100% GAZET NONPROFIT PROFESSOR PAUL VERHAEGHE “WINST MAG NIET DE MOTIVATIE ZIJN OM VOOR MENSEN TE ZORGEN” 100% NONPROFIT 4 PROFESSOR PAUL VERHAEGHE WIL GEEN COMMERCE IN DE ZORG 6 DIRECTEUR GEERT POLFLIET WIL GEEN COMMERCE IN DE ZORG 2 8 WERKNEMERS WOUTER BERNAERTS EN MATTHIEU ROELANDS WILLEN GEEN COMMERCE IN DE ZORG 10 VERMAATSCHAPPELIJKING VAN DE ZORG 12 MINI-ZORG. WIE WORDT DAAR NU BETER VAN? 13 WIN “DE LAATKOMER” VAN DIMITRI VERHULST 14 RECEPT 15 16 FACEBOOKMAN Scampi met venkel en prei in een sausje met vanille en saffraan ADRESSEN Edito Zondag 25 mei 2014 is niet meer zo ver weg. Jij en ik, en alle andere mensen die hun stem uitbrengen bepalen zo welke politiek verkozenen de komende jaren de touwtjes in handen zullen hebben. En ja, dus ook welke kant het op zal gaan met zorg, welzijn en cultuur. En ja, dus ook voor alle werknemers die elke dag met hart en ziel instaan voor zorg, welzijn en cultuur. Het raakt zelfs alle mensen die je kent, letterlijk van op hun geboortedag tot in de herfst van hun leven. Wij voelen gelukkig niet de minste behoefte om aan politieke beloftes te moeten doen. Voor ons tellen maar drie dingen: wat er in werkelijkheid gebeurt, wat er niet gebeurt, of wat er moet gebeuren. Onze spandoek “Wie neemt het op voor zorg en welzijn?” is een veel gebruikte actie-spandoek, en zeker niet zomaar een slogan. Het is een statement. Het betekent dat de LBC-NVK non-profit de politiek verantwoordelijken, wie dat ook zullen zijn, elke dag nauwlettend in de gaten zal houden. Zien wat ze ervan zullen maken. We zullen overleggen en onderhandelen waar het kan en met actie bijsturen als het moet. Het betekent, in al zijn concrete vormen en in alle sectoren van de non-profit, stevig opkomen voor de basis van een samenleving waarin solidaire en kwaliteitsvolle zorg en welzijn voor iedereen voorop staan. Zal de overheid de deur verder open zetten, of ze zelfs galant -en gênant voor hun eigen falen- open houden, om commerciële bedrijven de komende jaren vrij spel te geven in zorg en welzijn? Zal dat beter zijn voor wie zorg en welzijn nodig heeft? Of wie wordt er dan wel beter van die cocktailshake van zorg en winst? Daarover laten we in dit themanummer van de non-profit gazet niet alleen werknemers en een bekende professor aan het woord, maar geven we ook ruimte aan een directeur van een rusthuis. “Commerce in de non-profit”, of “Van solidariteit word je beter”? Voor ons staat solidaire zorg niet te koop! Mark Selleslach Nationaal secretaris LBC-NVK non-profit NON-PROFIT GAZET ++ LENTE 2014 DE NON-PROFIT GAZET VERSCHIJNT DRIE KEER PER JAAR EN IS EEN UITGAVE VAN DE LBC-NVK NON-PROFIT, DE VAKBOND VAN DE WERKNEMERS IN ALLE SECTOREN VAN ZORG, WELZIJN EN CULTUUR. [email protected] HOOFDREDACTEUR: MARC WOUTERS WERKTEN AAN DIT NUMMER MEE: GEERT DE WORTELAER, HANNE RIJKERS, MAARTEN BRYS, MARC WOUTERS, MARK SELLESLACH, MARTIN STANDAERT EN PETER DARIN V.U. MARK SELLESLACH SUDERMANSTRAAT 5, 2000 ANTWERPEN 3 100% NONPROFIT DE PROFESSOR WIL Waarschijnlijk (her)kent u deze psychoanalyticus en hoogleraar psychodiagnostiek aan de universiteit van Gent niet. Toch is de kans bijzonder groot dat u zijn laatste boek in de supermarkt bij de bestsellers hebt zien staan. In “Identiteit” fileert Paul Verhaeghe onze samenleving die mensen opdeelt in winnaars en losers. De neoliberale maatschappij met zijn klemtoon op het individu, op materieel succes en op een dodelijke competitiviteit, maakt de mensen ziek. Hoezo, professor, het probleem ligt dan helemaal niet bij ons? 4 Vandaag lijkt iedereen te vinden dat gezond of ziek zijn een zaak is van het individu. Het is de verantwoordelijkheid van het individu. Die aanname is ondertussen uitgegroeid tot een politieke overtuiging. Als ziekte een zaak van het individu is, dan gaat alle aandacht naar de behandeling van dat individu en zijn of haar aandeel in de ziekte. De volgende stap is dat er met een beschuldigend vingertje gewezen wordt: iemand wordt dan ziek omdat hij of zij een verkeerde levensstijl heeft of zich te weinig inzet of geen karakter heeft. Op die manier worden zieken een last waarvan onze maatschappij (lees: onze economie) dan het slachtoffer dreigt te worden. Het leggen van de oorzaken van ziekte bij het individu alleen is helemaal fout. Mensen zijn natuurlijk nooit alleen maar slachtoffer maar problemen zijn minstens voor een stuk een effect van de omgeving. Kan u daar een voorbeeld van geven? Stress is één van de grote ziektes van onze tijd. Heel veel mensen hebben er last van. Werknemers die te lang last hebben van stress gaan er op een PAUL bepaald moment mentaal onderdoor en moeten aankloppen bij een psycholoog. Een groot deel van de psychologische modellen gaat ervan uit dat niet stress het probleem is maar de manier waarop individuen ermee omgaan. Het probleem ligt dan bij de werknemers. Zij zijn niet weerbaar genoeg. Voor mij is stress de beroepsziekte van deze tijd. De hoofdoorzaak ervan is de manier waarop in onze maatschappij de arbeid georganiseerd wordt. Je kan proberen stress op een individueel niveau aan te pakken, maar daar los je niks mee op. Je moet het probleem collectief aanpakken, anders kan je bezig blijven. Hoe ziet u dat concreet? Werknemers moeten meer tijd krijgen. Heel het idee van steeds meer op steeds minder tijd is gewoon fout. Daarnaast tonen verschillende studies aan dat de stress binnen een werksituatie niet zozeer te maken heeft met het werk op zich maar wel met de manier waarop het georganiseerd wordt. Laat werknemers mee beslissen over de invulling van hun taken en werkuren en je ziet veel minder VERHAEGHE GEEN COMMERCE IN DE ZORG Wie vandaag de juiste diploma’s heeft en heel veel geld verdient heeft het gemaakt. Alle anderen zijn losers. Het neoliberalisme maakt mensen dan ook letterlijk ziek. In zijn boek analyseert professor Verhaeghe de gevolgen van 30 jaar neoliberalisme op de werknemers en de mensen van vandaag. ziekteverzuim. Een tijdje geleden zag ik een documentaire over het tekort aan verpleegkundigen. Men toonde ziekenhuizen die een chronisch tekort aan verpleegkundigen hebben en als oplossing verpleegkundigen importeren uit Oostbloklanden. Men liet ook een ziekenhuis zien waar geen tekort aan verpleegkundigen was. Het grote verschil was dat in dat laatste ziekenhuis de werknemers veel meer zeggenschap hadden. Die verpleegkundigen hadden veel minder last van stress. Dat is een belangrijke vaststelling. De hele arbeidsorganisatie wordt nu vaak top-down geregeld en dat is niet goed. Hoe zou u de zorg organiseren? We moeten durven nadenken over een arbeidsorganisatie waarbij je werknemers veel meer verantwoordelijkheid geeft. De druk om altijd meer te presteren in minder tijd moet verminderen en we moeten de nadruk leggen op kwaliteit. Kwaliteit in de zorg is ook iets wat niet herleid moet worden tot een aantal meetbare criteria. Kwaliteit in de zorg is per definitie vaak niet meetbaar. In Nederland gaat men nochtans heel ver in dat meetbaar maken van kwaliteit in de zorg. Alles wordt er uitgedrukt in zorgminuten en alles moet gemeten worden. Die obsessieve aandacht voor cijfers is typisch voor het neoliberalisme en is een goede manier om echte kwaliteit in de zorg om zeep te helpen. Finaal blijft het toch zo, dat bijvoorbeeld de poetsvrouw in het ziekenhuis aan het opgelegde aantal gepoetste kamers moet geraken? Voor mij speelt daar de vraag waar het meeste belang aan gehecht wordt. Krijgt een poetsvrouw ook de kans om een sociale functie te vervullen? Door alles te gaan meten en door de werkdruk zo hoog te leggen verdwijnt die mogelijkheid. Die poetsvrouw zal heus niet in elke kamer babbelen, laat ze daar zelf over beslissen. Laat ze haar job zo veel mogelijk zelf invullen. Ideaal geldt dat voor zoveel mogelijk deelnemende partijen, ook de werkgevers en zorgbehoevenden. Laat iedereen een stukje zeggenschap hebben over zijn eigen aandeel. De beste organisatievorm om samen te ondernemen in zorg en welzijn zal altijd een coöperatieve zijn, het ‘samen’ maken van meer welzijn. Een coöperatie zal zich altijd daarop richten en niet op het maken van altijd maar meer winst voor de aandeelhouders. Wat vindt u van commerce in de zorg? Ik ben daar vrij radicaal in. Zorg, welzijn, cultuur en onderwijs zijn geen sectoren die aan de commerce overgelaten mogen worden. Het maken van winst voor aandeelhouders mag niet de motivatie zijn om voor mensen te zorgen. Die sectoren zijn een verantwoordelijkheid van de gemeenschap en moeten ook door de gemeenschap gedragen worden. Als we in die sectoren de commerce toelaten, gaan we naar een Amerikaans model waar alles gericht is op het maken van zoveel mogelijk winst. Dat leidt tot een opsplitsing in goede en kwalitatieve zorg voor mensen die veel geld hebben. Mensen die dat geld niet hebben vallen uit de boot. Dat is niet de maatschappij waarin ik wil leven. 5 100% NONPROFIT 6 DE DIRECTEUR WIL GEERT POLFLIET Van opleiding is hij diëtist maar vandaag is hij vooral een trotse grootvader én directeur van rusthuizengroep vzw Placidus in het Gentse. In de Panorama-uitzending over de wantoestanden in commerciële rusthuizen van vorig jaar nam hij geen blad voor de mond. Goed ondernemen in de zorg, hoe moet dat volgens u? Het gaat er vooral over een goede drive te hebben, ondernemend en waardengedreven te zijn. Welke diploma’s plak je daar op? Die vormen bij ons niet de basis. Dat zijn onze streefdoelen, empathie en natuurlijk de kwaliteit van onze organisatie. Wij willen vandaag de beste zijn maar morgen ook nog. En dat kan je bereiken door je vooral in te leven in wat mensen verlangen. Wat leeft er? Wat maakt mensen gelukkig? Je moet als het ware overal ‘je oren en ogen gebruiken’. Vragenlijsten heb je daar niet voor nodig hoor, om te zien of mensen gelukkig zijn. Wat maakt uw bewoners gelukkig? Door omringd te worden met gelukkige mensen. Daarom is onze slogan ook ‘Met gelukkige mensen, mensen gelukkig maken’ en dat trachten wij te realiseren met ons 37R-verhaal (lees: trendsetter). Dat staat voor drie waarden en zeven uitdagingen om onze doelstellingen te realiseren. Onze drie waarden zijn liefde, verantwoordelijkheid en creativiteit. Wat het zo aantrekkelijk maakt om volgens die drie waarden te werken, is dat het een verlengde is van de thuissituatie, ‘waar streven we naar?’ Naar liefde. Wij stellen nogal gemakkelijk de vraag: ‘hoe zou je het thuis oplossen?’ GEEN COMMERCE IN DE ZORG Hoe zou jij de zorg organiseren? Bejaardenzorg kan volgens mij veel goedkoper. We kunnen veel meer mensen bereiken met hetzelfde budget. Heel wat verpleegkundigen bij ons doen taken die een huismoeder ook zou kunnen doen. Men zegt ‘professionele zorg moet professioneel gedaan zijn’. Welk diploma moet je dan hebben? Voor bepaalde zaken zijn verpleegkundigen bij ons zelfs niet opgeleid. Nu beginnen ze bijvoorbeeld over empathie te praten in de scholen, maar veel van onze mensen kennen dat niet eens. Waar ik wil toe komen is dat het rendement van onze instellingen heel sterk afhankelijk is van de mix van de profielen, namelijk zware en lichtere zorgprofielen. Er zijn veel mensen met een licht zorgprofiel die ook heel veel zorg nodig hebben en thuis niet kunnen functioneren. Omdat rusthuizen veel minder geld krijgen om die lichtere profielen op te vangen, worden die mensen geweigerd. Wij nemen die mensen nog op. Maar die rusthuizen met enkel zwaar zorgbehoevenden. Dat zijn dan de goudhaantjes hé. Dus de norm moet veranderen? Ja die kan compleet anders ingevuld worden. Je kan bijvoorbeeld kansengroepen bij ons inzetten in het systeem van levenslang opleiden. Het enige wat je moet hebben zijn een paar goede creatieve mensen en geen bureaucraten. Het grote probleem is dat men wil meten met zaken die objectiveerbaar zijn. We krijgen kwaliteitsindicatoren opgelegd die voor de bewoners niks betekenen. Wie komt er nu naar een rusthuis met de vraag ‘hoe zit het met de valpreventie?’ Dat is geen kwaliteitsperceptie voor onze bewoners hé. Dat is gewoon meters inbouwen om meters te hebben. Ik zeg het: bejaardenzorg kan veel efficiënter. ben in onze organisatie. Wij zijn kunnen beginnen in de ruïnes van congregaties en moesten de gronden niet aankopen. Commerciële bedrijven moeten starten vanaf nul. Ze trekken middelen aan om dat te kunnen doen en moeten daar een serieus rendement op betalen. Dat rendement wordt dan geëist door de aandeelhouders. Sommige van die commerciële rusthuizen, en dat is het meest verontrustende, zijn nu volop bezig met op de financiële markt te komen om aan exploitatie te doen. Daar moeten ze ook geld voor hebben. Als je dat alles uit je exploitatie moet halen plus nog eens reserves opbouwen, dan kom je in zeer gevaarlijke en labiele situaties terecht. Ze gaan het geld halen bij de bewoners en de medewerkers of aan kwaliteit inboeten. Dat klinkt niet zo positief... Ik vermoed dat het een beetje is zoals met een slingerbeweging. Toen ik 25 jaar geleden begonnen ben, was er ook een zeer sterke commercialisering die dan na een tijdje stil viel. Er gingen serviceresidenties komen en dat werd hét nieuwe rusthuis en dé nieuwe standaard. Onze rusthuizen zouden volledig verdwijnen. Welgeteld tien jaar later heb ik een serviceresidentie uit het faillissement overgenomen. Ik verwacht dat traject terug. We leven in een neoliberaal economisch kapitalistisch systeem dat gebaseerd is op een groei-economie, vrij vertaald: rampeconomie. Je kan niet groeien tot in de wolken, er ontstaan economische drama’s en dat heeft dan weer sociale drama’s tot gevolg. Is er plaats voor commercialisering in de zorg? Wij hebben altijd rendementen gehaald die vergelijkbaar zijn met de commerciële sector. Het verschil is dat wij die rendementen altijd geïnvesteerd heb- Herbekijk de uitzending van Panorama over de (gevolgen van de) commercialisering in de rusthuizen. 7 100% WERKNEMERS WILLEN NONPROFIT Logopedist Wouter Bernaerts en verpleger Matthieu Roelands weten als geen ander via welke listige wegen de commerce in de zorg probeert binnen te sluipen. In respectievelijk de Antwerpse ziekenhuizen ZNA Sint-Elisabeth en GZA SintAugustinus werden ze er mee geconfronteerd. Hun verhaal toont aan dat de vakbond en de werknemers de commerce met succes uit de zorg kunnen houden. 8 Wat was er in jullie ziekenhuizen precies aan de hand? prestigieus project “roomservice” op te starten. Wouter: Bij ons was het eigenlijk een combinatie van twee zaken. In 2008 probeerde de directie het onderhoudspersoneel in een aparte vzw onder te brengen. Daardoor zouden die werknemers niet meer onder het paritair comité van de ziekenhuizen vallen maar onder een ander paritair comité met veel slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden. Een duidelijk geval van sociale dumping dus. Beide pogingen zijn op een ongelofelijke sisser afgelopen. Vooral het Sodexo-verhaal was een voorbeeld van hoe het in de zorg vooral niet moet. Het was kwalitatief en financieel een fiasco. Wij voelen er in het ziekenhuis nog altijd de gevolgen van. Heel de sector heeft daaruit kunnen leren. Een tijdje later maakte de directie een overeenkomst met Sodexo, een multinational die in België vooral gekend is als uitgever van maaltijdcheques maar in het buitenland onder andere privégevangenissen beheert. De bedoeling daarvan was om een Mathieu: In de rusthuizen van GZA werkten iets meer dan 18 fulltime equivalenten in de technische dienst. Bij de fusie van de woonzorgcentra vond de directie dat ze de technische dienst moest reorganiseren. Om aan kostenbeheersing te doen moest alle technische werk met zes werknemers gedaan worden. Grotere projecten werden sowieso uitbesteed, maar nu wil de directie ook de storingsdienst uitbesteden. En onlangs kregen we te horen dat ze binnenkort met onze keukens hetzelfde van plan is. De directie wil een grote centrale keuken bouwen. Daar maakt men het eten voor alle instellingen van GZA, maar wel met goedkoper personeel. Dat moeten we zeer goed in de gaten houden, want dat kan absoluut niet. Wat hebben jullie daar concreet tegen gedaan? Matthieu Roelands Wouter: Tegenover Synartis hebben N GEEN COMMERCE IN DE ZORG tegen commercialisering organiseren? Wouter Bernaerts wij de hele sector gemobiliseerd. We hebben een cao afgedwongen om de werkzekerheid van ons personeel in de sector te verzekeren. Bij het project “roomservice” was dat veel moeilijker omdat het een aanbod was aan de patiënt, maar er werd ook een deel van ons personeel uitbesteed. Het was een bedreiging van de kwaliteit van onze dienstverlening. We hebben toen zelf het personeel en de patiënten bevraagd. De conclusie was dat het totaal niet haalbaar, te duur, niet kwaliteitsgericht en niet patiëntvriendelijk was. Mathieu: We zijn niet op straat gekomen, maar hebben wel diverse onderhandelingssessies met de directie gehad. Er is wel wat actie gevoerd door publiciteit te maken, maar dan vooral bij de betrokken mensen zelf. Het proces is nog lopende maar op dit moment is het onderhandelingsresultaat al wel goed. We hebben ervoor kunnen zorgen dat de mensen van de technische dienst voorlopig toch al zeker zijn dat ze hun job kunnen houden. Hoe moet de vakbond zich Wouter: Je moet bijzonder alert zijn, niet alleen naar de zorg toe maar ook naar de ondersteunende diensten want die worden anders gefinancierd. Ten tweede is het belangrijk om een goed contact te houden met het management. Je moet op de hoogte blijven. Dat was bij ons toen zeker niet het geval. Het derde punt is dat het belangrijk is om duidelijk te zeggen wat je aanvaardbaar vind en wat niet. Wij hebben dat ook in een cao gestoken tot 2014. Als we met uitbesteding te maken krijgen kunnen we ons baseren op de uitgangspunten van die cao. Als laatste is het belangrijk om je als sector te organiseren. Als er een duidelijk geval is van dreigende commercialisering, dan sta je als instelling alleen veel sterker met de steun van collega’s uit andere instellingen van de sector. We moeten ons goed organiseren en dat kan via een sterke vakbond. Solidariteit is enorm belangrijk. Mathieu: Het allerbelangrijkste is om via onze vertegenwoordigingen op alle vlakken de vinger aan de pols te houden en zoveel mogelijk een invloed proberen te hebben op de loop der dingen. We kunnen er niet tegen zijn dat een vzw op een rendabele manier werkt, want je kan niet met verlies draaien. Maar de middelen die er zijn moeten op een ethische manier besteed worden en daar heeft de vakbond een heel belangrijke stem in. Het rendement van een gezonde organisatie moet opnieuw transparant geïnvesteerd worden in de organisatie zelf. 9 100% VERMAATSCHAPPELIJKING NONPROFIT Vermaatschappelijking van de zorg is hot. Politiekers hebben er de mond van vol. Maar wat bedoelen ze eigenlijk. En vooral, worden wij daar met zijn allen beter van? 10 Wij zijn allemaal sociale en zorgzame wezens. Zorg dragen voor kinderen, ouderen, broers of zussen en kennissen, vrienden of buren zit ingebakken in onze natuur. Het is ook niet meer dan normaal dat mensen met beperkingen, chronisch zieken of kwetsbare ouderen een zinvolle plek kunnen en mogen innemen in onze samenleving. Dat ze daarbij waarschijnlijk hier en daar wat ondersteuning nodig hebben spreekt voor zich. Zo kunnen grootouders bijspringen in de opvang van de kleinkinderen. Of later kunnen kinderen een deel van de zorg voor hun ouders op zich nemen. Op het eerste zicht is het hele idee van vermaatschappelijking van de zorg zo vanzelfsprekend dat je je kan afvragen of het wel zo nieuw is. Vermaatschappelijking van de zorg als reminder in deze dolgedraaide maatschappij dat we ook wel eens wat meer of beter voor elkaar kunnen zorgen, daar is dan ook niets mis mee. Maar dat is niet wat de politiekers bedoelen. Zij gaan ervan uit dat de staat veel te veel zorgvragen op zich heeft genomen. Zorg wordt in hun visie best verleend in de vertrouwde omgeving door mantelzorgers, dat zijn mensen die het dichtst staan bij wie zorg nodig heeft. Met wat slechte wil zou je die visie kunnen zien als een enorme besparingsoperatie waarbij de overheid één van haar kerntaken (het verlenen van zorg aan diegenen die die zorg nodig hebben) afschuift op u en ik. Maar wacht eens even, betalen wij niet juist belastingen zodat de overheid een solidair systeem van zorg en welzijn kan uitbouwen waar iedereen beter van wordt? VAN DE ZORG Voldoende gekwalificeerde zorg zal altijd absoluut nodig blijven. De vergrijzing en de stijging van de zorgnoden en de toename van de zorgzwaarte zorgen ervoor dat er de komende jaren trouwens nog serieus bijkomend in geïnvesteerd zal moeten worden. Want, hoe je het ook draait of keert, niet alle zorg kan verleend worden door de omgeving, hoe goed die omgeving dat ook bedoelt. De stijging van zware zorgnoden kan nooit door mantelzorg opgevangen worden. Dat aandeel aan zorg dat niet door mantelzorg kan opgevangen worden, wordt voortdurend onderschat. Bovendien hebben mantelzorgers in een aantal gevallen zelf ook gekwalificeerde ondersteuning nodig. Als dat allemaal niet gebeurt dan betekent vermaatschappelijking van de zorg niets meer of minder dan “doe alles zelf” of “trek uw plan”? Iedereen die denkt dat vermaatschappelijking van de zorg een besparing oplevert is blind voor de realiteit of, wat nog veel erger is, verbergt bewust een belangrijk deel van het verhaal. Trouwens, bent u in staat om zorg te kunnen geven? De grote meerderheid van de Vlamingen moet elke dag hard werken om ervoor te zorgen dat op het einde van de maand alle rekeningen betaald zijn. Onze dagelijkse ratrace zorgt ervoor dat werkgerelateerde stress één van de ziektes van onze tijd is. Geen ideale situatie om er nog de zorg voor je ouders bij te nemen of even boodschappen te gaan doen voor de slecht te been zijnde buurvrouw. Er zitten wel meer gaten in het politieke verhaal over vermaatschappelijking. Alle politiekers willen dat u en ik langer aan het werk blijven. Hoe rijm je dat met grootouders die zorg voor hun kleinkinderen op moeten nemen? Of hoe rijm je dat met de grote jeugdwerkloosheid tout court? Al lang voor vermaatschappelijking van de zorg een modewoord werd zorgde de LBC-NVK er in de sector van zorg, welzijn en cultuur voor dat werknemers die dat wilden tijdelijk zorg voor ouders of kinderen op konden nemen. Daarvoor bouwden we het stelsel van tijdkrediet uit. Om ervoor te zorgen dat werknemers in de zorg en welzijn hun job langer zouden volhouden zorgde de LBC-NVK ervoor dat zij recht kregen op extra verlofdagen. Met enorm succes trouwens. Willen politiekers dat u en ik de ruimte hebben om wat meer zorg te kunnen verlenen dan zullen ze die stelsels nog veel meer moeten uitbreiden en veralgemenen. 11 De grote afwezige in het politieke verhaal over vermaatschappelijking van de zorg is de (M/V) die vandaag al elke dag opnieuw het beste van zichzelf geeft in de sector van zorg, welzijn en cultuur. Werken in de zorg is vaak meer dan zomaar een job en verdient dan ook gerust heel wat maatschappelijke waardering en goede loonen arbeidsomstandigheden. Gewoonste zaak van de wereld voor de man in de straat, afwezig in de hoofden van de politiekers. Daar is alleen plaats voor ondernemers en zorgbedrijven. Dat in België meer dan 1 op de 10 werknemers werkt in de sector van zorg, welzijn en cultuur is een detail dat hen blijkbaar ontgaat. Mini-zorg wie wordt daar nu beter van? 10 De mini-mode is helemaal terug. Mini-jobs, mini-koopkracht, mini-overleg, mini-overheid, mini-zorg. Alleen voor flexibiliteit, bonussen, afscheidspremies en toplonen mag het nog maxi zijn. www.miniisback.be VAN EIT ARIT SOLID JE WORDER E B T ‘De laatkomer’ van Dimitri Verhulst Om zich alsnog te kunnen verzoenen met zijn leven, verlaat Désiré Cordier het pad zoals dat richting graf voor hem was uitgestippeld. Hij neemt wraak op zijn matte, liefdeloze burgermansbestaan door te doen alsof hij dementeert. Zijn gevoel van eigenwaarde, dat door zijn huwelijk was aangetast, wint hij terug als hij op een heuglijke dag, gezond en wel, in een tehuis voor seniele bejaarden wordt geplaatst. Hij belazert de kluit op virtuoze wijze door zich voor te doen als demente en incontinente grijsaard die op zijn einde afstevent. De rol van zijn leven, en die wordt nóg veelbelovender als er opeens een demente jeugdliefde in het tehuis opduikt. Win het boek! Hier op de redactie zijn wij in elk geval helemaal weg van het laatste boek van Dimitri Verhulst. Dat het onderwerp past in het kader van deze gazet is dan ook nog eens mooi meegenomen. Naar eigen zeggen schreef Verhulst het boek na een reeks bezoeken aan bejaardentehuizen. Daar zag hij dat het personeel onderbetaald en onderbemand is. Van de uitgeverij kregen wij 5 exemplaren en jij kan daar eentje van winnen! Om het boek van Dimitri Verhulst te winnen mail je als de vliegende bliksem jouw antwoord op onderstaande vraag naar [email protected]. “Hoeveel blote billen tel je op de cover van Verhulst zijn bekende boek ‘De helaasheid der dingen’? “ 13 Scampi met venkel en prei in een sausje met vanille en saffraan 14 Ik weet niet wat Belgen hebben met scampi’s. Blijkbaar worden ze in dit landje nogal gesmaakt. De oudere bereidingen van scampi worden op wittewoede.be nog vaak gelezen. Reden te meer om er nog eentje te publiceren. Misschien een wat ongewone combinatie, maar zeer lekker en bovendien snel klaar. Bereiding Voor 6 personen 1 venkelknol 1 stoofprei Boter peper en zout 1 vanillestokje Pel de scampi’s en verwijder het darmkanaal. Snij ze langs de dikke kopzijde in tot de helft. Besprenkel met 30 scampi’s wat citroensap en zet even weg. 300 ml room Was de venkel en de prei en snij de groenten fijn. 1 tot 2 doosjes saffraan Schraap het merg uit het vanillestokje en voeg dat toe aan de room. gehakte peterselie Wok de scampi op een zeer hoog vuur in wat boter en sap van 1 citroen kruid met peper en zout. Zet de scampi opzij en dek af met wat folie. stukjes kerstomaat Wok de venkelstukjes in wat boter tot ze knapperig zijn, hou ze warm en leg ze apart. Wok de prei kort en overgiet met de room. Leg het vanillestokje erbij en laat gedurende enkele minuten licht opkoken. Roer het saffraanpoeder erdoor. Kruid met peper en zout en voeg het overgebleven citroensap toe. Voeg de scampi erbij tot ze terug voldoende opgewarmd zijn. Verwijder het vanillestokje. Leg een bedje van venkel op een warm bord. Daarop schep je 5 scampi per persoon en overgiet met wat saus. Werk af met de fijngehakte peterselie en wat stukjes kerstomaat. Dien op met wat Frans brood. Met rijst en wat meer scampi’s wordt het een volwaardig hoofdgerecht. Smakelijk. En, facebookman, CHECK OUT Nele Van den Broeck maakte een protestsong tegen commercialisering in de zorg. Als vooral de winst telt in de zorg, wordt dan de goedkoopste remedie de beste? Kiest je dokter dan voor amputatie bij een teenbreuk? Neles song is grappig én pijnlijk. En verdient vooral veel hogere kijkcijfers. Google ‘youtube zorg nele’. VOLG ONS welk stukje wereldwijd web ga je deze keer met ons delen? + wittewoede.be + onthaalouders.be + lbc-nvk.be + twitter.com/#!/wittewoede + www.facebook.com/wittewoede.be + www.facebook.com/lbcnvkactueel + www.youtube.com/wittewoede + www.flickr.com/photos/wittewoede Een andere ‘must visit’ is onze nieuwe facebookgroep ‘Je werkt in de zorg als…’ Je zag ze allicht ook al, de nostalgische facebookgroepen waar bewoners van een bepaalde gemeente of dorp herinneringen ophalen aan vervlogen tijden. Er doken al snel varianten op, voor werknemers van een bepaald bedrijf of een bepaalde sector. De groep voor wie werkt in zorg en welzijn vind je op https://www.facebook.com/ groups/jewerktindezorgals/ 100% NONPROFIT wittewoede.be alle nieuws uit de non-profit door de lbc-nvk 15 Je werkt in de zorg, welzijn of c u l t u u r? De LBC-NVK i s jo u w vakbond. WORD LID. acv-csc.be lbc-nvk.aalst@ , F 03 220 88 01 T 053 73 45 20 [email protected] lbc-nvk.antwerp, F 03 220 88 02 T 03 222 70 00 @acv-csc.be lbc-nvk.brugge, F 03 220 88 04 T 050 44 41 66 @acv-csc.be lbc-nvk.brussel , F 03 220 88 05 T 02 557 86 40 csc.be [email protected] F 03 220 88 19 T 03 765 23 71, acv-csc.be lbc-nvk.gent@ , F 03 220 88 08 00 43 5 26 09 T -csc.be acv e@ all k.h lbc-nv , F 03 220 88 06 T 02 557 86 70 @acv-csc.be lbc-nvk.hasseltF 03 220 88 09 T 011 29 09 61, acv-csc.be lbc-nvk.ieper@ , F 03 220 88 10 T 059 34 26 40 @acv-csc.be lbc-nvk.kortrijk F 03 220 88 12 T 056 23 55 61, @acv-csc.be lbc-nvk.leuven, F 03 220 88 13 T 016 21 94 30 [email protected] lbc-nvk.meche, F 03 220 88 14 T 015 71 85 00 [email protected] lbc-nvk.oosten , F 03 220 88 15 T 059 55 25 54 .be aarde@acv-csc lbc-nvk.ouden , F 03 220 88 03 T 053 73 45 25 @acv-csc.be lbc-nvk.roeselare , F 03 220 88 17 T 051 26 55 44 e [email protected] lbc-nvk.sint-ni , F 03 220 88 18 70 23 5 76 03 T [email protected] lbc-nvk.turnho, F 03 220 88 20 T 014 44 61 55 [email protected] lbc-nvk.vilvoo , F 03 220 88 07 T 02 557 86 80