Hielprik bij pasgeborene

onbewaakte kopie
Puncties 29
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Hielprik bij pasgeborene
Omschrijving
Op arm nemen van pasgeborene door ouder/verzorger. Controleren of voetje warm genoeg is. Aanprikken
van de hiel. Vullen van de bloedmonsterkaart met bloed. Afhandelen administratie.
Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
Mag zelfstandig verricht worden door:
Aandachtspunten
–
De hielprik wordt verricht aan de voetzoolzijde van de hiel, langs de binnen of buitenzijde.
–
Wanneer het voetje niet warm genoeg is kan het opgewarmd worden met behulp van warme handen of
een warm washandje van circa 38°.
–
Zorg dat het voetje goed droog is voordat wordt geprikt.
–
Voer de handeling uit met warme handen.
–
In de thuissituatie is ontsmetting van de hiel niet nodig. In de onderzoekset van de Entadministratie is een
alcoholdepper bijgevoegd voor intramuraal gebruik.
–
Verricht de hielprik met de bijgeleverde Quik Heel lancet.
–
Het verdient aanbeveling om een reserve lancet bij de hand te hebben.
–
Draag handschoenen in verband met het risico van bloedcontact.
–
Na activering van het lancet wordt het automatisch en permanent beschermd. Ook de witte knop blijft
ingedrukt.
–
Voorkom onnodig stuwen tijdens de bloedafname.
–
Een nauwkeurige laboratoriumbepaling is alleen mogelijk bij voldoende vulling van de rondjes op de
bloedmonsterkaart.
–
Vul de rondjes niet bij aan voor- en achterzijde, dus breng geen bloeddruppels over elkaar aan. Dit kan tot
onjuiste uitslagen leiden.
–
Vermijd bij het drogen warmtebronnen of zonlicht en leg de bloedmonsters niet in de koelkast.
–
Buitenenvelop, aanvraagformulier en de filtreerstrook zijn voorzien van een identiek nummer.
–
Aanvraagformulier en de filtreerstrook mogen niet van elkaar worden gescheiden.
–
Bij zeer warm weer dient de envelop bij voorkeur voor de buslichting in de brievenbus gedaan te worden.
Complicaties tijdens de handeling
Onvoldoende bloedtoevoer
Handelwijze
Prik opnieuw met het reserve lancet op een andere
plaats in dezelfde hiel
Benodigdheden
–
zn warm washandje en schone handdoek voor baby
–
niet-steriele handschoenen
–
hielprikset, aangeleverd door de Entadministratie, bestaande uit:
- buitenenveloppe met persoonsgegevens van het kind
- steriele lancet en een pleister
- aanvraagformulier, waaraan een filtreerstrook is bevestigd voor de bloedmonsters
- antwoordenveloppe voorzien van adres voor verzending van de bloedmonsterkaart
–
afvalbak
© Vilans 23-01-2013
Graafschap College
Hielprik bij pasgeborene voor screening: 1 (van 2)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
onbewaakte kopie
Puncties 30
Werkwijze
1 Controleer het nummer op de envelop, aanvraagformulier en filtreerstrook (moeten identiek zijn).
2 Vul de bloedmonsterkaart met balpen volledig in.
3 Noteer de bloedafname datum en het nummer van de bloedmonsterkaart op de enveloppe.
4 Pas handhygiëne toe.
5 Zorg dat de handen warm zijn.
6 Zet de benodigdheden binnen handbereik.
7 Ontbloot een voetje van de baby en ga na of het warm genoeg is, verwarm zonodig met een warm
washandje (niet te heet!) en droog af met een schone handdoek.
8 Vraag de ouder/verzorger om de baby op de arm rechtop tegen zich aan te nemen en te gaan zitten.
9 Trek de handschoenen aan.
10 Pak het voetje met de duim en wijsvinger om de hiel. Leg de overige vingers om de rug van het voetje.
11 Kies een prikplaats aan de binnen- of buitenkant van de voetzool van de hiel.
12 Plaats de middelvinger in een van de twee holtes aan de achterzijde van de QuikHeel lancet, waarbij het
QuikHeel logo zichtbaar is.
13 Plaats het lancet op de hiel en hou rekening met de richting van de massage (stuwing), zodat de incisie
(sneetje) zich opent.
Tekening positie prikpen
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
Tekening positie prikpen
Druk met de wijsvinger de witte knop in.
Verwijder het lancet van de hiel en gooi hem in de afvalbak
Neem voldoende bloed af.
a Houd het filtreerpapier van de bloedmonsterkaart tegen de druppel bloed en vul alle zes de rondjes
volledig met bloed.
b Open het sneetje zo nodig door zachte massage (stuwing). Voorkom onnodig stuwen. Prik zo nodig
opnieuw.
Controleer of de rondjes op de bloedmonsterkaart ook aan de achterzijde volledig gevuld zijn. Overtollig
bloed naast de rondjes is toegestaan.
Laat het bloedmonster aan de lucht drogen.
Trek de handschoenen uit.
Plak de pleister over de prikplaats, zodat het sneetje zich goed kan sluiten.
Ruim de materialen op.
Pas handhygiëne toe.
Draag zorg voor de administratieve afhandeling.
a Doe de bloedmonsterkaart in de antwoordenveloppe. Verzend de antwoordenveloppe op dezelfde dag.
b Zorg dat de genummerde enveloppe minimaal drie maanden bewaard wordt.
© Vilans 23-01-2013
Graafschap College
Hielprik bij pasgeborene voor screening: 2 (van 2)