Voedingsbeleid - Kinderdagverblijf Puk

advertisement
Kinderdagverblijf Puk
Voedingsbeleid
Cindy Gruijters
November 2016
1. Inleiding
2. Voedingsaanbod voor kinderen tot 1 jaar
3. Voedingsaanbod voor kinderen van 1 tot 4 jaar
4. Buitenschoolse opvang
5. Traktaties en feestje
6. Voedingshygiëne: bereiden en bewaren van voeding
1. Inleiding
Kinderopvang Puk heeft richtlijnen opgesteld over gezonde voeding. Hierdoor kunnen alle
pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat de kinderen op het kinderdagverblijf en de
buitenschoolse opvang gezond en verantwoord eten.
Bij het samenstellen van dit voedingsbeleid gaan we uit van de adviezen van het
Voedingscentrum. Wij bieden daarom voornamelijk producten aan uit de schijf van vijf:
Gezond eten met de Schijf van Vijf
De Schijf van Vijf bestaat uit 5 vakken, met in elk vak andere type producten. De
producten die in Schijf van Vijf staan zijn volgens de laatste wetenschappelijke inzichten
goed voor je lichaam. Als je eet volgens de Schijf van Vijf krijg je daarnaast voldoende
mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels binnen. Het
Voedingscentrum adviseert om elke dag een bepaalde hoeveelheid te eten uit elk vak.
Die aanbevolen hoeveelheden zijn per leeftijd en geslacht verschillend, omdat de ene
persoon nu eenmaal iets meer nodig heeft dan de ander. Daarnaast geeft het
Voedingscentrum het advies om binnen de verschillende vakken te variëren.
Niet in de Schijf van Vijf: niet nodig of minder gezond
Niet in de Schijf van Vijf staan producten:
• met te veel zout, suiker, transvet of verzadigd vet of te weinig vezels. Denk aan
roomboter, vet vlees, volle zuivelproducten, gezouten noten, witbrood en witte
pasta.
• met negatieve gezondheidseffecten als je er veel van neemt. Bijvoorbeeld
vleeswaren, bewerkt vlees en dranken met veel suiker, zoals frisdrank en sap.
• die niet bijdragen aan een gezonde voeding, zoals koek en snoep.
De producten buiten de Schijf van Vijf verschillen sterk van elkaar. Er zijn daarom 2
categorieën bedacht: de dagkeuze en de weekkeuze.
• Een dagkeuze is iets kleins: een klein koekje, wat vleeswaren of jam op brood,
een waterijsje, een stukje chocolade of een eetlepel tomatenketchup.
• Een weekkeuze is wat groter: een croissant, een stuk taart, een zakje chips, een
glas frisdrank, chocopasta op brood.
Vaste en rustige eetmomenten
Wij hanteren vaste eettijden. Dit zorgt voor een herkenbaar ritme en dat levert de
kinderen rust op. We eten samen aan tafel, zowel tussen de middag als bij tussendoor
momenten. Dit is gezellig en het zorgt voor duidelijke eetmomenten. We nemen rustig de
tijd om te eten en zorgen voor een fijne sfeer, maar we tafelen niet te lang. Onze
pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld aan tafel. Wij geven er de
voorkeur aan dat zij samen met de kinderen eten, ze begeleiden bij de maaltijd en
hebben een voorbeeldfunctie. Onze pedagogisch medewerkers bepalen wanneer het kind
eet, het kind bepaalt uit een gezond voedingsaanbod wat het eet en hoeveel het daarvan
eet. Wij dringen geen eten op.
Allergieën en individuele afspraken
Wij houden rekening met allergieën van kinderen. Er is ook ruimte om individuele
afspraken te maken wanneer het noodzakelijk is om af te wijken van het voedingsbeleid,
bijvoorbeeld bij een dieet of een bepaalde (geloofs)overtuiging.
2. Voedingsaanbod voor kinderen tot 1 jaar
Baby’s
Baby’s hebben een eigen voedingsschema. Zij krijgen dezelfde soort flesvoeding en
dezelfde hoeveelheid voeding als thuis, in overleg met de ouders. De adviezen van het
consultatiebureau worden hierin meegenomen. De soort en hoeveelheid voeding wordt
op een lijst (in het keukenkastje op de groep) bijgehouden, zodat ook invalmedewerkers
goed op de hoogte zijn van wat de baby precies drinkt. Ouders geven de kunstvoeding
(in voedingscontainers) mee vanuit thuis.
Moeders die borstvoeding geven, kunnen – als hun werk dit toelaat – eventueel hun baby
komen voeden op- het kinderdagverblijf. Als dit niet mogelijk is, kunnen zij afgekolfde
borstvoeding aanleveren.
• De afgekolfde borstvoeding leveren ouders voldoende gekoeld of ingevroren (in kleine
porties) af op het kinderdagverblijf. Voorzien van sticker met naam en datum.
Vanaf de leeftijd van 6 maanden tot 12 maanden krijgt een kind opvolgmelk. Het kind
krijgt nog geen gewone melk tot hij 12 maanden is. Daarin zit te weinig ijzer en goede
vetten en te veel eiwit.
De overstap naar vaste voeding gaat geleidelijk en in overleg met de ouders. Vanaf
ongeveer 1 jaar streven we ernaar om de kinderen mee te laten eten in het dagschema
van het kinderdagverblijf.
(Eerste) hapjes:
• We starten met het geven van eerste hapjes in overleg met de ouders. Volgens de
richtlijn Voeding en eetgedrag voor de Jeugdgezondheidszorg is dit tussen 4 en 6
maanden en geven we een paar lepeltjes per oefenmoment. We beginnen met de
zogenaamde ‘oefenhapjes’, waarbij het eten fijngeprakt is. Zodra kinderen hapjes
krijgen, laten we ze de mondmotoriek oefenen met een (ondiep, plastic) lepeltje.
• In overleg met de ouders gaan we na de leeftijd van 6 maanden de melkvoedingen
steeds meer vervangen en gaat het kind steeds meer echte maaltijden eten.
• Het fruit dat we als oefenhapje tussendoor geven is vers gepureerd. We bieden bij dit
fruithapje nog geen combinaties van verschillende soorten fruit aan. Het kind leert
dan eerst wennen aan de losse smaken. Zo leert hij die beter herkennen en
waarderen en dat is beter voor zijn smaakontwikkeling. Naarmate het kind beter kan
happen, zal het stukjes vers fruit krijgen.
• Aan een zachte smaak went een kind makkelijker. Het fruit waarmee we beginnen is
bijvoorbeeld peer, appel, druif, meloen en perzik.
Baby’s en kinderen zijn in de gelegenheid om, rond 16:00 uur, een warme maaltijd of
groentehap te eten. Deze geven ouders mee vanuit thuis.
Vanaf ongeveer 6 a 7 maanden mag een baby sabbelen op een broodkorst (fijn
volkorenbrood). Zo leert hij kauwen, ook als hij nog geen tanden en kiezen heeft. De
baby bijt en sabbelt met z’n kaken en dat is goed voor z’n mondspieren. Wanneer een
baby een echte boterham gaat eten bij de lunch, is in overleg met de ouders. De
boterham wordt in het begin belegd met plantaardige halvarine, eventueel met een
beetje smeerbaar beleg.
Wij geven kinderen tot en met 12 maanden geen honing. Honing kan besmet zijn met
een bacterie waar jonge kinderen erg ziek van kunnen worden.
Ander drinken:
• Naast borstvoeding of opvolgmelk krijgen kinderen water of water (met eventueel
bijvoorbeeld een schijfje sinaasappel of ander fruit of groente) of Cool bear.
•
•
•
•
Cool bear is een limonade/drank wat is gemaakt uit 100% zuivere en biologische
ingrediënten. Het is gezoet met zuivere steviolglycosiden. Er zijn geen verdere
toevoegingen als nodig aan toegevoegd, en het bevat geen E-nummers.
Wij bieden geen limonadesiroop of diksap aan. Limonadesiroop en diksap bevatten
veel calorieën en suikers en dit vergroot de kans op overgewicht en tandbederf.
Bij voorkeur gaat het kind vanaf 8 maanden oefenen met het drinken uit een (plastic)
beker. Dat is beter voor de mondmotoriek dan een beker met een tuit.
Een kind hoeft bij ons de beker niet helemaal leeg te drinken. Als een kind de beker
niet leegdrinkt, heeft hij simpelweg geen dorst. Wij stimuleren kinderen wel om op
één moment te drinken.
Bij erg warm weer bieden we tussendoor extra water aan.
3. Voedingsaanbod voor kinderen vanaf 1 jaar
Algemene uitgangspunten
Wij hanteren onderstaande algemene uitgangspunten:
Drinken
• Wij geven de kinderen water (met eventueel bijvoorbeeld een schijfje sinaasappel of
ander fruit of groente) of Cool bear. Cool bear is een limonade/drank wat is gemaakt
uit 100% zuivere en biologische ingrediënten. Het is gezoet met zuivere
steviolglycosiden. Er zijn geen verdere toevoegingen als nodig aan toegevoegd, en
het bevat geen E-nummers.
• Wij bieden geen limonadesiroop of diksap aan. Limonadesiroop en diksap bevatten
veel calorieën en suikers en dit vergroot de kans op overgewicht en tandbederf.
• Een kind hoeft bij ons de beker niet helemaal leeg te drinken. Als een kind de beker
niet leegdrinkt, heeft hij simpelweg geen dorst. Wij stimuleren kinderen wel om op
één moment te drinken.
• Als kinderen tussen de maaltijden door veel dorst hebben, mogen ze om water
vragen. Bij erg warm weer bieden we tussendoor extra water aan.
Broodmaaltijd
Tussen de middag wordt bruinbrood gegeten. We kiezen voor fijn volkorenbrood omdat
dit voor de kinderen beter te verteren is dan grofvolkoren. We kiezen niet voor witbrood,
omdat dit minder vezels, vitaminen en mineralen bevat dan bruinbrood.
Als boter gebruiken we halvarine.
Als beleg bieden wij vooral Schijf van Vijf producten aan voor op brood. Daarnaast
bieden we een paar producten voor op brood aan die niet in de Schijf van Vijf staan en
dagkeuzes zijn.
Wij hebben de afspraak dat de eerste boterham belegd wordt met hartig beleg. Wij
zorgen ervoor dat het beleg mager is en niet te veel calorieën en ongezonde vetten
bevat. Ook letten we op de hoeveelheid suiker en zout. Producten die weekkeuzes zijn
bieden we niet aan.
Kinderen in de leeftijd van 1 tot 3 jaar hebben op een dag 2-3 sneetjes brood nodig (dit
is inclusief het ontbijt thuis). In overleg met ouders wordt bepaald hoeveel boterhammen
een kind mag eten. Tussen de middag geven we in ieder geval niet meer dan 3
boterhammen. Meestal in porties van een halve boterham per keer.
Hartig beleg is niet altijd beter dan zoet beleg. In veel kaas en vleeswaren zit vooral
verzadigd vet om deze reden geven wij 20+ (smeer)kaas. Maar alleen maar zoet beleg
zorgt voor te veel suikerinname. Wij zorgen daarom voor voldoende variatie en
stimuleren het kind om beleg af te wisselen. Dit is bovendien goed voor de
smaakontwikkeling van het kind. Belangrijk bij het smeren van de boterham is dat het
broodbeleg dun gesmeerd wordt.
Standaard broodbeleg is:
•
•
Minder vette en minder zoute vleeswaren, zoals ham, boterhamworst of kipfilet of
kalkoenfilet;
Jonge of jong belegen 20+ (smeer)kaas, (minder zout en minder vet dan oude kaas
en 48+ kaas);
•
•
•
•
Appelstroop;
(Halva) jam (variant met minder suiker toegevoegd, zonder zoetstoffen);
Vruchtenhagelslag;
Gestampte muisjes/ anijshagelslag
Geen (smeer)leverworst:
• Wij bieden geen (smeer)leverworst aan. In (smeer)leverworst zit namelijk veel
vitamine A. Het kan schadelijk zijn als een kind structureel teveel vitamine A
binnenkrijgt. Aangezien het kind thuis al (smeer)leverworst zou kunnen krijgen,
bieden wij uit voorzorg geen (smeer)leverworst aan. Als alternatief kan
vegetarische smeerworst gegeven worden.
Geen rauw vlees:
• Wij geven kinderen geen producten van rauw vlees, zoals filet américain,
ossenworst, carpaccio of niet-doorbakken tartaar. Wij geven ook geen rauwe of
voorverpakte gerookte vis. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten.
Geen notenpasta of pindakaas:
• Wij bieden kinderen geen pindakaas of notenpasta aan omdat kinderen een
ernstige allergie voor pinda’s of noten kunnen hebben.
Incidenteel bieden wij chocoladepasta aan omdat deze veel suikers en verzadigde vetten
bevatten.
Als kinderen na de boterham(men) nog honger hebben dan mogen de kinderen, als
afsluiting van de maaltijd, kiezen voor een cracker, rijstwafel of dun plakje ontbijtkoek.
Bij de broodmaaltijd drinken kinderen 1 beker halfvolle melk. Als kinderen hierna meer
dorst hebben, krijgen ze water of Cool bear. Kinderen die geen melk lusten of mogen
(vanwege een allergie) drinken water, thee (met een beetje koud water erbij) of
Coolbear.
Kinderen die vegetarisch zijn geven we wat fruit met vitamine C bij het brood: het ijzer
in brood wordt beter door het lichaam opgenomen als er vitamine C in de buurt is.
Kinderen die vlees eten krijgen voldoende ijzer binnen.
Fruit
Wanneer kinderen het dagschema van Puk volgen, bieden wij 2 maal per dag fruit aan.
Om 9:00 uur en ongeveer 14:30 uur. We gaan uit van ongeveer 1 stuk fruit per portie,
per kind in de vorm van: appel, peer, banaan, kiwi, nectarine, meloen of ander fruit van
het seizoen.
Crackertje
Rond 16:00 uur bieden wij nog een cracker met smeerbaar beleg (20+ smeerkaas, of
halva jam). Ze krijgen maximaal 1 crackertje om de eetlust voor de avondmaaltijd niet te
bederven. Of wordt er een soepstengel gegeven (Op de babygroep wordt een Nijntje
koek aangeboden).
4. Buitenschoolse opvang
Fruit en groente
Als de kinderen tijdens de schoolweken uit school komen, krijgen ze fruit en groente
(appel, peer, banaan, mandarijn, kiwi, druiven, of ander fruit van het seizoen;
komkommer, tomaatjes, paprika, worteltjes). Dit wordt in ruime hoeveelheid
klaargemaakt, kinderen mogen pakken totdat de schaal leeg is. In ieder geval moet ieder
kind 2 keer een stuk fruit pakken.
Drinken
Als de kinderen uit school komen, krijgen ze 1 of 2 beker (s) limonade (zonder
kunstmatige kleur-, geur en smaakstoffen, met zo min mogelijk toegevoegde suikers,
zonder zoetstoffen; weinig siroop in verhouding tot de hoeveelheid water), appelsap of
vruchtensap met minder suikers.
Koekje / snoepje / traktatie
Halverwege de middag ( rond 17.00 uur) wordt er nog iets lekkers uitgedeeld. Dit kan
zijn:
- Twee kleine snoepjes (bijv. dropje) of 1 groter snoepje (bijv. dropveter, sleutel)
- Een klein koekje (zonder chocolade)
- Een traktatie (bij verjaardag)
- Een tuc-koekje
Er zijn kinderen die soms een broodmaaltijd of warme hap meekrijgen vanuit thuis, dit
wordt rond 17.00 uur aan de kinderen gegeven.
Broodmaaltijd
Tijdens de schoolweken eten de kinderen alleen op woensdagmiddag en vrijdagmiddag
op de BSO (met uitzondering van studiedagen). Tijdens de vakantieweken eten de
kinderen elke dag op de BSO. Hierbij gelden dezelfde regels als bij het kinderdagverblijf.
Wat uiteraard alleen anders is, is de hoeveelheid boterhammen die de kinderen mogen
eten. Kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar hebben een op een dag 3-5 sneetjes brood
nodig (dit is inclusief het ontbijt thuis), waarbij de kleinste hoeveelheid geldt voor de
jongste kinderen van 4 jaar, en de grootste hoeveelheid geldt voor de oudste kinderen.
Bij de broodmaaltijd drinken kinderen halfvolle melk of karnemelk. Kinderen die dit niet
lusten of mogen (vanwege een allergie) drinken water, thee (met een beetje koud water
erbij) of limonade.
Tijdens de vakantieweken kan af en toe wel eens iets anders op het menu staan, of een
extraatje. Dit kan dan zijn: een tosti (2 boterhammen per kind, als hierna nog meer trek
is een gewone boterham), pannenkoeken, een broodje ei, zelfgemaakte soep,
knakworstjes op brood (max.2 boterhammen, als er hierna nog meer trek is een gewone
boterham). Probeer in ieder geval de hoeveelheid vette en ongezonde voeding te
beperken.
Hierbij geldt wel dat dit uitzonderingen zijn. Je hoeft niet iedere vakantiedag iets extra’s
te bieden. Het kan zijn dat ouders thuis voor hun kind vaak iets extra’s maken vanwege
de vakantie, en dat is dan dubbelop. Probeer dit een beetje af te stemmen met ouders.
Bedenk, dat het niet altijd gaat om wat je eet, maar ook de sfeer en de manier waarop je
eet kan een extraatje zijn: een picknick in het park (picknickmand mee met gezond
besmeerde boterhammen), de BSO omtoveren tot een restaurant en op die manier
gezellig lunchen, samen soep koken en opeten, of broodjes bakken kunnen de lunch ook
heel speciaal maken. Ook mag er natuurlijk best iets lekkers gemaakt worden bijv.
appeltaart of cakejes bakken. Hierbij hoort dan het begin van de activiteit (samen met de
kinderen bedenken wat je wilt maken), tot het samen boodschappen doen, en samen
kokkerellen. Zo gaat het meer om het gehele proces, dan alleen om het lekkere eten.
Probeer bij uitstapjes ervoor te zorgen dat je lunch meeneemt (bijv. in een
picknickmand). Op een andere locatie eten, is vaak niet de meest gezonde keuze, en
bovendien erg duur. Als je tijdens een uitstapje een ijsje gaat eten, kies dan voor
waterijsjes (geen chocolade - of roomijs vanwege de hoeveelheid vet en calorieen).
Tussendoortje in de ochtend (schoolvakantie)
Tijdens de schoolvakanties zijn kinderen natuurlijk de hele dag op de BSO. In de ochtend
en in de middag krijgen de kinderen fruit en drinken. Dit wordt in ruime hoeveelheid
klaargemaakt, kinderen mogen pakken totdat de schaal leeg is. In ieder geval moet ieder
kind 2 keer een stuk fruit pakken.
Voeding voor de pedagogisch medewerkers
In principe geef je als pedagogisch medewerker het goede voorbeeld. We vinden het
belangrijk dat je gewoon met de kinderen mee-eet, omdat samen eten een belangrijk
moment van de dag is. We staan achter ons voedingsbeleid (gezonde voeding voor de
kinderen) en vinden het daarom belangrijk dat je op dezelfde manier gezond eet tijdens
de opvang-uren. Hierbij geldt dus dat je geen andere producten eet dan we voor de
kinderen gezond vinden. Uitzondering hierop is het brood (grover brood i.p.v. fijn
volkoren voor de kinderen, als je dit wilt), en drinken: voor de pedagogisch medewerkers
is er - naast melk en karnemelk- koffie / thee aanwezig. Ook kun je natuurlijk water
drinken.
Als je heel graag een product gebruikt dat niet voor de kinderen is, kun je dit zelf van
huis meenemen. Hierbij geldt wel dat het verantwoord moet zijn, want je hebt tenslotte
een voorbeeldfunctie.
Allergieën
Tijdens het intake-gesprek wordt met ouders afgestemd of er mogelijk sprake is van
bepaalde allergieen, waar we rekening mee moeten houden. Indien ouders hebben
aangegeven dat een kind allergisch is voor een bepaald product, wordt dit vermeld in de
map met de kindgegevens. Er wordt een briefje opgehangen in het keukenkastje, zodat
ook invalkrachten op de hoogte zijn van eventuele allergieën.
De meeste vervangende producten kunnen gewoon bij onze leverancier besteld worden.
Als dit echter niet mogelijk is, of als het product dan slechts zo weinig gebruikt wordt dat
we hier veel van overhouden en weg moeten gooien, dan vragen we ouders om het
vervangende product zelf mee te nemen.
Geloofsovertuiging / eetgewoontes
Als ouders hebben aangegeven dat hun kind een bepaald product niet mag eten vanwege
geloofsovertuiging, wordt hier uiteraard rekening mee gehouden. Ook als kinderen
vegetarisch zijn, wordt hier rekening mee gehouden. Als er sprake is van bijv.
macrobiotische voeding, wordt gevraagd of ouders dit zelf mee willen geven.
5. Traktaties en feestje
Een verjaardag betekent feest en bij zo’n verjaardag komt vaak een traktatie kijken. Er
kan zowel een niet-eetbare traktatie als een eetbare traktatie aangeboden worden. Wij
vinden het belangrijk dat de eetbare traktaties zo gezond mogelijk zijn. We vragen
ouders dan ook om traktaties zo klein mogelijk te houden en niet te calorierijk te maken.
Ouders kunnen de richtlijnen trakteren van het Voedingscentrum raadplegen. Voor
traktatie-ideeën adviseren wij de traktaties op de website
www.voedingscentrum.nl/trakteren, het boek ‘Feest! 46 traktaties voor school of thuis’
van het Voedingscentrum en de traktaties met fruit en/of groente van de website
www.gezondtrakteren.nl.
Bij speciale gelegenheden bieden wij zeer incidenteel snoep aan. Wij proberen de
hoeveelheid suiker, zout en verzadigd vet die kinderen dan binnenkrijgen voor zover
mogelijk te beperken.
6. Voedingshygiëne: bereiden en bewaren van voeding
Wij gaan veilig om met het eten van de kinderen om te voorkomen dat ze ziek worden.
Bij het bereiden en bewaren van voeding hanteren wij de onderstaande
aandachtspunten. Als richtlijn gebruiken wij hiervoor de bewaarwijzer met de veilig etenkaart. Daarnaast gebruiken wij de hygiënecode voor kleine instellingen.
Flesvoeding en borstvoeding
Voorbereiding:
• De flesjes van de kinderen zijn voorzien van een naam.
• De afgekolfde borstvoeding is voorzien van naam en datum.
• Van tevoren maken we de werkplek schoon en wassen we onze handen met water
en zeep.
Klaarmaken:
• We proberen de flesvoeding zoveel mogelijk per fles klaar te maken en niet al van
tevoren.
• De flesvoeding en afgekolfde borstvoeding verwarmen we, in een flessenwarmer
of in de magnetron op de laagste stand.
• Bij verwarming in de magnetron zwenken we de fles tussendoor om de warmte
goed te verdelen. Dit doen we nogmaals als de melk op temperatuur is.
• We laten de melk niet warmer worden dan 30-35 graden Celsius
(drinktemperatuur). Dit is met name van belang voor borstvoeding, omdat de
beschermende stoffen in deze voeding verloren gaan als de melk te warm wordt.
Dit is, bij twijfel, te controleren met de voedselthermometer.
• We druppelen klaargemaakte melk op de binnenkant van de pols om te voelen of
deze niet te warm is.
Schoonmaken:
• Melk die overblijft na het voeden gooien we weg.
• Direct na het drinken spoelen we de fles en speen schoon met koud water.
• De fles en de speen wassen we in heet sop met een flessenborstel of in de
afwasmachine op een lang wasprogramma op minimaal 55 graden Celsius.
• De fles en speen laten we ondersteboven op een schone, droge doek drogen.
Bewaren:
• Borstvoeding: gekoeld aangeleverde borstvoeding plaatsen we zo snel mogelijk
onderin de koelkast. We bewaren deze maximaal 3 dagen in de koelkast.
Ingevroren borstvoeding bewaren we maximaal 6 maanden in de vriezer.
Andere voeding
Voorbereiding:
• De handen van de kinderen wassen ze met water en zeep voor het eten en na
toiletbezoek.
• De handen van de pedagogische medewerkers wassen ze met water en zeep voor
het eten en voor het bereiden van voeding, na het aanraken van rauw vlees en
rauwe groente, na toiletbezoek en na het verschonen van baby’s.
• Ingevroren producten ontdooien we afgedekt in de koelkast of in de magnetron op
ontdooistand.
• We zorgen ervoor dat het aanrecht, keukengerei en snijplanken schoon zijn.
• Groente en fruit wassen we om stof en vuil te verwijderen.
Klaarmaken:
• We houden rauwe producten gescheiden van bereid eten.
• Warm eten verhitten we goed, vooral vlees, kip, eieren en vis.
• We verwerken geen rauwe eieren in gerechten die niet verhit worden.
• Restjes verhitten we door en door.
• Het eten scheppen we enkele keren om tijdens opwarmen in de magnetron.
Bewaren:
• We maken gebruik van stickers of noteren de datum op producten om de datum
waarop het product geopend is te vermelden. Verpakkingen sluiten we direct na
gebruik. We gebruiken afsluitbare bakjes om eten te beschermen tegen uitdrogen,
bacteriën en schadelijke stoffen.
• Bederfelijke producten, zoals vleeswaren, leggen we direct na gebruik weer in de
koelkast (4 graden Celsius). We gooien deze producten weg als de ‘te gebruiken
tot’-datum is verlopen.
• Staat op een product ‘Gekoeld bewaren’ dan hoort het in de koelkast. Producten
met het bewaaradvies ‘koel bewaren’ bewaren we in een donkere ruimte bij een
temperatuur van 12 tot 15 graden Celsius.
• Producten die de ‘ten minste houdbaar tot’-datum hebben overschreden,
gebruiken we alleen als de verpakking onbeschadigd is en/of de aanblik, de geur
en de smaak van het product goed zijn.
Download