ Bescherming tegen
uitwendige straling
❏ Kleding met signaalfunctie
❏ Kleding met signaalfunctie
❏ Kleding met signaalfunctie
Ernst (1 tot 5)
Frequentie van de blootstelling (1 tot 5)
Soorten verplichte PBM’s
(bijlage 2 van het KB ‘PBM’s’)
Ander soort PBM te voorzien
Eigenschappen die het PBM moet bezitten
om te beschermen tegen de overblijvende risico's
PBM al beschikbaar in de onderneming
(soort – merk – nr. gebruiksaanwijzing)
14
CE-gemarkeerde PBM’s al beschikbaar in de onderneming +
uiterste gebruiksdatum OK? (art. 5-9 KB ‘Gebruik van PBM’s’)
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM geschikt voor het risico?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM aangepast aan de heersende omstandigheden op de
arbeidsplaats?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
Overblijvende risico’s (zie risicoanalyse en
tabel uit bijlage 1 van het KB ‘Gebruik van
PBM’s’)
Overblijvend risico 1:
Overblijvend risico 2:
Overblijvend risico 3:
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
PBM is ergonomisch, comfortabel, OK voor de gezondheid?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM is geschikt voor de drager? (aandacht voor bepaalde
eigenschappen van personen, handicap, …)
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM afgestemd op andere gebruikte PBM's?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM bezit de nodige eigenschappen?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM bezit intrinsieke risico's?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM geschikt voor het risico?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM aangepast aan de heersende omstandigheden op de
arbeidsplaats?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM is ergonomisch, comfortabel,
OK voor de gezondheid?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM is geschikt voor de drager? (aandacht voor bepaalde
eigenschappen van personen, handicap, …)
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM afgestemd op andere gebruikte PBM's?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM bezit de nodige eigenschappen?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM bezit intrinsieke risico’s?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Conclusies genomen op basis van de verworven
ervaring bij het gebruik (art. 24 §2 KB ‘Gebruik van PBM’s’)
Aankoop van een nieuw PBM?
(art. 5-9 KB 'Gebruik van PBM's')
Indien ja, eerste PBM dat overwogen wordt
(soort - merk - code - prijs)
Tweede PBM dat overwogen wordt (soort - merk - code - prijs)
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 15
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
Overblijvende risico’s (zie risicoanalyse en
tabel uit bijlage 1 van het KB ‘Gebruik van
PBM’s’)
Overblijvend risico 1:
Overblijvend risico 2:
Overblijvend risico 3:
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
PBM geschikt voor het risico?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM aangepast aan de heersende omstandigheden op de
arbeidsplaats?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM is ergonomisch, comfortabel, OK voor de gezondheid?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM is geschikt voor de drager? (aandacht voor bepaalde
eigenschappen van personen, handicap, …)
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM afgestemd op andere gebruikte PBM's?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM bezit de nodige eigenschappen?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
PBM bezit intrinsieke risico's?
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
Duur van het dragen in functie van de ernst van het risico, de
frequentie van de blootstelling, de werkpost en de efficiëntie van
het PBM (art. 10 KB ‘Gebruik van PBM’s’)
Moeten er voorafgaand aan de bestelling tests van het PBM
voorzien worden?
Advies van de preventieadviseur (art. 9 §2, 10 KB 'Gebruik van
PBM's')
Advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
(art. 9 §2, 10 KB 'Gebruik van PBM's')
Advies van het Comité PBW (art. 12 KB 'Gebruik van PBM's')
Besluit
Datum
16
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
5.2. Gebruiksaanwijzing per soort PBM
Er moet een gebruiksaanwijzing opgesteld worden voor elk soort PBM dat aanwezig is in de
onderneming. Het doel is om alle inlichtingen over elk PBM te verzamelen in één document en om
systematisch alle gebruiksaanwijzingen te verzamelen.
Gebruiksaanwijzing PBM’s (art. 24 §2 KB ‘PBM’s’)
PBM (soort en merk)
Nr. van de gebruiksaanwijzing
Besteldatum
Nr. van de bestelbon
Leveringsdatum
Ontvangen documenten bij de levering
❏ Gebruiksaanwijzing van de fabrikant
❏ CE-verklaring van overeenstemming
❏ Andere documenten:
❏ Nageleefde bijkomende eisen
❏ Regels van goed vakmanschap
❏…
Verslag voorafgaand aan indienststelling (indien
PBM + niet-CE-gemarkeerd(e) aanvulling of
accessoire en/of bijkomende eisen)
Personen aan wie het PBM overhandigd werd (of
werkposten)
Risico's waartegen het PBM de
werknemers beschermt
Gebruiksvoorwaarden in functie van de ernst en
de frequentie (duur van het dragen, …)
Voorspelbare abnormale situaties die zich kunnen
voordoen
Nr. van de gebruikershandleiding voor de
werknemers
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 17
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
Schriftelijke instructies voor de werknemers:
• datums
• talen
Opleiding - datums
Verantwoordelijke personen voor de controle van
het PBM op de werven / bouwplaatsen
Controle door EDTC (bij PBM val van hoogte) –
datum + ref. verslag
Vervaldatum
Conclusies genomen op basis van de verworven
ervaring bij het gebruik van het PBM
Andere opmerkingen
Advies van de preventieadviseur + handtekening
'voor gezien'
Advies van de preventieadviseurarbeidsgeneesheer
18
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
5.3. Gebruikershandleiding voor de werknemers
Voor elk soort PBM moet een gebruikershandleiding voor de werknemers opgesteld worden.
Met deze nota worden de werknemers geïnformeerd over het gebruik van het PBM dat ze gekregen
hebben. Om deze gebruikershandleiding uit te werken baseert de werkgever zich op de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en op de werkelijke situatie in de onderneming.
Gebruikershandleiding
PBM
Nr. van de gebruiksaanwijzing
Datum
1. Werking
2. Gebruik
3. Nazicht
4. Onderhoud en opslag
5. Vervaldatum
6. Varia
7. Handtekening 'voor gelezen' van de preventieadviseur
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 19
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
5.4. Overzichtstabel van de gebruiksaanwijzingen
en gebruikershandleidingen
Met de volgende tabel kunt u een overzicht bijhouden van de gebruiksaanwijzingen en gebruikershandleidingen van de PBM’s die beschikbaar zijn in de onderneming:
Gebruiksaanwijzing en gebruikershandleiding - Lijst van de beschikbare PBM's
PBM
20
NAVB DOSSIER • N° 131
Nr.
gebruiksaanwijzing
Nr. gebruikershandleiding
Aantal PBM's in
voorraad
© navb-cnac Constructiv 2011
5.5. Terbeschikkingstelling van de PBM’s en werkkledij
Met het volgende document kan de werkgever de terbeschikkingstelling van de PBM’s en
de werkkledij formaliseren, een spoor behouden van deze terbeschikkingstelling en zich ervan
verzekeren dat de werknemer de nodige inlichtingen ontvangen heeft.
We willen in herinnering brengen dat werkkledij niet als een PBM beschouwd wordt. Ze kan wel
op hetzelfde moment ter beschikking gesteld worden als de PBM’s. Daarom werd het punt over de
werkkledij opgenomen in dit hoofdstuk. Voor meer informatie over werkkledij kunt u navb dossier
117 ‘Reiniging en onderhoud van werkkledij - Checklisten’ raadplegen: http://navb.constructiv.be
Ten slotte willen we nog meegeven dat het niet toegelaten is om een waarborg te vragen bij de
overhandiging van de PBM’s.
Overhandiging van de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en werkkledij
Onderneming / Werf .................................................................................................................................................................
Ik, ondergetekende, (NAAM en Voornaam) .....................................................................................................................
tewerkgesteld in de hoedanigheid van ............................................................................................................................
erken door dit document te ondertekenen:
1. dat mijn werkgever mij geïnformeerd heeft over de volgende wettelijke verplichtingen:
• De werknemers zijn verplicht om werkkledij te dragen tijdens hun normale werkzaamheden.
(Zie artikel 3 van het KB van 06/07/2004 betreffende de werkkledij);
• Het is verboden om werkkledij mee te nemen naar huis.
Uitzonderingen:
(Zie artikel 7 van het KB van 06/07/2004 betreffende de werkkledij en de CAO van 14/05/2009
betreffende de reiniging en het onderhoud van werkkledij, die gesloten werd in het Paritair
Comité voor het Bouwbedrijf );
• Elke werknemer moet op de juiste wijze gebruik maken van de persoonlijke
beschermingsmiddelen die hem ter beschikking gesteld worden, overeenkomstig zijn opleiding
en de door de werkgever gegeven instructies. Na gebruik moet hij ze weer opbergen.
(Zie artikel 6 van de wet van 04/08/1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk);
• De werknemers moeten gebruik maken van de PBM’s waarover ze moeten beschikken en zich
gedragen naar de instructies die hun in dit verband worden gegeven.
(Zie artikel 23 van het KB van 13/06/2005 betreffende het gebruik van PBM’s);
• Via de algemene gebruiksaanwijzing wordt de werknemer op de hoogte gebracht van:
1° de diverse soorten PBM’s die in de onderneming gebruikt worden of gebruikt kunnen worden;
2° de risico’s waartegen de PBM’s de werknemer beschermen;
3° de gebruiksvoorwaarden van de PBM’s;
4° de voorzienbare abnormale situaties die zich kunnen voordoen;
5° de conclusies genomen op basis van de verworven ervaring bij het gebruik van PBM’s.
(Zie artikel 24 van het KB van 13/06/2005 betreffende het gebruik van PBM’s);
• Via de gebruikershandleiding van elk soort PBM wordt de werknemer op de hoogte gebracht van:
1° de werking;
2° de gebruikswijze;
3° het nazicht;
4° het onderhoud en de opslag;
5° de vervaldatum.
(Zie artikel 24 van het KB van 13/06/2005 betreffende het gebruik van PBM’s);
• De werknemers mogen de PBM’s onder geen voorwendsel met zich mee naar huis nemen.
Uitzonderingen:
(Zie artikel 19 van het KB van 13/06/2005 betreffende het gebruik van PBM’s).
2. dat mijn werkgever mij geïnformeerd heeft over het arbeidsreglement van de onderneming;
3. dat mijn werkgever mij de volgende werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen bezorgd
heeft en dat ik ze met zorg zal behandelen:
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 21
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
Aantal
Werkkledij of PBM
Eigenschap
Maat
Werkkledij:
jas
korte jas
broek
andere:
Beschermingskledij:
regenjas
winterjas
signalisatie- of beschermjas
signalisatie- of beschermbroek
signalisatievest
beschermingsschort
andere:
Beschermingshelm
Veiligheidsschoenen
hoge schoenen
laarzen
Beschermingshandschoenen
Beschermingsbril
Ademhalingstoestel
Beschermingsmiddel tegen het vallen
Gehoorbeschermingsmiddel
Andere:
Andere:
Andere:
Opgemaakt in twee exemplaren, waarvan één aan de werknemer bezorgd werd.
DATUM: .................................... HANDTEKENING: .........................................................
Handtekening van de betrokken werknemer laten voorafgaan door de handgeschreven vermelding
‘GELEZEN EN GOEDGEKEURD’.
22
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
5.6. Verzamelen van inlichtingen en
ervaringen bij de gebruikers van PBM’s
Het KB ‘Gebruik van PBM’s’ bepaalt de voorwaarden waaraan PBM’s moeten voldoen. PBM’s moeten onder andere geschikt zijn voor de drager en er moet rekening gehouden worden met de vereisten met betrekking tot de ergonomie, het comfort en de gezondheid van de werknemer. Anderzijds
moet de gebruiksaanwijzing de conclusies bevatten die genomen zijn op basis van de verworven
ervaring bij het gebruik van het PBM.
In het hoofdstuk over motivatie hebben we gezien dat het interessant is om de werknemers te
betrekken bij de keuze van de PBM’s, omdat dat een bijkomende waarborg geeft voor het gebruik
ervan.
Daarom kan het interessant zijn om de volgende inlichtingen te verzamelen bij de werknemers door
hen persoonlijk enkele vragen te stellen:
PBM in kwestie:
Welke activiteit voert u uit?
Draagt u dit PBM regelmatig?
Is het ter beschikking gestelde PBM aangepast aan de taak die u uitvoert?
Zijn de instructies die u gekregen heeft voor het gebruik van dit PBM, voldoende?
Wordt het PBM regelmatig onderhouden?
Is dit PBM geschikt voor u en is het comfortabel?
Wat zijn volgens u de voordelen van dit PBM?
Wat zijn volgens u de gebreken van dit PBM?
Hoe zou u dit PBM willen verbeteren?
Zou u een ander model van PBM willen? Wat zijn de belangrijkste
eigenschappen die het zou moeten bezitten?
Vindt u het belangrijk hoe het PBM eruitziet? Zou u het
meer dragen als het er anders zou uitzien?
Heeft u andere opmerkingen?
6. Soorten PBM’s
In dit hoofdstuk komen de verschillende soorten PBM’s aan bod die vaak gebruikt worden in de
bouwsector. Voor elke soort zullen we de volgende punten bespreken:
• de risico’s;
• de verplichting om ze te dragen;
• de eigenschappen;
• de markering;
• de normen;
• de raadgevingen en het onderhoud.
In dit navb dossier vindt u drie voorbeelden van fiches:
• bescherming van het hoofd;
• bescherming van de voeten;
• bescherming van de ogen en het gezicht.
Deze fiches vindt u ook op onze site: http://navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > In de praktijk
> Uitrusting. Ook de volgende fiches zijn beschikbaar:
• Beschermings- en signalisatiekledij
• Ademhalingsbescherming
• Bescherming tegen vallen
• Gehoorbeschermingsmiddelen
• Bescherming van de handen
Vooraleer we dit hoofdstuk aanvatten, willen we nogmaals vermelden dat er onderzocht moet worden of de te bestrijden risico’s aan de bron uitgeschakeld kunnen worden en of de blootgestelde
personen met een collectief beschermingsmiddel van het risico geïsoleerd kunnen worden.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 23
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
6.1. Bescherming van het hoofd – Veiligheidshelm
6.1.1. Risico’s
6.1.3. Eigenschappen
De meeste bouwactiviteiten houden risico’s op hoofdletsels in.
Een veiligheidshelm dragen op de bouwplaats kan dan ook als
een primaire veiligheidsbehoefte beschouwd worden. Zelfs als
het voor de uitvoering van een bepaalde activiteit niet uitdrukkelijk verplicht is om een veiligheidshelm te dragen (bv. binnenschilderwerk), moet er rekening gehouden worden met de aard
van de risico’s die de andere werkposten op de bouwplaats kunnen veroorzaken.
De specifieke risico’s waartegen een veiligheidshelm de werknemer beschermt, zijn: vallende voorwerpen, stoten van het hoofd
tegen obstakels, wegvliegende deeltjes en spattende producten.
Aangezien deze risico’s op een bouwplaats voortdurend aanwezig
zijn, blijft het dragen van een helm nodig in bijna alle werksituaties.
Een veiligheidshelm bestaat uit een helmschaal, een binnenbekleding of binnenwerk, en eventueel toebehoren.
a. Materiaal van de helmschaal: helmschalen worden tegenwoordig voornamelijk vervaardigd uit thermoplastische of
thermohardende materialen.
Thermoplastische helmen (polyethyleen, ABS, polycarbonaat):
• zijn geschikt in arbeidssituaties waar geen intense
warmtestraling aanwezig is;
• zijn licht;
• zijn vrij sterk onderhevig aan veroudering (levensduur van
ongeveer 2 jaar, zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant),
voornamelijk wanneer ze blootgesteld worden aan
UV-straling.
Thermohardende helmen:
• zijn bestand tegen hoge temperaturen;
• zijn zwaarder;
• zijn beter bestand tegen veroudering;
• zijn duurder dan thermoplastische helmen.
6.1.2. Verplichting om
het PBM te dragen
Het KB ‘Gebruik van PBM’s’, bijlage II-2
verplicht het dragen van een ‘beschermingshoofddeksel’, onder andere voor
de volgende werknemers:
g) werknemers die blootgesteld zijn aan
vallende stenen, materiaal, brokstukken
of allerlei vallende voorwerpen, zoals in
steengroeven, de bouw-, montage- of slopingswerken, scheepswerven, ijzergieterijen, staalfabrieken;
j) werknemers die het risico lopen zich te stoten tegen obstakels.
b. Het binnenwerk vervult twee functies:
• Het laat toe de helm aan te passen aan de hoofdomtrek van
de gebruiker.
• Het dempt de schok en remt de beweging van het vallende
voorwerp af.
c. Het toebehoren:
• De kinriem voorkomt dat de helm van het hoofd zou vallen bij
felle wind of bij een gebogen werkhouding.
• Er kunnen ook beschermingsmiddelen zoals een
gelaatsscherm, oorschelpen, een nekbescherming, enz.,
worden aangebracht.
Stootpetten mogen niet gebruikt worden als veiligheidshelm,
want ze beschermen het hoofd niet tegen schokken, maar tegen
stoten. Een stootpet kan een helm vervangen binnen in een
gebouw, waar er geen werkelijk risico bestaat op naar beneden
vallende voorwerpen. Ze wordt gebruikt bij onderhoudsberoepen, maar ook in de afwerkingssector.
24
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
6.1.4. Markering
6.1.5. Normen
De markering op de veiligheidshelm moet ten minste de CEmarkering, het soort materiaal, de productiedatum, de maat, de
norm, de fabrikant en de naam van het model vermelden. Ook
aanvullende specificaties mogen aangebracht worden op de markering van de helm:
• Veiligheidshelmen moeten voldoen aan de bepalingen uit de
norm NBN EN 397 ‘Industriële veiligheidshelmen’.
• Stootpetten moeten voldoen aan de bepalingen uit de norm
NBN EN 812 ‘Industriële veiligheidshelmen tegen stoten’.
Markering op de helm
Uitleg
-20°C / -30°C / -40°C
getest bij zeer lage temperaturen (geeft
de stevigheid van een helm weer)
+150°C
getest bij zeer hoge temperaturen
LD
getest op de weerstand tegen zijdelingse vervorming
MM
getest op de weerstand tegen de projectie
van gesmolten metaaldeeltjes
440 V ac
getest op elektrische isolatie tot een
maximum van 440 Volt AC
1000 V
geschikt voor toepassingen tot 1.000 Volt
afbeelding van een dubbele
driehoek + klasse 0 + serieof lotnummer
getest overeenkomstig EN 50365 voor gebruik
in de omgeving van 1.000 Volt AC (klasse 0)
afbeelding van een eikel
Duits label voor de bosbouwindustrie
© navb-cnac Constructiv 2011
Raadgevingen – Onderhoud
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant voor het
onderhoud en de vervanging van de helm.
• Een helm die microscheuren in het vizier vertoont wanneer
de helm zijdelings ingedrukt wordt, moet vervangen worden
(teken van veroudering).
• Helmen die een schok hebben ondergaan, moeten
automatisch vervangen worden.
• De vrije ruimte tussen het binnenwerk en de helmschaal
moet voldoende groot zijn, zodat de helmschaal zich kan
vervormen bij een schok.
• Er moet een helm gekozen worden met een goede
binnenventilatie, die niet te zwaar is.
• Voorzie een hoofdband om zweet te absorberen. Voorzie bij
hevige transpiratie een vervangband.
• Reinig de helm regelmatig met warm water en een zachte
detergent.
• Berg de helmen op in een plaats uit de zon.
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 25
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
6.2. Bescherming van de voeten
6.2.1. Risico’s
Door de aard van de activiteiten is het risico op voetletsels erg
groot in de bouwsector en zijn de kwetsuren meestal ernstig.
Daarom is het bij de meeste bouwactiviteiten verplicht om veiligheidsschoenen te dragen. Ook wanneer veiligheidsschoenen
niet uitdrukkelijk noodzakelijk zijn bij het uitvoeren van een
bepaalde taak, moet er rekening mee gehouden worden dat de
werknemers zich moeten verplaatsen in een omgeving waar wel
degelijk risico’s op voetletsels bestaan.
De risicoanalyse zal gericht zijn op de volgende risico’s:
• mechanische risico’s: vallende voorwerpen, aanwezigheid van
puntige of scherpe voorwerpen, risico op verzwikkingen door
een ongelijke ondergrond, risico op uitglijden, val en stoot op
de hiel, …;
• elektrische risico’s en ontploffingsrisico’s;
• thermische risico’s: werken in koude of hitte, contactkoude of
-hitte, wegvliegende gesmolten metaaldeeltjes of gloeiende
deeltjes, …;
• chemische en biologische risico’s;
• risico’s als gevolg van werken in een vochtige omgeving.
6.2.2. Verplichting om
het PBM te dragen
Het KB ‘Gebruik van PBM’s’, bijlage II-4 verplicht het dragen van veiligheidsschoenen voor de volgende werknemers:
a) werknemers tewerkgesteld in de riolen,
kuilen, kelders, welputten, regenputten,
kuipen, vergaarbakken, vijvers, waterlopen en alle andere soortgelijke plaatsen waar zich vloeistoffen of slijk bevinden;
b) werknemers tewerkgesteld aan werken die aanleiding geven
tot uitstorting of wegvloeiing van vloeistoffen en die door die
vloeistoffen natte voeten kunnen krijgen, zoals in afwaskeukens
en wasserijen;
c) werknemers die hun voeten kunnen bevuilen met giftige, bijtende of prikkelende stoffen;
d) werknemers die, in de ondernemingen, bedrijven en werken
zoals deze voorzien onder punt 3, littera a, b en c hierboven,
gevaar lopen hun voeten te bevuilen door organische stoffen die
kunnen rotten of door vuilnis;
e) werknemers tewerkgesteld in koelkamers;
f ) werknemers die gewoonlijk tewerkgesteld zijn aan de behandeling van zware stukken waarvan de val van aard is de voeten te
kwetsen, dragen schoenen met toppen versterkt die voldoende
weerstand bieden;
g) werknemers tewerkgesteld aan het slopen van gebouwen, aan
de bekisting en de ontkisting van betonwerken, de ijzervlechters,
de bouwsmeden, alsook de andere werknemers tewerkgesteld op
bouwplaatsen en gewoonlijk blootgesteld aan voetwonden door
uitstekende spijkers of puntige voorwerpen, dragen schoenen
met versterkte zolen;
h) werknemers die blootgesteld zijn aan het risico voor uitglijden.
26
NAVB DOSSIER • N° 131
6.2.3. Eigenschappen
Veiligheidsschoenen worden ingedeeld volgens de volgende
criteria:
(1) De beschermingsgraad:
- veiligheidsschoenen: schoenen die voorzien zijn van
een stalen neus die weerstaat aan een impact van 200
joule, wat overeenkomt met een massa van 20 kg die van
op een meter hoogte op de schoenen valt;
- beschermschoenen: schoenen die voorzien zijn van een
stalen neus die weerstaat aan een impact van 100 joule;
- werkschoenen: schoenen die niet voorzien zijn van een
stalen neus.
In de bouwsector is het gebruik van veiligheidsschoenen
verplicht wegens de aard van de uitgevoerde werkzaamheden.
Er kunnen ook andere elementen aan de schoenen toegevoegd worden:
- ondoordringbare zool
- schokdempende hiel
- antislipzool
- antistatische zool
- isolerende zool
- warmte- en koudebestendige zool
- waterdichte schacht en zool
- …
(2) Het materiaal: de schoenen kunnen gemaakt zijn uit leer, rubber of polymeer.
(3) De vorm: lage schoenen, hoge schoenen, laarzen tot op
halve kniehoogte, laarzen tot op kniehoogte, laarzen tot op
dijhoogte. Door de aard van de werkzaamheden worden in
de bouwsector meestal hoge veiligheidsschoenen gedragen.
We willen opmerken dat de keuze van veiligheidsschoenen die
aangepast zijn aan de voeten van een werknemer, geen bijkomende kosten met zich mag meebrengen voor de werknemer.
© navb-cnac Constructiv 2011
6.2.4. Markering
6.2.5. Normen
Hieronder vindt u een overzicht van de voornaamste normen in
verband met schoenen:
• NBN EN ISO (20)345: Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Veiligheidsschoeisel
• NBN EN ISO (20)346: Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Beschermingsschoeisel
• NBN EN ISO (20)347: Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Werkschoeisel
• NBN EN ISO (20)344: Persoonlijke beschermingsmiddelen Beproevingsmethoden voor schoeisel
Raadgevingen – Onderhoud
De volgende markering moet aangebracht worden op veiligheids- en beschermschoenen:
• CE;
• verwijzing naar de norm volgens welke de schoenen gemaakt
werden;
• schoenmaat;
• identificatie van de fabrikant;
• de letter ‘S’ voor veiligheidsschoenen en de letter ‘P’ voor
beschermschoenen;
Betekenis wanneer de ‘S’ en de ‘P’ gevolgd worden door letters
of cijfers:
- B: basiskenmerken;
- 1: basiskenmerken + achteraan gesloten, antistatische
eigenschappen, energie-absorptie in de hiel;
- 2: zoals 1 + waterdicht;
- 3: zoals 2 + antiperforatiezool, zool met hiel;
- 4 (natuurlijke en synthetische polymeren): antistatische
eigenschappen, energie-absorptie in de hiel;
- 5 (natuurlijke en synthetische polymeren): zoals 4 +
antiperforatiezool, zool met hiel.
• andere letters:
- A: antistatische schoenen;
- C: elektrisch geleidende schoenen;
- I: isolerende schoenen;
- E: energie-absorptie in de hiel;
- P: bestand tegen perforatie;
- WRU: bestand tegen absorptie van vocht door de schacht
van de leren schoenen;
- WR: bestand tegen penetratie van vocht door de verbinding
zool/schacht van de leren schoenen;
- CI: koude-isolerend;
- HI: warmte-isolerend;
- AN: bescherming van de enkel;
- CR: snijbestendige schacht;
- M: bescherming van de wreef;
- HRO: contacthittebestendige loopzool;
- FO: weerstand van de loopzool tegen koolwaterstoffen.
© navb-cnac Constructiv 2011
• De schoenen moeten goed passen, licht zijn en gemakkelijk
onderhouden kunnen worden.
• Het leder van de schacht moet soepel, voldoende sterk
en dik zijn. Het moet voldoende waterdicht, maar ook
zweetabsorberend en vochtdoorlatend zijn.
• De voering uit leder of textiel moet maatvast, mechanisch
sterk en goed vochtdoorlatend zijn.
• Ook de binnenzool moet maat- en slijtvast zijn en goed
vocht kunnen opnemen en afgeven.
• De tussenzool moet voldoende soepel zijn.
• De loopzool moet voldoende dik, sterk, soepel en
schokabsorberend zijn.
• Rubberen laarzen geven aanleiding tot koude voeten in de
winter en overdadige voettranspiratie in de zomer. Speciale
laarssokken zijn daarom zowel in de winter als in de zomer
aan te raden.
• De schoenen moeten regelmatig onderhouden en gereinigd
worden, in het bijzonder het leer, dat anders kan uitdrogen en
beschadigd raken.
• De schoenen moeten goed kunnen drogen, maar ze mogen
niet te dicht bij een warmtebron gezet worden.
• Aangezien veiligheidsschoenen de hele dag gedragen moeten
worden, is het belangrijk om comfortabele schoenen te
kiezen die het zweet afvoeren en waterdicht zijn.
• Bij sterke transpiratie is het aangeraden om twee paar
schoenen te hebben en ze afwisselend te dragen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 27
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
6.3. Bescherming van de ogen en het gezicht
6.3.1. Risico’s
De ogen zijn voor de mens ongetwijfeld één van de kostbaarste
zintuigen, maar ze zijn tegelijk ook zeer kwetsbaar. In de bouwsector zijn er verschillende risico’s die de fysieke integriteit van dit
kostbare zintuig bedreigen. De risico’s waartegen de oog- en aangezichtsbeschermingsmiddelen in de bouwsector bescherming
bieden, kunnen opgedeeld worden in drie categorieën:
• mechanische risico’s (wegspringende deeltjes, scherven of
stofpartikels, gloeiende deeltjes, schokken, enz. kunnen letsels,
perforaties van het hoornvlies, scheuren van de iris en cataract
veroorzaken);
• chemische risico’s (wegspattende vloeistoffen, vaste stoffen,
gassen en dampen, enz. kunnen brandwonden, problemen
met het hoornvlies, virale infecties en conjunctivitis
veroorzaken);
• fysische risico’s (infrarode en ultraviolette stralingen bij
laswerkzaamheden, zonnestraling, laserstralen, enz. kunnen
brandwonden aan het netvlies, cataract, een vernietigd oog
en een dof netvlies veroorzaken).
6.3.2. Verplichting om het PBM te dragen
Het KB ‘Gebruik van PBM’s’, bijlage II-6 verplicht het dragen van
een beschermingsbril en het gebruik van aangezichtsschermen onder andere voor de volgende werknemers:
a) werknemers wier ogen worden blootgesteld aan het contact
met stoffen die een uitgesproken prikkelende werking uitoefenen
op de ogen, zoals het stof van steenkoolpek en andere stofdeeltjes
of dampen van bijtende stoffen;
b) werknemers die tewerkgesteld zijn aan het las- of snijwerk van
metalen met de brander of met de elektrische lichtboog;
d) werknemers die tewerkgesteld zijn aan de bewerkingen waarbij infrarode stralen of stralingen die aanleiding geven tot een
intense warmteverspreiding worden gebruikt;
e) werknemers die tewerkgesteld zijn aan de bewerkingen waarbij lampen met elektrische lichtboog of andere bronnen van ultraviolette stralen worden gebruikt;
f ) werknemers die tewerkgesteld zijn aan het droog slijpen, het
houwen met wegslingering van scherven, het bikken, het schoonhameren of aan andere bewerkingen die kunnen aanleiding
geven tot het wegslingeren van kwetsende deeltjes, van weggesmolten metaal, van bijtende vloeistoffen, enz. die de ogen kunnen aantasten;
g) werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia
kunnen blootgesteld worden.
28
NAVB DOSSIER • N° 131
6.3.3. Eigenschappen
Er bestaan PBM’s die aangepast zijn aan de hierboven vermelde
risico’s:
• Tegen mechanische risico’s wordt meestal een
beschermingsbril gebruikt met een weerstandbiedend
montuur met weerstandbiedende glazen, die voorzien is van
beschermende zijkapjes.
• Tegen chemische risico’s wordt meestal een
aangezichtsscherm of een brilmasker met een panoramische
kijkruit gebruikt.
• Tegen fysische risico’s wordt een bril of aangezichtsscherm
met getint kijkglas gebruikt, waarvan de eigenschappen
bepaald worden door de golflengte van de uitgezonden
straling.
De glazen of kijkruiten zijn meestal vervaardigd uit polycarbonaat, een materiaal dat meer weerstand biedt en lichter is dan
glas. Ze moeten in ieder geval weerstand bieden tegen afschuring, schokken en veroudering. Er kunnen ook andere eigenschappen in aanmerking komen bij de keuze van de glazen, in functie
van de bestaande risico’s (verhoogde weerstand tegen impact,
bescherming tegen wegvliegende vloeistoffen, tegen stof, tegen
gassen, tegen vlambogen, tegen verschillende stralingen). Ze
mogen het zicht niet vervormen. Ook wie een bril met correctieglazen draagt, moet een beschermingsbril kunnen dragen. Er kan
gekozen worden voor een bril die boven de correctiebril gedragen
wordt. Er kan ook gekozen worden voor beschermingsmiddelen
met geïntegreerde correctieglazen. Hierbij willen we opmerken
dat de keuze van in de beschermingsbril geïntegreerde correctieglazen geen bijkomende kosten met zich mag meebrengen voor
de werknemers.
Ook het montuur moet gekozen worden in functie van de aanwezige risico’s. Het moet precies aangepast kunnen worden en
comfortabel zijn. Het mag het gezichtsveld van de gebruiker niet
hinderen. De bril moet licht zijn en zich aanpassen aan de vorm
van het gezicht van de gebruiker. Het is belangrijk een model
te kiezen dat compatibel is met andere PBM’s die de gebruiker
mogelijk zal dragen.
© navb-cnac Constructiv 2011
6.3.4. Markering
6.3.5. Normen
De markering moet zowel op de glazen als op het montuur
aangebracht zijn. Ze wordt hernomen in de norm NBN EN 166
‘Oogbescherming - Eisen’.
Hieronder vindt u enkele gebruikte symbolen:
De algemene voorschriften voor PBM’s die de ogen beschermen,
worden hernomen in NBN EN 166 ‘Oogbescherming - Eisen’. Ook
andere normen kunnen van toepassing zijn, zoals:
• NBN EN 169: Oogbescherming - Filters voor lassen en
verwante technieken - Doorlatingseisen en aanbevolen
gebruik;
• NBN EN 170: Oogbescherming - Ultravioletfilters Doorlatingsfactoren en aanbevolen gebruik;
• NBN EN 171: Oogbescherming - Infrarood-filters Doorlatingseisen en aanbevolen gebruik;
• NBN EN 172: Oogbescherming - Zonlichtfilters voor
industrieel gebruik;
• NBN EN 207: Oogbescherming - Filters en oogbeschermers
tegen laserstraling (laser oogbescherming).
Kijkruiten (glazen)
Montuur
CE
EN 166
Nr. filter (2 en 3 = UV, 4 = infrarood, 5
en 6 = zonlicht)
Nr. tint (1,2 tot 15; hoe hoger het
nummer, hoe donkerder de tint)
Identificatie van de fabrikant
Optische klasse (1 = voortdurend
gedragen, 2 = met tussenpozen
gedragen, 3 = occasioneel gedragen)
Mechanische weerstand (S = verhoogde stevigheid, F = impact met lage energie, B
= impact met gemiddelde energie, A = impact met hoge energie)
Andere (3 = druppels en vloeistoffen, 4 = grote vaste deeltjes, 5 = gassen en fijne
stofdeeltjes, 8 = elektrisch booglassen, 9 = gesmolten metaal en brandende producten,
K = oppervlakkige schade door kleine deeltjes, R = verbeterde reflectiecoëfficiënt)
Raadgevingen – Onderhoud
• eerste hulp: recipiënten voorzien met daarin water of een
oplossing van een neutraliserend product voor oogbaden;
• de glazen reinigen met zeepwater en afvegen met een zacht
doekje om krassen te vermijden;
• de brillen en aangezichtsschermen na gebruik op een
daartoe bestemde plaats opbergen om beschadigingen te
voorkomen;
• brillen of aangezichtsschermen met krassen of waarvan het
montuur beschadigd is, op tijd vervangen;
• een dampwerend product voorzien.
Beschermingsbril met de verplichte markering
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 29
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
30
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
7. PBM’s per bouwberoep
Elk bouwberoep brengt specifieke risico’s met zich mee. Als de risico’s niet aan de bron uitgeschakeld kunnen worden of beperkt kunnen worden door maatregelen, methoden of handelswijzen in
de sfeer van de werkorganisatie of door de collectieve technische beschermingsmiddelen, is het
verplicht om PBM’s te dragen. In dit hoofdstuk stellen wij u overzichtsfiches voor van de meest
voorkomende beroepsgroepen in de bouwsector. Voor elk beroep of elke beroepsgroep komen de
volgende punten aan bod:
• de beschrijving van de taak;
• de mogelijke contacten met gevaarlijke producten;
• de risico-activiteiten;
• de risico’s;
• de PBM’s die verband houden met de activiteiten en de risico’s.
Meer inlichtingen in verband met de in dit hoofdstuk beschreven PBM’s vindt u in de fiches in het
vorige hoofdstuk: ‘Soorten PBM’s’.
In dit navb dossier vindt u drie voorbeelden van fiches:
• de polyvalente arbeider;
• de dakdekker;
• de afwerkingsarbeider.
Op onze site vindt u de volledige reeks fiches: http://navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > In de
praktijk > Uitrusting.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 31
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
7.1. Polyvalente bouwvakker
Beschrijving van de taak
• De sociale voorzieningen en arbeidsmiddelen installeren (eventueel op hoogte:
stellingen, ladders, liften, …)
• Werken op hoogte
• De materialen en het materieel naar de arbeidsplaats brengen
• Orde scheppen op de werkplaats
• Grond- en funderingswerken
• ...
• Wapening, bekisting
• Werken met werfmachines
Mogelijk contact met gevaarlijke stoffen
• Metselwerk
• Stoffen die bestaan uit chemische agentia
• Plaatsing van de isolatie
• Vaste stoffen
• Plaatsing van pannen
• Vloeistoffen
• Dampen
• Biologische agentia (bv. uitwerpselen van vogels)
Risico’s
Risico-activiteiten
Risico's
PBM's
Werken op hooggelegen verdiepingen
Val van voorwerpen
1. Hoofdbescherming
Heffen van lasten, vervoer van materialen met
heftoestellen
Val van voorwerpen
1. Hoofdbescherming
Werken in een lawaaierige omgeving
Lawaai - geluidsvervuiling
2. Gehoorbescherming
Werken met sneldraaiend materiaal (slijpmachine, …),
bv. om het materiaal op maat te versnijden
Lawaai - geluidsvervuiling
2. Gehoorbescherming
Wegvliegen van deeltjes en olie in de ogen
3. Oogbescherming
Inademen van stofdeeltjes (kwarts)
4. Ademhalingsbescherming
Verwondingen aan de handen / trillingen
5. Bescherming van de handen
(bijkomende antitrillingsmiddelen)
Irritatie van de ogen
3. Oogbescherming
Bedwelming (additieven, oliën)
4. Ademhalingsbescherming
Werken met gevaarlijke stoffen, irriterende
stoffen (bv. cement, ontkistingsoliën, additieven,
afdichtingsproducten, …)
Stofdeeltjes (cement-, kwartsstof)
Huidirritatie (bv. cementeczeem), contact met
corrosieve stoffen en brandwonden
5. Bescherming van de handen
Plaatsing van de isolatie
Inademen van stofdeeltjes (minerale vezels)
4. Ademhalingsbescherming
Werken met snijmateriaal, plaatsing van scherpe
materialen (bij de wapening)
Knelling van de handen, kwetsuren aan de handen
5. Bescherming van de handen
Zon (duizeligheid)
3. Oogbescherming - UV-filter
Werken in verschillende weersomstandigheden
Koude/warmte, regen/sneeuw, wind
6. Aangepaste beschermkledij
Plaatsen van bekistingsplaten, -panelen
Knelling van de handen, kwetsuren aan de handen
5. Bescherming van de handen
Contact met warme oppervlakken en met een open
vlam
Brandwonden
5. Bescherming van de handen
6. Beschermkledij
Een werk geknield uitvoeren
Overbelasting van de kniegewrichten
7. Bescherming van de knieën
Diverse activiteiten
Lopen op scherpe voorwerpen
8. Bescherming van de voeten
Specifieke risico's
32
Werken op hoogte
Val van hoogte
9. Persoonlijke valbeveiliging
Werken in de nabijheid van de openbare weg, van
verkeersgebieden, van heftoestellen en bij verminderde
zichtbaarheid (mist)
Risico op aanrijdingen
10. Kleding met signaalfunctie
NAVB DOSSIER • N° 131
Diverse aanrijdingen
© navb-cnac Constructiv 2011
PBM’s voor de polyvalente bouwvakker
1. HOOFD
Polyethyleen helm overeenkomstig
de norm NBN EN 397, met:
• verluchting
• aanpasbaar aan het hoofd
• regengoot
• vasthechtingspunt, bijvoorbeeld voor
de bescherming van de ogen
Combinatie mogelijk met:
geïntegreerde
• veiligheidsbril overeenkomstig de norm NBN EN 166
• geluidswerende oorkappen overeenkomstig
de norm NBN EN 352-1
ZIE FICHE ‘Bescherming van het hoofd’
4. ADEMHALING
-Bij contact met stof dat minerale vezels, kwarts, … bevat
wegwerpmasker overeenkomstig de norm NBN EN 149 FFP3
Bescherming tegen gassen en dampen:
• wegwerpmasker met filter voor lasrook
• filterend halfgelaatsmasker met klep
overeenkomstig de norm NBN EN 405
• halfgelaatsmasker overeenkomstig de norm NBN EN
140, met filter volgens de norm NBN EN 141
- filter te kiezen in functie van het gebruikte product
ZIE FICHE ‘Ademhalingstoestellen’
6. LICHAAM
Aangepaste beschermkledij in functie van de
weersomstandigheden (wind, hitte, koude, regen,
sneeuw, zon, …)
ZIE FICHE ‘Beschermkledij’
9. PERSOONLIJKE VALBEVEILIGING
ZIE FICHE ‘Bescherming tegen vallen’
© navb-cnac Constructiv 2011
2. GEHOOR
• Zachte (= wegwerp) of otoplastieken (=
herbruikbare) oordopjes overeenkomstig de norm
NBN EN 352-2 voor sporadische blootstelling
en wanneer een demping van 10 tot 15 dB
(tot 25 dB voor otoplastieken) vereist is
• Geluidswerende schelpen overeenkomstig de
norm NBN EN 352-1 bij voortdurende blootstelling
en/of wanneer een demping van 15 tot 30 dB
vereist is (al dan niet geïntegreerd in de helm)
ZIE FICHE ‘Gehoorbescherming’
3. OGEN
Veiligheidsbril overeenkomstig de
norm NBN EN 166 klasse 1:
• model uit één stuk of eenvoudig brilmodel
• gemaakt uit polycarbonaat en bestand tegen
de impact van vloeistoffen en vaste stoffen
Eventueel in de vorm van aangezichtsscherm
of geïntegreerd in de helm
Optionele eigenschappen:
• N voor dampwerendheid
• K voor bescherming tegen krassen
• UV-filter overeenkomstig de norm NBN EN 170
ZIE FICHE ‘Oogbescherming’
5. HANDEN
Handschoenen met bescherming tegen:
• de mechanische risico’s overeenkomstig de norm NBN EN 388 en
• de koude overeenkomstig de norm NBN EN 511 (winter)
Specifieke werken:
• Metselwerken, ontkistingswerken, plaatsing van de
afdichting: gecombineerde bescherming tegen mechanische
(NBN EN 388) en chemische (NBN EN 374-3) risico’s
• Werken met gemotoriseerd materiaal: gecombineerde
bescherming tegen mechanische risico’s (NBN
EN 388) en trillingen (NBN EN 10819)
• Werken in de nabijheid van riolen, waterlopen, …
(risico op contact met biologische agentia):
gecombineerde bescherming tegen mechanische (NBN
EN 388) en chemische (NBN EN 374) risico’s *
* om allergieën te vermijden wordt aangeraden om
deze handschoenen te voeren met katoen of om
er katoenen handschoenen onder te dragen.
ZIE FICHE ‘Handbescherming’
7. KNIEËN
Kniebescherming overeenkomstig de norm NBN EN
14404
8. VOETEN
Veiligheidsschoenen overeenkomstig de norm EN ISO
20345 S3 of NBN EN 345-1 S3 - NBN EN 345-1 S1 P
• hoog model
• PU2D-zool - triftaan
• gemaakt uit een waterdicht materiaal
• stalen top
• laarzen in pvc overeenkomstig de norm NBN EN 345-1
S3 CI & S5 CI
ZIE FICHE ‘Voetbescherming’
10. KLEDING MET SIGNAALFUNCTIE
Een veiligheidsjas van klasse 2 dragen in verkeersgebieden of bij slechte zichtbaarheid
(door weersomstandigheden)
ZIE FICHE ‘Beschermkledij’
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 33
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
7.2. Dakwerker (dakdichter, dakdekker, plaatser van metalen platen)
Beschrijving van de taak
• Arbeidsmiddelen installeren/werken op hoogte (stellingen, ladders, liften, …)
• Het daktoebehoren plaatsen en waterdicht maken
• De materialen en het materieel naar de arbeidsplaats brengen
• De dakopeningen en -randen waterdicht maken
• De oude dakbedekking verwijderen
• Dakrenovaties (asbesthoudende materialen)
• Het steunvlak voorbereiden
• Onderhoud en herstelling van daken
- Het steunvlak voorbereiden voor platte daken
• Orde scheppen op de werf
- Het onderdak plaatsen en het hout behandelen
• Andere
• Het dampwerende scherm en het isolatiemateriaal plaatsen
Mogelijk contact met gevaarlijke stoffen
• De dakafwerking plaatsen (meer bepaald)
- De scheidingslagen en het hechtingsvernis plaatsen
• Stoffen die bestaan uit chemische agentia
- De dichtingslagen met verschillende technieken plaatsen
• Vaste stoffen
- De dakpannen, leien, metalen dakbekleding, … plaatsen
• Vloeistoffen
- De gevelbekleding realiseren
• Dampen
• Biologische agentia (bv. uitwerpselen van vogels)
Risico’s
Risico-activiteiten
Risico's
PBM's
Heffen van lasten, vervoer van materialen met
heftoestellen
Val van voorwerpen
1. Hoofdbescherming
Werken met sneldraaiend materiaal
(slijpmachine, …), bv. om materialen op maat te
versnijden
Lawaai - geluidsvervuiling
2. Gehoorbescherming
Wegvliegende deeltjes
3. Oogbescherming
Inademen van stofdeeltjes
4. Ademhalingsbescherming
Verwondingen aan de handen
5. Bescherming van de handen
Plaatsing van de isolatie
Inademen van stofdeeltjes
4. Ademhalingsbescherming
Gebruik van lood
Loodvergiftiging
5. Bescherming van de handen
Gebruik van gevaarlijke stoffen (cement)
Irritatie van de ogen
3. Oogbescherming
Cementstof inademen
4. Ademhalingsbescherming
Huidirritatie (cementeczeem)
5. Bescherming van de handen
Irritatie van de ogen
3. Oogbescherming
Bedwelming
4. Ademhalingsbescherming
Irritatie van de ogen (door corrosieve stoffen) en
brandwonden
5. Bescherming van de handen
Plaatsing van platen
Knelling van de handen, kwetsuren aan de handen
5. Bescherming van de handen
Contact met warme oppervlakken en werken met een
open vlam, bitumen, …
Brandwonden
5. Bescherming van de handen
Gebruik van gevaarlijke stoffen (plaatsing van
hechtingslagen, van dakbedekkingslagen)
6. Beschermkledij
Een werk geknield uitvoeren
Beschadiging van de kniegewrichten
7. Bescherming van de knieën
Diverse activiteiten
Lopen op scherpe voorwerpen
8. Bescherming van de voeten
Werken op hoogte
Val van hoogte
9. Persoonlijke valbeveiliging
Werken in de nabijheid van de openbare weg, van
heftoestellen en bij verminderde zichtbaarheid (mist)
Risico op aanrijdingen
10. Kleding met signaalfunctie
Specifieke risico's
34
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
PBM’s voor de dakwerker
1. HOOFD
Polyethyleen helm overeenkomstig de norm NBN EN
397, met
• verluchting
• aanpasbaar aan het hoofd
• regengoot
• vasthechtingspunten, bijvoorbeeld voor de
bescherming van de ogen
Combinatie mogelijk met:
geïntegreerde
• veiligheidsbril overeenkomstig de norm NBN EN 166
• geluidswerende oorkappen overeenkomstig de norm
NBN EN 352-1
ZIE FICHE ‘Bescherming van het hoofd’
2. GEHOOR
• Zachte (= wegwerp) of otoplastieken (=
herbruikbare) oordopjes overeenkomstig de norm
NBN EN 352-2 voor sporadische blootstelling
en wanneer een demping van 10 tot 15 dB
(tot 25 dB voor otoplastieken) vereist is
• Geluidswerende schelpen overeenkomstig de
norm NBN EN 352-1 bij voortdurende blootstelling
en/of wanneer een demping van 15 tot 30 dB
vereist is (al dan niet geïntegreerd in de helm)
ZIE FICHE ‘Gehoorbescherming’
4. ADEMHALING
• Bij contact met minerale vezels en kwarts: wegwerpmasker
overeenkomstig de norm NBN EN 149 FFP3
• Dakdichter bij contact met gevaarlijke stoffen: wegwerpmasker
met filter of filterend halfgelaatsmasker met klep
overeenkomstig de norm NBN EN 405 of halfgelaatsmasker
overeenkomstig de norm NBN EN 140 met filter overeenkomstig
de norm NBN EN 141
ZIE FICHE ‘Ademhalingstoestellen’
6. LICHAAM
Aangepaste beschermkledij in functie van de
weersomstandigheden (wind, hitte, koude, regen,
sneeuw, zon, …)
ZIE FICHE ‘Beschermkledij’
9. PERSOONLIJKE VALBEVEILIGING
ZIE FICHE ‘Bescherming tegen vallen’
© navb-cnac Constructiv 2011
3. OGEN
Veiligheidsbril overeenkomstig de norm NBN EN 166
klasse 1:
• model uit één stuk of eenvoudig brilmodel
• gemaakt uit polycarbonaat en bestand tegen de
impact van vloeistoffen en vaste stoffen
Eventueel in de vorm van aangezichtsscherm of
geïntegreerd in de helm
Optionele eigenschappen:
• N voor dampwerendheid
• K voor bescherming tegen krassen
• UV-filter overeenkomstig de norm NBN EN 170
ZIE FICHE ‘Oogbescherming’
5. HANDEN
Klassieke handschoenen met bescherming tegen de mechanische
risico’s overeenkomstig de norm NBN EN 388
Specifieke werken:
• plaatsing van metalen dakbedekking: handschoenen die
bestand zijn tegen inkervingen index 5
• waterdichtheid: handschoenen overeenkomstig de normen
NBN EN 388 en NBN EN 374 (chemische risico’s*)
* om allergieën te vermijden wordt aangeraden om deze
handschoenen te voeren met katoen of om er katoenen
handschoenen onder te dragen.
ZIE FICHE ‘Handbescherming’
7. KNIEËN
Kniebescherming overeenkomstig de norm NBN EN
14404
8. VOETEN
Veiligheidsschoenen overeenkomstig de norm EN ISO
20345 S3 of NBN EN 345-1 S3 - NBN EN 345-1 S1 P
• hoog of laag model
• PU2D-zool - triftaan
• stalen top
• plooibare zool voor de dakwerker
Specifieke werken:
• plaatsing van metalen dakbedekking: schoenen
gemaakt uit een materiaal dat bestand is tegen snijden
en bescherming van de enkels
• plaatsing van afdichtingsmembranen: voetzool
beschermd tegen contact met hitte
ZIE FICHE ‘Voetbescherming’
10. KLEDING MET SIGNAALFUNCTIE
Een veiligheidsjas van klasse 2 dragen in verkeersgebieden of bij slechte zichtbaarheid
(door weersomstandigheden)
ZIE FICHE ‘Beschermkledij’
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 35
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
7.3. Afwerkingsberoepen (schilder-decorateur, stukadoor)
Beschrijving van de taak
• De werf inrichten
• De dichtingsmaterialen aanbrengen
• Het werk voorbereiden (planning)
• De oppervlaktebehandeling realiseren
• De elementen op maat maken
• De afdekkingslaag voorbereiden (verf/vernis)
• De elementen monteren (lijmen, nagelen, …)
• De afdekkingslaag plaatsen (verf/vernis)
• Constructies vervoeren op de werf
• Andere (specifieer):
• Binnen- en buitenschrijnwerk plaatsen
Mogelijk contact met gevaarlijke stoffen
• Trappen plaatsen
• Vaste stoffen
• Parketelementen plaatsen
• Vloeistoffen
• Dampen
• Biologische agentia
Risico’s
Risico-activiteiten
Risico's
PBM's
Werken in ruimtes met een beperkte hoogte, met
obstakels
Schokken
1. Hoofdbescherming
Werken op hooggelegen verdiepingen
Val van voorwerpen
1. Hoofdbescherming
Werken met sneldraaiend materiaal (slijpmachine, …),
bv. om het materiaal op maat te versnijden
Lawaai - geluidsvervuiling
2. Gehoorbescherming
Wegvliegende deeltjes
3. Oogbescherming
Inademen van stofdeeltjes
4. Ademhalingsbescherming
Verwondingen aan de handen
Trillingen
5. Bescherming van de handen
(bijkomende antitrillingsmiddelen)
Plaatsing van afdekkingslagen (verven en vernissen)
Irritatie van de ogen
3. Oogbescherming
Bedwelming
4. Ademhalingsbescherming
Huidirritatie door het gebruik van diverse verven en
vernissen
5. Bescherming van de handen
6. Bescherming van het lichaam
8. Bescherming van de voeten
Plaatsing van afdekkingslagen (airless projectie)
Irritatie van de ogen
3. Oogbescherming
Bedwelming
4. Ademhalingsbescherming (bijkomend
volgelaatsmasker)
Huidirritatie door het gebruik van verven en vernissen
5. Bescherming van de handen
Risico op statische elektriciteit
6. Bescherming van het lichaam (bijkomende
wegwerpcombinatie)
8. Bescherming van de voeten (antistatisch)
Oppervlaktebehandelingen: afbijten, snijden met een
brander, …
Huidirritatie door het gebruik van afbijtproducten
(corrosieve stoffen) en brandwonden
5. Bescherming van de handen
Montage van elementen
Huidirritatie (corrosieve stoffen, zoals lijmen) en
brandwonden
5. Bescherming van de handen
6. Bescherming van het lichaam (bijkomende
vuurvertrager)
Knelling van de handen
Een werk geknield uitvoeren
Overbelasting van de kniegewrichten
7. Bescherming van de knieën
Diverse activiteiten
Lopen op voorwerpen
8. Bescherming van de voeten
Val van hoogte
9. Persoonlijke valbeveiliging
Specifieke risico's
Werken op hoogte
36
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
PBM’s voor afwerkingsberoepen (schilder-decorateur, stukadoor)
1. HOOFD
Polyethyleen helm overeenkomstig de norm NBN EN
397, met:
• verluchting
• aanpasbaar aan het hoofd
• vasthechtingspunten, bijvoorbeeld voor de
bescherming van de ogen
Combinatie mogelijk met geïntegreerde veiligheidsbril
overeenkomstig de norm NBN EN 166
ZIE FICHE ‘Bescherming van het hoofd’
2. GEHOOR
• Zachte (= wegwerp) of otoplastieken (= herbruikbare)
oordopjes overeenkomstig de norm NBN EN 352-2 voor
sporadische blootstelling en wanneer een demping
van 10 tot 15 dB (tot 25 dB voor otoplastieken)
vereist is
• Geluidswerende schelpen overeenkomstig de norm
NBN EN 352-1 voor een voortdurende blootstelling
en/of wanneer een demping van 15 tot 30 dB
vereist is
ZIE FICHE ‘Gehoorbescherming’
4. ADEMHALING
• Bij contact met houtstof: wegwerpmasker
overeenkomstig de norm NBN EN 149 FFP3
Specifieke risico’s:
• Oppervlaktebehandeling, plaatsing van afdekkingslagen:
gebruik van een filterend halfgelaatsmasker met
klep overeenkomstig de norm NBN EN 405 of
halfgelaatsmasker overeenkomstig de norm NBN EN 140
met filter A2 - B2 - P3 volgens de norm NBN EN 141
• Airless projectie: volgelaatsmasker
overeenkomstig de norm NBN EN 136
ZIE FICHE ‘Ademhalingstoestellen’
6. LICHAAM
Aangepaste beschermkledij in functie van de
weersomstandigheden (hitte, koude)
Specifieke risico’s:
• Airless projectie: wegwerpcombinatie
ZIE FICHE ‘Beschermkledij’
3. OGEN
Veiligheidsbril overeenkomstig de norm NBN EN 166
klasse 1:
• model uit één stuk of eenvoudig brilmodel
• gemaakt uit polycarbonaat en bestand tegen de
impact van vloeistoffen en vaste stoffen
Eventueel in de vorm van een gelaatsmasker
Optionele eigenschappen:
• N voor dampwerendheid
• K voor bescherming tegen krassen
• UV-filter overeenkomstig de norm NBN EN 170
ZIE FICHE ‘Oogbescherming’
5. HANDEN
Algemeen voor de montage: handschoenen die beschermen
tegen mechanische risico’s (NBN EN 388)
Specifieke werken:
• Oppervlaktebehandeling, plaatsing van afdekkingslagen:
handschoenen die beschermen tegen chemische risico’s (NBN
EN 374) *
• Airless projectie: handschoenen met gecombineerde
bescherming tegen mechanische (NBN EN 388) en chemische
(NBN EN 374-3) risico’s *
* om allergieën te vermijden wordt aangeraden om
handschoenen in nitril of fluo-elastomeer te voeren met
katoen of om er katoenen handschoenen onder te dragen.
ZIE FICHE ‘Handbescherming’
7. KNIEËN
Kniebescherming overeenkomstig de norm NBN EN
14404
8. VOETEN
Veiligheidsschoenen overeenkomstig de norm EN ISO
20345 S3 of NBN EN 345-1 S1 P
• hoog of laag model
• PU2D-zool - lightane
• top in composietmateriaal
Specifieke werken:
• Airless projectie: antistatische zool
• Gebruik van gevaarlijke producten (afbijtmiddelen,
lijmen, verven, vernissen, harsen): schoenen
overeenkomstig de norm NBN EN 345-1 S3
ZIE FICHE ‘Voetbescherming’
9. PERSOONLIJKE VALBEVEILIGING
ZIE FICHE ‘Bescherming tegen vallen’
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 37
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
IN DE BOUWSECTOR
8. Besluit
Het gebruik van PBM’s is een belangrijke preventiemaatregel die genomen moet worden, maar een
maatregel die moet passen in een geheel aan preventiemaatregelen, waarbij de voorkeur gegeven
wordt aan collectieve beschermingsmiddelen. PBM’s die goed gekozen zijn, zullen sneller regelmatig gedragen worden en zorgen voor een verhoogde bescherming van de werknemers. Een erg
belangrijke stap is de instructie en opleiding van de werknemers, want zonder deze stap bestaat
het risico dat de PBM’s fout gebruikt worden en de werknemers in gevaar brengen. De rol van de
werkgever en de preventieadviseur is om ervoor te zorgen dat alle preventiemaatregelen aangepast
zijn aan de situaties in de bouwonderneming en vooral om het leven van de werknemers centraal te stellen in hun bezorgdheden.
38
NAVB DOSSIER • N° 131
© navb-cnac Constructiv 2011
9. Bibliografie
• Persoonlijke beschermingsmiddelen – Dossier Arbeidsveiligheid van A tot Z nr. 126 Fred Foubert – 77 p. - Mechelen: Kluwer, 2006.
• Thematische toelichting over het koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het
gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen:
http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=630
• Les équipements de protection individuelle (EPI), règles d’utilisation – ED 6077 – I.
Balty, A. Chapouthier – 23 p. – Parijs: INRS, 2010 - http://www.inrs.fr
• Menselijke factoren als leidraad bij de uitbouw van welzijnsbeleid – Dossier
Arbeidsveiligheid van A tot Z nr. 72 - 75 p. - Diegem: Kluwer editorial, 1998.
• Il ne peut rien m’arriver! Comment lutter contre un comportement risqué au
travail? – 23 p. – Lausanne: Suva, 2008 – www.suva.ch/waswo-f
• “Ils ne veulent pas, tout simplement!” Vraiment? – Conseils de motivation pour la
sécurité au travail – 7 p. - Lausanne: Suva, 2008 – www.suva.ch/waswo-f
• Encourager un comportement conforme à la sécurité – 23 p. - Lausanne: Suva, 2007 –
www.suva.ch/waswo-f
• Documenten van Arbouw (NL) betreffende de PBM’s:
http://www.arbouw.nl/werkgever/brochures
• Protection de la personne – Speciaal Dossier nr. 132, Zomer 2010 van Prévention BTP – 114
p. - Boulogne-Billancrourt: OPPBTP.
• Fiches EPI métiers – Boulogne-Billancourt: OPPBTP http://www.oppbtp.fr/documentation/fiches_epi_metiers
• Les équipements de protection individuelle des yeux et du visage, choix et
utilisation – ED 798 – 44 p. – Parijs: INRS, 2009 – http://www.inrs.fr
• Accidents aux yeux, intensifions la prévention! – O. Damoiseau – Les Carnets du
préventeur nr. 97, oktober 2010 – pp. 4-7.
• Les articles chaussants de protection, choix et utilisation - ED 994 – A. Mayer, J.C.
Cannot, A. Migard – 33 p. – Parijs: INRS, 2007 – http://www.inrs.fr
• Persoonlijke beschermingsmiddelen – Algemene principes – Veiligheidsnota’s
Bouwbedrijf nr. 69 – 31 p. - Brussel: NAVB, 1996
• Persoonlijke beschermingsmiddelen – Veiligheidsnota’s Bouwbedrijf nr.70 – 67 p. –
Brussel: NAVB, 1996.
© navb-cnac Constructiv 2011
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector 39
Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf
navb-cnac Constructiv
Koningsstraat 132/4
1000 Brussel
Tel.: +32 2 552 05 00
Fax: +32 2 552 05 05
E-mail: [email protected]
Website: navb.constructiv.be
Download