De puzzel van geluk en gezondheid van pubers Liesbet van de Wetering, Job van Exel en Werner Brouwer Geluk, of subjectief welzijn, wordt binnen de economie steeds vaker geaccepteerd of zelfs gepromoot als een indicator voor nut. Zo omschrijven Ferrer-i-Carbonell en Frijters (2004) geluk als ‘a positive monotonic transformation of an underlying metaphysical concept called welfare’. Geluk zou daarmee een belangrijke, of zelfs ultieme uitkomstmaat zijn voor beleidsmakers, ook in de gezondheidzorg. In de gezondheidszorg zijn recent ook wel pleidooien gehouden dat geluk een geschiktere uitkomstmaat zou zijn dan ‘decision utility’, ofwel ‘verwacht welzijn’, wat nu meestal gebruikt wordt voor QALY berekeningen. Deze ontwikkelingen maken het interessant om meer inzicht te krijgen in de bijdrage van gezondheid aan geluk. De laatste jaren wordt er veel onderzoek gedaan naar de determinanten van geluk. Hieruit blijkt dat geluk varieert tussen individuen, levensfasen en ook tussen levensdomeinen zoals thuis, werk of vrije tijd. Er is echter nog relatief weinig bekend over het geluk van jongeren (12-18 jaar). Bestaande studies in deze groep hebben zich vaak op deelaspecten gericht, bijvoorbeeld op het geluk van adolescenten binnen een specifiek levensdomein of op het verband tussen geluk in een bepaald levensdomein en het totale geluk. Maar hoe de puzzel van de verschillende onderdelen van pubergeluk precies in elkaar past blijft tot op heden onduidelijk. Het doel van dit onderzoek was om de relatieve waarden en onderliggende determinanten van het geluk van jonge adolescenten thuis, op school, tijdens hun vrije tijd en in het totaal te analyseren. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in het Journal of Economic Psychology (Van de Wetering et al. 2010). In deze bijdrage gaan we nader in op de resultaten van dit onderzoek, waarbij we de nadruk leggen op de relatie tussen gezondheid en geluk. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens uit een eerdere studie onder jonge adolescenten tussen de 12 en 14 jaar. Deze studie onderzocht hoe Nederlandse scholieren in klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs denken over hun gezondheid nu en in de toekomst (Van Exel et al. 2006; De Graaf et al. 2006). De variabelen voor onze analyse zijn geselecteerd op basis van de bestaande literatuur met betrekking tot geluk, alsmede op basis van Pearson correlaties tussen de geluksscores en een reeks potentieel interessante variabelen uit het databestand. Deze brede selectie weerspiegelt het deels exploratieve karakter van de studie. De geselecteerde variabelen, weergegeven in figuur 1, betreffen persoonlijke variabelen die geselecteerd zijn op basis van literatuur (kernvariabelen) of correlaties (additionele variabelen) en domein specifieke variabelen. Voor de analyses hebben we gebruik gemaakt van hiërarchische multivariate regressie analyses, waarbij de ‘kernvariabelen’ standaard in de modellen zijn opgenomen en de overige variabelen via een stepwise procedure zijn aangeboden. Het gebruik van deze analyse heeft als voorwaarde dat de gelukschaal op een interval meetniveau geïnterpreteerd kan worden. Omdat deze aanname vaak onderwerp van discussie is, hebben we eveneens een ordinale logistische regressie uitgevoerd (Ferrer-iCarbonell and Frijters 2004; Frey and Stutzer 2000; Stutzer and Frey 2004; Powdthavee 2007). De resultaten van de analyses waren zeer eensluidend, hetgeen in lijn is met eerdere studies op dit terrein (Ferrer-i-Carbonell & Frijters 2004). De studiepopulatie bestond uit 1,436 adolescenten met een gemiddelde leeftijd van 13.2 jaar. Het merendeel van de adolescenten was over het algemeen gelukkig met een gemiddelde geluksscore van 7.69 (SD= 1.23) op een schaal van 0 tot 10. Deze hoge gelukscore komt overeen met bevindingen van eerder gepubliceerde studies (Gilman et al. 2000; Gilman and Huebner 2003; Huebner et al. 2005). VGE Bulletin – februari 2011 3 Figuur 1 - bron: Van de Wetering et al. 2010 Persoonlijke variabelen Kern variabelen • Geslacht • Etniciteit • Opleiding • Sociale economische status • Persoonlijkheidskenmerken - vriendelijkheid - zorgvuldigheid - openheid - extraversie - neuroticisme • Gezondheid Levensdomein specifieke variabelen Additionele variabelen • Religieuze opvoeding • Chronische aandoening • Lichaamsbeeld • Overgewicht • Obesitas • Roken • Levensverwachting • Belang toekomst in 2 jaar • Belang toekomst in 5 jaar • Belang toekomst in 25 jaar • Maandelijks budget Thuis variabelen • Samenstelling familie • Beroep ouders • Relatie met ouders • Stijl opvoeding • Aan tafel dineren • Ouders thuis na schooltijd GELUK THUIS School variabelen • School prestaties • Gepest op school GELUK SCHOOL Vrije tijd variabelen • Bestemming na school • Aantal vrienden • Alleen zijn • Verveeld zijn • Lid van sport club • Team sport • Proportie time besteed aan - Serieuze activiteiten - Huiswerk - Sociale activiteiten - Computer/TV/Video GELUK VRIJE TIJD GELUK TOTAAL Uit de analyse bleek dat adolescenten goed in staat zijn om een onderscheid te maken tussen geluk in verschillende levensdomeinen (thuis, school en vrije tijd). Slechts 7.2% van de jongeren gaf alle domeinen en totaal geluk een zelfde geluksscore. De correlatie tussen de geluksscores binnen de drie levensdomeinen en totaal geluk was voor alle domeinen ongeveer gelijk (thuis 0.43; school 0.42; vrije tijd 0.39). Binnen de levensdomeinen waren de gelukscores echter gerelateerd aan verschillende determinanten. Zoals verwacht waren de levensdomein specifieke variabelen (zie figuur 1) het sterkst gerelateerd aan geluk in het corresponderende levensdomein. Zo waren bijvoorbeeld de variabelen ‘school prestaties’ en ‘gepest worden op school’ belangrijke determinanten voor het geluk op school maar vertoonden ze geen relatie met het geluk in vrije tijd. Evenzo vertoonden de variabelen ouders zijn streng, geïnteresseerd en geven complimentjes de sterkste relatie met het geluk thuis. In overeenstemming met eerder gepubliceerde studies werd in deze studie geen significant verband gevonden tussen geslacht en totaal geluk (Csikszentmihalyi and Hunter 2003). Maar opvallend genoeg waren meisje wel significant gelukkiger op school terwijl jongens significant gelukkiger waren tijdens hun vrije tijd. Het is goed mogelijk dat deze verbanden elkaar opheffen wanneer we kijken naar het totaal geluk. Dit benadrukt dat het bezien van deelgebieden belangrijk is bij het samenstellen van de puzzel van pubergeluk. Bovendien bleek uit de analyses dat de verklarende variabelen naast een directe relatie ook een indirecte relatie met totaal geluk kunnen hebben via de verschillende levensdomeinen. Het controleren voor geluk in de verschillende levensdomeinen beïnvloedt de resultaten van de analyse dan ook sterk. Een aantal verklarende variabelen bleek niet langer significant, wat aangeeft dat deze variabelen vooral een indirecte relatie hebben met totaal geluk, namelijk via het beïnvloeden van domeinspecifiek geluk. 4 VGE Bulletin – februari 2011 De samenhang tussen gezondheid en geluk wordt regelmatig aangehaald in de literatuur (Lounsbury, Saudargas et al. 2005; Mahon, Yarcheski et al. 2005). Ook in dit onderzoek was gezondheid een van de sterkst gerelateerde variabelen aan het totaal geluk en aan het geluk in de verschillende levensdomeinen. De mate van samenhang verschilde echter wel per levensdomein. Zo bleek bijvoorbeeld dat gezondheid sterker gerelateerd was aan geluk op school dan aan geluk thuis. Deze bevindingen onderstrepen het belang van gezondheid, ook wanneer de ultieme uitkomstmaat voor beleidsmakers geluk zou zijn. Geluk lijkt een steeds belangrijkere positie in te nemen binnen de (gezondheids)economie. Niet alleen zal naar verwachting in de komende jaren de discussie voortgezet worden over welke uitkomstmaten in de zorg het meest geschikt zijn (ervaren geluk of iets als QALYs), ook zal steeds vaker de bijdrage van interventies aan geluk worden bezien. Daarom is het van belang om meer inzicht te krijgen in de variabelen die bijdragen aan geluk. Onze resultaten laten zien dat het geluk van jongeren kan verschillen tussen levensdomeinen en dat dit samenhangt met verschillende variabelen. De verschillende levensdomeinen hebben echter wel een bijna gelijke relatie met het totaal geluk. Deze bevindingen bevestigen het belang van een multidimensionale benadering van geluksonderzoek. Een belangrijke bevinding is verder dat gezondheid zowel op domeinspecifiek niveau als op totaal niveau een zeer belangrijke determinant voor geluk is. Interventies die gezondheid verbeteren dragen dus naar alle waarschijnlijkheid ook relatief sterk bij aan geluk van adolescenten. In dat opzicht kunnen we stellen dat, hoewel de puzzel van pubergeluk nog niet volledig is gelegd, gezondheid er een belangrijk stuk van uitmaakt. Samenvattend De belangrijkste resultaten van de studie kunnen als volgt worden samengevat (Van de Wetering et al. 2010): ☺ Het merendeel van de adolescenten was over algemeen gelukkig (gemiddelde score 7.69 (SD= 1.23) op een schaal van 0 tot 10). ☺ Geluk thuis, op school en in de vrije tijd (gemiddelde scores respectievelijk 8.52; 7.68; 8.59), vertoonden een vergelijkbare samenhang met totaal geluk. ☺ Het geluk binnen de levensdomeinen was gerelateerd aan verschillende determinanten. De levensdomein specifieke variabelen waren het sterkst gerelateerd aan het geluk in het corresponderende levensdomein. ☺ Verscheidene persoonlijke variabelen zoals gezondheid, etniciteit en de persoonlijkheidsdomeinen vriendelijkheid, neuroticisme en extraversie vertoonden een significante samenhang met totaal geluk. ☺ Ook verschillende domein specifieke variabelen zoals school prestaties, vrienden, eenzaamheid en lid zijn van sportclub waren direct of indirect (via de levensdomeinen) gerelateerd aan totaal geluk. ☺ Gezondheid was sterk gerelateerd aan zowel het totaal geluk als aan het geluk in de verschillende levensdomeinen. De mate van samenhang verschilde echter per levensdomein. Gezondheid was het sterkst gerelateerd aan geluk op school en daarna aan geluk thuis. ☺ De resultaten tonen aan dat het geluk van adolescenten verschilt per levensdomein. Dit bevestigt het belang van een multidimensionale benadering van geluksonderzoek. ☺ Hoewel de puzzel nog niet volledig is gelegd, kunnen we aannemen dat gezondheid er een belangrijk stuk van uitmaakt. Liesbet van de Wetering, Job van Exel en Werner Brouwer zijn werkzaam bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit Rotterdam. VGE Bulletin – februari 2011 5 Literatuur Csikszentmihalyi, M. and J. Hunter (2003). "Happiness in Everyday Life: The Uses of Experience Sampling." Journal of Happiness Studies 4(2): 185-199. De Graaf G, WBF Brouwer, NJA van Exel. 2006. Beelden van de eigen gezondheid bij jongeren in klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs: Een Q methodologisch onderzoek. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 84(4): 215-222 Ferrer-i-Carbonell, A. and P. Frijters (2004). "How Important is Methodology for the estimates of the determinants of Happiness?*." The Economic Journal 114(497): 641-659. Frey, B. S., and A. Stutzer (2000). 'Happiness, economy and institutions.' The Economic Journal 110(466): 918-38. Gilman, R., E. S. Huebner, and J. E. Laughlin. 2000. A first study of the multidimensional students’ life satisfaction scale with adolescents. Social Indicators Research 52, (2): 13560. Gilman, R., and S. Huebner. 2003. A review of life satisfaction research with children and adolescents. School Psychology Quarterly 18, (2): 192-205. Huebner, E. S., R. F. Valois, R. J. Paxton, and J. W. Drane. 2005. Middle school students’ perceptions of quality of life. Journal of Happiness Studies 6, (1): 15-24. Lounsbury, J. W., R. A. Saudargas, et al. (2005). "An Investigation of Broad and Narrow Personality Traits in Relation to General and Domain-Specific Life Satisfaction of College Students." Research in Higher Education 46(6): 707-729. Mahon, N. E., A. Yarcheski, et al. (2005). "Happiness as Related to Gender and Health in Early Adolescents." Clinical Nursing Research 14(2): 175. Powdthavee, N. (2007). "Economics of happiness: a review of literature and applications." Chulalongkorn Journal of Economics 19(1): 51-73. Stutzer, A. and B. S. Frey (2004). "Reported Subjective Well-Being: a challenge for economic theory and economic policy." Schmollers Jahrbuch 124(2): 1-41. UNICEF. (2007). "An overview of child well-being in rich countries." http://www.unicef.nl/unicef/show/id=53926/contentid=2868 Retrieved June, 2008. Van de Wetering E, van Exel N, Brouwer W (2010). Piecing the jigsaw puzzle of adolescent happiness. Journal of Economic Psychology 31 (6): 923-935. Van Exel NJA, Koolman X, De Graaf G, Brouwer WBF. 2006. Overweight and obesity in Dutch adolescents: Associations with health lifestyle, personality, social context and future consequences: methods & tables. IMTA report 06.82 (http://www.imta.nl/publications/0682.html). Rotterdam: Erasmus MC, iMTA. 6 VGE Bulletin – februari 2011