Zonlicht en huid - Streekziekenhuis Koningin Beatrix

advertisement
Dermatologie
Zonlicht en huid: het verstandig
omgaan met de zon
Inleiding
Er wordt veel gezegd en geschreven over zonlicht en zonnebaden, over het
gebruik van zonnebanken en van zonnebrandcrèmes (ook wel: antizonnebrandcrème of zonnemelk). In deze folder komt een aantal veel gestelde vragen
aan bod, over de goede en minder goede kanten van blootstelling van de huid aan
ultraviolet (UV) licht.
Wat wordt er bedoeld met “huidtypes”?
Mensen met een licht huidtype verbranden sneller dan de donkere types. Men
onderscheidt gewoonlijk 6 huidtypes:
1. verbrandt zeer snel, wordt niet of nauwelijks bruin
2. verbrandt snel, wordt langzaam bruin
3. verbrandt niet snel, wordt gemakkelijk bruin
4. verbrandt bijna nooit, bruint zeer goed (mediterrane/Middellandse Zee
huidtypes)
5. verbrandt nooit, van nature een donkere huidskleur (Aziatische huidtypes)
6. verbrandt nooit, van nature een zeer donkere huidskleur (negroïde huidtypes)
Wat is het verschil tussen echt zonlicht en een zonnebank?
Zonlicht bestaat uit infrarood licht (dat we voelen als warmte), zichtbaar licht en
ultraviolet (UV) licht. Het ultraviolette gedeelte wordt, afhankelijk van de golflengte,
in 3 soorten onderverdeeld: UVA (400-320 nm), UVB (320-290 nm) en UVC (290200 nm). Hoe korter de golflengte, hoe schadelijker voor de huid. UVC is dus het
schadelijkst, maar wordt volledig uit de dampkring gefilterd door de ozonlaag. UVB
dringt door tot in de opperhuid en UVA tot in de lederhuid. Zonlicht bestaat voor
meer dan 95% uit UVA en een klein deel UVB. Zonnebanken stralen vooral UVA
uit en een heel klein beetje of zelfs geen UVB. Zonnebanken hebben dus
grotendeels dezelfde eigenschappen als natuurlijk zonlicht.
Is een “gezond kleurtje” ook echt gezond?
Een zongebruinde huid wordt dikwijls gezien als een teken van gezondheid,
bijvoorbeeld omdat het kan betekenen dat je veel in de “gezonde buitenlucht” bent
geweest. Vooral vroeger betekende een bleke huidskleur dikwijls dat iemand ziek
was of bijvoorbeeld bloedarmoede had.
Zodra zonlicht op de huid komt, ontstaat er een ontstekingsreactie en een
beschadiging van de huidcellen, inclusief het erfelijk materiaal (DNA) in die cellen.
Het bruinen van de huid is een beschermingsreactie tegen die door UV-licht
veroorzaakte beschadiging. Als een huid zongebruind is, is er dus altijd ook schade
aan cellen of DNA opgetreden. Een zongebruinde huid is dus in feite een
zonbeschadigde huid.
Een “gezond kleurtje” is dus - in elk geval voor de huid zelf - niet altijd echt gezond.
1/7
Beschermt een zonnebankkuur vóór de vakantie tegen verbranden?
UVA-licht zorgt voor een relatief snelle bruining door een verandering in het al
aanwezige huidpigment (melanine). Dit is zogenoemde directe pigmentatie, maar
deze duurt slechts enkele uren en geeft weinig bescherming. Veel belangrijker is
de bruining die pas na 3 dagen ontstaat door toename en snellere verspreiding van
het pigment in de opperhuid. Deze vertraagde bruining wordt veroorzaakt door
UVB-licht. Tegelijkertijd wordt de opperhuid dikker onder invloed van UVB-licht en
dat geeft extra bescherming tegen zonlicht.
Aangezien zonnebanken voornamelijk UVA-licht uitstralen en vrijwel geen UVBlicht, beschermen zonnebanken niet tegen zonverbranding.
Je moet toch eerst verbranden voordat je bruin kunt worden?
Verbranding door langdurig zonnebaden wordt praktisch alleen door UVB-licht
veroorzaakt, vandaar dat bijna alle zonnebrandmiddelen UVB-filters bevatten.
UVA-stralen leiden veel minder snel tot verbranding, maar werken wel in op de
pigmentcellen van de huid, waardoor men ook bruin kan worden. Maar de mensen
met een lichtere huidskleur (huidtypen I, II en sommigen met type III) moeten eerst
rood worden, voordat ze bruin willen worden. Alleen bij de hogere huidtypen wordt
het bruiningsproces in gang gezet zonder tekenen van verbranding.
Mensen met een lichte huid moeten dus eerst in enige mate verbranden voordat ze
bruin kunnen worden.
Kan de huid verbranden als het bewolkt is of wanneer je onder een parasol
blijft?
Ongeveer 80% van de zonnestralen gaat door wolken of mist heen, zodat je ook bij
bewolkt weer gemakkelijk kunt verbranden. Een strandparasol houdt 40 tot 50%
van de UV-stralen tegen, terwijl de rest van de straling via reflectie en verstrooiing
de huid bereikt. Bovendien laat een parasol ook straling door, afhankelijk van het
soort stof (bijvoorbeeld nylon laat UVB door).
Zelfs bij bewolking of bij gebruik van een parasol kan de huid dus nog verbranden.
Wat is het effect van sneeuw, water en zand op verbranden?
Water, zand en sneeuw reflecteren het zonlicht (zand 20%, sneeuw zelfs 80%),
waardoor meer UV-straling de huid bereikt en er dus sneller verbranding optreedt.
In het hooggebergte is de lucht bovendien ijler, waardoor verbranding nog
gemakkelijker ontstaat. Omdat de zonkracht toeneemt met de hoogte, is het
belangrijk om tijdens een verblijf in de bergen een zonnebrandmiddel te gebruiken
met een aanzienlijk hogere beschermingsfactor (bijvoorbeeld met een factor die 2x
of 3x zo hoog is als wat op zeeniveau wordt gebruikt).
Ook tijdens het zwemmen kan de huid verbranden, omdat UV-licht gemakkelijk
door helder water doordringt. Bovendien spoelen zonnebrandcrèmes in het water
(deels) van de huid af.
Sneeuw, water, zand en verblijf in de bergen vergroten dus de kans op
verbranden.
Wat zijn de nadelige effecten van (kunstmatig en natuurlijk) zonlicht?
Een onmiddellijk effect van teveel UV-licht op de huid is verbranding, waarbij een
pijnlijke roodheid ontstaat en soms zelfs blaren. Dit wordt veroorzaakt door UVBlicht. Door verbrandingen, maar ook door herhaalde (chronische) en overmatige
zonblootstelling wordt de kans op het ontstaan van huidkanker groter. Het gaat
daarbij om een verhoogd risico op een basaalcelcarcinoom of een
plaveiselcelcarcinoom en in mindere mate ook op een melanoom (zie ook de
gelijknamige folders).
2/7
Een ander langetermijneffect van overmatige blootstelling aan UV-licht, is
versnelde huidveroudering. Dit wordt vooral veroorzaakt door UVA-licht, dat het
elastische bindweefsel van de lederhuid beschadigt. Hierdoor wordt de huid dikker
en stugger en ontstaan diepe rimpels. Bovendien gaat dit gepaard met een wat
gele verkleuring van de huid, rode en bruine vlekken en een onregelmatige
pigmentatie (donkere en lichte confetti-achtige vlekjes).
Mensen met een lichte huidskleur zijn het gevoeligst voor al deze veranderingen.
Behalve de huid, kunnen ook de ogen schade lijden door UV-licht. De directe
beschadiging van het hoornvlies heet sneeuwblindheid of las-ogen. Na enkele
tientallen jaren overmatige UV-blootstelling kan staar optreden. Dat is een
blijvende vertroebeling van de lens van het oog.
Hoe kan men zich het beste tegen de zon beschermen?
De beste en meest logische manier om huidbeschadiging door de zon te
voorkómen, is het mijden van sterk, direct zonlicht. Uit de zon blijven dus; in
Nederland vooral tussen 11.00 en 15.00 uur. Dichter bij de evenaar neemt de
hoeveelheid UV-licht toe. Ook op het water, in de sneeuw en op droog zand is de
straling vanwege de reflectie sterker.
Het dragen van wijde kleding met lange mouwen en een breed gerande hoed of
pet beschermt goed tegen de zon. Kleding die goed tegen de zon beschermt, is
dicht geweven. Met een simpele test is dit na te gaan. Houd een kledingstuk tegen
sterk licht. Als er nog lichtpuntjes te zien zijn, kan de bescherming tegen zonlicht te
laag zijn. Donkere kleding voelt wellicht warmer aan, maar is wel veiliger, want het
absorbeert meer licht en dus ook meer UV-straling.
De ogen moeten worden beschermd met een goede zonnebril, die zowel UVA- als
UVB-licht tegenhoudt. Deze UV-bescherming wordt veroorzaakt door een speciaal
laagje dat op de glazen wordt aangebracht en heeft niets te maken met hoe donker
de glazen zijn. Een goede zonnebril hoeft niet duur te zijn, maar geeft wel altijd de
mate van UV-bescherming aan. Een bril die van gewoon glas is gemaakt filtert wel
UVB maar geen UVA. Daardoor kan staar ontstaan. In de bergen en vooral tijdens
wintersport moeten ogen ook goed van de zijkanten beschermd worden.
Kan je met zonnebrandcrème onbeperkt in de zon?
Zonnebrandcrèmes zijn niet bedoeld om langer in de zon te kunnen blijven, maar
om extra bescherming te bieden op momenten dat zonlicht niet vermeden kan
worden.
Zonnebrandmiddelen bevatten stoffen (filters) die UV-straling absorberen of
weerkaatsen. Op een zonnebrandmiddel staat meestal een Sun Protection Factor
(SPF), die kan variëren van 2 tot 50+. Deze beschermingsfactor is het aantal keer
waarmee de verblijfsduur in de zon kan worden vermeerderd zonder te
verbranden. Alle zonnebrandmiddelen met een hogere SPF bevatten stoffen die
als een barrière werken, zoals zinkoxide of titaniumdioxide.
Mensen met een lichte huid kunnen bijvoorbeeld maar vijf minuten in de zon zitten
zonder te verbranden. Met beschermingsfactor 2 kunnen deze mensen dan tien
minuten in de zon blijven en met beschermingsfactor 12 een uur. Bedenk wel dat
de beschermingsfactor alleen op de bescherming tegen UVB-licht slaat! Pas sinds
kort vermeldt een aantal fabrikanten ook een beschermingsfactor tegen UVA-licht,
maar deze bescherming is nooit zo goed als de bescherming tegen UVB-licht.
3/7
Bovendien is gebleken dat mensen veel minder van een zonnebrandmiddel
gebruiken dan de bedoeling is. Door het aanbrengen van een te dunne laag op de
huid is de feitelijke bescherming minder dan van de beschermingsfactor die op de
verpakking staat aangegeven.
In het algemeen wordt aanbevolen om tenminste SPF15 te gebruiken.
Bij felle zon wordt SPF 30 geadviseerd. Maar zelfs met een zonnebrandmiddel kan
men dus niet onbeperkt in de zon blijven.
Hoe vaak per dag moet een zonnebrandcrème worden aangebracht?
De beschermingsfactor (SPF) die op een zonnebrandmiddel vermeld staat, geldt
alleen als het voldoende dik op de huid wordt gesmeerd. Voor een gemiddeld
persoon is dat ongeveer 35ml per keer. Uit onderzoek is gebleken dat de huid het
beste tegen UV-stralen wordt beschermd als het zonnebrandmiddel 15 tot 30
minuten van tevoren zo egaal mogelijk wordt gesmeerd. Heel belangrijk is om dit
na een halfuur of een uur te herhalen. Daarna moet het middel opnieuw worden
aangebracht na bijvoorbeeld zwemmen, hevige transpiratie en afdrogen.
Zonnebrandmiddelen die goed aan de huid kleven, zoals de wat vettere watervaste
middelen, werken effectiever dan de heel dunne, die gemakkelijk van de huid
afspoelen.
Verder is het zo, dat vooral de stoffen die tegen UVA-licht beschermen, inactief
gemaakt worden door het zonlicht en dus na enige tijd niet goed meer werken. Het
advies is dan ook om zonnebrandcrèmes meerdere malen per dag te smeren.
Hoe worden baby’s en kinderen het beste tegen de zon beschermd?
De huid van kleine kinderen is gevoeliger dan die van volwassenen en moet dus
goed beschermd worden. Bovendien zijn de hoeveelheid zonlicht en vooral het
aantal zonverbrandingen die op de kinderleeftijd ontstaan, bepalend voor het risico
op huidkanker op latere leeftijd.
Bescherm baby’s tot 6 maanden zo goed mogelijk tegen direct zonlicht. Dit houdt
in dat ze het beste zoveel mogelijk uit de zon moeten worden gehouden (zeker
tussen 11.00 en 15.00 uur). Verdere bescherming kan door middel van
bijvoorbeeld kleding, hoedjes en parasollen. De gebruikte stoffen moeten dicht
geweven zijn en armpjes en benen bedekken. Er wordt geadviseerd om bij baby’s
tot 6 maanden géén zonnebrandcrèmes te gebruiken.
Voor kinderen van 6 maanden en ouder gelden in principe dezelfde regels als voor
volwassenen, dus op het heetst van de dag uit de zon blijven, wijde kleding met
lange mouwen en een hoedje of pet. Zonnebrandmiddelen, liefst watervast en
tenminste factor 15, kunnen het best regelmatig opnieuw worden gesmeerd, zeker
wanneer de kinderen in het zand of het water spelen. Babyolie biedt geen goede
bescherming tegen de zon, en kan zelfs zonbranding veroorzaken.
Ook voor kinderen is het verstandig om een zonnebril te dragen, die tegen UVA en
UVB beschermt.
Beschermen zonnebrandmiddelen tegen huidkanker en versnelde
huidveroudering?
Zonnebrandmiddelen houden UVB-licht en deels ook UVA-licht tegen en
beschermen daarmee tegen huidkanker en versnelde huidveroudering. Ze kunnen
huidkanker en huidveroudering echter niet volledig voorkómen. Daar zijn twee
redenen voor. In de eerste plaats wordt niet elke vorm van huidkanker veroorzaakt
door UV-straling, en in de tweede plaats geven zonnebrandmiddelen geen
volledige bescherming. Bovendien zorgen deze middelen ervoor dat veel mensen
hiermee juist langer in de zon blijven, zodat de huid ongemerkt toch een te hoge
UV-dosis krijgt.
4/7
Hoe zit het met de “gezonde” kant van de zon: Vitamine D?
Zonlicht veroorzaakt bij de meeste mensen een blij gevoel, zeker in een gematigd
klimaat zoals in Nederland. Niet alleen het licht, maar ook de warmte veroorzaakt
een aangenaam gevoel. Ook is zonlicht nodig om het lichaam goed te laten
werken. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk vitamine D:
Vitamine D is noodzakelijk om gezond te blijven en wordt gemaakt in de huid onder
invloed van zonlicht. Het komt ook voor in bepaalde voeding (zoals diverse vette
vissoorten, boter, melkproducten, etc). Daarnaast is het beschikbaar als
voedingssupplement en wordt het onder andere geadviseerd voor baby’s die
moedermelk krijgen en voor moeders die borstvoeding geven.
Vitamine D staat momenteel erg in de belangstelling. Er is nog veel onduidelijk
over welke mensen een risico lopen op een vitamine D tekort. Temeer omdat
vitamine D zowel via de voeding als via zonlicht aangemaakt wordt. Het lijkt
aannemelijk dat vooral mensen met een donker huidtype in Nederland een risico
lopen op een vitamine D tekort ten gevolge van een relatief tekort aan
zonlichtblootstelling. Hun donkere huid houdt immers veel zonlicht tegen. Voor
mensen met een licht huidtype is een korte blootstelling aan zonlicht van dagelijks
ongeveer 15 minuten (zie KWF rapport ) genoeg voor de aanmaak van voldoende
vitamine D. Voor mensen met een donkerder huidtype (en hun kinderen) is dat
waarschijnlijk te weinig.
Ouderen (> 80 jaar) lopen door hun vaak spaarzame voeding een groter risico op
vitamine D tekort. Als zij bovendien dan ook nog weinig buiten de deur komen, is
die kans extra groot. Daar komt bij dat zij een dunnere huid hebben die minder
vitamine D kan aanmaken en dat zij hun huid grotendeels bedekken. Voor hen
geldt bovendien dat zonbescherming niet echt zinvol meer is (immers de kans dat
op oudere leeftijd ontstane huidmutaties zich nog kunnen ontwikkelen tot
huidkanker, is klein).
Er is echter nog heel veel onduidelijk over vitamine D, de gevolgen van een
vitamine D tekort en welke mensen nu precies een risico hierop hebben. De
Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) deelt dan ook
de mening van internationale dermatologen ten aanzien van huidkanker en
vitamine D: mensen met een licht huidtype zouden er goed aan doen hun huid
optimaal te beschermen tegen (overmatig) zonlicht.
Een dagelijks kortdurend (ongeveer 15 minuten) blootstellen van gezicht/handen
aan zonlicht kan een tekort aan vitamine D bij hen voorkomen. Er is hierbij een
verschil tussen zonblootstelling en zonnebaden. Mensen met een donker huidtype
en/of mensen die nauwelijks buiten komen (of hun huid nagenoeg volledig met
kleding bedekken), lopen mogelijk een risico op vitamine D-deficientie. De NVDV
adviseert deze mensen om een vitamine D-voedingssupplement (vitamine D
tabletje/druppels) te gebruiken.
5/7
Zo zon je verstandig:
• Geniet van de zon, maar voorkom te veel blootstelling aan zon en verbranding.
• Laat de huid voorzichtig wennen aan de zon.
• Bescherm uw huid: denk aan beschermende kleding, een zonnehoed en een
zonnebril met UV-werende glazen.
• Smeer onbedekte huid royaal in met een anti-zonnebrandmiddel met een voor
u geschikte beschermingsfactor.
• Herhaal het insmeren elke twee uur, of vaker bij sterke transpiratie of na het
zwemmen en afdrogen.
• Ga niet onbeschermd in de volle zon tussen 12 en 15 uur, zoek dan liever de
schaduw op.
• Vermijd de zonnebank.
• Vermijd de zon (en zeker de zonnebank) als de huid vreemd reageert met
bijvoorbeeld uitslag, jeuk of snelle verbranding. Raadpleeg zo nodig een arts.
• Bij sommige huidaandoeningen helpt UV-straling, bij andere juist niet. Vraag
advies aan een huidarts.
• Let op de sterkte van de zon – de zonkracht. Hoe sterker de zonkracht, hoe
groter de kans op verbanding.
• Kinderen/ Jongeren en zon: Een jonge huid is het extra waard om zuinig op te
zijn.
Meer informatie
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de volgende websites:
www.KWF.nl
www.melanoom.nl
www.skincancer.org
www.checkjevlekje.nl
Vragen
Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie? Belt u
dan gerust naar de polikliniek Dermatologie. Wij zijn van maandag tot en met
vrijdag van 08.30 – 12.15 en van 13.15 – 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer
0543 54 42 75.
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen,
hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft,
mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling
betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat
voor uw behandeling nodig is.
Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en
verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat
kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte
ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen.
Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’,
verkrijgbaar op de afdeling.
6/7
Adresgegevens SKB
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Bezoekadres:
Beatrixpark 1
7101 BN Winterswijk
Postadres:
Postbus 9005
7100 GG Winterswijk
T 0543 54 44 44
F 0543 52 23 95
E-mail [email protected]
Website www.skbwinterswijk.nl
De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en
Venereologie (NVDV)
_________________________________
foldernummer : der 500 versie: juni 2015
7/7
Download