Lifestyle programma Studenten InHolland Studenten: Hans van den Burg Mateo van’t Spijker Casper Engel & Alwin Aarts Tutor: Kiem The Periode 11 Bewegen en leefstijl 04 – 04 - 2013 Samenvatting Gedurende de 20 weken voeren 4 HBO sport en beweeg professionals vanuit de hogeschool InHolland een lifestyleprogramma uit voor zes studenten. Via verschillende social media heeft een groep studenten zich opgegeven voor het lifestyle programma. Vanuit deze groep zijn 6 studenten uitgekozen om het programma te doorlopen. Doormiddel van een intake gesprek, antropometrische- en fysieke metingen en een literatuurstudie is het lifestyle probleem in beeld gebracht. De studenten eten over het algemeen te weinig en zouden graag strakkere billen, buik en benen willen krijgen. Dit willen ze realiseren door meer kennis over voeding en bewegen te krijgen. Tijdens het intake gesprek is besproken wat de huidige lifestyle is van de studenten en welke lifestyle aspecten ze graag zien veranderen. Na het uitvoeren van de antropometrische en fysieke metingen is een SMART doelstelling geschreven. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een lessenreeks met betrekking tot voeding de kennis vergroot en het gedrag positief beïnvloed. Daarom is besloten om elke week een les te geven over voeding. Onderwerpen die worden behandelt zijn onder andere macro-, micronutrienten, ontbijt, lunch, avond eten en tussendoortjes. Naast de lessenreeks wordt een beweeg interventie aangeboden. Per week zullen de studenten een Tabata training ondergaan. Een Tabata training bestaat uit een cyclus van 20 seconden workout en 10 seconden rust. Deze cyclus wordt 8 keer herhaald. Een Tabata workout staat gelijk aan een cardio training van 45 minuten. Het is belangrijk om bewegingen uit te kiezen waar meerdere spiergroepen tegelijk worden getraind. Voorbeelden hiervan zijn: Squat, Lunge, Sit-up en een Twist. Aan de hand van antropometrische- en fysieke metingen en de voedingstest wordt gekeken of het programma effectief is geweest en aan de hand van feedback wordt een evaluatie verslag opgesteld 2 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Inhoudsopgave Samenvatting ...................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................. 4 1. Deskresearch.................................................................................................................. 5 1.1. Bewegen........................................................................................................................... 5 1.2. Roken................................................................................................................................ 7 1.3. Alcohol .............................................................................................................................. 9 1.4. Voeding........................................................................................................................... 11 1.5. Ontspanning................................................................................................................... 14 2. Intake............................................................................................................................... 15 2.1 Nut intake gesprek ......................................................................................................... 15 2.2. Testprotocollen .............................................................................................................. 16 2.3. Resultaten intakegesprekken ...................................................................................... 23 2.4 ASE model ...................................................................................................................... 35 3. Voedingsinterventie.................................................................................................. 37 4. Beweeginterventie ..................................................................................................... 41 5. Evaluatieplan ............................................................................................................... 44 6. Bronnenlijst .................................................................................................................. 45 6.1 Deskresearch .................................................................................................................. 45 6.2 Interventie voeding......................................................................................................... 47 6.3 Interventie bewegen ...................................................................................................... 47 Bijlage 1 Par-Q vragenlijst .......................................................................................... 48 Bijlage 2 inschrijfformulier ......................................................................................... 50 Bijlage 4 reflectie verslagen....................................................................................... 53 Casper Engel ......................................................................................................................... 53 Alwin Aarts ............................................................................................................................. 55 Hans van den Burg ............................................................................................................... 60 Mateo van’t Spijker ............................................................................................................... 64 3 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Inleiding Het lifestyle programma van de studenten van InHolland Haarlem is in opdracht gemaakt voor de opleiding HBO Sport & Bewegen. Vier studenten uit het derde leerjaar hebben dit programma in elkaar gezet met als doel om de leefstijl en het gedrag van een groep studenten definitief te veranderen. Door middel van insite.inholland.nl, Facebook.nl/InHolland en Twitter.com/InHolland hebben zich 30 studenten opgegeven voor het lifestyle programma. Alle studenten die zich hadden opgegeven hebben een inschrijfformulier ingevuld die is bijgevoegd in Bijlage 2. Door middel van dit formulier zijn zes studenten geselecteerd om mee te doen aan het programma. Alle zes de studenten hebben aangegeven een strakkere buik, strakkere billen en strakkere benen te willen hebben. Ook geven ze allemaal aan meer kennis te krijgen over voeding. Wat een gezond voedingspatroon is en wat nou eigenlijk goed is voor het lichaam. Het lifestyle programma is in de volgende volgorde opgemaakt: In hoofdstuk 1 bevindt zich de desk research. Dit wordt ook wel de literatuurstudie genoemd. In dit hoofdstuk wordt elk leefstijl aspect van de doelgroep in kaart gebracht. Met behulp van de resultaten uit de desk research kan er een verantwoord en onderbouwd programma geschreven worden voor de doelgroep. Hoofdstuk 2 bevat het intake gesprek, de metingen met protocollen en de resultaten hiervan. Zo wordt de doelstelling en beginsituatie van de doelgroep gemeten. Vanuit deze resultaten en de resultaten uit de desk research wordt de voedingsinterventies in hoofdstuk 3 en de beweeginterventies in hoofdstuk 4 tot in detail omschreven. Er wordt omschreven hoe de interventies tot stand komen, hoe het wordt geïmplementeerd en wat het inhoudt. In hoofdstuk 5 wordt het evaluatieplan uitgelegd. Om te meten of de interventies werken en resultaat geven moet er worden geëvalueerd. Aan de hand van de evaluatie wordt het programma dan aangepast indien dit nodig is. Aan het eind van het verslag bevinden zich de bronnenlijst in hoofdstuk 6 en de bijlagen in hoofdstuk 7. In de bronnenlijst staat de literatuur volgens APA-regels op volgorde die gebruikt zijn om het programma tot stand te brengen. In de bijlagen staan documenten waar naar verwezen wordt in de tekst van het programma. 4 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 1. Deskresearch Volgens de Dikke van Dalen is een student iemand tussen de 15 en 30 jaar die kan aantonen een dagopleiding te volgen, die langer dan zes maanden duurt. In 2010 telde Nederland 524.00 middelbaar beroeps onderwijs (MBO) studenten dit steeg ten opzichte van 2009 met twee procent. Het aantal hoger beroeps onderwijs (HBO) studenten steeg met vijf procent ten opzicht van 2009 en telde in 2010 403.000 studenten. (CBS, 2010) Uit onderzoek van TNO in 2011 blijkt dat studenten een slechte leefstijl hebben. In dit onderzoek is gekeken naar bewegen, sedentair gedrag, alcohol, voeding, drugs en veilige seks. Van deze studenten heeft 14 % overgewicht en 4 % obesitas. 1.1. Bewegen 2.1.1. Relatie tussen voeding en beweging Beweging en voeding gaan hand in hand samen als het gaat om gewichtscontrole. Beweging wordt ook wel energieverbranding genoemd. Het kan als hulpmiddel worden ingezet bij voeding om af te vallen, aan te komen of om op gewicht te blijven. Indien iemand wil afvallen dan is de kerngedachte dat hij of zij meer energie moet verbranden dan innemen. Op die manier wordt er geen extra energie opgeslagen in het lichaam maar extra opgeslagen energie uit het lichaam wordt verbrand. Wanneer iemand wil aankomen dan moet er meer energie ingenomen worden dan dat er verbrand wordt. De extra energie kan dan opgeslagen worden in het lichaam in de vorm van extra vet of spiermassa. Hierdoor komt iemand aan. Om op gewicht te blijven moet de energie inname gelijk zijn aan de energie verbranding, niet meer en niet minder. Specialisten raden aan om wekelijks 150 minuten middelmatig intensief te bewegen of 75 minuten per week zwaar intensief te bewegen om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen. Om af te vallen met beweging is er geen richtlijn hoeveel er bewogen moet worden en hoe intensief per week, dit verschilt per persoon. Zoals hierboven beschreven kan beweging wel helpen om samen met je basaal metabolisme (minimale energieverbranding om je lichaam draaiende te houden) de totale energieverbranding te vergroten. Zo kan er meer energie verbrand worden dan er wordt ingenomen. (National Institute of Health, 2006) 2.1.2. Relatie tussen roken en beweging Beweging kan in stoppen met roken interventies leiden tot selectieve vermindering in cardiovasculaire schade van het roken binnen drie maanden. Dit is gebleken uit een onderzoek die beweging implementeerde in hun stoppen met roken programma van 15 weken. Er werd verbetering gezien in rode en witte bloedcellen, de VO2max, de hartslag en cholesterol in het bloed. Dit werd mede mogelijk gemaakt en versnelt door de lichamelijke inspanning. Gewichtstoename en een verhoogde BMI was ook het gevolg van het stoppen met roken. Dit is wel geminimaliseerd met het toegepaste middelmatige intensieve beweegprogramma. Matig intensieve beweging kan dus een zeer positieve invloed hebben op de schade herstel van roken in het lichaam en de gezondheid verbeteren. (Korhonen, e.a. , 2011) 2.1.3. Relatie tussen alcohol en bewegen Het is algemeen bekend dat alcohol voor of na beweging de resultaten of verbetering negatief kan beïnvloeden. Wat is de oorzaak hiervan? Daar is ook onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat het effect van alcohol beïnvloed wordt door meerdere factoren. Hiermee wordt het aantal en type alcohol bedoeld wat ingenomen wordt. Ook de tolerantie en verwerking van alcohol verschilt per lichaam en is hierom van invloed. De omgeving (bijv. sociale druk) kan ook van invloed zijn. In het lichaam beïnvloed alcohol het metabolisme en cardiovasculaire systeem 5 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten wat prestaties verminderd. Alcohol tast ook het zenuwstelsel aan wat de motoriek en reactie vermogen verminderd. Dit verlaagt ook weer de prestaties. Dit zijn alleen acute gevolgen van alcohol inname. Wat de lange termijn invloed is van alcohol op beweging is in dit onderzoek niet onderzocht. Gevolgen van alcohol op de beweeg prestaties kunnen ook positief zijn. Zo kan met gedoseerde inname eventuele pijn of angst weggenomen worden door alcohol. Dit kan er toe leiden dat iemand net wat verder gaat en de wedstrijd wint dan iemand die wel net dat beetje angst of pijn heeft en niet wint. (Suter, Schutz, 2008) 2.1.4. Relatie tussen ontspanning en bewegen Beweging, of dit nou sporten, (huishoudelijke) klusjes zijn of een actieve hobby, leidt er toe dat een persoon tussen de 19 en 63 jaar, man of vrouw, minder kans heeft op hart- en vaatziekten dan iemand die in zijn vrije tijd weinig doet aan beweging. Dit is gebleken uit een onderzoek uit Finland naar de gevolgen van actief bezig zijn in je vrije tijd. Mensen leefden langer die niet belemmerd waren om actief bezig te zijn in hun vrije tijd en die nooit gerookt hadden. (Haapanen, e.a., 1996) Intensief bewegen heeft ook een positieve invloed op stress. Er wordt endorfine aangemaakt bij het bewegen. Dit leidt tot een blij gevoel, hier zorgt endorfine voor. Na een dag vol stress kan intensieve beweging ook een goede uitlaatklep zijn waar u alle frustraties kunt laten gaan, daarbij komt endorfine vrij en voelt u zich opgelucht en gelukkig na een goede workout. Wanneer een workout met intensieve beweging succesvol wordt volbracht, kan dit ook uw zelfvertrouwen vergroten. Voldoening, opluchting en u gelukkig voelen na een succesvolle intensieve workout zorgt er voor dat u voelt dat u er weer tegen aan kan. Zo kan intensief bewegen of sporten helpen om stress te verminderen. (Salmon, 2001) (Barbour e.a., 2007) 2.1.5. Hoe kan bewegen ingezet worden om het lifestyle probleem op te lossen? Bewegen kan, met bovenstaande informatie, gebruikt worden voor leefstijl problemen als hulpmiddel om het op te lossen. Leefstijl problemen kunnen voorkomen in voeding, roken, alcohol gebruik of ontspanning (stress). Door alleen te bewegen kan het probleem niet opgelost worden maar beweging kan wel een onderdeel zijn in de gehele aanpak van het probleem. Met beweging wordt alle lichamelijke bezigheden buiten de dagelijkse noodzakelijke beweging bedoeld. Bijvoorbeeld het lopen of fietsen naar werk is noodzakelijk en valt hier niet onder. Alle extra beweging zoals (huishoudelijke) klusjes in vrije tijd, zwaar intensieve beweging, middelmatig intensief bewegen, sporten, recreatief fietsen en wandelen valt onder de beweging wat kan helpen een leefstijl probleem op te lossen. (National Institute of Health, 2006) (Korhonen, e.a. , 2011) (Suter, Schutz, 2008) (Haapanen, e.a., 1996) (Salmon, 2001) (Barbour e.a., 2007) 6 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 1.2. Roken 2.2.1. Omvang van het probleem In tabel 1 is te zien wat de omvang is van de rokers in Nederland. In deze tabel worden verschillende doelgroepen apart weergeven, mannen/vrouwen, per leeftijdsklasse en op onderwijsniveau. Tijdens dit onderzoek zal vooral gekeken worden naar 16 tot 20 jaar en 20 tot 30 jaar en de onderwijsniveaus MBO en HBO. Tabel 1 (CBS 2012) 2.2.2. Diverse factoren beïnvloeden de kans dat iemand gaat roken Diverse factoren zijn van invloed op de kans dat jongeren (gaan) roken. (zie tabel 2) Deze factoren zijn onder te verdelen in: Omgevingsfactoren, zoals de verkrijgbaarheid van tabak, tabaksreclame en het rookgedrag van ouders en leeftijdsgenoten. Persoonsgebonden factoren, zoals de houding ten aanzien van roken, persoonlijkheidskenmerken, genetische aanleg en vaardigheden (bijvoorbeeld weerbaarheid). De huidige theoretische inzichten verklaren of voorspellen slechts gedeeltelijk de kans dat iemand gaat roken. Het is maar beperkt mogelijk om aan te geven welke factoren de belangrijkste zijn. Dit hangt onder meer samen met de leeftijd en de mate waarin een jongere al bezig is met experimenteren met sigaretten. Rookgedrag ontstaat namelijk stapsgewijs en in elke fase zijn andere factoren van invloed. (Pieterse & Willemsen, 2005) 2.2.3. De omgeving is van invloed op het beginnen met roken De kans dat iemand met roken begint te experimenteren, wordt sterk bepaald door de mate waarin roken een sociaal geaccepteerd gedrag is binnen vooral het eigen sociale netwerk (gezin, vrienden en school) en in mindere mate de samenleving als geheel. (zie tabel 1) Ouders beïnvloeden met hun eigen rookgedrag (voorbeeldgedrag) en met hun opvoedingsstijl het rookgedrag van adolescenten. De invloed van ouders lijkt vooral in de vroege adolescentie van belang te zijn, terwijl de invloed van leeftijdsgenoten toeneemt naarmate het kind ouder wordt. (Pieterse & Willemsen, 2005) 7 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten De invloed van rokende leeftijdsgenoten (imitatiegedrag) is een sterke voorspeller van beginnen met roken. Er is hierbij nog wel discussie over de vraag of dit komt door beïnvloeding en navolging of dat het ook zo is dat kinderen die al geïnteresseerd zijn in roken hun vrienden daarop selecteren. Waarschijnlijk spelen beide processen een rol. (Harakeh, 2006) 2.2.4. Roken gaat vaak samen met ander risicogedrag Het rookgedrag van jongeren maakt vaak deel uit van een breder patroon van riskant, rebellerend en afwijkend gedrag, zoals rijden onder invloed van alcohol, antisociaal gedrag of het gebruik van andere genotmiddelen. (zie tabel 1) Jongeren die roken, hebben een bijna zeven keer grotere kans om alcohol te drinken of op jonge leeftijd seks te hebben. De kans op cannabisgebruik is bij rokende jongeren bijna 22 keer zo groot als bij niet-rokende jongeren. (Schrijvers & Schoemaker, 2008) Tabel 2 (Nationaal Kompas 2012) 2.2.5. Motivatie om te roken Uit een onderzoek van Pérez-Milena A, et al (2012) zijn meerdere redenen gekomen waarom adolescenten (beginnen met) roken. Het roken geeft een ontspannen gevoel en het verbeterd het zelfbeeld, bij jongens geeft het een versterkt veilig gevoel en het verbeterd de omgang met het andere geslacht. Bij meiden is een reden dat ze roken dat het invloed heeft op het gewicht. Vrienden oefenen een bepaalde druk uit waardoor jongeren eerder beginnen met roken of blijven roken. Op de middelbare school begint vaak het experimenteel roken. 8 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 1.3. Alcohol 2..3.1. Omvang van het probleem In tabel 3 is een overzicht te zien over de alcoholinname van de Nederlandse bevolking. Dit is in verschillende groepen onderverdeeld, mannen/vrouwen, per leeftijdscategorie en per onderwijsniveau. Voor dit onderzoek zal er vooral gekeken worden naar de leeftijd 16 tot 20 en 20 tot 30 en de onderwijsniveaus MBO en HBO. Tabel 3. (CBS 2012) 2.3.2. Omgevingsfactoren beïnvloeden het alcoholgebruik Hoeveel iemand drinkt en hoe vaak iemand drinkt hangt onder meer samen met een aantal factoren in de omgeving van de drinker. De volgende omgevingsfactoren beïnvloeden het drinken van alcohol: Sociale factoren: de status van alcohol in de sociale omgeving. Financiële factoren: de betaalbaarheid van alcohol. Fysieke factoren: de verkrijgbaarheid van alcohol. Alcoholpreventie(beleid) grijpt vaak in op bovengenoemde omgevingsfactoren. (Kuunders & Laar, 2009) 2.3.3. De status van alcohol beïnvloedt het alcoholgebruik Hoe in de sociale omgeving van de drinker met alcohol wordt omgegaan, draagt bij aan het alcoholgebruik. Deze omgeving reikt van de media, cultuur, religie tot de vriendengroep en het gezin. (Anderson & Baumberg, 2006; Monshouwer et al., 2007) Zo is bijvoorbeeld blootstelling aan massa mediale reclame geassocieerd met het gaan drinken en meer drinken onder jongeren. (Anderson et al., 2009) En hebben duidelijke en strikte regels van ouders invloed op het beginnen met alcohol drinken, zo blijkt uit Nederlands onderzoek. (Van der Vorst et al., 2007) 9 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 2.3.4. Hoe betaalbaarder alcohol is, hoe meer wordt gedronken De betaalbaarheid van alcoholhoudende drank beïnvloedt het alcoholgebruik. Natuurlijk hangt dit af van hoeveel iemand te besteden heeft. Maar het hangt ook samen met de prijzen van alcoholhoudende drank in de winkel en horeca, en hoe hoog de accijns is. (Anderson & Baumberg, 2006) 2.3.5. Hoe gemakkelijker alcohol verkrijgbaar is, hoe meer wordt gedronken De verkrijgbaarheid van alcoholhoudende drank beïnvloedt het alcoholgebruik. De verkrijgbaarheid hangt onder meer samen met het aantal verkooppunten in de buurt (winkels en horeca) en met de openingstijden van deze verkooppunten. Ook hangt dit samen met het verstrekken van alcohol aan minderjarigen. (Anderson & Baumberg, 2006) Het feit dat jongeren denken dat alcoholhoudende drank moeilijk verkrijgbaar is, kan al een factor zijn voor minder alcoholgebruik. 2.3.6. Risicofactoren voor het ontstaan van het probleem Hoe jonger kinderen en jongvolwassenen beginnen met alcohol drinken, hoe groter het risico op het ontwikkelen van probleemgebruik en alcoholafhankelijkheid op latere leeftijd. (Carpenter-Hyland & Chandler, 2007) Mensen met depressie en stemmingsstoornissen hebben meer kans om een hoog alcoholgebruik of alcoholafhankelijkheid te ontwikkelen. Andersom geldt hetzelfde: mensen met een hoog alcoholgebruik en mensen met alcoholafhankelijkheid hebben meer risico op deze psychische stoornissen. (Anderson & Baumberg, 2006) 2.3.7. Risicogroepen Verschillende soorten genen spelen een rol in de erfelijkheid van schadelijk alcoholgebruik. Er zijn bijvoorbeeld genen die invloed hebben op het alcoholmetabolismesysteem in de lever (ADH en ALDH genen) en er zijn (neurotransmitter)genen die bepalen hoe de hersenen reageren op alcohol. (NIAAA, 2003) Erfelijkheid bepaalt naar schatting tussen de 50% en 60% van het risico op alcoholafhankelijkheid. (Anderson & Baumberg, 2006) Bovengenoemde genen verklaren hiervan hooguit enkele procenten. Een tiental neurobiologische kandidaat genen, deels bevestigd met GWAS-studies, bepaalt waarschijnlijk mede het risico. Deze genen lijken ook een rol te spelen bij andere verslavingen. 10 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 1.4. Voeding 2.4.1. Kenmerken voedingspatroon adolescenten Adolescenten zitten in een fase van hun leven waarin zij het meeste energie nodig hebben, meer dan in andere leeftijdsklassen. (Voedingscentrum, 2009) Voor de toename van spiermassa, skelet, bloedvolume en alle andere weefsels is de behoefte aan energie, eiwitten, vitamines en mineralen sterk verhoogd. (Stegeman, 2009) Bij voeding die vooral bestaat uit frisdranken, vette snacks en snoep, zal de energietoevoer geen probleem vormen. De voorziening van vitamines, mineralen en eiwitten zullen marginaal of onvoldoende zijn. Volgens Stegeman(2009) is uit onderzoek gebleken dat meisjes, tussen de 15 en 20 jaar, sprake is van een onvoldoende inname van jodium, ijzer en vitamine-C. Dit ligt vooral aan een lage brood- en fruitconsumptie. Een volgend kenmerk van dit voedingspatroon is dat adolescenten over het algemeen vrij veel geld te besteden hebben, wat de consumptie van frisdrank, snoep en snacks bevorderd. (Stegeman, 2009) Daarnaast is de sociale druk onder deze groep hoger, omdat men niet buiten de boot wilt vallen, wat leidt tot een verhoogde inname van alcohol en vette snacks. Ten slotte leidt nieuwsgierigheid naar nieuwe producten en het willen uitproberen van genotsmiddelen tot een ongezond voedingspatroon. (Stegeman, 2009) 2.4.2. Theorie ontstaanswijze voedingspatroon Volgens Stegeman(2009), zijn de volgende factoren met hun kenmerken bepalend voor het voedingspatroon van een individu: Omgevingsfactoren: geografische, klimatologische, technologische, economische en politieke factoren die bepalen welk voedsel beschikbaar is, Sociaal- culturele factoren: die bepalen welk voedsel als eetbaar wordt beschouwd en welke betekenis voedsel heeft in de omgang met elkaar. Sociale groepsdruk bij adolescenten valt hieronder. Persoonsgebonden factoren: fysiologische en psychologische factoren die bepalen wat de voedselbehoefte is en wat voeding voor iemand betekent. Hieronder valt ook kennis van voeding. 2.4.3. Risico’s van een ongezond voedingspatroon Gezonde voeding is voeding die qua hoeveelheid en samenstelling gewenst is voor de gezondheid. (Nationaal Kompas[NK], 2009) Gezonde voeding wordt gekenmerkt door een zodanige balans in voedingsstoffen en energie-inname dat risico’s op ziekten tot een minimum worden beperkt en traditionele deficiëntieziekten (zoals, scheurbuik) worden voorkomen. (NK, 2009) Een ongezond voedingspatroon is een belangrijke risicofactor voor een aantal chronische ziekten, waaronder: hart- en vaat ziekten, diabetes mellitus type 2, kanker en osteoporose. (NK, 2009) 2.4.4. Voedingspatroon adolescenten in cijfers Uit onderzoek van TNO(2011), onder meer dan 7.500 MBO studenten, blijkt dat 62% van alle deelnemers dagelijks ontbijt. 28% van de ondervraagden at dagelijks voldoende groente en 21 % voldoende fruit. Daarnaast dronk 53% maximaal een glas frisdrank per dag en 74% was matig met het nuttigen van tussendoortjes (maximaal 3 stuks/porties per dag). Ruim de helft van de deelnemers vond gezond eten en drinken belangrijk en 26% vond het zelfs heel belangrijk. 22% van de deelnemers was van plan om gezonder te gaan eten en drinken. Vrouwen voldeden ten opzicht van de mannen vaker aan de fruitnorm, maar minder aan de groentenorm. Daarnaast waren vrouwen vaker matig met frisdrank en tussendoortjes en vonden zij gezond eten en drinken vaker belangrijk dan mannen. Ten slotte waren vrouwen vaker van plan om gezonder te gaan eten dan mannen. Ten opzicht van 2008-2009 zijn er minder studenten die voldoen aan de fruitnorm. In 2009-2010 water meer studenten matig met frisdrank dan in 2008-2009. In onderstaande tabel 4 zijn de resultaten van het onderzoek verduidelijkt en zijn de verschillen zichtbaar tussen mannen, vrouwen en leeftijdsgroepen. 11 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Aantal Voldoen aan 7.971 ontbijtnorma Voldoen aan 7.952 groentenormb Voldoen aan 7.962 fruitnormc Matig met 7.937 frisdrankd Matig met 7.921 tussendoortjese Gezond eten 7.899 en drinken is: Heel belangrijk Belangrijk Belangrijk/ onbelangrijk Onbelangrijk Heel onbelangrijk Van plan 7.881 gezonder te eten en drinken Tabel 4 Bron: TNO(2011) Totaal (%) 62 Tabel 4 Mannen (%) 15-16 jr (%) 69 17 jr (%) 63 18+ (%) 64 Vrouwen (%) 61 28 36 22 27 29 29 21 19 22 19 22 22 53 42 63 57 51 51 74 70 78 74 73 74 26 22 30 22 26 31 55 17 51 24 59 10 58 18 55 17 52 15 1 1 2 1 1 0 1 1 1 1 1 1 22 19 24 23 21 21 56 A: Elke dag ontbijten (Voedingscentrum, 2007) Dagelijks minimaal 200 gram groente (Voedingscentrum, 2007) C: Dagelijks minimaal 2 stuks fruit (Voedingscentrum, 2007) D: Maximaal 1 glas per dag (Voedingscentrum, 2007) E: maximaal 3 stuks/porties snoep of snacks per dag (Voedingscentrum, 2007) B: Uit dit onderzoek van TNO(2011) blijkt dat mannelijke MBO studenten ten opzichten van vrouwelijke MBO studenten een risicogroep vormen ten aanzien van een gezond voedingspatroon en attitude. Uit een ander onderzoek van Rodriques, Pereira, Cunha, Sichieri, Ferreira, Vilela & Goncalves-Silva(2012) is de dagelijkse voedingswaarden gemeten onder adolescenten. In tabel 5 staan de gemiddelde voedingswaarden onder 1280 adolescenten. 12 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Product Tabel 5 Gemiddelde inname uit onderzoek in grammen, van Rodriques et al.(2012) 1 stuk fruit 230 Aanbevolen hoeveelheid volgens de schijf van vijf in gram, tenzij anders vermeld. (Voedingscentrum, 2013) 200 & 2 stuks fruit 250 Groente & Fruit Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten Brood 107.5 245 Kaas 30 Melkproducten 240 450 ml Vlees, vis, kip, eieren 210 100-125 en vleesvervangers Bak-, braad- en 103.3 50 frituurproducten, olie, boter Dranken (incl. melk) 1500-2000 ml Tabel 5 (Rodriques et al. 2012) & (Voedingscentrum 2013) In tabel 5 is duidelijk dat er dubbel zoveel bak-, braad- en frituurproducten, olie en boter worden genuttigd dan de aanbevolen hoeveelheid. Daarnaast wordt er de helft qua brood gegeten dan de aanbevolen hoeveelheid. Hetzelfde geldt voor melkproducten. Over kaas, groente en vocht waren geen duidelijke cijfers zichtbaar. 2.4.5. Risicofactoren en risicogroepen Volgens Stegeman(2009) zijn risicofactoren die leiden tot een ongezond voedingspatroon sociale druk en nieuwsgierigheid naar genotsmiddelen, wat kenmerkend is voor deze leeftijdsklasse. Daarnaast vormen adolescenten in het algemeen een risicogroep, omdat ze over het algemeen vrij veel geld te besteden hebben. Adolescenten van het vrouwelijk geslacht vallen in een hogere risicogroep, omdat zij over het algemeen te weinig ijzer, jodium en vitamine-C binnenkrijgen. (Stegeman,2009) Dat vrouwelijke adolescenten vallen in een hogere risicogroep wordt tegengesproken door TNO(2011), die aangeven dat mannelijke adolescenten een hogere risicogroep vormen door attitude. In onderstaande tabel 6, zijn de risicogroepen- en factoren weergegeven in een overzicht. Tabel 6 Risicofactoren Sociale druk (Stegeman, 2009) Vrij veel geld hebben (Stegeman, 2009) Onvoldoende kennis van voeding (Stegeman, 2009) Attitude (TNO, 2011) Risicogroepen Vrouwelijke adolescenten (Stegeman, 2009) Adolescenten (Stegeman, 2009) Mannelijke adolescenten (TNO,2011) Tabel 6 13 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 1.5. Ontspanning 2.5.1. Definitie stress Stress is bedoeld om te overleven, wanneer iemand zich in een gevaarlijke situatie verkeerd zorgt stress dat het lichaam in actie komt. De stress factor is van groot belang en erg nuttig. Na een periode van stress is het belangrijk dit te compenseren met ontspanning, voldoening of opluchting. (verkuil, 2007) 2.5.2. Het ontstaat van stress bij studenten Wanneer de ongezonde stress geen plaats maakt voor ontspanning, opluchting of voldoening kost dit het lichaam veel energie en kan het uiteindelijk de oorzaak zijn voor overspanning, burn-out of depressies. (verkuil,2007) Deze Psychologische problemen komen steeds vaker voor bij studenten. Er wordt gesproken over faalangst, depressies en persoonlijke crisissen. Uit onderzoek van de Universiteit van Leuven (2010) blijkt dat deze problemen sinds 1999 verviervoudigt zijn. Een oorzaak van deze problemen is vaak examenstress. De werkdruk wordt hoger waardoor de studenten meer stress ervaren. 2.5.3. De gevolgen van stress of een burn-out De symptomen van stress zijn per individu verschillend. De een krijgt last van zijn darmen, de ander ervaart hoofdpijn en ook kan het zijn dat iemand somber wordt. Wanneer iemand te lang stress ervaart heeft hij de kans totaal uitgeput te raken. Letterlijk vertaald betekend het dat ze opgebrand zijn, een burn-out. Kenmerken van ongezonde stress op het lichaam zijn; 1. 2. 3. 4. Spierklachten Maag/darm klachten Allergische klachten Griepklachten Wanneer deze klachten te lang aanhouden en chronisch worden vergroot de stress kans op hart en vaatziekten. Naast de lichamelijke klachten heeft de ongezonde stress ook invloed op het concentratievermogen daarnaast zal kan het beslissingsvermogen afnemen en kan iemand vergeetachtig worden. Bij studenten komt het vaak voor dat ze gaan twijfelen aan hun eigen capaciteiten en gaan de studenten onnodige fouten maken (Verkuil, 2007). 2.5.4. Omgaan met stress en burn-out van een student Het voorkomen van stress gaat gepaard met een gezonde voeding. Vitamine, mineralen, magnesium en essentiële vetzuren zijn uiterst belangrijk voor het lichaam en de geestelijke gesteldheid. Naast een gezonde voeding kan stress voorkomen worden door sport en bewegen. Dit komt doordat het zweet de stoffen die stress veroorzaken eruit halen. Daarnaast wordt het immuunsystemen vergroot door bewegen. (Straaten, 2011) 14 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 2. Intake 2.1 Nut intake gesprek Het doel van de deskresearch is om er achter te komen wat het lifestyle probleem van de studenten is. Hierin wordt gekeken wat de doelstellingen van het programma zijn en wat ze verwachten van het programma. Door middel van een intakegesprek, metingen en een literatuurstudie zal een op maat gemaakt advies worden geschreven die doormiddel van een lifestyle programma uit gevoerd zal worden. Het intake gesprek is vaak het eerste contact wat er is met de cliënt. Tijdens dit gesprek wordt kennis gemaakt met elkaar en wordt besproken wat er van elkaar verwacht wordt. Omdat het eerste gesprek als spannend ervaren kan worden is dit gesprek in 2e gedeeld. Het eerste gesprek was om kennis met elkaar te maken, aan te geven wat er van elkaar verwacht wordt en om te kijken hoe de cliënt tegenover lifestyle verandering staat. Dit gesprek vond plaats in een lokaal van InHolland Haarlem. Er is hiervoor gekozen omdat dit een veilige omgeving is voor de cliënt. In het 2e gesprek werd besproken hoe het is gesteld met de lifestyle van de cliënt. Dit gesprek vond plaats bij in de fitnesszaal van InHolland Haarlem. Beide gesprekken vinden plaats aan de hand van een half gestandaardiseerd gesprek. Bij een half gestandaardiseerd gesprek heeft de interviewer voorafgaand aan het gesprek een aantal onderwerpen op papier gezet. Bij dit type interview is er voldoende ruimte om door te vragen en uit te wijken naar verschillende onderwerpen maar blijft de structuur behouden en wordt de kans dat onderwerpen worden vergeten verkleind (Bruinooge, 2004). Het eerste intake gesprek werd met de hele groep gevoerd, hierdoor leerde de studenten elkaar kennen en was de drempel minder hoog om naar het gesprek te komen. Het tweede gesprek is individueel gevoerd omdat de kans hierdoor groter is open te staan om te praten over hun eigen lifestyle. Er wordt gebruik gemaakt van een half gestandaardiseerd intake gesprek. Om de structuur te behouden is er voor beide gesprekken een agenda gemaakt met daarin de punten die besproken moeten te worden. Agenda eerste intake gesprek: • • • • Doel intake gesprek vertellen Introductie van trainers o Wie de trainers zijn o Waarom de trainers de cliënten kunnen helpen o Persoonlijke aspecten (leeftijd, woonplaats leefsituatie etc.) Introductie cliënt o Wie de cliënt is o Wat de cliënt doet in het dagelijkse leven o Persoonlijke aspecten (leeftijd, woonplaats leefsituatie etc.) Aangeven wat er verwacht wordt van de cliënten Afspraken maken • • PAR-Q formulier invullen Contract formulier invullen • Agenda tweede intake gesprek Lifestyle cliënt o Bespreken van beweeg gedrag Eventuele voordelen en nadelen van dit gedrag bespreken Bespreken van rook gedrag Eventuele voordelen en nadelen van dit gedragen bespreken o Bespreken van alcohol inname Eventuele voordelen en nadelen van dit gedragen bespreken o Bespreken van voeding patroon Eventuele voordelen en nadelen van dit gedragen bespreken o Bespreken van mate van stress Eventuele voordelen en nadelen van dit gedragen bespreken Zelf genomen interventies bespreken Bespreken van motivatie tot verandering Opstellen van SMART doelstellingen o Trainingsafspraken maken o Frequentie van trainingen met trainer o Frequentie van trainingen alleen o Intensiteit van trainingen o Locatie van trainingen o Coaching en advies gesprekken Eventuele vragen behandelen en vervolg afspraak maken 2.2. Testprotocollen 3.2.1 Body Mass Index (BMI) (Eknoyan, 2008) Meting Het meten van de lengte, leeftijd en gewicht meet of de cliënt voor haar lengte en leeftijd het juiste gewicht heeft of niet. tabel. 7 (Bron: voedingswaardetabel.nl) Doel Het meten van de lengte, leeftijd en gewicht meet of de cliënt voor zijn/haar lengte en leeftijd het juiste gewicht heeft of niet. De volgende meting moet op eenzelfde moment worden genomen om het zo betrouwbaar mogelijk te maken. De omstandigheden zijn dan hetzelfde als bij de eerste meting. Validiteit en betrouwbaarheid Deze test is valide omdat hier de BMI wordt gemeten en dat is precies wat de bedoeling is. De test is betrouwbaar gemaakt door de test driemaal achter elkaar uit te voeren. De gegevens worden alleen gebruikt wanneer ze alle drie de keren hetzelfde zijn. 16 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Waarde meting De leeftijd is gemeten in jaren Het gewicht is gemeten in kilogrammen De lengte is gemeten in meters Referentietabel Tabel 8 (Bron: welenzijn.nl) 3.2.2. Bovenarms bloeddrukmeting (CBO & NHS, 2000) Meting Systolische bloeddruk meting: Betekenis: de maximale druk die wordt opgebouwd in de aorta of hoofdlichaamsslagader bij het samentrekken van de linker hartkamer. Diastolische bloeddruk meting: Betekenis: het minimum van de druk die optreedt tussen twee samentrekkingen van het hart in, als de linker hartkamer zich weer met bloed vult. Doel Er achter komen of de cliënt een te hoge bloeddruk heeft, dit kan namelijk leiden tot hart- en vaatziekten. Validiteit en betrouwbaarheid Deze test is valide omdat hier de bloeddruk wordt gemeten en dat is precies wat de bedoeling is. De test is betrouwbaar gemaakt door de test driemaal achter elkaar uit te voeren. De gegevens worden alleen gebruikt wanneer ze alle drie de keren hetzelfde zijn. Waarde meting Millimeters kwikdruk Uitvoering Stap 1: De cliënt mag plaatsnemen op de stoel naast de tafel. De testleider zal uitleggen dat hier de bloeddruk gemeten wordt via een elektrische bloeddrukmeter. Dit houdt in dat met één druk op de knop, de ballon zich vult met lucht en deze weer vanzelf leegloopt. Stap 2: De band wordt geplaatst om de bovenarm ten hoogte van het hart. Zodra de testleider op de knop drukt zal de ballon zich laten vollopen. Zodra de meting klaar is zal je een systolische druk te zien krijgen (bovendruk) en diastolische druk (onderdruk). Deze waarden noteert de testleider op zijn resultatenformulier. 17 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Materiaal Bloeddrukmeter die is goedgekeurd door de British Hypertension Society (BHS), de European Hypertension Society (EHS) en de Food and Drug Association (FDA) Referentietabel Tabel 9 (Bron: swsportmassage.nl) 3.2.3. 4-punts huidplooimetingen (Durnin, 1974) (Nooyens et al, 2007) (McArdle, 2007) Doel In kaart brengen hoeveel vetpercentage een persoon in zijn lichaam heeft. Validiteit en betrouwbaarheid Deze test is redelijk valide omdat de huidplooien met onderliggende vet wordt gemeten. Dit is nodig om de vetpercentage te berekenen. De test is betrouwbaar gemaakt door de test driemaal achter elkaar uit te voeren. De gegevens worden alleen gebruikt wanneer ze alle drie de keren hetzelfde zijn. Waarde meting In millimeters Uitvoering HPM = huidplooimeter 1. Bij het gebruik van de HPM knijp je zachtjes een huidplooi tussen duim en wijsvinger. 2. 1 cm opzij van je vingers plaatst je de te meten punten van de HPM 3. Laat de huidplooi met je hand los zodat alleen de HPM de huid klemt. Wacht 1-2 seconden voordat je de uitslag opmeet en opschrijft. 4. Herhaal daarna nog eens 2 keer de huidplooimeting op dezelfde plek. Het gemiddelde van de 3 aflezingen gebruik je dan als resultaat. Materiaal Een plastic 842-SK-001 huidplooimeter. 18 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Referentietabel Tabel. 10 (Durnin, 1974) 19 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 3.2.4. Middel-heup ratio (Brown, 1996) Doel De middel-heup ratio geeft een indicatie aan hoeveel vet er is opgeslagen rond de buikholte. Te veel vet rond de buikholte kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Validiteit en betrouwbaarheid Deze test is valide omdat de middel omtrek en heup omtrek wordt gemeten zodat de ratio kan worden berekend. Dit is nodig om te kunnen concluderen of de cliënt een verhoogd risico heeft op hart- en vaatziekten of niet. De test is betrouwbaar gemaakt door de test driemaal achter elkaar uit te voeren. De gegevens worden alleen gebruikt wanneer ze alle drie de keren hetzelfde zijn. Waarde meting Er wordt gemeten in centimeters Uitvoering De omtrek van de middel wordt gemeten in het midden van de afstand tussen de onderste rib en de iliaca rand. Het meetlint moet overal op gelijke hoogte zitten. Voer de test meerdere malen uit en gebruik het gemiddelde om de test betrouwbaar te maken. De heup meting moet 1 cm boven de rand van de iliaca gemeten worden. Pak de huid en het onderliggende vet vast in lijn met de iliaca rand. Middelomtrek : heupomtrek = middel-heup ratio Referentietabel Tabel 11 (Brown, 1996) 3.2.5. Vet vrije massa (Vrijens, 2007) Doel Deze berekening brengt in kaart hoeveel van het totale lichaamsgewicht vet bevat en vet vrij (spier, bot, organen en vocht) is. Indien de client aankomt of afvalt dan kan er berekend worden of zij aan spiermassa (vetvrij) of vet is aangekomen of afgevallen. Deze test kan alleen slagen indien zijn lichaamsgewicht en vetpercentage bekend zijn. Validiteit en betrouwbaarheid Deze test is minder valide omdat eerst het lichaamsgewicht en vetpercentage bekend moet zijn. In deze testen kan het één en ander mis zijn gegaan. Dit beïnvloed de gegevens van de vet vrije massa. Verder kan de vochtbalans in het lichaam de uitslag ook beïnvloeden. De test is betrouwbaar gemaakt door de test driemaal achter elkaar uit te voeren. De gegevens uit de test worden alleen gebruikt wanneer ze alle drie de keren hetzelfde zijn. Formule berekening Vet massa = vetpercentage / 100 x lichaamsgewicht Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht 3.2.6 harvard steptest Doel meting De test geeft een beeld van het aeroob uithoudingsvermogen van de testpersoon. Dit gebeurt doormiddel van de hartslag na 1 2 en 3 minuten na de test. Waarde meting Hartslag per minuut. Protocol uitvoering Stap 1: Er dient 30 keer per minuut op- en afgestapt te worden. Dit moet gedurende 5 minuten gedaan worden. Stap 2: Het is aanbevolen om een minuut te wennen aan het ritme, alvorens met de test gestart wordt. Stap 3: Er mag telkens met dezelfde voet het eerst op- en afgestapt worden. Toch is het raadzaam om de minuut van opstapbeen te wisselen. Bij het opstappen dienen de knieën telkens volledig gestrekt te worden. Er mag niet gesprongen worden. Het is belangrijk dat de testleider het ritme blijft aangeven: om de seconde of de twee seconden een signaal geven. Stap 4: na 1 2 en 3 minuten na de test wordt de hartslag genoteerd en ingevoerd op www.condititesten.nl (conditietesten) Referentiekader Geslacht uitstekend bovengemiddeld Gemiddeld Onder gemiddeld slecht man > 90 80 - 90 65 - 79 55 - 64 < 55 vrouw > 86 76 - 86 61 - 75 50 - 60 < 50 Tabel 12 referentie kader hardvard steptest 22 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 2.3. Resultaten intakegesprekken Lisa: Algemene gegevens: - Initialen Cliënt: - Datum gesprek: - Telefoonnummer: - E-mailadres: - Woonplaats: - Postcode: - Straat: - Duur gesprek (min): - Coaches - Eventueel anderen aanwezig: Lisa 28-3-2013 06 27 10 89 20 [email protected] Haarlem 2023 BD Verspronckweg 127 circa 20 minuten Alwin Aarts & Casper Engel (notulist) Hans, Mateo en een cliënt Thuissituatie Lisa woont doordeweeks op zichzelf en in het weekend is ze thuis in Culemborg. Ze volgt de opleiding Dans op het Nova College en heeft 5 dagen in de week les. Ze heeft geen bijbaan in Haarlem, maar geeft in het weekend wel 4 uur dansles. Thuis in Culemborg heeft ze een zusje van 14, een zusje van 16, een vader en een moeder. Ze danst ook in Tilburg. Verder heeft ze niet verteld dat ze meedoet aan dit programma aan haar ouders, omdat ze bang is voor negatieve reacties van haar ouders. Reden waarom ze meedoet aan het programma Ze wilt haar conditie verbeteren, omdat ze vaak moe is. Daarnaast wilt ze weten wat qua voeding goed voor haar is. Hierdoor hoopt ze ook meer energie te krijgen. Hoe voel Lisa zich op een schaal van 1-10 Een 7, omdat ze een auditie heeft gehaald, daardoor meer zelfvertrouwen. Voor de auditie voelde ze zich een 5. Voor een 8 of een 9 is meer zelfvertrouwen nodig en het gevoel dat ze beter in haar lichaam zit. BRAVO - Lisa danst elke dag een aantal uur voor school, geeft in het weekend dansles en danst daarnaast zelf ook nog. - Lisa rookt niet. - Lisa drinkt geen alcohol. - Lisa slaapt gemiddeld 9,5 uur per nacht met wisselende slaapkwaliteit. Daarnaast heeft ze veel last van stress. Dit uit zich in veel moe zijn en een verminderde controle op zaken. Voordelen en nadelen huidig gedrag + Ze eet op dit moment voldoende fruit. - Vaak moe. Denkt dat ze teveel beweegt. Onregelmatig eetpatroon. Voordelen en nadelen toekomstig gedrag + Betere conditie. Meer energie in de les door verbeterd voedingspatroon. - Moeite om zoete snacks te laten liggen. Wat weerhield Lisa van het gewenste gedrag Geen motivatie om in haar eentje haar conditie te gaan verbeteren. Vorig jaar had ze een tussenjaar en had een abonnement bij de sportschool, maar ze is zelden geweest. Steunpilaren Klasgenoten kunnen haar steunen. Ze denkt dat haar ouders haar niet steunen. In het studentenhuis heeft ze geen steunpilaren. Doelen Bravo Nog invullen. Vertrouwen, bereidheid en belangrijkheid Lisa geeft een 7.5 in vertrouwen dat ze de doelstelling gaat halen, omdat ze voeding heel belangrijk vind i.v.m. haar opleiding. Overige punten Af en toe last van haar knieën. 3 jaar geleden een knieblessure gehad. Par-Q vragenlijst 1. Nee 2. Nee 3. Nee 4. Nee 5. Nee 6. Nee 7. Nee Voor volledige vragenlijst zie bijlage 1. Antropometrische gegevens BMI: Leeftijd: 19 Gewicht: 64 Lengte: 1,70 = BMI: 22.1 Bloeddruk: Systolische: 136 Diastolische: 64 = Bloeddruk: 136 / 64 spm 4-punts huidplooimetingen: Triceps: 20 Biceps: 10 Subscapulair: 18 Supra-iliacaal: 16 64 mm = vetpercentage: 30% Middel-Heup Ratio: Middel omtrek: 73 Heup omtrek: 79 = Ratio: 0.92 Vet vrije massa percentage: Vet massa = vetpercentage / 100 x lichaamsgewicht Vet massa = 19.2 kg Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa = 44.8 kg Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht Vet vrije percentage = 70% 24 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Jessica: Algemene gegevens: - Initialen Cliënt: - Datum gesprek: - Telefoonnummer: - E-mailadres: - Woonplaats: - Postcode: - Straat: - Duur gesprek (min): - Coaches - Eventueel anderen aanwezig: Jessica Trippelvitz ( J.T.) 28-3-2013 06 43 97 16 11 [email protected] Haarlem 2022 DA Rijksstraatweg 2B circa 20 minuten Alwin Aarts & Casper Engel (Notulist) Hans, Mateo en een cliënt Thuissituatie Jessica woont samen met haar vriend. Ze heeft geen hobby’s die ze als zodanig wilt omschrijven, maar ze houdt van reizen. Daarom volgt ze de opleiding HBO Toerisme bij InHolland. Ze werkt bij een touroperator op kantoor. Dit werk bestaat uit zittend computerwerk. Ze sport op dit moment niet, maar fietst ongeveer elke dag een half uurtje. Ze wilt in de toekomst wel 2x in de week gaan sporten met een vriendin. Reden waarom ze meedoet aan het programma Ze wilt graag weer meer gaan bewegen. Ze doet dit op dit moment niet, omdat ze dat niet in haar eentje wilt doen en ze vind dat ze een figuurlijke ‘schop onder de kont nodig heeft’ om dit te bewerkstelligen. Daarnaast wilt ze graag meer kennis over voeding opdoen, omdat ze door alle verhalen niet meer weet wat goed voor haar is. Daarnaast wilt ze ontspanning ook aanpakken. Hoe voel Jessica zich op een schaal van 1-10 Een 4, omdat ze vaak moe is en slecht is in plannen. BRAVO - Jessica fietst ongeveer 30 minuten per dag, maar sport verder niet. - Jessica rookt niet - Jessica drink niet regelmatig. Af en toe een paar glazen in het weekend, - Jessica eet.. (zie voedingsdagboek) - Jessica slaapt ongeveer 7-8 uur per nacht. Voordelen en nadelen huidig gedrag + Meer tijd voor andere dingen. Geen gedoe met nadenken over voeding. - Vaak moe s’ avonds, terwijl ze niet in slaap kan komen. Ze heeft het gevoel dat haar voedingspatroon verkeerd is en daarnaast voelt ze zicht minder fit dan ze wilt. Voordelen en nadelen toekomstig gedrag + Fitter voelen, vertrouwen op nieuw voedingspatroon - Minder tijd voor andere dingen. Steunpilaren Een vriendin waarmee ze gaat sporten. Haar vriend kan haar helpen met voeding. Doelen Bravo Nog invullen. Vertrouwen, bereidheid en belangrijkheid Jessica zegt er veel voor over te hebben de doelstelling te halen. Par-Q vragenlijst 1. Nee 2. Nee 3. Nee 4. Nee 5. Nee 6. Nee 7. Nee Voor volledige vragenlijst zie bijlage 1. Antropometrische metingen BMI Leeftijd: 24 Gewicht: 66 Lengte: 1,64 = BMI: 24.5 Bloeddruk Systolische: 127 Diastolische: 47 = Bloeddruk: 127 / 47 spm 4-punts huidplooimetingen Triceps: 24 Biceps: 12 Subscapulair: 22 Supra-iliacaal: 24 82 mm = vetpercentage: 33.5% Middel-Heup Ratio Middel omtrek: 80 Heup omtrek: 93 = Ratio: 0.86 Vet vrije massa percentage Vet massa = vetpercentage / 100 x lichaamsgewicht Vet massa = 22.1 kg Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa = 43.9 kg Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht Vet vrije percentage = 66.5% 26 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Rachel: Algemene gegevens - Initialen Cliënt: - Datum gesprek: - Telefoonnummer: - E-mailadres: - Woonplaats: - Postcode: - Straat: - Duur gesprek (min): - Coaches - Eventueel anderen aanwezig: Rachel 28-03-2013 06 28 09 27 38 [email protected] Hoofddorp 2135 LS Elisa van Calcarstraat 78 circa 20 minuten Hans van den Burg & Mateo van ’t Spijker (notulist) Casper, Alwin en een cliënt Thuissituatie Onbekend Reden waarom ze meedoet aan het programma Uithoudingsvermogen, afvallen hoeft niet, maar heup vet mag er wel af. Reden: ze is nu snel buiten adem met hardlopen, niet met traplopen. Waarom ze nog geen actie heeft ondernomen: ze heeft de motivatie nog niet gehad om van de gedachte een actie te maken. Hoe voelt Rachel zich op een schaal van 1-10 Een 7. Ze zit prima in haar vel, school en privé gaat het goed. Ze wil nog beter in haar vel zitten. Belang van uithoudingsvermogen trainen: een 8. Ze vind het wel belangrijk BRAVO - Rachel doet aan paardrijden, 1 uur intensief per week, al 11 jaar op gevorderde niveau - Rachel rookt niet - Rachel drinkt in het weekend, 3 glazen, alleen op zaterdag, met uitzondering van speciale feesten op andere dagen. - Rachel eet.. (zie voedingsdagboek) - Rachel slaapt ongeveer 8 uur per nacht, voelt zich wel vaak moe overdag. Leest, kijkt tv. Voordelen en nadelen huidig gedrag Geen Voordelen en nadelen toekomstig gedrag Als ze eenmaal de smaak te pakken krijgt dan hoopt ze het sport ritme zelf vast te houden. Steunpilaren Onbekend Doelen Bravo Nog invullen. Vertrouwen, bereidheid en belangrijkheid Bereid om dat te behalen: ze moet zich wel echt inzetten, een 9 geeft ze haar bereidheid. Par-Q vragenlijst 1. Nee 2. Nee 3. Nee 4. Ja, is hiervoor al een keer bij de huisarts geweest en ze mocht wel sporten. 5. Nee 6. Nee 7. Nee Voor volledige vragenlijst zie bijlage 1. Antropometrische metingen BMI Leeftijd: 20 Gewicht: 63 Lengte: 1,76 = BMI: 20.3 Bloeddruk Systolische: 137 Diastolische: 90 = Bloeddruk: 137 / 90 spm 4-punts huidplooimetingen Triceps: 16 Biceps: 12 Subscapulair: 14 Supra-iliacaal: 18 60 mm = vetpercentage: 29.1% Middel-Heup Ratio Middel omtrek: 72 Heup omtrek: 90 = Ratio: 0.8 Vet vrije massa percentage Vet massa = vetpercentage / 100 x lichaamsgewicht Vet massa = 18.3 kg Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa = 44.7 kg Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht Vet vrije percentage = 70.1% 28 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Chei: Algemene gegevens: - Initialen Cliënt: - Datum gesprek: - Telefoonnummer: - E-mailadres: - Woonplaats: - Postcode: - Straat: - Duur gesprek (min): - Coaches - Eventueel anderen aanwezig: Chei Lont (C.L.) 28-03-2013 06 37 19 89 89 [email protected] Amsterdam 1069 VW Wierderstraat circa 20 minuten Hans van den Burg & Mateo van ’t Spijker (Notulist) Casper, Alwin en een cliënt Thuissituatie Onbekend Reden waarom ze meedoet aan het programma Gewicht verliezen, vind zichzelf te zwaar. Wil dit realiseren door verder te gaan met sporten en strakker op haar voeding te letten. Ze wil terug naar 70. Wil afvallen maar heeft nog geen actie ondernomen. Hoe voelt Chei zich op een schaal van 1-10 Onbekend BRAVO - Chei doet 2x per week aan zelfverdedigingslessen (wing tjung). Ze wil dit gaan vervangen met yoga. 1x per week heeft ze voetbal training 19:00 uur tot 20:30 uur en 1x een wedstrijd. - Chei rookt niet - Chei drinkt Heel af en toe, niet eens 1x per maand. Als ze drinkt dan gemiddeld 3 glazen. Als ze drinkt dan wijn bij eten, af en toe met uitgaan, maar ze gaat niet vaak uit. - Chei eet.. (zie voedingsdagboek) - Chei spreekt vaak met vriendinnen af (sporten, thuis chillen), tv kijken, muziek luisteren en dansen. Slaap: gemiddeld 8 uur per nacht. In het weekend slaapt ze meer. Ze voelt zich af en toe wel moe als ze lang slaapt. Daarom blijft ze soms wat langer liggen. Voordelen en nadelen huidig gedrag Onbekend Voordelen en nadelen toekomstig gedrag Als ze eenmaal de smaak te pakken krijgt dan hoopt ze het sport ritme zelf vast te houden. Steunpilaren Haar moeder en nichtje steunen haar in dit proces. Doelen Bravo Nog invullen. Vertrouwen, bereidheid en belangrijkheid Veel vertrouwen, een 7 op schaal. Niet hoger omdat ze twijfelt aan haar inzet. Dit kan alleen als ze 100% geeft. Maar dit moet ze wel eerst doen. Belang om af te vallen: een 9, Bereid om af te vallen: een 9 Qua sport lukt het wel, ze sport genoeg maar qua voeding wil ze geholpen worden. Par-Q vragenlijst 1. Nee 2. Nee 3. Nee 4. Nee 5. Nee 6. Nee 7. Nee Voor volledige vragenlijst zie bijlage 1. Antropometrische metingen BMI Leeftijd: 22 jaar Gewicht: 81 kg Lengte: 1,81 = BMI: 24.7 Bloeddruk Systolische: 138 Diastolische: 89 = Bloeddruk: 138 / 89 spm 4-punts huidplooimetingen Triceps: 19 Biceps: 16 Subscapulair: 16 Supra-iliacaal: 14 65 mm = vetpercentage: 30.2% Middel-Heup Ratio Middel omtrek: 74 Heup omtrek: 113 = Ratio: 0.66 Vet vrije massa percentage Vet massa = vetpercentage / 100 x lichaamsgewicht Vet massa = 24.5 kg Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa = 56.5 kg Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht Vet vrije percentage = 69.8% 30 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Bo: Algemene gegevens - Initialen Cliënt: - Datum gesprek: - Telefoonnummer: - E-mailadres: - Woonplaats: - Postcode: - Straat: - Duur gesprek (min): - Coaches - Eventueel anderen aanwezig: Bo Vermeij (B.V.) 28-03-2013 06 41 39 98 50 [email protected] Heiloo 1851 PB Oosterzijweg 23A circa 20 minuten Casper Engel & Hans van den Burg (notulist) N.V.T. Thuissituatie Woont op dit moment thuis. Ze heeft 2 buitenlandse stages gedaan, 3 maanden in Mexico in een animatieteam en 3 maanden in Amerika op een summercamp. Ze heeft ook op zichzelf gewoond in Amsterdam. Reden waarom ze meedoet aan het programma Bo wil graag meer leren over voeding en wil van haar vreetbuien af. Ook wil ze een strakkere buik en als het kan dunnere benen. Hoe voelt Bo zich op een schaal van 1-10 Ze geeft een 7, ze is nu weer op, voor haar, een licht gewicht, 72 kilo. Ze sport weer veel en voelt daardoor goed. Het kan een 8 of 9 worden als ze minder toegeeft aan vreetbuien. BRAVO - Ze gaat regelmatig naar de sportschool, op maandagavond, woensdagavond, donderdagavond en zaterdag. Ze doet dan vaak 2 lessen achter elkaar en op donderdagavond geeft ze zelf les, Les Mills, - Rookt niet meer, is 2 jaar geleden gestopt. Ze rookte toen in 1,5 dag 1 pakje. Ze geeft zelf aan dat ze ging roken om het roken, niet omdat ze er trek in had. Daarnaast kost roken veel geld en merkt ze dat ze nu een betere conditie heeft. - Alcohol drinkt ze heel weinig, af en toe een wijntje in het weekend. Gemiddeld 1 of 2 wijntjes per week. - Zie voedingsdagboek - Om te ontspannen doet ze leuke dingen met vriendinnen, dansen en sporten. Voordelen en nadelen huidig gedrag Geen Voordelen en nadelen toekomstig gedrag + Het zal haar een lekker gevoel geven om geen vreetbuien meer te hebben + Ze zal lekkerder in haar vel zitten. - Ze ziet in eerste instantie geen nadelen. Steunpilaren - In de zomer gaat haar zus trouwen, dit is voor haar een extra motivatie en haar zus zal haar ook steunen. - Larissa, is een klasgenoot die ook meedoet aan dit traject. Zij zullen elkaar hier dan ook in steunen. - Haar moeder. Doelen Bravo Nog invullen. - Strakke buik - Dunnere benen - Lekker in me vel zitten - Geen vreetbuien meer Vertrouwen, bereidheid en belangrijkheid Voor het vertrouwen om de doelen te behalen geeft ze een 9. Ze heeft in het verleden gemerkt dat als ze zich ergens echt toe zet dat het haar dan lukt. Hoe belangrijk ze het vind geeft ze een 8, geen 10 omdat ze het niet het belangrijkste vind wat er is in haar leven om te behalen. Ze vind het wel belangrijk omdat ze zich dan beter voelt. Voor bereidheid geeft ze een 9. Par-Q vragenlijst 1. Nee 2. Nee 3. Nee 4. Nee 5. Nee 6. Nee 7. Nee Voor volledige vragenlijst zie bijlage 1. Antropometrische metingen BMI Leeftijd: 20 jaar oud Gewicht: 73 Kilo Lengte: 1,79. = BMI: 22,8 Bloeddruk Systolische: 125 Diastolische: 83 = Bloeddruk: 125 / 83 spm 4-punts huidplooimetingen Triceps: 19 mm Biceps: 8 mm Subscapulair: 10 mm Supra-iliacaal: 10 mm 47 mm = vetpercentage: 25,6% Middel-Heup Ratio Middel omtrek: 76 cm Heup omtrek: 88 cm = Ratio: 0,86 Vet vrije massa percentage Vet massa = vetpercentage x lichaamsgewicht / 100 Vet massa = 18,7 kg Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa = 54,3 kg Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht Vet vrije percentage = 74,4% 32 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Larissa: Algemene gegevens - Initialen Cliënt: - Datum gesprek: - Telefoonnummer: - E-mailadres: - Woonplaats: - Postcode: - Straat: - Duur gesprek (min): - Coaches - Eventueel anderen aanwezig: Larissa van Nimwegen (L.N.) 28-03-2013 06 19 94 32 86 [email protected] Beverwijk 1945 PS Kingsvoortsmithstraat circa 20 minuten Casper Engel & Alwin Aarts (notulist) N.V.T. Thuissituatie Larissa woont momenteel thuis bij haar vader en moeder. Haar ouders zijn getrouwd en ze wonen in een huis samen met haar broer en broertje. Haar zus is uitwonend. Ze heeft een relatie. Ze volt een opleiding voor toerisme aan de hogeschool InHolland en zit in haar tweede jaar. Haar hobby’s zijn paardrijden maar heeft daar geen tijd meer voor. Ze heeft een bijbaantje bij Pathe Haarlem en gaat werken bij een stradtent bij wijk aan zee. Reden waarom ze meedoet aan het programma Larissa heeft zich opgegeven omdat ze meer wilt gaan sporten. Momenteel sport ze twee keer in de week, ze volgt dan een bootcamps. Af en toe gaat ze naar de sportschool. Door meer te gaan sporten wil ze een strakkere buik krijgen en haar conditie verbeteren. Ze is vegetarisch en wilt meer informatie over voeding. Hoe voelt Larissa zich op een schaal van 1-10 ze geeft zich zelf een 7. Ze wordt ongelukkig wanneer ze een leuk jurkje aan heeft en haar buik daar door heen komt. Vorig jaar vonden haar moeder en vriend haar beetje te dik maar die zijn nu tevreden. Ze wilt nu uit haar zelf meer gaan sporten. BRAVO Larissa slaapt gemiddeld 8 uur per dag. Hier heeft ze genoeg aan geeft ze aan. Larissa rookt in het weekend ongeveer 4 sigaretten. Dit is iets wat ze niet wilt veranderen en geeft aan niet verslaafd te zijn. Larissa eet wienig, vooral weinig groente en fruit. Ze drinkt geen koffie omdat ze dit niet zo lekker vind. Gemiddeld drinkt ze 3 tot 4 glazen alcohol per week, vooral in het weekend. Bij vakanties kan dit wel uitlopen. Voordelen en nadelen huidig gedrag Voordelen van het huidige gedrag zijn dat ze meer vrije tijd heeft en niet te veel hoeft na te denken over wat ze eet en moet mee nemen. Nadelen van het huidige gedrag is dat ze zich zelf niet prettig voelt in haar lichaam. Voordelen en nadelen toekomstig gedrag Voordelen van het toekomstige gedrag is dat ze haar jurkjes weer kan aandoen en niet hoeft na te denken of het wel kan of niet. Nadelen van het toekomstige gedrag is dat ze minder vrije tijd heeft en op haar voedingspatroon moet gaan letten. Ook wil ze niet te dun worden en haar vrouwelijke vormen behouden. Steunpilaren Haar vriend zal haar steunen en helpen waar nodig. Doelen Bravo Nog invullen. Vertrouwen, bereidheid en belangrijkheid Ze geeft een 8 voor de kans van slagen. Ze wilt er helemaal voor gaan en heeft veel doorzettingsvermogen, daarnaast wilt ze weer met zelfvertrouwen in de spiegel kunnen kijken. Par-Q vragenlijst 1. Nee 2. Nee 3. Nee 4. Nee 5. Nee 6. Nee 7. Nee Voor volledige vragenlijst zie bijlage 1. Antropometrische metingen BMI Leeftijd: Gewicht: Lengte: 22 jaar oud 50 kilogram 159 cm = BMI: 19,8 Bloeddruk Systolische (boven): Diastolische (onder): 134 87 = Bloeddruk: 134 / 87 spm 4-punts huidplooimetingen Triceps: 14 mm Biceps: 4 mm Subscapulair: 10 mm Supra-iliacaal: 12 mm 40 mm = vetpercentage: 23,4% Middel-Heup Ratio Middel omtrek: 67 cm Heup omtrek: 80 cm = Ratio: 0,84 Vet vrije massa percentage Vet massa = vetpercentage x lichaamsgewicht / 100 Vet massa = 11,7 kg Vet vrije massa = lichaamsgewicht – vet massa Vet vrije massa = 38,3 kg Vet vrije massa in percentage = vet vrije massa in kg x 100 / lichaamsgewicht Vet vrije percentage = 76,6% 34 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 2.4 ASE model Het ASE model gaat over het kunnen verklaren van een bepaald gedrag. Het ASE model gaat er van uit dat gedrag uit een intentie wordt verklaard. De intentie wordt weer verklaard door drie determinanten. De houding (attitude), sociale invloed en eigen effectiviteit (eigen wil) vormen een intentie wat zich kan uiten in een bepaald gedrag. Voor dit gebeurt zijn de eigen vaardigheden en barrières die in de weg kunnen zitten om van een intentie een actie in gedrag te maken. figuur. 13 (Brug et al, 2008) Attitude houdt in: Een houding ten aanzien van een onderwerp, gedrag, geloof, opinie, object, individu etc. Sociale invloed houdt in: Wat is de norm van de directe omgeving? Hier moet vaak aan worden voldaan. Zijn er vrienden/familie die steun bieden of juist druk uitoefenen? Het gedrag wat de persoon vaak ziet in zijn of haar omgeving kan invloed hebben op het gedrag van de betrokken persoon. Sociale steun kan in meerdere vormen worden gegeven. Emotionele steun, informatieve steun of materiële steun kan van toepassing zijn. Informatieve sociale druk is bijvoorbeeld iemand die je probeert te overtuigen met argumenten om iets ook te doen/zijn/kopen etc. Normatieve sociale druk wordt uitgeoefend op wrang, gebaseerd op angst voor erge consequenties. Eigen effectiviteit (eigen wil) houdt in: De grote van vertrouwen in iemands eigen kunnen om een bepaald gedrag te kunnen uitvoeren. Eigen effectiviteit wordt opgebouwd uit eerdere ervaringen, ervaringen van anderen, fysieke/mentale staat en overtuiging dat hij/zij het kan. Eigen effectiviteit voor iets wordt bepaald op de moeilijkheidsgraad van de nodige vaardigheden om het te halen, de grote van het probleem/obstakel en het eigen zelfvertrouwen. Vaardigheden houdt in: Hoe slim of vaardig de persoon in kwestie is bepaald de kans van slagen. Als de persoon heel slim, veel kennis heeft over of zeer vaardig is in het probleem of gedrag dan vergroot dat de kans van slagen. Dit stimuleert de intentie om zich te uiten in gedrag. Barrières houdt in: Alles wat verder extern een barrière kan zijn. Ergens mee in verleiding komen of iets niet kunnen, lusten of willen. Dit kan allemaal invloed hebben op de betrokken persoon zijn of haar gedrag 35 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 3. Voedingsinterventie Bestaande interventies: Bessems , van Assema, Martens, Paulussen, Raaijmakers, de Rooij & de Vries (2012) hebben een interventie uitgevoerd onder bijna 2000 studenten. De ene groep onderging het Krachtvoer programma en de andere groep vormde de controlegroep. De metingen verliepen door zelfrapportage over de consumptie van fruit, vruchtensap, ontbijt en tussendoortjes. Het Krachtvoerprogramma speelde op deze onderwerpen in, tijdens 8 lessen met elk een ander onderwerp. Het programma is gebaseerd op het ASE-model en het Zelfregulatiemodel. Bessems et al.(2012) vonden significante verschillen in fruitinname en vruchtensapconsumptie. In het aantal tussendoortjes werden geen verschillen gevonden. In de keuze van tussendoortjes werden wel gezondere keuzes gemaakt. In een ander onderzoek door Podell, Keller, Mulvihill, Berger & Kent (1978) is er gemeten wat het effect is van een voedingsprogramma bij studenten. Het programma was gericht op het verbeteren van kennis, attitudes en zelf gerapporteerd eetgedrag. Een school diende als controlegroep en de ander diende als interventieschool. Het programma bestond uit een lessenreeks over gezonde voeding. Uit de resultaten bleek dat er significante verbeteringen waren in kennis over voeding, een verbeterde attitude en daarnaast in eetpatronen. Uit bovenstaande interventies kan worden geconcludeerd dat het gebruik van een lessenreeks bij studenten werkt. Op basis hiervan is een lesprogramma ontwikkeld voor dit onderzoek. Om ervoor te zorgen dat de deelnemers meer stof opnemen tijdens een les, is het volgens Stadhouders(2008) belangrijk om actieve werkvormen te gebruiken tijdens een les. Daarnaast geeft Stadhouders (2008) aan: hoe interactiever de les, hoe beter de stof wordt opgenomen. Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Soort les Macronutrienten + schaaltest Micronutrienten Ontbijt Lunch Week 5 Avondmaaltijd Tussentijdse Week 6 kennistoets Week 7 Tussendoortjes Week 8 Superfood Week 9 Krachtvoer Voedingsdagboek Week bijhouden en de 10 schaaltest Tabel 14 voedingslessen Doel Eiwitten, koolhydraten, vetten en alcohol (powerpoint is toegevoegd in bijlage 3) Mineralen en vitamine Waarom is ontbijt belangrijk en wat is een gezond ontbijt Waarom is een lunch belangrijk en wat is een gezonde lunch Waarom is een avondmaaltijd belangrijk en wat is een gezonde avondmaaltijd Om te meten of ze meer kennis hebben door de lessen die gegeven zijn. Wat zijn tussendoortjes, wat zit er in welk tussendoortje enz. Wat is superfood? Als we het woord superfood horen denken we snel aan super gezond voedsel dat slechts te koop is in de reform of biologische winkel. Tegenwoordig verstaan we onder superfood de gezondste voedingsmiddelen uit de supermarkt. Het doel van krachtvoer is de preventie van chronische ziekten door het verbeteren van voedingsgedrag: het verhogen van de consumptie van fruit, het verhogen van het aantal dagen waarop een ontbijt gegeten wordt, het verbeteren van de voedingswaarde van het ontbijt, het verlagen van de consumptie van tussendoortjes met veel verzadigd vet. Om te meten of het voedingspatroon van de cliënten is veranderd. Tijdens de lessen zullen geen kant en klare maaltijden en voedingspatronen worden gegeven. Het doel is om ze in te laten zien welke hoeveelheid je van welke voedingsstof nodig heb en waar deze voedingsstoffen in zitten. Op deze manier zullen de cliënten niet zomaar de maaltijden kiezen die ze voorgeschoteld word tijdens de lessen maar zullen ze zelf ontdekken waar welke voedingsstoffen in zitten. Om te onderzoeken of de kennis is vergroot van de studenten is een vragenlijst ontwikkeld die weergeeft wat de kennis is van de studenten. De eerste les is het formulier wat hieronder is weergegeven ingevuld door de studenten. Aan het einde van de lessenreeks wordt dit formulier nogmaals ingevuld en deze twee formulieren kunnen geanalyseerd worden waar een conclusie uit getrokken kan worden. Voeding Test Beste deelnemer, Op de volgende bladzijde staan 7 vragen over voeding. Deze vragen worden beantwoord aan de hand van een schaal. Omcirkel het juiste getal met een rondje. Bijvoorbeeld: 1. Hoe leuk vind je klassieke muziek, op een schaal van 1-10? 1 2 3 4 5 6 7 8 1= Ik vind er niks aan 9 10 10= Het leukste wat er is Als er een fout is gemaakt en het moet worden verbeterd, dan kan dit op de volgende manier: 1 Hoe leuk vind je klassieke muziek, op een schaal van 1-10? 1 2 3 4 1= Ik vind er niks aan 5 6 7 8 9 10 10= Het leukste wat er is Alvast bedankt voor het invullen. Naam: Datum: …./……../2013 38 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Voeding vragenlijst 1. Hoeveel kennis heb jij van voeding, op een schaal van 1-10? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1= geen kennis 10 10= zeer veel kennis 2 Hoeveel zelfvertrouwen heb je, dat je de juiste voeding kan kiezen? 1 2 3 4 5 6 7 8 1= geen zelfvertrouwen 9 10 10= zeer veel zelfvertrouwen 3 Hoeveel verstand heb jij van portiegroottes ? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1= geen kennis 4. 10 10= zeer veel kennis Hoeveel eetmomenten zijn volgens jou nodig per dag? 1 2 3 4 5 6 7 8 1 eetmoment 9 10 +10 +10= meer dan 10 eetmomenten 5 Geef een cijfer voor het volgen van de schijf van vijf: 1 2 3 4 5 6 7 1= Ik volg niet de schijf van vijf 8 9 10 10= Ik volg altijd de schijf van vijf 6 Geef aan hoeveel jij weet over energie-inname en energieverbruik: 1 2 3 4 5 6 7 8 1= Ik weet hier niets over 9 10 10= Ik weet hier alles van. 7 Geef aan hoeveel controle jij heb over je eigen consumptie. 1 2 3 4 1= Weinig controle 5 6 7 8 9 10 10= Zeer veel controle Onderbouwing vragenlijst 39 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Bij de vragenlijst is het de bedoeling om de mening van de deelnemers op bovenstaande onderwerpen te peilen. Aan het eind van het programma is het de bedoeling dat de deelnemers van het programma hebben geleerd en daarom moet het meetbaar zijn. Gratton & Jones (2007) geven hier het volgende over weer: “ De Likert-schaal wordt over het algemeen gebruikt om meningen te meten. Een Likert-schaal geeft de respondent de mogelijkheid om aan te geven in welke mate ze het eens zijn met een bepaalde uitspraak”. De vragenlijst wordt twee keer afgenomen. De eerste keer wordt deze voordat het leefstijlprogramma begint afgenomen. De tweede keer wordt de vragenlijst na het leefstijlprogramma afgenomen. Daarna worden de antwoorden met elkaar vergeleken en is er wellicht een verbetering opgetreden. De vragen zijn gebaseerd op de voedingsdagboeken van de deelnemers. Bovenstaande items zijn verbeterpunten, qua voeding en energiebalans. Vraag 1,2 en 7 zijn vragen over zelfvertrouwen, controle en kennis. Door middel van het leefstijlprogramma worden deze cijfers wellicht beter ingevuld na het programma. Vraag 3,4,5 en 6 gaan over voeding en in welke mate zij kiezen voor gezonde voeding. Het Voedingscentrum(2013) geeft in de Schijf van Vijf aan wat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden zijn voor mannen en vrouwen. Daarnaast adviseert het Voedingscentrum(2013) om maximaal zeven eetmomenten per dag aan te houden. Drie van deze maaltijden zijn bestemd als hoofdmaaltijden en de overige als tussendoor. Dit adviseren ze, omdat dit regelmaat en structuur geeft. Tevens voorkomt een beperkt aantal eetmomenten dat de tanden niet de hele dag blootstaan aan zuuraanvallen. De vraag over energie-inname en energieverbruik refereert naar het metabolisme en kilocalorieinname. Volgens Vrijens et al.(2007) leidt een hogere energie-inname dan energieverbruik tot overgewicht. Tevens gaven de deelnemers aan hier bijna niks over te weten, ondanks dat ze het wel belangrijk vinden. 40 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 4. Beweeginterventie Een High-intensity intervaltraining (HIIT) is een training om cliënten vetverbranding en spieropbouw te laten plaats vinden. HIIT is een vorm van cardiovasculaire training en kan variëren tussen de 4 en 20 minuten. Een gehele HIIT workout bestaat uit een warming-up en oefeningen. Elke oefening zal bestaan uit drie tot tien herhalingen. Het eindigt met een aantal oefeningen die zorgen voor afkoeling. Er is geen specifieke formule om een HIIT training aan te tonen, dit is afhankelijk van het niveau van de cardiovasculaire ontwikkeling oorspronkelijk staat het protocol op 2:1 verhouding. Dit betekend 2 keer zo veel workout als rust. Bijvoorbeeld 20 seconden workout gevolgd door 10 seconden rust (Laurens, 2002). Een voorbeeld van deze HIIT training is de Tabata Workout. Tabata is een van de beste interval trainingen en daarnaast ook de meest intensieve methode. Het is in te zetten wanneer de cliënt sterker wil worden, zijn of haar conditie wil verbeteren en vet verliezen. Tijdens de training wordt gebruik gemaakt van 20 seconden ultra intensieve oefening (met een intenstiteit van ongeveer 170% van de VO2max) na de 20 seconden workout volgt 10 seconden rust. Deze cyclus wordt 8 keer uitgevoerd. De Tabata methode van 8 keer 20 seconden staat gelijk een gemiddelde cardio training van ongeveer 45 minuten (Tabata, 1996) (Tremblay, 1994). Proef personen die mee deden aan het onderzoek van de studie van dr. Tabata verhoogde hun anaerobe capaciteit met meer dan een kwart en naast het anaerobe vermogen werd ook het aeroob verbeterd. De trainingen geven je metabolisme. Dit komt door EPOC. EPOC staat voor Excess PostExcercise Ozygen Consumption. Dit betekend dat er na je training nog steeds calorieën worden verbrand. Hoelang dit actief blijft hangt af van de grote van de Tabata workout (Tabata, 1996). . Bij de Tabata trainingen is het belangrijk oefeningen te kiezen waar meerdere spiergroepen tegelijk worden getraind (Tabata, 1996). Wanneer de doelgroep een strakkere buik, strakkere billen en strakkere benen wilt creëren is het belangrijk de spieren te trainen die daar aan vast hechten. Voorbeeld voor het creëren van strakkere billen is het uitvoeren van een squat (Smith, 2013). Andere trainingen Tabata training is niet de enige manier om het uithoudingsvermogen te trainen. In het geval van dit onderzoek is dit wel de best passende manier van trainen om de volgende redenen: Tabata training maakt gebruik van oefeningen die meerdere spiergroepen tegelijk, in samenwerking, trainen. Hier worden betere resultaten mee gehaald dan oefeningen die spieren geïsoleerd trainen. Spieren geïsoleerd (1 tegelijk) trainen gebeurt vaak op fitness apparaten. Hier wordt geen gebruik van gemaakt (Distefano, Frank, Clark & Padua, 2013) Tabata training duurt maximaal 20 minuten. In combinatie met de voedingspresentatie duurt de interventie dan in totaal ongeveer een uur. De agenda’s van de cliënten laten het niet toe om een langere interventie te houden. Bij duurtraining wordt het aerobe systeem getraind. Hiervoor moet er langer dan 30 minuten worden getraind. Aangezien dit niet mogelijk is wordt deze training niet toegepast. (Vrijens et al, 2007)(Wolters, 2005)(Kuipers, 2006) Tabata maakt vaak gebruik van eigen lichaamsgewicht oefeningen en soms oefeningen met losse gewichten. (Tabata, 1996) Hier is niet veel materiaal voor nodig. Dit komt in dit onderzoek het beste uit omdat er niet altijd gebruik kan worden gemaakt van veel materiaal. Dit komt door het geringe aanbod van locaties met materiaal waar gebruik van kan worden gemaakt bij InHolland Haarlem. 41 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten F.I.T.T. voor cliënt Frequentie training: één keer per week Tabata training Intensiteit training: Tijdens de Tabata training zal per oefening zo veel mogelijk aantal herhalingen worden verricht binnen de 20 seconden workout. Tijd (duur) training: De gehele training zal inclusief warming-up en cooling-down 30 minuten duren. Type training: de Tabata training zal bestaan uit de oefeningen die zijn weergegeven in tabel 15 Oefening Afbeelding Squat Betrokken spieren Gluteus maximus Rectus femoris Vastus lateralis en medialis Adductor magnus Soleus Crunch Rectus abdominus, obliquus externus abdominus, quidriceps rectus femoris tensor fasciae latae Lunge Vastus lateralis Gluteus maximus Rectus femoris Abbductor magnus soleus 42 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Twist External abdominal oblique Internal abdominal oblique Tensor fasciae latae Rectus femoris Sartorius Rectus abdominus Burpees Gluteus maximus Rectus femoris Vastus lateralis en medialis Adductor magnus Soleus Pectoralis major Deltoideus Triceps brachii, anconeus Sit-up Rectus abdominus Tensor fasciae latae Rectus femoris Sartorius External abdoinal oblique Internal abdominal Tabel 15 oefeningen Tabata training (Delavier, 2011) 43 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 5. Evaluatieplan De deelnemers hebben aan het begin doelen voor zichzelf opgesteld. Om te bepalen of deze doelen op het eind behaald zijn zullen er een aantal metingen en testen gedaan worden. Deze metingen en testen zijn dezelfde als die gedaan zijn om de beginsituatie van de deelnemers te meten, de protocollen van deze metingen en testen kunt u vinden in hoofdstuk 2.2 testprotocollen. Om te bepalen of voedingsinterventie effect heeft gehad zal er ook weer een meting worden uitgevoerd. Om de beginsituatie te bepalen over kennis van voeding is er aan het begin van het programma een schaalmeting gedaan. Aan het eind van het programma zal deze zelfde schaalmeting gedaan worden. Naast de schaalmeting zullen de deelnemers nogmaals een voedingsdagboek bijhouden. Op die manier kunnen de onderzoekers zien of de voedingsinterventie ook in de praktijk is gebracht bij de deelnemers en of ze hun voedingspatroon hebben aangepast. Aan de hand van een vragenlijst zal met de deelnemers geëvalueerd worden hoe ze het hebben ervaren en wat ze ervan vonden. In deze vragenlijst zullen alle aspecten van het programma naar voren komen, de voedingslessen, de trainingen, de trainers, het contact tussen trainers en deelnemers enz. 6. Bronnenlijst 6.1 Deskresearch Bewegen Weight control Information Network (WIN) (2006) “Physical Activity and Weight Control”, in opdracht van National Institute of Diabetes and Digestive and Kidney Diseases (NIDDK), onderdeel van het U.S. National Institute of Health, publication no. 03-4031. Korhonen T., Goodwin A., Miesmaa P., Dupuis E.A., Kinnunen T. (2011), “Smoking cessation program with exercise improves cardiovascular disease biomarkers in sedentary women”, Journal of Women Health, volume 20, number 7, Marie Ann Liebert inc. Suter P.M., Schutz Y. (2008), “The effect of exercise, alcohol or both combined on health and physical performance”,from the International Journal of Obesity, S48–S52; doi:10.1038/ijo.2008.206 Haapanen N., Miilunpalo S., Vuori I., Oia P., Pasanen M. (1996), “Characteristics of Leisure Time Physical Activity Associated with Decreased Risk of Premature All-Cause and Cardiovascular Disease Mortality in Middle-aged Men”, from the American Journal of Epidemiology, vol. 43, no. 9 Salmon P. (2001), “Effects of physical exercise on anxiety, depression, and sensitivity to stress: A unifying theory”, Clinical Psychology Review. Barbour K. A., Edenfield T.M., Blumenthal J.A. (2007), “Exercise as a treatment for depression and other psychiatric disorders”, Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation and Prevention. Roken Pieterse M.E., Willemsen M.C. Ontstaan en voorkomen van rookgedrag bij jongeren. In: Tabaksgebruik: gevolgen en bestrijding, Knol et al. Utrecht: Lemma BV, 2005. Harakeh Z. Adolescents as chameleons? Social-environmental factors involved in the development of smoking. Academisch proefschrift. Radboud Universiteit. Nijmegen: Radboud Universiteit, 2006. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, (31-10-2012), geraadpleegd op 19-022013: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81177NED&D1=0-1,4-5,812&D2=0-2,4-12,33-38&D3=0&D4=l&HDR=G2,T&STB=G1,G3&VW=T Nationaal Kompas Volksgezondheid, versie 4.10 (13 december 2012) Wat zijn de mogelijke oorzaken van roken?, geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/roken/wat-zijn-demogelijke-oorzaken-van-roken/ Poortinga W., (2007) The prevalence and clustering of four major lifestyle risk factors in an English adult population. Geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://databanken.inholland.nl/han/Ebsco/web.ebscohost.com/ehost/detail?vid=9&sid=1f29076 1-d0e7-4418-bf07b9a0fb22d55b%40sessionmgr111&hid=120&bdata=JnNpdGU9ZWhvc3QtbGl2ZQ%3d%3d#d b=cin20&AN=2009528963 Schrijvers C.T.M., Schoemaker C.G. (2008). Spelen met gezondheid. Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. RIVM-rapport nr. 270232001. Bilthoven: RIVM,2008; 85-107. Pérez-Milena A., et al (2012) Motivations for tobacco consumption among adolescents in an urban high school, geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://databanken.inholland.nl/han/Ebsco/web.ebscohost.com/ehost/detail?vid=4&sid=1f29076 1-d0e7-4418-bf07b9a0fb22d55b%40sessionmgr111&hid=120&bdata=JnNpdGU9ZWhvc3QtbGl2ZQ%3d%3d#d b=cmedm&AN=22047625 Alcohol Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 31-10-2012, geraadpleegd op 19-022013: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81177NED&D1=0-1,4-5,812&D2=0-2,4-12,33-38&D3=0&D4=l&HDR=G2,T&STB=G1,G3&VW=T Kuunders M.M.A.P. & Laar, M.W van (30 maart 2009) Nationaal Kompas Volksgezondheid, versie 4.10 Wat zijn de mogelijke oorzaken van alcoholgebruik?, geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/alcoholgebruik/wat-zijn-demogelijke-oorzaken-van-alcoholgebruik/ Anderson, P. & Baumberg, B. (Juni 2006) Alcohol in Europe a public health perspective, geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/alcohol/documents/alcohol_europe.pdf Monshouwer K, Van Dorsselaer S, Van Os J, Drukker M, De Graaf R, Ter Bogt T, Verdurmen J, Vollebergh W (2007) Ethnic composition of schools affects episodic heavy drinking only in ethnic-minority students. Geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=Ethnic+composition+of+schools+affects+episodic +heavy+drinking+only+in+ethnic-minority+students Anderson P, de Bruijn A, Angus K, Gordon R, Hastings G. (2009) Impact of alcohol advertising and media exposure on adolescent alcohol use: a systematic review of longitudinal studies. Geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19144976 Van Der Vorst H, Engels R.C., Deković M., Meeus W., Vermulst A.A. (2007) Alcohol-specific rules, personality and adolescents' alcohol use: a longitudinal person-environment study. Geraadpleegd op 19-02-2013 van:http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=Alcoholspecific+rules%2C+personality+and+adolescents'+alcohol+use%3A+a+longitudinal+personenvironment+study Carpenter-Hyland E.P., Chandler L.J., (2007) Adaptive plasticity of NMDA receptors and dendritic spines: implications for enhanced vulnerability of the adolescent brain to alcohol addiction. Geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://databanken.inholland.nl/han/Ebsco/web.ebscohost.com/ehost/detail?vid=4&sid=39b7f17 7-0a88-4df5-9390a82262469f3c%40sessionmgr111&hid=126&bdata=JnNpdGU9ZWhvc3QtbGl2ZQ%3d%3d#d b=cmedm&AN=17291572 NIAA, National Institute on Alcohol Abuses and Alcoholism (2003) The genetics of alcoholism. Geraadpleegd op 19-02-2013 van: http://pubs.niaaa.nih.gov/publications/AA84/AA84.htm Voeding Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek[TNO](2011), De leefstijl van MBO studenten in Nederland 2009-2010, Leiden: Rijpstra, A., & Bernaards, C. http://www.gezondeschool.info/object_binary/o11360_2011.014-ROC-leefstijl-def.pdf Voedingscentrum(2007), Een kilo minder, Baarn: Tirion Uitgevers BV Melo Rodriques, P.R., Alves Pereira, R., Sichieri, R., Goncalves Ferreira, M., Freitas Vilela, A.A., Goncalves-Silva, R.M.V.(2012), Factors associated with dietary patterns in adolescents: A school-based study in Cuiaba, Mato Grosso, Cuiaba: Rev Bras Epidemiol Voedingscentrum(2013), schijf van vijf, gevonden op 19-2-2013: http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/schijf.aspx Nationaal Kompas(2009), Voeding: Wat is de relatie tussen voeding en gezondheid?, gevonden op 19-2-2013 op: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/voeding/wat-is-de-relatietussen-voeding-en-gezondheid/ Voedingscentrum(2009), Nederlandse voedingsmiddelentabel, Den Haag: 43e druk. Stegeman, N.(2009), Voeding bij gezondheid en ziekte, Groningen: Noordhoff Uitgevers BV, 5e druk 46 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Ontspanning Geerts, G. Heestermands, G (1984), “Groot woordenboek der Nederlandse taal”, Plaats Utrecht/Antwerpen van dale lexicografie CBS (2010) jaarboek onderwijs in cijfers 2010 Verkregen op 18-02-2013 van: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/F2761145-AE68-4F43-B29BB64066EAED8C/0/2010f162pub.pdf Universiteit Leuven (1999), “Angst en stress beter de baas”, Verkregen op 18-02-2013 van: http://www.kuleuven.be/studentenvoorzieningen/gezondheid/psycholoog/mindfulness.html Straaten van, P (2011), “De relatie tussen dagelijkse stress, Negatief affect en de invloed van bewegen”, Verkregen op 19-02-2013 van: http://dspace.learningnetworks.org/handle/1820/3772 Verkuil, B en Emmerking van, A. (2007), "omgaan met stress en burnout”, Verkregen op 1902-2013 van: http://link.springer.com/article/10.1007%2FBF03072389?LI=true#page-1 6.2 Interventie voeding Bessems, K., van Assema, P., Martens, M.K., Paulussen, T., Raaijmakers, L., de Rooij, M. & de Vries, N. (2012), Healthier food choices as a result of the revised healthy diet programme Krachtvoer for students of prevocational schools, Journal of Behavorial Nutrition and Physical Activity, 9:60 Podell, R.N., Keller, K, Mulvihill, M.N., Berger, G. & Kent, D.F. (1978), Evaluation of the effectiveness of a High School course in cardiovasculair Nutrition, AJPH: June vol. 68, no.6 Stadhouders, M. (2008) Het nieuwe leren in de praktijk: Actieve werkvormen met meervoudige intelligenties, Universiteit Utrecht, geraadpleegd op: http://igiturarchive.library.uu.nl/student-theses/2008-0416-201004/PGO_IVLOS_MStadhouders.pdf Voedingscentrum (2013), De schijf van vijf, geraadpleegd op 02-04-2013, op: http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/schijf.aspx Gratton, C. & Jones, I. (2007), Onderzoeksmethoden voor sportstudies, Abingdon: Routledge 6.3 Interventie bewegen Smith, M.M & Sommer, A.J. & Starkhoff, B.E. & Devor, S.T. 2013, Crossfit-based high intensity power training improves maximal aerobic fitness and body composition. Verkregen op 31 maart 2013 http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23439334 Laursen, P.B.; Jenkins D.G. (2002). "The Scientific Basis for High-Intensity Interval Training: Optimising Training Programmes and Maximising Performance in Highly Trained Endurance Athletes". Sports Medicine 32 (1): 53–73. Tremblay A, Simoneau JA, Bouchard C (1994). "Impact of exercise intensity on body fatness and skeletal muscle metabolism". Metabolism: Clinical and Experimental 43 (7): 814–8. doi:10.1016/0026-0495(94)90259-3. PMID 8028502. 47 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Bijlage 1 Par-Q vragenlijst 49 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Bijlage 2 inschrijfformulier Inschrijfformulier Naam: ………………………………………………………….. Leeftijd: ………………………………………………………… Lengte: …………………………………………………………. Gewicht: ………………………………………………………… Mobiel telefoonnummer: ……………………………………. E-mailadres: …………………………………………………… Opleiding: ……………………………………………………… School (stad): ………………………………………………….. Huidige leefstijl (benoem ook gezondheid, genetische aandoeningen en gedrag m.b.t. leefstijl): …………………………………………………………………………………………………………… ………….……………………………………………………………………………………………… ……………………….………………………………………………………………………………… Welke factoren zijn een probleem (eventueel aanleiding voor aanmelding)? …………………………………………………………………………………………………………… ………….……………………………………………………………………………………………… ……………………….………………………………………………………………………………… Welke doelen wil je behalen? …………………………………………………………………………………………………………… ………….……………………………………………………………………………………………… ……………………….………………………………………………………………………………… Bijlage 3 Macronutriënten Inhoudsopgave Les 1- Macronutrienten CASPER ENGEL HANS VAN DEN BURG ALWIN AARTS MATEO VAN ‘T SPIJKER Doel van de les Wat zijn macronutriënten Wat zijn de functies van macronutriënten Het etikettenspel Energie Berekenen basaal metabolisme Samenvatting Wat zijn macronutrienten Doel van de les Aan het einde van de les kunnen de deelnemers aangeven welke functies elk macronutriënt heeft. Macronutrienten zijn energieleveranciers (kilocalorieën). Vetten Koolhydraten Eiwitten alcohol Vetten Wordt vooral als brandstof gebruikt bij lage- tot matig-intensieve lichamelijke activiteiten. Belangrijke drager van vitamines A,D en E. Vetten kunnen worden onderverdeeld in verzadigde en onverzadigde vetzuren. Voor beide geldt dat deze niet meer dan 10% van de totale energiebehoefte mag leveren. Daarnaast zijn er nog een aantal andere essentiële vetzuren die de energielevering in procent nog wat opschroeven. 51 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten koolhydraten Zijn voedingsstoffen die energie leveren aan het lichaam. Koolhydraten worden ook wel suikers of sachariden genoemd. De naam verwijst naar de combinatie van koolstof en water(hydraten). Bij hoge inspanning komt de energie vooral uit deze voedingsstof. Belangrijke drager van een aantal vitamines, mineralen en vezels. Vooral belangrijk voor rode bloedcellen en de hersenen. Deze kunnen namelijk niet zonder glucose, een bepaald koolhydraat. Koolhydraten zijn onder te verdelen in ‘snelle’ en ‘ langzame’ suikers en of deze verteerbaar of onverteerbaar zijn. De woorden snelle en langzame refereren op snelheid waarmee deze worden opgenomen. Eiwitten Levert energie en is een belangrijke voedingsstof voor de opbouw en ondersteuning van lichaamscellen. In eiwitten zitten aminozuren. Sommige kan het lichaam zelf maken en sommige niet. Deze moeten uit de voeding worden gehaald. Daarom worden deze essentiële aminozuren genoemd. Eiwitten zijn onder te verdelen in plantaardige en dierlijke eiwitten. Vooral in de dierlijke eiwitten zitten voldoende essentiële aminozuren. Daarnaast spelen eiwitten een rol bij het transport van stoffen in het bloed en in de cel. Alcohol Etikettenspel Levert energie, maar speelt geen rol bij gezonde voeding. Energie Basaal Metabolisme De energiebehoefte is afhankelijk van: De energiebehoefte van iemand in rust; Geslacht Harris Benedict formule voor vrouwen: Lengte Leeftijd 447,593 + (9,247 X G) + (3,098 X H) - (4,33 X L) Gewicht Lichamelijke activiteit G= gewicht in Kg H= Lichaamslengte in cm L = Leeftijd in jaren Samenvatting Daadwerkelijke behoefte Door de activiteiten die mensen uitvoeren hebben zij meer energie nodig. De volgende toeslagen worden bijgeteld: Bedlegerig +10% Geen vaste activiteiten +20% Geringe activiteit +30% Gemiddelde activiteit +40% Wat zijn koolhydraten? Wat zijn vetten? Wat zijn eiwitten? 52 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Bijlage 4 reflectie verslagen Casper Engel Overzicht taken en activiteiten Tot het tussentijdsproject hebben we een deskresearch gedaan en een leefstijlprogramma met implementatie- en evaluatieplan. Daarnaast hebben de intake afgenomen en is er al 1 les gegeven. We hebben besloten om de groep in tweeën te splitsen. Ik en Hans gingen ons bezig houden met voeding en Mateo en Alwin met beweging. Aan de volgende punten heb ik gewerkt: - Het hoofdstuk ‘voeding’ van de deskresearch onderzocht en geschreven. De epidemiologische analyse van het leefstijlprobleem onderzocht en geschreven. Projectformat met de hele groep. Voeding test gemaakt en onderbouwd. Bestaande interventies beschreven bij voeding. Voeding ‘les-1 macronutriënten’ ontwikkeld. Contact onderhouden met deelnemers. Zoeken naar doelgroep via social media, e-mail telefoon en persoonlijk bezoek. Tijdsbesteding per week en taak: Week 1 en 2 Week 1 en 2 Week 3 en 4 Week 3 -6 Week 3-7 Week 7 Week 8 Week 9 Week 9 Totaal Projectformat Vinden van doelgroep Epidemiologische analyse Voeding van deskresearch Literatuur zoeken Bestaande interventies Afnemen intake en verwerking Voorbereiding les, uitvoer en ontwikkeling ervan. Ontwikkelen van voeding test 6 uur 13.5 uur 2.5 uur 4.5 uur 6-7 uur 2 uur 3.5 uur 5 uur 3 uur 47 uur Reflectie/ analyse van taken Ik vind dat ik mijn producten op een kwalitatief goed niveau heb gemaakt. Ik heb alleen betrouwbare bronnen gebruikt, zoals: overheidsinstanties, Pubmed en boeken. Daarnaast heb ik hier en daar wel een paar uur na de afgesproken deadline een product ingeleverd. Echte problemen leverde dit niet op, maar ik vind dit wel een verbeterpunt. Resultaat van taken gekoppeld aan competenties 1. Onderzoeken 1.3.1 Hanteert en ontwikkelt vragenlijsten: Ontwikkeling van vragentest voeding. 1.3.2 Onderzoekt wensen en behoeften doelgroepen: In de intake heb ik de wensen en behoeften onderzocht van de deelnemers. 1.3.3 Neemt op een methodische wijze interviews af: Voordat ik de intake heb afgenomen heb ik samen met de groep onderzocht wat de beste methode is. 2. Adviseren Op basis van de metingen heb ik samen met de groep een advies uitgebracht naar de groep. Dit advies houd de verbeterpunten in van de leefstijl van de groep. Tijdens de uitvoerfase wordt dit advies meegenomen in de praktijk. De volgende indicatoren horen erbij: 53 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 2.3.1. formuleert advies dat inhoudelijk is afgestemd op het doel en de doelgroep 2.3.2. voert een gestructureerd adviesgesprek met de opdrachtgever 2.3.9 geeft reëel, haalbaar advies 2.3.10 werkt klantgericht: gericht op de tevredenheid van de opdrachtgever 3. Ontwikkelen Op basis van evidence-based interventies en wetenschap heb ik samen met de groep een interventie ontwikkeld. Alle indicatoren die vallen onder deze competentie is aan gewerkt. 4. Uitvoeren Bij de uitgevoerde les heb ik gewerkt aan de volgende indicatoren: 4.3.1 4.3.2 4.3.4 4.3.6 4.3.8 4.3.9 bereidt de uitvoering van het programma voor in een schriftelijk lesplan geeft instructie met verbale en visuele middelen past didactische vaardigheden toe streeft op een methodische wijze een gezondheidsdoel na motiveert de groep voert een gezondheidsvoorlichting activiteit uit 6 Organiseren Evaluatie van de gemaakte delen vallen onder organiseren. Daarnaast zijn er verbeterpunten opgesteld aan de hand van feedback. De volgende indicatoren vallen hieronder: 6.3.1 hanteert een draaiboek voor de activiteit 6.3.2 werft en benadert deelnemers en doelgroepen 6.3.3 werkt samen met medestudenten 6.3.4 maakt afspraken en komt deze na 6.3.5 evalueert het programma en stelt verbeterpunten op 6.3.6 levert een proportionele bijdrage aan het organiseren van de activiteit 6.3.7 geeft blijk van oplettendheid, signaleert het werk dat nodig is en voert het uit 6.3.8 neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in groepen of teams en toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen mee 6.3.9 maakt gebruik van de inbreng en expertise van anderen, overlegt waar nodig of gewenst, evalueert de samenwerking, geeft op constructieve wijze feedback Verbeteringen voor een volgend project Voor het volgende project wil ik een strakkere planning aanhouden, omdat ik af en toe een paar uur te laat was met het inleveren van mijn producten. Hieruit rolt de volgende doelstelling: - Aan het eind van de volgende periode in dit project, wil ik mij houden aan elke deadline, door middel van een strakke planning, waarin staat met wie ik de taak doe, wanneer en hoelang ik daarvoor nodig heb. 54 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Alwin Aarts Overzicht taken en activiteiten Tijdens project 11 was ik de notulist van de projectgroep. Dit betekende dat ik alle vergaderingen notuleerde en dit via de e-mail naar me mede groepsleden communiceerde. Daarnaast verstuurde ik ook de afspraken die we maakte met de studenten. De overige werkzaamheden die ik verricht hebt dit project zijn: - - Het hoofdstuk ‘ontspanning van de deskresearch onderzocht en geschreven. De sociale analyse van het leefstijlprobleem onderzocht en geschreven. Projectformat met de hele groep. Beweegprogramma geschreven o Wat is HIIT o Waarom HIIT o Wanneer HIIT o Welke vorm van HIIT Contact onderhouden met deelnemers. Zoeken naar doelgroep via social media, e-mail telefoon en persoonlijk bezoek. Alle stukken van projectformat en het gehele verslag in een bestand verwerkt Tijdsbesteding per week en taak: Week 1& Week 2 Taak Het zoeken naar een bedrijf Tijdsbesteding 14 uur Resultaat Het zoeken naar een passend bedrijf met lifestyle problemen was zo makkelijk nog niet. Tijdens deze zoektocht heb ik veel bedrijven gebeld en gemaild met de vraag of wij ons programma bij het bedrijf konden uitvoeren. Allemaal zonder resultaat. Daarna ben ik in mijn direct omgeving gaan zoeken, familieleden,buren,vrienden etc heb ik gevraagd of ik bij hun werk het programma kon uitvoeren. Hierbij is veel gebruik gemaakt van social media. Dit was ook het middel die ons heeft geholpen om de onze doelgroep te vinden. Uiteindelijk hebben namelijk 6 InHolland studenten zich aangemeld. De 6 studenten waren in eerste instantie niet onze eerste keus maar des al niet te min waren we tevreden. Week 3 Projectformat 4 uur Voor het maken van het project format heb ik vooral energie gestoken in het maken van de afspraken, de doelen die moesten worden gesteld en de Reflectie Tijdens het zoeken naar bedrijven had ik meer aandacht kunnen besteden aan het langsgaan van bedrijven. Ik had de stad in kunnen gaan en bij bedrijven naar binnen kunnen lopen. De bedrijven die ik heb gesproken heb ik professioneel aangesproken en altijd duidelijke afspraken gemaakt met wanneer ik terug kon bellen en wat we zouden afspreken. Dit lijkt altijd een makkelijk klusje omdat dit bij elke project gedaan moet worden. dit begrippen die we zouden gebruiken tijdens het project. betekend niet dat ik hier veel energie in heb gestoken. Duidelijke afspraken zijn uitermate belangrijk bij het uitvoeren van een project. Daarom heb ik ook veel aandacht besteed in het communiceren van de regels. De email die ik had gestuurd waren niet te strak en heb ik vrij open proberen te versturen. Het is belangrijk om een open houding naar de doelgroep aan te houden om zo een band te creëren. Hierdoor zullen ze ons eerder op de hoogte houden van hun problemen. Van te voren had ik duidelijker moeten communiceren welke opmaak gehanteerd moest worden. hierdoor kosten dit extra werk om gelijk te trekken. Mailen naar studenten 1 uur Tijdens deze week heb ik de studenten die we hebben uitgekozen voor ons project gemaild en gevraagd of ze aan konden geven op welke tijdstip ze beschikbaar zijn. Samenvoegen van projectformat 2 uur Omdat elk groepslid een deel had gemaakt van het projectformat stond dit in 4 verschillende bestanden. Deze heb ik tot een samengevoegd en ingeleverd bij de tutor Week 4& Week 5 Deskresearch 20 uur Tijden het uitvoeren van de deskresearch heb ik gekeken naar het voedingspatroon van studenten. Daarnaast heb ik ook de sociale gevolgen bekeken en aangegeven wat een student nou eigenlijk is. Tijdens het uitvoeren van de deskresearch had ik meer moeten kijken naar het programma wat we kunnen gaan uitvoeren. Nu staat er veel informatie en heeft dit later veel tijd gekost om het alsnog aan te passen. Week 7 Bestaande interventies 10 uur Aangegeven welke interventies er bestaan en welke de meest geschikt vorm is voor de doelgroep die wij aan het Had beter kunnen aangeven waarom we deze vorm van trainen gebruiken 56 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten trainen zijn. en niet een andere vorm. Week 8 Wat is HIIT 5 uur Duidelijk in gegaan op wat een HIIT training is en wanneer het een HIIT training genoemd kan worden. duidelijk onderbouwt met bronnen. Er zijn voldoende bronnen gebruikt. Wel hadden er op verschillende websites gezocht worden naar bronnen. Week 9 Welke oefeningen HIIT 2 uur Mooi schema gemaakt met verschillende oefeningen. Hele verlsag componeren 6 uur Alles in een bestand gezet Er staat een schema met verschillende oefeningen. Misschien beter aan kunnen geven waarom deze oefeningen Van te voren een opgeslagen bestand moeten openen. Hierdoor alles halverwege kwijt geraakt. Resultaat van taken gekoppeld aan competenties 1. Onderzoeken 1.3.1 Hanteert en ontwikkelt vragenlijsten: Vragenlijst over kwaliteit van leven gezocht en aangepast waar nodig. 1.3.2 Onderzoekt wensen en behoeften doelgroepen: Tijdens de intake heb ik gekeken naar de wensen en behoefte van de studenten. Daarbij geprobeerd door te vragen en alles eruit te trekken. 1.3.3 Neemt op een methodische wijze interviews af: voorafgaand eerst onderzocht welke wijze effectief is en deze gebruikt tijdens het intake gesprek. 2. Adviseren Doormiddel van metingen, intakegesprekken en literatuurstudie over de doelgroep studenten. Door dit samen tevoegen kan een persoonlijk advies worden gegeven. Dit is gebeurt bij de verschillende studenten. De volgende indicatoren horen erbij: 2.3.1. formuleert advies dat inhoudelijk is afgestemd op het doel en de doelgroep 2.3.2. voert een gestructureerd adviesgesprek met de opdrachtgever 2.3.9 geeft reëel, haalbaar advies 2.3.10 werkt klantgericht: gericht op de tevredenheid van de opdrachtgever 3. Ontwikkelen Op basis van evidence-based interventies en wetenschap heb ik samen met de groep een interventie ontwikkeld. Alle indicatoren die vallen onder deze competentie is aan gewerkt. 4. Uitvoeren Tijdens alle interventies heb ik verschillende taken uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn het uitvoeren van metingen, het geven van een voedingspresentatie of het ondersteunen van een opdracht. Dit alle in het teken van de gezondheidsvoorlichting. De volgende indicatoren horen hierbij: 57 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 4.3.1 4.3.2 4.3.4 4.3.6 4.3.8 4.3.9 bereidt de uitvoering van het programma voor in een schriftelijk lesplan geeft instructie met verbale en visuele middelen past didactische vaardigheden toe streeft op een methodische wijze een gezondheidsdoel na motiveert de groep voert een gezondheidsvoorlichting activiteit uit 6 Organiseren Voorafgaand aan de lessen is een voorbereiding noodzakelijk, wat gaat verteld worden wat gaan gegeven worden enz. Dit moet allemaal gecommuniceerd worden met mijn medestudenten. De volgende indicatoren vallen hieronder: 6.3.10 hanteert een draaiboek voor de activiteit 6.3.11 werft en benadert deelnemers en doelgroepen 6.3.12 werkt samen met medestudenten 6.3.13 maakt afspraken en komt deze na 6.3.14 evalueert het programma en stelt verbeterpunten op 6.3.15 levert een proportionele bijdrage aan het organiseren van de activiteit 6.3.16 geeft blijk van oplettendheid, signaleert het werk dat nodig is en voert het uit 6.3.17 neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in groepen of teams en toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen mee 6.3.18 maakt gebruik van de inbreng en expertise van anderen, overlegt waar nodig of gewenst, evalueert de samenwerking, geeft op constructieve wijze feedback 7. Managen en ondernemen Tijdens het maken van het project zijn we gestart met het maken van projectformat en daarin de verschillende taakverdelingen. Tijdens het project heb ik mijn taken uitgevoerd en geprobeerd de groep te sturen waar nodig. Aan de volgende indicatoren heb ik gewerkt: 7.3.1 stelt een plan van aanpak op volgens het projectformat 7.3.2 kan de projectgroep voorzitten, notuleren en beheren van logboek 7.3.3 neemt initiatief, onderneemt actie m.b.t. gerezen vragen, problemen of conflicten 7.3.4 werkt gestructureerd, volgens een planning, bewaakt grote lijnen 7.3.10 vervult een voortrekkers- of leidersrol, toont zich doortastend en besluitvaardig en bewaakt grote lijnen. 8. Professionaliseren Tijdens het project heb ik door middel van SMART doelstellingen en een professionele houding gewerkt aan mijn professionalisering. De volgende indicatoren horen daarbij: 8.3.1 reflecteert op professioneel niveau over sport en bewegen in relatie tot gezondheid en betrekt hierin actuele ontwikkelingen 8.3.2 integreert in een eigen visie t.a.v. sport, bewegen en gezondheid eigen ervaringen, wetenschappelijke gegevens, actuele ontwikkelingen en anticipeert op toekomstige ontwikkelingen 8.3.3 draagt een eigen visie uit op sport en bewegen in relatie tot gezondheid in schrift en woord 8.3.4 levert een bijdrage aan scholingsprogramma’s 8.3.5 heeft een pro-actieve en positieve houding t.a.v. andere culturen en internationale verschillen. Er is begrip, empathie en respect voor verschillen. 9. Innoveren Doormiddel van evidenced base beweeginterventies te bekijken heb ik een geschikte interventie kunnen ontwikkelen voor de studenten. Hierbij horen de volgende indicatoren: 58 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 9.2.1 9.2.2 9.3.7 Verschaft zich toegang tot relevante literatuur in verschillende media. Leest wetenschappelijke artikelen. Innoveert bestaande sport-, beweging- en voorlichtingsprogramma’s Verbeteringen voor een volgend project Tijdens een volgend soortgelijk project zijn er een aantal punten die ik zou verbeteren. Zo zal ik tijdens het onderzoeken naar interventies meer aandacht besteden aan verschillende interventies. Momenteel is er één beweeg interventie maar wanneer deze niet bevalt bij de doelgroep is daar op korte termijn geen back-up plan voor. Bij het zoeken naar bedrijven moet ik meer energie steken in het langsgaan bij bedrijven momenteel is er alleen telefonisch en mail contact geweest en heb ik niet mijn gezicht laten zien. Dit kan stimulerend werken op het komen tot een akkoord. Naar mijn mede studenten moet ik beter communiceren. De stukken die ik onderzocht hebt moet duidelijk gecommuniceerd worden naar mijn mede studenten zodat zij op de hoogte blijven van de mogelijke interventies. Tijdens het uitvoeren van het programma komen er ongetwijfeld nog een aantal verbeterpunten naar voren. 59 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Hans van den Burg Overzicht taken en activiteiten Tot het tussentijdsproject hebben we een deskresearch gedaan en een leefstijlprogramma met implementatie- en evaluatieplan. Daarnaast hebben we de intake afgenomen en is er 1 voedingsles gegeven. Voor de 1ste les hebben Casper en ik ons gericht op het stuk voeding en Alwin en Mateo op het beweeg gedeelte. De volgende punten zijn mijn taken geweest binnen het project tot nu toe. - Zoeken naar een project bij bedrijven, via social media, e-mail, telefoon, persoonlijk bezoek en via de website van Inholland. Projectformat met de hele groep. Inschrijfformulier gemaakt voor studenten. Het hoofdstuk ‘roken’ van de deskresearch onderzocht en geschreven. De gedragsanalyse van het leefstijlprobleem onderzocht en geschreven. Gezocht naar een quality of life vragenlijst en gevonden. Contact onderhouden met deelnemers. 1 intake gesprek genotuleerd en verwerkt en 2 intake gesprekken gevoerd. 4 metingen genotuleerd. Tijdsbesteding per week en taak: Week 1 en 2 Week 1 en 2 Week 2 Week 3 en 4 Week 3 -6 Week 3-7 Week 8 Week 9 Week 9 Week 1 t/m 9 Week 1 t/m 9 Totaal Projectformat Vinden van doelgroep Inschrijfformulier gemaakt Gedragsanalyse Roken van deskresearch QOL-vragenlijst Afnemen intake en verwerking Voorbereiding les, ontwikkelen en uitvoering ervan. Ontwikkelen van voeding test Contact met deelnemers Werken aan verslag 6 uur 13.5 uur 0,5 uur 5 uur 5 uur 3 uur 3.5 uur 5 uur 3 uur 10 uur 15 uur 66,5 uur Reflectie/ analyse van taken Vaak hebben we een taakverdeling gemaakt met een deadline. Deze deadlines zijn we vaak soepel in geweest en het is regelmatig voorgekomen dat ik iets niet voor de deadline af had. Dit heeft geen invloed gehad op het project, maar als je iets afspreekt moet je je daar ook aan houden. Contact met de deelnemers kan soms wat beter. Soms komt het voor dat we een dag van te voren pas de concrete afspraak maken met de deelnemers voor de volgende dag. Om de deelnemers meer duidelijkheid te geven is het beter om meerdere dagen van te voren de afspraken door te geven. De communicatie naar de deelnemers is professioneel wat een goed punt is. De quality of life vragenlijst die we hadden bleek uiteindelijk misschien toch niet helemaal geschikt te zijn. De vragenlijst is voor mensen vanaf 16 jaar, maar sommige vragen geven meer het idee dat het een vragenlijst voor ouderen is. De intake gesprekken zijn goed gegaan. We hebben de informatie van de deelnemers gekregen die we wilden en we hebben een goed beeld van wie ze zijn, wat ze doen enz. Resultaat van taken gekoppeld aan competenties 1. Onderzoeken Tijdens de eerste 10 weken van het project heb ik aan de onderstaande indicatoren gewerkt van de competentie onderzoeken. Voor de voedinginterventie is er een vragenlijst opgesteld om de beginsituatie te meten. Ik heb 2 intake gesprekken gehouden, dit valt onder de indicator 1.3.3. Indicator 1.3.4 en 1.3.5 heb ik aan gewerkt tijdens de deskresearch en bij het ontwikkelen van de voedingsinterventie. 1.3.1 hanteert en ontwikkelt vragenlijsten 1.3.3 neemt op methodische wijze interviews af. 1.3.4 betrekt in onderzoek informatie uit literatuur. 1.3.5 onderzoekt de effectiviteit van sport-, bewegings- en voorlichtingsprogramma’s 2. Adviseren Na de deskresearch, de metingen en de intakegesprekken is er met de projectgroep een plan gemaakt wat we gaan doen en hoe we ze gaan adviseren. Mijn taak was om samen met casper een plan te maken voor de voedingsinterventie. Doormiddel van presentaties gaan we de groep adviezen geven over voeding en we geven die presentaties zullen interactief zijn waardoor de deelnemers zelf veel bezig zijn. Op die manier willen we draagvlak creëren. Onderstaande indicatoren heb ik aan gewerkt tijdens de eerste 10 weken van het project. 2.3.1. formuleert advies dat inhoudelijk is afgestemd op het doel en de doelgroep 2.3.2. voert een gestructureerd adviesgesprek met de opdrachtgever 2.3.3. presenteert het advies zowel schriftelijk als mondeling met gebruik van moderne communicatiemiddelen 2.3.4. structureert het advies planmatig (organisatorisch, strategisch, commercieel) 2.3.5. past de wijze van communiceren aan het niveau van de opdrachtgever aan 2.3.8 verwerkt actuele ontwikkelingen in het advies 2.3.9 geeft reëel, haalbaar advies 2.3.10 werkt klantgericht: gericht op de tevredenheid van de opdrachtgever 2.3.11 creëert draagvlak voor het advies 3. Ontwikkelen Tijdens het project is aan alle indicatoren gewerkt die onder de competentie ontwikkelen vallen. 3.3.1. sluit aan op de beginsituatie van de doelgroep, in de zin van wensen, behoefte en niveau 3.3.2. hanteert een methodische werkwijze 3.3.3. werkt didactisch verantwoord 3.3.4. is gericht op het ontwikkelen van programma’s op basis van bewezen effectiviteit, (evidence based) door wetenschappelijke gegevens toe te passen 3.3.5. onderbouwt de potentie van het programma om gezondheid positief te kunnen beïnvloeden 3.3.6 ontwikkelt gezondheidsvoorlichting programma’s 3.3.7. gaat bij de ontwikkeling van het programma uit van de gezondheidsbehoefte van de doelgroep en de door de opdrachtgever gestelde randvoorwaarden 61 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 4. Uitvoeren Tijdens de eerste voedingsles die ik heb uitgevoerd heb ik gewerkt aan onderstaande indicatoren van de competentie uitvoeren. 4.3.1 bereidt de uitvoering van het programma voor in een schriftelijk lesplan 4.3.2 geeft instructie met verbale en visuele middelen 4.3.3 communiceert effectief met de doelgroep en past gedrag op sociale verhoudingen aan 4.3.4 past didactische vaardigheden toe (opbouw, aansluiten bij beginsituatie, evalueren, etc.) 4.3.6 streeft op een methodische wijze een gezondheidsdoel na 4.3.8 motiveert de groep 4.3.9 voert een gezondheidsvoorlichting activiteit uit 4.3.12 creëert een stimulerende omgeving 5 Begeleiden Tijdens de intake gesprekken heb ik gewerkt aan een aantal indicatoren van de competentie begeleiden. Tijdens het gesprek heb ik gelet op het gedrag van de deelnemers en heb ik geopereerd binnen de randvoorwaarden/cultuur van een persoon. Verder stimuleren we allemaal gedragsverandering van de deelnemers 5.3.1 observeert het gedrag van individuele deelnemers 5.3.4 stimuleert planmatig gedragsverandering van de deelnemers 5.3.8 opereert binnen de randvoorwaarden/cultuur van de deelnemer 6 Organiseren Bij het project komt veel organiseren kijken. Er zijn 6 deelnemers en om alles zo te organiseren dat iedereen op een bepaald tijdstip kan en de locatie dan beschikbaar komt een hoop kijken. Er is dan ook aan bijna elke indicator van de competentie organiseren gewerkt. 6.3.19 hanteert een draaiboek voor de activiteit 6.3.20 werft en benadert deelnemers en doelgroepen 6.3.21 werkt samen met medestudenten 6.3.22 regelt de ruimte en middelen om activiteit(en) te laten plaatsvinden 6.3.23 maakt afspraken en komt deze na 6.3.24 evalueert het programma en stelt verbeterpunten op 6.3.25 levert een proportionele bijdrage aan het organiseren van de activiteit 6.3.9 neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in groepen of teams en toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen mee 6.3.10 maakt gebruik van inbreng en expertise van anderen, overlegt waar nodig of gewenst, evalueert de samenwerking, geeft op constructieve wijze feedback 6.3.11 blijft in spanningsvolle situaties rustig en houdt het overzicht 6.3.14maakt meningsverschillen bespreekbaar en hanteert daarbij het “win-win principe” 62 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 7. Managen en ondernemen Tijdens het project is er een projectformat gemaakt, ben ik voorzitter van de groep en werken we doelgericht naar een bepaald resultaat toe. Het eerst wat voor dit project gedaan moest worden is een opdracht verwerven, de deelnemers van dit programma zijn 6 studenten die hun leefstijl willen veranderen. 7.3.1 Stelt een plan van aanpak op volgent het projectformat 7.3.2 kan de projectgroep voorzitten, notuleren en beheren van logboek 7.3.9 werkt doelgericht naar een oplossing of resltaat toe 7.3.12 verwerft opdrachten 8. Professionaliseren Als ik iets gemaakt heb voor het project stuur ik het naar de rest van de groep en vraag hierbij om feedback. Aan het begin hebben we leerdoelen SMART opgesteld. Voor het opstellen van het programma is veel onderzoek gedaan naar de relatie van sport en bewegen tot gezondheid en hierbij is ook gelet op actuele ontwikkelingen. Er is gewerkt aan onderstaand indicatoren. 8.3.5 staat open voor feedback en vraagt om feedback 8.3.6 formuleert leerdoelen SMART 8.3.10 reflecteert op professioneel niveau over sport en bewegen in relatie tot gezondheid en betrekt hierin actuele ontwikkelingen 8.3.13 levert een bijdrage aan scholingsprogramma’s 9. Innoveren Tijdens het project heb ik veel gezocht naar wetenschappelijke literatuur die relevant zijn voor het onderzoek dat we doen naar de leefstijl determinanten van de deelnemers. Hierbij kom ik ook nieuwe ontwikkelingen tegen en hebben we met de groep een eigen programma opgesteld. 9.2.1 verschaft zich toegang tot relevante literatuur in verschillende media 9.2.2 leest wetenschappelijk artikelen 9.3.6 signaleert nieuwe ontwikkelingen binnen opvattingen t.a.v. sport, bewegen en gezondheid en de markt en vertaalt dit naar concepten voor nieuwe sport-, bewegings en/of voorlichtingsprogramma’s 9.3.7 innoveert bestaande sport-, bewegings en voorlichtingsprogramma’s Verbeteringen voor een volgend project Ik kan mezelf soms moeilijk motiveren om te beginnen aan een stuk literair onderzoek. Ik vind het lastig om langere tijd wetenschappelijke teksten door te nemen. Hierdoor stel ik het vaak uit tot het laatste moment waardoor ik het dan erg druk heb. Leerdoel: Van nu tot het eind van het project wil ik de taken die ik krijg gelijk uitvoeren, waardoor ik niet over de deadline heen ga en ik niet vlak voor de deadline nog moet stressen om het af te krijgen. 63 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Mateo van’t Spijker Overzicht taken en activiteiten Tot het tussentijdsproject is er een deskresearch gedaan en een leefstijlprogramma met implementatie- en evaluatieplan. Daarnaast is de intake afgenomen en is er al 1 les gegeven. Er is besloten om de groep in tweeën te splitsen. Casper en Hans gingen zich bezig houden met voeding, Alwin en ik met beweging. Aan de volgende punten heb ik gewerkt: - Doelgroepen en bedrijven opgezocht die benaderd kunnen worden voor het project; Ook zoeken naar doelgroep via social media, e-mail telefoon en persoonlijk bezoek. Het project inhoudelijk goed doorlezen en begrijpen wat er gedaan moet worden; Het projectformat met de hele groep gemaakt; Voor de desk research heb ik het hoofdstuk ‘bewegen’ gemaakt; Een selectie gemaakt wie mee kan doen aan het programma; Een mail gestuurd naar degene die zich hadden opgegeven maar het niet zijn geworden; Tijdstippen, locatie, inhoud en aanpak bespreken met de groep over de interventies; Contact gehouden met de deelnemers die het wel zijn geworden wanneer de eerste bijeenkomst is; Vragenlijst met Hans gecreëerd over lekker in je vel zitten; Antropometrische metingen en protocollen voorbereiden en in elkaar zetten; Bestaande beweeg interventies opgezocht en in het verslag verwerkt voor de beweeg interventie; Beweeginterventie met Alwin in elkaar zetten; Antropometrische metingen uitgevoerd bij alle deelnemers. Tijdsbesteding per week en taak: Week 1 en 2 Week 1 en 2 Week 3 en 4 Week 4 Week 4-7 Week 4-7 Week 4-7 Week 6 Week 4-7 Week 4-7 Vinden van doelgroep Projectformat Desk research bewegen Selectie maken Mail versturen Antropometrische metingen en protocollen opzoeken Besprekingen houden met groep Contact opnemen met deelnemers Vragenlijst opzoeken/creëren met Hans Bestaande beweeg 13.5 uur 6 uur 20 uur 30 minuten 30 minuten 10 uur 3 uur 30 minuten 4 uur 16 uur 64 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten Week 7 Week 7 interventies opzoeken en in verslag verwerken voor beweeg interventie Beweeg interventie maken Antropometrische metingen uitvoeren Totaal 4 uur 30 minuten 78.5 uur Reflectie/ analyse van taken Tot nu toe heb ik mijn taken met succes afgerond. Ik ben tevreden over mijn inzet. Het was wel moeilijk om twee grote verslagen te combineren en hier je volledige aandacht bij te houden omdat je steeds moest omschakelen. Resultaat van taken gekoppeld aan competenties 1. Onderzoeken 1.3.1 Hanteert en ontwikkelt vragenlijsten: Ontwikkeling van vragentest voeding. 1.3.2 Onderzoekt wensen en behoeften doelgroepen: In de intake heb ik de wensen en behoeften onderzocht van de deelnemers. 1.3.3 Neemt op een methodische wijze interviews af: Voordat ik de intake heb afgenomen heb ik samen met de groep onderzocht wat de beste methode is. 2. Adviseren Op basis van de metingen heb ik samen met de groep een advies uitgebracht naar de groep. Dit advies houd de verbeterpunten in van de leefstijl van de groep. Tijdens de uitvoerfase wordt dit advies meegenomen in de praktijk. De volgende indicatoren horen erbij: 2.3.1. 2.3.2. 2.3.9 2.3.10 formuleert advies dat inhoudelijk is afgestemd op het doel en de doelgroep voert een gestructureerd adviesgesprek met de opdrachtgever geeft reëel, haalbaar advies werkt klantgericht: gericht op de tevredenheid van de opdrachtgever 3. Ontwikkelen Op basis van evidence-based interventies en wetenschap heb ik samen met de groep een interventie ontwikkeld. Alle indicatoren die vallen onder deze competentie is aan gewerkt. 4. Uitvoeren Bij de uitgevoerde les heb ik gewerkt aan de volgende indicatoren: 4.3.1 4.3.2 4.3.4 4.3.6 4.3.8 4.3.9 bereidt de uitvoering van het programma voor in een schriftelijk lesplan geeft instructie met verbale en visuele middelen past didactische vaardigheden toe streeft op een methodische wijze een gezondheidsdoel na motiveert de groep voert een gezondheidsvoorlichting activiteit uit 65 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 6 Organiseren Evaluatie van de gemaakte delen vallen onder organiseren. Daarnaast zijn er verbeterpunten opgesteld aan de hand van feedback. De volgende indicatoren vallen hieronder: 6.3.26 hanteert een draaiboek voor de activiteit 6.3.27 werft en benadert deelnemers en doelgroepen 6.3.28 werkt samen met medestudenten 6.3.29 maakt afspraken en komt deze na 6.3.30 evalueert het programma en stelt verbeterpunten op 6.3.31 levert een proportionele bijdrage aan het organiseren van de activiteit 6.3.32 geeft blijk van oplettendheid, signaleert het werk dat nodig is en voert het uit 6.3.33 neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in groepen of teams en toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen mee 6.3.34 maakt gebruik van de inbreng en expertise van anderen, overlegt waar nodig of gewenst, evalueert de samenwerking, geeft op constructieve wijze feedback 7. Managen en ondernemen Het opstellen van het plan van aanpak, de organisatie om het project en de werving van deelnemers vallen onder deze competentie. Aan de volgende indicatoren heb ik gewerkt: 7.3.5 stelt een plan van aanpak op volgens het projectformat 7.3.6 kan de projectgroep voorzitten, notuleren en beheren van logboek 7.3.7 neemt initiatief, onderneemt actie m.b.t. gerezen vragen, problemen of conflicten 7.3.8 werkt gestructureerd, volgens een planning, bewaakt grote lijnen 7.3.10 vervult een voortrekkers- of leidersrol, toont zich doortastend en besluitvaardig en bewaakt grote lijnen. 8. Professionaliseren Door middel van het SMART opstellen van doelen, het ontvangen van feedback en de verwerking daarvan, heb ik aan deze competentie gewerkt. De volgende indicatoren horen daarbij: 8.3.5 reflecteert op professioneel niveau over sport en bewegen in relatie tot gezondheid en betrekt hierin actuele ontwikkelingen 8.3.6 integreert in een eigen visie t.a.v. sport, bewegen en gezondheid eigen ervaringen, wetenschappelijke gegevens, actuele ontwikkelingen en anticipeert op toekomstige ontwikkelingen 8.3.7 draagt een eigen visie uit op sport en bewegen in relatie tot gezondheid in schrift en woord 8.3.8 levert een bijdrage aan scholingsprogramma’s 8.3.5 heeft een pro-actieve en positieve houding t.a.v. andere culturen en internationale verschillen. Er is begrip, empathie en respect voor verschillen. 66 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten 9. Innoveren Doordat ik wetenschappelijke artikelen heb gelezen, heb ik op basis daarvan, samen met mijn projectgroep, een interventie ontwikkeld. Hierbij horen de volgende indicatoren: 9.2.1 Verschaft zich toegang tot relevante literatuur in verschillende media. 9.2.2 Leest wetenschappelijke artikelen. 9.3.7 Innoveert bestaande sport-, beweging- en voorlichtingsprogramma’s Verbeteringen voor de volgende 10 weken Voor de volgende 10 weken wil ik beter plannen wanneer ik aan welk project zit en meer duidelijkheid krijgen vanuit school wat er nou precies ingeleverd moet worden, hoe dit moet worden ingeleverd en wat er wanneer verwacht wordt. Dit was voorheen vaak nog onduidelijk. - Aan het eind van het project heb ik mij aan elke afspraak gehouden en de taken professioneel ingevuld en volbracht door meer betrokken te zijn bij het project en mijn aandacht beter te verdelen over de verschillende verplichtingen op school 67 v/d Burg, van’t Spijker, Engel & Aarts Lifestyle program studenten