2009 | 12 MGv | 64 | 1068 - 1079 froukje bos & marijke knuttel Dwang tot achter de eigen voordeur Commentaar op het conceptwetsvoorstel Verplichte ggz De Wet Verplichte ggz moet de oude Wet Bopz vervangen. Patiëntenorganisatie Pandora ziet verbeteringen in het conceptvoorstel, maar vreest ook dat mogelijkheden om met dwang in te grijpen, worden opgerekt. Het wetsvoorstel Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt naar verwachting eind dit jaar bij de Tweede Kamer ingediend. Deze wet zal in 2011 de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) vervangen. Stichting Pandora heeft deelgenomen aan de evaluatie van de Wet Bopz (Evaluatiecommissie Wet Bopz, 2007; Broekaar, 2007) en aan commissies en consultatieronden ter voorbereiding van het concept Wetsvoorstel Verplichte ggz, georganiseerd door de ministeries van Justitie en vws, gezamenlijk verantwoordelijk voor de wet (Stichting Pandora, 2008; 2009). In dit artikel gaan wij namens Stichting Pandora in op enkele elementen uit het wetsvoorstel en op mogelijke implicaties voor mensen die de verplichte zorg zullen moeten ondergaan 1. Kern wetsvoorstel Verplichte ggz De kern van het wetsvoorstel is een ‘persoonsvolgende’ regeling voor iemand die als gevolg van zijn psychische stoornis een aanzienlijk risico op ernstige schade voor zichzelf of anderen veroorzaakt. Om dit risico weg te nemen, kan de rechter een zorgmachtiging verlenen die legitimeert tot verschillende vormen van verplichte zorg. Doel van de gedwongen zorg is ‘het afwenden van een crisissituatie, het opstellen van een zorgplan, stabiliseren van de dwang tot achter de eigen voordeur geestelijke gezondheid en herstel van de autonomie van betrokkene’. Terwijl in de Wet Bopz aanvankelijk alleen sprake was van dwangopname, kan ‘verplichte zorg’ straks worden toegepast ‘waar betrokkene zich ook bevindt’ – vandaar de term ‘persoonsvolgend’. Dat betekent dat dan zelfs tot achter de eigen voordeur kan worden ingegrepen. Twee belangrijke criteria voor gedwongen zorg uit de wet Bopz zijn vervangen: het gevaarscriterium en het bereidheidscriterium. Het begrip gevaar is vervangen door schade, ‘bestaande uit levensgevaar, lichamelijk letsel, psychische, materiële of financiële schade, een verstoorde ontwikkeling of maatschappelijke teloorgang. De ‘verstoorde ontwikkeling’ doelt op ‘kinderen en jeugdigen, waarbij de ontwikkeling naar de volwassenheid ernstig wordt verstoord door de psychische stoornis waaraan zij zelf of hun opvoeders lijden’. Het bereidheidscriterium houdt in dat zorgverleners er alleen bij een positieve wilsverklaring van mogen uitgaan dat de patiënt met de opneming instemt. Dit wordt vervangen door het verzetscriterium. ‘Verplichte zorg’ wordt gedefinieerd als ‘zorg waartegen een persoon zich verzet’. Per regio zullen multidisciplinaire commissies optreden als ‘verzoeker’ aan de rechter om verplichte zorg aan iemand op te leggen. Zij adviseren de rechter tevens over de aard van de te verlenen verplichte zorg, en over de beëindiging ervan. Eén rechterlijke machtiging legitimeert tot alle daarin genoemde interventies. Het arsenaal aan interventies dat in de machtiging kan worden opgenomen en daarmee verplicht kan worden toegepast, wordt uitgebreid. Zorg kan bestaan uit ‘een vorm van verzorging, bejegening, behandeling, waaronder opneming in een accommodatie, begeleiding of beveiliging.’ De inbewaringstellingprocedure (ibs) wordt vervangen door een ‘crisismaatregel’. Waarom deze nieuwe wet? De Memorie van Toelichting stelt dat ‘...het wetsvoorstel ertoe strekt om de voorwaarden te scheppen voor het verlenen van goede zorg’. Centraal staan zorg op maat, een stapsgewijze (stepped care)-benadering in de zorg en het ultimum remediumbeginsel. Dwang moet ‘de laatste, liefst vermijdbare interventie zijn, die pas kan volgen als andere vrijwillige interventies ontoereikend zijn’. Laagdrempelige, gespecialiseerde en goede vrijwillige zorg moet in voldoende mate aangeboden worden, zodat dwang vaker voorkomen kan worden. Bovendien moet voor mensen met een psychische stoornis gezocht worden naar de beste mogelijkheden tot zelfontplooiing en zingeving, en ­1069 bos & knuttel dient hun positie versterkt te worden. Doel is om de noodzaak van verplichte zorg veel meer tezamen met hen en hun omgeving vast te stellen. Kanttekeningen vanuit patiëntenperspectief Dat het ultimum remedium-beginsel (dwang als uiterste middel) en ‘voorwaarden voor het verlenen van goede zorg’ in het wetsvoorstel centraal staan, achten wij positief en noodzakelijk. Wij zijn het ermee eens ‘dat eerst alle alternatieven die op vrijwilligheid gebaseerd zijn, volledig moeten worden benut, voordat dwang kan worden overwogen. Dwang mag alleen in uiterste noodzaak worden ingezet en niet uit onmacht worden toegepast.’ Maar de ruime definitie van het criterium ‘schade’ zet de deur open naar uitbreiding van dwang. Wij hebben kritiek op de toevoeging van ‘lichamelijk letsel’ en ‘verstoorde ontwikkeling’ bij de definitie. Duidelijke criteria voor en afbakeningen van deze begrippen ontbreken, en de bewijslast van de causaliteit is complex en aanvechtbaar. Waar ligt de grens? De rechtspositie van mensen met psychische problemen komt hiermee ernstig onder druk te staan. Wij maken ons gerede zorgen over de taken en bevoegdheden die aan de commissie worden toegekend. Ook zijn we bezorgd over de positie van de familie, de privacy en de lichamelijke en geestelijke integriteit van de patiënt, de uitbreiding van dwangmogelijkheden, en het ‘wederkerigheidsprincipe’. We lichten onze zorgen hieronder toe. De rol van de commissie Elke regionale commissie zal volgens het conceptwetsvoorstel bestaan uit een jurist, een psychiater, een algemeen lid en eventueel specifiek deskundige(n). De commissie adviseert over de gewenste ‘zorg op maat’. In sommige situaties kunnen derden een verzoek indienen bij de commissie om een advies over het verlenen van zorg en het toepassen van dwang voor te leggen aan de rechter. Dit kunnen zijn de burgemeester, een politieambtenaar of een officier van justitie, maar ook ggz-instellingen2. De commissie verzamelt de noodzakelijke informatie, waaronder een actuele en onafhankelijke medische verklaring, de zorgkaart of de zelfbindingsverklaring van de patiënt, en diens zorgplan. In een hoorzitting hoort zij de direct betrokken partijen: de verzoeker, de patiënt, diens wettelijk vertegenwoordiger, de zorgverantwoordelijke, de familievertegenwoordiger, de advocaat en zo nodig andere personen. In crisissituaties en bij een zelfbindingsverklaring geldt een korte procedure van drie of vijf dagen. Vitale informatie over de patiënt wordt aan en door de commissie dwang tot achter de eigen voordeur verstrekt en door haar beheerd. De commissie is bevoegd inlichtingen of inzage te vorderen van gegevens en bescheiden voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is. Iedereen is verplicht medewerking te verlenen, zelfs als hij of zij geheimhoudingsplicht heeft op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van zijn of haar ambt of beroep. Zij zijn zelfs verplicht mee te werken als toestemming van de patiënt ontbreekt, indien dit noodzakelijk kan worden geacht voor de uitoefening van de taken van de commissie. De regionale commissies zullen geleid worden door een landelijk bestuur, dat ook de ontwikkeling van richtlijnen, protocollen, modellen en andere instrumenten ter hand kan nemen. Men hoopt zo de uniformiteit en kwaliteit van de adviezen te verhogen. Kanttekeningen Wij kunnen ons voorstellen dat de commissies met grote zorgvuldigheid over dwang kunnen besluiten en dat willekeur kan worden voorkomen. Tegelijkertijd zijn we beducht voor de centralisering en bureaucratisering van de verplichte zorg. Ook vrezen we een premature invulling van het zorgproces, als dit al bij de zorgmachtiging wordt vastgelegd. De aanname dat ‘door het horen van de meest betrokken partijen zo veel mogelijk kan worden voorkomen dat betrokkene moet worden geconfronteerd met een onvrijwillige interventie’, achten wij niet vanzelfsprekend. Ook het tegenovergestelde kan hier het gevolg van zijn: snellere en meer dwangtoepassing, of het honoreren van andere keuzes dan die van de patiënt zelf. Bovendien kan een hoorzitting bedreigend overkomen en polariserend werken. De patiënt moet volgens ons altijd apart gehoord worden. Daarnaast kan gevraagd worden of hij al dan niet aan breder overleg wil deelnemen. Bij de taak van de commissie om ‘zorg op maat’ te bepalen, is het de vraag of de beschreven procedure voor de patiënt wel ‘een belangrijke individuele toegevoegde waarde zal hebben’. Zorg op maat betreft hier namelijk niet alleen de behoefte van de patiënt zelf, maar wordt door de commissie vastgesteld op grond van het perspectief van verschillende partijen. Zeker bij nieuwe patiënten valt te betwijfelen of de commissie voldoende kennis en inzicht heeft omtrent de problematiek en de situatie van de patiënt om in de zorgmachtiging ‘de best geclausuleerde interventies’ vast te leggen en het traject van zorg daarmee te bepalen. Als ‘alle voorzienbare interventies’ in de zorgmachtiging moeten worden opgenomen, mag dit niet te ruim gebeuren. Interventies kunnen dan namelijk eerder en vanzelfsprekender worden toegepast. De gewenste begrenzing van verplichte zorg resulteert dan in het tegendeel. ­1071 bos & knuttel De commissie moet bovendien oppassen niet op de stoel van de behandelaar terecht te komen als ‘de zorgmachtiging naadloos aan moet sluiten bij het advies van de commissie’. De zorgmachtiging dreigt zo een uitvoeringsmodel voor behandelaars te worden. Daarmee wordt inbreuk gedaan op de integriteit en de professionaliteit van hulpverleners. De kwaliteit van hulpverlening – een van de centrale punten in het wetsvoorstel – komt daarmee onder druk te staan. Shockerend vinden wij de opstelling van beroepsorganisaties in de geestelijke gezondheidszorg, de knmg, de NvVP, de nvva en ggz Nederland, die kritiek uitoefenen op de ‘tweetrapsraket’ in het systeem van de besluitvorming over dwang: ‘de commissie adviseert, de rechter beslist’ (knmg, 2009; ggz Nederland, 2009). Hun pleidooi dat ‘de rechter slechts marginaal zou mogen toetsen’ wijzen we af. Op het complexe terrein van de psychiatrie moet de rechtspositie van de patiënt zorgvuldig bewaakt worden. Dat de machten in Nederland gescheiden zijn, is een groot goed. In zijn schrijven van 23 september 2008 lichtte de minister van Justitie het uitgangspunt van het kabinet toe: ‘Een onafhankelijke rechter behoort beslissingen over onvrijwillige zorg te nemen. Samenvoeging van een juridische toets en een zorginhoudelijke afweging zou tot een ongewenste vermenging leiden.’ (Minister van Justitie, 2008). Als de commissies en de beroeps- en zorgorganisaties te zeer verstrengeld raken, wordt de onafhankelijkheid van de commissies bedreigd en de positie van de patiënt ernstig verzwakt. Dit staat haaks op de doelstelling van het wetsvoorstel. Bovendien maken we ons zorgen over de duur van de zorgmachtiging en de mogelijkheden voor verlenging. Het kan voor de patiënt ontmoedigend en bedreigend zijn dat, wanneer de verplichte zorg is beëindigd, de zorgmachtiging geldig kan blijven en de dwang zo boven zijn hoofd blijft hangen. De patiënt moet te allen tijde gebruik kunnen maken van gegarandeerde, goede en kosteloze rechtsbijstand. Positie familie, informatieverstrekking, privacy In tegenstelling tot de Wet Bopz stelt het wetsvoorstel dat ‘de familie en de directe naasten zo veel mogelijk betrokken dienen te worden bij de voorbereiding, uitvoering en beëindiging van de onvrijwillige zorg’. Uitgebreide informatie-uitwisseling met familie, naasten en alle betrokken partijen over de betrokken patiënt is in meerdere clausules vastgelegd. Kanttekeningen Naast zorgzame familieleden die het vertrouwen hebben van de patiënt en deze bijstaan, zijn er bij psychiatrische problematiek regelmatig situaties waarbij de familie niet het vanzelfsprekende netwerk is om op te bouwen. dwang tot achter de eigen voordeur Vaak liggen de oorzaken van de problemen van de patiënt juist of mede in de familiesfeer. Het laatste wat een patiënt dan wil is dat familieleden zeggenschap krijgen over zijn of haar behandeling of (uitgebreid) daarover geïnformeerd worden. Dit kan de relaties ernstig onder druk zetten, evenals de vertrouwensband met de hulpverlening. Er zijn onvoldoende garanties in het wetsvoorstel voor de bescherming van de gegevens van patiënten. Wij achten het een schending van de privacy en de lichamelijke en geestelijke integriteit van de (mogelijk) onder dwang te stellen patiënt, als zijn hele hebben en houden in een breed gezelschap, met potentieel verschillende belangen, wordt besproken tijdens een hoorzitting, bij terugkoppeling en bij rapportages. Dit doet afbreuk aan het uitgangspunt van het wetsvoorstel dat ‘het horen van de patiënt’ centraal staat. Het doorbreken van het beroepsgeheim van hulpverleners kan de vertrouwensrelatie tussen de hulpverlener en de patiënt ernstig schaden, evenals de integriteit van de hulpverlening. Er ontbreken bovendien waarborgen voor de beroepsethiek en het beroepsgeheim van de commissieleden zelf, evenals beperkingen voor communicatie over gegevens die zijn verkregen ondanks het beroepsgeheim van de betrokken beroepsgroepen. De genoemde protocollerende inbreng van de landelijke commissie is door veel partijen, waaronder Stichting Pandora, met klem afgewezen. Dit zal een te grote eenheidscultuur teweeg brengen, en verplichte zorg mogelijk extra kwetsbaar maken voor belangenverstrengeling met commerciële partijen (Bos, 2008; igz, 2009a). Persoonlijke levenssfeer, lichamelijke en geestelijke integriteit In het conceptwetsvoorstel zijn clausules opgenomen voor het betreden van de woning of plek waar de patiënt zich bevindt (in het uiterste geval met behulp van de politie) en voor gedwongen vervoer. ‘Ambulante zorg is als een zelfstandige verplichting afdwingbaar. Mocht de betrokkene gedwongen medicatie weigeren, althans daar niet mee instemmen, dan voorziet het wetsvoorstel in een regeling voor gedwongen vervoer naar de instelling waar de medicatie (poliklinisch) alsnog kan worden toegediend’. Kanttekeningen Van huis gehaald worden met ambulance en politie vinden veel patiënten stigmatiserend en traumatiserend. De vraag rijst welke impact het op de patiënt heeft als hij, omdat hij niet instemt met medicatie, gedwongen wordt vervoerd naar de polikliniek om deze onder dwang toegediend te krijgen? Hoe gaat hij daarna naar huis? Welke begeleiding krijgt hij? Welk effect heeft deze ingreep en wat betekent het voor de vertrouwensrelatie met betrokken familie en hulpverlening? ­1073 bos & knuttel Over de effecten en impact van ambulante verplichte zorg en de uitvoering van de persoonsvolgende regeling in die sector is nog weinig bekend. De definitie van ‘verplichte zorg’ als ‘zorg waartegen een persoon zich verzet’ behoeft nuancering. Men ziet verzet door een patiënt vaak te absoluut of schrijft het toe aan diens ziektebeeld, terwijl patiënten natuurlijk terechte kritiek kunnen hebben op de gehanteerde argumentatie, de gestelde diagnose, de keuze of manier van toepassing van interventies, of op de bejegening door hulpverleners. Hun ervaringen met en zorgen over de werking en bijwerkingen van interventies spelen daarbij een rol (Bos, 2006). Dwang en dreiging met dwang kunnen op zichzelf al verzet oproepen. De bezwaren van de patiënt tegen het ondergaan van gedwongen zorg, en de inbreuk op zijn lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer moeten te allen tijde serieus genomen worden. Wij vragen waarborgen voor de patiëntveiligheid bij de legitimatie en toepassing van (verplichte) interventies, met specifieke aandacht voor kinderen en jongeren. Tevens vragen wij om een onderscheid tussen dwang op medische gronden en dwang als beheersmethode. Men beslist voor de patiënt bij het verlenen van de zorgmachtiging en bij het toepassen van verplichte zorg niet alleen over de mogelijke werking van de interventies, maar ook over mogelijke (ernstige) bijwerkingen en over het risico op traumatisering en blijvende gezondheidsschade (zie de thema’s dwang & drang, medicijnen, en elektroconvulsietherapie op www.stichtingpandora.nl). Uitbreiding van dwangmogelijkheden Patiënten en professionals in de ggz signaleren de laatste jaren een terugkeer van dwang. Op de conferentie ‘Dwang in Zwang’ in 2006 (zie voor het verslag: Pandora, 2006) spraken patiënten hun zorgen uit over de toename van medicatieverstrekking onder dwang en drang, de bejegening daarbij, het gebrek aan keuze en het gebrek aan voorlichting over effecten op de lange termijn. Psychiater Niels Mulder, hoogleraar Openbare Geestelijke Gezondheidszorg, spreekt van een ‘epidemie van dwangopnamen’ (2007). De inspectie van de gezondheidszorg rapporteert in haar jaarverslag over 2008 een toename van dwangopnamen en dwangbehandelingen, waarschijnlijk samenhangend met uitbreiding van dwangmogelijkheden in de bestaande wetgeving (igz, 2009b). Het overlijden van twee patiënten in de psychiatrische kliniek spdc Oost in Amsterdam in 2008, waarvan één in een isoleercel, leidde tot grote onrust. De media, Tweede Kamerleden en de Stichting pvp sloegen alarm (Stichting pvp, 2008; cliëntenraden JellinekMentrum + amcdeMeren, 2008). Meer berichten volgden over misstanden in isoleercellen, tekort aan personeel en slecht functionerende (gesloten) afdelingen in het land (igz, 2008). dwang tot achter de eigen voordeur Kanttekeningen Tekortkomingen in de kwaliteit van zorg zijn des te ingrijpender omdat patiënten in een afhankelijkheidsrelatie verkeren en op de verplichte zorg moeten kunnen vertrouwen. Minister Klink laat inmiddels onderzoek doen naar de toepassing van isoleren en het terugdringen van dwang en drang (Tweede Kamer, 2009a). Hoe verhouden deze uitlatingen en acties zich tot het conceptvoorstel Wet Verplichte ggz? Het grootste goed van de patiënt – zijn vrijheid, zijn lichamelijke en geestelijke integriteit en zijn persoonlijke levenssfeer – kan door dwang diep worden aangetast. Met het voorliggende wetsvoorstel dreigen de mogelijkheden en de aanleidingen voor dwangtoepassingen aanzienlijk te worden verruimd. Wij verwachten dat de praktijk van de hulpverlening zich hieraan zal aanpassen. Daarmee ligt de makkelijkere toepassing van verplichte interventies bij meer mensen op de loer. Gebrek aan inspanning voor vrijwillige zorg mag er niet de oorzaak van zijn dat dwang eerder, zwaarder of langer wordt toegepast. Het weren van lastige patiënten uit de kliniek en/of het toepassen van (cumulatief) zware medicijnen in hoge doseringen mogen geen alternatieven zijn voor isoleren of opname (Stichting Pandora, 2007). Een veilige omgeving, een veilige behandeling, goede voorlichting en begeleiding moeten gewaarborgd worden. Kennis van zaken, diversiteit aan behandelmogelijkheden en gespecialiseerde zorgfaciliteiten zijn cruciaal; de asielfunctie hoort daarbij. Om met de nieuwe wet niet in een spagaat te komen met de weerbarstige praktijk, moeten hiervoor nadere garanties worden uitgewerkt. De nog vele onbekende effecten en implicaties van verplichte zorg en van de voorgestane persoonsvolgende regeling nopen tot een zorgvuldig implementatietraject. Preventie en het wederkerigheidsprincipe ‘Door de actieve houding van de commissie op individueel niveau, voorafgaand aan en ter voorkoming van de toepassing van dwang, zal feitelijk een deel worden vervuld van de oude, op preventie gerichte taak van de igz’, zegt de Memorie van toelichting. Bij de beëindiging van de verplichte zorg zal de commissie in haar advies het ‘principe van wederkerigheid’ moeten meewegen: de vraag of de randvoorwaarden zijn vervuld voor een succesvolle deelname aan het maatschappelijke leven door de patiënt, zoals huisvesting en middelen van bestaan. De zorgaanbieder en de commissie zullen vroegtijdig stappen moeten nemen om die randvoorwaarden te realiseren, om te voorkomen dat betrokkene langer dan noodzakelijk aan verplichte zorg wordt onderworpen. ­1075 bos & knuttel Kanttekeningen De preventieve taak om onvrijwillige zorg te voorkomen betreft de kerntaak van de geestelijke gezondheidszorg. Dat dit de exclusieve taak van de commissie zou zijn, wijzen wij af. Taken op het gebied van de inspectie conflicteren met de centrale rol van de commissie bij de besluitvorming over verplichte zorg. Onafhankelijk toezicht is vereist. Het is een omissie dat dit slecht is uitgewerkt in voorliggend wetsvoorstel. Het is de vraag wat de taak van de commissie is bij het wederkerigheidsprincipe. Wij verwelkomen de inzet voor de versterking van de maatschappelijke positie van (ex-)psychiatrische patiënten. Echter, ook hier ligt verregaande bemoeienis op de loer. Het is bovendien opmerkelijk dat de commissie zowel uitvoerende taken heeft als beoordeelt of aan de randvoorwaarden is voldaan. De inspanning van de behandelaar of hulpverlenende instantie tot het creëren van woonruimte, voldoende financiële middelen en zinvolle dagbesteding van de patiënt moet te allen tijde geleverd worden. Dit vloeit voort uit het beginsel van ‘goed hulpverlenerschap’. Echter, zoals het wederkerigheidsprincipe nu opgenomen is in de wet, zou het kunnen betekenen dat het ontbreken van een of meerdere van deze voorwaarden voortzetting van verplichte zorg rechtvaardigt. Dit kan een nieuw grijs gebied opleveren om dwang op te rekken en toe te passen ten koste van de rechtspositie van patiënten, zeker gezien de weerbarstige praktijk van de maatschappelijke voorwaarden, die ook nu al een groot obstakel vormen voor (ex-)patiënten. Besluit Tot slot zijn er nog veel andere vragen: Wat is de status van de commissie, valt zij onder ministeriële verantwoordelijkheid? Hoe worden de commissieleden gekozen? Wie controleert de commissie(s) en haar leden? Wat gebeurt er met de uitgebreide gegevensopslag en hoe wordt de privacy gewaarborgd van de mensen die in het databestand van de commissie terechtkomen? Wordt de commissie een databank voor alle mensen die (ooit) met dwang te maken hebben (gehad)? Komt er een instituut achter de commissie? Wat zijn de beoogde kosten? Hoe en met welke mankracht, tijd en kwaliteit gaan de commissies al hun taken uitvoeren? Is kwaliteit te waarborgen bij 17.000 onvrijwillige opnames per jaar (in 2006; Trimbos-instituut, 2008); waarbij ongeveer 1 op de 3 cliënten te maken krijgt met vrijheidsbeperkende maatregelen in een ggz-instelling? Wat betekent het als de toename van dwangopnamen en dwangbehandeling doorzet, ook in de ambulante sector? dwang tot achter de eigen voordeur Wij zijn beducht dat met het voorliggende conceptwetsvoorstel de mogelijkheden en de aanleidingen voor dwangtoepassing aanzienlijk worden verruimd. Wij plaatsen kanttekeningen bij de grote hoeveelheid taken en bevoegdheden van de voorgestelde commissies, de vermoedelijk aanzienlijke bureaucratisering en centralisering van de ‘verplichte ggz’, de veiligheid van interventies en de ruimere informatie-uitwisseling over patiënten. De vrijheid, lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van patiënten kan door dwang diep worden aangetast. Wij vragen prioriteit voor de realisatie van voldoende laagdrempelige, gespecialiseerde en goede (verplichte) zorg. We vragen ook dat de patiënt daadwerkelijk wordt gehoord. Sterk en onafhankelijk toezicht is daarbij cruciaal. n 1 Noten inzake het eindrapport van de brede evaluatie- Alle beschrijvingen van de voorgestelde wettekst commissie derde evaluatie Wet Bopz, 21 mei 2007. zijn afkomstig uit het (eerste) Concept wetsvoorstel Wet Verplichte ggz en de Memorie van toelichting (mtv) bij het concept wetsvoorstel Wet tie: Definitieve reactie Wetsvoorstel verplichte Verplichte ggz (Minister van Justitie & Minister ggz, 9 februari 2009. Amersfoort: ggz Nederland. van vws, 2008). Zie voor uitvoeriger commentaar 2 Amsterdam: Stichting Pandora. ggz Nederland (2009). Brief aan de minister van justi- igz (2008). Voorkomen van separatie van psychiatri- www.stichtingpandora.nl/Thema’s/Dwang & sche patiënten vereist versterking van patiënt- drang/Beleidsreacties. gerichte zorg. Den Haag: Inspectie voor de Dit wordt het ‘connexiteitsvereiste’ genoemd. Gezondheidszorg. Het is niet bij voorbaat uitgesloten dat een goede igz (2009a). Behandelrichtlijnen en geneesmid- vriend of een betrokken buurman ook als verzoe- delenformularia vatbaar voor beïnvloeding. ker kan optreden. Themarapport. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg. Literatuur Bos, F. (2006). Dwangbehandeling en medicijnveiligheid. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 61, 4, 298-300. Bos, F. (2008). Marketingstrategieën farmaceutische industrie beïnvloeden kwaliteit geneeskunde. igz. (2009b). Jaarverslag 2008. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg. knmg (2009). Brief aan de minister van justitie; Definitieve reactie Wetsvoorstel verplichte ggz, 6 februari 2009. Utrecht: knmg, nvvp & nvva. Minister van Justitie & Minister van vws (2008). PandoraNieuws Medicijnspecial iii, 24 oktober Conceptvoorstel Wet Verplichte ggz en Memorie 2008; www.pandora.nl. van Toelichting, 19 november 2008. Den Haag: Broekaar, L. (2007). Voortschrijdende inzichten; Minderheidsstandpunt op persoonlijke titel als vertegenwoordiger van patiënten in de ggz, Ministerie van Justitie. Minister van Justitie (2008). Evaluatie Wet Bopz Nr.12 Brief van de Minister van Justitie, Aan de ­1077 bos & knuttel Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal. Kamerstuk 25763-12, 23 september 2008. Den Haag: Tweede Kamer. dora.nl thema elektroconvulsietherapie. Trimbos-instituut (2008). Trendrapportage ggz. Utrecht: Trimbos-instituut. Mulder, N. (2007). Psychiatrie voor mensen die er Tweede Kamer (2009a). Beleidsvoornemens terug- niet om vragen. Oratie Erasmus Universiteit, dringen Dwang en Drang, brief minister Klink, Rotterdam. Kamerstuk 30492-34, 19 mei 2009. Den Haag: spdc Oost (2008). Hoe het zover heeft kunnen komen. Bolwerk Nieuwsbrief, Fusienummer, Tweede Kamer. vws (2007). Evaluatierapport derde evaluatiecommis- Gezamenlijke nieuwsbrief van de cliëntenraden sie van de Wet Bopz, Voortschrijdende inzichten. JellinekMentrum + amcdeMeren, november 2008. april 2007. www.clientenraadmentrum.nl/Bolwerk. Stichting pvp (2008). Inventarisatie: meer misstanden in de psychiatrie. Utrecht: Stichting pvp. F.T.M. Bos & M.W. Knuttel www.pvp.nl. ‘Dwang tot achter de eigen voordeur. Commentaar op Stichting Pandora (2006). Verslag Conferentie Samenvatting het conceptwetsvoorstel Verplichte ggz.’ ‘Dwang in Zwang’, georganiseerd door Haags De Wet Verplichte ggz zal interventies onder dwang Wegloophuis ‘De Vluchthaven en Stichting mogelijk maken ‘waar de patiënt zich ook bevindt’. Pandora, 10 november 2006. De auteurs vrezen dat mogelijkheden en aanleidin- www.stichtingpandora.nl. gen voor dwangtoepassing met deze wet aanzienlijk Stichting Pandora (2007). Poster Dwangbehandeling worden verruimd. Bureaucratisering en centralisering en Medicijnveiligheid. lustrumcongres Stichting van de ‘verplichte ggz liggen op de loer. Het oprekken pvp, 21 november 2007. www.pvp.nl. van de criteria voor dwangtoepassing, de gehanteerde Stichting Pandora (2008). Reactie op brief minister open begripsvorming, de vele taken en bevoegdheden van justitie van 23 september 2008 betreffende van de commissies en de ruime informatie-uitwis- derde evaluatie Wet Bopz. Amsterdam: Stichting seling kunnen de rechtspositie van psychiatrische Pandora. patiënten ernstig onder druk zetten. Diens vrijheid, Stichting Pandora (2009). Definitieve reactie concept- lichamelijke en geestelijke integriteit en persoon- voorstel Wet verplichte ggz, Stichting Pandora lijke levenssfeer kunnen door dwang diep worden aan de minister van justitie (31 januari 2009). aangetast. De auteurs benadrukken dat de realisatie Samenvatting 5 maart 2009 op www.stichtingpan- van voldoende laagdrempelige, gespecialiseerde en dora.nl/Thema/dwang &drang/beleidsreacties. goede (verplichte) zorg te allen tijde van het grootste Stichting Pandora/website (2009). www.stichtingpan- belang is. dora.nl thema medicijnen; PandoraNieuws medicijnspecials over ervaringen met medicijnen en beleidsreactie Stichting Pandora 2005-2009. Stichting Pandora/website (2009). www.stichtingpandora.nl thema dwang & drang; PandoraNieuws Personalia F.T.M Bos (1948) filmer, is beleidsmedewerker bij Stichting Pandora. [email protected]. dwangspecials over ervaringen met dwang; ontwikkelingen in wetgeving en zorg; beleidsreacties drs M.W. Knuttel (1952) is directeur van Stichting Stichting Pandora 2004-2009 Pandora. Stichting Pandora (1964) zet zich in voor Stichting Pandora/website (2009). www.stichtingpan- iedereen die psychische problemen heeft of heeft dwang tot achter de eigen voordeur gehad. De ervaringen van mensen zelf zijn de basis voor al haar acties. Stichting Pandora is een onafhankelijke organisatie en ontvangt geen subsidie of sponsorgelden van de farmaceutische industrie. ­1079